DE WAERELD ROND EERSTE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 1 HET CAODISME, EEN NIEUWE GODSDIENST. Het Caodisme dat thans in Annam ver boden is en waarover wij onlangs reeds eenige mededeeling hebben gedaan, is een zeer merk waardig godsdienstsysteem dat men als een soort Gereformeerd Boeddhisme zou kunnen beschouwen. Het tracht alle godsdiensten van Indo-China: Boeddhisme, Confusianisme, Christendom en Geestengeloof of Animisme te vereenigen; in nden korten tijd van z' bestaan heeft het reeds meer dan 10.000 aan hangers. Nauwelijks een jaar geleden werd het door de inwijding van een pagode in Tai- ïiink gesticht. Voor den gevel dezer pagode staat het ruiterbeeld van Cayha Mouni. Bin nen duidt een wijdgeopend oog het Opperste Wezen aan. Het altaar straalt in heldere li hten en is gehuld in een wolk van rook, die opstijgt uit groote kostbare schalen. Op de hoogste spits van het altaar troont het beeld van Boeddha, daaronder staan de be schermgoden van kunst en industrie. Op den derden trap links de beelden van Laotse en Confusius. Als propagandamiddelen kiezen de Caodisten spiritistische methoden, omgeven zich met geheimzinnige riten en ceremoniën en kiezen een opvallende kleeding voor hun priesters en aanhangers. De bewe ging nam een sterke, verontrustende uitbrei ding aan. Het woord Caodisme is samenge steld uit het Aninamitsch grondwoord ..Cao", d.w.z. groot en „Dai", dat paleis beteekent. Het is dus de secte van het groote paleis. Van grooten invloed op de vorming van de secte was vooral de zwakke houding van het Protestantisme, dat in zijn overgroote toege vendheid en verdraagzaamheid zoover ging dat het karakterloosheid werd, en dat zich met de inlandsche godsdiensten trachtte te vereenigen. Het nationaal bewustzijn, dat in alle koloniën van Indië zoo sterk groeit en de rust dezer gewesten in gevaar brengt, was de aanleiding tot stichting dezer secte, daar <nen van alle buitenlandsche invloeden vrij wilde zijn. Nu is de secte in het gebied van het koninkrijk Annam verboden. In de Cochih China, echter, blijft zij bestaan, dit gevaar is des te grooter omdat het Fransche koloniaal bestuur, dat beïnvloed wordt door den geest der landsregeering, die de kerk vijandig ge zind is, de propaganda ondersteunt. HET BELGISCH KONINGSPAAR IN DE CONGO-MISSIE Radiotelegrammen uit den Congo melden dat de koning en de koningin van België bij hun bezoek aan deze kolonie zeer onder den indruk waren over de geweldige uitbreiding van sommige katholieke missies in deze ge westen van Centraal Afrika. Ze verbleven daar in het einde der Junimaand en op ver schillende rustplaatsen van hun reis waren ontvangsten in het programma opgenomen door de overheden der katholieke Kerk. Den 8sten Juli, op een Zondag, gingen de koninklijke bezoekers per auto van Lulue naar Luluabourg; daar werden zij verwelkomd door Z. D. H. Mgr. Auguste De Clercq. Apos tolisch Vicaris, en voorzitter van de feesten die de Paters van Scheut hunne Majesteiten aanboden. De koning en de koningin vonden daar een organisatie die in een behoefte voorzag; die een communiteit van 600 perso nen herbergt; welke onderricht geeft aan meer dan 1000 kinderen die daar uit hun verspreid liggende woonplaatsen komen van kilometers ver uit den omtrek. De inrichting omvat een groote kerk,, huizen voor de pries ters, voor de zusters, een pensionaat voor de studenten, dagscholen, magazijnen, een tim merwerkplaats, een smidse, een pannenbak- kerij, een steenoven, stallen voor het vee en een paardenstal. Toen de koning zijn bewondering voor dit alles uitdrukte, herinnerde een der leden van zijn gevolg hem aan die woorden van Prins Leopold bij zijn bezoek op den 28sten Juli in 1925; „Nu ik Luluaborg gezien heb" zeide de Hertog van Brabant, „en ik de zoo uiteenloo- pende en zoo bloeiende werken gezien heb die hier tot stand zijn gekomen, begrijp ik vol komen dat de abdijen der middeleeuwen de kern zijn geweest van verscheidene Europee- sche steden." Nog vele andere bezoeken werden onderweg afgelegd. Te Matadi, aan de kust, werden hunne Majesteiten ontvangen door Mgr. J. Heintz C.s.s.R., Apostolisch Vicaris. In Kisan- tu, op 264 kilometer afstand van Matadi, be zocht het koninklijk gezelschap de Jesuiten- inrichtingen, wier jurisdictie zich over 50.000 katholieken uitstrekt. Den 27sten Juni daarop volgde een bezoek aan het Ziekenhuis, waar inlandsche verpleegsters worden opgeleid en wat voor hunne Majesteiten een aanleiding was een telegram van gelukwensch te zenden aan de Leuvensche Universiteit, die de stu- dentenvereeniging „La Fomulac" heeft aan gespoord om medici en materiaal naar deze onderneming te zenden. Het telegram was van den volgenden inhoud: Terug van bezoek aan Kisantu waar wij de schitterende instal laties van Fomulac hebben bezocht. De be langstelling van de Leuvensche Universiteit in het leven der kolonie heeft de schitterend ste resultaten. Beste wenschen voor den voor uitgang van deze inrichting. Albert, Elisa beth. Het koninklijk echtpaar bezocht tevens den Botanischen tuin van Broeder Gillet S.J.. die een beroemde cultuur van tropische gewas sen heeft; 35 jaar geleden ving Broeder Gillet met zfjn werk aan. Den eersten Juli, verjaardag van de Onaf hankelijkheid van den Vrijstaat van den Con go, woonden hunne Majesteiten, vergezeld van de gouverneur-generaals Tilkins en En gels en ambtenaren van den Staat, allen in groot uniform, een plechtig Te Deum bii in de kathedraal van Leopoldville, dat gecele breerd werd door Z. D .H. Mgr. Noel De Cleene C. I. C. M., Apostolisch Vicaris. Den lOden Juli kwam een gereserveerde trein, uit Katanga, die onder de reizigers Mgr. Jean Hemptinse O. S. B. van de Prefectuur van Latanga telde, het koninklijk gezelschap te Ditu tegemoet, om ze naar het Oosten, naar het tegenoverliggende deel der kolonie te brengen. Overal werden hunne Majesteiten door de katholieke inlanders met het grootste enthousiasme ontvangen. De laatste statistiek over de Belgische Con go geeft 800.000 gedoopte katholieken en ca techumenen aan, onder leiding van 1300 priesters, broeders en zusters, waarvan een 50-tal inlanders zfjn. De totaal bevolking van het land bedraagt tusschen 10 en 15 millioen inwoners. HET OPSTEL Jantje Bloknots, een kleine Belg, schreef in zfjn opstel over zeep. Zeep ruikt heerlijk, maar ze smaakt ver schrikkelijk. Het meest last heb ik er van als ik ze in de oogen krijg. Vader zegt dat de Eskimo's nooit zeep gebruiken. Ik wou dat ik er een was. Als iemand om zeep gaat, dan gaat hij oogenblikkelijk dood* De menschen, die het meest geëerd zfjn, gedecoreerd en gevierd worden zijn de ge neraals en de zeepbarons. 't Zijn 2 soorten van menschen die pro fijt gemaakt hebben onder den oorlog. De eersten vergoten 't bloed en de anderen waschten het af. DE OPMERKING ALS RIJNWIJN Vorst Hohenlohe zat eens als stadhou der van Elzas Lotharingen aan een diner, dat de president van de Fransche repu bliek te Parijs gaf. Hij kwam naast een grootheid uit de Panjsche geldwereld te zitten. Deze kende den stadhouder niet. Een oud Johannisberger werd rondgediend de geldman dronk er niet van, en merk te op: ik houd niet van Rijnwijn, hij is zoo zwaar en grof, net als alle Duitschers. 't Antwoord van den stadhouder was kcrt: Uwe opmerking is net als Rijnwijn! DE INFORMATIES „Nog steeds geen dienstmeisje, mevrouw Van Bergen? Heeft niemand zich aange meld?" „O, tientallen, maar mijn referentiën waren te slecht. HIJ WAS ONSCHULDIG Rechter: „Men heeft u beschuldigd, 'n dozijn zilveren theelepels gestolen te heb ben, wat heb je daarop te antwoorden. Beklaagde: „Ach Edelachtbare heer! Wat zou ik met theelepels doen? Ik drink nooit thee!" De vfjfde kolom VERWOESTING Wfj hebben reeds vroeger herinnerd aan het woord, van vloekende wroeging dat Dante in zfjn „Hel" door twee verdoemde geesten laat spreken. „Verleider was ons het boek en hij die het schreef". De lectuur, de kunst van het schrijven ls een der zegeningen, die de mensch tot een kwaad heeft gemaakt. De li teratuur verheft, maakt ons rijk, schenkt ons genieting welke ons gelukkig maakt maar 1 ls ook een der uitingen waarmede de mensch soms zfjn bestialiteit toont, en stemt dikwijls tot droefheid door het vreeselijke misbruik van een mooie gave. Herhaaldelijk moeten bibliographische tijdschriften en dagbladen I waarschuwen tegen verderfelijke boeken. Het heeft allen schfjn of sommige schrijvers hun I kracht en hun succes bij zeker publiek zoeken 1 In het beschrijven van toestanden, die mis- standen zijn. Dan heet dat: de realiteit van het leven. Onlangs hebben wfj een korte bespreking gegeven van een boek, dat deze ergerlijke misvatting van literatuur en kunst paarde aan een belachelijk gebrek aan logica. De held van „Waar het Noorderlicht schijnt" ls een arme lappenjongen, dien de schrijver tot een bijzonder type van durf, geestkracht en mannelijkheid wilde maken. Voor een schrijver ls dat zeer gemakkelijk. Hfj laat den jongeman eenvoudig aanmonsteren op een vissehersschuit, en ofschoon hfj de zee nooit gezien heeft neemt hfj het den eersten dag tegen den behendigsten visscher op en als hfj zeeziek dreigt te worden, zegt hfj eenvoudig „ik wil niet" en de ziekte ver dwijnt. Even plotseling wordt hfj van oner varen jongmaatje een knap zeeman, die den schipper vervangt en de schuit door een vliegenden orkaan veilig in de haven brengt zooals hfj ook de eenige is die in een nog' woester storm durft uit te varen om een Russisch schip te redden. Even plotseling windt hfj alle meisjes, die hij ontmoet om ™ger' even Plotseling was zfjn vader indertijd van visschersjongen tot een be roemd journalist. Even onberedeneerd en even onlogisch maar veel treuriger is de houding tusschen vrouwen en mannen, welke de schrijver als de normale, de „menschelfjke" voorstelt. Ont daan van alle vergoeilljkende beschrijving en den boven gesignaleerden onlogischen bouw, komt de kwestie hierop neer dat de schrijver zich een vandaal toont, Iemand die een der mooiste en hoogste idealen van den mensch verwoest. Want van het hooge en edele gevoel dat man en vrouw tot elkaar brengt en hen in offermoed en eendrachtig heid samenhoudt gedurende heel het moei- e ,,.even' maakt hij een carlcatuur, een bespotting en een ergerlijke verminking. HU verlaagt de liefde tot een passie, de schoon heid welke de liefde in het leven brengt tot iets wanstaltigs en ergerlijks. Het schijnt nu eenmaal gewoonte van veel schrijvers de realiteit van het leven terug te brengen tot een misdaad, waarop de Israëlieten vroeger in strengen rechtvaardigheidszin de dood straf stelden; een dergelijke opvatting van de kunst zal wel den verkoop van een boek bevorderen. Maar laten zfj er dan ook van doordrongen zfjn dat zfj geen weldaad be wijzen en grooter verwoesting aanrichten dan ziekte en oorlog. Zij berooven ons van een schoon bezit, zfj ontnemen ons de kracht welke, naast het geloof, ons de moeilijkhe den van het leven doen dragen. DE CARMELIETEN WILLEN EEN HER ZIENING VAN HUN H. REGEL Frater Magennis, generaal-prior der Oar- melieten ls met alle Provincialen van de Orde naar Rome gekomen met het doel om Regf1,s hunner Orde te herzien. Zij zbn de^pl 'n pariculiere audiëntie door den Paus ontvangen, aan wien zij hun plan- nen inteenKtten om een nieuw Instituut te stichten dat naast de Carmelieten kerk van San Martino di Monti zal gebouwd worden- L>eze kerk was de titulairkerk van Paus Pius XI eer hij tot paus verheven werd. Het nieuwe instituut zal den naam van den H. Vader dragen en men hoopt, dat het met het gouden priesterjubilé van den Paus vol tooid zal zijn. EEN GEVAARLIJKE FAMILIE Ambtenaar: „Hoe sterk is uw familie?" Boer: „Als we allen bij elkaar zijn, kun nen we het gansche dorp kort en klein •laan. Op de reis, die koning Albert en koningin Elisabeth van België naar den Kongo maken, brachten zij ook Blagi, de marconist van de Nobile-expeditie, aan wien de Pool- een bezoek aan Matadi, waar zij door de zwarte schoolkinderen met gezang werden ontvangen. Generaal Umberto Nobiie poseert voor den fotograaf in den trein, waarmede hij het reizigers zooveel te danken hebben, groet van nit den trein zijn (X en XX het koninklijk echtpaar) laatste, blijde, gedeelte van de terugreis NoordpoolItalië volbracht. juichende landgenooten. De zeer bekende uitspanning „De Oude Geleerde Man" te Bennebroek, waarover reeds in documenten van 1683 wordt gesproken, gaat verdwijnen, als slachtoffer van het verkeer. De heer P. L. Bakker viert binnenkort zijn zilveren jubileum ais bouwknecht in dienst van den heer J. Bouwmeester aan de Postbrug te Voorhout. Lady Heath, die door de K. L. M. als pilote in dienst is genomen. Zjj zal over eenige maanden een der Fokkers besturen, die naar Indië zullen vliegen. Generaal Snijders zal dan waarschijnlijk haar passagier zijn. Z. Exc. Minister Jan Kan bracht 'n bezoek aan de plas sen bij Gouda. Na tuurlijk wilde de sportieve excellentie niet vertrekken, voor hij een zeil tochtje had ge maakt De burge meester van Gouda ging graag als pas sagier mee. Een filmregisseur liet bij advertentie bekend maken, dat hij een legioentje katten noodlg had voor een humoristische film. Den volgenden morgen vond hij deze menigte voor sjjn deur, allen met een candidaat-kat-fiimartist in de armen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 5