s
JOANNES, DOMINICUS, JOSEPH
AENGENENT
Telegraphisch Weerbericht
M
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN
MAANDAG 30 JULI 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16920
i; 1 dullU.
1/dU.-
PPIFI»"A A! VIFR FN TWINTIG URFN NA HET ONOEVAI
OuSTfTlAJirawsj
BISSCHOP VAN HAARLEM
Een „verre reis"
Een veldwachter wegens
Knevelarij gearresteerd
Drie personen aangereden
Zwaar weer
Ernstig ongeluk
te Voorschoten
Motorongeluk met
doodelijken afloop
Brand in 't ss. „Sommelsdijk"
te Rotterdam
Bloemententoonstelling te
Heemstede
Ernstig auto-ongeval
op den Edammer-jaagweg
De stankverspreiding door
het Noordzeekanaal
Door een motor overreden
ernstig gewond
Pastoor Bernard Jose Ph
Schrandt t
Voornaamste Nieuws
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
BUREAUX: NASSAULAAN49j
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal I 3.25; per post, per kwartaal
f 3.58 bij- vooruitbetaling.
AARLEMSCHE COURANT
ADVERTENTIÉN 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruitbel.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekermgsvoorwaarden f 01)0(1
Levenslange geneeie ongeschiktheid tot werken door 7 C11
ojj een ongeval met
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 OUUU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 dU.~ doodelijken afloop
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VFRIJFS VAN A' l F RFCHTFN. GFSCtflFDEN UITF»! PK
oy verues van een nand,
'een voet of een oog
oy verues van een f Cj» Dy n breuk van jj n bij verlies v. een
'duim of wijsvinger; i du." been of arm; 1 fill."anderen vIp*,t.
DOOR DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN DEN APOSTOLISCHEN STOEL
AAN DE GEESTELIJKHEID EN DE GELOOVIGEN VAN ONS BISDOM
ZALIGHEID IN DEN HEER
Zoo sta ik dan op dit oogenblik voor de
eerste maal voor U, beminde medebroe
ders in het H. Priesterschap en dierbare
geloovigen van dit Bisdom, om U mijne kin
deren als Uw door God gegeven Vader een
eerste vaderlijk woord toe té spreken. O,
wat zou ik mij gelukkig gevoelen, indien ik
U allen op dit oogenblik persoonlijk kon
zien, U mijne kinderen, die door een on
doorgrondelijk raadsbesluit van Gods
Voorzienigheid aan mijne vaderlijke zorgen
zijn toevertrouwd. Wat zou die aanblik mij
geven moed en kracht om de verheven maar
zware taak. die door God op mijne schou
ders is gelegd, te beginnen. Want ik weet
met hoeveel vertrouwen en liefde gij mij
in het gelaat zoudt zien. Dat weet Ik door
de ontelbare, hartelijke bewijzen van be
langstelling en genegenheid, die ik uit alle
rangen en standen en uit alle streken van
dit Bisdom mocht ontvangen sedert dien
onvergetelijken dag, den feestdag der H. H.
Apostelen Petrus en Paulus, waarop de
Doorluchtige Gezant van Z.H. den Paus mij
de tijding kwam brengen, dat ik voortaan
Uw aller geestelijke Vader zou zijn. Wat
hebben die ondubbelzinnige blijken van
liefde' mij in die dagen vol van ontroering
waarin een heilige vreeze mij aangreep, goed
gedaan! Gij hebt het mij met zoovele woor
den gezegd, dat gij blijde waart, dat ik U
door God tot Vader was gegeven. En ik
behoef U niet te zeggen, hoe Uwe blijd
schap voor mij was een reden tot groote
vreugde en innige dankbaarheid. Ik heb dan
ook den oneindig goeden God, die mij tot
Uw Vader wilde uitkiezen van ganscher
harte bedankt, dat Hij mij zulke kinderen
heeft gegeven, zulke kinderen, die mij met
zóóveel liefde wilden tegemoet treden.
Uit die bewijzen van kinderlijke aan
hankelijkheid bleek mij echter niet alleen
Uwe genegenheid voor Uwen nieuwen gees
telijken Vader, maar daaruit sprak voor mij
ook een geest van een heerlijk en een diep
geloof. Want katholieken, die zóó hun gees
telijken Herder begroeten als gij dat gedaan
hebt, moeten wel bezield zijn met een geloof
iat dient geprezen en waarvoor God dient
gedankt te worden. En ik heb daarom den
goeden God gedankt niet alleen omdat Hij
mij gaf zulke liefdevolle kinderen, maar ook
omdat Hij mij heeft geschonken een zoo
verheven voorganger op den bisschoppelijken
stoel, Mgr. Augustinus, Josephus Callier, za
liger gedachtenis. Want die geest van ge
loof, die U bezielt en die mij zoo duidelijk
werd vooral in de laatste weken, is U in
geplant door Dengene, die vóór mij was Uw
geestelijke Vader, door hem, wiens wapen
spreuk vermeldde, dat hij onwankelbaar
was in het geloof, en die U gedurende bijna
85 jaren dien geest van geloof heeft inge
prent, zóó dat het ook in U onwankelbaar
is geworden. Nogmaals dank aan Gdd dat
Hij aan het Bisdom van Haarlem de genade
en 't voorrecht scrhonk, gedurende een zoo
lange reeks van jaren zulk een leidsman
te bezitten'
Wanneer ik dit alles overweeg, dan mag
ik wel uitroepen; Wat beleven wij toch een
heerlijken tijd! Want is het niet om te
stemmen tot blijdschap en vreugde, is het
niet om te juichen, dat zulk een geloof het
bezit is van U, mijne dierbare kinderen, die
voortaan aan mijne zorg zyt toevertrouwd.
Ja ik gevoel in mij leven diezelfde vreugde
waarmede de Apostel Paulus schreef aan
de geloovigen van Ephese: „Nu ik gehoord
heb van Uw geloof, houd ik niet op God
te bedanken" (Eph. I, 15). En al is het dan
ook niet mogelijk U allen op dit oogenblik
persoonlijk te zien, ik weet, dan toch, dat
gfj allen mij dezen morgen hoort, en dat
mijne woorden van dank voor Uwe genegen
heid en van vreugde over Uwe heerlijk ge
loof U vandaag in de ooren klinken.
Maar bij dit woord van dank en vreugde
mag ik het niet laten. Ik ben overtuigd,
dat gij allen op dit oogenblik van mij nog
verwacht een ander woord, een herderlijk
en vaderlijk woord van leering en opwek
king. Ik heb mij afgevraagd: wat zal het
eerste woord van dien aard zijn dat ijt U,
geliefde kinderen, toespreek? Welnu, dat
eerste woord ontleen ik aan mijn groote Pa
troon, den heiligen Joannes den Evangelist,
den Apostel der liefde, van wien wij bij den
H. Hieronymus lezen, dat hij op zijn hoogen
ouderdom, toen hij bijna niet meer kon
spreken, telkens en telkens, wanneer hij zich
naar de godsdienstige bijeenkomsten der
Christenen had laten brengen, deze woor
den herhaalde „Kinderen, bemint elkan
der." Toen dit den aanwezigen begon te ver
velen, vroegen zij hem: „Meester, waarom
herhaalt gij dit toch voortdurend?" En toen
antwoordde hij: „omdat het is het gebod
des Heeren; en als dit uitgevoerd wordt is
het voldoende."
Dat woord van mijnen heiligen Patroon,
beminde geloovigen, is een woord van bij
zondere beteekenis voor onzen tijd. Het ge
bod der naastenliefde is het gebod van on
zen Goddelijken Zaligmaker by uitstek.
„Hieraan zullen allen herkennen, zoo ver
klaarde Hij uitdrukkelijk," dat gij Mijne leer
lingen zijt, als gij elkander lie ie
XIII 35). En daarom zeide ook de H. Fau
lus in zijn brief aan de Romeinen. J>
zijn naaste liefheeft, heeft de wet vervuld
(Rom. XIII, 8). En daarom nader ik thans
voor de eerste maal tot U met het ^v0°'
van den H. Joannes op de lippen: „Kinde
ren, bemint elkander", hebt elkander iet.
Indien dat gebod der naastenliefde in zijn
volheid wordt opgevolgd, dan zal zoowel in
het sociale als in het particuliere leven een
toestand worden geboren, die aan de wereld
als het ware een heel ander aanschijn zal
geven.
In het sociale leven. Ja, beminde geloovi
gen, alleen van de volledige vervulling van
het gebod der naastenliefde is de vrede in
de maatschappelijke verhoudingen te ver
wachten. Ik weet het, allereerst moet aan
de eischen der strikte rechtvaardigheid
worden voldaan. Allereerst moeten
de maatscliappelijke klassen wederzijds el
kanders rechten weten te waardeeren en in
vervulling doen gaan. Maar het strikte
recht alleen is niet in staat den geschokten
maatschappelijken vrede te herstellen. De
rechtvaardigheid is slechts de grondslag, 't
fundament waarop de maatschappij zelve
nog moet worden opgetrokken. Justitia fun-
damentum regnorum. Bestaat die grond
slag niet, dan fs een ordelijke opbouw van
de maatschappelijke samenleving onmoge
lijk. Maar de grondslag is de bouw zelf nog
niet. Bij den bouw dbr maatschappelijke
samenleving ls de naastenliefde de aller
voornaamste factor, die alles moet leiden en
beheerschen. Is zij niet de stuwkracht bij al
ons sociaal denken en handelen, dan zal
de zoo gewenschte vrede in de maatschap
pelijke verhoudingen ver te zoeken zijn. De
rechtvaardigheid alleen is dus onvoldoende.
Willen wij werkelijk trachten te bereiken
een maatschappij waarin wonen rechtvaar
digheid en vrede, justitia et pax, dan zullen
wij ver over de grenzen der rechtvaardig
heid moeten heengaan, wijl de vrede al
leen dan zal heerschen. wanneer de naas
tenliefde zetelt op een troon, welke rust op
een fundament van rechtvaardigheid. Is 't
niet ten hoogste merkwaardig, dat Paus Leo
XIII zijn Encycliek Rerum novarum besluit
met een vurige aanmaning om toch voora1
de naastenliefde in beoefening te brengen?
In die encycliek had hij zich bezig gehou
den met de uiteenzetting der strikte recht-
vaardigheidseischen in de maatschappelijke
samenleving. Maar gekomen aan het einde
van zijn betoog, verheft hij zijn stem om
aan de wereld luide te verklaren, dat daar
mede eigenlijk nog weinig bereikt is en dat
de naastenliefde een veel grootere taak te
vervullen heeft, en om ons aan te sporen,
dat wij er vooral naar moeten streven om
èn in ons zeiven èn in anderen, zoowel bij
de hoogere als bij de lagere standen, aan te
kweeken de liefde, „de heerscheres en de
koningin der deugden.".
Want, zoo zegt hij: „de gewenschte
uitkomst in de maatschappelijke verhoudin
gen is vooral te verwachten van een ruime
uitstorting der liefde, die altijd bereid is
zich voor het welzijn van anderen geheel
te geven." En geheel en al in deze zelfde lijn
schreef Paus Benedictus XV in zijn brief
van 1920 aan den Bisschop van Bergamo,
dat de sociale verhoudingen niet alleen
moeten geregeld worden volgens het strikte
recht, maar veel meer volgens de naasten
liefde. De vermaning van den Apostel Jo
annes om elkander lief te hebben is dus bij
uitstek een vermaning voor onzen tijd.
Doch niet alleen in de sociale verhoudin
gen, maar ook in de verhoudingen van in
dividu tot Individu moet de naastenliefde
heerschen. En nu bedoel ik niet In de aller
eerste plaats, dat wij verplicht zijn om aan
de armen aalmoezen uit te deelen. Neen
veel meer heb ik het oog op den plicht om
in den omgang met onze evennaasten zacht
moedig en liefdevol te zijn. O, wat zou de
wereld herschapen worden in een paradijs,
wanneer de liefde heersehte, zooals onze
Goddelijke Meester dat bevolen heeft, o a.
toen hij sprak: Leert van Mij, dat ik zacht
moedig van harte ben." (Matth. XI, 29). En
wat wordt de samenleving van menschen
met menschen dikwijls een bron van pij
niging en bitter zielelijden, omdat de liefde
ontbreekt Ach, indien wij ons onthielden
van de zonden van liefdeloosheid, die zoo
dikwijls worden gepleegd door kwaad te
denken van anderen, door kwaad te spre
ken van onze evennaasten, door bits en on
vriendelijk hen te bejegenen, door opvlie
gendheid en gramstorigheid bij het minste,
wat ons onaangenaam is, wat zouden wij
het levensgeluk van onze omgeving ten zeer
ste verhoogen. En daarom smeek ik U met
den Apostel Joannes: Bemint elkander
streeft er voortdurend naar om liefdevol
voor elkander te zijn, geen kwaad van Uwe
evennaasten te denken, geen kwaad over
hen te spreken, hen met voorkomendheid
te behandelen, hun liefdediensten te bewij
zen, zooveel In Uw vermogen is, belangstel
ling te toonen voor hunne nooden, hun
moeilijkheden des levens te verlichten
door hen met raad en daad bij te staa»; in
één woord streeft er naar om het leven van
anderen zooveel mogelijk te veraangenamen.
De dankbaarheid, die gü voor dit alles van
hen zult ondervinden, zal Uw eigen leven
zooveel gelukkiger maken; terwijl bovendien
het leven uwer medemenschen zoo zonnig
wordt ten gevolge van cje warme liefdestra
len, die van U uitgaan.
Kinderen, bemint elkander! Dat liefde
gebod, gij weet het, strekt niet alleen uil
tot degenen, met wie wij verbonden zijn
door de banden des geloofs, maar ook tot
degenen, die niet tot de Kerk behooren. En
dan denk Ik allereerst aan de andersden
kende medeburgers in ons vaderland, die
met ons vormen één natie, één volk. Het
heeft mij zoo diep getroffen, dat ik vooral
in de laatste weken sinds mijn benoeming
van zoo velen hunner en uit de meest ver
schillende kringen zoo hartelijke en duide
lijke blijken van belangstelling en sympathie
mocht ontvangen. Ik dank er den goeden
God voor, Die hun zoo edele gevoelens in
stortte; want van Hem komen alle goede
gaven. En laat het voor ons een aansporing
zijn om nooit te vergeten, dat zij bij alles
wat hen van ons scheidt, kinderen zijn van
een en denzelfden Vader in den hemel, dat
ook zij zijn onze broeders en zusters; en
laat het ons steeds een vreugde zijn, in
liefde en vrede met hen te leven en samen
te werken voor de gemeenschappelijke be
langen.
Beminde Geloovigen, dat mijn eerste
woord tot U was een opwekking tot liefde,
vond zijn oorzaak niet alleen in het feit,
dat mijn groote Patroonheilige is de Apos-
ontstond, dat nog verhoogd werd, toen de
electrische leiding doorbrandde en hierdoor
een gedeelte van het schip in duisternis werd
gehuld.
Met twee slangen op de scheepsleiding
werd dadelijk aan de blussching begonnen.
Met behulp van een gaslamp met perslei
ding werd wat licht gemaakt, doch ook deze
begaf het spoedig, zoodat de blussching weer
in het donker moest worden voortgezet. In
middels was een groot aantal handspuiten
gearriveerd, welke met totaal 9 stralen aan
de blussching deelnamen. Hoofdman Drie
beek achtte het evenwel noodzakelijk ook een
drijvenden stomer te ontbieden, waarop de
Havendienst II met twee stralen te werk
gesteld werd De dikke rook maakte het on
tel der liefde, maar ook in de omstandig- mogelijk in de ruimen af te dalen en zoo kon
heid, die ik daar straks met zooveel vreugde
vermeldde, namelijk dat U geloof gebleken
is zoo krachtig en diep geworteld te zijn.
Daar ls zulk een eenig verband tusschen
het geloof en de liefde. De H. Paulus herin
nert daaraan in zijn tweeden brief aan de
Thessalonicensen, als hij zegt, dat, nu hun
geloof grootelijks was aangewassen, ook de
liefde van eenieder tot elkander overvloedig
was geworden. C Thess. I„ 3). Ik mag dus
hopen, dat mijn opwekking tot het beoefe
nen van onderlinge liefde heerlijke vruchten
zal dragen, omdat de bodem zoo ontvan
kelijk is.
Alvorens te eindigen zij het mij vergund,
U nog één ding te vragen, n.l. blijft voor my
bidden. Ik gevoel mij zoo innig overtuigd,
dat Ik, gezien mijne zwakke krachten. Uw
gebed zoo zeer noodig heb om de plichten,
aan mijn hoogheilig ambt verbonden, naar
behooren te vervullen. Ik zal van mijn kant
voor U blijven bidden, opdat wij, door el
kander geholpen, eenmaal door Gods genade
gezamenlyk mogen komen tot de eeuwige
zaligheid, waartoe God ons geroepen heeft.
En zal dit ons herderlijk schrijven in alle
kerken van Ons Bisdom en in alle kapellen
waarover een Rector is aangesteld, worden
voorgelezen op den negenden Zondag na
Pinksteren,
Gegeven te Haarlem, den 25sten Juli 1928.
J. D. J. AENGENENT
Bisschop van Haarlem.
Op last van Z. D. Hoogwaardigheid-
J. M. v. d. TUIJN,
Secretaris
28 Juli 1.1. werd in De Kwakel aan de R k.
Pastorie een drukwerk van de Nationale
Bank te Haarlem besteld, dat 6 Maart 1934
te Haarlem gestempeld was, gefrankeerd
met een 1 cents postzegel. Geadresseerde
ts reeds ruim 7 jaar overleden, p# reis van
naarlem naar de Kwakel schijnt wel ver
te zijn.
V. D. meldt uit Maastricht:
Op het voetbalveld van M. V. V. is een
gemeente-veldwachter van Gronsveld gear
resteerd, verdacht van knevelarij. Hij had een
zekeren M. te verstaan gegeven, dat deze
door betaling van f 10 van een bekeuring
zou kunnen vrijloopen. M. had hem een bil
jet van f 10 gegeven, doch had het nummer
genoteerd en deed aangifte, bij de recherche.
Bij het verhoor bekende de veldwachter.
Het geld was evenwel reeds gewisseld en
grootendeels uitgegeven. De man werd ter
beschikking van de justitie gesteld. Op dit
vergrijp staat 'n straf van ten hoogste 6 jaar.
Een van hen zeer ernstig gewond
Aan den Utrechtschenweg 5 K.M. vanaf
Amersfoort, werd Zondagmiddag half twee
een drietal jongelui aangereden door een
taxi. De jongelui en de auto keerden beide
terug van het kermisterrein op het vlieg
kamp te Soesterberg. Twee der aarigeredenen
bekwamen lichte verwondingen. De 18-jaiige
De Greef bekwam een zware hersenschud
ding, zoodat voor zijn leven wordt gevreesd.
Een onderzoek door de verkeerspolitie uit
Utrecht vond geen mankementen aan den
auto, zoodat deze weer ls vrijgegeven.
Een boerderij te Oerle door den bliksem
getroffen en afgebrand
Gistermiddag omstreeks 12 uur is een
groote boerderij in het gehucht Oerle tijdens
een hevig onweer door den bliksem getrof
fen. De boerderij stond onmiddellijk in lichte
laaie. Niets kon worden gered. De totale in
boedel, benevens de geheele korenvoorraad,
werd een prooi der vlammen. Slechts een
dorschmaehine kon worden gered.
Elf varkens en elf schapen kwamen in de
vlammen om. De bewoners de familie Olie
slagers, konden zich bijtijds redden. De
schade is door lag- zekering gedekt.
men niet anders doen, dan maar in het
wilde weg in het brandende ruim te spuiten.
De groote watermassa's in het ruim waren
echter oorzaak, dat het schip langzamer
hand slagzij ging maken en hoewel men
voor kapseizen voorloopig niet behoefte te
vreezen achtten met het toch geraden het
bluschwater weer weg te pompen.
Personeel van de afdeeling brandblusch-
middtlen, dat met rookmaskers gewapend
in het brandende ruim was afgedaald,
slaagde er intusschen In den vuurhaard
achter de balen katoen te ontdekken. Men
kon nu een slang in het ruim omlaag halen,
waardoor de brand snel in hevigheid afnam
en de brandweerlieden, zonder rookmasker
zich zich in het ruim konden begeven. De
nog smeulende balen katoen en copra kon
den nu gelost en op d enwal verder gebluscht
worden.
Tijdens den braad werden voorwerpen van
waarde uit de hutten van de officieren op
den wal in veiligheid gebracht.
Te ongeveer half een kon het meeste
bluschmateriaal inrukken en nadat perso
neel van de afd. brandbluschmiddelen In het
gedeeltelik geloste ruim nogmaals een on
derzoek had ingesteld kon dit personeel in
rukken. Den geheelen nacht zijn de beide
slangen van net terrein gereed gehouden
om, bij eventueel opvlammen van de smeu
lende lading onmiddellijk te kunnen ingrij
pen.
Van de lading heeft de katoen, waarin de
brand, volgens het N. v. d. D„ vermoedelijk
door de broeiing ontstaan is, het meest ge
leden, Van de 20 balen, die op het z.g. spar-
dek waren opgeslagen, is ongeveer de helft
ernstig beschadigd. Van de copra hebben
slechts enkele balen van het vuur en het
bluschwater geled .en
De echlgenoote van het kamerlid
Schaper gedood
Zondagmiddag, na aankomst van de tram
uit Den Haag te Voorschoten, is mevr. Scha
per, echtgenoote van het kamerlij, den heer
Schaper, die aan de Papenlaan te Voorscho
ten woont, bij het uitstappen van de tram
door een ui' dezelfde richting komenden auto.
bestuurd door den heer C. P. Warffemius,
aangereden. Zij viel en bekwam een ernstige
hoofdwonde en werd bewusteloos opgeno
men. Dr. v. d. Stoel, die de eerste genees
kundige hulp verleende, liet haar onmiddel
lijk overbrengen naar 't Dioconessenhuls te
Lelden, waar zij spoedig, overleed.
Den chauffeur trof, ook volgens den heer
Schaper, geen schuld.
Zondagnamiddag haeft in de Strijpsche
straat te Eindhoven een ernstig motoronge
luk plaats gevonden. De motorrijder 3. S.
reed in genoemde straat een bejaarde juf
frouw, die uit haar woning komende den
weg overstak en den motorrijder blijkbaar
te laat zag aankomen, aan. Beiden bekwa
men ernstige verwondingen aan het hoofd.
De juffrouw is aan de gevolgen overleden.
De toestand .-an den motorrijder is zorg
wekkend; reen vreest voor zijn leven.
Aan boorö van het s.s. „Sommelsdük" lig
gende in de Rotterdamsche haven heeft Za
terdagavond brand gewoed,
Omstreeks half elf ontdekten eenlge Las
karen, dat er rook kwam uit ruim drie. On
middellijk waarschuwden zü den eersten of
ficier die de wacht had en deze liet terstond
de luiken openleggen. Er sloeg een verstik
kende rook uit het ruim, waardoor even een
paniekje onder de Laskaarsche bemanning
Door de R. K. Bloemistwerkliedenvereeni-
Sing „st. Deus-Dedit", afd. Heemstede is een
commissie benoemd met het doel, een bloe
mententoonstelling te organiseeren In het
laatst van Februari 1929. De bedoeling is de
liefhebbery van huisbroei te bevorderen.
Deze tentoonstelling zal in hoofdzaak be
staan uit in de huiskamer gebroeide hya
cinthen, tulpen, nascissen, crocussen en by-
goed.
Een groot aantal leden heeft zich voor deel
neming opgegeven. Dit overtreft verre de
verwachtingen
Ook ligt het in de bedoeling de kinderen
der hoogste klassen der Heemsteedsche scho
len aan deze tentoonstelling deel te laten
nemen, zy zullen dan gratis een of meer
potten, beplant met tulpen, ontvangen,
welke zij op moeten kweeken en inzenden.
Voor iedere school worden enkele prijzen
beschikbaar gesteld voor de mooiste inzen
dingen. De commissie wendde zich dezer da
gen tot de hoofden der scholen en mocht
van de meesten reeds de toezegging tot vol
ledige medewerking ontvangen. Ook wend
den zy zich dezer dagen in een circulaire tot
de bloemistpatroons met het verzoek hunne
medewerking voor bovenstaande te verlee-
nen. In verband met het doel, twijfelen wij
niet, of ook dezen zullen gaarne hunne me
dewerking verleenen.
Er zal dezer dagen aan de deelnemers een
brochure verstrekt worden, welke voor hen,
die nog niet goed met de kamerbroei op de
hoogte zyn, een uitstekende handleiding zal
zijn. Hierin worden de werkwijze en de be
handeling van hyacinthen, tulpen, narcissen
en crocussen duidelijk uiteen gezet.
voor een motorrijder. Deze wilde zeer lang
zaam passeeren, doch een toeschouwster, mej.
Vleugel, meende gevaar te zien, waarop zij
het kind wilde pakken en daardoor zelf on
der den motor terecht kwam. Zij werd vrij
ernstig gewond. Ook de motorrijder, wiens
motor werd beschadigd, liep eveneens blessu
res op. Het kind kwam er heelhuids af.
Men meldt ons uit Hoorn;
Op den Edammer jaagweg onder de ge
meente Oosthuizen heeft Zondagmorgen een
ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Vermoede
lijk door een kuil in dien weg geraakte een
uit Amsterdam aomende auto aan den kant
van den weg. De bestuurder, M. Waterman
uit Amsterdam komende auto aan den kant
vaart terecht zou komen. Hij sprong uit den
wagen, maar werd daardoor zeer ernstig aan
het hoofd gewond. Dr. Meyere uit Oosthuizen
verleende oogenblikkelijk eerste hulp, waarna
de gewonde naar het ziekenhuis te Hoorn
werd vervoerd. De toestand van den bestuur
der was hedenmorgen ernstig. Zijn medepas
sagier liep slechts enkele lichte ontvellingen
op. De auto is zwaar beschadigd.
Een telegram aan den Minister
Het volgende telegram is d.d. 28 Juli aan
den Minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid.
„Ondergeteekende. R. Rutten, arts, voorzit
ter van de Gezondheidscommissie van Velsen.
neemt de vrijheid Uwe Excellentie erop te
wijzen, dat toestand te IJmuiden tengevolge
vervulling van het Noordzeekanaal voor om
wonenden onhoudbaar is. Door stank is het
onmogelijk voor zieken de ramen open te
houden, terwijl honderden omwonenden over
hardnekkigen hoofdpijn klagen als gevolg
van de penetrante geuren, die uit het ka
naal opstijgen.
Verzoeke Uwe Excellentie dringend mede
werking te verleenen, dat het plan der Ge
zondheidscommissie van Velsen zoo spoedig
mogelijk worde uitgevoerd."
Men meldt ons uit Hoorn:
Een 2-jarig kind liep gisteren aan den
nieuwen weg onder Hoogkafspel en week uit
Nog geen drie maanden geleden zou ieder
een, die Pastoor Schrandt, van de Spaarne-
kerk kende, gezegd hebben, dat zijn ijzersterk
gestel hem wel honderd jaar kon doen wor
den. Wie hem In de parochie zag loopen met
zijn haastigen tred by tij en ontij en met
nauwgezette regelmaat bij zijn ziekenbezoek,
kon zich bijna niet voorstellen, dat daarin
spoedig verandering zou kunnen komen: mis
schien dat alleen een zeer hooge ouderdom
of een noodlottig ongeval er een eind aan zou
kunnen maken. Nimmer faalde hij op het
vastgestelde uur, hij ontzag zich nimmer. Hij
kende geen voorzorgsmaatregelen voor zijn
gezondheid, geen vrees voor verzwakking on
danks zijn 64-jarigen leeftijd: hij kende
slechts ééne vrees n.l. om niet tijdig aanwe
zig te zijn, daar, waar hij verwacht werd.
Bijna spreekwoordelyk was zijn afkeer van
dokters of medicijnen. Hij beroemde er zich
op nog nooit in zijn leven een geneesheer te
hebben geraadpleegd In geen 64 jaar
maar 't was dan ook nooit noodig geweest!
Honora medicum propter necessitatem(Eer
bied voor den geneesheer, omdat hij noodig
is) was voor hem een triomfantelijk schrif
tuurwoord
Toth was 't eigenaardig opgevallen, als hij
in het laatste jaar zoo eens vertrouwelijk kon
zuchten: „Ik ga dood, 't duurt niet lang
meer!" Maar wij dachten by dit gezegde juist
aan het tegenovergestelde.
En dan ineens, ongedacht en onverwacht,
terwyl de comité's druk bezig zyn om hem
straks 15 Aug. a s. op zyn 40-jarig pries
terfeest te huldigen, terwyl het orgel in aan
bouw is tot een jubelende feestgave aan den
pastoor, als de kerk-schildering bijna voltooid
is en alle voorbereidingen zyn getroffen voor
een echt parochiefeest, zooals de Spaarne-
parochianen het zoo uitmuntend verstaan,,
dan ineens komt als een sombere wolk het
bericht, dat helaas alles moet worden afge
last en onderbroken, want een ernstige
kwaal heeft den herder getroffen, een kwaal,
die ongeneeslyk blykt en naar menschelijke
verwachting een spoedigen dood beteekent. In
tijd van minder dan een maand is de pastoor
wel 20 jaar ouder geworden. We zagen hem
des morgens om 8 uur ter H. Communie
gaan op de altaartreden'n gebroken man,
wien een lydende trek in het gelaat en een
smartelijke houding In zyn stoere figuur het
aanzien van een terdoodveroordeelde had
gegeven physiek gebroken, maar niet gebro
ken waren zijn wilskracht en werkzame geest.
Dat lieten de gebeurtenissen, welke zich den
laatsten tijd in de Spaarne-parochie voorde
den. wel duidelijk en overtuigend zien. Dat
bleek wel eerstens toen hem de zekerheid van
zyn kwaal en zyn dood werd gegeven.
Uiterlijk onbewogen, maar inwendig diep-
ontroerd hoorde hy de tactische maar onom
wonden verklaring van den geneesheer aan.
Hij, die heel zijn leven lang getoond had een
man van groote zelfbeheersching te zijn, was
ook thans zijn gevoelens geheel meester en
maakte zyn wil één en onverdeeld met den
II. Wil van God. Manmoedig begon hij den
naderenden dood onder de oogen te zien en
trof zijn schikkingen voor de komende afre
kening. Met voldoening kon hy zeggen: „Ik
ben zoo dankbaar, dat O. L. Heer mij den
tijd gegeven heeft, om alles nauwkeurig te
regelen. Ik zou 't erg gevonden hebben, als
men na mijn dood op myn kamer nog 2
kwartjes vond, waarvan men niet zou weten
waar zij thuis hoorden!" En hy trok zich
eenige dagen terug op zyn kamer
Zyn kamer! Dat was inderdaad een sanc-
tuorium sacerdotis, een heiligdom, waar zelfs
de huisgenooten slechts zelden en met zekeren
schroom binnentraden en na een noodzakelijk
onderhoud suoedlg weer verlieten. Wel was de
deur altijd zelfs" in den winter half geopend
en kon men den pastoor altyd bezig zien met
boeken en schrijfwerk, maar hij wilde tege
lijkertijd steeds op de hoogte blijven van wat
er in huls voorviel. Vigilans ad fores quotidie
dagelyks bij de deur waken.
En op zijn kamer, waar alles zijn vaste
plaats had en nimmer eenige wanorde was te
bespeuren, maakte hij alles gereed, zoodat
hij op 1 Juli kon zeggen: „Ziezoo! Nu kunnen
we gerust zijn: alles is tot op den laatsten
cent geregeld en op datums afgesloten!"
Kalm en gelaten bereidde hy ook alles voor
op zijn bediening, 't Was een dag van ont
roering! De HoogEerw. Deken had laten
weten, dat hij op Zondag 8 Juli zou komen
om hem de laatste H. Sacramenten toe te
dienen. Zelf bracht de pastoor in de groote
zaal de tafel in orde en wachtte daar het
gewichtige uur af. Klokslag 4 uur klonk dooi
de gangen der pastorie het belletje, dat de
komst van Ons-Heer aankondigde. Wy tra
den binnen in superplie gekleed, diep onder
den indruk. De pastoor-lag geknield voor zijn
tafel en na de H. Communie ontvangen te
hebben, wilde hij slechts na zeer dringend
verzoek van den Deken op zijn stoel plaats
nemen. Wie zal zeggen, hoe krachtig hij zal
gebeden hebben, toen hij na de bediening
alleen met God en zijn Engelbewaarder in de
zaal zyn dankzegging deed. Van zijn wils
kracht en moedig geloof gaf hij niet het
minst blijk, toen hij de Zondag daarop zijn
afscheidsbrief deed voorlezen, dien we tot
dusver uit piëteit niet gepubliceerd hebben,
maar dien we thans met dankbare herinne
ring woordelyk hier laten volgen:
Geliefde Parochianen!
Door den band, welke er bestaat tusschen
U parochianen en my, pastoor, een band
welke naar menschelyke verwachting spoe-
Een herderlijk schrijven van Z. D. H. Mgr.
J. D. J. Aengenent, bisschop van Haarlem.
In den nacht van Zaterdag op Zondag i«
te Haarlem overleden de Zeereerw. heer
pastoor B. J. Schrandt.
Een wetsontwerp is ingediend, houdende
regeling betreffende den rechtstoestand van
ambtenaren.
Te Utrecht heeft het Hoofdbestuur van
den Ned. R.K. Middenstandsbond vergaderd.
Bij een zwaren brand zyn te Babanganan
(Ned.-Indië) 51 woningen verwoest.
Mevr. v. Itallie van Emfcden is benoemd
tot lid der Tweede Kamer.
De bankdirecteuren Woltman Sr. en Wolt-
man Jr. zijn in hooger beroep gegaan van
het vonnis der strafzaak van de Yeendam-
raer Hypotheekbank.
Een der leden van de „Italia''-bemanning
heeft een relaas gedaan over den dood van
prof. Malmgren.
Dr. Korosetsj heeft een nieuwe Zuid-sla-
vische regeering gevormd.
Het incident te Zweibriicken. Een min
nelijke regeling te verwachten.
De knoeierijen met de Dnitsche oorlogs-
lccningen.
Op den spoorwegovergang van de lijn
Roubaix-Lille werd een auto door een trein
gegrepen. Vier slachtoffers, waaronder een
priester.
Zware ontploffing te Lodz. Het aantal
dooden en gewonden onbekend. Groote ma-
terieele schade.
Influenza-epidemie in Canada.
Motorboot aan de Noorschc kust gezon
ken. Negen der tien opvarenden verdronken.
Talrijke gevallen van buiktyphus te Wee-
nen na het gebruik van ondeugdelyke melk.
Negen personen bereids overleden.
De receptie, welke Z. D. H. Mgr. J. D. J.
Aengenent, bisschop van Haarlem, Zondag
middag aan particulieren en vertegenwoor
digers van corporaties verleende, was zeer
druk bezocht.
Barometerstand 9 uur v.m. 760, vooruit.
Licht op: De lantaarns moeten morgeD
worden opgestoken om: 9.22 uur.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Hoogste barometerstand 763,9 m.M. te
Miinchen.
Laagste barometerstand 744,6 m.M. te
Lerwick.
Verwachting: Matige, in het Noorden
wellicht krachtige, later afnemende, Weste
lijke tot Zuidelyken of Zuid-Oostelyken
wind; half tot zwaar bewolkt, weinig of
geen regen; later warmer.
No. 8
dig verbroken zal worden, gevoel ik mij ge
drongen, een laatste woord tot U allen te
richten èn een afscheidsgroet.
Ik ga sterven: Gods H. Wil geschiede! Ik
ben tevreden en geheel onderworpen aan
Zijne H. beschikking.
Met mijne zwakke krachten heb ik getracht
alle jaren welke ik in Uw midden geweest
n F 11 y goede voor te houden en by
a.les U te wijzen op het groote doel van ons
kot te leven op aarde, n.l. onze eindbestem
ming den Hemel.
Daér, waar ik tekort gekomen ben, vraag
ik U om vergeving.
Ik dank U voor Uwe volgzaamheid, voor
Uw luisteren naar myne welgemeende opwek
kingen en vermaningen.
Vooral wil ik mijn byzonderen dank zeggen
aan allen in het algemeen en aan ieder in 't
bijzonder, die door hun gebeden en andere
blijken van genegenheid hun hartelijke deel
neming in mijn ernstige ziekte betuigden.
Vaartwel; vergeet mij niet in Uw gebed.
B. J. SCHRANDT, Pastoor
H. 15 Juli 1928.
't Was doodstil in de kerk en men luisterde
toe met ingehouden adem, om geen woord er
van te missen. Beter dan in welk woord ook
lag hierin opgesloten het karakter van dezen
man Gods.
Overhuis bleef alles vrijwel zijn gewonen
gang gaan. Wel was de spanning na de be
diening eenigermate opgeheven, maar de mo
gelijkheid van ernstige complicaties konden
ons toch steeds nog 't ergste doen vreezen.
Een wenk van den geneesheer om in de Ma-
riastichting meer rust en verpleging te zoe
ken, wees hij beslist van de hand. Hij wilde
in de parochie blijven en nog doen wat hy
kon. „Als ik ga liggen is 't afgeloopen," sprak
hij. Zooveel mogelijk kwam hy dan ook op
het vastgestelde uur in ons gezelschap om
afleiding te zoeken en als we vroegen of het
gesprek hem niet vermoeide, antwoordde hy:
„Ga gerust u w gang, dan hoor ik nog eens
wat nieuws; als ge mij maar met rust laat!"
En dan zat hy te luisteren, voorover ineen
gedoken of met de hand het moede hoofd
ondersteunend. Spreken was hem te lastig.