Binnenlanclsch Nieuws Gemengd Nieuws DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - MAANDAG 6 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 2 Het gedenkboek voor H.M. de Koningin- Moeder De officieele aanbieding ten paleize te Soestdijk Een woord van hulde door een Socialist aan H.M. de Koningin g$danig, nam haar ate ifrlMlag, dat zU het Het wetsontwerp op de winkelsluiting Het Bossche Carnaval Prof. Mr. P. A. Diepenhorst Een onhoudbare toestand KERKNIEUWS Een tragisch sterfgeval De Zusters Dominicanessen te Voorschoten Eindelijk gesnapt Dronkemans-berouw Zwavelzuur over 't lichaam Arme kleine Dood van schrik Wat het was Een noodlanding bij Nijmegen Een vliegtuig in de Zuider zee gevallen Hij liet den man in het water liggen- Een déraillement op de spoorlijn den Haag - Utrecht Ernstig motorongeval Door de tram overreden en gedood Door hooibroei LUCHTVERKEER De „Italia" - expeditie Op zoek naar Amundsen De luchtvaart in Japan Zaterdagmiddag heeft ten Paleize Soest dijk de aanbieding plaats gehad van het Gedenkboek aan H. M. de Koningin-Moeder. Te half vijf kwam de volledige commissie van redactie, bestaande uit dr. Th. de Vis ser, oud-minister, voorzitter en voorts in alphabetische volgorde uit prof. dr. P. J. Blok, oud-hoogleeraar, H. Colijn, oud-minis terpresident, mr. D. Fock, oud-Gouverneur Generaal, dr. C. Lely, oud-minister, dr. Graaf van Lynden van Sandenburg, mr. H. P. Marchant, lid van de Tweede Kamer, Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van Utrecht, H. Ch. van der Mandere, secreta ris, alsmede de uitgever, de heer S. van Looy, op het paleis aan, alwaar de commis sie door den hofmaarschalk-kamerheer van dienst werd ontvangen. In de groote zaal bevond zich niet alleen H. M. de Koning-Moeder met gevolg, doch ook H. M. de Koningin, eveneens met gevolg. Alvorens tot de aanbieding van het Ge denkboek werd overgegaan, werden door den voorzitter, dr. Th. de Visser, de volgende woorden tot de Koningin-Moeder gericht. Rede dr. de Visser Majesteit, Uit naam onzer commissie breng ik Uwe Majesteit allereerst mijn eerbiedigen dank, dat ons de gelegenheid Is geschonken, Uwe Majesteit dit gedenkboek persoonlijk aan te bieden. De commissie vleit zich met de hoop, dat allereerst aan Uwe Majesteit de mede- deellng niet onwelkom zal zijn, dat de op dracht van dit werk aan de Koningin door Hare Majesteit welwillend is aanvaard; dat een keur van mannen en vrouwen van de meest verschillende godsdienstige en poli tieke richtingen zich gaarne bereid ver klaarde bijdragen te leveren, en eindelijk, dat nu reeds, voordat het boek verschenen is, een buitengewoon groot aantal personen getoond heeft op het bezit er van prijs te stellen, zoodat de eerste oplage reeds geheel is uitverkocht. In dit alles spreekt zich reeds een veel zijdige en dankbare hulde aan Uwe Majes teit uit. Maar het welsprekendst getuigt daarvan de inhoud van het gedenkboek zelf. Al hetgeen Uwe Majesteit in bijna vijftig Jaren voor het Nederlandsche volk waart en deedt, en als echtgenoote des Konings en als Moeder onzer Koningin en als Ko ningin-Regentes en als Koningin-weduwe wordt hier beschreven door mannen en vrou wen, wier deskundigheid tot oordeel bevoegd maakte en wier groote waardeering van Uwer Majesteit's arbeid de schoonste hulde die U op dezen dag kan worden gebracht. Hierin is toch voor tijdgenoot en nageslacht vastgelegd, dat de Koningin-Moeder een ware Moeder des vaderlands werd en bleef. Moge de lectuur Uwe Majesteit dan ook bij vernieuwing de verzekering schenken van de sterkte van den band, die ons volk aan Uwer Majesteit's persoon en aan het Huis van Oranje verbindt. Namens onze commissie besluit ik met de bede, dat God Uwe Majesteit nog menig jaar schenke tot vreugde van het Koninklijk Huis en tot zegen van ons volk, dat U zoo zeer lief heeft en eert. Ar'.woord van H. M. de Koningin-Moeder Na ontvangst van het fraaie gedenkboek antwoordde H. M. de Koningin-Moeder on geveer als volgt: Mijnheer de voorzitter van de commissie tot redactie, Ik beschouw het als een voorrecht u, ver gezeld door de geheele commissie van redac tie, heden hier bij mij te zien. Ontvang mijnen meest hartelijken dank voor de woorden, die u ook uit haar naam zooeven tot mij heb gericht. Ik ben er diep door getroffen. Ik waardeer het ten hoogste, dat zoo vele, mij reeds lang bekende, voor aanstaande mannen en vrouwen van zeer verschillende godsdienstige en politieke rich ting, bijdragen hebben willen leveren voor dit gedenkboek. Wanneer ik straks van den inhoud kennis neem, zullen vele herinneringen uit de ver vlogen jaren weder levendig voor mijn geest komen, maar bovenal zal groote dankbaar heid mijn hart vervullen, want toen ik mijn nieuwe vaderland betrad, had ik niet ver wacht noch durven hopen, zoo spoedig het vertrouwen van het Nederlandsche volk te kunnen verwerven en toch schonk het mij dit en daarenboven veel liefde en trouwe aanhankelijkheid, die mij gedragen hebben in vreugde en leed en in moeilijke tijden. Ik dank God, dat Hij mij het voorrecht schonk ,iets voor ons land en volk te mo gen zijn, al schoot ik voor mijn gevoel steeds daarin tekort. Mijnheer de voorzitter, ontvang met de geheele commissie en met de schrijvers en schrijfsters van het gedenkboek alsmede met de uitgevers mijn diepgevoelden dank voor dit kostbaar geschenk, door de opdracht aan mijn geliefde dochter. Hierna werd door de commissie met jeenige •Woorden het speciale, voor H. M. de Konin gin bestemde exemplaar van het gedenk boek aan H. M. overhandigd. De Koningin heeft hiervoor met enkele tvoorden dank gezegd. Ook Prinses Juliana was bij het aanbieden J?an het gedenkboek tegenwoordig. Na de aanbieding hebben de beide Konin ginnen zich, terwijl de thee geserveerd werd, nog geruimen tijd onderhouden met de le den der commissie tot redactie en met den uitgever. Te ongeveer half zes heeft de commissie tiet paleis weer verlaten. In het „Volk" schrijft de socialistische oud-voorman der diamantbewerkers en orga nisator der tuberculosebestrijding in die kringen, Jan van Zutphen, een artikeltje, waarin hü betoogt dat ook de socialisten, hulde brengen aan de „Koningin-Moeder op haar 70sten verjaardag. Niet natuurlijk als Koningin-Moeder, maar om de menschelijk heid, die van haar uitging" en hij schrijft dan verder: „Tijdens een bezoek aan de Hygiënische tentoonstelling in het Paleis van Volksvlijt te Amsterdam trok het dadenrijk werk van het Koperen Stelenfonds (de organisatie van den Alg. Ned. Diamantbewerkersbond tot be strijding der Tuberculose) haar aandacht leeuwendeel van den tijd van haar rondgang daaraan wijdde, 'k Zag toen een echt zor gelijk doorploegd vrouwengezicht met klare, belangstellende oogen. Ik hoorde toen echte warme belangstelling in haar stem en de innerlijke zucht om alles goed te weten, sprak uit haar opmerkzaam vragen. Bij herhaling werd ze door haar geleide aangespoord tot verder gaan; doch zij ging niet, zij bleef desondanks zien en vragen. Medegevoel en menschelijkheid, maar ook verstandige vrouwelijke zachtheid uitten zich sober en waarachtig in haar stijgende, in tensieve belangstelling. Uit al dit vragen werd mij duidelijk, dat die vrouw een zorge lijk moeizaam leven achter zich had. Dat stond haar op het gelaat gegrift, even sterk en droevig als dit door mij zoo menigmaal gezien werd bij ouders van het arbeidende volk, maar óók bleek mij hare belangstelling voor de -daad, die door het K.S.F., dat is door de diamantbewerkers voor de t.b.c.-be strijding werd verricht en bij haar vertrek gaf zij haar respect daarvoor duidelijk te kennen. Toen in ons land nog büna allerwege de nalatigheid voor de behartiging der belan gen van de t.b.c.-patiënten hoogtij vierde: toen zelfs in medische kringen nog een doffe onverschilligheid voor dit vraagstuk heerschte en slechts enkele pioniers onder hen met bewonderenswaardige toewijding en onverflauwden ijver den strijd tegen den volksviiand aanbonden; toen de autoriteiten van rijk, provincie en gemeente met kracht gedrongen moesten worden tot hulp bieden op dit vreeselijke terrein, toen de massa van ons volk, hoog en laag geplaatst, wèl of niet onderwezen, in hoogst laakbare onverschil ligheid de tering liet voortwoekeren, toen was deze vrouw mede één der weinige personen, die een daad deed: zij stichtte en gaf het sanatorium Oranje Nassau-oord, een daad, die er niet minder om is, omdat zij stoffe lijk bij machte was die te doen. Want velen, zéér velen, die daartoe bij machte zijn, wel licht meer dan zij, blijven een onvruchtbaar nietsdoen handhaven. Zij deed, gaf een voorbeeld! Uit de daad werd een propaganda geboren voor de t.b.c.- bestrijding, die nuttig heeft nagewerkt, óók in de kringen der arbeiders, die, dikwerf maar al te zeer versuft door hun levenslot, geen oog zelfs hadden voor het leed in eigen kring. Zulk een daad stemt dankbaar en zoo kunnen wij, socialisten misschien juist omdat wij in de harington werden gecon serveerd en voor bederf gevrijwaard de vrouw, die door menschelijkheid gedreven dit deed, bij haar zeventigste jaar. daarvoor hulde brengen". Eenige opmerkingen en een voorstel van den Middens tandsraad. In verband met het verzoek van den mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid aan den Middens tandsraad om te mogen verne men, tot welke opmerkingen het gewijzigd Ontwerp van Wet tot regeling der winkel sluiting den Middenstandsraad aanleiding geeft, heeft deze naar „de R.-K. Midden stand" meldt het volgende bericht. „In de eerste plaats wenscht de Raad zijn erkentelijkheid uit te spreken, dat blijkens vele in het Ontwerp overeenkomstig zijne beschouwingen aangebrachte wijzigingen volle aandacht aan zijn advies geschonken is en hij ook thans gelegenheid ontving tot verdere opmerkingen, alvorens de redactie van het Ontwerp definitief wordt vastge steld. Klaarblijkelijk is het Uwer Excellence's bedoeling, dat deze opmerkingen slechts de techniek van het Ontwerp zullen betreffen en derhalve niet in principieele beschouwin gen zal worden getreden. Hiermede rekening houdende zal de Raad zich derhalve niet verdiepen in de vraag, of de economische toestand van het winkelbe drijf zoodanig is, dat het aanbeveling ver dient nu een wettelijke regeling voor win kelsluiting te treffen. Evenmin zal de Raad eene herhaling leveren van zijn betoog, of en indien niet waarom er geen reden is tot het maken van uitzonderingen op de win kelsluiting voor enkele feestdagen, zoo deze op Zondag vallen. Ten aanzien van dit puns merkt de Raad alleen op, dat waar in af wijking van zijn advies zelfs op een zoo hoogen feestdag als 25 December de winkels geopend zullen mogen zijn, zoo deze dag op Zor.dag valt, hij niet vermag in te zien, waarom de aanvankelijk ook voor 5 Decem ber gemaakte uitzondering thans wordt in getrokken. Om dezelfde reden wijst de Raad er op, dat waar eveneens in afwijking van zijn advies uitzonderingen op de algemeene regeling van Zondagssluiting voor banket winkels e.d. worden toegestaan, hij bezwaar lijk kan begrijpen waarom voor fruitwinkels, vischwinkels en soortgelijke bedrijven, de Zondagssluiting wel moet gelden. Enkele leden van den Raad stonden met het oog op het feit, dat uitzonderingen op Zondags sluiting noodig zijn, welke uitzonderingen tot tal van onbillijkheden aanleiding zullen geven, zoo die niet tot verdere bedrijven worden uitgebreid, wat weer nieuwe verwik keling tot gevolg heeft, er zelfs op, dat de Zondagssluiting geheel uit de regeling wordt gelicht en derhalve slechts bepalingen ten aanzien der avondsluiting zullen worden ge troffen. Wat de techniek van het Ontwerp aan gaat, spreekt de Raad als zijn oordeel uit, dat de aangebrachte wijzigingen over het geheel even zoovele verbeteringen zijn. In het bijzonder beschouwt de Raad het als een voordeel, dat verschillende bepalingen, die in het Voorontwerp onder verschillende artikelen waren ondergebracht, thans in één artikel (art. 7) zijn samengevat, wat aan de overzichtelijkheid Van het geheel ten goede komt. De artikelen van het Ontwerp afzonder lijk geven den Raad tot de volgende opmer kingen aanleiding. Art. 1. Dit artikel onderscheidt „winkel" en „winkelhuis". Volgende artikelen spreken alleen van winkels en regelen de sluiting van winkels, waaruit dus zou volgen, dat de bepalingen omtrent de regeling der sluiting van winkels niet van toepassing zijn op winkelhuizen, terwijl het toch klaarblijkelijk de bedoeling is, dat zulks wel het geval zal zijn. Art. 1 lid 2 ware dan ook te lezen: onder winkel verstaat deze Wet open of b-sloten ruimte enz., of wel, er ware in vol gende artikelen in plaats van winkels te lezen „winkels of winkelhuizen." Art. 3. De Raad beveelt aan achter ben zine toe te voegen „en motorolie", zoodat dus ook voor deze waar de bepalingen ten aanzien van de winkelsluiting niet komen te gelden. Art. 4. De Raad vraagt zich af, of het werkelijk Uwer Excellence's bedoeling is, dat op 25 en 31 December banketwinkels e.d. tot 10 uur 's avonds geopend zullen mogen zijn, indien deze dagen op Zondag vallen. Het artikel bepaalt zulks door in het eerste lid sub a ten aanzien van daze winkels de Zondagssluiting niet van toepassing te .ver klaren en door in het tweede lid sub d ook uitzondering op de avondsluiting toe te staan. Art. 5. Terwijl art. 4 de mogelijkheid schept, dat in het algemeen banketwinkels e.d. gedurende ten hoogste 4 achtereenvol gende uren geopend zijn, bepaalt art. 5, dat het hoofd, van een banketbakkerij, behoo- rende tot een kerkgenootschap, dat den wekelijkschen rustdag op den Sabbath of op den Zevenden dag viert, den winkel geopend mag hebben van 5 uur 's morgens tot 8 uur 's avonds. De uren van 5 uur 's morgens tot 2 uur 's middags zijn het equivalent voor het op Zaterdag gesloten zijn; wat de uren tusschen 2 uur 's middags en 8 uur 's avonds aangaat is de Joodsche banketbakkerij ge lijk te stellen met een gewone banketbakkerij, zoodat de gelegenheid om tijdens deze uren den winkel open te hebben, billijkheidshalve dus ook moet beperkt worden tot „ten hoog ste vier achtereenvolgende uren." Art. 8 Blijkens de Memorie van Toelich ting is het de bedoeling, dat in de uren, waarop de winkels gesloten moeten zijn, ook geen verkoop in automaten zal toegestaan zijn. De Raad is van meening, dat deze ver koop toegelaten zou kunnen worden. Eene dienovereenkomstige regeling in Zweden en Denemarken beantwoordt aldaar, naar de Raad vernam, aan de wensehen zoowel van de winkeliers als van het publiek. Eenige arbeid op Zondag of in de late avonduren wordt dusdoende noch van den winkelier noch van zijn personeel gevergd, terwijl het publiek, dat wenscht te koopen, gebaat wordt. Bij aanmaak van automaten in groote hoeveelheid, wordt de kostprijs dermate, dat aanschaffing ook voor den kleinen winkelier in den regel geen bezwaren van beteekenis zal opleveren; vrijwel iedere winkelier, die zulks wenscht, zal zich bij gevolg een auto maat kunnen aanschaffen. Onbillijke con currentie door den grootwinkelier ten na- deele van den kleinen man ontstaat bijge volg niet, indien het verbod om in automa ten te verkoopen vervalt. Blijft dit verbod behouden, dan doet zich ook de moeilijk heid voor, dat de automaat telkens buiten werking moet worden gesteld. Op te merken is voorts, dat terwijl op Zondag een choco ladewinkel vier uur geopend kan zijn, ver koop van chocolade in automaten ook ge durende die vier uren verboden is, wat toch niet de bedoeling zijn mag. Art. 9. De Raad betreurt, dat de bevoegd heid aan B. en W. verleend om voor ten toonstellingen, fancy-fairs e.d. ontheffing te verleenen van de verbodsbepalingen, niet beperkt is tot tentoonstellingen e.d, met weldadig doel. Het komt den Raad niet bil lijk voor, dat zooals in de praktijk zal voorkomen op een tentoonstelling winkels maandenlang 's avonds geopend zijn, terwijl soortgelijke winkels in de stad zullen moe ten sluiten. Ten slotte vestigt de Raad er de aan dacht op, dat de Memorie van Toelichting tot art. 7 in het laatste lid spreekt van vijfde lid en lid 4, terwijl, vierde en lid 3 bedoeld zijn. Het Bossche raadslid Kuypers heeft bij den gemeenteraad van 's Hertogenbosch een voorstel ingediend, om optochten in de Car navalsdagen weer toe te staan en het slui tingsuur in die feestdagen op twee uur 's nachts te bepalen. Naar de „Tel." verneemt, wordt prof. mr. P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en lid van de Eerste Kamer, genoemd als ernstig candidaat voor het burgemeesterschap van Rotterdam. Besprekingen in verband met zijn eventueele benoeming moeten reeds hebben plaats ge had. Als opvolger van prof. Diepenhorst aan de Vrije Universiteit wordt genoemd dr. J. A. Nederbragt, chef der afdeeling Economische Zaken aan het Departement van Buitenland- sche Zaken. Door den heer Wlntermans zijn aan den Minister van Waterstaat de volgende vragen gesteld Is het den minister bekend, dat in de ver rassend snel groeiende gemeente Eindhoven een onhoudbare toestand bestaat en dagelijks verergert bij het verkeer aan de overgangen van den Staatsspoorweg? Is de minister in staat en bereid, te bevor deren, dat in dezen toestand een afdoende verbetering gebracht wordt door verhooging van den spoorweg? Vrijdag is te Huybergen, naar de „Msb." melt, in het klooster der Eerw. Broeders al daar, vrij plotseling overleden de Eerw. Broe der Dominicus, die over veertien dagen, n.l. op 19 Augustus a.s. zijn gouden klooster- jubilé hoopte te vieren. Reeds werden voor bereidingen getroffen om den beminden kloosterbroeder een waardigen feestdag te bereiden. Des morgens werd de aanstaande jubilaris door een benauwdheid overvallen en moesten hem uit voorzorg de H.H. Sacramenten der Stervenden worden toegediend en slechts en kele uren daarna is hij overleden. Het algemeen kapittel In het in „Huize Bijdorp" te Voorschoten gehouden algemeen kapittel van de congre gatie van de H. Catharina van Senen (Do minicanessen van Voorschoten), werd tot al gemeen overste gekozen de Eerwaarde Zus ter Hortensia Bak, overste van het klooster aan de Korte Haven te Schiedam. Tijdens deze verkiezing van de algemeene overste werd het kapittel voorgezeten door Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop van Haarlem. Tot raadszusters werden verder gekozen de Eerwaards Zusters: Liduina Hosman, te Voorschoten; Eugéne Biezenaar, tot heden overste van de kweekschool te Reuver; Pau line Hensen, van het klooster aan den Wa- lenburgerweg te Rotterdam, en Amalia Werkmeier, overste van het gesticht aan de West-Kruiskade te Rotterdam. De nieuwe algemeene overste der congre gatie werd op 8 Januari 1886 te Utrecht ge boren en is dus nog eerst 42 jaar oud. Gedurende een zestal jaren was zij overste van het Dominicanessenklooster aan de Do- minicanessenstraat te Nijmegen. Op het oogenblik sinds vier jaar van het klooster aan de Korte Haven te Schiedam. Voordien was de nieuwe algemeene overste novicen- meesteres te Voorschoten, zoodat zij reeds een beteekenenden staat van dienst achter den rug heeft, nu zij tot de hoogste waardig heid in haar congregatie wordt geroepen. Te Bergen op Zoom fs een kerkdief aan gehouden op het oogenblik dat deze, een ze kere W., afkomstig uit Breda, bezig was met het lichten van de offerblokken in de St. Jozefskerk. Hij ging hierbij zeer handig te werk en ontvreemdde het geld door middel van een balein waaraan Hjm zat. De politie heeft met de aanhouding van dezen persoon een goede vangst gedaan, daar hij reeds voor eenige maanden door de politie in het oog werd gehouden als verdacht van kerkdiefstal. Tot op heden mocht het de politie niet geluk ken hem te betrappen. Hij is op transport gesteld naar Breda ter voorgeleiding voor den officier van Justitie. Het gebeurde te Rotterdam, vertelt de Msb. Vijf jaar geleden hadden ze samen een jasje gestolen, waarin een portefeuille zat. Het geld, tien bankjes van tien, was broe derlijk verteerd; sindsdien hadden de kame raden elkaar slechts een enkele maal ge zien, totdat een hunner Vrijdagavond, toe vallig den aijder zag loopen en hem aansprak. Na lange scheiding deed het deugd weer eens met z'n beidjes aan de toonbank te staan, het oude vocht te drinken en de oude herinneringen op te halen. Tegen twaalven was hun vriendschapsband inniger dan ooit te voren en begon het hart te spreken. „Weet je nog van 't jasje van die stuur, met die honderd pietermannen," grinnikte Klaas. (Het geld was gestolen uit de stuur manskajuit van een aan de Hcyplaat liggend schip) „Ja, jö, en toch zit 't me dwars." Arie hikte na deze bekentenis. „Recht is recht, da's eigenlijk de sulvere waarheid." Toen nam Arie het besluit; „We gane same naar de Pauwelaan, 't vertellen." De inspecteur ontving de mannen met het opgekropte kinderhart. „Zeg 't nou." „Ik heb niks te zeggen." Klaas uitte dezen jok met een vettigen glimlach. „We hebben 't same gedaan, meneer." Het hooge woord was er bij Arie uit; de inspec teur van den nachtdienst luisterde aandach tig naar het relaas van de misdaad van jaren her. Toen stelde hij den commissaris van het bureau in welks rayon de diefstal geschied was, op de hoogte. „Laat ze voorloopig maar loopen, we zullen de zaak nader onderzoeken," luidde diens oordeel. Opgelucht, beleefd hun petje lichtend, koersten de eerlijke kameraden de vrije maat schappij weer in. In de melkfabriek te Oud-Gastel is de arbeider J. de R„ terwijl hij een flesch met zwavelzuur droeg, van de trap gevallen. Hij kreeg den geheelen inhoud van de flesch over het lichaam. Zijn kleeren verbrandden geheel, terwijl hij tevens zeer ernstige brand wonden aan gelaat, armen en beenen op liep. De ongelukkige werd per auto naar zijn woning vervoerd. Zijn toestand is ernstig. ('s-Hert. Crt.) Te Wierum geraakte het 10-jarig zoontje van het schoolhoofd B. te Wierum zoodanig tusschen een vrachtauto en een hek be kneld, dat het aan de gevolgen is overleden. Te Drachten is de oude J. Boomsma, toen hij op zijn fiets reed, zoodanig voor een hem achteroprijdenden auto geschrokken, dat hij viel en dood bleef liggen. Een veehandelaar te Durgerdam vond op zijn land een koperen kabel van 60 M. lengte, waarvan het eene eind In den grond stak. Toen hij dit er uittrok zat er een looden kogel aan van 3 pond gewicht. Het gehepl bleek de radio-antenne van een vliegmachine te zijn, die vermoedelijk van groote hoogte was neergevallen, want de loodbal zat 60 c.M. diep in den grond! Zaterdagochtend te ongeveer half twaalf moest het vliegtuig 1130 van de Duitsche Lufthansa vliegende op de lijn Amsterdam Basel, te Heumen een noodlanding maken ten gevolge van een defect aan de olielei ding. De noodlanding geschiedde vlot in het groote weiland van de „Sluiskamp" in den omtrek van Nijmegen. In het vliegtuig be vond zich slechts één passagier, die naar het naastbijgelegen station Mook vervoerd werd. Het defect wordt door een plaatselij- ken smid hersteld. Met spoedig uit Den Haag ontboden hulp materiaal werd de wagon weer in de rails gezet. Ondertusschen was de vertraging op de lijn niet onbelangrijk. De trein, die 14.07 uit Gouda moest vertrekken, hield voor het sta tion stil en liet de reizigers voor Den Haag overstappen in den trein die 14.05 uit Den Haag was weggegaan, terwijl de reizigers uit Den Haag in den van Gouda komenden trein overstapten, waarna beide treinen te ruggingen in de richting waaruit zij geko men waren. Ook de treinen van 14.37, 14.53, 15.29 en 16.05 uit Den Haag en die van 14.14 14.35 en 15.10 uit Gouda ondervonden vertraging, met de onaangename gevolgen voor de reizigers hieraan verbonden. Tegen vijven was de stagnatie vrijwel ongeKeven. De grootste vertraging had circa een uur geduurd. Onaangenaam was voor de overstappende reizigers die ongeveer 5 minuten moesten loopen, dat zij dit juist in een stortregen moesten doen. De treinenloop Rotterdam—Utrecht vice- versa had in Gouda slechts geringe vertra ging. kon nog worden gered. Ook verbrandden vier paarden van den heer Visser een vijfde dat zich losgerukt had, moest ter plaatse worden afgemaakt. Alles was tegen brand schade verzekerd, uitgezonderd de paarden. Oorzaak is vermoedelijk hooibroei in een naastgelegen schuur, welke ook verbrandde. De piloot ongedeerd Zaterdagmiddag omstreeks vijf uur moest een toestel van de Deutsche Luft Hansa, de Fokker F 3, genummerd 489, een noodlan ding maken aan de Valkeveensche kust bij fort „Ronduit". De piloot Rutschau was te 4.40 uur te schiphol opgestegen naar Han nover en vervoerde goederen, grootendeels bestaande uit rozen, verzonden door een kweekerij te Aalsmeer. Te vijf uur werd de bestuurder door een zware bui overvallen, waardoor hij gedwongen was laag te vliegen. Plotseling weigerde echter de motor door 'n nog niet opgehelderde oorzaak. De bestuur der poogde daarop in glijvlucht het toestel op het strand te zetten. Door de geringe hoogte en den Sterken N.O. wind gelukte dit echter niet en ongeveer vijftig meter uit de kust kwam het toestel in zee neer. Het landingstoestel en de propeller werden vernield. De romp bleef, dank rij de ondiepte der zeer daar ter plaatse, boven water, zoo dat de piloot boven op het toestel kon klim men. Het ongeluk werd door de bewoners van de uitspanning „Oud-Valkeveen" be merkt, die dadelijk ter hulp snelden en den piloot uit zijn benarde positie bevrijdden. De heer Rutschau bleek ongedeerd te zijn. De Luft Hansa te Schiphol was inmiddels gewaarschuwd. De technische hulpdienst, onder leiding van den heer Köbler, verscheen om half acht. Door den sterken wind was het echter onmogelijk het toestel te berei ken. Heden zal het, naar de „Tel." meldt, van Amsterdam uit per schip geborgen wor den. De goederen zijn uit den romp boven op het toestel vastgebonden, doch de rozen zijn door het zeewater bedorven. Post was niet aan boord. In weerwil van het slechte weer en de af gelegen plaats waren nog vele nieuwsgierigen komen kijken. Men meldt ons uit Dongen d.d. 2 Aug. aan de ,,'s-Hert. Crt."; De 79-jarige W. K., verpleegde uit het gasthuis te Gilze, ging gisterenochtend op stap; hij dwaalde rond in de buurt van het Wilhelminakanaal en is daarin, door tot nu toe onopgehelderde oorzaak terecht gekomen. Een schipper, die hoogstwaarschijnlijk den drenkeling had kunnen oppikken, is echter doorgevaren en heeft een en ander gerap porteerd aan den brugwachter Timmermans alhier Van dit ergerlijke geval van over treding van art. 450 van het wetboek van strafrecht (het weigeren van hulp) is on middellijk proces-verbaal opgemaakt door de spoedig aanwezige politie. De tweede schipper die passeerde, had een zwaar beladen schip, zooda t hij niet kon bijdraaien. Hij waarschuwde echter on middellijk een achter hem aankomenden schipper die een ledig schip had. Deze heeft den ouden man uit het water gehaald. Inmiddels was ook geneeskundige hulp aanwezig. Dr. Heintjes alhier heeft den drenkeling in zijn auto naar den straatweg gebracht en vandaar is hij met een anderen auto naar het St. Elisabeths-Gasthuis ver voerd, waar met kunstmatige ademhaling (o.a. ook een zuurstofapparaat) de levens geesten konden worden opgewekt. Gisteren avond was hij buiten onmiddellijk levensge vaar. Belangrijke stagnatie in het verkeer Geen persoonlijke ongelukken Nabij het station Zevenhuizen-Moerkapelle heeft Zaterdagmiddag een déraillement plaats gehad, waardoor het treinverkeer Den HaagUtrecht vice-versa vertraging heeft ondervonden. Een leege goederenwagon is bij een wissel door een locomotief, waarachter eenige goe derenwagons waren aangehaakt, uit de rails geduwd. De wagon stond op het linker Hoofdspoor (gerekend uit de richting Gouda) voor het station en zou worden weggehaald door den rangeertrein die naast het z.g.n. bagageper ron op de meest linksche rails stond. Of men nu vergeten had de remmen van den leegen wagon aan te zetten, of dit on- noodig had geoordeeld, kon niet worden uit gemaakt, doch in ieder geval kwam er, ver moedelijk door den sterken wind op een kwaad oogenblik beweging in den wagon, zoodat deze in de richting' den Haag rolde. De locomotief was toen al aangezet om den wagon te gaan rangeeren met gevolg, dat juist bij den wissel, van hoofd- en bagage- spoor die even buiten het stationnetje in de richting Den Haag ligt, de locomotief en de eenzaam voortrollende wagon tegen el kaar opbotsten, zoodat de wagon ontspoorde. Daardoor was het treinverkeer in beide richtingen gestremd. Toen Vrijdagavond de 26-jarige S. uit Lonneker met zijn motor door Oldenzaal reed, kwam hij ter hoogte van hotel Vastert in aanraking met een fiets van een zekeren K., die daar stond te praten, terwijl deze de fiets achter zijn rug op den verkeersweg had staan. S. werd van den motor geslingerd en aan het hoofd gewond. Naar het ziekenhuis over gebracht, bleek zijn toestand van dien aard dat men voor zijn leven vreest. Te den Haag is een zeventigjarig heer uit Leiden op het eind van de Laan van Meer- dervoort onder lijn zeven gekomen. Beide beenen zijn hem afgereden. Op weg naar 't Ziekenhuis is het slachtoffer overleden. De oude heer was bij kennissen op bezoek ge weest. Hü wilde de Laan oversteken om naar de halte van Hjn 5 te loopen. Het re gende. Weggedoken onder rijn parapluie heeft hij niet gezien, dat van de andere zijde een lijn 7 met een aantal aanhang wagens kwam. De oude heer werd aange reden kwam onder de wielen van de tram, die niet zoo spoedig tot stilstand was te brengen. De politie heeft de zaak nog in onder zoek. Te Wamsveld is brand uitgebroken ln de zoogenaamde groote eekschuur aan den Mo lenweg. De schuur, welke dienst doet als op slagplaats voor meubelen van den heer Leb bink, werd met haar inhoud een prooi der vlammen. Daarin waren twee tapissières, gevuld met meubelen, geborgen en ander meubilair, dat verloren ging. Een tapissière Het W. B. meldt uit Stockholm, dat het lid van de bemanning der „Italia" Mariano daar is aangekomen en naar het ziekenhuis is gebracht, waar hij binnenkort zal wor den geopereerd. Zijn toestand is over het algemeen bevre digend. Hij zal vermoedelijk over ongeveer drie weken de reis kunnen voortzettten. Het Norsk Tel. Bur. meldt uit Tromsö: De „Cittó. di Milano" is naar Spitbergen vertrokken, met aan boord twee Italiaan- sche vliegtuigen, die zijn aangekomen. De „Braganza" zal voor het verblijf van de vliegers dienen en nabij het eiland Foyn worden gestationneerd, vanwaar alle naspo- ringen zullen worden ondernomen. Wat pater Gianfranceschi vertelde. De geestelijke adviseur van de „Italia"- expeditie, Pater Gianfranceschi S. J., die aan de pers reeds eenige mededeelingen verschafte omtrent de lotgevallen van zijn landgenooten heeft dezer dagen aan den Romeinschen correspondent van de „Cor- riere della Sera" een belangwekkend ver haal gedaan. Pater Gianfranceschi is, gelijk men weet, tegelijk met Nobile teruggekeerd. Het wa ren, aldus de geleerde priester, die den in terviewer in zijn studeerkamer aan de Gre- goriaansche universiteit te Rome ontving, sprekend over de terugreis, honderd uren, die ik mijn leven niet vergeten zaL Gedu rende de gansche reis van het hooge Noor den naar Italië waren de compartimenten van den trein steeds met nieuwsgierigen en belangstellenden gevuld. Velen bleken van heel ver gekomen te zijn, om ons te be zoeken. Voor generaal Nobile was de tocht een terugkeer tot het leven. Ten minste zóó zag ik het, toen hij op de „Citta di Milano" wederkwam, na de groote ontberingen in de roode tent op het pakijs. Hij werd bij het aan boord gaan door twee mannen onder steund zag er erg vermagerd uit en droeg een woeste baard. Nog zie ik zijn ontroe ring, een uitbarsting van emotie na zooveel angst, droefheid en beproeving. Vaak denk ik nog aan de twee journa listen van de expeditie, Lago en Tomasselli, die er over twistten, wie de groote vaart naar de Noordpool zou mogen medemaken. Ze namen tenslotte een lire en wierpen het lot; kruis of inunt. Ik dacht op het oogen blik onwillekeurig, dat die twee jonge man nen om hun leven speelden. Ook pater Gianfranceschi had aan Nobile gevraagd, mede te mogen, maar dit bleek onmogelijk. Men beloofde hem echter, te zul len telegrafeeren, wanneer het kruis op de Pool zou worden neergelaten. Dan zou hij tegelijkertijd z'n gebeden ten hemel kunnen opsturen. Het bericht werd evenwel pas een half uur, nadat de ceremonie was geschied, afgezonden en hieruit concludeerde men op de „Citta di Milano", dat het weer aan de Pool ongunstig moest zijn, daar Nobile het voornemen had, het kruis zoo mogelijk ei genhandig te plaatsen en daartoe op het ijs af te dalen. Pater Gianfranceschi sprak daarna over de vroomheid der expeditie-leden, vooral, toen ze leefden in de schaduw van de roode tent. De afbeelding van de Madonna van Lo- reto die in de cabine ondanks den heftigen schok bij den val niet beschadigd was, hing er op een eereplaats, om te zegenen en te beschermen, tegelijkertijd. En voor de Ma donna baden eiken morgen de aan den dood ontkomenen, maar in de onmetelijke Pool- woestjjn verlorenen, hun vurig gebed. Ook Mariano en Zappi, aldus Pater Gian franceschi, zeiden gezamenlijk hun gebe den, op hun wanhopigen marsch naar een verre hulp. Het geloof en het gebed gaf hun de kracht, om de ontzettende ontberingen te boven te komen. Pater Gianfranceschi vertelde tenslotte.dat Nobile en zijn metgezellen het verlangen hadden uitgedrukt, om weder door Z. H. den Paus in audiëntie te worden ontvangen. Hij hoopte, dat deze wensch zou worden vervuld. Lundborg verdedigt Nobile. Dagens Nyheter bevat het verslag van de voordracht, die de leider van de Zweedsche hulp-expeditie, Lundborg, te Stockholm ge houden heeft voor de Zweedsche Aeroclub. Daarbij gaf Lundborg de publieke opinie een berisping. „Of generaal Nobile rijn Ita- lia-expeditie wetenschappelijk goed uitge voerd heeft of niet, dat is een zaak die ik niet beoordeelen kan, maar dat hij een dap per en edel man ls, dat weet ik. En dat er zulke hatelijke beschuldigingen tegen andere leden van de Italia-expedltie gericht kon den worden, is, meen ik, niet goed Zweedssh gehandeld. Eerst diegene die vijftig dagen lang tegen pakijs en honger gevochten heeft, kan probeeren de situatie te beoordeelen en te veroordeelen, maar misschien zou het oor deel opgeschort kunnen worden, totdat deze mannen, wier zenuwen bijna tot bezwijkens toe gebracht waren, zoo ver hersteld zijn, dat ze zoowel lichamelijk als geestelijk met hun rechters gelijkgesteld kunen worden." De Amerikaansche vlieger kolonel Goebel de winnaar van de Dole-vlucht naar Hawaii, die een reis naar Japan maakte, vertelt in zijn verslag over zijn reis, hoezeer het Ja- pansche volk nog sceptisch tegenover de luchtvaart staat. Dit houdt waarschijnlijk verband met de talrijke vliegongelukken die in Japan hebben plaats gehad. Het is bijna onmogelijk om den Japanner aan het vliegen te krijgen, behalve natuurlijk bij leger en marine. Om nu het volk de noodige belangstelling voor de luchtvaart bij te brengen, heeft de Japansche regeering al haar hoop gevestigd op de jeugd. Daarom worden, waar mogelijk, de schoolkinderen onder deskundige leiding, op geregelde tijden in de vliegkampen rond geleid, om daar de hangars, vliegtuigen en werkplaatsen te bezichtigen. Ook wordt al het mogelijke gedaan om de kinderen in de ele mentaire geheimen der luchtvaart in te wij den. Het starten en landen der Japansche vliegers die Goebel bezig zag, noemde hü minstens evengoed als dat der Amerikaan sche vliegers. Maar vrijwel niemand waagt zich aan lucht-acrobatiek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 10