DE ONGEZIENE WERELD
OF HET LEVEN NA
DEN DOOD
Buitenlandsch Nieuws
FEUILLETON
RADIO-OMROEP
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1928
BLADZIJDE 1
Minstens 2560 millioen
goud Mark per jaar
ttfaar/ê/n.
RADIO
MOORS
DE BEKEERING EENER
VESTAALSCHE
MAAGD
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN
99
XVIII
GODS WEZEN
De God der heidenen.
Haast alles wat ons uit de grijze oudheid is
overgebleven dwingt onze diepste bewondering
af; wij staan stom van eerbiedige verbazing
voor de onsterfelijke monumenten, die in 't
«oude Rome en Athene nog getuigen van hun
weergalooze scheppingsmacht en hun superio
riteit op naast alie gebied van menschelijke
activiteit. Alleen hun godsdienst wekt eer cns
medelijden dan onze bewondering.
Heel de Olymp met zijn talrijke goden en al
hun trotsche marmeren tempels en ranke
zuilen-gangen, hun altaren met rookende
offeranden zijn slechts een caricatuur van
den waren eere-dienst, God en mensch on
waardig. Een groot historicus uit dien tijd,
Plinias, durft het dan ook ruiterlijk beken
nen: „Over niets verkeeren de menschen zoo
zeer in dwaling en duisternis als over den
godsdienst." (Hist. Nat.: 30. 1. 2).
Hun dichter Aretas mocht vrij zeggen: „Al
les is vol van God; de markt, de zee en de
haven; (Phaenom. 2.) Hun grootste wijsgeer,
Seneca moest het droevig constateeren: „Neen
zij kennen God niet meer." (Ep. 31 10).
En toch zochten zij God overal, want ook
voor de oude heidenen gold tie groote wet der
menschheid: zonder God kunnen wij niet
leven. Zij zochten Hem overal, doch hebben
Hem niet mogen vinden omdat zij Hem zoch
ten, waar Hü 'niet was en waar Hij was wilden
zij Hem niet zoeken, 't Moet dan ook niemand
verwonderen dat het den vurigen Gods
heraut, St. Paulus, die na 't lichtend visioen
op den weg vóór Damascus' poorten zóó diep
had mogen schouwen in Gods blinkend aan
gezicht, wel smartelijk moet hebben getroffen,
toen hij bij zijn onstuimigen rondgang door de
steden der heidenen in een van de heiligdom
men te Athene het altaar vond, toegewijd
aan „den onbekenden God", Dien hij daarna
in de Koningshal van den Areopagus, den
Griekschen wijsgeeren ging bekend maken,
met deze fijn-psychologische inleiding: „Athe-
ners, ik merk, dat gij onder elk opzicht on
gemeen godsdienstig zijt. Want rondwande
lend en achtgevend op uw heiligdommen vond
ik ook een altaar, waarop geschreven staat:
„Aan den onbekenden God."
Atheners, wat gij dan vereert, zonder het
te kennen dat verkondig ik U. De God, Die
de wereld en al wat daarin is geblaakt heeft,
Hij, daar Hij Heer is van hemel en aarde,
woont niet in tempels door handen gemaakt.
Ook wordt Hij niet door menschenhanden ge
diend, als had Hij aan iets behoefte, daar Hij
zelf aan allen leven en adem en alles geeft. En
Hij heeft uit éénen stamvader alle volkeren
der menschheid gemaakt om over den gan-
schen aardbodem te wonen, terwijl Hij hun
bepaalde tijden en de grenzen van hun woon*
gebied vaststelde, opdat ze God zouden zoe
ken, of ze Hem misschien tasten en vinden
mochten, hoewel Hij niet ver is van ieder
van ons, want in Hem leven wij en bewegen
wij ons en zijn wij zooals eenigen van uw
dichters ook al gezegd hebben: van Gods
geslacht.
Daar wij dan van Gods geslacht zijn, zoo
moeten wij niet %eenen dat aan gouden of
zilveren of steenen beeldwerk van menschelijke
kunst en vinding de Godheid gelijk is. (Hand.
XVII 22. v. v.)
Wat 'n schril contrast vormt deze heerlijke
Gods-openbaring, deze God der Joden met
die talrijke goden en half-goden, die, met hun
menschelijke eigenschappen en menschelijke
gebreken den goden-hemel der Romeinen en
Grieken bevolken. Zelfs Cicero met al zijn
scherpzinnig vernuft vermocht in zijn diep
zinnig werk „De natura Deorum". „Over de
natuur der Goden", zelfs in de verste verten
niet het wezen der godheid te benaderen.
De gedachte aan de macht en majesteit
van een eeuwigen God, wien zij vrijwillig den
rug hadden toegekeerd en die hen in heilige
verbolgenheid met eeuwige straffen dreigde,
drukte hen neder. De gedachte aan een on-
eindigen, almachtigen, heiligen en rechtvaar
digen God, kan geen zondaar verdragen!
Zoo kwam de mensch er toe Hem voor goed
te verwerpen en in Zijn plaats zich zelf goden
te scheppen naar eigen smaak en goedvin
den.
In plaats van den beleedigden God. die bij
alle gestrengheid en rechtvaardigheid, toch
nooit de liefde en barmhartigheid vergeet je
gens den mensen dien Hij naar eigen beeld
sn gelijkenis boetseerde, maakte de mensch
zich ontelbare goden naar eigen beeld en ge
lijkenis, goden in menschen-gedaante, smach
tend naar menschen-bloed en gloeiend van
menschen-haat, als Kali Ahriman en Meloch.
m plaats van zich gewillig te laten leiden
door Zijn liefdevolle Voorzienigheid, aanbaden
zij het blinde toeval en het ijzeren noodlot.
Wonderbare tegenstelling! Die menschen,
die zich naar eigen willekeur goden hadden
uitgedacht, vonden slechts goden uit, die den
mensch altijd vreemd zijn gebleven, 't Was
de openbaring die ons bracht „den echt-
menschelijken God!"
In heel de oudheid vond men te Athene
slechts één altaar toegewijd aan de godin
„Eleos" de godin der barmhartigheid! Een
god van den rijkdom werd door hen wel in
eere gehouden, maar een god voor de armen
hebben zij nooit gekend. De god der wrake
stond in hoog aanzien, maar aan een god van
verzoening werd door niemand gedacht. Voor
de gelukkigen had men ontelbare goden; de
ongelukkigen en misdeelden waren van
goden verstoken! Wie 't waagde z'n slaven
tot de goden toe te laten werd met zware
straffen bedreigd.
De arme heidenen wisten wel schoone
hymnen te zingen in hun stralende marmeren
tempels voor de godinnen van schoonheid er.
wellust, maar zij vermochten niet een godheid
uit te vinden, die liefde tot den vijand, ont
houding en offermoed leerde. Neen van een
God, dié uit liefde tot den mensch zichzelven
zou vernietigen tot kruis-offer, wiens wijs
heid om onzentwille tot dwaasheid werd,
wiens almacht voor ons tot hulpeloos kind
en nederig dienstknecht werd,- daarvan had
den de grootste geesten der oudheid, 'n Aris-
toteles of Plato, zelfs geen flauw begrip. Den
God van barmhartigheid, van liefde en ver
geving zou eerst de openbaring brengen.
Goes. c. VIS, Rector.
Den lsten September begint het normaal
jaar van het Dawes
Op 30 Augustus 1924 is in Londen de Da-
wes-overeenkomst aangenomen, waarbij de
betalingen van Duitschland aan de voorma
lige tegenstanders in den oorlog worden ge
regeld. De eerste vier jaren, dat het beta-
lings-plan in werking was, moesten zooge
naamde jaren van ontziening voor Duitsch
land zijn. Het begin van het eerste normaal-
jaar der reparatie-betalingen werd vastge
steld op den lsten September 1928. Te begin
nen met dien datum heeft Duitschland een
minimum-som van 2500 millioen Goud-Mark
per jaar te betalen, een bedrag, dat de laag
ste grens der betalingen vaststelt. Want,
voor het geval, dat Duitschlands rijkdom
mocht toenemen volgens den index be
rekend zou de som van 2500 millioen
'overeenkomstig worden verhoogd, zonder dat
de grens naar boven is vastgelegd. In de eer
ste vier reparatiejaren heeft Duitschland de
geheele betalingen, die aan het land zijn op
gelegd, voldaan. In 't eerste jaar (1924/1925)
1000, in het tweede 1220, in het derde 1500 en
in het vierde reparatie-jaar 1750 millioen
Goud-Mark. In het derde jaar (1926/1927)
zou Duitschland op normale wijze maar 1200
te betalen hebben gehad. De Duitsche Mi
nister van de Rijksfinanciën echter maakte
gebruik van de mogelijkheid, om een zooge
naamd verbeterings-re?u in te lossen. Te
dien einde werden er aan de kas van den
reparatie-agent 300 millioen meer afgeleverd
en daardoor voor de jaren 1927/1928 en
1928/1929 twee betalingen elk van 250 mil
lioen ineens afgedaan. Uit deze geld-mani-
pulatie vloeide dus voor Duitschland een be
sparing voort van 200 millioen Goud-Mark.
In de beschouwingen, die nu van Duit-
schen kant worden gehouden en die zich
bezig houden met de reparatie-prestaties der
vier laatste jaren, evenals met de komende
minimum-prestaties van 2500 millioen Goud-
Mark jaarlijks, wordt in de eerste plaats de
vraag besproken, wat den reparatie-agent in
1926 eigenlijk heeft bewogen, om de betaling
van het kleine verbeterings-re?u aan te ne
men. Het was immers geen „moet" voor Par
ker Gilbert en voor de door hem vertegen
woordigde, reparatie-schuldeischers gingen
daardoor 200 millioen Goud-Mark verloren.
Men stelt nu vast. dat het er Parker Gilbert
volstrekt niet om te doen is geweest, Duitsch
land een verlichting toe te staan, evenmin
als de reparatie-schuldeischers het vlugge
binnenvloeien der 300 millioen noodig had
den. Het is veeleer een feit, dat in 1926 de
reparatieschuldeischers de economische en
financieele ontwikkeling van Duitschland
pessimistisch beoordeelden en, zooals zenuw
achtig geworden schuldeischers altijd, de
voorkeur gaven aan een onmiddellijke ge
ringe betaling boven de grootere, die nog
twijfelachtig scheen. De zaak met dat kleine
verbeterings-re?u is niet veel anders geweest
dan een faillissement-rate. Maar, zoo ver
klaart men van Duitschen kant aan het be
gin van het normaal-jaar van de Dawes-
betalingen, de ontwikkeling is niet van dien
aard geweest, dat de toenmalige pessimisti
sche opvatting een vergissing is gebleken.
Er wordt verklaard, dat Duitschland in de
eerste vier jaar de reparatie-sommen wel met
nauwgezetheid heeft voldaan, maar men
moet zich ook eens afvragen, uit welke bron
nen en met welke offers deze betalingen
hebben kunnen geschieden. De beantwoor
ding van deze vraag is beslissend voor het
verder verloop van de Dawes-regeling, maar
niet het feit, dat de overeenkomst tot nu toe
stipt is nag I omen. Er wordt op gewezen,
dat Duitschland zijn reparatie-betalingen al
leen door buitenlandsche credieten heeft
kunnen mogelijk maken.
Duitschland betaalt met geleende gelden.
In de vier jaren sedert 1924 heeft niet de
Dawes-overeenkomst, maar een vervalsching
ervan gefunctionneerd, een toestand, die ook
in de komende jaren niet anders zal en kan
worden. In dit verband wordt er gewezen op
de totaal mislukte poging, om het Dawes-
plan aan een proefneming te onderwerpen,
door een politiek in te slaan, die buitenland
sche leeningen afsnijdt. Bij deze proef moest
worden vastgesteld, wat Duitschland in staat
is te presteeren, zonder de hulp van vreemde
kapitalen. Het is bekend, dat deze proefne
ming reeds in het eerste stadium heeft
schipbreuk geleden, en de buitenlandsche
leeningen voor en na in dezelfde mate naar
Duitschland vloeien. Hiermee is bewezen,
dat Duitschland, wat het reparatie-plan be
treft, economisch niet op eigen voeten kan
staan, en er is ook geen verandering geko
men in het systeem, dat de betalingen ge
leend worden bij de kapitalisten van het
buitenland.
De Duitsche geld-vakmannen zien voor de
aanstaande jaren geen kans, om een keer te
brengen in de manier, waarop het geld voor
de reparatie-doeleinden wordt opgebracht.
Als Duitschland betaalt, kan het dit ook dan
nog alleen met behulp van de buitenlandsche
geldbronnen doen en natuurlijk slechts dan
wanneer het buitenland ook in de toekomst
bereid zal zijn, zijn geld in Duitschland te
beleggen. Onder deze omstandigheden zal
men er dus wel eens over gaan moeten den
ken, of het Dawes-plan ooit goed gevolg kan
hebben en of het, over het geheel genomen,
het geschikte middel is, om de werkelijke
prestaties van Duitschland vast te stellen.
Er kan wel op gerekend worden, dat het
Duitsche reparatieprobleem in afzienbaren
tijd een eerste plaats zal innemen bij de in
ternationale besprekingen.
GROOT-BRITTANNIE EN HET PACT
VAN KELLOGG
Groot-Brittannië heeft door een document,
dat te Genève openbaar is gemaakt, officieel
aan den Volkenbond en aan al zijn leden
het bestaan en het karakter van interna
tionaal standpunt uit van het pact van
Kellogg bekend gemaakt.
Uit de bestudeering van dit document
volgt, dat de Engelsche regeering er bij
voortduring zorg voor draagt geep enkele
nieuwe verplichting op zich te nemen, welke
in tegenspraak zou zijn met verplichtingen,
voortvloeiende voor Groot-Brittannië uit het
convenant van den Volkenbond en het Ver
drag van Locarno en dat het de overtuiging
heeft, dat de onderteekening van het voor
gestelde pact niet in tegenstelling is met de
verplichtingen voortkomende uit het lid
maatschap van den Volkenbond.
Gebeden in de Engelsche kerken
Den 26sten Aug., aan den vooravond van de
onderteekening van het pact van Kellogg,
zullen in de kerken van heel Engeland gebe
den worden gezegd voor het succes van het
multilateraal verdrag.
De primaat van Ierland, de moderator van
de Iersche Presbyteriaansche kerk en de voor
zitter der Iersche Methodisten stellen in een
rondschrijven voor om den eersten Zondag in
September te reserveeren als dank- en ge
bedendag in verband met de onderteekening
van het pact van Kellogg.
HET KELLOGGPACT TE GENEVE
GENEVE, 10 Aug. In toonaangevende
kringen veïwacht men, dat de plenaire zit
ting van den Volkenbond in December door
de onderteekenaars van het Kelloggpact in de
gelegenheid zal worden gesteld, om haar
standpunt ten opzichte van het Kelloggpact
te bepalen, ofschoon deze kwestie tot heden
toe geen onderwerp der agenda uitmaakt.
Men verwacht, dat Briand als eerste het doel
van het pact aan de vergadering zal mede-
deelen; verder wordt er rekening mede ge
houden, dat de vergadering in aansluiting
op de verklaringen der onderteekenaars, in
een algemeen besluit den wensch tot uit
drukking zal brengen van onderteekening
van het pact door de gezamenlijke leden van
den Volkenbond. In de aan den Volkenbonds
zitting voorafgaande bijeenkomst van den
Volkenbondsraad zal de onderteekening van
het pact eveneens aan dit college ter kennis
worden gebracht. Volgens de bepalingen van
artikel 18 van het Volkenbondspact moet ook
het Kelloggpact, evenals dit is geschied met
de Locarno-verdragen, door het secretariaat
van óen Volkenbond geregistreerd en open
baar gemaakt worden, ten einde internatio
naal rechtelijk bindende kracht te verkrijgen.
HET ESPERANTO-CONGRES TE
ANTWERPEN GESLOTEN
Het wereldcongres van esperantisten
heeft zijn werkzaamheden gesloten na ver
schillende moties te hebben aangenomen,
o a. een ter. gunste van het Int. Arbeids
bureau bij den Volkenbond.
Besloten werd het volgend congres te
Boedapest te doen houden.
DE BRAND IN LUHE
De brand in Luhe in den Palts is gister
morgen in de vroegte opnieuw uitgebroken.
Tot dusver zijn 34 huizen verbrand. Daar de
wind uit een ongunstigen hoek waait bestaat
het gevaar, dat ook de rest van het dorp
verwoest wordt door het vuur. Tweederde
deel van de bevolking is reeds dakloos. De
schade is zeer groot.
DE OVERSTROOMING IN HET
AMOERGEBIED
Het hoogwater in het Verre Oosten neemt
af.
In totaal zijn 114 plaatsen en 41.000 hec
tare bouwland overstroomd. De schade wordt
volgens de voorloopige opgaven op 17 millioen
roebel geschat.
DE DOOD VAN RADITSJ
Uit de berichten over het overlijden van
Stefan Raditsj blijkt wel duidelijk, dat zijn
heengaan ten slotte toch nog zeer onver
wachts is geweest.
Zijn toestand was 's middags zoo goed
geweest, dat prof. Weckenbach toestemming
had verleend tot het gebruik van wat vleesch
en wijn. Zijn eetlust was uitstekend. Hij kon
zelfs een halfuurtje opzitten. Toen de pro
fessor om zes uur de villa verliet, verklaarde
hij dat de toestand zeer goed was. In den
loop van den dag had de plaatselijke com
mandant in opdracht van den koning den
zieke een bezoek gebracht om naar zijn ge
zondheidstoestand te informeeren.
Om half acht werd de patiënt plotseling
minder goed. De wachthebbende dokter gaf
dadelijk een injectie. Maar de sterke ver
moeidheid ten gevolge van de onvoldoende
hartwerking nam snel toe. Om kwart voor
negen was alles afgeloopen.
Met bliksemsnelheid verspreidde zich de
doodsmare door de stad. Onmiddellijk werden
alle café's enz. gesloten. De bevolking Het
de straat op: om tien uur was net stampvol,
maar niettemin heerschte er doodsche stilte
onder de menigte. Slechts nu en dan hoorde
men snikken of een smartelijken uitroep:
Slowa Stepanu Raditschu (eere zij Stefan
Raditsj). Plotseling begonnen alle kerkklok
ken te luiden. Het spoorwegpersoneel trok
in optocht door de stad, die intusschen ge
heel zwartgevlagd was. Om half twaalf ver
schenen de eerste extra-edities der bladen.
De Agramsche jeugd had de toegang entot
Raditsj's woning afgezet. De stoeten der be-
toogers hielden halt. Stille gebeden werden
gemompeld en zwijgend trok men weer af.
De leiding der boerencoalitie had het parool
uitgegeven„Alleen rouwen en verder de rust
bewaren."
Nog dienzelfden nacht werden alle afdee-
lingen van den boerencoalitie verwittigd van
het overlijden van Raditsj, terwijl de noo-
dige aanwijzigingen werden verstrekt voor de
verder aan te nemen houding.
HET OVERBRENGEN VAN RADITSJ'S LIJK
Gisteravond is het lijk van Stefan Raditsj
naar het vereenigingsgebouw van den boeren
bond te Agram overgebracht.
Een geweldige menschmassa woonde dit in
drukwekkende schouwspel bij. Zes Kroatische
boeren in nationale kleederdracht droegen
de lijkkist en honderdduizenden boeren
volgden het stoffelijk overschot van hun lei
der.
DE TRAGEDIE DER F 14.
De „Tribuna" publiceert bijzonderheden
over gesprekken, die tusschen den marconist
van de verongelukte duikboot F 14 en dien
van de duikboot F 15 plaats vonden, nadat
de F 14 onder de zeespiegel was gezonken.
Op den roep van de F 15 antwoordde de
telegrafist van de F 14: „Wij hebben zes
dooden te betreuren, het water is in het
achterstuk van de boot binnengedrongen,
de boot steekt in den zeebodem, de stand
van de duikboot is bijna verticaal". De F 14
seinde spoedig daarop dat er giftige gassen
aanwezig waren, door het contact van de
accumulatoren met het zeewater ontstaan.
Het zeewater was bij de pogingen van de
duikers om de duikboot door middel van
buizen van lucht te voorzien, binnengedron
gen. De bemanning deelde mede, dat de
luchttoevoer geen verademing bracht en dat
zij zich als gevolg van de gas-ontwikkeling
in een emstigen toestand bevond. De marco
nist seinde verder aan de redders zich te
haasten.
Gedurende den nacht waren de duikers
gedwongen, wegens den zwaren zeegang, om
het werk te staken. Tegen 11 uur 's avonds
werden de signalen van den marconist der
F 14 voortdurend zwakker. De redders ver
namen nog duidelijk de woorden: „Wij zijn
verloren!" Toen werden nog enkele punten
en zwakke strepen door den radio-telegrafist
van de F 14 overgebracht en ten slotte volgde
een diep stilzwijgen.
Na de lichting van de boot en nadat deze
geopend was, vond men den dooden marco
nist voor zijn toestel, op welks toetsen nog
altijd zijn levenlooze hand rustte.
Begrafenis der slachtoffers
De om het leven gekomen manschappen
der gezonken duikboot zijn gisteren te Po-
la ter aarde besteld.
Van alle openbare gebouwen In T'a'ië
wappe.c" de vlag ten teeken van roifw,
halversteng.
DRAADLOOS OVERBRENGEN VAN
FILMS
NEW YORK, 10 Aug. Naar wij ver
nemen zijn te Pittsburg de proefnemingen
om films draadloos over te brengen over
'n afstand van 2 mijl, met succes bekroond.
AUTO TE LISSABON DOOR DEN
TREIN GEGREPEN
BERLIJN, 10 Aug. Bij Lissabon is
een auto, waarin zich zes personen bevon
den, door een trein gegrepen. Vijf perso
nen weTden gedood, de zesde liep verwon
dingen op. Het ongeval, dat op een over
weg beschiedde, was een gevolg van het
feit, dat de baanwachter vergeten had, de
boomen te sluiten.
lenuNV
Na 396 jaren de eerste Mis in
een verwoeste Abdij.
Eenige dagen geleden is in de Abdij van
Waverley, het eerste Cisterciënserklooster
van Engeland, voor de eerste maal weer een
H. Mis opgedragen, nadat het klooster 396
jaar geleden op bevel van Koning Hen
drik VIII opgeheven werd. Deze H. Mis werd
opgedragen ter herinnering aan de stich
ting der abdij 800 jaren geleden door eenige
Normandische monniken. Duizenden Katho
lieken uit Londen en de steden en dorpen
uit Zuid-Engeland waren gekomen, om deze
zeldzame plechtigheid bij te wonen, die door
Kardinaal Bourne self geleid werd. Naast
de overblijfselen van het oude altaar was
een nieuw opgericht, in de schaduw van een
machtigen olm, die de treurige ruïnen van
de vroegere abdij bijna geheel verbergt. On
der de aanwezige geestelijkheid waren vooral
de Cisterciënsers talrijk vertegenwoordigd.
Een Cisterciënser-monnik celebreerde de H.
Mis. Een koor van Seminaristen zong de li
turgische gezangen zonder begeleiding, zoo-
als bij sommige Cisterciënsers gebruikalijk is.
Dood van een Katholiek wel
doener.
Johannesburg, Transvaal. Op 23 Juni stierf
hier.Sir William St. John. Carr, eerste bur
gemeester van Johannesburg en een der be
kendste persoonlijkheden in de goudmijn
exploitatie van Transvaal. Hij bereikte den
ouderdom van 83 jaren. De Katholieken ver
liezen in hem een der voornaamste perso
nen, die hunne belangen behartigde. In 't
jaar 1907 werd hij wegens zijne groote ver
diensten voor de kerk tot Ridder in de St.
Gregorius-orde benoemd. Hij woonde bijna
dagelijks de H. Mis bij en ontving dan tel
kens de H. Communie.
De Katholieke Pers in Spanje
Haar groei en tegenwerking.
Volgens een mededeeling in „El Debate"
het groote katholieke dagblad van Spanje
verschijnen er in heel Spanje 54 katholieke
dagbladen: 2 in Madrid: „El Debate" en „El
Sigto Futuro". „El Debate" werd 1 Nov. 1911
opgericht: in 1923 had het blad een oplage
van 742.395 exemplaren in 1924 856.241, in
1925 975.932, in 1926: 1.212.351, en in 1927:
I.627.156 betalende abonné's. Ieder jaar op
den Persdag wordt er over het geheele land
een groote collecte gehouden voor de goede
Pers.
Toen dit in 1916 voor den eersten keer ge
beurde bracht deze geldinzameling 75.371 pe
seta's op. In 1927 was dit bedrag reeds ge
stegen tot 174.472 peseta's. In 12 jaar tijd
van 1916 tot 1927 werd er voor de kaholieke
pers in Spanje totaal ingezameld een bedrag
van 1.677.419 peseta's.
Hiertegenover staan alleen in Madrid 11
niet-katholieke kranten, waarvan 't rechts-
liberale blad „A.B.C." dat iederen dag 40
80 pagina's groot is wel het meest uitgebreide
dagblad is. Dit blad werd in 1905 opgericht.
Verder verschijnen er „La Epoca" het blad
van de conservatieve partij, dat reeds se
dert 1848 bestaat en dat iederen dag in 2 of
3 bladen verschijnt.
De Heraldo de Madrid, 16 pagina's radi
caal-liberaal in 1890 opgericht; „El Impar-
cial" gematigd liberaal in 1866 gesticht,
iederen dag 12 pagina's „Informaciones" on
afhankelijk liberaal, geïllustreerd avondblad
opgericht in 1922, 8 pagina's „El Liberal" 'n
radicaal-liberaal ochtendblad opgericht in
1878, 68 pagina's. La Liberal een republi-
keinsch ochtendblad in 1919 opgericht, 8
pagina's.
„La Naclon", officieel regeeringsorgaan op
gericht in 1925. 812 pagina's. „El Socialis-
ta" een socialistisch Ochtendblad in 1885 op
gericht 4 pagina's „El Sol" liberfaal och
tendblad in 1927 opgericht 812 pagina's.
„La Voz" liberaal avondblad in 1920 opge
richt en 812 pagina's.
Een militaire Mis op Honoloeioe.
De pers van Honoloeioe maakt met geest
drift melding van een militaire Mis, die on
langs in de tuinen van het Gouvernements
gebouw plaats had. Het nooit geziene
schouwspel maakte 'n geweldigen indruk. Op
de bovenste trede van de reusachtige trap,
die tot het prachtige paleis van den vroe-
geren koning voert, was het altaar opge
richt, dat door heerlijke, prachtige palmen
werd overschaduwd. Om het altaar groe
peerden zich de priester en zangers, even
als de commandanten der verschillende
troepenafdeelingen, die tegenwoordig in het
Aartsbisdom ingekwartierd zijn. Vóór het
terras was de eerewacht opgeteld, die bij
de aankomst der geestelijken, na het einde
der Mis, bij den Zegen door Mgr. Alancas-
tres, het geweer presenteerde.
Ongeveer 5000 geloovigen woonden de
plechtigheid bij. Het muziekkorps der Ma
riniers verwelkomde Mgr. Alancastres bij
zijne aankomst, en een orkest van militaire
en burger-kunstenaars begeleidden de ge
zangen der koren, die de Mis van Gounod
en het beroemde Halleluja van den Messias
van Handel uitvoerden.
Behalve de talrijke geestelijken uit de
Missie waren 4 aalmoezeniers aanwezig; een
hunner hield een geestdriftige rede over de
beteekenis en de schoonheid van dit feest,
dat volk en Kerk vereenigt en waarin hij
wees op het symbool der eenheid nJ. een
ZONDAG 12 AUGUSTUS
HILVERSUM 1071 M. 1.00—2.30 Lunchmuziek
door het Trio Courtel. 3.00 Aansluiting van het
Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie-orkest
o.l.v. Ignaz Neumark. Maria Samson, zang. In de
pauze optreden van het Ober-Barmer Sangerhain o.l.v.
Edm. Stiefener. 5.006.15 Dinerconcert door het
A.V.R.O.-kwartet. 6.30 V.P.R.O. 10.15 Voor
dracht door Frans Hulleman.
HUIZEN 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.). 8.309.30
K.R.O. Morgenwijding. Spr. J. de Wit, v. h. Gilde v.
d. „Klare Waarheid" De barmhartige Samaritaan.
Muziek en zang. 9.40 N.C.R.BV. 12.301.30
K.R.O. Concert door het Trio Winkels. 3.004.00
Wiener-programma. Het Arnhemsch Dubbelmannen-
kwartet o.l.v. A. Kettelary, afgewisseld met gramo-
foonmuziek K.R.O. 4.005.00 K.R.O. Ziekenlof.
5.20 Dienst in de Geref. kerk te Soest. 7.45
8.15 K.R.O. Spr. J. A. H. Al „Het streven naar
wereldvrede en de katholieke studeerende jeugd".
8.15 K.R.O. Intenties van het Apostolaat des Gebeds.
8.20 Concert. Het K.E.O. orkest o.l.v. M. v. d. Ende,
met medew. van M. Beuskcr, zang. 10.00 Persber.
10.45 Epiloog. K.R.O. Klein Koor o.l.v. Jos H. Pickers.
DAVENTRY 1600 M. 3.50 Concert. De militaire kapel
en M. Thomas, sopraan. L. Tertis, viola. 5.35 Heddie
Nash, tenor. 5.55 Bijbelsche liederen. 6.05 Bach's
kerkcantates. E. Cruickshank, alt. T. Pickering, tenor.
Ph. Malcolm, bas. Het Omrcep-koor en orkest. 8.15
Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Licht
orkestconcert. W. Davis, mezzo sopraan. S. Logan,
bariton. Orkest. 10.50 Epiloog. 11.0011.20 „The
silent fellowship".
PARYS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.20 Reli
gieuze causerie en muziek. 1.052.10 Orkestcon
cert. 4.505.50 Dansmuziek. 8.5011.10 Con
cert. Mile. Manceau, zangeres. Orkest.
LANGENBERG 469 M. 9.2010.20 Kath. Morgen
wijding. 1.202.50 Concert door de Ver. van voor
mal. milit. muzikanten. 3.354.20 Pianoconcert met
causerie. Bach's pianomuziek. 4.206.20 De Wiener
Schwalben Schrammeln. Orkestmuziek. 6.207.05
Declamaties en pianosoli. 8.20 „Die Czardasfürstin"
operette van Kalman. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. (ZEESEN)
6.508.20 Vroeg concert. 9.20 Morgenwijding.
11.50 Orkestconcert. 4.505.30 Orkestconcert. Sport
wedstrijden. 8.20 Concert. Sleeswijk-Holstein. Or
kest. W. Sperber, tenor. A. Indig-viool. A. Becker, piano.
Daarna Symphonieconcert. 10.5012.50 Dansmuziek.
HAMBURG 395 M. 6.508.20 Vroegconcert. 9.35
Morgenwijding. 12.20 Orkestconcert. 3.20 Orkest-
concert. 5.50 Orkestconcert. 8.20 Concert. Zie
Königswusterhausen.
BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek. 8.35 Kamer
muziek. 9.2010.35 Symphonieconcert in Ostende
Stee?ets Aet JVieuw&te /si Ractto.
VaË/ci/rrcf/pe/fer3fe/ï}f?<7cnyeivaaróosyct.
MAANDAG 13 AUGUSTUS
HILVERSUM 1071 M. 12.302.00 Lunchmuziek
door het Trio Courtel. 6.00—7.45 Concert door
het AVRO-kwartet. S. v. Leeuwen, viool. 10,15
Persber.
HUIZEN 340.9 M. Na 6 uur 1870 M. Uitsluitend N.C.
R.V.-uitzendingen. 12.301.45 Orgelconcert door
Alb. Plantinga. 4.005.00 Ziekenuurtje. 7.30
800 Zangcursus door Jac. Ph. Caro. 8.00 Concert.
Het „Schubert-Kwartet" te Haarlem (Louis Leger, ie
viool. Ant. Strichers, 2de viool. Adr. Nieman, altviool.
P. v. d. Steur, cello)
DAVENTRY 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gra-
mofoonmuziek. 12.20Balladen-concert (sopraan,
bariton). 12.50 Dansmuziek. 1.202.20 Orgelcon
cert. 4.20 Orkestconcert. 5.20 Causerie. 5.35
Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.40 Voor padvinders.
6.50 Nieuwsber. 7.05 Muziek. 7.20 Liter, cri-
tiek. 7.35 Grieg's pianomuziek. 7.50 Rex Evan's
cabaret van Leigh en Evans. Dans-orkest en solisten.
8.20 B.B.C. Promenadeconcert. Symphonie-orkest o.l.v.
Sir Henry Wood. B. Baillie, sopraan, W. Widdop, tenor.
9.50 Nieuwsber. 10.05 (Vervolg) Promenadecon
cert. 10.50 Nieuwsber. 10.55 Causerie From the
West to the West End. 11.10 Pianoconcert. 11.20—
12.20 Dansmuziek.
PARYS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.502.10 Or-
kestconcert. 4.055.05 Orkestconcert. 8.5011.20
Concert. Orkest. De H. H. Sullivan, Carbelly en Regi-
nals. Mile. M. Th. Holley, zang.
LANGENBERG 469 M. 12.301.10 Mechanische
muziek. 1.252.50 Concert voor tenor met piano-
begel. 6.207.15 Orkestconcert. 8.35 Concert. Het
versterkte „Zoo"-orkest en M. G. V. kwartet „Beetho
ven". Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. (ZEESEN). -
12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen. 8.20 Internationaal concert.
Orkest en M. v. d. Berg, viool.
HAMBURG 395 M. 6.20 Populair concert. 7.20
Orkestconcert. 8.20 Zuid-Duitsche avond. Karl Re-
may en Rolf Formis. Daarna voorlezing uit eigen wer
ken door W. R. Fehse.
BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Trio-
concert. 8.50 Orkestconcert. 9.50 Dansmuziek.
PHILIPS, Telefunkcn cn R. M. Toestellen
SPECIALISTEN - Tel. 14609 - HAARLEM
reusachtige vlag in de nationale kleuren,
die heerlijk uitwapperde boven het gouden
kruis van het altaar. Luidsprekers en radio
droegen zijn woorden evenals de gezangen
over de geheele wereldReeds eenmaal
heeft Honoloeioe een militaire Mis gehad,
al was het niet met dezelfde praal als nu
Na een tienjarige vervolging der Katholie
ken was in het jaar 1839 een Fransch schip
voor Honoloeioe geankerd, en had van de
regeering van Hawai voor de katholieken
vrijheid van godsdienst verkregen; als tee
ken van deze pas verkregen vrijheid werd
toen een plechtige H. Mis opgedragen, die
bijgewoond werd door den kapitein van het
schip en zijn geheele bemanning en ook
door de scheepskapel. De Hawaï-eilanden
tellen tegenwoordig 333.500 inwoners, waar
onder 150.000 Katholieken. De hoofdstad
Honoloeioe heeft 106.000 zielen en heeft een
zeer slecht garnizoen. De prediking van het
Evangelie op de eilanden begon In 1827 door
de Paters van de H.H. Harten Engeland.
Het Engelsch als wereldtaal.
De Fransche Jesuieten, die de Hooge Han
delsschool in Tientsin, China, besturen, ge
ven tegenwoordig les in het Engelsch in
plaats van in het Fransch. De reden van
deze verandering is gelegen in het feit, dat
het Engelsch overal in China de handels
taal geworden is.
Hood van een Mexicaanschen Bisschop.
Wederom is een Bisschop uit Mexico
overleden: Mgr. José Amador Velasco, Bis
schop van Coluna is op den vooravond van
zijn zilveren priesterjubileum in den ouder
dom van jaren tot de eeuwige rust over
gegaan. Alleen aan zijn hoogen ouderdom
en aan zijne gebrekkigheid had hij het te
danken, dat het banvonnis niet tegen hem
uitgesproken werd. Hij leefde teruggetrok
ken In de stad Ahuego, onder voortdurende
bedreiging uitgewezen te worden.
18
Het zien van dezen jeugdigen uiterst be
dreven kunstenaar, die zijn kennis niet aan
een leermeestei te danken had, was een zeer
te waardeeren schouwspel.
De scherpste en strengste critici, de meest
ontevredenen moesten moeite doen, om een
valschen noot tegen de welluidendheid te
ontdekken Ieder bleef In spanning luisteren
en bewonderen; zachtjes vroeg men zich
zelf af:
Wie is deze? Waar heeft de edele Aglaé
dit kind ontdekt? Is het een Griek?
Neen. antwoordde de opzichter, deze
jongen is een wees, gevonden op het land
van mijn edele meesteres.
Flora, die het hoorde, voegde er aan toe:
Ik heb hem al gezien, hij moest de
kudden bewaken.
Het is Orpheus, zeide Livinia Valeria.
Of Apollo, ging een jonge man voort,
Severius geheeten, die beter een dans kon
beoordeelen, dan iedere andere ernstige en
belangrijke kwestie.
Gi; moet hem mij leenen, riep een jonge
vrouw uit, wier helrood haarnetje de met
goud bepoederde haren bedekte.
Een tweede hernam:
Zijn gelijke is er niet, niemand heeft
hem tot nu toe kunnen evenaren
De lofuitingen, welke ieder kwistig uit
deelde, waren ongetwijfeld overdreven. Maar
Claudius beviel hen. Dit woord maakte, dat
men geen fout of gebrek by hem zag
kortstondig woord, dat zoo snel weer ver
dwijnt. Dezen avond nog had Claudius bij de
patricische Aglaé geweend, Claudius, de her
der,, de fluitspeler, de jonge danser, de wees,
zonder verleden, zonder geschiedenis. Ge
woon aan deze uitingen van bewondering,
antwoordde Aglaé, glimlachend:
Gij bewijst allen aan Claudius veel eer.
maar ik vrees hem bedorven te zien door
vleierij. Hij is gelukkig in zijn eenvoud, laten
wij niet trachten hem dit te ontnemen.
Natuurlijk weer vol filosofie, schoone
Aglaé, zeide Severius, verlaat u maar op mijn
ondervinding, het genoegen van toegejuicht
te worden is wel iets waard. Wanneer dit
kind, deze Claudius, zich den geheelen dag
met zijn hond en kudden op het weiland be
vindt dan geniet hij zeer van de rust der
velden, denkt hij niet aan roem en eer. Hij
is toch vrij?
Zeker, antwoordde zij, hij is geheel vrij.
Men ziet wel, zeide Silvia, aan zijn ma
nieren, dat hij nog nooit op het tooneel van
het Forum heeft gespeeld. Beschouw zijn ge
laatskleur. nog nooit is hij geblanket, zijn
gebaren zijn eenvoudig en natuurlijk, men
heeft hem nog niet met geld gekocht.
Maar heeft hij een verleden? vroeg Li
vinia Valeria.
Een geheimzinnig verleden, dat ik niet
ken antwoordde Aglaé. Maura, mijn Villicai
verzekert mij, dat ze hem heeft gevonden.
Waarik beken, dat ik nog niet getracht
heb het te weten te komen. Zij heeft mij
gezegd, dat hij van een vrij geslacht afstam
de, en dat zijn ouders niet meer leven. Maar
om redenen, haar alleen bekend, en die ik
eerbiedig, heb ik begrepen, dat ik niet moest
trachten het geheim van zijn afkomst te
raden. Er is misschien wel veel overdreven
bij dit alles, maar mijn Villica is getrouw en
een kind meer of minder op mijn landgoed
is van weinig belang, mits het maar geluk
kig is.
Altijd goed, altijd medelijdend, zeide
Selverius.
Zij schudde het hoofd en antwoordde:
Ik heb geen verdienste daarvan en deel
op dit punt volkomen de meening van Boni-
facius.
Wat hem betreft, zijn naam doet hem
eer aan, riep Segearix met vuur uit. Hij is
werkelijk „hij die weldoet". Ik kan daarvan
wel meepraten.
De aanval op den jeugdigen officier was
nu bekend. Men vroeg hem uit, ging rondom
hem heen staan en hij moest weer van zijn
nachtelijk avontuur gaan vertellen. Het was
evenwel niets buitengewoons en niemand
verwonderde zich er over. Deze aanzienlijke
en sterke man, aangevallen in het midden
van den nacht door een bende boosdoeners,
was noch een voorbeeld noch een uitzonde
ring.
Zijn roekeloosheid, wel hij had haar bij
na duur moeten koopen en de moord op het
hoofd van het Gallische leger zou dan ge
durende eenige dagen het nieuwtje van
Rome geweest zijn.
Gelukkig had Fortuna het woord, dat de
heidenen zonder ophouden herhaalden ge
zorgd, dat Bonifacius zich op dezen weg
bevond, juist zooals Segearix bij de Amata.
En was Bonifacius dan niet een heel bijzon
der man? Inderdaad, hij beoefende zekere
weinige begrepen deugden, in zoodanigen
overvloed, dat zij bij hem natuurlijk sche
nen. Zelfverloochening trad op de eerste
plaats naar voren. Zijn persoon, zijn beurs
zijn overvloed stonden voor leder ter be
schikking, die zich maar tot hem wendde.
Om iemand te helpen, die in moeilijke om
standigheden verkeerde, zou hij alles hebben
opgeofferd. Deze manier van doen. deze na
tuurlijke edelmoedigheid, verschafte vele
vrienden maar ook vele vleierijen en lofprij
zingen. Verre van zich er over te verheugen
wees hü ze af met vriendelijkheid en een
voud.
Om deze lofuitingen van alle kanten te
onderbreken gaf hij bevel de gebruikelijke
ververschingen op te dienen; vervolgens
plaatste men zich in groepjes voor de afzon
derlijke tafels, velen verwachtten dit oogen-
blik met ongeduld. De opzichter had niet
veel moeite om de verschillende heerlijke
soorten wijn aan te prijzen.
Er waren natuurlijk ook taarten, Grieksche
of Oosterscne Koekjes. Men diende gekon
fijte noten op, druiven en frambozen, ge
conserveerd in suiker en duizend andere lek
kernijen.
Claudius was bij een klein tafeltje geble
ven vol suikergoed, hij raakte er slechts wei
nig van aan, of eigenlijk, nam hij er wel
lets van? Steeds maar keek hij rondom zich
heen. Al deze gezichten waren hem onbekend
en behalve de bewoners van de villa, vond
hij alleen Suzanna en Segearix, christen als
hij. Flora, op korten afstand van hem geze
ten, gaf hem een teeken, het kind naderde.
Ben je me nog niet vergeten, Claudius,
zei ze.
O! neen, dame.
Ik ook niet. Ik bewaar de eieren, die
Maura mij gegeven heeft en indien je mor
gen bij wil komen, zal ik je een geschenk
geven voor de Villica.
Claudius aarzelde, Hij hield er niet van
naar de priesteresse van de een of andere
godheid te gaan, zelfs niet bij de goed be
kend staande van Vesta. Evenwel was het
moeilijk indien niet onmogelijk, voor hem
om te weigeren. Welke reden, welk voorwend
sel moest hij noemen?
Daar hij echter niet den tempel behoefde
te betreden, antwoordde hy bescheiden, dat,
indien zijn edele meesteres het hem zou toe
staan, hij morgen naar het Forum zou gaan.
De bijeenkomst was geëindigd. Men dank
te de vriendelijke Aglaé, men putte zich in
lofprijzingen over het heerlijke feest aan den
geest door het voorlezen en de muziek be
reid en ieder stond op.
Wel is waar hadden, de dichters niet alle
hoogten van de voortreffelijkheid bereikt,
maar bij meer dan een ontbrak het niet aan
verdiensten. Wat het kind betreft, zeide men
dat het bewonderenswaardig, ja „goddeiyk"
was, een bij uitnemendheid heidensch woord,
dat men in dezen tijd herhaaldelijk gebruikte
Bijna zwijgend voor dezen stroom van
woorden, had Aglaé steeds denzelfden glim-
lach, steeds ook die ernstige en droevige uit-
drukking, die meer en meer duidelijk werd
op haar gelaat. ZU spande zich in om voor
haar bezoekers aangenaam te zyn en zij
deed alsof zij twijfelde er wel in geslaagd te
zijn. De Romeinen waren zoo moeilijk te vol
doen, de genoegens, waaraan zij gewend wa
ren, zoo talrijk en verscheiden
Livinia Valeria luisterde naar deze ver
ontschuldigingen met verwondering. 2ij was
een der laatsten.
Hebt ge het gemerkt, lieve Aglaé, het
gesprek, dat van avond 4>iaats had tusschen
myn dochter Suzanna en dien jongen offi
cier van het Gallische Legioen?
Zeker antwoordde de patricische en ik
denk Livinia, dat ge van plan zyt hem t«
laten trouwen.
(Wordt vervolgd.)