FASCISME OP STRAAT Van Alles ee van Overal Li 1 m— Binnenlandsch Nieuws L0TTGERING ii Ér DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 23 JULI 1928 BLADZIJDE 1 Indrukken van een passieven voorbijganger Wat kost Facisme? BI ONBEHOORLIJK ■■:-mÊtÊÊÊaÈÊÊtÊÈ 4 - UIT ONZE OOST Zware boschbrand Eindelijk gepakt Gekalmeerd Centr. vereeniging voor school- en werktuinen en boomplantdagen in Nederland Een Chineesche Scheepvaart Maatschappij „Nos Jungunt Rosae' mimnm VOOR ST00MEN - EN VERVEN - Houtstraat 5 a Tel. 10771 VIII ROME, 12 Juli. i ik L. 20. In Genua had ik echter L. 35. Het Ik zat met een Italiaan te praten over j gemiddelde kunnen we zeker op ongeveer net fascisme. De man dweepte als ge woonlijk met Mussolini en vond even eens als gewoonlijk het stelsel een tame lijk vervelende, veel te lang durende geschie denis. Hij klaagde zijn nood over de schreeu wende duurte, die doör de fascistische belas tingen wordt veroorzaakt; over de ontzet tende vermindering van het vreemdelingen- bezoek, welke in de duurte en de veldwin nende ongemotiveerde! vrees voor de fascisten haar oorzaak vindt; over de kleine, steeds meer beknibbelde inkomens, over de angst aanjagende opdrijving der indirecte belastingen, over de systematische uitputting van allen particulieren handel; enfin, hij maakte zijn bewondering van den duce voor mij tot een daverende contradictio in ter- mitus; want. dat Mussolini ..de'' man van het fascisme en eigenlijk het fascisme-zelf is, daaraan heb ik nog nooit een Italiaan zien twijfelen. Ik poogde hem wat op te fleuren met hem te wijzen op het vele goeds, wat door het fascisme ontegenzeglijk tot stand kwam. Maar hü was hardnekkig. „Kijk eens," zeide hij: „wij hebben ont zettend gewonnen aan politieke beteekenis: de heele wereld haat ons! De handel en de nijverheid bloeien bij den dag harder: Mus solini krijgt een buik. Volpi de juist Zondag afgezette minister van financiën gaf zijn dochter onlangs 40 millioen bruids schat mee. de fascisten eten er goed van! Eigenlijk gaat alles reuze-goed; alleen ver hongeren we een beetje. Ten slotte Iemand dien ik als vurig anti-fascist kende, kwam ons gezelschap completeeren. Miin eerste kennis ging voort: „Ten slotte hebben wij aan het fascisme ons leven, onze redding van het bolsjewisme, de bevrijding van Italië van de vrijmetselarij te danken. Zonder het fascisme waren we nu een klein, veracht landje, dat armoe leed en zijn bestaan niet verdiende." viel de laatst gekomene bij. die ik herhaal het mij als een vurig anti- fisclst bekend was. Enzoovoorts Het gesprek, dat ontstond, was zeer verve- fewd voor me, want de nonsens die volgde, moet ik toch al dagelijks, tot beu wordens toe, in de .kranten lezen. Na een half uur heb ik den knoop door gehakt: „Dus, nadat jullie onder de plak hebt ge zeten vae» je liberalen, de socialisten, de communisten en de vrijmetselaars, ben ie er van overtuigd, dat het fascisme, maar het fasofcme dan ook alléén, de gewenschte re- geerlngsvorm is?!" .Absoluut!" Ze knipoogden beiden naar me, maar dat Wisie» ze voor elkaar niet. -Ik zou dus niet beter kunnen doen dan in mijn correspondenties te hameren en te blijven hameren?" „Natuurlijk! AlleenJe moet je niet te veel voorstellen van je succes, want Rome, Italië, is zeer zeker de moeder der wereld, doch de barbaren hebben dat nooit begre pen!" (U verdenke mij er niet van dat ik anti- Hollandsche kennissen heb. Een goede fas cist echter betitelt de bewoners van be vriende naties bij voorkeur als barbaren; voor niet-zoo-bevriende aardbewoners begint men met „varkenshoeders" en te eindigen met begrippen waarvoor wij. barbaren, zoo geen woorden bij de hand hebben). „Goed." zei ik: „maar ik ben journalist en als zoodanig kan je in een land. dat nog niet gefascistineerd Is. ongetwijfeld wat be reiken. Ik begin dus van avond. Maar zeg nu nog eerst: op hoeveel komt ons de grap?" „Hollander! Het viel ze uit de verbaasd-open monden. Een Italiaan toch denkt aan betalen nooit en zeker niet vooruit. Iets los te krijgen is de kunst en later prakkizeer je over betalen. Eigenlijk prakkizeer je er heelemaal niet over en doe je alleen maar alsof. Wanneer het je leverancier niet aanstaat, kan hij hoogstens een proces beginnen. En dat duurt lang. Ontzettend lang! Met z>» drieën begonnen we ons eerste onderzoek in een zeer diepen kelder aan den voet van het Kapitool. De wijn is daar erg goed, maar dan ook tamelijk duur. Mijne gidsen haddemmii echter gezegd dat je, om échte fascisten te zien, niet in zulke héél goedkoope gelegenheden moet gaan. Het ge luk was ons in zoo verre dienstig, dat wij twee militi leden van het fascistische le gér troffen, die de eerlijkheid dwingt mij te zeggen, dat mij dit niet eer overko men is tamelijk boven hun theewater wa ren. We hadden niet veel moeite ze te gast te krijgen en hun tongen wéren al los. Nadat, ife me na 'n half-uur meer of minder hardleersch had getoond, resumeerde de één een kleine, pittige Sard aldus: „Onze plicht is eventueel tusschen beide te komen, onverschillig waar, op bevel van den duce. Ons werk bestaat uit militaire oefeningen, soms uit controle- of bewakings- arbeid. Wij wonen in kazernes, hebben vrij kost en kleeding, vrij vervoer, vrije genees- dertig Lire stellen. Dat verdient in Italië niet één arbeider! En bovendien hebben wij onze kleeding, onze kostenfin; de heele rataplan! Halen we den rang van korporaal, sergeant of officier, dan is onze vergoeding steeds het drie-dubbele van wat/feen korpo raal, sergeant of officier van het konink lijke leger haalt. Dit alles vermeerderd met dezelfde voordeelen. Halen we geen rang, dan kunnen we een administratieve betrek king aanvragen en trouwen! Wilt u rooken?" Hij bood me een buitenlandsche sigaret een groote luxe in Italië waarbij mijn (althans zeer betrekkelijk) goedkoop Egyp tisch rookertje een tamelijk slap figuur sloeg. „Het kan nogal lijden?" „Kost me geen cent! Ik heb er zestig zoo per dag. Wij hebben meer van die extra- tjes!" „Maar dan kosten jullie don staat toch zeker düizend Lire per maand?" „Zeg gerust twee-duizend, meneer!" „Dat is duurder dan een werkman die met 700. hoogstens 800 Lire per maand te vreden is. Zijn er veel militi?" „Een dik millioen." Toen we weer op straat liepen, stelde ik de vraag, die me al lang obsedeerde: „Vertel me eens: wat beteekenen toch de insignes of zijn het decoraties? welke al die lui op hun revers dragen?" „Die? Dat zijn insignes! Fascistische insig nes. Een ieder, die lid is van de corporaties, 1) draagt er een. Wie het geluk heeft lid te zijn van de fascistische partij, 2) draagt er ook daar een van." „Maar u draagt er vier!" „Juist. Eigenlijk mag ik dat niet doen, maar ze zijn me te duur om ze zoo gauw weg te gooien." „Duur, zegt u?" „Natuurlijk! Wij geven niets voor niets, j Ziet u, ïid van de corporaties of van de fascistische partij is men voor den tijd van een jaar. Daarna wordt men automatisch geschrapt en de eerste of vernieuwde in schrijving kost L. 100. Daar komt per maand L. 15 contributie bij. Als onderscheiding krijgt men het recht tot het dragen van het insigne dat eerst L. 75 kostte en nu tot L. 30 is afgeslagen Lid te zijn van de fascistische partij kost even veel!" „Dat beteekent dus L. 325 per jaar en L. 650 voor één die ook nog fascist is?" „Betrekkelijk! Soms is er geldgebrek en worden wij het er over eens, dat het insigne erg leelfjk is. De regeering laat dan nieuwe maken die wij voor L. 75 koopen kunnen. Verleden jaar veranderden wij vier malen van devies!" „Dat zou dan al naar gelang men cor poratie-man of ook nog lid van de partij is, neerkomen op een verlies van 8 tot 15 pet. op het jaarsalaris?" „Ja, zoo moet u niet rekenen. Zulke bij dragen kunnen er nog wel mee door. De „vrijwillige bijdragen" voor allerlei doelein den, dèi doe* je de das om!" „Wat is bijvoorbeeld een vrijwillige bij drage?" „Nou, anderhalf jaar geleden schreef de regeering een milliardleening uit. De ban ken bleven dag en nacht open, verlichte vliegtuigen maakten reclame in de nacht donkere lucht, om de tien meter stond een oorlogsgewonde te speechen, enz. Toen begon de controle op de. vrijwillige bijdragen. Wat moest je doen? L. 500 was zoo ongeveer het minste wat je geven kon. Terug betalen kunnen ze vanzelf nooitEnfin, de lee ning is volteekend. En wanneer je nu in ver schillende winkels voor L. 100 koopt, kan je L. 100 in schuldbekentenissen geven en dan hoef je maar L. 75 bij te betalen!" 3) „Jullie krijgen dus niets voor dat geld?" ..Ja zeker! Ontwikkeling, hè?" „Bijvoorbeeld?" „Lezingen." „Zijn die goed?" „Hm, u weet hoe dat gaat. Naar weten schappelijke lezingen gaan alleen vreemde lingen. en de niet-wetenschappelijke zijn erg vermoeiend." 0 9 0 9 9" „Ja, wanneer je den heelen tijd overeind moet springen, hoerah gillen en fascisten- liedjes zingen En niets anders dan lezingen?" „Toch wel, vrijkaartjes voor de bioscoop. Dié zijn erg nuttig!" „En de niet-militi, gewone leden van de fascistische partij, hebben die nog wat?" Zeker, een gratis zwart hemd, soms een lialveli dag vrij-af om eja eja, a-la-Ia 4> te roepen. Voorts hebben ze soms een gratis reisje, wanneer hier of daar de zaak op stelten moet worden gezet. Voorts hebben ze nun club-huizen waar ze zich ontspannen kunnen en waar ze vaderlandslievend wor den gemaakt. Dan zijn er de kinderen, de Balilla, die worden gekleed en heel groote reizen maken „Wel aardig voor die kinderen!" „Misschien. In elk geval vragen wij na tuurlijk niet of ze het aardig vinden!" De meneer, die mij als.zeer belangrijk kundige behandeling en pensioen. Wanneer werd voorgesteld, toonde zich hevig veront- we trouwen, wonen we bijna gratis in rijks- waardigd, toen ik vond dat het fascisme huizen." meer reclame moest maken, meer rucht- „Goed. Maar dat heeft het gewone leger baarheid moest geven aan zijn bestaan, ook. Een soldaat of matroos heeft boven- i „Laat ik u vertellen, meneer, dat w\j een dien nog een geldelijke vergoeding." staand leger hebben van twee millioen man. „Precies! Een soldaat of matroos heeft een waarvan wij er dagelijks vijf millioen kunnen geldelijke vergoeding: namelijk 40 Centecimi maken. Voorts hebben we een millioen militi per dag of L. 2.80 in de week (ongeveer 37 en een ander millioen zwarthemden waarmee Hollandsche centen). Wij hebben echter L. 10 we de wereld de stuipen op het lijf jagen, per dag behalve den toeslag. Heelemaal zon- Wij hebben oorlogs- en luchtvlooten als geen der toeslag zijn we nooit. Hier in Rome heb ander land. Een paar weken geleden heeft i Rome kunnen hooren daveren onder onze anks, waarvan wij er een zwerm bezitten. Voorts is er geen stad of dorp in Italië zon der een stadion voor minstens twintig duizend personen, zonder een monument voor de in den oorlog gevallen soldaten, dat dikwijls het grootste gebouw van die stad of van dat dorp is. Kijk dan eens naar Nobile's Poolvlucht, die 15 milliard kostte, ongerekend de hulppogingen. Kijk naar de duur- en afstandsrecords van Ferrarin en Del Prete, waarvoor we millioenen over hadden. Herinner u hoe tienduizend Mila- neesche fascisten. Rome bezochten, gevolgd door de partij genooten uit Napels, Marseille en nog meer. Herinner u onze bedevaart naar Dalmatië. Kijk om u heen hoe kinderen van fascisten uit alle deelen der wereld mo menteel door Rome rondwandelen. Kijk naar de sportdemonstraties van fascistische meisjes, een paar maanden terug; van de fascistische jongens op dep laatsten Zondag. Millioenen kost dat. meneer, millioenen! Of dacht u dat wij die tienduizend kinderen momenteel voor niets een reisje konden la ten maken door Europa. Azië en Afrika, ter passeering van hun vacantie?" l 143 Dien meneer ben ik ontvlucht en ik j wendde mij tot een anderen kennis: „Zeg eens: wie betaalt die grap? Jullie be talen contributie en vrijwillige bijdragen; de prijzen der levensmiddelen bestaan voor 60 pet. ongeveer uit belasting, enz. Maar dat is toch steeds nog ontoereikend?" „Weet je dat niet? Engeland, Amerika „Maar wanneer het dien nu eens begint te vervelen?" „Begii.it te vervelen? Het verveelt ze al zoo lang! En we krijgen dan ook geen cent meer los! Maar wat we los hebben, maken we natuurlijk feestelijk oi*' „Jan Kan beware er ons voor!" zuchtte ik, toen mijn eerste kennis vroeg hoe het er mee stond. „Wat zegt u?" zeide hij; want ik zucht! altijd in het Hollandsch. „Ik zeg dat vanavond de eerste stap zal worden gezet om Holland te fascistizeeren." j 1> La Carta del Lavoro. de fascistische arbeidswet, verdeelt heel het arbeidende Ita- liaansehe volk over een aantal corporaties syndicaten. 2) Van de fascistische party kan men maar niet zonder meer lid worden. Vroeger ging dat natuurlijk wel, maar nu de partij het heft in handen heeft, is de gelegenheid om zich by haar aan te sluiten, be halve in heel enkele uitzonderingsgevallen, afgesneden. 3) Een zeer interessant voorbeeld van „vrijwillige bijdrage" verneem ik juist bij het afzenden van dezen brief uit een bron voor wier betrouwbaarheid ik borg sta. Dezer dagen ontving een kennis van me, lid der fascistische party, het bezoek van twee militi, die hem een boek te koop aan boden; de redevoeringen van Augusto Turati, secretaris-generaal der fascistische partij: prijs L. 60. „Het spijt me zeer," zeide mijn kennis; „maar ik kan dat boek niet koopen. Ten eerste is het een paar jaren oud; ten tweede lees ik alle redevoeringen van Tu rati zoo als ze volledig in de bladen ver schenen; ten derde kan ik geen half week- salaris op zoodoende wijze uitgeven; ten vierde meen ik me stellig te herinneren dat de prijs van dergelijke uitgaven slechts L. 30 is." Om kort te zijn: er bleek dat het boek tot de restanten behoorde van een mislukte uitgave, dat de prijs was verdubbeld, om dat er geen handteekening van Turati was bijgevoegd, en dat geen goede fascist nog geweigerd had het te koopen. Miin kennis hield voet bij stuk. „Mogen wy dan uw tessera (bewijs van lidmaatschap der partij) even zien?" „Maar „Ik gelast u om ons uw tessera te toonen!" Toen mijn kennis gehoorzaamde nie mand kan zich tegen de fascistische militie verzetten werd van zijn persoon en zijn handelwijze een volledig proces-verbaal op gemaakt. Een paar dagen later keerden dezelfde zwarte jongens aldua de populaire bena ming terug. „Neemt u my niet kwalijk, mijne heeren, maar ik blijf bij mijne beslissing!" „Pardon, u heeft radio, niet waar? Wel, wij komen u er op wyzen dat uw antenne te hoog is en door haar constructie boven dien hinderiyk werkt op het telefoonnet." „Onmogelijk! IJ weet zelf dat telefoon en radio in Rome onder één en dezelfde maat- schappü vallen. Het lijkt me buitengeslo ten. dat de maatschappij door het verkeerd aanleggen van radio, den anderen tak van haar bedrijf, de telefoon, in gevaar zal bren gen. Wat het te hoog plaatsen van de an tenne betreft ik wist niet dat dit moge- ïyk was kan u zich beter wenden tot de maatschappij, die in dit geval de overtreding heeft begaan." „Wilt u L. '100 boete betalen?" „Beslist niet!" „Dan zal u ons moeten volgen!' Een fascistische gevangenis is een oubliette. Men krijgt vijfentwintig jaren of wordt na vier, vyf jaren wegens gebrek aan bewijs vrij gelaten...... Miin vriend betaalde dus L. 100zon der dat hem de redevoeringen van Augusto Turati werden gegeven 4) Eja, eja, a-la-la! De fascistenkreet. Wordt gebruikt als ons Hoezee. Gabriele d' Annunzio heeft uitgevonden, dat het eens de oorlogsgil der oude Grieken was. welke door de Romeinen werd overge nomen. J. H. m Antennes de ioods voor voor gerichte energie uilstraling (beam-antennes). Op den voorgrond rechts de korte-galf-installatie. opden achtergrond het reusachtige betonnen lange-golf gebouw KORTE GOLF OP LANGEN AFSTAND Andermaal heb ik met Indië gesproken, ditmaal niet met Bandoeng maar met Wel. tevreden. Een aantal journalisten, waaronder verschillende buitenlandsche. vereenigden zich daarvoor, na 'n bezichtiging der lange- en der korte-golf-installaties op Kootwijk, in de studio aldaar, waar gedurende on. geveer anderhalf uur in het Fransen, in 't Engelsch. in 't Duitsch, in 't Poolsch en in het Nederlandsch door de journalisten met hun collega's in Indië werd gesproken. Reeds vroeger heb ik over de lange- en de verschillende korte-golf.telegrafiezenders en ook over den. door den Rijkstelegraaf - dienst zelf vervaardigden telefonie-zender uitvoeriger geschreven en wil daar dus niet ncgmaals op terugkomen; alleen is nog mede te deelen, dat sedert mijn vorig be zoek aan Kootwijk Irï 't iange.golf-gebouw, waar de oorspronkelijke zender geheel bezet is met gesprekken met Amerika, nog twee nieuwe zenders voor Europa zyn bijge. gebouwd. De eene (1950 M.) werkt op Ko penhagen en Weenen, de andere (3250 M.) op Bern en Praag. Een derde, die voor de verbinding niet Portugal. Griekenland, Fin land enz. gebruikt zal worden, is besteld en zal binnenkort eveneens in gebruik komen. Dit zijn echter alle telegrafie-zenders, evenals de zeven korte-golf-zenders, waar van er vier tegelijk kunnen werken, die in een loods vóór het groote gebouw zyn op gesteld en die voor den dienst op Indië v/orden gebruikt. Maar bovendien bevindt zich in deze loods de telelonie-zender (P. C. L. L.), waarmee op 20 September 1927 het eerste kruisgesprek met Bandoeng werd ge voerd. Daarmede werden ook nu weer door de journalisten gesprekken gevoerd met Indi sche collega's en ik moet aanstonds zeg gen, dat de gesprekken ditmaal met Wel tevreden, lang niet zoo goed overkwamen als die, welke ik eenige maanden geleden met Bandoeng mocht voeren. Er waren nu voortdurend storende bijgeluiden. Dat kan toeval zyn ook uw radio is niet alle dagen even zuiver maar toch schijnt ook de verbinding Weltevireden— Bandoeng wel gewicht in de schaal te leg gen. Immers, toen. nadat elk der aanwezige journalisten met een zyner Indische colle ga's een minuut of vijf had gesproken, volg de nog een particulier gesprek van een hun ner, den Pool Emil Flaumenhaft, vertegen woordiger van Poolsche bladen te 's Graven- hage, met diens zuster in Indië. Deze, ih Madioen woonachtig, was echter niet voor het gesprek naar Weltevreden gegaan, doch naar Bandoeng, zoodat nu weer werd ge sproken tusschen Kootwyk en Bandoeng. Merkwaardig was het, hoe onmiddellijk van het eerste woord van dit gesprek, waar van ik natuuriyk absoluut niets verstond, alles veel en veel duidelijker overkwam, dan bij de gesprekken met Weltevreden. Van bij geluiden geen sprake; een telefoongesprek tusschen twee abonné's van het Haarlem, sche net kan niet duidelijker zijn. Ik verstond, zooals gezegd. )geen woord van het in het Poolsch gevoerde gesprek ^tusschen de dame in Indië en haar broer, haar zuster en haar schoon zuster in Nederland, maar toch was het treffend. Want. al verstond men de woor den niet, de verrukking in de stem der da mes, die daar zoo plotseling, na een schei ding van zeven jaren, weer mei elkaar bab belden, was niet te miskennen. Er sprak uit de blijdschap, nu ook zelf getuige te mogen zijn van het groote wonder, dat broer en zuster hier in Nederland konden spreken met die andere zuster, die hen zeven jaren geleden in Polen had veriaten en die nu reeds al dien tijd 13000 K.M. van hen verwijderd leefde. Toen ik na afloop aan mej. Flaumenhaft vroeg of zij ook de stem harer zuster her kend had. antwoordde zij mij, dat die haar wel eenigszins vreemd voorkwam en dat ook haar zuster haar, verwonderd, had toe gevoegd: „Wat is je stem veranderd". Het sch;jnt dus, dat, al komen de woor den ook onberispelijk over, de klank der stem eenigszins wordt gewijzigd. Of zouden, in zeven jaren hadden deze menschen elkaar immers niet hooren spre ken, de stemmen misschien werkelyk ver anderd zyn? ARTHUR TERVOOREN ..z Een blik in het prachtige stadion van denP (artito) N (azionale) F (ascistay, tijdens een Ier sportwedstrijden waarop we tegenwoor- dig bijna eiken Zondag worden vergast. De toegang is geheel gratis Drie kampongs vernield. Een vrouw verbrand. Ar.eta Seint uit Medan: Een ladangbosch- brand in Boven-Serdang op de grens van de Karolanden, verwoestte drie kampongs, bestaande uit vyftig woningen. De schade wordt geschat op 25.000. Een vrouw is ver brand. 100 Stuks vee zijn omgekomen en 200 vierk. km bosch zyn verbrand. De oor zaak ligt in onvoorzichtigheid bü den aan leg van het ladangveld. De boschreserve brandt op zes plaatsen. Uit Soerabaja seint Aneta: De veldpolitie arresteerde den Madoerees Bonadin, die op 21 October 1926 den heer Elsenburg, tweeden machinist op de s. f. „Djatiroto", vermoord heeft. Overzichtfoto van den kortegolf-telefonie-zender r C L L, welke voor het telefoon verkeer met N. O.-Indië wordt gebruikt. Met deze eenvoudige installatie wordt het wonder gewrocht. Aneta verneemt uit Meester Cornells: De affaire tusschen de Javaansche en Ambonneesche militairen, die onderling twistten, is verder rustig verloopen. De troe pen zyn op manoeuvre vertrokken. Bovengenoemde vereeniging heeft te Arnhem haar jaarvergadrineg gehouden onder voorzitterschap van den heer J. B. Koning. De congressisten werden toegesproken door mr. dr. A. D. H. Fockema Andreae, voorzitter van de Arnhemsche vereeniging. De heer Rosenboom gaf een uiteenzet ting van d® werking van het massa-on- derwijs op het gebied van planten en die ren e Amsterdam, waaraan door 248 school klassen werd deelgenomen. Het rapport concludeerde, dat zeer zeker in andere plaatsen een dergelijk onderwijs waaromtrent gaarne door het centrale be stuur inlichtingen zullen worden verstrekt, van groot nut zou zijn. De heer Popmen. bestuurslid van den kring Noord-Holland, roerde bij het punt beschouwingen en ondtrlinge bespreking de kwestie aan omtrent de subsidierege- link door rijk, provindie of gemeente. De voorzitjer uitte na eenige besspreking als zijn meening, dat zoowel bij rijk, provincie als gemeente de overtuiging vaststaat, dat voor een instelling ais deze voor al het particuliere initiatief den stoot moet geven. Schiet dit tekort, dan meent I de overheid, dat zy niet meer behoeft te I subsidieeren, omdat door het tekortschie- I ten van het particulier initiatief men geen voldoende blijk van belangstelling I geeft. Spr. gaf echter in overweging een weg te zoeken tot het verkrijgen van sub sidie, waarop men zal meenen recht te hebben. In den breede werd nog het woord ge voerd omtrent de boomplantdagen. De be doeling van deze besprekingen was, dat toch vooral niet de oorzaak van het afsterven der boomen zou worden toegeschreven aan het feit, dat ze door kinderen zijn geplant. Verschillende sprekers wezen erop. dat bij sommige boomplantdagen de leiding haar taak niet begrijpt, of dat de jonge boomen niet voldoende worden verzorgd. Hieraan is het te wyten, dat vele jong geplante boo men sterven en de boomplantdag den naam krijgt van in het water gevallen te ziin. Na eenige bespreking werd de vergadering gesloten. De Mexicaanselie legatie in Den Haag heeft een manifest van president Calles betreffende den moord op president Obregon ter kennis van het Nederlandsche volk gebracht. Dit is een officieëele daad en dus moet de Mexicaansche regeering het billyken, dat het Nederlandsche, of een deel van het Neder landsche volk op die mededeeling reageert, temeer daar het niet onmogelijk is, dat de verspreiding van dit manifest een terugslag is op de katholieke protesten tegen de Mexi caansche kerkvervolging. Welnu met de eerste alinea van de officieele mededeeling kunnen wij en kan voorzeker ieder katholiek zich vereenigen. Zy luidt als volgt: „De ongehoorde misdaad, waardoor de gekozen president van de republiek, generaal Obregon. om liet leven is gekomen, heeft de natie met gerechtvaardigden rouw vervuld en er bestaat geen eerlijk denkend wezen, waar dan ook. dat haar niet met de diepste ver ontwaardiging afkeurt." Maar tegen den verderen inhoud van het Calles-manifest, dat de misdaad op de schuld van de Mexicaansche katholieken legt, pro testeeren wij krachtig èn als katholieken èn uit naam van de Gerechtigheid. President Calles moet den Nederlandschen katholieken niet met praatjes en dergelyken ongemotiveercien lasterpraat aan boord ko men. Wij laten ons door hem niet beleedigen, want wy leven Goddank! niet in Mexico. Hij houde zyn verdachtmakingen in Amerika en blijve er ons mode van het lyf. Wij protesteeren tegen het manifest èn ais katholieken èn uit naam - der Gerechtigheid. Want waar haalt president Calles het recht vandaan den moord aan de katholie ken te verwijten? Slechts als een onpartijdige, (wy zeggen niet: als een Mexicaansche) rechtbank het verband tusschen de misdaad en de actie der katholieken zou hebben vastgesteld, zou Cal les een oordeel mogen uitspreken, zooals hij nu. voorbarig en ontydig, doet. Er is echter geen sprake van, dat dit verband bewezen is. President Calles betoogt, dat de met de opheldering van de feiten belaste autoriteiten beschikken over talrijke informaties, die deze misdaad in direct verband met de clericale actie brengen. Zekerheid daaromtrent is er dus. blijkens deze uitlating, nog niet en het is in stryd met de meest elementaire begrip pen van bewijsvoering om daarop de conclusie te bouwen: de katholieken zullen dus wel de schuldigen zijn. Maar wij vragen bovendien: is het waar wat Calles beweert; zijn er tal rijke informaties over het verband tusschen de misdaad en de clericale actie? En wie zijn die autoriteiten, die de bewijzen verza melden? Staan zy onbevooroordeeld tegenover de katholieken of .zijn het partygangers van Calles? Bovendien wenschen de katholieken, wenschen wij zelf dat bewijsmateriaal te kennen en te beoordeelen alvorens president Calles het recht te geven om te spreken zoo als hij doet. Op een onvolledig onderzoek lanceert het hoofd van den Mexicaanschen staat een verdachtmaking tegen de katholie ken. Nogmaals uit naam der Gerechtigheid, uit naam van het menschenrecht protesteeren wy daartegen. „De misdadiger heeft reeds ten volle be kend, dat zijn funeste handeling door gods- dienst-fanatisme is gemotiveerd," heet het in het Calles-manifest. Laten wij aannemen, dat deze mededeeling juist is. Dan is dat godsdienst-fanatisme ofwel een soort krankzinnigheid, een waanzin, waarvoor Calles niemand, ook den dader zelf niet, verantwoordelijk mag stellen en dus is zyn verwijt aan de katholieken grof en onjuist, of wel het godsdienst-fanatisme is een tot het toppunt gestegen leed over den smaad, die den Mexicaanschen katholieken door de kerk vervolging wordt aangedaan en dan het be wijs van het enorme lijden, dat de regee ring van Calles den katholieken van Mexico aandoet. En zou dit dan geen veroordeeling van de Calles-politiek zijn, waarvoor hy zich dient te schamen? Ook in dat geval past hem dit manifest allerminst. In midden-Amerika vindt men dergelyke opgeschroefde taal waarschijniyk heel ge woon; wij nuchtere Nederlanders, laten ons door zulke communiqué's niet van de wys brengen! en de financiën zijn aanzieniyk verbeterd. „Een schoone lei" stond er boven het over zicht van 1927, d. w. z„ dat de leeningschuld geheel is afgedaan. Grootere organisaties zullen de vereeniging hierom benyden, o.a. het Genootschap, waar de jaarlyksche tentoonstelling pleegt plaats te vinden. Toch wordt niet steun gevonden by allen, van wie deze kon worden verwacht. De klacht, dat slechts 10 pCt. van de kwee kers lid zijn, achtte spreker rechtvaardig, niet 10, doch 100 pet. moesten lid zyn. Wat de tentoonstelling betreft er waren in het voorjaar booze geruchten, dat zij niet in Den Haag zou worden gehouden. Het deed spr. veel genoegen, dat het bestuur hierop is teruggekomen, en nu de groote zaal, de rontonde en een byzaal in beslag heeft ge nomen. Moge Den Haag opgenomen worden in den band van rozen, die de vereeniging te zamen houdt. Met den wensch, dat vele Hagenaars de tentoonstelling zouden bezoeken, ver klaarde de burgemeester deze voor geopend. Aneta seint uit Medan: De „Sumatra Post" verneemt, dat een con cern is gevormd van Chineesche handelaren met het doel een Scheepvaart My. op te richten voor vracht- en passagiersdiensten van Belawan op Singapore en Penang en van Belawan op Batavia, Semarang en Soerabaja. Het maatschappeiyk kapitaal zal 5 millioen bedragen, waarvan reeds 50.000 byeen is. De combinatie heeft on langs geconfereerd met de Chineesche han- delsvereeniging. Een rozententoonstelling in den Haag. Zaterdag en Zondag is in den Dierentuin te 's Gravenhage. een uitgebreide en zeer interessante rozententoonstelling gehouden, georganiseerd door „Nos jungunt rosae". Zaterdag had de opening plaats. De burgemeester van den Haag, mr. Patijn, hield de openingsrede. Spr. zou niet opsommen al wat de ver eeniging „Nos jungunt Rosae" in haar 37- jarig bestaan heeft tot stand gebracht. Al leen in het laatste jaar heeft zij georgani seerd de radio-voordrachten en den wedstrijd op de „Nenyto". Het ledental gaat vooruit n z)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9