LEEKEPREEKEN m Sf™»*«»pU.uS". DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN EN HET GEILLUSTREFRD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 28 JULI 1928 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16919 Toestand Pastoor Soepnel Onze INCASSO-AFDEELING behandelt Uw wissels op binnen- en buitenland. Hét manifest van Calles De overlevenden der Italia-bemanning Mariano te Narvik achtergebleven Seminarie Hageveld Droevig ongeluk bij Beverwijk Een overzetpontje met 13 jongens omgeslagen Een 10-jarig knaapje verdronken Mijnramp in Zuid-Limburg Voornaamste Nieuws Regent Wijtenburg Conflict in de Aardewerk- Industrie Voor den Olympischen wegwedstrijd J. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem ma N.V. MEUBELTRANSPORT MIJ. v/h van hulst Verhuizingen, Behangerij, Sfoffeerderij. De uitvoer van onbesmet vee Aanhestedinp BUREAUX: NASSAULAAN 49 Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.j per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ADVERTENTIES 35 ct. p. rege* VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN- TIES. 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN tusscben den tekst 60 ct. per regel Alle abonnés op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoo-waarden f Oflfin tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 üUUU. AANGIFTE MOET. OP STRAFFE Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door fyPft Dij een ongeval met JOjlJj verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 UU." doodelijken afloop; luull.' bij verlies van een hand, f4 OC bU verlies van een Cf) bij 'n Dreuk van 'een voet of een oog; 11/5 J." duim of wijsvinger; 1 UU.'been of arm; bJj verlies v. een 'anderen vinger. VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL 248 DE PRIESTER EN HET SOCIALE LEVEN Wie een pleidooi houdt voor het betrekken van den priester in het sociale leven, be hoeft daardoor geenszins de bedoeling te hebben de eigenlijke zielzorg op den achter grond te dringen. Integendeel; in mijn vorige beschouwingen over het huisbezoek kwam al reeds uit, dat de kerkelijke overheid zelf haar priesters het geregeld contact met de geloovigen ter bevordering van de zuiver godsdienstige belangen der parochianen als eersten plicht voorhoudt. Maar zij, die zeggen: laat de priesters liever met al dat vergade ren, dat zich bemoeien met sociale kwesties, bonden en vereenigingen. ophouden, om zich meer en beter aan de zuivere zielzorg te kunnen geven, die vallen in het andere uiter ste en zouden wanneer hun zin gevolgd werd bereiken, dat ten hoogste de goed gezinden behouden bleven, maar de zwakken en twijfelaars, juist door gebrek aan goede sociale leiding en voorlichting, met tien duizenden voor het geloof verloren gingen. De misvatting ligt hierin, dat men te veel de politiek met de sociale kwestie verwart, en op de tweede plaats, dat men het zich mengen van de geestelijkheid in de sociale aan gelegenheden als een gevaarlijke nieuwigheid van onzen tijd beschouwt. In mijn beschouwingen over dit onderwerp ben ik aanstonds begonnen den priester bui ten de actieve politiek te plaatsen, als een te gevaarlijk terreift. Slechts in zooverre de politiek de algemeen christelijke of zuiver Katholieke beginselen raakt, heeft ook de Kerk en als haar vertegenwoordiger, de priester, het recht en den plicht zich daar mee bezig te houden. Dit kan ondermeer het geval zijn, wanneer wat in onze dagen aan de orde van den dag is de politiek zich werpt op de oplossing van sociale problemen. Hierbij toch kunnen vragen van zedeleer te pas komen. Intusschen, ook de practische sociale politiek laat de Kerk in den regel .aan de leeken over, al is het haar vooral om deze niet onverschillig, of iri de besturen van staat en gemeenten menschen met chris telijke of niet-christelijke beginselen zitting hebben. Heel dit terrein echter laat zij zoo veel mogelijk aan de leeken over, die ge acht worden als goede voormannen, staande op een gewichtigen post, zich op de hoogte te stellen van de beginselen der zedeleer en deze te toetsen aan de vragen van den dag. Bovendien wordt deze sociale, zoowel als de geheele politiek, grootendeels beheerscht door allerlei inzichten van bijkomstigen aard; door vragen van voorzichtigheid en opportuniteit enwimli andere. Men kan hierbij als ge- looflsgenooten vaak veilig van meening ver- s'chillen, zonder met eenig punt van geloofs of zedeleer in botsing te komen. Dus doet de Kerk verstandig daar buiten te blijven en den leeken hun „vrije kwesties" en politieke meeningsverschillen te gunnen. Maar iets anders is het sociale leven Zelf in al zijn verhoudingen van werkgever tot werknemer en omgekeerd; van individu tot gemeenschap; van gezin tot maatschappij. Hier kén en mag de Kerk niet lijdelijk toe zien en haar bedienaars wekeloos laten. Groote schade voor het zieleheil zou daar van het gevolg kunnen zijn en de geschiede nis heeft tallooze malen bewezen, dat te groote onthouding van de priesters op dit terrein heillooze gevolgen heeft. En nu denke men vooral niet aan nieu wigheden, wanneer men in de laatste halve eeuw de priesters zich al meer op sociaal terrein ziet begeven! Er kan hoogstens sprake zijn van een nieuwen vorm, n.m. in het adviseursschap van sociale vereenigingen. Iets wezenlijk nieuws is er door den socialen Paus, Leo XIII, niet verordend, toen hij de bisschoppen opriep om mede te werken aan den opbouw van een nieuwe, betere sociale samenleving; iets nieuws was het niet, toen de bisschoppen, op den wenk uit Rome, hun priesters voor deze taak voorbereidden en instelden. Immers, de Kerk heeft altijd met de geloofsprediking tegelijk beschavings arbeid van grooten omvang en diepte ver richt. Hierdoor kwam zij en komt zij nog na het gebod, dat Christus Zelf noemde het Groote Gebod, dat gelijk is aan het eerste: „Gij zult den Heer Uwen God liefhebben", en het tweede daaraan gelijk: „Bemin uw naaste, gelijk u zelf". De Kerk heeft zich er niet toe bepaald de geloofswaarheden aan de heidenen te prediken, maar heel de sa menleving is christelijken geest te vernieuwen, was haar streven, Het was haar onverschil lig of een koning of keizer regeerde; of er een republikeinsche staatsvorm was; of een stamhoofd met een raad van ouderen het ge zag uitoefende. Dat zijn dingen, die de vol keren zelf naar omstandigheden van historie en landaard kunnen uitmaken. Maar een onbeperkt gezag van den man, die beschikte over het leven van vrouw, kinderen en an dere huisgenooten: een wreede slavernij; een vrij beschikkingsrecht van rijke bezitters van grond en goederen over pachters en onder- hoorigeneen uitbuiting van in geldnood ver keerenden door woekeraars; deze en derge lijke misstanden heeft zij van den aanvang harer stichting niet geduld. Zij kwam er tegen op bij monde van haar priesters, ver oordeelde de kwade practijken; verzachtte de zeden en kwam langzamerhand tot een model-samenleving, waarvan wij in den bloei tijd der middeleeuwen de schoone vruchten zien. Dan zijn de groote verschillen verdwe nen; de slavernij is afgeschaft; de arbeid wordt niet meer veracht, maar integendeel geëerd; de arbeid is geadeld en slechts de onwilligen, de luiaards en misdadigers zijn de parasieten der maatschappij. Een ieder kan vrijelijk zijn krachten ontplooien naar de hem door God gegeven talenten, terwijl de zwakkere gesteund en geholpen wordt. Dat is het ideaal. Daarnaar heeft de Kc~k altijd gestreefd; dat heeft zij voor een aan merkelijk deel in den bloeitijd dezer westersche landen bereikt en daarnaar streeft zij nog, overal, waar zij het Evangelie ver kondigt. Niet genoeg kan er op aangedrongen worden, dat heel de wereld kennis neemt van het werk onzer missionarissen, ook nog in onzen tijd. Te veel wordt nog gedacht, dat dit werk in niet veel meer bestaat, dan in het moeizaam aanleeren van den cate chismus aan negers en roodhuiden. De geschiedenis van zoo menig missieland is een heerlijk stuk beschavingsgeschiedenis, waarbij blijkt, hoe een in en in zedelooze samenleving in een kwart of halve eeuw wordt omgezet in een gezonde, op stevige christelijke beginselen berustende maat schappij. Ziedaar wat wij verstaan moeten onder de sociale taak van onze priesters, een taak, die niet hoog genoeg kan worden aangeslagen. Toen nu ongeveer veertig jaar geleden de groote Paus Leo, die taak als hoofa der Kerk weer steviger aanvatte, heerschte er ook onder eigen geloofsgenooten groot meenings- verschil, verklaarbaar uit de historie van dien tijd. Van de ineenstorting der maat schappij door de Fransche revolutie kunnen wij ons nog maar een flauw denkbeeld vor men, wanneer wij bedenken, welk een schok een oorlog, als wij meemaakten, alleen reeds in de economische verhoudingen te weeg kan brengen. Maar de totale omwenteling der Fransche revolutie was veel dieper ingrij pend. Niets bleef recht; alle verhoudingen werden verstoord. En te midden dier geestes- verwarring begon een ongekende industrieele opbloei en kwam de eene machinale uitvin ding na de andere de toch reeds zoo ge schokte maatschappij dagelijks voor nieuwe verrassingen stellen. In zulke tijden zijn het altijd enkelen, die de leiding nemen; de massa ondergaat de dingen om haar heen. De massa werd tot loonslaaf, wat voerde tot een nieu we revolutie: de sociale, in het laatst dei- negentiende eeuw heeft Paus Leo daartegen over de leiding genomen van een herstel in christelijken geest, nadat zijn groote voor ganger al reeds het hoovaardige liberalisme veroordeeld had. En wie zich nu even weder om in dien slaventijd van den werkman in denkt, in den tijd, dat de werkgever maar één moraal kende: „geld verdienen" en daar de goede uitzonderingen niet te na ge sproken naar handelde, die moet erken nen, dat ook in onzen tijd de Katholieke Kerk wederom een prachtig stuk bescha vingswerk, dat is socialen arbeid, heeft ver richt, door de bevordering van het ver- eenigingsleven, het aankweeken van betere verhoudingen tusschen werkgever en werk nemer, door het verheffen van den arbeid tot zijn juiste waarde en van den arbeider tot de hem toekomende menschenwaarde. Die taak nu heeft de Kerk moeten doen uitvoeren, voor een groot deel door hare priesters, die door woord en geschrift de groote beginselen van sociale rechtvaardig heid, wat niet anders is dan de oude naasten liefde in een modern kleed, moesten prediken; die in de sociale vereenigingen hun leidend, opwekkend, vermanend en zoo noodig gebie dend of verbiedend woord moesten doen hooren en zoo door gezamenlijken en gestagen arbeid een zegenrijke taak hebben vervuld, waarvan de ontzaglijke waarde eerst door latere geschiedschrijvers naar juiste waarde zai kunnen worden geschat. Wie zoo nog even in vogelvlucht den socia len nood van de vorige en deze eeuw over- schouwt, die zal niet meer zeggen wat verschillende van mijn briefschrijvers deden „laat de priesters alleen maar door huis bezoek en in de kerk de menschen godsdien stig maken en godsdienstig houden; de rest komt dan wel vanzelf!" Neen, de godsdienst en godsdienstkennis is natuurlijk de eerste en noodzakelijke voorwaarde voor een chris telijke samenleving. Maar men vergete niet, dat' iedere tijd zijn eigen dwaalbegrippen heeft, waar %ook vrome en brave men schen onbewust mee behept kunnen zijn. Welnu, omtrent sociale rechtvaardigheid bestonden er in de vorige eeuw de aller treurigste denkbeelden, ook onder christenen, ook onder Katholieken. Die infectie van libe ralisme uit te roeien, het doordringen van 't socialisme tegen te houden en daarvoor in de plaats te brengen de gedachte der christ. so lidariteit, dat is de taak, welke de kerk zich in het bijzonder die laatste halve eeuw ten doel heeft gesteld en waarbij de hulp dei- priesters onontbeerlijk was. Trekken wij uit deze beschouwingen nu den i eigenden keer onze conclusies, alvoreas van het priesterambt afscheid te nemen. HOMO SAPIENS De toestand van den pastoor der R. K. Pa rochiekerk te Hoofddorp, den Zeereerw. Heer P. F. W. Soepnel, is steeds vooruitgaande. Z.Eerw. heeft zijn arbeid, waaraan hij zich steeds met hart en ziel heeft gegeven, kunnen hervatten en reeds eenige malen de Vroegmis in de kerk kunnen opdragen. In ons nummer van Maandag j.l. spraken wij de hoop uit, na gewezen te hebben op het ongemotiveerde van Calles' beschuldiging aan het adres der Katholieken, dat de Neder- Jandsche Regeering den Mexicaanschen ge zant in Nederland er opmerkzaam op zou maken, dat zijn voor een deel van het Ne- derlandsche volk beleedigende publila tie, on gepast is. Thans schrijft onder den titel „een onduldbaar Gezant" het Weekblad „Nederland" het volgende over dit „Mexi- caansch" optreden in Nederland. Volgens bericht in de bladen heeft de Mexicaansche Gezant aan eenige couranten een manifest van President Calles doen toe komen, waarin schuld voor den moord op generaal Obregon op de Katholieke Kerk geladen wordt. Den Gezanten is verkeer met de pers in het land, waar zij zijn toegelaten, onder de algemeen ei-kende costumen, streng verboden. Het verspreiden van manifes'en welke beleedigend zijn voor een groot deel van het Volk. bij welks staatshoofd zij zijn geaccrediteerd, is eene zoo grove ongepast heid, dat zij, alleen behoorlijk is geboet, in dien zijne onmiddellijke terugroep'ng wordt verlangd: geëischt. Dit te doen is voor onze Regeering niet aangenaam, pijnlijk zelfs, omdat Nederlandsche belangen in Mexico er terugslag van kunnen ondervinden. Evenwel kan zij niet lijdzaam zijn. Het W.B. meldt uit Lulea, dat Mariano naar de bladen mededeelen niet met de overige leden van de bemanning der „Italia" uit Narvik is vertrokken, omdat hij nog te zwak is Hij ligt nog in het ziekenhuis. Het W B. verneemt uit Koningsbaai, dat het stoomschip de „Braganza" de nasporin gen naar de groepen van Alessandrini en Amundsen in Oostelijke richting zal her vatten. zoodra de „Citté di Milano" uit Narvik is teruggekeerd. De mogelijkheid bestaat zelfs, dat de „Braganza zal trachten om tot Frans Jo- zelfsland door te dringen. In Oslo is men, naar reeds gemeld werd, in deskundige kringen van meening, dat het doelloos is de „Latham" te Oosten van Spitsbergen te zoeken en dat nasporingen langs de kust van Frans Jozefsland, als gevojg van den toestand van het ijs, niet vóór midden Augustus kunnen worden begonnen. De Noorsche robbenvangers-booten, die zich in die wateren bevinden, zullen zeker hun best doen om de opsporingspogingen te steunen, vooral daar van particuliere Zweedsche zijde een belooning van 10.000 kronen is uitgeloofd voor het vinden van 1 lijk van Malmgren en van Noorsche zijde een zelfde belooning is uitgeloofd voor het vinden van de „Lathem". Omtrent de belooning uitgeloofd voor het vinden van het lijk van den Zweedschen meteoroloog Malmgren wordt nader volgens het „Hbld." uit Stockholm gemeld, dat de meteoroloog ür. Sandström, die aan de Zweedsche expeditie heeft deelgenomen in de bladen de meening had uitgesproken, dat het uitloven van een belooning het besté middel zou zijn om het zoeken door vis- schers te bevorderen. Daarop heeft het blad „Nya Dagllgt Allehanda" terstond een be drag van 10.000 kronen ter beschikking ge steld. Inmiddels verneemt „Dagens Nyheter", dat ook de Zweedsche regeering overweegt een premie uit te loven. In verband met de benoeming van deken M. W. A. Wijtenburg tot Regent van het seminarie Hageveld, wdt de „ResidenHe'oode" enkele regels aan den vertrekkenden Regent Ebbinkliuysen, aan wien op zijn verzoek door Mgr. Acngenent op de meest eervolle wijze ontslag is verleend. De „Res.b." schrijft: „Regent Ebbinkhuysen heeft vanaf 1915 dit belangrijke maar zware ambt vervuld op een wijze, waardoor hij niet alleen de ge vreesde vader, maar ook de beminde vader Is geworden van al de seminaristen, die hem vol vertrouwen en liefde bejegenden. De Hoogeerw. heer Ebbinkhuysen, die 2 Augustus 1863 te Amsterdam geboren werd is dus bijna 65 jaar oud en kan dus zeker aanspraak maken op een rustiger leven dan voor een regent van een groot seminarie nu eenmaal beschoren is. Daarbij komt, dat de thans afgetreden regent een zeer druk pries terleven achter den rug heeft. Na de seminaria Hageveld en Warmond te hebben gevo gd en in 1889 tot priester te zijn gewijd, werd hi) benoemd tót rectorvan het Jongensgesticht ,De Heibloem", wat een buitengewoon moeilijk en inspannend werk was. Tot 1901 bleef hij hier werkzaam toen hij tot pastoor te Moordrecht werd benoemd, terwijl hij drie jaar later werd benoemd tot Deken en pastoor van Alkmaar, waar hij ruim 6 jaar werkzaam bleef. Naast zijn drukke werkzaamheden als re gent van het Seminarie vond de Hoogeerw. heer Ebbinkhuysen nog tijd voor andere be zigheden, en zoo was hü ook nog voorzitter van het Diocesaan Missie-comité en van de Broederschap van den H. Geest tot voort planting des Geloofs in ons bisdom. Gistermiddag, omstreeks 4 uur, heeft op het Zijkanaal A, nabij de Bevevw,, bad- en zweminrichting, een droevig ongeluk plaats gehad, waarbij een 10-jarig knaapje jammerlijk is verdronken. Een 13-tal jongens, dat des middags m bovengenoemde inrichting, welke op eenigen afstand van Beverwijk is gelegen, zwem- onderricht had gevolgd, zou huiswaarts keeren. Om naar den overkant te k wordt (laar gebruik gemaakt van een primi tief pontje, dat ten gerieve van de bezoe kers der inrichting heen en weer vaart. Alle 13 jongens hadden zich op het pontje begeven. Toen het vaartuig een eindje van den wal af was, is het omgeslagen, waardoor alle opvarenden te water geraakten. Eenige jongens hadden zich spoedig op het droge gewerkt en hie.lpen, bijgestaan door den badmeester, den heer Schouw, de anderen op den wal te trekken. Twee kna pen waren echter in de diepte verd wenen en kwamen niet meer bóven. pe badmeester bedacht zich geen oogen- blik en sprong te water om naar de dren kelingen te zoeken. Na een paar maal tever geefs gedoken te hebben, mocht hij erin sla gen, een der drenkelingen te grijpen en op het droge te brengen. De jongen was bewus teloos, maar onmiddellijk toegepaste kunst matige ademhaling bracht hem na eenigen tijd weer bij kennis. De andere drenkeling, de 10-jarige Willem Kron. uit Driehuis, kon helaas niet tijdig gered worden. Eerst na een uur dreggen werd zijn lijk opgehaald. Nog geruimen tijd trachtte men door kunstmatige ademhaling en met het zuurstofapparaat de levensgees ten weer op te wekken, doch het was tever- gesfsch. Dr. Barendsen, die inmiddels ter plaatse was gekomen, kon slechts den dood consta- teeren. Op de plaats van het ongeval was geen enkel reddingsmiddel aanwezig. Alles moest medegebracht worden. De burgemeester van Beverwijk, Jhr. J. C. W. Strick van Linschoten, alsmede dr. Bül- ler, directeur van het Roode Krvis-Zieken- huis, waren op de plaats van het ongeval aanwezig. De geredde knaap is naar het Roode Kruis-Ziekenhuis gebracht ter observatie. Het lijk van den verongelukten jongen is des avonds naar de ouderlijke woning over gebracht. In den ouderdom van 69 jaar is gisteren overleden Mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, commissaris der Koningin in Noord- Brabant. Ook het laatste slachtoffer gevonden. Gisteren is het laatste slachtoffer van de mijnramp te Brunssum, Campers gevonden. Zijn lijk werd ernstig verminkt gevonden onder een zware instorting in den kolenpjj- per. De teraardebestelling zal Maandag a.s. te Roermond plaats hebben. De lijken, die Donderdagmiddag te voor schijn werden gebracht in de daarboven ge legen galerij waren niet verminkt. Deze slachtoffers zijn door gasverstikking om het leven gekomen. Omtrent de oorzaak van de mijnramp in de Staatsmijn Hendrik kan nog niets met ze kerheid worden vastgesteld. Bij het onderzoek is wel komen vast te staan, dat de ontploffing, die zoo noodlot tige gevolgen had, is ontstaan in de mijn lamp van den schietmeester Scovronsky. Hoe dit mogelijk is, wordt nog onderzocht. Het resultaat van dit onderzoek zal moeten wor den afgewacht voor de oorzaak van de ramp kan worden vastgesteld. De overlevenden der Italia-bemanning. Mariano is te Narvik achtergebleven. In zükanaa! A. te Beverwijk is een pontje met een aantal knapen omgekanteld. Een van hen verdronk. Te Amsterdam zouden drie Rembrandts en een Frans Hals tot een waarde van r"*ri twee ton gestolen zijn. Naar blijkt, zou het schieten niet de oor zaak zijn van de ramp in de Staatsmijn „Hendrik" te Brunssum, doch zou de ontplof fing zijn ontstaan in de mijnlamp var» n schietmeester. Mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst r Met ingang van 1 Juli 1930 zal de invoer in de Vereenigde Staten van onderlagen van appels, peren, kweeperen en krielen ver'— zijn- Het PooLsche antwoord op de Lithaw nota aan den Volkenbond. Uitsluiting tegen 11 Augustus, a.s. «n <ir< BiVsche katoenspinnerijen, warrdoor een half milliocn arbeiders worden getroffen. Tusschen Boedapest Belgrado kwamen een goederentrein en een personentrein met elkaar in botsing; drie dooden. Uitbreiding der Noord -Frankrijk. zeeliedenstaking Uit een artikel over her heengaan van De ken M. W. A. Wijtenburg, uit Hoorn, ont- leenen wij aan „Onze Courant" het volgende Wij kunnen treuren om het heengaan van den deken, maai als wij dankbaar zijn voor het vele, dat Hij in de vijf jaren van zijn ambt voor de parochie en het dekenaat heeft ge daan, dan moeten wij ons verheugen in de eervolle uitverkiezing, welke de nieuwe bis schop deken Wijtenburg liet ten deel vallen Een belangrijke periode wordt met dit eerstdaags te verwachten afscheid in onze parochie afgesloten Met deken Wijtenburg verdwijnt uit de rij onzer parochieherders er een, die het type was van den goeden herder, die op liefde volle wijze zijn herdersambt heeft vervuld, zoowel voor de parochianen, als voor vele afgedwaalde schaapjes, die tot den eenen schaapstal werden teruggebracht. En wie zal zeggen, hoevelen door het stille werk en het vurig gebed van deken Wijten burg de genade van het geloof hebben ont vangen en na zoeken en tasten rust hebben gevonden in den schoot der Moederkerk? De liefdevolle herder met deze eenvou dige woorden is de rijkdom van zijn priester leven en zijn werken in Hoorn in alle diepte en hooge waarde geteekend. Deken Wijtenburg werd door de parochia nen op de handen gedragen, godvruchtig als hij immer stichtte door zijn voorbeeld Men kan zich de verslagenheid van de van vroomheid en beminnelijk als hij altijd De j°neen was hun was in den omgang met iedereen. ouders voorstellen, eenigst kind. Wat de oorzaak van dit ongeval is, kon nog niet met zekerheid worden vastgesteld. Vermoed wordt, dat een voorbijgaande boot den draad, waarlangs 't pontje wordt voort bewogen, gegrepen heeft en zoo het vaar tuigje heeft omgetrokken. De politie stelt een onderzoek in. Op 1 Juli 1.1. is het contract in de aarde werk-industrie geëindigd. Aan de verlangens, die de werknemers thans inzake wijziging van de contractueele overeenkomst kenbaar hebben gemaakt, wen- schen de werkgevers, behoudens enkele klei nere detailpunten, niet te voldoefi. Komt geen verandering in dezen stand van zaken, dan valt te vreezen, dat een conflict in deze industrie onvermijdelijk zal zijn. Afsluiting van wegen voor motorrijtuigen Ged. Staten'van Zuid-Holland hebben be sloten om ten behoeve van den te houden Olympischen wegwedstrijd met rijwielen, voor alle motorrijtuigen gesloten te verklaren op Dinsdag 7 Augustus 1928 van 9 uur v.m. tot 4 uur n.m. de navolgende wegen; 1. den weg langs de Haarlemmertrekvaart tusschen de grens van de provincie Noord- Holland en de Bartenbrug in de gemeente Hillegom; 2. den weg tusschen het Noordelijk einde van de bebouwde kom van Noordwijkerhout en den Ruigenlioek (Delfweg) in de ge meente Noordwijkerhout; 3. de i weg tusschen het Noordelijk einde van de bebouwde kom van Noordwijk en den Schuinschenweg in de gemeenten Noordwijk- Noordwjjkerhout 4. den weg Katwijk—Noordwijk tusschen den Kanaaldijk en den Rijnsburgerweg in de gemeenten KatwijkNoordwijk; 5. deri weg Wassenaar—Katwijk tusschen den weg naar het Wassenaarsche slag en den Molenweg in de gemeenten Wassenaar en Katwijk. Hij stichtte door zijn priesterlijk, vaderlijk woord op den kansel, vanwaar hij altijd op bijzondere wijze de geloovigen wist in te lei den tot en voor te lichten over de groote waarheden van den Godsdienst en rijke schoonheid der H, Liturgie. Belangstelling legde deken Wijtenburg aan den dag voor alle zaken, die hem direct of indirect raken. Het onderwijs genoot zijn krachtigen steun, de godsdienstige opvoeding der jeugd zijn voortdurende persoonlijke belangstelling, op zoo bijzondere wijze vooral, omdat ze voort kwam uit zijn groote liefde voor het kind en de zielen der jeugd. Het vereemgingsleven had met minder zijn onafgebroken belangstelling. Daar of waar ook, was hij er de vraagbaak voor, de altijd steunende raadsman, de vaderlijke bemidde laar, de tactische vredestichter. Niet spoedig zou deken Wijtenburg een vergadering waar zijn tegenwoordigheid gewenscht was, ver zuimen, en zonder zich ooit op den voorgrond te stellen, wist hij altijd op het oogenblik, dat hem dat nuttig of noodig bleek, door een enkel woord hoe dikwijls niet op gemoede lijke wijze, in te grijpen of voor te lichten. Dè zware zorgen van een drukke parochie hebben deken Wijtenburg hier bijna vijf jaar gebonden en verknocht aan een schare van honderden dankbare zielen, die zonder twijfel met leedwezen zijn heengaan zien naderen, maar daarnaast vreugde zullen voelen over een benoeming, die hun Herder thans met zulk een eervolle, maar moeilijke taak bekleedt. Laten wij, tot slot, daarmede voor heden volstaande, enkele levensbijzonderheden van deken Wijtenburg in herinnering brengen. Mattheus Wilhelmus Antonius Wijtenburg werd 16 April 1874 te Leiden geboren. Op 31 Maart 1900 ontving hij de H. Priester wijding, en werd dienzelfden dag benoemd tot kapelaan te Lisse. Twee laar later, in 1902 dus, volgde zijn benoeming tot kapelaan te Amsterdam, in de parochie O. L. Vr On- bevl. Ontvangen. In September 1904 werd kapelaan Wijtenburg leeraar op Hageveld wat h„ 8 jaar geweest is, om op II September 1912 over te gaan naar Warmond, als profes sor aan het Groot Seminarie. In Maart 1919 wisselde professor Wijtenburg het leeraars ambt met het pastoorschap van de parochie O. L. Vrouw van Lourdes te Rotterdam, vanwaar hij op 24 September 1923 werd benoemd tot deken en pastoor te Hoorn Niet weinigen zullen zich herinneren, dat Deken Wijtenburg m April 1925 onder groote belangstelling op luisterrijke wijze ïijn zilveren priesterfeest vierde Rijkssteun ten bedragje van 5 miihoen mark voor den Duitschen landbouw. De particuliere secretaris van Hugo Stin.. lies gearresteerd in verband met zwendel in oorlogsleeningen. De toestand van Stephen Raditsj onver, wacht ernstig geworden. OPTICIENS FABRIKANTEN Barometerstand 9 uur v.m. 7.49. Achteruit. Licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 9.25, overmorgen om 9.24. Den Haag Haarlem Tel. 13052 Tel. 151U Het verstrekken van uitvoer-certificaten. waa™ende directeur-generaal van den Landbouw brengt ter kennis van be langhebbenden, dat, ten einde den uitvoer van onbesmet vee zooveel mogelijk te waar borgen, met ingang van 1 September as door den Inspecteur van den Veeartsennkun digen dienst ten behoeve van voor uitvoer neaarenland nrktaUWende dieren en varkem. naar landen, ten aanzien waarvan thans reeds behandeling met hoog immuun mond en klauwzeerserum was voorgeschreven voorloopig slechts uitvoercertificaten zullen worden afgegeven voor dieren zich bevin dende op hoeven of erven welke vrü zijn van mond- en klauwzeer, en welke aldaar na eene quarantaine van vier x 24 uren onder toezicht van den veeartsenijkundigen dienst met bovengenoemd serum zijn behande'd Ten bewyze daarvan moeten zij voorzien ?«Van een door Benoemden dienst aan brengen oormerk alsmede vergezeld zijn verklaring °°daien beVOvfgd Veeartsgegeven dat aan het bovenstaande is tenSbbendenen °P k0Sten bp" Belanghebbenden dienen zich 6 meren en varkens wenschen uit te voeren den 8Veearteenfikn b®.trokken Inspecteur van meiriinct wqdienst met ver- "xnorteeren dierïï eventueel hetreff ^VC"staandfi s'uit aankoop van de onr H f herkauwende dieren en varkens directen uitvoer, op de markten uit. voor nadere verlangde inlichtingen kan Z,', ^>t dPn betrokken Inspecteur van den Veeartsenijkundigen dienst wenden Vrijdagmorgen werd in 't bureel van den Rijkswaterstaat, Zijlweg 24, alhier, aanbe steed; het leveren en verwerken van stort - steen tot bestorting van Krabbersgat, te Enkhulzen. Raming f 1200. Ingekomen was 1 biljet. Inschrijver was: M. v. Meekeren te Hindeloopen, f 1252.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1