A
J
1
X*
jr
IN HET BISDOM HAARLEM
S
jr
lil
DEKDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DINSDAG 14 AUGUSTUS 192§
Bij het 40-jarig priesterfeest
van Mgr. H. J. M. Taskin,
Bij het zilveren Priesterfeest
van den Hoogeerw. Heer
J. M. Lucassen, Deken
van Beverwijk
SI
i
PRIESTER-JUBILEA
President van het Groot-Seminarie
Warmond en Proost van het
Kathedrale Kapittel.
15 Augustus a.s. zal het voor Mgr. H. J.
M. Taskin 40 jaren geleden zijn, dat hij in
de bisschopskerk te Haarlem zijn heilige
priesterwijding ontving.
Veertig jaren van grootschen, vruchtba
ren arbeid zijn sedert voorbijgegaan en om
onze lezers en lezeressen eenigszins een beeld
van dien geweldigen arbeid, door één per-
MGR. H. J. M. TASKIN.
soon verricht, te geven, zullen wij hieronder
in een korte, doch veelzeggende schets
het leven en streven van Mgr. H. J. M.
Taskin, den aanstaanden jubilaris, laten
volgen.
Den 4den Februari 1864 werd Mgr. uit
hoogst achtenswaardige ouders te Haarlem
geboren.
Reeds vroeg rijpte bij hem de schoone
opofferende gedachte voor God zielen te
winnen en te leiden op het rechte pad,
door de enge poort en den smallen weg, die
tot het „leven" (den hemel) leidt; om pries
ter te Worden, om zich geheel onbaatzuch
tig aan God te geven voor het zieleheil zij
ner naasten.
Gevolg gevende aan zijn verheven ideaal,
zijn priesterroeping, werd hij na op de
meest schitterende wijze zijn studiën aan
de seminaria „Hageveld" te Voorhout en
„Warmond" te hebben volbracht, den 15den
Augustus 1888 tot de hooge priesterlijke
waardigheid verheven.
Zijn eerste benoeming was kapelaan te
Overveen. Zes jaren heeft de stille ijverige
priester daar op den vruchtbaren bodem
met succes gearbeid. Veel heeft hij daar tot
stand gebracht en in stand gehouden. Zijn
dierbare parochianen zagen hem, dien zij
zoozeer hadden lief gekregen, niet dan met
bloedend hart uit hun midden weggerukt,
toen de jonge priester in September 1894 zijn
benoemingsbrief ontving, welke hem tot
leeraar aan het seminarie „Hageveld" aan
stelde.
Na anderhalf jaar reeds werd hij door
den bisschop, wel wetend, dat deze taak
aan zoovele moeilijkheden onderhevig, hem
goed toevertrouwd was, tot sub-regent aldaar
benoemd. In dien korten tijd als leeraar had
hij door zijn zacht en vriendelijk karakter
aller genegenheid op Hageveld gewonnen.
Tien jaar heeft „Hageveld" zijn eminenten
sub-regent mogen bezitten, in welken tijd
zij hem hadden leeren waardeeren.
Onmiddellijk volgde hierop zijn benoe
ming tot president van het groot-seminarie
„Warmond". Van sub-regent, president van
Warmond!
Zijn grootsche levenstaak zou hier eigen
lijk pas aanvangen.
Wat Monseigneur Taskin als praeses voor
zijn Warmondsche studenten was en hopen
wij, nog vele jaren zal zijn, zullen wij in
eenige korte trekken uit zijn leven als prae
ses, welke wij van eenige „Warmonders"
vernamen, onzen lezers en lezeressen voor
leggen.
„Pie, juste et sobrie vivamus: Laten wij
vroom, rechtvaardig en matig; leven" de
woorden van Mgr. Taskin. die hij eens sprak
en tot zijn spreuk koos. Dit zijn de woorden,
waarmede men het geheele leven van Mgr.
Taskin zou kunnen sa
menvatten. Hij, een man
niet van 't woord doch
van de daad, trekt zeer
juist de conclusie, dat,
als hij vruchtbaar
arbeiden wil, hij niets
met het woord alleen be
reikt, doch door de daad
zal hij reverentie afdwin
gen en eerbied en res
pect niet alleen, doch ook
navolging
Wat kan hij meer doen
als hoofd eener commu-
nauteit, waaruit gevormd
moet worden de Kaar-
lemsche geestelijkheid,
waarop de haar toever
trouwde geloovigen hun
steun vestigen; hij, die
de groote verantwoorde
lijkheid van zulk een
verheven maar niettemin
zware taak van priesters
vormen aanvoelt, die zich
ook eens voor den troon
van zijnen goddelijken
Meester moet verant
woorden, wat kan hij an
ders doen, dan met de
studenten te leven volgens
de reglementen, hen op-
opgelegd?
Zijn meditaties, die hij
eiken morgen den studen
ten voorhoudt, behelzen
geen loutere beschouwin
gen en bespiegelingen,
neen, praktijk, die in be
oefening kan gebracht
worden, daaruit bestaan
zijn leerzame ochtendme
ditaties.
Zijn eenig streven is de
studenten tot degelijke
studenten, aanstaande
priesters, priesters met
plichtsbesef en nauwge
zetheid te vormen.
Teekenend is zijn persoon als een onver
moeid werker. Geen oogenblik van den dag
gaat voor hem verloren. Hij woekert met
den tijd
Ondanks de strenge opvattting van zijn
ingetogen leven voor Christus, leeft hij als
een vader te midden van een groot huisge
zin. Prettig weet hij met zijn studenten om
te gaan en waar iemand in moeilijkheden
verkeert, daar treedt hij op als de uitkomst
brengende persoon. Waar verkeerde dingen
te bespeuren zijn, daar zal hij optreden als
de voorzichtige leidsman. Waar geleden
wordt, daar weet hij mede te lijden
Uit bovenstaande blijkt reeds overduide
lijk, hoe hij is een geestelijke leidsman en
optreedt als een vader onder zijn toever
trouwde kinderen en met welk een ernst hy
die verantwoordelijkheid op zich neemt.
Naast de vele bezigheden, die hij als Proost
van het Kathedrale Kapittel heeft, weet hij
toch steeds als praeses van het groot-se
minarie de belangen van zijn seminarie te
behartigen. Belangen zoowel op geestelijk als
op materieel gebied. Vooral het laatste baart
hem groote moeilijkheden, maar door zijn
voorzichtigheid en goed beleid, leidt hij
steeds alles in goede banen.
Tweemaal zagen wij Monseigneur het se
minarie uitbreiden. Zien wij om een enkel
voorbeeld te nemen slechts naar de ka
pel. Welke voortreffelijke verbeteringen heeft
deze ondergaan! De veranderingen en
verbeteringen, die hij telkens aanbracht
voor het practisch gebruik, zooals de mooie
leszaal, de brandvrije kluizen naast de bi
bliotheekWij kunnen aan het opnoe
men blijven.
Dit alles weet hij tot het einde toe vol
hardend te volbrengen en door zijn wijs,
voorzichtig en streng beleid in stand te hou
den. Streng is hij voor zijn studenten, maar
„wie zijn kinderen liefheeft, kastijdt ze."
En hij is alleen streng daar, waar hij streng
moet zijn.
De studenten zijn hun praeses een groote
dankbaarheid verschuldigd. Zij moeten hem
danken voor de groote en moeilijke geeste
lijke opvoeding, die zij van hem ontvangen.
Zij moeten hem danken voor zijn lessen, die
hij steeds zoo aangenaam mogelijk weet te
maken. Kortom, zij moeten hem hun in
nige dankbaarheid betoonen voor alles, dat
hij in die vele jaren voor hen gedaan heeft
en hopelijk nog zeer vele jaren zal mogen
doen.
Doch hun dankbaarheid konden zij nooit
met iets stoffelijks uiten. Hun praeses wei
gerde steeds alles be
halve het gebed.
Doch nu is de dag, het
feest van hun beminden
praeses, gauw aangebro
ken, waarop Warmondsch
studenten voor een deel
hunne schuld aan hun
praeses kunnen terugbe
talen, althans hunne in
nige dankbaarheid jegens
hem kunnen betoonen.
En dat zullen zij ook
doen. Drie dagen hebben
zij van hun vacantie af
gezonderd om 15 Augus
tus het feest te War
mond op waardige en
grootsche wijze te kun
nen vieren. Dan zal op
dien heerlijken gedenk-
waardigen dag hun dank
baarheid, hun eerbied en
liefde, waarvan hun ge
moed in al die jaren als
het ware opgepropt was,
tot volle uiting komen.
Dan zal ook de jubila
ris zien, hoe vruchtdra
gend zijn arbeid op War
mond is, als daar tal
van priesters in dank
bare herinnering hem
hun gelukwenschen ko
men aanbieden, als hij
de groote veelbelovende
schare priesterstudenten
zal aanschouwen, hem
hun grootsche hulde
brengend
HOOGEERW. HEER J. M. LUCASSEN
deelen van dat mystiek lichaam, n.l. de
oogen om het te verlichten, de armen om het
te verdedigen, het hart om het te verleven
digen door het overal doen doordringen dei-
liefde, zonder welke alles dood is; hij behoort
tot de leidsmannen, de leeraars, de vorsten
van dien uitverkoren stam, van dat bevoor
recht volk; hij is een der kolommen om dat
heilig huis, dien heiligen tempel te dragen.
Hoe bewonderenswaardig zou een mensch
zijn, dien God zijn hulp liet zijn in het be
stuur van het heelal, en met Wien hij den
loop der jaargetijden regelde!
Maar de werkkring van den priester is een
veel hoogere. Hij werd niet geroepen, om den
Zonnekring te bepalen, noch om stormen te
verwekken of tot bedaren te brengendat
alles behoort tot het natuurlijke en het tij-
De parochianen van St. Agatha maken
zich gereed om hun pastoor te huldigen bij
gelegenheid van zijn zilveren priesterfeest.
En niet zonder reden. Impjers, afgezien van
den staat van dienst van dezen priester, af
gezien ook van alles wat pastoor Lucassen
was en is voor Beverwijk,, is er, alleen reeds
in het feit dat hij priester is en gedurende
een kwarteeuw de priesterlijke bediening
onafgebroken heeft uitgeoefend, reden te
over tot feest vieren.
Naarmate een mensch dichter nadert tot
Dengene die de zetel is van alle grootheid,
naar die mate is hij zelf grooter; de majes
teit van den vorst straalt terug op hen, die
tot hem komen. En hier huldigen wij iemand,
met wien God eenigermate de eer van Zijn
troon wilde deelen, door hem als zijn gezant
af te vaardigen en het recht te geven op de
onderscheiding, welke aan de vertegenwoor
digers van zulk een machtig Koning ver
schuldigd is. De Heer der heerscharen ver
trouwde hem de verkondiging van Zijn wet,
de eerbiediging van Zijn naam, de behar-
tin***o toe.
De Kerk, het Rijk van Jezus Christus op
aarde, wordt ons onder verschillende beelden
voorgesteld.
Zij is de glorierijke Bruid, voor wie
de Heer Zijn bloed vergoot; zij is een leger
in slagorde, strijd voerend voor den hemel
tegen de hel; zij is een schip, te midden der
stormen; zij is dat geheimzinnig lichaam,
waarvan Jezus het hoofd is; zij is dat ge
wonnen volk, hetwelk door den Heiland voor
zulk een kostbaren prijs is gekocht; zij is
dat heilig huis, dat de Wijsheid zich bouwde.
En hij. dien wij huldigen, is door den He
melvorst uitgekozen, om te zijn de bewaker
dier Bruid, opdat hare schoonheid behouden
blijve, en zij steeds haar Goddelijken Brui
degom waardig zij; hij is geplaatst als bevel
hebber in dit heilig leger; hij moet, onder bevel
v - c upr> m np' van
het schip der Kerk richten; hij behoort door
zijn uitverkiezing tot priester tot de edele
delijke, maar om den hemel met uitverkore
nen te bevolken, om der hel slachtoffers te
ontrukken, zielen te heiligen, mede
te arbeiden aan de verlossing eener
geestelijke en immerdurende wereld
dat alles behoort tot de orde der eeuwige en
Goddelijke zaken.
Voor het geloof verdwijnt dan ook de
mensch ia den priester; 't ziet slechts Jezus
Christus^ die Zijn verlossingswerk voortzet tot
glorie van God en tot heil van het mensch-
dom. En daarom huldigen we zoo gaarne
den priester, en in het bijzonder dezen pries
ter, die zich gedurende 25 jaren den trou
wen dienaar getoond heeft, door de eer van
God, het welzijn der Kerk en het heil der
zielen te bevorderen.
De Hoogeerw. Jubilaris werd geboren te
Amsterdam op 5 October 1878 en werd na
zeer mooie studie aan de seminaria Hage
veld en Warmond op 16 Augustus 1903
door Z. D. H. Mgr. v. d. Wetering Pries
ter gewijd.
De Haarlemsche Bisschopszetel was door
het overlijden van Mgr. Bottemanne in dien
tijd vacant. Spoedig na de H. Wijding werd
de jonge neomist tot assistent benoemd te
Quintsheul, doch na eenige maanden op 1
Dec. 1903 benoemd tot kapelaan te Rotter
dam (H. Hillegardis). Na 7 jaar vruchtba
ren arbeid aldaar, volgde de benoeming tot
kapelaan te Amsterdam (H. Willibrordus
buiten de Veste). Elf jaar lang heeft de
Weleerw. heer Lucassen met groote liefde
en ijver daar gearbeid. In dien tijd werd
bet St. Willibrordus-Patronaat gebouwd.
Op 15 Oct. 1921 volgde ziin benoeming tot
Pastoor te Halfweg. Hij vond daar een
groot arbeidsveld. Door hem werd daar ge
sticht de R.K. Jongensschool, de voorbe
reiding voor een nieuwe kerk werd door
hem ter hand genomen. Op 14 Maart 1925
werd de Zeereerw. heer Pastoor Lucassen
benoemd tot Deken van Beverwijk. Het is
hier niet te veel gezegd, dat men Pastoor
Lucassen destijds zeer noode zag vertrek
ken. Hij stond te Halfweg in hoog aanzien,
ook bij niet-Katholieken.
Kort na zijn komst te Beverwijk kon de
eminente priester tot zijn groot genoegen
den eersten steen leggen voor de prach
tige nieuwe Fröbelschool te Beverwijk,
welke niet lang daarna door hem werd
ingewijd. Tot zijn groot genoegen zooals
hierboven gezegd, want Deken Lucassen
vertoeft zoo gaarne tusschen dat jonge