DE ONGEZIENE WERELD OF HET LEVEN NA DEN DOOD Buitenlandsch Nieuws FEUILLETON RADIO-OMROEP DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 1 Minstens 2560 millioen goud Mark per jaar ttfaar/ê/n. RADIO MOORS DE BEKEERING EENER VESTAALSCHE MAAGD GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN 99 XVIII GODS WEZEN De God der heidenen. Haast alles wat ons uit de grijze oudheid is overgebleven dwingt onze diepste bewondering af; wij staan stom van eerbiedige verbazing voor de onsterfelijke monumenten, die in 't «oude Rome en Athene nog getuigen van hun weergalooze scheppingsmacht en hun superio riteit op naast alie gebied van menschelijke activiteit. Alleen hun godsdienst wekt eer cns medelijden dan onze bewondering. Heel de Olymp met zijn talrijke goden en al hun trotsche marmeren tempels en ranke zuilen-gangen, hun altaren met rookende offeranden zijn slechts een caricatuur van den waren eere-dienst, God en mensch on waardig. Een groot historicus uit dien tijd, Plinias, durft het dan ook ruiterlijk beken nen: „Over niets verkeeren de menschen zoo zeer in dwaling en duisternis als over den godsdienst." (Hist. Nat.: 30. 1. 2). Hun dichter Aretas mocht vrij zeggen: „Al les is vol van God; de markt, de zee en de haven; (Phaenom. 2.) Hun grootste wijsgeer, Seneca moest het droevig constateeren: „Neen zij kennen God niet meer." (Ep. 31 10). En toch zochten zij God overal, want ook voor de oude heidenen gold tie groote wet der menschheid: zonder God kunnen wij niet leven. Zij zochten Hem overal, doch hebben Hem niet mogen vinden omdat zij Hem zoch ten, waar Hü 'niet was en waar Hij was wilden zij Hem niet zoeken, 't Moet dan ook niemand verwonderen dat het den vurigen Gods heraut, St. Paulus, die na 't lichtend visioen op den weg vóór Damascus' poorten zóó diep had mogen schouwen in Gods blinkend aan gezicht, wel smartelijk moet hebben getroffen, toen hij bij zijn onstuimigen rondgang door de steden der heidenen in een van de heiligdom men te Athene het altaar vond, toegewijd aan „den onbekenden God", Dien hij daarna in de Koningshal van den Areopagus, den Griekschen wijsgeeren ging bekend maken, met deze fijn-psychologische inleiding: „Athe- ners, ik merk, dat gij onder elk opzicht on gemeen godsdienstig zijt. Want rondwande lend en achtgevend op uw heiligdommen vond ik ook een altaar, waarop geschreven staat: „Aan den onbekenden God." Atheners, wat gij dan vereert, zonder het te kennen dat verkondig ik U. De God, Die de wereld en al wat daarin is geblaakt heeft, Hij, daar Hij Heer is van hemel en aarde, woont niet in tempels door handen gemaakt. Ook wordt Hij niet door menschenhanden ge diend, als had Hij aan iets behoefte, daar Hij zelf aan allen leven en adem en alles geeft. En Hij heeft uit éénen stamvader alle volkeren der menschheid gemaakt om over den gan- schen aardbodem te wonen, terwijl Hij hun bepaalde tijden en de grenzen van hun woon* gebied vaststelde, opdat ze God zouden zoe ken, of ze Hem misschien tasten en vinden mochten, hoewel Hij niet ver is van ieder van ons, want in Hem leven wij en bewegen wij ons en zijn wij zooals eenigen van uw dichters ook al gezegd hebben: van Gods geslacht. Daar wij dan van Gods geslacht zijn, zoo moeten wij niet %eenen dat aan gouden of zilveren of steenen beeldwerk van menschelijke kunst en vinding de Godheid gelijk is. (Hand. XVII 22. v. v.) Wat 'n schril contrast vormt deze heerlijke Gods-openbaring, deze God der Joden met die talrijke goden en half-goden, die, met hun menschelijke eigenschappen en menschelijke gebreken den goden-hemel der Romeinen en Grieken bevolken. Zelfs Cicero met al zijn scherpzinnig vernuft vermocht in zijn diep zinnig werk „De natura Deorum". „Over de natuur der Goden", zelfs in de verste verten niet het wezen der godheid te benaderen. De gedachte aan de macht en majesteit van een eeuwigen God, wien zij vrijwillig den rug hadden toegekeerd en die hen in heilige verbolgenheid met eeuwige straffen dreigde, drukte hen neder. De gedachte aan een on- eindigen, almachtigen, heiligen en rechtvaar digen God, kan geen zondaar verdragen! Zoo kwam de mensch er toe Hem voor goed te verwerpen en in Zijn plaats zich zelf goden te scheppen naar eigen smaak en goedvin den. In plaats van den beleedigden God. die bij alle gestrengheid en rechtvaardigheid, toch nooit de liefde en barmhartigheid vergeet je gens den mensen dien Hij naar eigen beeld sn gelijkenis boetseerde, maakte de mensch zich ontelbare goden naar eigen beeld en ge lijkenis, goden in menschen-gedaante, smach tend naar menschen-bloed en gloeiend van menschen-haat, als Kali Ahriman en Meloch. m plaats van zich gewillig te laten leiden door Zijn liefdevolle Voorzienigheid, aanbaden zij het blinde toeval en het ijzeren noodlot. Wonderbare tegenstelling! Die menschen, die zich naar eigen willekeur goden hadden uitgedacht, vonden slechts goden uit, die den mensch altijd vreemd zijn gebleven, 't Was de openbaring die ons bracht „den echt- menschelijken God!" In heel de oudheid vond men te Athene slechts één altaar toegewijd aan de godin „Eleos" de godin der barmhartigheid! Een god van den rijkdom werd door hen wel in eere gehouden, maar een god voor de armen hebben zij nooit gekend. De god der wrake stond in hoog aanzien, maar aan een god van verzoening werd door niemand gedacht. Voor de gelukkigen had men ontelbare goden; de ongelukkigen en misdeelden waren van goden verstoken! Wie 't waagde z'n slaven tot de goden toe te laten werd met zware straffen bedreigd. De arme heidenen wisten wel schoone hymnen te zingen in hun stralende marmeren tempels voor de godinnen van schoonheid er. wellust, maar zij vermochten niet een godheid uit te vinden, die liefde tot den vijand, ont houding en offermoed leerde. Neen van een God, dié uit liefde tot den mensch zichzelven zou vernietigen tot kruis-offer, wiens wijs heid om onzentwille tot dwaasheid werd, wiens almacht voor ons tot hulpeloos kind en nederig dienstknecht werd,- daarvan had den de grootste geesten der oudheid, 'n Aris- toteles of Plato, zelfs geen flauw begrip. Den God van barmhartigheid, van liefde en ver geving zou eerst de openbaring brengen. Goes. c. VIS, Rector. Den lsten September begint het normaal jaar van het Dawes Op 30 Augustus 1924 is in Londen de Da- wes-overeenkomst aangenomen, waarbij de betalingen van Duitschland aan de voorma lige tegenstanders in den oorlog worden ge regeld. De eerste vier jaren, dat het beta- lings-plan in werking was, moesten zooge naamde jaren van ontziening voor Duitsch land zijn. Het begin van het eerste normaal- jaar der reparatie-betalingen werd vastge steld op den lsten September 1928. Te begin nen met dien datum heeft Duitschland een minimum-som van 2500 millioen Goud-Mark per jaar te betalen, een bedrag, dat de laag ste grens der betalingen vaststelt. Want, voor het geval, dat Duitschlands rijkdom mocht toenemen volgens den index be rekend zou de som van 2500 millioen 'overeenkomstig worden verhoogd, zonder dat de grens naar boven is vastgelegd. In de eer ste vier reparatiejaren heeft Duitschland de geheele betalingen, die aan het land zijn op gelegd, voldaan. In 't eerste jaar (1924/1925) 1000, in het tweede 1220, in het derde 1500 en in het vierde reparatie-jaar 1750 millioen Goud-Mark. In het derde jaar (1926/1927) zou Duitschland op normale wijze maar 1200 te betalen hebben gehad. De Duitsche Mi nister van de Rijksfinanciën echter maakte gebruik van de mogelijkheid, om een zooge naamd verbeterings-re?u in te lossen. Te dien einde werden er aan de kas van den reparatie-agent 300 millioen meer afgeleverd en daardoor voor de jaren 1927/1928 en 1928/1929 twee betalingen elk van 250 mil lioen ineens afgedaan. Uit deze geld-mani- pulatie vloeide dus voor Duitschland een be sparing voort van 200 millioen Goud-Mark. In de beschouwingen, die nu van Duit- schen kant worden gehouden en die zich bezig houden met de reparatie-prestaties der vier laatste jaren, evenals met de komende minimum-prestaties van 2500 millioen Goud- Mark jaarlijks, wordt in de eerste plaats de vraag besproken, wat den reparatie-agent in 1926 eigenlijk heeft bewogen, om de betaling van het kleine verbeterings-re?u aan te ne men. Het was immers geen „moet" voor Par ker Gilbert en voor de door hem vertegen woordigde, reparatie-schuldeischers gingen daardoor 200 millioen Goud-Mark verloren. Men stelt nu vast. dat het er Parker Gilbert volstrekt niet om te doen is geweest, Duitsch land een verlichting toe te staan, evenmin als de reparatie-schuldeischers het vlugge binnenvloeien der 300 millioen noodig had den. Het is veeleer een feit, dat in 1926 de reparatieschuldeischers de economische en financieele ontwikkeling van Duitschland pessimistisch beoordeelden en, zooals zenuw achtig geworden schuldeischers altijd, de voorkeur gaven aan een onmiddellijke ge ringe betaling boven de grootere, die nog twijfelachtig scheen. De zaak met dat kleine verbeterings-re?u is niet veel anders geweest dan een faillissement-rate. Maar, zoo ver klaart men van Duitschen kant aan het be gin van het normaal-jaar van de Dawes- betalingen, de ontwikkeling is niet van dien aard geweest, dat de toenmalige pessimisti sche opvatting een vergissing is gebleken. Er wordt verklaard, dat Duitschland in de eerste vier jaar de reparatie-sommen wel met nauwgezetheid heeft voldaan, maar men moet zich ook eens afvragen, uit welke bron nen en met welke offers deze betalingen hebben kunnen geschieden. De beantwoor ding van deze vraag is beslissend voor het verder verloop van de Dawes-regeling, maar niet het feit, dat de overeenkomst tot nu toe stipt is nag I omen. Er wordt op gewezen, dat Duitschland zijn reparatie-betalingen al leen door buitenlandsche credieten heeft kunnen mogelijk maken. Duitschland betaalt met geleende gelden. In de vier jaren sedert 1924 heeft niet de Dawes-overeenkomst, maar een vervalsching ervan gefunctionneerd, een toestand, die ook in de komende jaren niet anders zal en kan worden. In dit verband wordt er gewezen op de totaal mislukte poging, om het Dawes- plan aan een proefneming te onderwerpen, door een politiek in te slaan, die buitenland sche leeningen afsnijdt. Bij deze proef moest worden vastgesteld, wat Duitschland in staat is te presteeren, zonder de hulp van vreemde kapitalen. Het is bekend, dat deze proefne ming reeds in het eerste stadium heeft schipbreuk geleden, en de buitenlandsche leeningen voor en na in dezelfde mate naar Duitschland vloeien. Hiermee is bewezen, dat Duitschland, wat het reparatie-plan be treft, economisch niet op eigen voeten kan staan, en er is ook geen verandering geko men in het systeem, dat de betalingen ge leend worden bij de kapitalisten van het buitenland. De Duitsche geld-vakmannen zien voor de aanstaande jaren geen kans, om een keer te brengen in de manier, waarop het geld voor de reparatie-doeleinden wordt opgebracht. Als Duitschland betaalt, kan het dit ook dan nog alleen met behulp van de buitenlandsche geldbronnen doen en natuurlijk slechts dan wanneer het buitenland ook in de toekomst bereid zal zijn, zijn geld in Duitschland te beleggen. Onder deze omstandigheden zal men er dus wel eens over gaan moeten den ken, of het Dawes-plan ooit goed gevolg kan hebben en of het, over het geheel genomen, het geschikte middel is, om de werkelijke prestaties van Duitschland vast te stellen. Er kan wel op gerekend worden, dat het Duitsche reparatieprobleem in afzienbaren tijd een eerste plaats zal innemen bij de in ternationale besprekingen. GROOT-BRITTANNIE EN HET PACT VAN KELLOGG Groot-Brittannië heeft door een document, dat te Genève openbaar is gemaakt, officieel aan den Volkenbond en aan al zijn leden het bestaan en het karakter van interna tionaal standpunt uit van het pact van Kellogg bekend gemaakt. Uit de bestudeering van dit document volgt, dat de Engelsche regeering er bij voortduring zorg voor draagt geep enkele nieuwe verplichting op zich te nemen, welke in tegenspraak zou zijn met verplichtingen, voortvloeiende voor Groot-Brittannië uit het convenant van den Volkenbond en het Ver drag van Locarno en dat het de overtuiging heeft, dat de onderteekening van het voor gestelde pact niet in tegenstelling is met de verplichtingen voortkomende uit het lid maatschap van den Volkenbond. Gebeden in de Engelsche kerken Den 26sten Aug., aan den vooravond van de onderteekening van het pact van Kellogg, zullen in de kerken van heel Engeland gebe den worden gezegd voor het succes van het multilateraal verdrag. De primaat van Ierland, de moderator van de Iersche Presbyteriaansche kerk en de voor zitter der Iersche Methodisten stellen in een rondschrijven voor om den eersten Zondag in September te reserveeren als dank- en ge bedendag in verband met de onderteekening van het pact van Kellogg. HET KELLOGGPACT TE GENEVE GENEVE, 10 Aug. In toonaangevende kringen veïwacht men, dat de plenaire zit ting van den Volkenbond in December door de onderteekenaars van het Kelloggpact in de gelegenheid zal worden gesteld, om haar standpunt ten opzichte van het Kelloggpact te bepalen, ofschoon deze kwestie tot heden toe geen onderwerp der agenda uitmaakt. Men verwacht, dat Briand als eerste het doel van het pact aan de vergadering zal mede- deelen; verder wordt er rekening mede ge houden, dat de vergadering in aansluiting op de verklaringen der onderteekenaars, in een algemeen besluit den wensch tot uit drukking zal brengen van onderteekening van het pact door de gezamenlijke leden van den Volkenbond. In de aan den Volkenbonds zitting voorafgaande bijeenkomst van den Volkenbondsraad zal de onderteekening van het pact eveneens aan dit college ter kennis worden gebracht. Volgens de bepalingen van artikel 18 van het Volkenbondspact moet ook het Kelloggpact, evenals dit is geschied met de Locarno-verdragen, door het secretariaat van óen Volkenbond geregistreerd en open baar gemaakt worden, ten einde internatio naal rechtelijk bindende kracht te verkrijgen. HET ESPERANTO-CONGRES TE ANTWERPEN GESLOTEN Het wereldcongres van esperantisten heeft zijn werkzaamheden gesloten na ver schillende moties te hebben aangenomen, o a. een ter. gunste van het Int. Arbeids bureau bij den Volkenbond. Besloten werd het volgend congres te Boedapest te doen houden. DE BRAND IN LUHE De brand in Luhe in den Palts is gister morgen in de vroegte opnieuw uitgebroken. Tot dusver zijn 34 huizen verbrand. Daar de wind uit een ongunstigen hoek waait bestaat het gevaar, dat ook de rest van het dorp verwoest wordt door het vuur. Tweederde deel van de bevolking is reeds dakloos. De schade is zeer groot. DE OVERSTROOMING IN HET AMOERGEBIED Het hoogwater in het Verre Oosten neemt af. In totaal zijn 114 plaatsen en 41.000 hec tare bouwland overstroomd. De schade wordt volgens de voorloopige opgaven op 17 millioen roebel geschat. DE DOOD VAN RADITSJ Uit de berichten over het overlijden van Stefan Raditsj blijkt wel duidelijk, dat zijn heengaan ten slotte toch nog zeer onver wachts is geweest. Zijn toestand was 's middags zoo goed geweest, dat prof. Weckenbach toestemming had verleend tot het gebruik van wat vleesch en wijn. Zijn eetlust was uitstekend. Hij kon zelfs een halfuurtje opzitten. Toen de pro fessor om zes uur de villa verliet, verklaarde hij dat de toestand zeer goed was. In den loop van den dag had de plaatselijke com mandant in opdracht van den koning den zieke een bezoek gebracht om naar zijn ge zondheidstoestand te informeeren. Om half acht werd de patiënt plotseling minder goed. De wachthebbende dokter gaf dadelijk een injectie. Maar de sterke ver moeidheid ten gevolge van de onvoldoende hartwerking nam snel toe. Om kwart voor negen was alles afgeloopen. Met bliksemsnelheid verspreidde zich de doodsmare door de stad. Onmiddellijk werden alle café's enz. gesloten. De bevolking Het de straat op: om tien uur was net stampvol, maar niettemin heerschte er doodsche stilte onder de menigte. Slechts nu en dan hoorde men snikken of een smartelijken uitroep: Slowa Stepanu Raditschu (eere zij Stefan Raditsj). Plotseling begonnen alle kerkklok ken te luiden. Het spoorwegpersoneel trok in optocht door de stad, die intusschen ge heel zwartgevlagd was. Om half twaalf ver schenen de eerste extra-edities der bladen. De Agramsche jeugd had de toegang entot Raditsj's woning afgezet. De stoeten der be- toogers hielden halt. Stille gebeden werden gemompeld en zwijgend trok men weer af. De leiding der boerencoalitie had het parool uitgegeven„Alleen rouwen en verder de rust bewaren." Nog dienzelfden nacht werden alle afdee- lingen van den boerencoalitie verwittigd van het overlijden van Raditsj, terwijl de noo- dige aanwijzigingen werden verstrekt voor de verder aan te nemen houding. HET OVERBRENGEN VAN RADITSJ'S LIJK Gisteravond is het lijk van Stefan Raditsj naar het vereenigingsgebouw van den boeren bond te Agram overgebracht. Een geweldige menschmassa woonde dit in drukwekkende schouwspel bij. Zes Kroatische boeren in nationale kleederdracht droegen de lijkkist en honderdduizenden boeren volgden het stoffelijk overschot van hun lei der. DE TRAGEDIE DER F 14. De „Tribuna" publiceert bijzonderheden over gesprekken, die tusschen den marconist van de verongelukte duikboot F 14 en dien van de duikboot F 15 plaats vonden, nadat de F 14 onder de zeespiegel was gezonken. Op den roep van de F 15 antwoordde de telegrafist van de F 14: „Wij hebben zes dooden te betreuren, het water is in het achterstuk van de boot binnengedrongen, de boot steekt in den zeebodem, de stand van de duikboot is bijna verticaal". De F 14 seinde spoedig daarop dat er giftige gassen aanwezig waren, door het contact van de accumulatoren met het zeewater ontstaan. Het zeewater was bij de pogingen van de duikers om de duikboot door middel van buizen van lucht te voorzien, binnengedron gen. De bemanning deelde mede, dat de luchttoevoer geen verademing bracht en dat zij zich als gevolg van de gas-ontwikkeling in een emstigen toestand bevond. De marco nist seinde verder aan de redders zich te haasten. Gedurende den nacht waren de duikers gedwongen, wegens den zwaren zeegang, om het werk te staken. Tegen 11 uur 's avonds werden de signalen van den marconist der F 14 voortdurend zwakker. De redders ver namen nog duidelijk de woorden: „Wij zijn verloren!" Toen werden nog enkele punten en zwakke strepen door den radio-telegrafist van de F 14 overgebracht en ten slotte volgde een diep stilzwijgen. Na de lichting van de boot en nadat deze geopend was, vond men den dooden marco nist voor zijn toestel, op welks toetsen nog altijd zijn levenlooze hand rustte. Begrafenis der slachtoffers De om het leven gekomen manschappen der gezonken duikboot zijn gisteren te Po- la ter aarde besteld. Van alle openbare gebouwen In T'a'ië wappe.c" de vlag ten teeken van roifw, halversteng. DRAADLOOS OVERBRENGEN VAN FILMS NEW YORK, 10 Aug. Naar wij ver nemen zijn te Pittsburg de proefnemingen om films draadloos over te brengen over 'n afstand van 2 mijl, met succes bekroond. AUTO TE LISSABON DOOR DEN TREIN GEGREPEN BERLIJN, 10 Aug. Bij Lissabon is een auto, waarin zich zes personen bevon den, door een trein gegrepen. Vijf perso nen weTden gedood, de zesde liep verwon dingen op. Het ongeval, dat op een over weg beschiedde, was een gevolg van het feit, dat de baanwachter vergeten had, de boomen te sluiten. lenuNV Na 396 jaren de eerste Mis in een verwoeste Abdij. Eenige dagen geleden is in de Abdij van Waverley, het eerste Cisterciënserklooster van Engeland, voor de eerste maal weer een H. Mis opgedragen, nadat het klooster 396 jaar geleden op bevel van Koning Hen drik VIII opgeheven werd. Deze H. Mis werd opgedragen ter herinnering aan de stich ting der abdij 800 jaren geleden door eenige Normandische monniken. Duizenden Katho lieken uit Londen en de steden en dorpen uit Zuid-Engeland waren gekomen, om deze zeldzame plechtigheid bij te wonen, die door Kardinaal Bourne self geleid werd. Naast de overblijfselen van het oude altaar was een nieuw opgericht, in de schaduw van een machtigen olm, die de treurige ruïnen van de vroegere abdij bijna geheel verbergt. On der de aanwezige geestelijkheid waren vooral de Cisterciënsers talrijk vertegenwoordigd. Een Cisterciënser-monnik celebreerde de H. Mis. Een koor van Seminaristen zong de li turgische gezangen zonder begeleiding, zoo- als bij sommige Cisterciënsers gebruikalijk is. Dood van een Katholiek wel doener. Johannesburg, Transvaal. Op 23 Juni stierf hier.Sir William St. John. Carr, eerste bur gemeester van Johannesburg en een der be kendste persoonlijkheden in de goudmijn exploitatie van Transvaal. Hij bereikte den ouderdom van 83 jaren. De Katholieken ver liezen in hem een der voornaamste perso nen, die hunne belangen behartigde. In 't jaar 1907 werd hij wegens zijne groote ver diensten voor de kerk tot Ridder in de St. Gregorius-orde benoemd. Hij woonde bijna dagelijks de H. Mis bij en ontving dan tel kens de H. Communie. De Katholieke Pers in Spanje Haar groei en tegenwerking. Volgens een mededeeling in „El Debate" het groote katholieke dagblad van Spanje verschijnen er in heel Spanje 54 katholieke dagbladen: 2 in Madrid: „El Debate" en „El Sigto Futuro". „El Debate" werd 1 Nov. 1911 opgericht: in 1923 had het blad een oplage van 742.395 exemplaren in 1924 856.241, in 1925 975.932, in 1926: 1.212.351, en in 1927: I.627.156 betalende abonné's. Ieder jaar op den Persdag wordt er over het geheele land een groote collecte gehouden voor de goede Pers. Toen dit in 1916 voor den eersten keer ge beurde bracht deze geldinzameling 75.371 pe seta's op. In 1927 was dit bedrag reeds ge stegen tot 174.472 peseta's. In 12 jaar tijd van 1916 tot 1927 werd er voor de kaholieke pers in Spanje totaal ingezameld een bedrag van 1.677.419 peseta's. Hiertegenover staan alleen in Madrid 11 niet-katholieke kranten, waarvan 't rechts- liberale blad „A.B.C." dat iederen dag 40 80 pagina's groot is wel het meest uitgebreide dagblad is. Dit blad werd in 1905 opgericht. Verder verschijnen er „La Epoca" het blad van de conservatieve partij, dat reeds se dert 1848 bestaat en dat iederen dag in 2 of 3 bladen verschijnt. De Heraldo de Madrid, 16 pagina's radi caal-liberaal in 1890 opgericht; „El Impar- cial" gematigd liberaal in 1866 gesticht, iederen dag 12 pagina's „Informaciones" on afhankelijk liberaal, geïllustreerd avondblad opgericht in 1922, 8 pagina's „El Liberal" 'n radicaal-liberaal ochtendblad opgericht in 1878, 68 pagina's. La Liberal een republi- keinsch ochtendblad in 1919 opgericht, 8 pagina's. „La Naclon", officieel regeeringsorgaan op gericht in 1925. 812 pagina's. „El Socialis- ta" een socialistisch Ochtendblad in 1885 op gericht 4 pagina's „El Sol" liberfaal och tendblad in 1927 opgericht 812 pagina's. „La Voz" liberaal avondblad in 1920 opge richt en 812 pagina's. Een militaire Mis op Honoloeioe. De pers van Honoloeioe maakt met geest drift melding van een militaire Mis, die on langs in de tuinen van het Gouvernements gebouw plaats had. Het nooit geziene schouwspel maakte 'n geweldigen indruk. Op de bovenste trede van de reusachtige trap, die tot het prachtige paleis van den vroe- geren koning voert, was het altaar opge richt, dat door heerlijke, prachtige palmen werd overschaduwd. Om het altaar groe peerden zich de priester en zangers, even als de commandanten der verschillende troepenafdeelingen, die tegenwoordig in het Aartsbisdom ingekwartierd zijn. Vóór het terras was de eerewacht opgeteld, die bij de aankomst der geestelijken, na het einde der Mis, bij den Zegen door Mgr. Alancas- tres, het geweer presenteerde. Ongeveer 5000 geloovigen woonden de plechtigheid bij. Het muziekkorps der Ma riniers verwelkomde Mgr. Alancastres bij zijne aankomst, en een orkest van militaire en burger-kunstenaars begeleidden de ge zangen der koren, die de Mis van Gounod en het beroemde Halleluja van den Messias van Handel uitvoerden. Behalve de talrijke geestelijken uit de Missie waren 4 aalmoezeniers aanwezig; een hunner hield een geestdriftige rede over de beteekenis en de schoonheid van dit feest, dat volk en Kerk vereenigt en waarin hij wees op het symbool der eenheid nJ. een ZONDAG 12 AUGUSTUS HILVERSUM 1071 M. 1.00—2.30 Lunchmuziek door het Trio Courtel. 3.00 Aansluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie-orkest o.l.v. Ignaz Neumark. Maria Samson, zang. In de pauze optreden van het Ober-Barmer Sangerhain o.l.v. Edm. Stiefener. 5.006.15 Dinerconcert door het A.V.R.O.-kwartet. 6.30 V.P.R.O. 10.15 Voor dracht door Frans Hulleman. HUIZEN 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.). 8.309.30 K.R.O. Morgenwijding. Spr. J. de Wit, v. h. Gilde v. d. „Klare Waarheid" De barmhartige Samaritaan. Muziek en zang. 9.40 N.C.R.BV. 12.301.30 K.R.O. Concert door het Trio Winkels. 3.004.00 Wiener-programma. Het Arnhemsch Dubbelmannen- kwartet o.l.v. A. Kettelary, afgewisseld met gramo- foonmuziek K.R.O. 4.005.00 K.R.O. Ziekenlof. 5.20 Dienst in de Geref. kerk te Soest. 7.45 8.15 K.R.O. Spr. J. A. H. Al „Het streven naar wereldvrede en de katholieke studeerende jeugd". 8.15 K.R.O. Intenties van het Apostolaat des Gebeds. 8.20 Concert. Het K.E.O. orkest o.l.v. M. v. d. Ende, met medew. van M. Beuskcr, zang. 10.00 Persber. 10.45 Epiloog. K.R.O. Klein Koor o.l.v. Jos H. Pickers. DAVENTRY 1600 M. 3.50 Concert. De militaire kapel en M. Thomas, sopraan. L. Tertis, viola. 5.35 Heddie Nash, tenor. 5.55 Bijbelsche liederen. 6.05 Bach's kerkcantates. E. Cruickshank, alt. T. Pickering, tenor. Ph. Malcolm, bas. Het Omrcep-koor en orkest. 8.15 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Licht orkestconcert. W. Davis, mezzo sopraan. S. Logan, bariton. Orkest. 10.50 Epiloog. 11.0011.20 „The silent fellowship". PARYS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.20 Reli gieuze causerie en muziek. 1.052.10 Orkestcon cert. 4.505.50 Dansmuziek. 8.5011.10 Con cert. Mile. Manceau, zangeres. Orkest. LANGENBERG 469 M. 9.2010.20 Kath. Morgen wijding. 1.202.50 Concert door de Ver. van voor mal. milit. muzikanten. 3.354.20 Pianoconcert met causerie. Bach's pianomuziek. 4.206.20 De Wiener Schwalben Schrammeln. Orkestmuziek. 6.207.05 Declamaties en pianosoli. 8.20 „Die Czardasfürstin" operette van Kalman. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. (ZEESEN) 6.508.20 Vroeg concert. 9.20 Morgenwijding. 11.50 Orkestconcert. 4.505.30 Orkestconcert. Sport wedstrijden. 8.20 Concert. Sleeswijk-Holstein. Or kest. W. Sperber, tenor. A. Indig-viool. A. Becker, piano. Daarna Symphonieconcert. 10.5012.50 Dansmuziek. HAMBURG 395 M. 6.508.20 Vroegconcert. 9.35 Morgenwijding. 12.20 Orkestconcert. 3.20 Orkest- concert. 5.50 Orkestconcert. 8.20 Concert. Zie Königswusterhausen. BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek. 8.35 Kamer muziek. 9.2010.35 Symphonieconcert in Ostende Stee?ets Aet JVieuw&te /si Ractto. VaË/ci/rrcf/pe/fer3fe/ï}f?<7cnyeivaaróosyct. MAANDAG 13 AUGUSTUS HILVERSUM 1071 M. 12.302.00 Lunchmuziek door het Trio Courtel. 6.00—7.45 Concert door het AVRO-kwartet. S. v. Leeuwen, viool. 10,15 Persber. HUIZEN 340.9 M. Na 6 uur 1870 M. Uitsluitend N.C. R.V.-uitzendingen. 12.301.45 Orgelconcert door Alb. Plantinga. 4.005.00 Ziekenuurtje. 7.30 800 Zangcursus door Jac. Ph. Caro. 8.00 Concert. Het „Schubert-Kwartet" te Haarlem (Louis Leger, ie viool. Ant. Strichers, 2de viool. Adr. Nieman, altviool. P. v. d. Steur, cello) DAVENTRY 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gra- mofoonmuziek. 12.20Balladen-concert (sopraan, bariton). 12.50 Dansmuziek. 1.202.20 Orgelcon cert. 4.20 Orkestconcert. 5.20 Causerie. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.40 Voor padvinders. 6.50 Nieuwsber. 7.05 Muziek. 7.20 Liter, cri- tiek. 7.35 Grieg's pianomuziek. 7.50 Rex Evan's cabaret van Leigh en Evans. Dans-orkest en solisten. 8.20 B.B.C. Promenadeconcert. Symphonie-orkest o.l.v. Sir Henry Wood. B. Baillie, sopraan, W. Widdop, tenor. 9.50 Nieuwsber. 10.05 (Vervolg) Promenadecon cert. 10.50 Nieuwsber. 10.55 Causerie From the West to the West End. 11.10 Pianoconcert. 11.20— 12.20 Dansmuziek. PARYS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.502.10 Or- kestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Concert. Orkest. De H. H. Sullivan, Carbelly en Regi- nals. Mile. M. Th. Holley, zang. LANGENBERG 469 M. 12.301.10 Mechanische muziek. 1.252.50 Concert voor tenor met piano- begel. 6.207.15 Orkestconcert. 8.35 Concert. Het versterkte „Zoo"-orkest en M. G. V. kwartet „Beetho ven". Daarna tot 12.20 Dansmuziek. KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. (ZEESEN). - 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.20 Internationaal concert. Orkest en M. v. d. Berg, viool. HAMBURG 395 M. 6.20 Populair concert. 7.20 Orkestconcert. 8.20 Zuid-Duitsche avond. Karl Re- may en Rolf Formis. Daarna voorlezing uit eigen wer ken door W. R. Fehse. BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Trio- concert. 8.50 Orkestconcert. 9.50 Dansmuziek. PHILIPS, Telefunkcn cn R. M. Toestellen SPECIALISTEN - Tel. 14609 - HAARLEM reusachtige vlag in de nationale kleuren, die heerlijk uitwapperde boven het gouden kruis van het altaar. Luidsprekers en radio droegen zijn woorden evenals de gezangen over de geheele wereldReeds eenmaal heeft Honoloeioe een militaire Mis gehad, al was het niet met dezelfde praal als nu Na een tienjarige vervolging der Katholie ken was in het jaar 1839 een Fransch schip voor Honoloeioe geankerd, en had van de regeering van Hawai voor de katholieken vrijheid van godsdienst verkregen; als tee ken van deze pas verkregen vrijheid werd toen een plechtige H. Mis opgedragen, die bijgewoond werd door den kapitein van het schip en zijn geheele bemanning en ook door de scheepskapel. De Hawaï-eilanden tellen tegenwoordig 333.500 inwoners, waar onder 150.000 Katholieken. De hoofdstad Honoloeioe heeft 106.000 zielen en heeft een zeer slecht garnizoen. De prediking van het Evangelie op de eilanden begon In 1827 door de Paters van de H.H. Harten Engeland. Het Engelsch als wereldtaal. De Fransche Jesuieten, die de Hooge Han delsschool in Tientsin, China, besturen, ge ven tegenwoordig les in het Engelsch in plaats van in het Fransch. De reden van deze verandering is gelegen in het feit, dat het Engelsch overal in China de handels taal geworden is. Hood van een Mexicaanschen Bisschop. Wederom is een Bisschop uit Mexico overleden: Mgr. José Amador Velasco, Bis schop van Coluna is op den vooravond van zijn zilveren priesterjubileum in den ouder dom van jaren tot de eeuwige rust over gegaan. Alleen aan zijn hoogen ouderdom en aan zijne gebrekkigheid had hij het te danken, dat het banvonnis niet tegen hem uitgesproken werd. Hij leefde teruggetrok ken In de stad Ahuego, onder voortdurende bedreiging uitgewezen te worden. 18 Het zien van dezen jeugdigen uiterst be dreven kunstenaar, die zijn kennis niet aan een leermeestei te danken had, was een zeer te waardeeren schouwspel. De scherpste en strengste critici, de meest ontevredenen moesten moeite doen, om een valschen noot tegen de welluidendheid te ontdekken Ieder bleef In spanning luisteren en bewonderen; zachtjes vroeg men zich zelf af: Wie is deze? Waar heeft de edele Aglaé dit kind ontdekt? Is het een Griek? Neen. antwoordde de opzichter, deze jongen is een wees, gevonden op het land van mijn edele meesteres. Flora, die het hoorde, voegde er aan toe: Ik heb hem al gezien, hij moest de kudden bewaken. Het is Orpheus, zeide Livinia Valeria. Of Apollo, ging een jonge man voort, Severius geheeten, die beter een dans kon beoordeelen, dan iedere andere ernstige en belangrijke kwestie. Gi; moet hem mij leenen, riep een jonge vrouw uit, wier helrood haarnetje de met goud bepoederde haren bedekte. Een tweede hernam: Zijn gelijke is er niet, niemand heeft hem tot nu toe kunnen evenaren De lofuitingen, welke ieder kwistig uit deelde, waren ongetwijfeld overdreven. Maar Claudius beviel hen. Dit woord maakte, dat men geen fout of gebrek by hem zag kortstondig woord, dat zoo snel weer ver dwijnt. Dezen avond nog had Claudius bij de patricische Aglaé geweend, Claudius, de her der,, de fluitspeler, de jonge danser, de wees, zonder verleden, zonder geschiedenis. Ge woon aan deze uitingen van bewondering, antwoordde Aglaé, glimlachend: Gij bewijst allen aan Claudius veel eer. maar ik vrees hem bedorven te zien door vleierij. Hij is gelukkig in zijn eenvoud, laten wij niet trachten hem dit te ontnemen. Natuurlijk weer vol filosofie, schoone Aglaé, zeide Severius, verlaat u maar op mijn ondervinding, het genoegen van toegejuicht te worden is wel iets waard. Wanneer dit kind, deze Claudius, zich den geheelen dag met zijn hond en kudden op het weiland be vindt dan geniet hij zeer van de rust der velden, denkt hij niet aan roem en eer. Hij is toch vrij? Zeker, antwoordde zij, hij is geheel vrij. Men ziet wel, zeide Silvia, aan zijn ma nieren, dat hij nog nooit op het tooneel van het Forum heeft gespeeld. Beschouw zijn ge laatskleur. nog nooit is hij geblanket, zijn gebaren zijn eenvoudig en natuurlijk, men heeft hem nog niet met geld gekocht. Maar heeft hij een verleden? vroeg Li vinia Valeria. Een geheimzinnig verleden, dat ik niet ken antwoordde Aglaé. Maura, mijn Villicai verzekert mij, dat ze hem heeft gevonden. Waarik beken, dat ik nog niet getracht heb het te weten te komen. Zij heeft mij gezegd, dat hij van een vrij geslacht afstam de, en dat zijn ouders niet meer leven. Maar om redenen, haar alleen bekend, en die ik eerbiedig, heb ik begrepen, dat ik niet moest trachten het geheim van zijn afkomst te raden. Er is misschien wel veel overdreven bij dit alles, maar mijn Villica is getrouw en een kind meer of minder op mijn landgoed is van weinig belang, mits het maar geluk kig is. Altijd goed, altijd medelijdend, zeide Selverius. Zij schudde het hoofd en antwoordde: Ik heb geen verdienste daarvan en deel op dit punt volkomen de meening van Boni- facius. Wat hem betreft, zijn naam doet hem eer aan, riep Segearix met vuur uit. Hij is werkelijk „hij die weldoet". Ik kan daarvan wel meepraten. De aanval op den jeugdigen officier was nu bekend. Men vroeg hem uit, ging rondom hem heen staan en hij moest weer van zijn nachtelijk avontuur gaan vertellen. Het was evenwel niets buitengewoons en niemand verwonderde zich er over. Deze aanzienlijke en sterke man, aangevallen in het midden van den nacht door een bende boosdoeners, was noch een voorbeeld noch een uitzonde ring. Zijn roekeloosheid, wel hij had haar bij na duur moeten koopen en de moord op het hoofd van het Gallische leger zou dan ge durende eenige dagen het nieuwtje van Rome geweest zijn. Gelukkig had Fortuna het woord, dat de heidenen zonder ophouden herhaalden ge zorgd, dat Bonifacius zich op dezen weg bevond, juist zooals Segearix bij de Amata. En was Bonifacius dan niet een heel bijzon der man? Inderdaad, hij beoefende zekere weinige begrepen deugden, in zoodanigen overvloed, dat zij bij hem natuurlijk sche nen. Zelfverloochening trad op de eerste plaats naar voren. Zijn persoon, zijn beurs zijn overvloed stonden voor leder ter be schikking, die zich maar tot hem wendde. Om iemand te helpen, die in moeilijke om standigheden verkeerde, zou hij alles hebben opgeofferd. Deze manier van doen. deze na tuurlijke edelmoedigheid, verschafte vele vrienden maar ook vele vleierijen en lofprij zingen. Verre van zich er over te verheugen wees hü ze af met vriendelijkheid en een voud. Om deze lofuitingen van alle kanten te onderbreken gaf hij bevel de gebruikelijke ververschingen op te dienen; vervolgens plaatste men zich in groepjes voor de afzon derlijke tafels, velen verwachtten dit oogen- blik met ongeduld. De opzichter had niet veel moeite om de verschillende heerlijke soorten wijn aan te prijzen. Er waren natuurlijk ook taarten, Grieksche of Oosterscne Koekjes. Men diende gekon fijte noten op, druiven en frambozen, ge conserveerd in suiker en duizend andere lek kernijen. Claudius was bij een klein tafeltje geble ven vol suikergoed, hij raakte er slechts wei nig van aan, of eigenlijk, nam hij er wel lets van? Steeds maar keek hij rondom zich heen. Al deze gezichten waren hem onbekend en behalve de bewoners van de villa, vond hij alleen Suzanna en Segearix, christen als hij. Flora, op korten afstand van hem geze ten, gaf hem een teeken, het kind naderde. Ben je me nog niet vergeten, Claudius, zei ze. O! neen, dame. Ik ook niet. Ik bewaar de eieren, die Maura mij gegeven heeft en indien je mor gen bij wil komen, zal ik je een geschenk geven voor de Villica. Claudius aarzelde, Hij hield er niet van naar de priesteresse van de een of andere godheid te gaan, zelfs niet bij de goed be kend staande van Vesta. Evenwel was het moeilijk indien niet onmogelijk, voor hem om te weigeren. Welke reden, welk voorwend sel moest hij noemen? Daar hij echter niet den tempel behoefde te betreden, antwoordde hy bescheiden, dat, indien zijn edele meesteres het hem zou toe staan, hij morgen naar het Forum zou gaan. De bijeenkomst was geëindigd. Men dank te de vriendelijke Aglaé, men putte zich in lofprijzingen over het heerlijke feest aan den geest door het voorlezen en de muziek be reid en ieder stond op. Wel is waar hadden, de dichters niet alle hoogten van de voortreffelijkheid bereikt, maar bij meer dan een ontbrak het niet aan verdiensten. Wat het kind betreft, zeide men dat het bewonderenswaardig, ja „goddeiyk" was, een bij uitnemendheid heidensch woord, dat men in dezen tijd herhaaldelijk gebruikte Bijna zwijgend voor dezen stroom van woorden, had Aglaé steeds denzelfden glim- lach, steeds ook die ernstige en droevige uit- drukking, die meer en meer duidelijk werd op haar gelaat. ZU spande zich in om voor haar bezoekers aangenaam te zyn en zij deed alsof zij twijfelde er wel in geslaagd te zijn. De Romeinen waren zoo moeilijk te vol doen, de genoegens, waaraan zij gewend wa ren, zoo talrijk en verscheiden Livinia Valeria luisterde naar deze ver ontschuldigingen met verwondering. 2ij was een der laatsten. Hebt ge het gemerkt, lieve Aglaé, het gesprek, dat van avond 4>iaats had tusschen myn dochter Suzanna en dien jongen offi cier van het Gallische Legioen? Zeker antwoordde de patricische en ik denk Livinia, dat ge van plan zyt hem t« laten trouwen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7