Rechtszaken
Gemengd Nieuws
PUROL er op!
MIJNHARDT'S
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1928
BLADZIJDE 3
De aanvaring van het s.s.
„Veendam" bij de
Amerikaansche kust
De criminaliteit in 1926
KUNST EN KENNIS
Het Olympisch
Kunsttornooi
KERKNIEUWS
Merkwaardige
genezing te Lourdes
Een 15-jarig meisje plotseling
van encephalitis genezen
Het verzacht en geneest
RADIO-NIEUWS
„Een Katholieke radio
uitzender waarborgt ons de
K. R. O."
Overreden en gedood
Een kruitlading in den
schoorsteen
UIT ONZE OOST
I Het geval-Meertens
Hoofdpijn-Tabletten 60^
Laxeer-Tabletten 60 ct
Zenuw-Tabletten. .75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maag-Tabletten 75 ct
Bij Apoth.. en Drogisten
Met het groote dok naar
Singapore
Verdwijnend natuurschoon
Ernstige val
Het stuur kwijt geraakt
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Minister Kan op reis
Het zonderling geschenk
Een gecompliceerde botsing
Twee boerderijen afgebrand
En dat in Augustus
Zulke oolijke oude heeren
Een goede vangst
Wat electriciteit vermag
Een struisvogel met een
kunstbeen
Hoe een genezen blinde de
de wereld ziet'
r
oog op den zwaren mist had doen sluiten.
Als men bij mist met waterdichte deuren
vaart, zal dit de ongelukken verminderen of
voorkomen.
De Raad zal later uitspraak doen.
Het onderzoek door den Raad voor de
Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart heeft giste
ren een onderzoek ingesteld naar de oorzaak
van de aanvaring van het s.s. „Veendam"
met het Amerikaansche sto'omschip „Porto-
rico" op 19 Mei 1.1. in de haven van New-
York.
De gezagvoerder legde de volgende verkla
ring af:
Het stoomschip „Veendam", van de Ned.-
Amerik. Stoom vaart-Mij. te Rotterdam, is op
19 Mei 1.1. met een volle lading graan en
stukgoederen, met de post en ongeveer 475
passagiers, bemand met 279 man, van New-
York vertrokken, nadat het vertrek tot 11 u.
48 min. v.m. wegens mist uitgesteld was.
We stoomden na slaags te liggen met afwis
selende vaart de rivier af.
Zonder dat er iets buitengewoons plaats
had, zagen we te 12 u. 38 min. een mistbank
bü Staten Island, we minderden vaart en
kwamen te 12 u. 54 min. in de nabijheid
van Staten Island in acht vadem ten anker
en lagen daarna voor de eb achter het anker
gestrekt. We gaven mistseinen volgens voor
schrift.
Na eenige minuten ten anker te hebben
gelegen, zagen we door den mist heen een
stoomschip aan bakboord met veel vaart
loodrecht op ons schip, in de richting van
de brug, op ons aankomen. Het behield koers
en vaart, totdat een aanvaring onvermijdelijk
was. We hadden de machine gereed en ik heb
nog even met S.B.-machine volle kracht voor
uit gedraaid aan het anker, doch we konden
niet voorkomen, dat het Amerikaansche
stoomschip „Portorico" ons te 1 u. 2 min. ter
hoogte van de machinekamer aanvoer, waar
door veel schade boven en onder de waterlijn
aan ons schip werd veroorzaakt. By onder
zoek bleek, dat de machinekamer veel water
maakte en zich weldra geheel vulde. We
sloten onmiddellijk de waterdichte deuren en
peilden voortdurend de ruimen.
Door het onder water loopen der dynamo's
ging het licht uit, doch door den noodmdtor
op het achterschip konden wij het licht laten
branden en de noodreservepomp, die buiten
de machinekamer staat, door den stroom van
den motor op het achterschip het water uit
het schip, dat op enkele plaatsen door de
schotten drong, lens halen.
We hebben terstond na de aanvaring nog
getracht door een stalen runner een presen-
ning voor het gat in de machinekamer te
trekken, doch konden dat gat niet sppedig
genoeg ontdekken, zoodat de machinekamer
volliep, voordat wij met ons kleed iets hadden
bereikt.
Ik heb terstond na de aanvaring alle maat
regelen genomen om schip en lading te ber
gen en in het droogdok te brengen.
Na het anker geslipt te hebben, zy'n wij na
veel voorzorgsmaatregelen na eerst het los
sen van de lading en het dichten van het lek,
25 Mei in het droogdok opgenomen. De
schade aan de werktuigen was enorm en het
is dan ook alleen aan het groote uithoudings
vermogen en het intens werken en op hun
post zyn van den machinist met zijn staf te
danken, dat wy weder op den zoolang te
voren vastgestelden vertrekdatum op 16 Juni
met een volle lading na gehouden proeftocht,
onze reis naar Rotterdam konden aanvaar
den.
De oorzaak van de aanvaring is het Ame
rikaansche s.s. „Portorico", dat zeer onvoor
zichtig in den mist, tusschen ten anker lig
gende schepen door, met zooveel vaart ma
noeuvreerde. Van zijn mistslgnaal hebben
wy niets gehoord, terwijl wy het wel op drie
kwart mijl afstand zagen aankomen.
Vervolgens werd gehoord de hoofdmachi
nist, die verklaarde, dat hij beneden was ge
weest tot na het ankeren. Nog maar juist
boven zynde, werd hy gewaarschuwd, dat een
aanvaring dreigde. Hy snelde naar beneden.
Toen hy op den rooster kwam, had de aan
varing plaats, met het gevolg, dat een groote
hoeveelheid water aan bakboord over de dy.
namo aldaar heen stroomde, overbelast werd
en uitsloeg. Even daarna sloeg ook de S.B.'
dynamo uit en zat men in het donker. Ter
stond is de reserve bijgezet door den Diesel
motor op het achterdek, waardoor het licht
weer brandde en de waterdichte deuren ge
sloten konden worden. Oogenblikkeiyk na de
ramp zond getuige een electricien met motor
man en een 4en machinist naar den Diesel
motor, zoodat men in een ommezien weer
stroom had. Getuige had het ketelruim ook
door de deuren dichtgesloten, doch lekkage
van pypen en dergehjke konden niet voor
komen dat er water in het ketelruim kwam,
doch niet tot aan den ketel. Met de reserve-
pomp in de tunnel kon hij water door mid
del van een slang uit de tunnel halen, door
dat de lekkage in het achterschip ruim IV
in de tunnel gebracht kon worden, zoodat
met die pomp voorkomen is dat ruim IV
door lekkage in het schot volliep.
Dit waren de voorloopige maatregelen om
te voorkomeh, dat het schip zou zinken. In
een ommezien was de machinekamer veran
derd in een groote ruïne door de groote hoe
veelheid blnnenstroomend water.
Toen later de bekomen schade aan het
schip opgenomen kon worden, bleek, dat de
B.B.-uitlaat circulatie-afsluiter geheel van de
huid en de püp afgedrukt was en achterover
gevallen, een plaat ter plaatse was 11" in
gezet en gescheurd op verschillende plaatsen,
terwyi vier spanten gebroken waren; te za-
men was het gat in de huid ongeveer 22" X
17" en de platen over vier spanten los van
elkander, nagels waren los, enz. Het schip
is driemaal door het andere schip aangeva
ren en op verschillende plaatsen zwaar be
schadigd.
In New-York is de schade aan de werk
tuigen zoodanig gerepareerd, dat het schip
veilig de reis op den vastgestelden datum
kon aanvaarden. De reis is ook goed verloo-
pen en men is op tijd aangekomen.
Gezagvoerder en eerste stuurman bevestig
den de afgelegde verklaringen, waarna de
hoofdinspecteur voor de Scheepvaart als zijn
oordeel uitsprak, dat de „Veendam" geen
schuld aan de aanvaring heeft en dat de
daarna genomen maatregelen in alle opzich
ten zeer voldoende zyn geweest.
Alleen wenschte de hoofdinspecteur een
opmerking te maken. Het is begrypelijk, dat
men, wanneer men op klaarlichten dag op
de brug staat en dan een sclnp op driekwart
myi recht op je ziet aanstevenen, overtuigd
Is, dat het schip achter je om zal gaan en
niet zoo gek zal wezen tegen je op te loopen.
Evenwel rekening houdende met de om
standigheid, dat de gezagvoerder het schip,
dat een zevenmyisvaart had, een dikke vijf
minuten op zich heeft zien afkomen, had de
hoofdinspecteur het wenscheiyk gevonden als
h(j de waterdichte deuren had doen sluiten.
Misschien was het wenschelijk geweest als hij
Aanmerkelyke daling van het aantal
veroordeelden wegens eenvoudigen
diefstal
Volgens de zoo juist bij het Centraal Bu
reau voor de Statistiek als afzonderiykej
publicatie verschenen Crimineele Statistiek
over 1926, is de gerechteiyke geconstateerde
criminaliteit in dat jaar wat betreft de
strafbare feiten, die in eersten aanleg door
de arrondissements-rechtbanken worden
berecht, gedaald. Het aantal onherroepelijke
veroordeeiingen bedroeg in 1926 21.827 tegen
22.235 in 1925 of resp. 29.2 en 30.2 per
10.000 inwoners. Wanneer uitgeschakeld
worden de onherroepeiyke veroordeelingen
inzake de in 194 in werking getreden Rij
wielbelastingwet is de teruggang in de cij
fers van 1926 van meer be teekenis; het aan
tal onherroepeiyke veroordeelingen bedraagt
dan 21.553 voor 1925, 20.574 voor 1926, per
10.000 inwoners resp. 29.3 en 27.6.
Over de reeks van Jaren vertoont de cri
minaliteit (zonder in de laatste jaren de
Rijwielbelastingovertredingen mèe te tellen,
de volgende beweging: vanaf het topjaar
1918 (relatief cyfer 61.3) daling tot en
met het jaar 1922 (28.3), een kleine sty ging
in 1923 (29.3), een ongeveer gelijk blijven in
1924 en 1925, en in 1926 een daling beneden
het laagste cyfer na den oorlogstyd (1922:
28.3, 1926: 27.6). In 1905 werd een bijna ge-
ïyk cyfer aangetroffen namelijk 27.5.
Bij de specificatie der veroordeelingen naai
de speciale delicten trekt vooral de aandacht
de aanmerkelijke daling van het aantal ver
oordeelingen wegens eenvoudigen diefstal:
voor 1925 bedroeg dit aantal 3.338, voor 1926:
2.948 of 390 minder (per 10.000 Inwoners
resp. 45.3 en 39.5). By dit delict is opvallend
de vermindering van het aantal veroordee
iingen in 1926, die het feit pleegden in Rot
terdam (per 100.000 inwoners 1925; 46.9, 1926;
31.6) en de vermeerdering voor Den Haag
(1925: 25.3; 1926: 40.9); wel zyn in laatst
genoemde gemeente in 1926 de cijfers van de
veroordeelden wegens de overige economi
sche delicten beduidend kleiner geworden,
vooral wegens verduistering en verduiste
ring in beroep (1925; 28.4; 1926: 13.1).
Wat de opgelegde straffen betreft, valt
wederom een vermindering van de toepas
sing van de gevangenisstraf te constatee-
ren; deze straffen maken thans nog
slechts 30 pet. uit van de opgelegde hoofd
straffen (in 1917: 56 pCt.) In 60.9 pCt. der
gevallen werd geldboete opgelegd.
Voorwaardelijke veroordeeling vond in
1926 minder toepassing dan een jaar te vo
ren; 7.8 pCt. der straffen werd in 1926 voor
waardelijk uitgesproken tegen 9.1 pCt. in
1925. De gunstige afloop der voorwaardelijke
veroordeeiingen is over het algemeen dalen
de, in 1926 eindigden bij de misdryven 87.8
pCt. der gevallen gunstig, in 1925: 89.7.
Het aantal gevallen van onherroepeiyke
schuldigverklaring terzake van delicten, die
door den kantonrechter worden berecht,
bedroeg in 1926: 191.674 tegen 216.743 in
1925. Daarentegen bedroeg het aantal voor
komingen der vervolging (ar. 74 W. v. Str.)
in 1926: 95.997 tegen 61.475 in 1925.
De meeste overtredingen betroffen de Mo
tor- en Rij wiel wet: in 1926 60.121 schuldig
verklaringen en 35.092 voorkomingen der
vervolging. Deze getallen samengesteld en in
verband gebracht met het aantal inwoners
geeft tot resultaat, dat per 100 inwoners in
19261.27 overtreding leidde tot schuldigver
klaring of vooruitbetaling van boete.
Het aantal gerechtelijk geconstateerde
levensberoovingen door misdrijf is in 1923
toegenomen (1925: 51; 1926: 58.)
Ten aanzien van de gerechtelijk gecon
stateerde zelfmoorden kan van een bepaalde
neiging tot vermeerdering of vermindering
in de laatste jaren niet gesproken worden;
in 1926 bedroeg het aantal 566 of 75.8 per
millioen inwoners.
Bekroningen
Gisterenmiddag zyn df uitslagen van het
Olympisch kunsttournooi' bekend geworden.
Deze luiden als volgt:
A. Architectonische concepties: I. J. Wils,
Olympisch Stadion te Amsterdam, Neder
land; II. M. Mindedal-Rasmussen, zwem
bassin te Ollerup. Denemarken; lil. J-
Lambert, stadion te Versailles, Frankrijk.
B. projecten van stads-architectuur: I. Hen-
sel, Stadion te Neurenberg, Duitscliland;
II. J. Lambert, Stadion te Versailles, Frank
rijk; III. M Lauger, Gemeentelijk park te
Hamburg, Duitschland.
Literatuur
A. Lyrisch en beschouwend werk: I. K.
Wierzinsky, „Laur Olimpijski", Polen; II.
R. Binding, „Reitvorschrift fur eine Ge-
liebte", Duitschland; III. J. Weltzer, „Sym-
phonia Heroïca", Denemarken,
B. Dramatisch werk. Eerste prys niet toege
kend; II. L. de Bosis, „Icama", Italië, Derde
prijs niet toegekend.
C. Epische werken: I. Dr. F. Mozö „His-
toire des Jeux Olympiques", Hongarije;
II. E. Weiss, „Boëtius van Orlamünde,
Duitschland; III. C.enM. Scharten-Antlnk,
De Nar in de Marommen, Nederland.
Muziek
A. Compositie voor zang. Geen prys toe
gekend.
B. Instrumentale composities. Geen prys
toegekend.
C. Composities voor orkest. Eerste en
tweede prys niet toegekend; III. R. Simon
sen, „Symphonie no. 2, Hellas". Denemar
ken.
Schilderkunst
A. Schilderijen: I. Is. Israels, no. 471 van
den Catalogus, Nederland; II. Mme L.
Krlght, no. 323, Engeland: n. W. Kleum,
no. 28, Duitschland.
B. Teekeningen: I. J. Jacoby, no. 425,
Luxemburg; II. A. Virot, no. 256, Frankrijk;
III. M. Skoczylas, no. 549—552, Polen.
C. Graphiek: I. W. Nicholson, no. 332,
Engeland; II. C. Moos, no. 567—571, Zwit
serland; III. M. Feldbauer, no. 12, Duitsch
land.
Beeldhouwkunst
A. Vry beeldhouwwerk; I. P- Landowski,
No. 639a, Frankrijk; II. M .Martin No. 578,
Zwitserland: III. Mme R. Sintenis, No. 76,
Duitschland.
B. Reliefs en medaljes: I. E. Grienauer,
No. 115. Oostenrijk; II. C, J. van der Hoef
In het „Journal de la Grotte de Lourdes"
wordt melding gemaakt van een merkwaar
dige genezing van een Fransch meisje.
Het relaas van deze genezing luidt als
volgt:
Odette Soumagnac, oud 15 jaar, was sinds
twee maanden ten prooi aan een vreeselijke
ziekte, welke in den regei slechts zeer wei
nig hoop laat aan degenen, die zy tot haar
slachtoffers maakt en welke in die slacht
offers overigens, als ze hen niet doodt, voor
heel hun leven kenteekenen nalaat: de en
cephalitis.
De eerste aanvallen van de ziekte datee
ren van de maand Januari van dit jaar. Zij
openbaarden zich door dofheid in het
hoofd, die by tusschenpoozen haar gezichts
vermogen befloerste; verder door gebrek
aan eetlust en groote zwakte.
Voordat zij op het ziekbed geworpen werd,
was er besloten, dat Odette deel zou nemen
aan de diocesane bedevaart van Autun. Zy
voelde zich gelukkig by de gedachte, een
plaats te mogen innemen onder de meisjes
van de „Fédération Jeanne d'Arc" in de
schoone processie van Lourdes.
Doch, zie, de schoone droom bleek niet
te verwezenlijken; de encephalitis kluisterde
haar aan het bed
Ontroostbaar kent haar familie geen an
dere toevlucht dan tot de zoo machtige
goedheid van Onz« Lieve Vrouw van Lour
des. Zij vraagt aan de directie van de bede
vaart van Autun dat het kind onder oe
zieken, die deelnemen aan de bedevaart, zal
worden opgenomen.
De directie vraagt aan de familie om het
geneeskundig attest. De huisarts, dr. Vergez,
verklaart, dat de zieke niet kan en niet
m&g vervoerd worden naar Lourdes; hij
zegt, dat men haar beter naar het zieken
huis van Macon kan vervoeren, dan met de
bsdGv&flrt
Daarop weigert de directie der bedevaart
van Autun haar mee te nemen.
De moeder van het meisje blijft echter
nog maar aandringen. Dr. Pieard, die bij de
bedevaart van Autun zal worden ingedeeld,
gaat nu naar de zieke, die hij in gezelschap
van dr. Vergez bezoekt.
Beide doctoren zyn eenstemmig m hun
verklaring, dat men de grootste onvoorzich
tigheid zou begaan, wanneer men de arme
zieke zou laten reizen.
De bedevaart-directie weigert nu defini
tief haar mede te nemen. Doch de moeder
Iaat zich niet afschrikken. Zy wil toch naar
Lourdes vertrekken met haar dochtertje en
wel op eigen kosten en, zich toevertrouwend
aan de zorgen der goddelijke Voorzienig
heid. neemt zy den gewonen trein naar
Lourdes. De stationsbeambten toonen zich
zeer beminnelyk en hulpvaardig. Zij leggen
de zieke op een bank neer.
Te Lyon laat de stationschef naar het
station Avignon telefoneeren, dat men een
compartiment van den Pyreneeën-trein voor
de zieke en haar moeder moet reserveeren.
Daar ter plaatse zijn de beambten zoo
vriendelijk, om een brancard te halen ten
einde de zieke te vervoeren, die zij in hes
gereserveerde compartiment onderbrengen.
Men is waarlyk een en al beminnelijkheid.
Van Sèfe af doorstaat het kind, op de
bank uitgestrekt, het hoofd rustend op de
knieën harer moeder, pen waar martelaar
schap; ondraagiyke smarten doen haar ge
durende drie uren van de reis luide kreten
slaken. De arme moeder vraagt zich af, of
zij geen doode naar de lieve Maagd van
Lourdes gaat brengen.
Zij heeft het eerste Communiekleed van
haar kind, de insignes van de „Fédération
Jeanne d'Arc" en witte kousen voor het
doodstoilet van haar dochtertje meegeno
men, ingeval de hemel haar genezing niet
zalig en goed zou oordeelen.
Intusschen echter treedt er kalmte in en
het vertrouwen herleeft in het hart der
moeder.
Den 25sen Juli 's morgens eindelijk komt
zij aan het station Lourdes aan, twee uren
vóór den specialen trein uit Autun.
De diensdoende „hospitallers" zyn slechts
aanwezig voor het wegdragen der zieken uit
den pelgrimstreln. Maar zoodra zy deze on
verwachte zieke bemerken, komen zy nader
en met de beminnelijkheid, die hen ken
merkt, dragen zij haar om 5 uur 's morgens
naar het „Hópital de Notre Dame des
Douleurs", waar zij verwacht werd.
Eenige uren later wordt zij naar de grot
gedragen en van de grot naar de Piscines.
De dames „hospitalières" zijn door mede
lijden bewogen bij het zien van dit kind
met haar opgetrokken ledematen, haar af
gewende oogen, die lichtschuw zijn,
Zy dompelen haar tamelijk lang in het
water der grot. Plotseling zegt het kind: ,,Ik
ben genezen!"
Men roept dr. Picard, wiens verbazing
men licht kan begrijpen, als hij het kind
rechtop staande ziet, en die onthutst is over
deze wending van de ziekte, die hy zelf ge-
diagnoseerd heeft, Hy wist niet, dat het
kind te lourdes w«s.
In den morgen van 26 Juli is Odette door
het Bureau der medische constateeringen
onderzocht, dat de genezing erkend heeft,
maar dat zooals gewoonlijk zich pas
definitief zal uitspeken. nadat de genezing
door een zeker tijdsverloop bevestigd is.
Bij stukloopen van huid en voeten,
doorzitten, zonnebrand en smetten; maar
vooral ook bij brand- en snijwonden,
ontvellingen en allerlei huidverwondingen
Onder bovenstaanden titel publiceert de
K.R.O. wederom een keurig uitgevoerd pro
pagandaboekje met vele foto's verlucht en
voorzien van interessante bijdragen. De
sympathieke voorzitter van den K.R.O. in
Nederland en van het „Bureau Catholique
International de Radiophonie" te Keulen,
pater L. H. Perquin O.P. heeft er een woord
vooraf in geschreven, waarin hy het volgen
de zegt:
„Als wy aan onze luisteraars en aan alle
katholieken in Nederland dit boekje aanbie
den, dan is het allereerst om hen aan te
sporen den K.R.O. te steunen met hun ge
negenheid en met hun geld. Want nu door
het aannemen der radiowet het heffen van
belasting' is uitgesloten, staat onze uitzending
voor het feit, dat zij alleen op eigen krach
ten is aangewezen.'
Goddank! Want dan behoeven wij niet
afhankelijk te zijn, noch van den staat, noch
van andere radio-groepen.
Goddang! Want dan kunnen wij uitleven
onze eigen cultuur en onbezwaard onze vleu
gelen reppen om op te stijgen tot die hoogten
waarop de katholieke levensbeschouwing, met
haar dogma, haar moraal, haar maatschap-
pyieer, haar beginselen van wetenschap en
kunst, zich verheffen kan
Goddank! Oók omdat nu ons katholiek
volk beter begrijpen zal, dat het een eere
plicht is zelf te zorgen voor die groote gave
Gods, welke ons in de radio geschonken is,
en welke letterlijk in vervulling brengt het
woord door Paulus geschreven in zijn brief
aan de Romeinen: „Hun geluid is over ge
heel de aarde uitgegaan en hunne woorden
tot het einde der wereld."
Voor ons staat thans de groote roeping:
die van het apostolaat in een geheel nieuwen
vorm en met geheel andere middelen. En
waar de stem van den prediker den enkeling
bereikte, en de pen van den schrijver de
meerderen, daar komt nu Gods geheimzin
nige kracht, werkend in de wondere natuur,
het ware en het goede en het schoone rond-
spreiden over geheele volkeren en in duizen
den zielen.
•Katholieken van Nederland, een nieuwe
Plicht roept u om in deze wereld verscheurd
door tweedracht en haat, de stem van den
grooten Vredevorst te doen weerklinken.
Langs onzichtbare paden snellen in duize
lingwekkende vaart de trillingen door den
aether naar de harten der menschen. Maakt
dat uw radio-omroep die harten binnen-
dringe, ze hervorme, ze ontvankelyk make
vpor Gods onverdiende genaden. Dat is het
heerlijke werk waarvoor wij u oproepen, en
dat de K.R.O. alléén verrichten kan als gy
hem helpt.
Wie voelt niet, dat wy met de radio staan
voor een gebeuren, dat ons voert naar pers
pectieven, waarover wij nog voor enkele jaren
zelfs niet zouden gedroomd hebben. Wie be-
grypt óók niet, dat wij, katholieken, vooral
cforir. dit wonder van technische wetenschap-
kunnen bereiken, wat voor ons vroeger een
afgesloten terrein was, en dat, helaas, wèl
open stond voor het kwaad van de wereld,
maar vry wel afgesloten was voor den invloed
van het goede.
De roeping van de radio? Het is de roeping
die ieder katholiek heeft in zijn eigen om
geving: „zoo schijne Uw licht voor de men
schen, opdat zij verheerlijken Uw Vader, Die
in de hemelen is" maar die nu het Licht
van Gods waarheid kan doen schijnen over
de ontelbaren, die in de duisternis zijn, om
hun schreden te gaan richten over de wegen
des vredes."
Prof. j. c. W. van de Wiel van het semi
narie Hageveld schryft over de kerkdienst-
uitzendingen. Over „Radio en Kunst" schrijft
Willem Nieuwenhuis, terwijl 'n bedrage van
pastoor L. J. Willenborg uit Bloemendaal
handelt over „Radio en onze zieken".
„Moge de radio", zoo schryft pastoor Wil
lenborg, „in geen ziekenkamer ontbreken
om de zieken te leeren hoopvol en blymoe-
dig de kostbare schat van hun lijden te dra
gen en te offeren aan God."
Verder bevat het boekje een bijdrage van
mr. T. J. Verschuur, over „Radio en poli
tiek", van den heer G. W. Kampschoër over
„Bond van Radioverenigingen", terwijl ten
slotte de leider van den Propagandadienst
van den K.R.O., de heer Jac. v. Munster over
dien propagandadienst het een en ander ver
telt.
Alles tezamen een propagandamiddel,
waarmede de K.R.O. voor den dag mag
komen en dat getuigt van de levenskracht
van onzen Katholieken Radio-omroep.
Naby Leeuwarden is de 40-jarige G. N.,
uit Achlum, toen zij den weg wilde over
steken, door een auto gevrepen en pe
tfood.
Te Kerkrade kwam dezer dagen een
mijnwerkersvrouw thuis. In de keuken zag
zij langs de kachelpyp een touw hangen.
Haar echtgenoot stelde een onderzoek in
en waarschuwde de politie. Het bleek, dat
het touw een lont was, welke naar een
kruitlading liep, die in den schoorsteen
was aangebracht.
Naar de daders wordt gezocht; men ver
moedt een wraakneming.
j Aneta seint uit Batavia:
1 Het „Bataviaasch Nieuwsblad" looft de re-
geering voor de rehabilitatie van ir. Meer-
tens, wiens weder-opneming in vasten dienst
nu dus slechts nog maar een quaestie van
tijd is. Daarmede heeft de regeering het
onbillyk karakter aan de onmatig zware
i straf ontnomen. Het blad stelt vast, dat het
dc regeering siert dat zy in deze aangele
genheid toegankelyk gebleken is voor de
critiek van de publieke opinie en aldus een
overwinning op zichzelve behaald heeft.
Het blad meent ten slotte thans ook voed
sel te moeten geven aan de hoop, dat nu
ook de assistent-resident Karsen en de con
troleur Veen (die destijds van Sumatra s
Westkust werden overgeplaatst) hun kans
nog zullen krijgen.
No. 503, Nederland; III. E. Scharff, No. 69,
de waterdichte deuren reeds te voren met het Duitschland. f
Draadloos werd d.d. 2 Aug. uit Londen
geseind
Het groote dryvende dok voor Singapore
is in twee gedeelten te Port-Said aangeko
men. Het dok zal den doortocht door het
Suez.kangal Zaterdavochtend vroeg aan
vangen. De dooltocht zal vier dagen duren,
maar de scheepvaart door het kanaal zal
slechts twaalf uren worden stopgezet. Het
dok zal te Kantora blijven liggen, waar
het kanaal breeder is en zal daarna door
het Ismajla- en het Bittermeer worden ge
sleept, waar den schepen zal worden toe
gestaan te passeeren. Er zullen tien sleep-
booten worden gebruikt.
De doortocht zal een moeilijk werk zyn,
want er zal ternauwernood vijftien voet
ruimte aan iedere zijde over zyn.
By de te Bathmen gehouden eindveiling
van het landgoed „De Poll" aldaar, werd
de masa niet getrokken.
Alle perceelen, behalve no. 10, een hee
renhuis in het dorp Bathmen, dat^ gekocht
was door den bewoner, den heer Vos, wer
den gegund.
Jammer is het voor het natuurschoon
van Bathmen, dat het houtgewas op per
ceelen 2 en 3, waaronder het mooie bosch
van „De Poll", zal worden gekapt. Geluk
kig werd het hout in het Traasterbosch
niet gegund.
Te Hoensbroek heoft bij den bouw van
een winkelpand aan de Akerstraat een ern.
stig ongeluk plaats gehad. Door het bre
ken van een der uiterste steigerhouten
viel de kunststeenkapper Hoedemakers uit
Born van een hoogte van circa 5 meter
op het trottoir. Hy werd bewusteloos en
hevig bloedend opgenomen. Een der rib
ben was in een Jong gedrongen. Nadat
geestelyke en geneeskundige hulp verleend
was, werd de man, die gehuwd is en vader
van 5 kinderen, per auto naar het zieken
huis te Sittard overgebracht. Zijn toestand
is bedenkelijk.
De politie nam den steiger in beslag.
Onder Zoetermeer-Zegwaard reed op den
Middelweg een 9-jarig knaapje, in gezel
schap van een neefje, naar de feestelyk-
heden te Stompwijk, toen hij bij het na
deren van een vrachtauto van defirma B.
uit Leiden het stuur kwijtraakte en tegen
den grasberm opreed.
Hij kwam hierdoor te vallen en geraakte
onder den auto. Ernstig gewond werd hij
in de woning van een dokter binnengedra
gen, vanwaar hy', nadat hem voorloopige
geneeskundige hulp was verleend, en hem
de H.H. Sacramenten der Stervenden wa
ren toegediend, naar de ouderlijke woning
is vervoerd. Kort na aankomst is het ven
tje overleden.
Op verzoek van de Permanente commissie
voor het houden der jaarlijksche kaatspar-
ty te Franeker, welke commissie dit jaar
haar 75-jarig bestaan herdacht, heeft de
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw,_ mr. J. B. Kan, de wedstryden te
Franeker twee uren bijgewoond.
De Minister, die tot nu toe het kaatsspel
niet gezien had, toonde groote belangstelling
en liet zich omtrent de spelregelen en het
verloop van het spel uitvoerig inlichten.
Tijdens de wedstrijden deelde de Minister
mede, dat de voorzitter der permanente com
missie, de 82-jarige heer Koopmans, be
noemd was tot ridder in de Oranje-Nassau-
orde. Deze mededeeling werd door 't be
stuur per „omroeper" aan de duizendkoppige
menigte bekend gemaakt, welke den voor
zitter lang en luid toejuichte.
In den middag ging de Minister, die ver
gezeld was van den heer Meyer de Vries,
rijks-inspecteur voor de werkverschaffing in
algemeenen dienst, naar de Boombergumer
Petten, een der ontginningen van de N. V.
Ontginnings-maatschappij „De Drie Provin
ciën". Onder voorlichting van den heer J. J.
G. <S. Falkena, Inspecteur voor de werkver
schaffing in Friesland, heeft de Minister de
Jhr. Ruys de Beerenbrouck-hoeve en de Mr.
J B. Kan-hoeve bezichtigd, benevens de
aangrenzende, reeds ontgonnen gronden. De
huurders der boerderyen, de heeren de Jong
de Adema, deelden 't gezelschap mede, dat
zij over de inrichting van de boerderyen, de
kwaliteit van den ontgonnen grond en de
tot nu toe verkregen resultaten zeer te
vreden waren.
Via Sneek verliet de Minister omstreed
zes uur de provincie Friesland-
Het gebeurde' te Rotterdam, vertelt de
„Msb." Daar wandelde op den Westzeedijk
een meneer, die een gramofoon torste. De
man hield het kostbare .stuk zorgvuldig on
der zyn jasje verborgen, voor zoover moge
lijk
Toen twee voorbygangers hem zagen, deed
de meneer plotseling wonderiyk. Hy ging
naar hen toe, ontblootte hoofd en gramofoon
en zei zoo iets als; „Hier, die is voor jullie",
waarna hy het ding ietwat schutterig over
reikte orn vervolgens in onbestemde richting
te verdwijnen.
De voorbygangers bekeken het geschenk,
dachten: ,,'t is een reuze-flelantroop of een
dief" en waarschuwden, omdat het laatste
hun nuchter bekeken het meest waar-
schynlijk voorkwam, den dienaar der wet,
die juist aan het surveilleeren was.
Deze wist den milden gever te achterhalen
en hem een verklaring te ontlokken.
De gramofoon bleek even te voren nog
standplaats te hebben gehad in de gemeente
opslagplaats voor onbeheerde inboedels aan
den Westzeedijk en was via den meneer, die
zich ontpopte als de 23-jarige J. J. S. in de
handen der voorbijgangers terecht gekomen.
S. kreeg een proces-verbaal wegens dief
stal.
Te Amsterdam botsten gisternacht twee
auto's op den hoek van de Stadhouders
kade en de Van Woustraat tegen elkaar. Een
der auto's vloog door den schok tegen een
juist passeerenden tramwagen van lijn 5,
waardoor een inzittende uit dien auto onder
de tram geraakte. De man liep verwondingen
op, zoodat overbrenging naar een der gast
huizen noodzakelijk werd geacht.
Een der auto's werd ernstig beschadigd.
Te Hatert bij Nijmegen zijn twee boerde
rijen aan den Mollenhutscheweg bewoond
door drie gezinnen, afgebrand. Een paard,
drie varkens en een koe kwamen om. Alles
was verzekerd.
Eenige vrouweiyke candidaten hebben
niettemin een aanvraag gedaan, om toege
laten te worden als advocaat aan het hof
van cassatie.
Het hof heeft het niet elegant gevonden
den dames 'n weigering thuis te sturen, maar
wenschte ze ook niet toe te laten. Om zich
uit die moeiiyke situatie te redden heeft men
aan de dames niet meegedeeld, dat zij vol
gens de bestaande regelen ontoelaatbaar
zijn, maar eenvoudig verzocht de benoodig-
de stukken in te dienen, waarvan het voor
naamste ishet militair dienstboek je.
Zulke oolijke oude heeren!
Volgens berichten uit Friesland heeft het
daar op sommige plaatsen gisternacht......
gevroren. En dat in Augustus!
De vrouwelijke advocaten zullen in het
Parijsche paleis van Justitie in afzienbaren
tyd zoo talryk zijn als de mannelijke.
De raad van state en het hof van cassa
tie zijn eenter tot nog toe voor de damés met
toga gesloten gebleven.
Het trok de opmerkzaamheid van het
publiek, dat zich een mooie auto op ver
schillende dagen had bevonden onder de
aan Kerkrade grenzende gemeente Merk-
stein, midden tusschen de korenvelden.
Toen deze week tfe auto weer werd ge
zien, een nog nieuwe Adler, werdén de land-
jagers gewaarschuwd, die aanstonds op on
derzoek togen, door de graanakkers slopen
en onbemerkt den auto wisten te naderen.
In den auto zaten drie verraste pefsonen.
Een hunner kon vluchten doch twee zijner
kameraden werden gearresteerd, ze waren
met revolvers en inbrekerswerktuigen be
wapend. Beiden werden, zwaar geboeid, naar
een arrestantenlokaal overgebracht. Het on
derzoek wees uit, dat de auto te Dusseldorf
gestolen was, op 20 Juli en dat de gearres
teerden beruchte inbrekers zijn, die meer
malen in de gevangenis hebben vertoefd.
Ondanks het meest uitgebreide onderzoek
is de voortvluchtige nog niet kunnen worden
achterhaald. De autodieven worden verdacht
debet te zyn aan de talloos vele nachtelijke
diefstallen met braak in de Duitsche grens
gemeenten gepleegd. Of zy ook schuldig zijn
aan de diefstallen te Kerkrade en andere
Nederl. grensgemeenten, kan wellicht nog
uit het voortgezet onderzoek blijken.
Men schrijft uit Londen aan het „Vad.":
De diensten, die de electriciteit aan de
menschheid kan bewyzen, schijnen waarlijk
onbegrensd te zijn. Een professor in Enge
land heeft nu een electrisch middel gevon
den om jongens te leeren schrijven. De
professor had eens een leerling, die bij
zondere schranderheid toonde in gesprek
en mondelinge lessen, maar wiens huis- en
schriftelijk schoolwerk eenvoudig hopeloos
was. De oorzaak van dit contrast ligt in het
feit, dat hy de pen niet kon hanteeren.
Schryven was hem een gruwel en een gees
telijke marteling. De jongen drukte zoo hard
op zyn pen, hield haar zoo styf vast en
kraste zoo deerlyk, dat zyn hand doodmoe
was aan het einde van een regel. Om den
knaap van deze ernstige tekortkoming te ge
nezen, kreeg hy aparte lessen, waarbij een
door den professor uitgedacht electrisch toe
stelletje dienst deed. De stalen pen, waar
mede de jongen schreef, had electrische ean-
tacten, die de schryver een electrischen
schok in zyn nek kreeg, indien hy te hard
op de pen drukte. Bovendien bewerkte het
toestelletje, dat regelmaat en orde in het
schryven werden bevorderd. Het schrijfblad
was glad carton, waarin twee evenwijdige
metalen lynen waren gelegd. Tusschen die
lijnen moest de Jongen zijn letters vormen.
Wanneer de pen een der lynen raakte, ont
stond een zoemend geluid. Wanneer hij te
ver over de schreef ging, luidde een belle
tje. Aldus leerde de jongen voortreffelijk
zijn handspieren beheerschen en goede let
ters vormen.
De professor weet niet, of het toestelletje
algemeen in gebruik kan worden genomen.
Maar in dit byzondere geval voldeed het
prachtig. De jongen ontwikkelde zich tot
een voortreffelijk leerling en bezocht later
met succes de universiteit.
De collectie in Burger's Direnpark te Arn
hem is onlangs vermeerderd met een paar
volwassen Struisvogels, mannetje en wyfje, 'n
prachtig span, dat veel aandacht trekt.
Dezer dagen heeft, meldt de N. A. Ct., het
wyfje in haar kooi door onopgehelderde oor
zaak haar poot gebroken even onder de knie.
De dierenarts werd te hulp geroepen, die
nadat vyf man met vereende krachten het
sterke dier hadden overmeesterd een stevig
gipsverband om de, een pols dikken poot, leg
de.
Den volgenden morgen bleek de vogel haar
geheele verband te hebben afgerukt.
Opnieuw werd de dierenarts te hulp geroe
pen, die als de eenig overbiyvende oplossing
noemdeeen kunstbeen.
De poot, die gedeeltelijk versplinterd was is
het dier bovenaan afgezet en over enkele da
gen zal daarvoor ln de plaats een aluminium-
kunstbeen worden aangebracht.
Zoodat het publiek binnenkort in Burgers'
Dierenpark een struisvogel zal zien paradee
ren met één natuurlijken en één kunstpoot.
Men kan zich de vreemde gewaarwording
indenken van iemand, die na jaren blind
te zijn geweest, plotseling zien kan. Deze
sensatie heeft een achttienjarig meisje
doorleefd in Ohio, dat door een oogarts
het gezichtsvermogen terugkreeg, dat zij
sinds haar geboorte moest missen. Het
meisje dacht, dat alles wat zy zag, dichtbij
was, zoodat zij het grijpen kon, evenals een
klein kind de pinkelende sterretjes aan den
hemel meent te kunnen pakken.
Alle voorwerpen zag ze vlak bij, zoodat
ze meende overal tegen aan te loopen.
Toen men haar voor de eerste maal alleen
liet gaan, sloot ze onbewust de oogen en
verliet zich weer op haar tastzin.
Voorzichtig liep zij heen omd'e schuin
de kamer binnenvallende zonnestralen,
die zy voor tastbare voorwerpen hield.
Uren lang stond zy voor den spiegel in
bewondering over haar eigen uiterlijk en
de kleur van haar en oogen.
Bij een autotocht door de stad werd het
gelukkige kind nog meer verrast door ai
de omringende dingen, die ze in éen dui
zelingwekkende opeenvolging in haar ge
zichtskring moest opnemen. De wielen van
voorbyrydende auto's leken haar in de
lucht te zweven. De boomen en huizen
schenen haar groote, dreigende reuzen.
Den allergrootsten angst voelde zy voor
de schemering, daar zij den eeuwigen nacht
weer vreesde in te zullen gaan, waarin ï.y
altijd had geleefd.