Rechtszaken Gemengd Nieuws PUROL er op! MIJNHARDT'S DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 3 De aanvaring van het s.s. „Veendam" bij de Amerikaansche kust De criminaliteit in 1926 KUNST EN KENNIS Het Olympisch Kunsttornooi KERKNIEUWS Merkwaardige genezing te Lourdes Een 15-jarig meisje plotseling van encephalitis genezen Het verzacht en geneest RADIO-NIEUWS „Een Katholieke radio uitzender waarborgt ons de K. R. O." Overreden en gedood Een kruitlading in den schoorsteen UIT ONZE OOST I Het geval-Meertens Hoofdpijn-Tabletten 60^ Laxeer-Tabletten 60 ct Zenuw-Tabletten. .75 ct Staal-Tabletten 90 ct Maag-Tabletten 75 ct Bij Apoth.. en Drogisten Met het groote dok naar Singapore Verdwijnend natuurschoon Ernstige val Het stuur kwijt geraakt BINNENLANDSCH NIEUWS. Minister Kan op reis Het zonderling geschenk Een gecompliceerde botsing Twee boerderijen afgebrand En dat in Augustus Zulke oolijke oude heeren Een goede vangst Wat electriciteit vermag Een struisvogel met een kunstbeen Hoe een genezen blinde de de wereld ziet' r oog op den zwaren mist had doen sluiten. Als men bij mist met waterdichte deuren vaart, zal dit de ongelukken verminderen of voorkomen. De Raad zal later uitspraak doen. Het onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart De Raad voor de Scheepvaart heeft giste ren een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de aanvaring van het s.s. „Veendam" met het Amerikaansche sto'omschip „Porto- rico" op 19 Mei 1.1. in de haven van New- York. De gezagvoerder legde de volgende verkla ring af: Het stoomschip „Veendam", van de Ned.- Amerik. Stoom vaart-Mij. te Rotterdam, is op 19 Mei 1.1. met een volle lading graan en stukgoederen, met de post en ongeveer 475 passagiers, bemand met 279 man, van New- York vertrokken, nadat het vertrek tot 11 u. 48 min. v.m. wegens mist uitgesteld was. We stoomden na slaags te liggen met afwis selende vaart de rivier af. Zonder dat er iets buitengewoons plaats had, zagen we te 12 u. 38 min. een mistbank bü Staten Island, we minderden vaart en kwamen te 12 u. 54 min. in de nabijheid van Staten Island in acht vadem ten anker en lagen daarna voor de eb achter het anker gestrekt. We gaven mistseinen volgens voor schrift. Na eenige minuten ten anker te hebben gelegen, zagen we door den mist heen een stoomschip aan bakboord met veel vaart loodrecht op ons schip, in de richting van de brug, op ons aankomen. Het behield koers en vaart, totdat een aanvaring onvermijdelijk was. We hadden de machine gereed en ik heb nog even met S.B.-machine volle kracht voor uit gedraaid aan het anker, doch we konden niet voorkomen, dat het Amerikaansche stoomschip „Portorico" ons te 1 u. 2 min. ter hoogte van de machinekamer aanvoer, waar door veel schade boven en onder de waterlijn aan ons schip werd veroorzaakt. By onder zoek bleek, dat de machinekamer veel water maakte en zich weldra geheel vulde. We sloten onmiddellijk de waterdichte deuren en peilden voortdurend de ruimen. Door het onder water loopen der dynamo's ging het licht uit, doch door den noodmdtor op het achterschip konden wij het licht laten branden en de noodreservepomp, die buiten de machinekamer staat, door den stroom van den motor op het achterschip het water uit het schip, dat op enkele plaatsen door de schotten drong, lens halen. We hebben terstond na de aanvaring nog getracht door een stalen runner een presen- ning voor het gat in de machinekamer te trekken, doch konden dat gat niet sppedig genoeg ontdekken, zoodat de machinekamer volliep, voordat wij met ons kleed iets hadden bereikt. Ik heb terstond na de aanvaring alle maat regelen genomen om schip en lading te ber gen en in het droogdok te brengen. Na het anker geslipt te hebben, zy'n wij na veel voorzorgsmaatregelen na eerst het los sen van de lading en het dichten van het lek, 25 Mei in het droogdok opgenomen. De schade aan de werktuigen was enorm en het is dan ook alleen aan het groote uithoudings vermogen en het intens werken en op hun post zyn van den machinist met zijn staf te danken, dat wy weder op den zoolang te voren vastgestelden vertrekdatum op 16 Juni met een volle lading na gehouden proeftocht, onze reis naar Rotterdam konden aanvaar den. De oorzaak van de aanvaring is het Ame rikaansche s.s. „Portorico", dat zeer onvoor zichtig in den mist, tusschen ten anker lig gende schepen door, met zooveel vaart ma noeuvreerde. Van zijn mistslgnaal hebben wy niets gehoord, terwijl wy het wel op drie kwart mijl afstand zagen aankomen. Vervolgens werd gehoord de hoofdmachi nist, die verklaarde, dat hij beneden was ge weest tot na het ankeren. Nog maar juist boven zynde, werd hy gewaarschuwd, dat een aanvaring dreigde. Hy snelde naar beneden. Toen hy op den rooster kwam, had de aan varing plaats, met het gevolg, dat een groote hoeveelheid water aan bakboord over de dy. namo aldaar heen stroomde, overbelast werd en uitsloeg. Even daarna sloeg ook de S.B.' dynamo uit en zat men in het donker. Ter stond is de reserve bijgezet door den Diesel motor op het achterdek, waardoor het licht weer brandde en de waterdichte deuren ge sloten konden worden. Oogenblikkeiyk na de ramp zond getuige een electricien met motor man en een 4en machinist naar den Diesel motor, zoodat men in een ommezien weer stroom had. Getuige had het ketelruim ook door de deuren dichtgesloten, doch lekkage van pypen en dergehjke konden niet voor komen dat er water in het ketelruim kwam, doch niet tot aan den ketel. Met de reserve- pomp in de tunnel kon hij water door mid del van een slang uit de tunnel halen, door dat de lekkage in het achterschip ruim IV in de tunnel gebracht kon worden, zoodat met die pomp voorkomen is dat ruim IV door lekkage in het schot volliep. Dit waren de voorloopige maatregelen om te voorkomeh, dat het schip zou zinken. In een ommezien was de machinekamer veran derd in een groote ruïne door de groote hoe veelheid blnnenstroomend water. Toen later de bekomen schade aan het schip opgenomen kon worden, bleek, dat de B.B.-uitlaat circulatie-afsluiter geheel van de huid en de püp afgedrukt was en achterover gevallen, een plaat ter plaatse was 11" in gezet en gescheurd op verschillende plaatsen, terwyi vier spanten gebroken waren; te za- men was het gat in de huid ongeveer 22" X 17" en de platen over vier spanten los van elkander, nagels waren los, enz. Het schip is driemaal door het andere schip aangeva ren en op verschillende plaatsen zwaar be schadigd. In New-York is de schade aan de werk tuigen zoodanig gerepareerd, dat het schip veilig de reis op den vastgestelden datum kon aanvaarden. De reis is ook goed verloo- pen en men is op tijd aangekomen. Gezagvoerder en eerste stuurman bevestig den de afgelegde verklaringen, waarna de hoofdinspecteur voor de Scheepvaart als zijn oordeel uitsprak, dat de „Veendam" geen schuld aan de aanvaring heeft en dat de daarna genomen maatregelen in alle opzich ten zeer voldoende zyn geweest. Alleen wenschte de hoofdinspecteur een opmerking te maken. Het is begrypelijk, dat men, wanneer men op klaarlichten dag op de brug staat en dan een sclnp op driekwart myi recht op je ziet aanstevenen, overtuigd Is, dat het schip achter je om zal gaan en niet zoo gek zal wezen tegen je op te loopen. Evenwel rekening houdende met de om standigheid, dat de gezagvoerder het schip, dat een zevenmyisvaart had, een dikke vijf minuten op zich heeft zien afkomen, had de hoofdinspecteur het wenscheiyk gevonden als h(j de waterdichte deuren had doen sluiten. Misschien was het wenschelijk geweest als hij Aanmerkelyke daling van het aantal veroordeelden wegens eenvoudigen diefstal Volgens de zoo juist bij het Centraal Bu reau voor de Statistiek als afzonderiykej publicatie verschenen Crimineele Statistiek over 1926, is de gerechteiyke geconstateerde criminaliteit in dat jaar wat betreft de strafbare feiten, die in eersten aanleg door de arrondissements-rechtbanken worden berecht, gedaald. Het aantal onherroepelijke veroordeeiingen bedroeg in 1926 21.827 tegen 22.235 in 1925 of resp. 29.2 en 30.2 per 10.000 inwoners. Wanneer uitgeschakeld worden de onherroepeiyke veroordeelingen inzake de in 194 in werking getreden Rij wielbelastingwet is de teruggang in de cij fers van 1926 van meer be teekenis; het aan tal onherroepeiyke veroordeelingen bedraagt dan 21.553 voor 1925, 20.574 voor 1926, per 10.000 inwoners resp. 29.3 en 27.6. Over de reeks van Jaren vertoont de cri minaliteit (zonder in de laatste jaren de Rijwielbelastingovertredingen mèe te tellen, de volgende beweging: vanaf het topjaar 1918 (relatief cyfer 61.3) daling tot en met het jaar 1922 (28.3), een kleine sty ging in 1923 (29.3), een ongeveer gelijk blijven in 1924 en 1925, en in 1926 een daling beneden het laagste cyfer na den oorlogstyd (1922: 28.3, 1926: 27.6). In 1905 werd een bijna ge- ïyk cyfer aangetroffen namelijk 27.5. Bij de specificatie der veroordeelingen naai de speciale delicten trekt vooral de aandacht de aanmerkelijke daling van het aantal ver oordeelingen wegens eenvoudigen diefstal: voor 1925 bedroeg dit aantal 3.338, voor 1926: 2.948 of 390 minder (per 10.000 Inwoners resp. 45.3 en 39.5). By dit delict is opvallend de vermindering van het aantal veroordee iingen in 1926, die het feit pleegden in Rot terdam (per 100.000 inwoners 1925; 46.9, 1926; 31.6) en de vermeerdering voor Den Haag (1925: 25.3; 1926: 40.9); wel zyn in laatst genoemde gemeente in 1926 de cijfers van de veroordeelden wegens de overige economi sche delicten beduidend kleiner geworden, vooral wegens verduistering en verduiste ring in beroep (1925; 28.4; 1926: 13.1). Wat de opgelegde straffen betreft, valt wederom een vermindering van de toepas sing van de gevangenisstraf te constatee- ren; deze straffen maken thans nog slechts 30 pet. uit van de opgelegde hoofd straffen (in 1917: 56 pCt.) In 60.9 pCt. der gevallen werd geldboete opgelegd. Voorwaardelijke veroordeeling vond in 1926 minder toepassing dan een jaar te vo ren; 7.8 pCt. der straffen werd in 1926 voor waardelijk uitgesproken tegen 9.1 pCt. in 1925. De gunstige afloop der voorwaardelijke veroordeeiingen is over het algemeen dalen de, in 1926 eindigden bij de misdryven 87.8 pCt. der gevallen gunstig, in 1925: 89.7. Het aantal gevallen van onherroepeiyke schuldigverklaring terzake van delicten, die door den kantonrechter worden berecht, bedroeg in 1926: 191.674 tegen 216.743 in 1925. Daarentegen bedroeg het aantal voor komingen der vervolging (ar. 74 W. v. Str.) in 1926: 95.997 tegen 61.475 in 1925. De meeste overtredingen betroffen de Mo tor- en Rij wiel wet: in 1926 60.121 schuldig verklaringen en 35.092 voorkomingen der vervolging. Deze getallen samengesteld en in verband gebracht met het aantal inwoners geeft tot resultaat, dat per 100 inwoners in 19261.27 overtreding leidde tot schuldigver klaring of vooruitbetaling van boete. Het aantal gerechtelijk geconstateerde levensberoovingen door misdrijf is in 1923 toegenomen (1925: 51; 1926: 58.) Ten aanzien van de gerechtelijk gecon stateerde zelfmoorden kan van een bepaalde neiging tot vermeerdering of vermindering in de laatste jaren niet gesproken worden; in 1926 bedroeg het aantal 566 of 75.8 per millioen inwoners. Bekroningen Gisterenmiddag zyn df uitslagen van het Olympisch kunsttournooi' bekend geworden. Deze luiden als volgt: A. Architectonische concepties: I. J. Wils, Olympisch Stadion te Amsterdam, Neder land; II. M. Mindedal-Rasmussen, zwem bassin te Ollerup. Denemarken; lil. J- Lambert, stadion te Versailles, Frankrijk. B. projecten van stads-architectuur: I. Hen- sel, Stadion te Neurenberg, Duitscliland; II. J. Lambert, Stadion te Versailles, Frank rijk; III. M Lauger, Gemeentelijk park te Hamburg, Duitschland. Literatuur A. Lyrisch en beschouwend werk: I. K. Wierzinsky, „Laur Olimpijski", Polen; II. R. Binding, „Reitvorschrift fur eine Ge- liebte", Duitschland; III. J. Weltzer, „Sym- phonia Heroïca", Denemarken, B. Dramatisch werk. Eerste prys niet toege kend; II. L. de Bosis, „Icama", Italië, Derde prijs niet toegekend. C. Epische werken: I. Dr. F. Mozö „His- toire des Jeux Olympiques", Hongarije; II. E. Weiss, „Boëtius van Orlamünde, Duitschland; III. C.enM. Scharten-Antlnk, De Nar in de Marommen, Nederland. Muziek A. Compositie voor zang. Geen prys toe gekend. B. Instrumentale composities. Geen prys toegekend. C. Composities voor orkest. Eerste en tweede prys niet toegekend; III. R. Simon sen, „Symphonie no. 2, Hellas". Denemar ken. Schilderkunst A. Schilderijen: I. Is. Israels, no. 471 van den Catalogus, Nederland; II. Mme L. Krlght, no. 323, Engeland: n. W. Kleum, no. 28, Duitschland. B. Teekeningen: I. J. Jacoby, no. 425, Luxemburg; II. A. Virot, no. 256, Frankrijk; III. M. Skoczylas, no. 549—552, Polen. C. Graphiek: I. W. Nicholson, no. 332, Engeland; II. C. Moos, no. 567—571, Zwit serland; III. M. Feldbauer, no. 12, Duitsch land. Beeldhouwkunst A. Vry beeldhouwwerk; I. P- Landowski, No. 639a, Frankrijk; II. M .Martin No. 578, Zwitserland: III. Mme R. Sintenis, No. 76, Duitschland. B. Reliefs en medaljes: I. E. Grienauer, No. 115. Oostenrijk; II. C, J. van der Hoef In het „Journal de la Grotte de Lourdes" wordt melding gemaakt van een merkwaar dige genezing van een Fransch meisje. Het relaas van deze genezing luidt als volgt: Odette Soumagnac, oud 15 jaar, was sinds twee maanden ten prooi aan een vreeselijke ziekte, welke in den regei slechts zeer wei nig hoop laat aan degenen, die zy tot haar slachtoffers maakt en welke in die slacht offers overigens, als ze hen niet doodt, voor heel hun leven kenteekenen nalaat: de en cephalitis. De eerste aanvallen van de ziekte datee ren van de maand Januari van dit jaar. Zij openbaarden zich door dofheid in het hoofd, die by tusschenpoozen haar gezichts vermogen befloerste; verder door gebrek aan eetlust en groote zwakte. Voordat zij op het ziekbed geworpen werd, was er besloten, dat Odette deel zou nemen aan de diocesane bedevaart van Autun. Zy voelde zich gelukkig by de gedachte, een plaats te mogen innemen onder de meisjes van de „Fédération Jeanne d'Arc" in de schoone processie van Lourdes. Doch, zie, de schoone droom bleek niet te verwezenlijken; de encephalitis kluisterde haar aan het bed Ontroostbaar kent haar familie geen an dere toevlucht dan tot de zoo machtige goedheid van Onz« Lieve Vrouw van Lour des. Zij vraagt aan de directie van de bede vaart van Autun dat het kind onder oe zieken, die deelnemen aan de bedevaart, zal worden opgenomen. De directie vraagt aan de familie om het geneeskundig attest. De huisarts, dr. Vergez, verklaart, dat de zieke niet kan en niet m&g vervoerd worden naar Lourdes; hij zegt, dat men haar beter naar het zieken huis van Macon kan vervoeren, dan met de bsdGv&flrt Daarop weigert de directie der bedevaart van Autun haar mee te nemen. De moeder van het meisje blijft echter nog maar aandringen. Dr. Pieard, die bij de bedevaart van Autun zal worden ingedeeld, gaat nu naar de zieke, die hij in gezelschap van dr. Vergez bezoekt. Beide doctoren zyn eenstemmig m hun verklaring, dat men de grootste onvoorzich tigheid zou begaan, wanneer men de arme zieke zou laten reizen. De bedevaart-directie weigert nu defini tief haar mede te nemen. Doch de moeder Iaat zich niet afschrikken. Zy wil toch naar Lourdes vertrekken met haar dochtertje en wel op eigen kosten en, zich toevertrouwend aan de zorgen der goddelijke Voorzienig heid. neemt zy den gewonen trein naar Lourdes. De stationsbeambten toonen zich zeer beminnelyk en hulpvaardig. Zij leggen de zieke op een bank neer. Te Lyon laat de stationschef naar het station Avignon telefoneeren, dat men een compartiment van den Pyreneeën-trein voor de zieke en haar moeder moet reserveeren. Daar ter plaatse zijn de beambten zoo vriendelijk, om een brancard te halen ten einde de zieke te vervoeren, die zij in hes gereserveerde compartiment onderbrengen. Men is waarlyk een en al beminnelijkheid. Van Sèfe af doorstaat het kind, op de bank uitgestrekt, het hoofd rustend op de knieën harer moeder, pen waar martelaar schap; ondraagiyke smarten doen haar ge durende drie uren van de reis luide kreten slaken. De arme moeder vraagt zich af, of zij geen doode naar de lieve Maagd van Lourdes gaat brengen. Zij heeft het eerste Communiekleed van haar kind, de insignes van de „Fédération Jeanne d'Arc" en witte kousen voor het doodstoilet van haar dochtertje meegeno men, ingeval de hemel haar genezing niet zalig en goed zou oordeelen. Intusschen echter treedt er kalmte in en het vertrouwen herleeft in het hart der moeder. Den 25sen Juli 's morgens eindelijk komt zij aan het station Lourdes aan, twee uren vóór den specialen trein uit Autun. De diensdoende „hospitallers" zyn slechts aanwezig voor het wegdragen der zieken uit den pelgrimstreln. Maar zoodra zy deze on verwachte zieke bemerken, komen zy nader en met de beminnelijkheid, die hen ken merkt, dragen zij haar om 5 uur 's morgens naar het „Hópital de Notre Dame des Douleurs", waar zij verwacht werd. Eenige uren later wordt zij naar de grot gedragen en van de grot naar de Piscines. De dames „hospitalières" zijn door mede lijden bewogen bij het zien van dit kind met haar opgetrokken ledematen, haar af gewende oogen, die lichtschuw zijn, Zy dompelen haar tamelijk lang in het water der grot. Plotseling zegt het kind: ,,Ik ben genezen!" Men roept dr. Picard, wiens verbazing men licht kan begrijpen, als hij het kind rechtop staande ziet, en die onthutst is over deze wending van de ziekte, die hy zelf ge- diagnoseerd heeft, Hy wist niet, dat het kind te lourdes w«s. In den morgen van 26 Juli is Odette door het Bureau der medische constateeringen onderzocht, dat de genezing erkend heeft, maar dat zooals gewoonlijk zich pas definitief zal uitspeken. nadat de genezing door een zeker tijdsverloop bevestigd is. Bij stukloopen van huid en voeten, doorzitten, zonnebrand en smetten; maar vooral ook bij brand- en snijwonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen Onder bovenstaanden titel publiceert de K.R.O. wederom een keurig uitgevoerd pro pagandaboekje met vele foto's verlucht en voorzien van interessante bijdragen. De sympathieke voorzitter van den K.R.O. in Nederland en van het „Bureau Catholique International de Radiophonie" te Keulen, pater L. H. Perquin O.P. heeft er een woord vooraf in geschreven, waarin hy het volgen de zegt: „Als wy aan onze luisteraars en aan alle katholieken in Nederland dit boekje aanbie den, dan is het allereerst om hen aan te sporen den K.R.O. te steunen met hun ge negenheid en met hun geld. Want nu door het aannemen der radiowet het heffen van belasting' is uitgesloten, staat onze uitzending voor het feit, dat zij alleen op eigen krach ten is aangewezen.' Goddank! Want dan behoeven wij niet afhankelijk te zijn, noch van den staat, noch van andere radio-groepen. Goddang! Want dan kunnen wij uitleven onze eigen cultuur en onbezwaard onze vleu gelen reppen om op te stijgen tot die hoogten waarop de katholieke levensbeschouwing, met haar dogma, haar moraal, haar maatschap- pyieer, haar beginselen van wetenschap en kunst, zich verheffen kan Goddank! Oók omdat nu ons katholiek volk beter begrijpen zal, dat het een eere plicht is zelf te zorgen voor die groote gave Gods, welke ons in de radio geschonken is, en welke letterlijk in vervulling brengt het woord door Paulus geschreven in zijn brief aan de Romeinen: „Hun geluid is over ge heel de aarde uitgegaan en hunne woorden tot het einde der wereld." Voor ons staat thans de groote roeping: die van het apostolaat in een geheel nieuwen vorm en met geheel andere middelen. En waar de stem van den prediker den enkeling bereikte, en de pen van den schrijver de meerderen, daar komt nu Gods geheimzin nige kracht, werkend in de wondere natuur, het ware en het goede en het schoone rond- spreiden over geheele volkeren en in duizen den zielen. •Katholieken van Nederland, een nieuwe Plicht roept u om in deze wereld verscheurd door tweedracht en haat, de stem van den grooten Vredevorst te doen weerklinken. Langs onzichtbare paden snellen in duize lingwekkende vaart de trillingen door den aether naar de harten der menschen. Maakt dat uw radio-omroep die harten binnen- dringe, ze hervorme, ze ontvankelyk make vpor Gods onverdiende genaden. Dat is het heerlijke werk waarvoor wij u oproepen, en dat de K.R.O. alléén verrichten kan als gy hem helpt. Wie voelt niet, dat wy met de radio staan voor een gebeuren, dat ons voert naar pers pectieven, waarover wij nog voor enkele jaren zelfs niet zouden gedroomd hebben. Wie be- grypt óók niet, dat wij, katholieken, vooral cforir. dit wonder van technische wetenschap- kunnen bereiken, wat voor ons vroeger een afgesloten terrein was, en dat, helaas, wèl open stond voor het kwaad van de wereld, maar vry wel afgesloten was voor den invloed van het goede. De roeping van de radio? Het is de roeping die ieder katholiek heeft in zijn eigen om geving: „zoo schijne Uw licht voor de men schen, opdat zij verheerlijken Uw Vader, Die in de hemelen is" maar die nu het Licht van Gods waarheid kan doen schijnen over de ontelbaren, die in de duisternis zijn, om hun schreden te gaan richten over de wegen des vredes." Prof. j. c. W. van de Wiel van het semi narie Hageveld schryft over de kerkdienst- uitzendingen. Over „Radio en Kunst" schrijft Willem Nieuwenhuis, terwijl 'n bedrage van pastoor L. J. Willenborg uit Bloemendaal handelt over „Radio en onze zieken". „Moge de radio", zoo schryft pastoor Wil lenborg, „in geen ziekenkamer ontbreken om de zieken te leeren hoopvol en blymoe- dig de kostbare schat van hun lijden te dra gen en te offeren aan God." Verder bevat het boekje een bijdrage van mr. T. J. Verschuur, over „Radio en poli tiek", van den heer G. W. Kampschoër over „Bond van Radioverenigingen", terwijl ten slotte de leider van den Propagandadienst van den K.R.O., de heer Jac. v. Munster over dien propagandadienst het een en ander ver telt. Alles tezamen een propagandamiddel, waarmede de K.R.O. voor den dag mag komen en dat getuigt van de levenskracht van onzen Katholieken Radio-omroep. Naby Leeuwarden is de 40-jarige G. N., uit Achlum, toen zij den weg wilde over steken, door een auto gevrepen en pe tfood. Te Kerkrade kwam dezer dagen een mijnwerkersvrouw thuis. In de keuken zag zij langs de kachelpyp een touw hangen. Haar echtgenoot stelde een onderzoek in en waarschuwde de politie. Het bleek, dat het touw een lont was, welke naar een kruitlading liep, die in den schoorsteen was aangebracht. Naar de daders wordt gezocht; men ver moedt een wraakneming. j Aneta seint uit Batavia: 1 Het „Bataviaasch Nieuwsblad" looft de re- geering voor de rehabilitatie van ir. Meer- tens, wiens weder-opneming in vasten dienst nu dus slechts nog maar een quaestie van tijd is. Daarmede heeft de regeering het onbillyk karakter aan de onmatig zware i straf ontnomen. Het blad stelt vast, dat het dc regeering siert dat zy in deze aangele genheid toegankelyk gebleken is voor de critiek van de publieke opinie en aldus een overwinning op zichzelve behaald heeft. Het blad meent ten slotte thans ook voed sel te moeten geven aan de hoop, dat nu ook de assistent-resident Karsen en de con troleur Veen (die destijds van Sumatra s Westkust werden overgeplaatst) hun kans nog zullen krijgen. No. 503, Nederland; III. E. Scharff, No. 69, de waterdichte deuren reeds te voren met het Duitschland. f Draadloos werd d.d. 2 Aug. uit Londen geseind Het groote dryvende dok voor Singapore is in twee gedeelten te Port-Said aangeko men. Het dok zal den doortocht door het Suez.kangal Zaterdavochtend vroeg aan vangen. De dooltocht zal vier dagen duren, maar de scheepvaart door het kanaal zal slechts twaalf uren worden stopgezet. Het dok zal te Kantora blijven liggen, waar het kanaal breeder is en zal daarna door het Ismajla- en het Bittermeer worden ge sleept, waar den schepen zal worden toe gestaan te passeeren. Er zullen tien sleep- booten worden gebruikt. De doortocht zal een moeilijk werk zyn, want er zal ternauwernood vijftien voet ruimte aan iedere zijde over zyn. By de te Bathmen gehouden eindveiling van het landgoed „De Poll" aldaar, werd de masa niet getrokken. Alle perceelen, behalve no. 10, een hee renhuis in het dorp Bathmen, dat^ gekocht was door den bewoner, den heer Vos, wer den gegund. Jammer is het voor het natuurschoon van Bathmen, dat het houtgewas op per ceelen 2 en 3, waaronder het mooie bosch van „De Poll", zal worden gekapt. Geluk kig werd het hout in het Traasterbosch niet gegund. Te Hoensbroek heoft bij den bouw van een winkelpand aan de Akerstraat een ern. stig ongeluk plaats gehad. Door het bre ken van een der uiterste steigerhouten viel de kunststeenkapper Hoedemakers uit Born van een hoogte van circa 5 meter op het trottoir. Hy werd bewusteloos en hevig bloedend opgenomen. Een der rib ben was in een Jong gedrongen. Nadat geestelyke en geneeskundige hulp verleend was, werd de man, die gehuwd is en vader van 5 kinderen, per auto naar het zieken huis te Sittard overgebracht. Zijn toestand is bedenkelijk. De politie nam den steiger in beslag. Onder Zoetermeer-Zegwaard reed op den Middelweg een 9-jarig knaapje, in gezel schap van een neefje, naar de feestelyk- heden te Stompwijk, toen hij bij het na deren van een vrachtauto van defirma B. uit Leiden het stuur kwijtraakte en tegen den grasberm opreed. Hij kwam hierdoor te vallen en geraakte onder den auto. Ernstig gewond werd hij in de woning van een dokter binnengedra gen, vanwaar hy', nadat hem voorloopige geneeskundige hulp was verleend, en hem de H.H. Sacramenten der Stervenden wa ren toegediend, naar de ouderlijke woning is vervoerd. Kort na aankomst is het ven tje overleden. Op verzoek van de Permanente commissie voor het houden der jaarlijksche kaatspar- ty te Franeker, welke commissie dit jaar haar 75-jarig bestaan herdacht, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw,_ mr. J. B. Kan, de wedstryden te Franeker twee uren bijgewoond. De Minister, die tot nu toe het kaatsspel niet gezien had, toonde groote belangstelling en liet zich omtrent de spelregelen en het verloop van het spel uitvoerig inlichten. Tijdens de wedstrijden deelde de Minister mede, dat de voorzitter der permanente com missie, de 82-jarige heer Koopmans, be noemd was tot ridder in de Oranje-Nassau- orde. Deze mededeeling werd door 't be stuur per „omroeper" aan de duizendkoppige menigte bekend gemaakt, welke den voor zitter lang en luid toejuichte. In den middag ging de Minister, die ver gezeld was van den heer Meyer de Vries, rijks-inspecteur voor de werkverschaffing in algemeenen dienst, naar de Boombergumer Petten, een der ontginningen van de N. V. Ontginnings-maatschappij „De Drie Provin ciën". Onder voorlichting van den heer J. J. G. <S. Falkena, Inspecteur voor de werkver schaffing in Friesland, heeft de Minister de Jhr. Ruys de Beerenbrouck-hoeve en de Mr. J B. Kan-hoeve bezichtigd, benevens de aangrenzende, reeds ontgonnen gronden. De huurders der boerderyen, de heeren de Jong de Adema, deelden 't gezelschap mede, dat zij over de inrichting van de boerderyen, de kwaliteit van den ontgonnen grond en de tot nu toe verkregen resultaten zeer te vreden waren. Via Sneek verliet de Minister omstreed zes uur de provincie Friesland- Het gebeurde' te Rotterdam, vertelt de „Msb." Daar wandelde op den Westzeedijk een meneer, die een gramofoon torste. De man hield het kostbare .stuk zorgvuldig on der zyn jasje verborgen, voor zoover moge lijk Toen twee voorbygangers hem zagen, deed de meneer plotseling wonderiyk. Hy ging naar hen toe, ontblootte hoofd en gramofoon en zei zoo iets als; „Hier, die is voor jullie", waarna hy het ding ietwat schutterig over reikte orn vervolgens in onbestemde richting te verdwijnen. De voorbygangers bekeken het geschenk, dachten: ,,'t is een reuze-flelantroop of een dief" en waarschuwden, omdat het laatste hun nuchter bekeken het meest waar- schynlijk voorkwam, den dienaar der wet, die juist aan het surveilleeren was. Deze wist den milden gever te achterhalen en hem een verklaring te ontlokken. De gramofoon bleek even te voren nog standplaats te hebben gehad in de gemeente opslagplaats voor onbeheerde inboedels aan den Westzeedijk en was via den meneer, die zich ontpopte als de 23-jarige J. J. S. in de handen der voorbijgangers terecht gekomen. S. kreeg een proces-verbaal wegens dief stal. Te Amsterdam botsten gisternacht twee auto's op den hoek van de Stadhouders kade en de Van Woustraat tegen elkaar. Een der auto's vloog door den schok tegen een juist passeerenden tramwagen van lijn 5, waardoor een inzittende uit dien auto onder de tram geraakte. De man liep verwondingen op, zoodat overbrenging naar een der gast huizen noodzakelijk werd geacht. Een der auto's werd ernstig beschadigd. Te Hatert bij Nijmegen zijn twee boerde rijen aan den Mollenhutscheweg bewoond door drie gezinnen, afgebrand. Een paard, drie varkens en een koe kwamen om. Alles was verzekerd. Eenige vrouweiyke candidaten hebben niettemin een aanvraag gedaan, om toege laten te worden als advocaat aan het hof van cassatie. Het hof heeft het niet elegant gevonden den dames 'n weigering thuis te sturen, maar wenschte ze ook niet toe te laten. Om zich uit die moeiiyke situatie te redden heeft men aan de dames niet meegedeeld, dat zij vol gens de bestaande regelen ontoelaatbaar zijn, maar eenvoudig verzocht de benoodig- de stukken in te dienen, waarvan het voor naamste ishet militair dienstboek je. Zulke oolijke oude heeren! Volgens berichten uit Friesland heeft het daar op sommige plaatsen gisternacht...... gevroren. En dat in Augustus! De vrouwelijke advocaten zullen in het Parijsche paleis van Justitie in afzienbaren tyd zoo talryk zijn als de mannelijke. De raad van state en het hof van cassa tie zijn eenter tot nog toe voor de damés met toga gesloten gebleven. Het trok de opmerkzaamheid van het publiek, dat zich een mooie auto op ver schillende dagen had bevonden onder de aan Kerkrade grenzende gemeente Merk- stein, midden tusschen de korenvelden. Toen deze week tfe auto weer werd ge zien, een nog nieuwe Adler, werdén de land- jagers gewaarschuwd, die aanstonds op on derzoek togen, door de graanakkers slopen en onbemerkt den auto wisten te naderen. In den auto zaten drie verraste pefsonen. Een hunner kon vluchten doch twee zijner kameraden werden gearresteerd, ze waren met revolvers en inbrekerswerktuigen be wapend. Beiden werden, zwaar geboeid, naar een arrestantenlokaal overgebracht. Het on derzoek wees uit, dat de auto te Dusseldorf gestolen was, op 20 Juli en dat de gearres teerden beruchte inbrekers zijn, die meer malen in de gevangenis hebben vertoefd. Ondanks het meest uitgebreide onderzoek is de voortvluchtige nog niet kunnen worden achterhaald. De autodieven worden verdacht debet te zyn aan de talloos vele nachtelijke diefstallen met braak in de Duitsche grens gemeenten gepleegd. Of zy ook schuldig zijn aan de diefstallen te Kerkrade en andere Nederl. grensgemeenten, kan wellicht nog uit het voortgezet onderzoek blijken. Men schrijft uit Londen aan het „Vad.": De diensten, die de electriciteit aan de menschheid kan bewyzen, schijnen waarlijk onbegrensd te zijn. Een professor in Enge land heeft nu een electrisch middel gevon den om jongens te leeren schrijven. De professor had eens een leerling, die bij zondere schranderheid toonde in gesprek en mondelinge lessen, maar wiens huis- en schriftelijk schoolwerk eenvoudig hopeloos was. De oorzaak van dit contrast ligt in het feit, dat hy de pen niet kon hanteeren. Schryven was hem een gruwel en een gees telijke marteling. De jongen drukte zoo hard op zyn pen, hield haar zoo styf vast en kraste zoo deerlyk, dat zyn hand doodmoe was aan het einde van een regel. Om den knaap van deze ernstige tekortkoming te ge nezen, kreeg hy aparte lessen, waarbij een door den professor uitgedacht electrisch toe stelletje dienst deed. De stalen pen, waar mede de jongen schreef, had electrische ean- tacten, die de schryver een electrischen schok in zyn nek kreeg, indien hy te hard op de pen drukte. Bovendien bewerkte het toestelletje, dat regelmaat en orde in het schryven werden bevorderd. Het schrijfblad was glad carton, waarin twee evenwijdige metalen lynen waren gelegd. Tusschen die lijnen moest de Jongen zijn letters vormen. Wanneer de pen een der lynen raakte, ont stond een zoemend geluid. Wanneer hij te ver over de schreef ging, luidde een belle tje. Aldus leerde de jongen voortreffelijk zijn handspieren beheerschen en goede let ters vormen. De professor weet niet, of het toestelletje algemeen in gebruik kan worden genomen. Maar in dit byzondere geval voldeed het prachtig. De jongen ontwikkelde zich tot een voortreffelijk leerling en bezocht later met succes de universiteit. De collectie in Burger's Direnpark te Arn hem is onlangs vermeerderd met een paar volwassen Struisvogels, mannetje en wyfje, 'n prachtig span, dat veel aandacht trekt. Dezer dagen heeft, meldt de N. A. Ct., het wyfje in haar kooi door onopgehelderde oor zaak haar poot gebroken even onder de knie. De dierenarts werd te hulp geroepen, die nadat vyf man met vereende krachten het sterke dier hadden overmeesterd een stevig gipsverband om de, een pols dikken poot, leg de. Den volgenden morgen bleek de vogel haar geheele verband te hebben afgerukt. Opnieuw werd de dierenarts te hulp geroe pen, die als de eenig overbiyvende oplossing noemdeeen kunstbeen. De poot, die gedeeltelijk versplinterd was is het dier bovenaan afgezet en over enkele da gen zal daarvoor ln de plaats een aluminium- kunstbeen worden aangebracht. Zoodat het publiek binnenkort in Burgers' Dierenpark een struisvogel zal zien paradee ren met één natuurlijken en één kunstpoot. Men kan zich de vreemde gewaarwording indenken van iemand, die na jaren blind te zijn geweest, plotseling zien kan. Deze sensatie heeft een achttienjarig meisje doorleefd in Ohio, dat door een oogarts het gezichtsvermogen terugkreeg, dat zij sinds haar geboorte moest missen. Het meisje dacht, dat alles wat zy zag, dichtbij was, zoodat zij het grijpen kon, evenals een klein kind de pinkelende sterretjes aan den hemel meent te kunnen pakken. Alle voorwerpen zag ze vlak bij, zoodat ze meende overal tegen aan te loopen. Toen men haar voor de eerste maal alleen liet gaan, sloot ze onbewust de oogen en verliet zich weer op haar tastzin. Voorzichtig liep zij heen omd'e schuin de kamer binnenvallende zonnestralen, die zy voor tastbare voorwerpen hield. Uren lang stond zy voor den spiegel in bewondering over haar eigen uiterlijk en de kleur van haar en oogen. Bij een autotocht door de stad werd het gelukkige kind nog meer verrast door ai de omringende dingen, die ze in éen dui zelingwekkende opeenvolging in haar ge zichtskring moest opnemen. De wielen van voorbyrydende auto's leken haar in de lucht te zweven. De boomen en huizen schenen haar groote, dreigende reuzen. Den allergrootsten angst voelde zy voor de schemering, daar zij den eeuwigen nacht weer vreesde in te zullen gaan, waarin ï.y altijd had geleefd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 11