Binnenlanclsch Nieuws
Gemengd Nieuws
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
- MAANDAG 6 AUGUSTUS 1928
BLADZIJDE 2
Het gedenkboek voor
H.M. de Koningin-
Moeder
De officieele aanbieding ten
paleize te Soestdijk
Een woord van hulde door
een Socialist aan H.M.
de Koningin
g$danig, nam haar ate ifrlMlag, dat zU het
Het wetsontwerp op de
winkelsluiting
Het Bossche Carnaval
Prof. Mr. P. A. Diepenhorst
Een onhoudbare toestand
KERKNIEUWS
Een tragisch sterfgeval
De Zusters Dominicanessen
te Voorschoten
Eindelijk gesnapt
Dronkemans-berouw
Zwavelzuur over 't lichaam
Arme kleine
Dood van schrik
Wat het was
Een noodlanding bij
Nijmegen
Een vliegtuig in de Zuider
zee gevallen
Hij liet den man in het
water liggen-
Een déraillement op de
spoorlijn den Haag - Utrecht
Ernstig motorongeval
Door de tram overreden en
gedood
Door hooibroei
LUCHTVERKEER
De „Italia" - expeditie
Op zoek naar Amundsen
De luchtvaart in Japan
Zaterdagmiddag heeft ten Paleize Soest
dijk de aanbieding plaats gehad van het
Gedenkboek aan H. M. de Koningin-Moeder.
Te half vijf kwam de volledige commissie
van redactie, bestaande uit dr. Th. de Vis
ser, oud-minister, voorzitter en voorts in
alphabetische volgorde uit prof. dr. P. J.
Blok, oud-hoogleeraar, H. Colijn, oud-minis
terpresident, mr. D. Fock, oud-Gouverneur
Generaal, dr. C. Lely, oud-minister, dr.
Graaf van Lynden van Sandenburg, mr. H.
P. Marchant, lid van de Tweede Kamer,
Mgr. H. van de Wetering, Aartsbisschop van
Utrecht, H. Ch. van der Mandere, secreta
ris, alsmede de uitgever, de heer S. van
Looy, op het paleis aan, alwaar de commis
sie door den hofmaarschalk-kamerheer van
dienst werd ontvangen.
In de groote zaal bevond zich niet alleen
H. M. de Koning-Moeder met gevolg, doch
ook H. M. de Koningin, eveneens met gevolg.
Alvorens tot de aanbieding van het Ge
denkboek werd overgegaan, werden door den
voorzitter, dr. Th. de Visser, de volgende
woorden tot de Koningin-Moeder gericht.
Rede dr. de Visser
Majesteit,
Uit naam onzer commissie breng ik Uwe
Majesteit allereerst mijn eerbiedigen dank,
dat ons de gelegenheid Is geschonken, Uwe
Majesteit dit gedenkboek persoonlijk aan te
bieden. De commissie vleit zich met de hoop,
dat allereerst aan Uwe Majesteit de mede-
deellng niet onwelkom zal zijn, dat de op
dracht van dit werk aan de Koningin door
Hare Majesteit welwillend is aanvaard; dat
een keur van mannen en vrouwen van de
meest verschillende godsdienstige en poli
tieke richtingen zich gaarne bereid ver
klaarde bijdragen te leveren, en eindelijk,
dat nu reeds, voordat het boek verschenen is,
een buitengewoon groot aantal personen
getoond heeft op het bezit er van prijs te
stellen, zoodat de eerste oplage reeds geheel
is uitverkocht.
In dit alles spreekt zich reeds een veel
zijdige en dankbare hulde aan Uwe Majes
teit uit. Maar het welsprekendst getuigt
daarvan de inhoud van het gedenkboek zelf.
Al hetgeen Uwe Majesteit in bijna vijftig
Jaren voor het Nederlandsche volk waart
en deedt, en als echtgenoote des Konings
en als Moeder onzer Koningin en als Ko
ningin-Regentes en als Koningin-weduwe
wordt hier beschreven door mannen en vrou
wen, wier deskundigheid tot oordeel bevoegd
maakte en wier groote waardeering van
Uwer Majesteit's arbeid de schoonste hulde
die U op dezen dag kan worden gebracht.
Hierin is toch voor tijdgenoot en nageslacht
vastgelegd, dat de Koningin-Moeder een
ware Moeder des vaderlands werd en bleef.
Moge de lectuur Uwe Majesteit dan ook
bij vernieuwing de verzekering schenken van
de sterkte van den band, die ons volk aan
Uwer Majesteit's persoon en aan het Huis
van Oranje verbindt.
Namens onze commissie besluit ik met de
bede, dat God Uwe Majesteit nog menig
jaar schenke tot vreugde van het Koninklijk
Huis en tot zegen van ons volk, dat U zoo
zeer lief heeft en eert.
Ar'.woord van H. M. de
Koningin-Moeder
Na ontvangst van het fraaie gedenkboek
antwoordde H. M. de Koningin-Moeder on
geveer als volgt:
Mijnheer de voorzitter van de commissie
tot redactie,
Ik beschouw het als een voorrecht u, ver
gezeld door de geheele commissie van redac
tie, heden hier bij mij te zien.
Ontvang mijnen meest hartelijken dank
voor de woorden, die u ook uit haar naam
zooeven tot mij heb gericht. Ik ben er diep
door getroffen. Ik waardeer het ten hoogste,
dat zoo vele, mij reeds lang bekende, voor
aanstaande mannen en vrouwen van zeer
verschillende godsdienstige en politieke rich
ting, bijdragen hebben willen leveren voor
dit gedenkboek.
Wanneer ik straks van den inhoud kennis
neem, zullen vele herinneringen uit de ver
vlogen jaren weder levendig voor mijn geest
komen, maar bovenal zal groote dankbaar
heid mijn hart vervullen, want toen ik mijn
nieuwe vaderland betrad, had ik niet ver
wacht noch durven hopen, zoo spoedig het
vertrouwen van het Nederlandsche volk te
kunnen verwerven en toch schonk het mij
dit en daarenboven veel liefde en trouwe
aanhankelijkheid, die mij gedragen hebben
in vreugde en leed en in moeilijke tijden.
Ik dank God, dat Hij mij het voorrecht
schonk ,iets voor ons land en volk te mo
gen zijn, al schoot ik voor mijn gevoel steeds
daarin tekort.
Mijnheer de voorzitter, ontvang met de
geheele commissie en met de schrijvers en
schrijfsters van het gedenkboek alsmede met
de uitgevers mijn diepgevoelden dank voor
dit kostbaar geschenk, door de opdracht aan
mijn geliefde dochter.
Hierna werd door de commissie met jeenige
•Woorden het speciale, voor H. M. de Konin
gin bestemde exemplaar van het gedenk
boek aan H. M. overhandigd.
De Koningin heeft hiervoor met enkele
tvoorden dank gezegd.
Ook Prinses Juliana was bij het aanbieden
J?an het gedenkboek tegenwoordig.
Na de aanbieding hebben de beide Konin
ginnen zich, terwijl de thee geserveerd werd,
nog geruimen tijd onderhouden met de le
den der commissie tot redactie en met den
uitgever.
Te ongeveer half zes heeft de commissie
tiet paleis weer verlaten.
In het „Volk" schrijft de socialistische
oud-voorman der diamantbewerkers en orga
nisator der tuberculosebestrijding in die
kringen, Jan van Zutphen, een artikeltje,
waarin hü betoogt dat ook de socialisten,
hulde brengen aan de „Koningin-Moeder op
haar 70sten verjaardag. Niet natuurlijk als
Koningin-Moeder, maar om de menschelijk
heid, die van haar uitging" en hij schrijft
dan verder:
„Tijdens een bezoek aan de Hygiënische
tentoonstelling in het Paleis van Volksvlijt
te Amsterdam trok het dadenrijk werk van
het Koperen Stelenfonds (de organisatie van
den Alg. Ned. Diamantbewerkersbond tot be
strijding der Tuberculose) haar aandacht
leeuwendeel van den tijd van haar rondgang
daaraan wijdde, 'k Zag toen een echt zor
gelijk doorploegd vrouwengezicht met klare,
belangstellende oogen. Ik hoorde toen echte
warme belangstelling in haar stem en de
innerlijke zucht om alles goed te weten,
sprak uit haar opmerkzaam vragen.
Bij herhaling werd ze door haar geleide
aangespoord tot verder gaan; doch zij ging
niet, zij bleef desondanks zien en vragen.
Medegevoel en menschelijkheid, maar ook
verstandige vrouwelijke zachtheid uitten zich
sober en waarachtig in haar stijgende, in
tensieve belangstelling. Uit al dit vragen
werd mij duidelijk, dat die vrouw een zorge
lijk moeizaam leven achter zich had. Dat
stond haar op het gelaat gegrift, even sterk
en droevig als dit door mij zoo menigmaal
gezien werd bij ouders van het arbeidende
volk, maar óók bleek mij hare belangstelling
voor de -daad, die door het K.S.F., dat is
door de diamantbewerkers voor de t.b.c.-be
strijding werd verricht en bij haar vertrek
gaf zij haar respect daarvoor duidelijk te
kennen.
Toen in ons land nog büna allerwege de
nalatigheid voor de behartiging der belan
gen van de t.b.c.-patiënten hoogtij vierde:
toen zelfs in medische kringen nog een doffe
onverschilligheid voor dit vraagstuk
heerschte en slechts enkele pioniers onder
hen met bewonderenswaardige toewijding en
onverflauwden ijver den strijd tegen den
volksviiand aanbonden; toen de autoriteiten
van rijk, provincie en gemeente met kracht
gedrongen moesten worden tot hulp bieden
op dit vreeselijke terrein, toen de massa van
ons volk, hoog en laag geplaatst, wèl of niet
onderwezen, in hoogst laakbare onverschil
ligheid de tering liet voortwoekeren, toen was
deze vrouw mede één der weinige personen,
die een daad deed: zij stichtte en gaf het
sanatorium Oranje Nassau-oord, een daad,
die er niet minder om is, omdat zij stoffe
lijk bij machte was die te doen. Want velen,
zéér velen, die daartoe bij machte zijn, wel
licht meer dan zij, blijven een onvruchtbaar
nietsdoen handhaven.
Zij deed, gaf een voorbeeld! Uit de daad
werd een propaganda geboren voor de t.b.c.-
bestrijding, die nuttig heeft nagewerkt, óók
in de kringen der arbeiders, die, dikwerf
maar al te zeer versuft door hun levenslot,
geen oog zelfs hadden voor het leed in eigen
kring.
Zulk een daad stemt dankbaar en zoo
kunnen wij, socialisten misschien juist
omdat wij in de harington werden gecon
serveerd en voor bederf gevrijwaard de
vrouw, die door menschelijkheid gedreven
dit deed, bij haar zeventigste jaar. daarvoor
hulde brengen".
Eenige opmerkingen en een voorstel van den
Middens tandsraad.
In verband met het verzoek van den mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid aan
den Middens tandsraad om te mogen verne
men, tot welke opmerkingen het gewijzigd
Ontwerp van Wet tot regeling der winkel
sluiting den Middenstandsraad aanleiding
geeft, heeft deze naar „de R.-K. Midden
stand" meldt het volgende bericht.
„In de eerste plaats wenscht de Raad zijn
erkentelijkheid uit te spreken, dat blijkens
vele in het Ontwerp overeenkomstig zijne
beschouwingen aangebrachte wijzigingen
volle aandacht aan zijn advies geschonken
is en hij ook thans gelegenheid ontving tot
verdere opmerkingen, alvorens de redactie
van het Ontwerp definitief wordt vastge
steld.
Klaarblijkelijk is het Uwer Excellence's
bedoeling, dat deze opmerkingen slechts de
techniek van het Ontwerp zullen betreffen
en derhalve niet in principieele beschouwin
gen zal worden getreden.
Hiermede rekening houdende zal de Raad
zich derhalve niet verdiepen in de vraag, of
de economische toestand van het winkelbe
drijf zoodanig is, dat het aanbeveling ver
dient nu een wettelijke regeling voor win
kelsluiting te treffen. Evenmin zal de Raad
eene herhaling leveren van zijn betoog, of
en indien niet waarom er geen reden is tot
het maken van uitzonderingen op de win
kelsluiting voor enkele feestdagen, zoo deze
op Zondag vallen. Ten aanzien van dit puns
merkt de Raad alleen op, dat waar in af
wijking van zijn advies zelfs op een zoo
hoogen feestdag als 25 December de winkels
geopend zullen mogen zijn, zoo deze dag op
Zor.dag valt, hij niet vermag in te zien,
waarom de aanvankelijk ook voor 5 Decem
ber gemaakte uitzondering thans wordt in
getrokken. Om dezelfde reden wijst de Raad
er op, dat waar eveneens in afwijking van
zijn advies uitzonderingen op de algemeene
regeling van Zondagssluiting voor banket
winkels e.d. worden toegestaan, hij bezwaar
lijk kan begrijpen waarom voor fruitwinkels,
vischwinkels en soortgelijke bedrijven, de
Zondagssluiting wel moet gelden. Enkele
leden van den Raad stonden met het oog
op het feit, dat uitzonderingen op Zondags
sluiting noodig zijn, welke uitzonderingen
tot tal van onbillijkheden aanleiding zullen
geven, zoo die niet tot verdere bedrijven
worden uitgebreid, wat weer nieuwe verwik
keling tot gevolg heeft, er zelfs op, dat de
Zondagssluiting geheel uit de regeling wordt
gelicht en derhalve slechts bepalingen ten
aanzien der avondsluiting zullen worden ge
troffen.
Wat de techniek van het Ontwerp aan
gaat, spreekt de Raad als zijn oordeel uit,
dat de aangebrachte wijzigingen over het
geheel even zoovele verbeteringen zijn. In
het bijzonder beschouwt de Raad het als
een voordeel, dat verschillende bepalingen,
die in het Voorontwerp onder verschillende
artikelen waren ondergebracht, thans in één
artikel (art. 7) zijn samengevat, wat aan
de overzichtelijkheid Van het geheel ten
goede komt.
De artikelen van het Ontwerp afzonder
lijk geven den Raad tot de volgende opmer
kingen aanleiding.
Art. 1. Dit artikel onderscheidt „winkel"
en „winkelhuis". Volgende artikelen spreken
alleen van winkels en regelen de sluiting
van winkels, waaruit dus zou volgen, dat de
bepalingen omtrent de regeling der sluiting
van winkels niet van toepassing zijn op
winkelhuizen, terwijl het toch klaarblijkelijk
de bedoeling is, dat zulks wel het geval zal
zijn. Art. 1 lid 2 ware dan ook te lezen:
onder winkel verstaat deze Wet open of
b-sloten ruimte enz., of wel, er ware in vol
gende artikelen in plaats van winkels te
lezen „winkels of winkelhuizen."
Art. 3. De Raad beveelt aan achter ben
zine toe te voegen „en motorolie", zoodat
dus ook voor deze waar de bepalingen ten
aanzien van de winkelsluiting niet komen
te gelden.
Art. 4. De Raad vraagt zich af, of het
werkelijk Uwer Excellence's bedoeling is,
dat op 25 en 31 December banketwinkels e.d.
tot 10 uur 's avonds geopend zullen mogen
zijn, indien deze dagen op Zondag vallen.
Het artikel bepaalt zulks door in het eerste
lid sub a ten aanzien van daze winkels de
Zondagssluiting niet van toepassing te .ver
klaren en door in het tweede lid sub d ook
uitzondering op de avondsluiting toe te
staan.
Art. 5. Terwijl art. 4 de mogelijkheid
schept, dat in het algemeen banketwinkels
e.d. gedurende ten hoogste 4 achtereenvol
gende uren geopend zijn, bepaalt art. 5, dat
het hoofd, van een banketbakkerij, behoo-
rende tot een kerkgenootschap, dat den
wekelijkschen rustdag op den Sabbath of op
den Zevenden dag viert, den winkel geopend
mag hebben van 5 uur 's morgens tot 8 uur
's avonds. De uren van 5 uur 's morgens tot
2 uur 's middags zijn het equivalent voor
het op Zaterdag gesloten zijn; wat de uren
tusschen 2 uur 's middags en 8 uur 's avonds
aangaat is de Joodsche banketbakkerij ge
lijk te stellen met een gewone banketbakkerij,
zoodat de gelegenheid om tijdens deze uren
den winkel open te hebben, billijkheidshalve
dus ook moet beperkt worden tot „ten hoog
ste vier achtereenvolgende uren."
Art. 8 Blijkens de Memorie van Toelich
ting is het de bedoeling, dat in de uren,
waarop de winkels gesloten moeten zijn, ook
geen verkoop in automaten zal toegestaan
zijn. De Raad is van meening, dat deze ver
koop toegelaten zou kunnen worden. Eene
dienovereenkomstige regeling in Zweden en
Denemarken beantwoordt aldaar, naar de
Raad vernam, aan de wensehen zoowel van
de winkeliers als van het publiek. Eenige
arbeid op Zondag of in de late avonduren
wordt dusdoende noch van den winkelier
noch van zijn personeel gevergd, terwijl het
publiek, dat wenscht te koopen, gebaat
wordt.
Bij aanmaak van automaten in groote
hoeveelheid, wordt de kostprijs dermate, dat
aanschaffing ook voor den kleinen winkelier
in den regel geen bezwaren van beteekenis
zal opleveren; vrijwel iedere winkelier, die
zulks wenscht, zal zich bij gevolg een auto
maat kunnen aanschaffen. Onbillijke con
currentie door den grootwinkelier ten na-
deele van den kleinen man ontstaat bijge
volg niet, indien het verbod om in automa
ten te verkoopen vervalt. Blijft dit verbod
behouden, dan doet zich ook de moeilijk
heid voor, dat de automaat telkens buiten
werking moet worden gesteld. Op te merken
is voorts, dat terwijl op Zondag een choco
ladewinkel vier uur geopend kan zijn, ver
koop van chocolade in automaten ook ge
durende die vier uren verboden is, wat toch
niet de bedoeling zijn mag.
Art. 9. De Raad betreurt, dat de bevoegd
heid aan B. en W. verleend om voor ten
toonstellingen, fancy-fairs e.d. ontheffing
te verleenen van de verbodsbepalingen, niet
beperkt is tot tentoonstellingen e.d, met
weldadig doel. Het komt den Raad niet bil
lijk voor, dat zooals in de praktijk zal
voorkomen op een tentoonstelling winkels
maandenlang 's avonds geopend zijn, terwijl
soortgelijke winkels in de stad zullen moe
ten sluiten.
Ten slotte vestigt de Raad er de aan
dacht op, dat de Memorie van Toelichting
tot art. 7 in het laatste lid spreekt van vijfde
lid en lid 4, terwijl, vierde en lid 3 bedoeld
zijn.
Het Bossche raadslid Kuypers heeft bij
den gemeenteraad van 's Hertogenbosch een
voorstel ingediend, om optochten in de Car
navalsdagen weer toe te staan en het slui
tingsuur in die feestdagen op twee uur
's nachts te bepalen.
Naar de „Tel." verneemt, wordt prof. mr.
P. A. Diepenhorst, hoogleeraar aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam en lid van de
Eerste Kamer, genoemd als ernstig candidaat
voor het burgemeesterschap van Rotterdam.
Besprekingen in verband met zijn eventueele
benoeming moeten reeds hebben plaats ge
had. Als opvolger van prof. Diepenhorst aan
de Vrije Universiteit wordt genoemd dr. J. A.
Nederbragt, chef der afdeeling Economische
Zaken aan het Departement van Buitenland-
sche Zaken.
Door den heer Wlntermans zijn aan den
Minister van Waterstaat de volgende vragen
gesteld
Is het den minister bekend, dat in de ver
rassend snel groeiende gemeente Eindhoven
een onhoudbare toestand bestaat en dagelijks
verergert bij het verkeer aan de overgangen
van den Staatsspoorweg?
Is de minister in staat en bereid, te bevor
deren, dat in dezen toestand een afdoende
verbetering gebracht wordt door verhooging
van den spoorweg?
Vrijdag is te Huybergen, naar de „Msb."
melt, in het klooster der Eerw. Broeders al
daar, vrij plotseling overleden de Eerw. Broe
der Dominicus, die over veertien dagen, n.l.
op 19 Augustus a.s. zijn gouden klooster-
jubilé hoopte te vieren. Reeds werden voor
bereidingen getroffen om den beminden
kloosterbroeder een waardigen feestdag te
bereiden.
Des morgens werd de aanstaande jubilaris
door een benauwdheid overvallen en moesten
hem uit voorzorg de H.H. Sacramenten der
Stervenden worden toegediend en slechts en
kele uren daarna is hij overleden.
Het algemeen kapittel
In het in „Huize Bijdorp" te Voorschoten
gehouden algemeen kapittel van de congre
gatie van de H. Catharina van Senen (Do
minicanessen van Voorschoten), werd tot al
gemeen overste gekozen de Eerwaarde Zus
ter Hortensia Bak, overste van het klooster
aan de Korte Haven te Schiedam.
Tijdens deze verkiezing van de algemeene
overste werd het kapittel voorgezeten door
Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent, Bisschop
van Haarlem.
Tot raadszusters werden verder gekozen de
Eerwaards Zusters: Liduina Hosman, te
Voorschoten; Eugéne Biezenaar, tot heden
overste van de kweekschool te Reuver; Pau
line Hensen, van het klooster aan den Wa-
lenburgerweg te Rotterdam, en Amalia
Werkmeier, overste van het gesticht aan de
West-Kruiskade te Rotterdam.
De nieuwe algemeene overste der congre
gatie werd op 8 Januari 1886 te Utrecht ge
boren en is dus nog eerst 42 jaar oud.
Gedurende een zestal jaren was zij overste
van het Dominicanessenklooster aan de Do-
minicanessenstraat te Nijmegen. Op het
oogenblik sinds vier jaar van het klooster
aan de Korte Haven te Schiedam. Voordien
was de nieuwe algemeene overste novicen-
meesteres te Voorschoten, zoodat zij reeds
een beteekenenden staat van dienst achter
den rug heeft, nu zij tot de hoogste waardig
heid in haar congregatie wordt geroepen.
Te Bergen op Zoom fs een kerkdief aan
gehouden op het oogenblik dat deze, een ze
kere W., afkomstig uit Breda, bezig was met
het lichten van de offerblokken in de St.
Jozefskerk. Hij ging hierbij zeer handig te
werk en ontvreemdde het geld door middel
van een balein waaraan Hjm zat. De politie
heeft met de aanhouding van dezen persoon
een goede vangst gedaan, daar hij reeds voor
eenige maanden door de politie in het oog
werd gehouden als verdacht van kerkdiefstal.
Tot op heden mocht het de politie niet geluk
ken hem te betrappen. Hij is op transport
gesteld naar Breda ter voorgeleiding voor den
officier van Justitie.
Het gebeurde te Rotterdam, vertelt de Msb.
Vijf jaar geleden hadden ze samen een
jasje gestolen, waarin een portefeuille zat.
Het geld, tien bankjes van tien, was broe
derlijk verteerd; sindsdien hadden de kame
raden elkaar slechts een enkele maal ge
zien, totdat een hunner Vrijdagavond, toe
vallig den aijder zag loopen en hem aansprak.
Na lange scheiding deed het deugd weer
eens met z'n beidjes aan de toonbank te
staan, het oude vocht te drinken en de oude
herinneringen op te halen.
Tegen twaalven was hun vriendschapsband
inniger dan ooit te voren en begon het hart
te spreken.
„Weet je nog van 't jasje van die stuur,
met die honderd pietermannen," grinnikte
Klaas. (Het geld was gestolen uit de stuur
manskajuit van een aan de Hcyplaat liggend
schip)
„Ja, jö, en toch zit 't me dwars." Arie hikte
na deze bekentenis.
„Recht is recht, da's eigenlijk de sulvere
waarheid."
Toen nam Arie het besluit; „We gane same
naar de Pauwelaan, 't vertellen."
De inspecteur ontving de mannen met het
opgekropte kinderhart.
„Zeg 't nou."
„Ik heb niks te zeggen." Klaas uitte dezen
jok met een vettigen glimlach.
„We hebben 't same gedaan, meneer." Het
hooge woord was er bij Arie uit; de inspec
teur van den nachtdienst luisterde aandach
tig naar het relaas van de misdaad van jaren
her.
Toen stelde hij den commissaris van het
bureau in welks rayon de diefstal geschied
was, op de hoogte.
„Laat ze voorloopig maar loopen, we zullen
de zaak nader onderzoeken," luidde diens
oordeel.
Opgelucht, beleefd hun petje lichtend,
koersten de eerlijke kameraden de vrije maat
schappij weer in.
In de melkfabriek te Oud-Gastel is de
arbeider J. de R„ terwijl hij een flesch met
zwavelzuur droeg, van de trap gevallen. Hij
kreeg den geheelen inhoud van de flesch
over het lichaam. Zijn kleeren verbrandden
geheel, terwijl hij tevens zeer ernstige brand
wonden aan gelaat, armen en beenen op
liep. De ongelukkige werd per auto naar zijn
woning vervoerd. Zijn toestand is ernstig.
('s-Hert. Crt.)
Te Wierum geraakte het 10-jarig zoontje
van het schoolhoofd B. te Wierum zoodanig
tusschen een vrachtauto en een hek be
kneld, dat het aan de gevolgen is overleden.
Te Drachten is de oude J. Boomsma, toen
hij op zijn fiets reed, zoodanig voor een hem
achteroprijdenden auto geschrokken, dat hij
viel en dood bleef liggen.
Een veehandelaar te Durgerdam vond op
zijn land een koperen kabel van 60 M. lengte,
waarvan het eene eind In den grond stak.
Toen hij dit er uittrok zat er een looden
kogel aan van 3 pond gewicht. Het gehepl
bleek de radio-antenne van een vliegmachine
te zijn, die vermoedelijk van groote hoogte
was neergevallen, want de loodbal zat 60
c.M. diep in den grond!
Zaterdagochtend te ongeveer half twaalf
moest het vliegtuig 1130 van de Duitsche
Lufthansa vliegende op de lijn Amsterdam
Basel, te Heumen een noodlanding maken
ten gevolge van een defect aan de olielei
ding. De noodlanding geschiedde vlot in het
groote weiland van de „Sluiskamp" in den
omtrek van Nijmegen. In het vliegtuig be
vond zich slechts één passagier, die naar
het naastbijgelegen station Mook vervoerd
werd. Het defect wordt door een plaatselij-
ken smid hersteld.
Met spoedig uit Den Haag ontboden hulp
materiaal werd de wagon weer in de rails
gezet.
Ondertusschen was de vertraging op de
lijn niet onbelangrijk. De trein, die 14.07 uit
Gouda moest vertrekken, hield voor het sta
tion stil en liet de reizigers voor Den Haag
overstappen in den trein die 14.05 uit Den
Haag was weggegaan, terwijl de reizigers uit
Den Haag in den van Gouda komenden
trein overstapten, waarna beide treinen te
ruggingen in de richting waaruit zij geko
men waren.
Ook de treinen van 14.37, 14.53, 15.29 en
16.05 uit Den Haag en die van 14.14 14.35 en
15.10 uit Gouda ondervonden vertraging, met
de onaangename gevolgen voor de reizigers
hieraan verbonden. Tegen vijven was de
stagnatie vrijwel ongeKeven.
De grootste vertraging had circa een uur
geduurd.
Onaangenaam was voor de overstappende
reizigers die ongeveer 5 minuten moesten
loopen, dat zij dit juist in een stortregen
moesten doen.
De treinenloop Rotterdam—Utrecht vice-
versa had in Gouda slechts geringe vertra
ging.
kon nog worden gered. Ook verbrandden
vier paarden van den heer Visser een vijfde
dat zich losgerukt had, moest ter plaatse
worden afgemaakt. Alles was tegen brand
schade verzekerd, uitgezonderd de paarden.
Oorzaak is vermoedelijk hooibroei in een
naastgelegen schuur, welke ook verbrandde.
De piloot ongedeerd
Zaterdagmiddag omstreeks vijf uur moest
een toestel van de Deutsche Luft Hansa, de
Fokker F 3, genummerd 489, een noodlan
ding maken aan de Valkeveensche kust bij
fort „Ronduit". De piloot Rutschau was te
4.40 uur te schiphol opgestegen naar Han
nover en vervoerde goederen, grootendeels
bestaande uit rozen, verzonden door een
kweekerij te Aalsmeer. Te vijf uur werd de
bestuurder door een zware bui overvallen,
waardoor hij gedwongen was laag te vliegen.
Plotseling weigerde echter de motor door 'n
nog niet opgehelderde oorzaak. De bestuur
der poogde daarop in glijvlucht het toestel
op het strand te zetten. Door de geringe
hoogte en den Sterken N.O. wind gelukte
dit echter niet en ongeveer vijftig meter
uit de kust kwam het toestel in zee neer.
Het landingstoestel en de propeller werden
vernield. De romp bleef, dank rij de ondiepte
der zeer daar ter plaatse, boven water, zoo
dat de piloot boven op het toestel kon klim
men. Het ongeluk werd door de bewoners
van de uitspanning „Oud-Valkeveen" be
merkt, die dadelijk ter hulp snelden en den
piloot uit zijn benarde positie bevrijdden. De
heer Rutschau bleek ongedeerd te zijn.
De Luft Hansa te Schiphol was inmiddels
gewaarschuwd. De technische hulpdienst,
onder leiding van den heer Köbler, verscheen
om half acht. Door den sterken wind was
het echter onmogelijk het toestel te berei
ken. Heden zal het, naar de „Tel." meldt,
van Amsterdam uit per schip geborgen wor
den. De goederen zijn uit den romp boven
op het toestel vastgebonden, doch de rozen
zijn door het zeewater bedorven. Post was
niet aan boord.
In weerwil van het slechte weer en de af
gelegen plaats waren nog vele nieuwsgierigen
komen kijken.
Men meldt ons uit Dongen d.d. 2 Aug.
aan de ,,'s-Hert. Crt.";
De 79-jarige W. K., verpleegde uit het
gasthuis te Gilze, ging gisterenochtend op
stap; hij dwaalde rond in de buurt van het
Wilhelminakanaal en is daarin, door tot nu
toe onopgehelderde oorzaak terecht gekomen.
Een schipper, die hoogstwaarschijnlijk den
drenkeling had kunnen oppikken, is echter
doorgevaren en heeft een en ander gerap
porteerd aan den brugwachter Timmermans
alhier Van dit ergerlijke geval van over
treding van art. 450 van het wetboek van
strafrecht (het weigeren van hulp) is on
middellijk proces-verbaal opgemaakt door de
spoedig aanwezige politie.
De tweede schipper die passeerde, had een
zwaar beladen schip, zooda t hij niet
kon bijdraaien. Hij waarschuwde echter on
middellijk een achter hem aankomenden
schipper die een ledig schip had.
Deze heeft den ouden man uit het water
gehaald. Inmiddels was ook geneeskundige
hulp aanwezig. Dr. Heintjes alhier heeft den
drenkeling in zijn auto naar den straatweg
gebracht en vandaar is hij met een anderen
auto naar het St. Elisabeths-Gasthuis ver
voerd, waar met kunstmatige ademhaling
(o.a. ook een zuurstofapparaat) de levens
geesten konden worden opgewekt. Gisteren
avond was hij buiten onmiddellijk levensge
vaar.
Belangrijke stagnatie in het verkeer
Geen persoonlijke ongelukken
Nabij het station Zevenhuizen-Moerkapelle
heeft Zaterdagmiddag een déraillement
plaats gehad, waardoor het treinverkeer Den
HaagUtrecht vice-versa vertraging heeft
ondervonden.
Een leege goederenwagon is bij een wissel
door een locomotief, waarachter eenige goe
derenwagons waren aangehaakt, uit de rails
geduwd.
De wagon stond op het linker Hoofdspoor
(gerekend uit de richting Gouda) voor het
station en zou worden weggehaald door den
rangeertrein die naast het z.g.n. bagageper
ron op de meest linksche rails stond.
Of men nu vergeten had de remmen van
den leegen wagon aan te zetten, of dit on-
noodig had geoordeeld, kon niet worden uit
gemaakt, doch in ieder geval kwam er, ver
moedelijk door den sterken wind op een
kwaad oogenblik beweging in den wagon,
zoodat deze in de richting' den Haag rolde.
De locomotief was toen al aangezet om den
wagon te gaan rangeeren met gevolg, dat
juist bij den wissel, van hoofd- en bagage-
spoor die even buiten het stationnetje in de
richting Den Haag ligt, de locomotief en
de eenzaam voortrollende wagon tegen el
kaar opbotsten, zoodat de wagon ontspoorde.
Daardoor was het treinverkeer in beide
richtingen gestremd.
Toen Vrijdagavond de 26-jarige S. uit
Lonneker met zijn motor door Oldenzaal
reed, kwam hij ter hoogte van hotel Vastert
in aanraking met een fiets van een zekeren
K., die daar stond te praten, terwijl deze
de fiets achter zijn rug op den verkeersweg
had staan.
S. werd van den motor geslingerd en aan
het hoofd gewond. Naar het ziekenhuis over
gebracht, bleek zijn toestand van dien aard
dat men voor zijn leven vreest.
Te den Haag is een zeventigjarig heer uit
Leiden op het eind van de Laan van Meer-
dervoort onder lijn zeven gekomen. Beide
beenen zijn hem afgereden. Op weg naar 't
Ziekenhuis is het slachtoffer overleden.
De oude heer was bij kennissen op bezoek ge
weest. Hü wilde de Laan oversteken om
naar de halte van Hjn 5 te loopen. Het re
gende. Weggedoken onder rijn parapluie
heeft hij niet gezien, dat van de andere
zijde een lijn 7 met een aantal aanhang
wagens kwam. De oude heer werd aange
reden kwam onder de wielen van de tram,
die niet zoo spoedig tot stilstand was te
brengen.
De politie heeft de zaak nog in onder
zoek.
Te Wamsveld is brand uitgebroken ln de
zoogenaamde groote eekschuur aan den Mo
lenweg. De schuur, welke dienst doet als op
slagplaats voor meubelen van den heer Leb
bink, werd met haar inhoud een prooi der
vlammen. Daarin waren twee tapissières,
gevuld met meubelen, geborgen en ander
meubilair, dat verloren ging. Een tapissière
Het W. B. meldt uit Stockholm, dat het
lid van de bemanning der „Italia" Mariano
daar is aangekomen en naar het ziekenhuis
is gebracht, waar hij binnenkort zal wor
den geopereerd.
Zijn toestand is over het algemeen bevre
digend. Hij zal vermoedelijk over ongeveer
drie weken de reis kunnen voortzettten.
Het Norsk Tel. Bur. meldt uit Tromsö:
De „Cittó. di Milano" is naar Spitbergen
vertrokken, met aan boord twee Italiaan-
sche vliegtuigen, die zijn aangekomen.
De „Braganza" zal voor het verblijf van
de vliegers dienen en nabij het eiland Foyn
worden gestationneerd, vanwaar alle naspo-
ringen zullen worden ondernomen.
Wat pater Gianfranceschi vertelde.
De geestelijke adviseur van de „Italia"-
expeditie, Pater Gianfranceschi S. J., die
aan de pers reeds eenige mededeelingen
verschafte omtrent de lotgevallen van zijn
landgenooten heeft dezer dagen aan den
Romeinschen correspondent van de „Cor-
riere della Sera" een belangwekkend ver
haal gedaan.
Pater Gianfranceschi is, gelijk men weet,
tegelijk met Nobile teruggekeerd. Het wa
ren, aldus de geleerde priester, die den in
terviewer in zijn studeerkamer aan de Gre-
goriaansche universiteit te Rome ontving,
sprekend over de terugreis, honderd uren,
die ik mijn leven niet vergeten zaL Gedu
rende de gansche reis van het hooge Noor
den naar Italië waren de compartimenten
van den trein steeds met nieuwsgierigen en
belangstellenden gevuld. Velen bleken van
heel ver gekomen te zijn, om ons te be
zoeken.
Voor generaal Nobile was de tocht een
terugkeer tot het leven. Ten minste zóó zag
ik het, toen hij op de „Citta di Milano"
wederkwam, na de groote ontberingen in de
roode tent op het pakijs. Hij werd bij het
aan boord gaan door twee mannen onder
steund zag er erg vermagerd uit en droeg
een woeste baard. Nog zie ik zijn ontroe
ring, een uitbarsting van emotie na zooveel
angst, droefheid en beproeving.
Vaak denk ik nog aan de twee journa
listen van de expeditie, Lago en Tomasselli,
die er over twistten, wie de groote vaart
naar de Noordpool zou mogen medemaken.
Ze namen tenslotte een lire en wierpen het
lot; kruis of inunt. Ik dacht op het oogen
blik onwillekeurig, dat die twee jonge man
nen om hun leven speelden.
Ook pater Gianfranceschi had aan Nobile
gevraagd, mede te mogen, maar dit bleek
onmogelijk. Men beloofde hem echter, te zul
len telegrafeeren, wanneer het kruis op de
Pool zou worden neergelaten. Dan zou hij
tegelijkertijd z'n gebeden ten hemel kunnen
opsturen. Het bericht werd evenwel pas een
half uur, nadat de ceremonie was geschied,
afgezonden en hieruit concludeerde men op
de „Citta di Milano", dat het weer aan de
Pool ongunstig moest zijn, daar Nobile het
voornemen had, het kruis zoo mogelijk ei
genhandig te plaatsen en daartoe op het ijs
af te dalen.
Pater Gianfranceschi sprak daarna over de
vroomheid der expeditie-leden, vooral, toen
ze leefden in de schaduw van de roode tent.
De afbeelding van de Madonna van Lo-
reto die in de cabine ondanks den heftigen
schok bij den val niet beschadigd was, hing
er op een eereplaats, om te zegenen en te
beschermen, tegelijkertijd. En voor de Ma
donna baden eiken morgen de aan den dood
ontkomenen, maar in de onmetelijke Pool-
woestjjn verlorenen, hun vurig gebed.
Ook Mariano en Zappi, aldus Pater Gian
franceschi, zeiden gezamenlijk hun gebe
den, op hun wanhopigen marsch naar een
verre hulp. Het geloof en het gebed gaf hun
de kracht, om de ontzettende ontberingen
te boven te komen.
Pater Gianfranceschi vertelde tenslotte.dat
Nobile en zijn metgezellen het verlangen
hadden uitgedrukt, om weder door Z. H.
den Paus in audiëntie te worden ontvangen.
Hij hoopte, dat deze wensch zou worden
vervuld.
Lundborg verdedigt Nobile.
Dagens Nyheter bevat het verslag van de
voordracht, die de leider van de Zweedsche
hulp-expeditie, Lundborg, te Stockholm ge
houden heeft voor de Zweedsche Aeroclub.
Daarbij gaf Lundborg de publieke opinie
een berisping. „Of generaal Nobile rijn Ita-
lia-expeditie wetenschappelijk goed uitge
voerd heeft of niet, dat is een zaak die ik
niet beoordeelen kan, maar dat hij een dap
per en edel man ls, dat weet ik. En dat er
zulke hatelijke beschuldigingen tegen andere
leden van de Italia-expedltie gericht kon
den worden, is, meen ik, niet goed Zweedssh
gehandeld. Eerst diegene die vijftig dagen
lang tegen pakijs en honger gevochten heeft,
kan probeeren de situatie te beoordeelen en
te veroordeelen, maar misschien zou het oor
deel opgeschort kunnen worden, totdat deze
mannen, wier zenuwen bijna tot bezwijkens
toe gebracht waren, zoo ver hersteld zijn,
dat ze zoowel lichamelijk als geestelijk met
hun rechters gelijkgesteld kunen worden."
De Amerikaansche vlieger kolonel Goebel
de winnaar van de Dole-vlucht naar Hawaii,
die een reis naar Japan maakte, vertelt in
zijn verslag over zijn reis, hoezeer het Ja-
pansche volk nog sceptisch tegenover de
luchtvaart staat. Dit houdt waarschijnlijk
verband met de talrijke vliegongelukken die
in Japan hebben plaats gehad. Het is bijna
onmogelijk om den Japanner aan het vliegen
te krijgen, behalve natuurlijk bij leger en
marine.
Om nu het volk de noodige belangstelling
voor de luchtvaart bij te brengen, heeft de
Japansche regeering al haar hoop gevestigd
op de jeugd. Daarom worden, waar mogelijk,
de schoolkinderen onder deskundige leiding,
op geregelde tijden in de vliegkampen rond
geleid, om daar de hangars, vliegtuigen en
werkplaatsen te bezichtigen. Ook wordt al het
mogelijke gedaan om de kinderen in de ele
mentaire geheimen der luchtvaart in te wij
den. Het starten en landen der Japansche
vliegers die Goebel bezig zag, noemde hü
minstens evengoed als dat der Amerikaan
sche vliegers. Maar vrijwel niemand waagt
zich aan lucht-acrobatiek.