NA VIJFTIG JAAR ROEM Telegraphisch Weerbericht TfT BUREAUX: NASSAULAAN49, DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN DONDERDAG 16 AUGUSTUS 1928 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16934 AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL Uit de geschiedenis van den Schoolstrijd - - Dat „de geest der tegenwoordige Grondwet' De electrificatie van het baanvak Haarlem-Zandvoort Het landgoed „Beeckesteijn" publieke wandelplaats Vorstelijk bezoek te IJmuiden Een ongeluk bij het rangeeren De „Roode auto" Gedeputeerde Staten van Utrecht De onregelmatigheden te Halsteren FAILLISSEMENTEN Het Hildebrand-monument Voornaamste Nieuws J. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem De Aardappel- en vlasoogst in België Wat de Centrale - Commissie voor de filmkeuring deed Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal i 3.58 bij vooruitbetaling. HAARLEMSCHE ADVERTENTIEIM 35 ct. p. regel VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct-. bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f O fï fl 31 Levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door f yen Dij een ongeval mei lo.O tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 uuUll.*' verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 uU.~doodelfjken afloop; 1 ZoU. bij verlies van een hand, or bij verlies van een fEfl 'een voet of een oog; 1ICU." duim of wijsvinger; 13U.' voet of een oog; 1 ICO. duim of wijsvinger; 1 dU. been of by 'n breuk van f- n bij verlies v. eer m; I TtU.*a anderen vinger. i. Waar wij hier een artikel gaan wijden naar aanleiding van het feit, dat het een halve eeuw geleden is, sinds het voor Ka tholieken en geloovig-protestanten zoo on aannemelijk wetsontwerp op het Lager On derwijs van minister Kappeijne in 1878 wet werd, daar kan het niet In onze bedoeling liggen in een dagblad-artikel de volledige van de aanhoudende zorg der Regeering. De inrigting van het openbaar onderwijs wordt, met eerbiediging van ieders gods dienstige begrippen, door de wet geregeld. Er wordt overal in het Rijk van overheids wege voldoend openbaar lager onderwijs ge geven. Het geven van onderwijs is vrij, behou dens het toezicht der overheid, en boven- eeschiedenis er van te geven dien' voor zoover het middelbaar en lager w niioörT nnnjnn aicrPTTiDnnP onderwijs betreft, behoudens het onderzoek Wi) wenschen alleen in eenige algemeene 'J trekken te doen zien, hoe onze katholieke ouders en grootouders, vol zorg voor de hun toevertrouwde panden, vol ijver om het godsdienstig leven van hun kroost meer en meer tot ontwikkeling te brengen, er krach tig naar streefden, om naast de Katholieke Kerk en het Katholieke Gezin, de Katho lieke School te hebben. Wanneer men enkele zeldzame gevallen uitzondert, dan zijn alle ouders verplicht hun kinderen, zoodra ze dien leeftijd van zes of zeven jaren bereikt hebben, aan den onder wijzer in de school toe te vertrouwen, aan den onderwijzer, d&n tevens mede-opvoeder. Immers, onderwijs en opvoeding zijn onaf scheidelijk aan elkaar verbonden. De op voeding, het onderwijs van het kind komt dus tot stand door de Kerk, het Huisgezin en de School. Daarmee staat voor den Katho liek vast, welk karakter dit onderwijs moet dragen. Van af zijn prille jeugd heeft het kind, volgens de Katholieke leer, een bepaald le vensdoel, n.l. God te dienen en daardoor in den hemel te komen. Wanneer dus de drie bovengenoemde machten samen moeten werken om het kind langs een bepaalden weg tot dat bepaald doel te brengen, dan is het voor iedereen duidelijk, dat de drie machten een zelfde uitgangspunt moeten hebben, door denzelfden geest moeten be zield zijn, door dezelfde beginselen moeten worden geleid. Wij komen dus tot het be sluit, dat er voor het Katholieke Kind, naast de Katholieke Kerk, naast het Katholiek Gezin, de Katholieke School moet wezen. Alleen dün maar ook dan alleen, zullen onze kinderen, dat onderwijs, die opvoeding verkrijgen, die de ouders in geweten ver plicht zijn hun te geven. Daarvoor nu hebben onze geloofsgenooten ln de tweede helft der vorige eeuw vooral, een zwaren, een hardnekkigen strijd ge voerd. Zij hebben gestreden en moesten strijden tegen den modernen Staat, die prin- naar de bekwaamheid en zedelijkheid der onderwijzers, het een en ander door de wet te regelen. De Koning doet van den staat der hooge-, middelbare- en lagere scholen jaarlijks een uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal geven." Vrij was dus het geven van onderwijs en men verheugde zich daarover, maarte vroeg. Immers, hetgeen met de eene hand gegeven werd, zou met de andere hand teruggenomen worden. Zulks zou bij de wettelijke regeling ter uitvoering van de Grondwet, weldra blijken. Men zou hebben mogen verwachten, dat aan de hierboven vermelde bepalingen op loyale wijze uitvoering werd gegeven. Dat dit echter niet het geval was, bewijst reeds het feit, dat ondanks het nieuwe Grondwets artikel, Minister Thorbecke het op 2 De cember 1849 noodig achtte, een circulaire aan de Gedeputeerde Staten der provinciën te richten, waarin hij er den nadruk op legde, „dat het hem zeer aangenaam zou zijn, indien de plaatselijke en provinciale besturen, bij de beoordeeling van aanzoe ken tot oprichting van scholen, voortaan ln den geest der tegenwoordige Grondwet, de meest mogelijke vrijgevigheid wilden in acht nemen." „Daardoor" zoo ging de Minister voort „zou de ongelijkheid ophouden, welke nu bestaat, daar sommige autoriteiten het op richten van scholen zeer gemakkelijk, an deren daarentégen het moeilijk maken. Aldus zou tevens gevolg worden gegeven aan de toezegging des Gouvernements, om de bestaande wettelijke bepalingen in den meest milden zin toe te passen, en de voor stelling eener altijd ondragelijke willekeur worden tegengegaan." Aan het slot zijner circulaire verzocht Mi nister Thorbecke Heeren Gedeputeerden, zelve ln dezen geest te handelen en de plaatselijke besturen uit te noodigen, het cipleel tegenover hen stond in zijnvoorbeeld der Heeren te vol sen opvatting, omtrent zijn rechten en plichten ,a ere" te volg®.n' ten opzichte van het onderwijs der jeugd,' f o1 wX nog volstrekt niet in de autoriteiten gevallen al bestond dan niet bij al onze geloofs- «yiuai* iwas bleek duidelijk uit deze circulaire van wh™ den Minister van Binnenlandsche Zaken, de wijze waarop het doel het beste te be- circulaire bad uit reiken viel. Maar niet alleen door ons Ka- j Kevaardicd ™rkne" 1 Of sindsdien bij aanzoeken tot oprichting modernen staat in zake het Lager Onderwijs.' Ook de geloovig-protestanten sloten zich T mogelijke vnjgeyig- bi) dien strijd aan. Hetgeen de Katholieken ,c'd gen(fen: de wette- voor hun kinderen eischten, dat eischten ook"mt T* de geloovig-protestanten voor de hunne, I ™ge hierbhjken uit he nl. onderwijs, zooals de ouders zich verplicht i datf wd °n"e!ne" achtten te geven. Be,der belangen liepen in 10^3 Katholiek Nederland, In'de zitting der Tweede Kamer van 26 w™ers855 wa^ Arnhenl °",gdaee£. ™'000 in" Februari 1867, mocht de katholieke heer waarvan ruim 8000 Katholieken. Luyben dan ook verklaren, dat „de ortho- nu de niet-Katholieken, met uit- j- zondering van de armenschool, over der- doxen en de warme Katholieken altijd één beschikken, bezaten de punt van vereeniging en aanraking hebben Katholiekenj ook met uitzonde^g de alHi**! rf °rf Eerhpj' nnHprwIh armenschool, slechts één school, waar kin hebben altijd gedacht, dat het onderwijs deren yan aHer ouderdom en ge- DU beginsel 1. echt ,.—1 het is mogelijk zou wezen, op eigen kosten, een bijzondere confessioneele school op te richten. Daarnaast echter zou de Sfaat de z.g. neutrale Staatsschool krachtig gaan organiseeren en vooruitbrengen. De liberale machthebbers hoopten nog steeds er in te slagen, om die neutrale Staatsschool aan ons volk op te dringen. H. (Slot volgt). nationaal, omdat het echt christelijk is.' Wanneer wij nu vragen: hoe stond de moderne Staat, in zake het onderwijs prin cipieel tegenover de Katholieken en de ge loovig-protestanten, dan zij op de eerste de algemeene behoefte ontoereikend was. Een katholieke juffrouw in het bezit der vereischte akte van bekwaamheid, vatte daarom het plan op te Arnhem een Katho lieke School voor jonge juffrouwen uit den noodig. En wat lezen we nu in een brochure „Arnhem ln 1855, naar waarheid geschetst door een Katholiek Nederlander", waarin van dit teekenend geval melding wordt ge maakt? „Volgens de Arnhemsche Courant van plaats vastgesteld, dat de Staat zich vóór en segoeden stand op te richten, een plan, dat boven alle anderen het recht aanmatigde I A"nhems Katholieken zeer werd toe- de opvoeder, de onderwijzer der jeugd gejuicht Volgens de wet had men echter te zijn. De Staat vergat, dat hetda„ toestemming van het gemeentebestuur onderwijs en de opvoeding der jeugd, vol gens natuur- en zedenwet, recht en plicht der ouders is en dat dus in de eerste plaats de ouders zelf daarvoor te zorgen hebben; de Staat zag niet in of wilde niet inzien, dat hij wat 't onderwijs betreft, wél bevorde rend, regelend en steunend mag optreden, maar dat rechtstreeks door de Overheid te J derda£ den 14den Juny 1.1. heeft de geven onderwijs niet gegeven dient te worden,a ,van de d Arnhem den 6den dier tenzij het particulier initiatief haar taakaand ..van de hand gewezen een adres in deze niet wil of niet kan vervullen. De»™n Vfn der Bach tot het oprigten eener Staat betrad hier, met uitsluiting van ande- uzo" e scho°1 van de.2e klasseDe ren, een terrein, dat hij slechts ln gevalcon;>ld™. welke tot het nemen yan dat van nood betreden mocht. i raadsbealulfc aanleiding gegeven heeft, is al- Daartoe bepaalde zich echter niet de 1 d"a geformuleerd, „dat alhier (te Arnhem) aanmatiging van het moderne Staatsgezag.:VOlstrekt geen behoefte bestaat Het meende bovendien als d e onderwijzer en a s door de adressante be- de opvoeder der jeugd ook z ij n school als Driemaal is een deel van het Nederland- sche volk Dinsdag te hoop geloopen. In Rotterdam, in Arnhem en Den Haag. In Rotterdam en Arnhem golden de ova ties onzen braven Sjef van Dongen; in Den Haag juichte men een Parijsche negerin toe. De waarde van zulk een volksgunst sla men niet te hoog aan. Het publiek stroomt toe ongeacht of de gevierde een bokser, een zwemster, een onbeduidende filmheld, onze Koningin, of een Nobelprijswinnaar is. Velen, die met hun leegen tijd geen raad weten, gaan daarheen, waar zij veronder stellen, dat ook anderen zullen zijn. Met volksgunst en massa-waardeering heeft dit in het algemeen al zeer weinig te maken. En toch, meenen wij de plank met ver mis te slaan, wanneer wij vaststellen, dat de spontane huldiging van Sjef van Dongen oprecht gemeend was, en de volksoploop voor Josephine Baker niets dan wind was. Wij weten, dat velen, die Dinsdag in Den Haag op Josephine Baker wachtten, niet alleen teleurgesteld zijn geweest, maar zich ook oprecht schaamden in zulk een gezel schap te zijn. Een zelfden toon beluisteren wij in de kranten. Ook in de liberale en neutrale kranten. Een toon, waaruit ver achting spreekt voor dat Nederlandsche pu bliek, dat zich voor de zegekar van een danseres liet spannen. Hoewel zeggen en doen bij velen onzer liberale collega's twee verschillende zaken zijn, scheen deze ver- tooning ook hun toch te zot toe. Dat is ten minste een lichtpunt. Wie echter de verslagen leest ever de aankomst van Sjef van Dongen wordt ont roerd door de spontane hulde, die dezen held door het Nederlandsche volk is ge bracht. Wie bij die ontvangst tegenwoordig was, heeft oprecht gejuicht bij het zien van dien knaap, die en daaraan dachten de velen met zijn metgezel Sora in een onherbergzaam oord van het Noordpoolge bied zijn leven waagde om zijn medemen- schen te redden. En dat op welk een wijze! Hier voelde de massa den waren helden moed aan en zoo durven wij beweren, dat er groot verschil was in de betoogingen van Rotterdam en Arnhem en de ergerniswek kende vertooning in Den Haag. Daar werd grootheid gewaardeerd; hier was het voos heid en wind. Het gevoel van de massa Is zuiverder dan dat van enkele Individuen, die door hun winzucht gedreven, lage menschelijke in stincten uitbuiten ten bate van hun porte- monnaie. Maar uit naam van de cultureele ont wikkeling en zedelijke verheffing van ons volk mag men de vraag stellen of onze auto riteiten wel zoo vrijgevig moeten blijven met het geven van toestemming om huldi gingen te organiseeren en of hét niet op hun weg ligt daarbij te overwegen of de opvoeding van ons volk met een of andere betooging gebaat is. Nu staat de zaak zoo, dat eenige geldja- gers politie en autoriteiten misbruiken om hun recettes te verhoogen. De schitterende ontvangst van Jozephine Baker had geen ander doel. En wanneer de Haagsche auto riteiten dit ook inzien wat voor de hand ligt wil dat dan niet zeggen, dat de toe stemming voor deze demonstratie er glad naast was? De politie echter, die bij de ontvangst van Chef van Dongen optrad, zjj hielp mede aan een mooi werk. de eenige aan de geheele natie te mogen en te moeten opdringen. Er zou komen een voor allen toegankelijke en bruikbare volks school en de richting en de geest van het op die school te geven onderwijs, zouden door den Staat worden bepaald. Dat dit in een gemengden Staat als den onze, een voudig een onmogelijkheid Is, zag men, vreemd genoeg, niet in. Voor leder onbe vooroordeelde toch kan het duidelijk zijn, dat, wanneer de Staat zich aanmatigt alleen te bepalen volgens welke beginselen, in welke richting het onderwijs gegeven zal worden, hij dan onrecht pleegt, grievend onrecht tegen een meer of minder groot deel van het volk. En het is eigenaardig, dat de Nederlandsche liberalen dit nooit duidelijk hebben ingezien. Deze heeren, die altijd zoo hoog opgaven van gewetensvrij heid, deden een aanzienlijk volksdeel gewetensdwang aan, door het met gewéld een onderwijs voor z'n kinderen op te dringen, in strijd met z'n Innigste gods diens overtuiging. We zullen niet ln bijzonderheden treden van de wet van 3 April 1806, om boven- staanden toestand aan de werkelijkheid te toetsen. Onder de werking dier wet was de toestand feitelijk aldus, dat, al werd het be staansrecht van Bijzondere Scholen erkend, alleen de Openbare Staatsschool er was, met uitsluiting van de andere. Vrijheid van onderwijs, zoo hoopten velen in den lande, zou de Grondwetsherziening brengen in 1848. Zij bracht die slechts ln schijn. Art. 194 dsr Grondwet van 1848 luidde als volgt: „Het openbaar onderwijs is een voorwerp doeld.' Erg en ergerlijk, niet waar? Geheel op eigen kosten wenschen de Katholieken van Arnhem voor hun kin deren een Katholieke School op te richten. De Gemeenteraad van Arnhem wijst het verzoek hooghartig af, de Arnhemsche Raad, waarin geen enkel Katholiek zitting had, wist beter dan de Katholieken zelf, aan welk onderwijs de Katholieken voor hun kinderen „behoefte" hadden. Men luisterde dus allesbehalve scherp en gewillig naar Thorbecke's circulaire. De Ka tholieken bleven met steeds meer aandrang naar de vrijheid van onderwijs streven. Den 23sten Juni 1856 trad het Ministerie van der Bruggen-Simons op, dat de wet tot stand zou trachten te brengen, die ter uti- voering van het nieuwe Gronwetsarikel noo dig was. De wet kwam dan ook in 1857 tot stand. Ingediend door Minister van Rappard, werd een wetsontwerp in de Tweede Kamer aan genomen met 47 tegen 13 stemmen. Op 1 Januari 1858 trad de wet in werking. Dat al de 7 anti-revolutionnairen en 6 van de 12 Katholieken tegen de wet gestemd hadden, vindt zijn verklaring hierin: wel werd vrijheid gegeven om bijzondere scholen op te richten maar subsidie zouden slechts kunnen genieten de bijzondere neutrale, niet bijzonder confessioneele scholen. Verder werd in de nieuwe wet de ge mengde school gehandhaafd en sterk naar voren geschoven de neutraliteit van het Openbaar Onderwijs. Hier was dus de ware vrijheid niet gegeven welke hierin bestaat, dat aan allen de mogelijkheid geschonken wordt voor hun kinderen dat onderwijs te bekomen, dat zij noodig achten. Wel moest men, tegen wil en dank, een*zekere vrijheid toestaan. Zij bestond hierin, dat het voortaan Een adres van het gemeentebestuur van Zandvoort Door het gemeentebestuur van Zandvoort is een adres gericht aan Ged. Staten van Noord-Holland als antwoord op 't adres van de directie der Ned. Spoorwegen. Daarin wordt opgemerkt, dat het verkeer met Zandvoort is te onderscheiden in een zomer-, winter-, en voor- of najaar verkeert. In de zomermaanden zal de Directie toch voor waar niet te klagen hebben over het verkeer met Zantvoort. Zelfs met de bestaande dienstregeling, die wij ver van goed willen noemen en waarop wij straks terugkomen kan toch niet gezegd worden dat het ver keer met Zandvoort van niet grooten om vang is. In de Amsterdamsche Dagbladen werd vermeld, dat op 31 Juli 1927 Zandvoort het meest in trek was en op één Zondag 10 extra treinen werden ingelegd, ons dunkt, dat een dergelijke dag nog wel een regen- achtigen dag met minder vervoer, wat men noemt, lijden kan. Toen de Directie der N. S. besloot om het traject HaarlemIJmuiden té electrificee- ren, bestond bij haar toch zeker geen indruk, dat die electrificatie een gevolg zou hebben zooals haar thans blijkt. Wij weten, dat IJmuiden een voorname industrieplaats is, maar ook naar Santpoort en Velsen waar, zijn wij goed ingelicht, geheele woonwijken de voordeelen van de electrificatie, dus spoe diger verbinding met Amsterdam, ondervin den, blijkt het verkeer ten zeerste te zijn toegenomen; ook te Zandvoort zou het aan tal vestigingen zich uitbreiden, de plaatselij ke belasting is niet laag, maar kan ten op zichte van Velsen naar onze meening niet als een remmende invloed op eene vesti ging alhier beschouwd worden aangezien het bedrag der heffing niet noemenswaard met Velsen verschilt. De Directie schrijft vervolgens, dat de electrische trein niet een veel vluggere reis gelegenheid tusschen Amsterdam en Zand voort zal opleveren, zjj vermeldt den reis- duur bij overstap-verkeer op ten minste 33 a 34 minuten. Wat betreft dezen vermelden rijtijd wil ons de opgave niet geheel juist lijken, meermalen komt het voor, dat men te Haarlem geruimen tijd op aansluiting moet wachten en de reisduur is inderdaad langer dan 33 a 34 minuten; bij een der meest bezette doorgaande tremen van Zand voort is de reisduur reeds 39 minuten. Wij vragen ons af, gelet op het groot aan tal treinen, dat tusschen Amsterdam en Haarlem loopt, waarom de Directie, behalve No. 5. eenige doorgaande treinen Amsterdam Zandvoort en terug, niet geregeld tusschen Haarlem en Zandvoort b.v. om het half uur in den seizoentijd en om het uur daarbui ten treinen laat loopen. Op 27 K.M. van Zandvoort ligt een stad van ruim 740.000 inwoners, laat de Directie der N. S. toch inzien dat eene goede vlotte verbinding van Amsterdam met Zandvoort behalve voor deze beide gemeenten ook voor haar van belang kan zijn. Geschreven wordt, dat gedurende het badseizoen op belangrijke uren van den dag de rijtijd nog aanzienlijk teruggebracht wordt en zonder te Haarlem te stoppen de reisduur 28 minuten bedraagt Deze vermelding zou den indruk kunnen vestigen, dat op verschillende uren van den dag doorgaande treinen liepen zonder te Haarlem te stoppen. Hoe is de werkelijkheid? Tusschen Am sterdam en Zandvoort loopen op werkdagen slechts twee tremen, die niet te Haarlem, doch wel te Overveen stoppen, n.l. 17.24 uit Amsterdam, aankomst 17.57 te Zandvoort, rijtijd 33 minuten, bij dezen trein is in den spoorweggids vermeld: „Alléén op de werk dagen van 2 Juli t/m. 1 September; de tweede trein vertrekt I8.Q2 uit Amsterdam en is om 18.33 te Zandvoort, rijtijd 31 mi nuten hierbij is vermeld: „Alléén t/m. 31 Augustus, doch niet op Zaterdag en niet op Zon- en Feestdagen." In de ochtend- en vroege middaguren bestaat op werkdagen tusschen Amsterdam en Zandvoort geen goede, vlugge verbinding; op Zon- en feest dagen t/m. 2 September loopt slechts één sneltrein van Amsterdam naar Zandvoort. In omgekeerde richting loopt op Zond- en feestdagen alsmede op de werkdagen slechts één sneltrein. Inderdaad zal de rijtijd van de bussen langer zijn dan die van de treinen, maar de bussen zullen om het half uur naar Zand voort vertrekken. Deze wetenschap, waarbij nog kómt, dat men van een hinderlijk over stappen gevrijwaard blijft, zal ontegenzeg lijk een bezoek aan ons dorp bevorderen. De Directie eindigt haar schrijven met onze poging om eene betere verbinding met Amsterdam te bereiken als een gebaar uit te leggen, dat op haar zeer weinig indruk zal maken. Wij hopen, dat uw College eene andere opvatting over onze poging om eene goede verbinding met Amsterdam te bereiken zal hebben; Zandvoort wordt meer in het bij zonder gedurende den seizoentijd door per sonen bezocht die onze hotels en pensions bezoeken en door een categorie bezoekers, die men kan samenvatten als „dagjesmen- schen." Ten gevolge van het feit, dat ver schillende reisbureaux tegenwoordig voor uiterst billijken prijs reizen naar het buiten land organiseeren, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat een verblijf van eenigszins langeren tjjd van landgenooten zou kunnen afnemen; daarentegen kan het bezoek van buitenlanders en wat wij zouden willen noemen de „dagjesmenschen" toenemen, ook hiervoor is vereischt eene goede verbin ding tusschen Amsterdam en Zandvoort. De Directie der Nederlandsche Spoorwegen acht de verbindingen tusschen beide ge meenten voldoende en wijst op de electri sche tramverbinding. De Nederlandsche Spoorwegen hebben belang bij de N. Z .H. Tramwegmaatschappij. Ware dit niet het geval dan zou zonder twijfel het traject van den spoorweg HaarlemZandvoort reeds lang geëlectrificeerd zjjn. Onze gemeente is de dupe van deze afwezigheid van concur rentie. Naar vernomen wordt, zal het fraaie land goed „Beeckesteijn" gelegen aan den Rijks straatweg onder Velsen, door den eigenaar Jhr. J. W. C. Boreel van Hogelanden, voor het publiek worden opengesteld., „Beeckesteijn", dat een oppervlakte heeft van 25 a 30 H. A. is rijk aan natuurschoon. Het bezit fraaie waterpartijen en prachtige door hooge boomgroepen omgeven bosch weiden zoodat er voor de wandelaar ve-1 te genieten valt. Maandagmiddag arriveerde incognito pér auto op het sluitplein kroonprins Olaf van Noorwegen tot het bezoek aap den nieuwen sluisbouw Z.K.H. was vergezeld van zijn adjudant, kapt. Olgaatrd en den heer Anker, constructeur en bouwer van het Noorsche jacht „Norge", waarmede het Olympisch kampioenschap zeilen in de 8 meter klasse werd gewonnen. De vice-consul van Noor wegen, te IJmuiden was ter begrooting aan wezig en geleidde de gasten naar de sluiswer- ken in aanbouw, waar de hoofdingenieur van den Rijkswaterstaat de heer Heyning, aan wezig was om Z.K.H. rond te leiden. Op den spoorweg tusschen Delft en Schie dam zijn gisternacht omstreeks 2 uur bij het rangeeren van een grindtrein drie arbeiders van een wagon gevallen en op den weg te recht gekomen. De werkman P. Wierit 33 jaar uit Oud-Gastel bekwam een dubbele dijbeenbreuk en een armfractnur, terwijl de werkman G. Mol 21 jaar eveneens uit Oud- Gastel een hoofdwonde bekwam. De werk man W. Achterberg werd aan het hoofd ver wond. De Delftsche politie was spoedig ter plaat se. Nadai de heer Roelofsen inspecteur van den technischen dienst der politie de gewon den had verbonden werden de beide eerstge- noemden naar het gasthuis te Delft vervoerd en daar ter verpleging opgenomen. De ar beider A. kon naar zijn woning gaan. Op de vragen van den heer Braat betref fende het weigeren van toestemming tot het houden van politieke meetings op Zondag en van politieke redevoeringen op openbare we gen en pleinen, heeft de heer Kan, minister van Binnènlandsche Zaken en Landbouw ge antwoord, dat hem geen klachten hebben be reikt over volksophoopingen en verstopping op de verkeerswegen als in de vragen be doeld. Indien de z.g. politieke meetings het ka rakter dragen van vergaderingen in de open lucht, regelt art. 18 der Wet op het recht van vereeniging en vergadering de wijze, waarop daartoe toestemming moet worden verleend. Overigens betreft deze aangelegenheid toe passing van de plaatselijke politieverordenin gen, zoodat voor den ondergeteekende hier geen terrein van werkzaamheid is gelegen. Een 350-jarig jubileum In een gewone besloten zitting van het Utrechtsche college van Gedeputeerde Sta ten heeft de voorzitter dr. H. Th. s' Jacob met een enkel woord het 350-jarlg bestaan van dit bestuurscollege herdacht. Dr. s' Jacob ging het ontstaan en de geschiedenis na om ten slotte den wensch uit te spreken, dat de arbeid van Gedeputeerden ook in de toe komst tot zegen van de provincie moge strek ken. Een fraai bloemstuk in de provinciale kleuren, aangeboden door de vereeniging van provinciaal personeel in Utrecht, sierde de vergaderzaal. Behandeling voor den Raad van State Voor den Raad van State, afd. voor de ge schillen van bestuur, is gisteren behandeld het beroep van den gemeenteraad van Hal steren tegen het besluit van Ged. Staten van NoordBrabant, waarbij goedkeuring werd onthouden aan het raadsbesluit van 1 Fe bruari 1928 tot het verleenen van ontslag aan den heer van Hoek, gemeente-secretaris en ambtenaar van den burgelijken stand dier gemeente, wegens gepleegde onregelmatig heden. Op 29 Februari 1927 had de raad het be sluit genomen de schorsing van den secreta ris op te heffen en hem te bewegen de aan de gemeente en particulieren betrokkende schade te vergoeden en ontslag te nemen. Op 1 Febr. 1928 is hij daarna ontslagen, omdat hij, versmadende ontslag te vragen, aanbleef alsof er niets gebeurd was. Ged. Staten hebben aan dit besluit hun goed keuring onthouden, omdat een nieuwe ver oordeeling van v. Hoek, hoezeer hij schuldig was, achterwege had behooren te blijven, om dat hij de gestelde voorwaarden was nage komen en omdat zich geen nieuwe feiten hebben voorgedaan, zoodat er voor den raad geen aanleiding bestond hem andermaal voor dezelfde feiten straf op te leggen. Mr. Buriks, namens het gemeentebestuur optredend, stelde drie vragen: 1. heeft v. Hoek zich aan de ten laste gelegde feiten schuldig gemaakt? 2. Zoo ja, zjjn die van dien aard dat zij een ongevraagd ontslag wettigen? 3. Wordt het ontslagbesluit onvatbaar voor goedkeuring door het besluit van 1927? De eerste en tweede vraag beantwoordde spr. bevestigend, erop wijzend, dat de zaak nog verergerd was door de schending der belofte om ontslag te nemen en door aller lei draaierijen, waardoor v. H. alles, waar maar een speld tusschen te wringen was, probeerde te ontkennen. Ad. 3 betoogde spr., dat Ged. Staten zich ten onrechte beroepen op het raadsbesluit van 1927. Indien onverhoopt het besluit van Ged. Staten mocht worden vernietigd, dan zou spr. willen vragen het bij die vernietiging te laten en niet tevens het raadsbesluit goed te keuren, opdat Ged. Staten de ge legenheid hebben de feiten te onderzoeken. Ged. Staten hebben n.l. de overtuiging, dat het onderzoek niet op objectieve wijze is geschied. VAN 14 AUG. 1928 Bern. van den Bosch, huis- en versiertags- schilder, wonende te Haarlem, Molenaer- straat 27; curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis; R. H. van Heuveln, caféhouder, te Heem stede, Valkenburgerstraat 30; curator Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys; J. Brouwer, houthandelaar te Haarlem mermeer, Kruisweg 312; curator Mr. L. Ali Cohen, alhier; C. van Riessen, wed. J. van Dongen te Zaandam, Zonnewijzerspad 19; exploitante van de drukkerij en binderij „Vado" te Delft; curator Jhr. Mr. van Nispen tot Seve- naar te Delft; H. Fauws, handelaar in benzine, olie enz. te Broek in Waterland, Schouw; curator Mr. H. H. Riepma te Edam; Rechter-Commissaris Mr. H. Haga. Opgeheven werden de faillissementen van: G. Bone te Zaandam; curator Mr. C. van Sprang aldaar; T. Beukman, wonende te Haarlemmer meer, Domineeslaan 73; curator Mr. F. A. Davidson alhier; Geëindigd zijn de faillissementen door 't verbindend worden der uitdeelingslijst van: P. Witzel, destijds teekenaar te Haarlem; curator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink; A. Koning, eendenhouder te Volendam; curator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink alhier. Wordt er aan gewerkt? Het mooie plein voor Hotel den Hout aan het einde van de Dreef wacht nog altijd pp zjjn Hlldebrand-monument. De geschiedenis van dat monument in wording is sinds lan gen tijd tragi-comisch, maar spot noch ern stige aandrang heeft den kunstenaar kun nen bewegen zjjn beloofd project af te maken. In 1913 kwam het denkbeeld om een mo nument voor den beroemden schrjjver van de Camera Obscura op te richten het eerst op, in den boezem van de afdeeling Haarlem van het Nederlandsch Verbond, waarvan toen de heer Dr. J. B. Scheepers voorzitter was. In 1914 won Prof. Bronner toen nog gewoon Jan Bronner de uitgeschreven Viering der priesterjubilea in het bisdom Haarlem. Mgr. H. J. M. Taskin, president van het Groot-Seminarie te Warmond en proost van het Kathedraal Kapittel is bij gelegenheid van zijn 40-jarig priesterjubileum benoemd tot protonotarius apostolicus. Tevens is een studiefonds voor priesters bijeengebracht, dat thans reeds 30.000 groot is. Verschenen is het voorloopig rapport der Staatscommissie-van Wijnbergen, inzake de regeling van het aanvullend onderwijs. Sjef van Dongen is weer in het vaderland teruggekeerd. Een enthousiaste ontvangst is hem bereid. Bij de ramp op Paloeweh wordt het aantal dooden op 1200, het aantal gewonden op 400 geschat. De ontwerp-begrooting 1929 van Rotter dam is verschenen. De vermoedelijke oorzaak van het ernstig vliegongeluk te Heerlen is vastgesteld. De Nenjjto wordt tot 1 October verlengd. De heer Heukels heeft zjjn lidmaatschap der Tweede Kamer in de vacature Scheurer aanvaard. Waarom er tot den bouw van den nieuwen Duitschen kruiser zal besloten zjjn. De afkeer in Zuid-Slavië jegens Italië. Een door familieveeten gecompliceerd con flict tusschen de Arabische heerschers. 500 slachtoffers bjj een scheepsramp. Barometerstand 9 uur v.m. 761. Vooruit. OPTICIENS FABRIKANTEN EICHT OP. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 8.50 uur. Hoogste barometerstand 767.6 te La Corüna. Laagste barometerstand 754.8 te Lerwick en Stettin. Verwachting: Zwakke tot matigen Noord westelijke tot Westelijken wind, meest half- bewolkt, weinig of geen regen, iets warmer overdag prijsvraag, en nadat het comité met eenige moeite de benoodigde geldmiddelen bijeen had verzameld werd in 1917 aan prof. Bron ner opdracht gegeven zijn project uit te voeren. Dat is nu dus ruim 10 jaar geleden. Het comité wacht nog altjjd op de uitvoe ring. Intusschen vernemen wij, dat de heer Bronner nu dan toch eindelijk aan de af werking van zijn werkstuk begonnen is. De kunstenaars-inspiratie is dus blijkbaar einde lijk over hem vaardig geworden! van Vredenburch meldt uit Jhr. J. Brussel: De aardappeloogst belooft zeer goed worden. De vroege soorten zijn gerooid. De te op- doch de verkoopprijs brengst was goed, laag. De late aardappelen zijn zeer goed van kwaliteit. Op de droge gronden is het loof wat te vroeg afgestorven. De vorige schattingen van het aantal met vlas beteelde H. A. blijken, nu de offi- cieele gegevens van het Ministerie van Landbouw verschenen zjjn, sterk overdre. ven te zjjn. Dit jaar werden in België 23.804 H.A. met vlas beteeld tegen 21.091 H.A. in 1927. Overzicht van filmkeuring in het tijdvak van 6 tot en met 11 Augustus 1928: Nieuwe producties: gekeurd 25 films, lengte 22686 M. Toegelaten: A. (voor alle leeftijden) jour naals, actualiteiten, propaganda, landen en steden, sport: 13 films, lengte 3881 M.; kleine films (1 a 2 acten), meest komisch: 2 filma lengte 1044 M.; hoofdnummers (groote films) 3 films, lengte 7007 M.; B (boven 14 jaar) kleine films (1 i 2 acten) 1 film, lengte 153 M.; hoofdnummers (groote films) 1 film, lengte 1784 M.; C. (boven 18 jaar) kleine films (1 a 2 acten) 1 film, lengte 544 M.; 8273dMUImneiS (gr00te fUmS) 4 films' lenÉTt« Oude producties: gekeurd 151 films, lengte 165793 M„ 8 coupures in titellijsten en scènes. Toegelaten: A voor alle leeftijden, jour naals, actualiteiten, propaganda, landen en steden, sport: 10 films, lengte 3580 M. kleine films 1 a 2 acten, meest komisch 66 films, lengte 21437 M. hoofdnummers, groote films 17 films, lengte 33834 M. B. boven 14 jaar, kleine films 1 2 acten 6 fims, lengte 2672 M. hoofnummers, groote films 27 films, leng te 57704 M. Voor een dezer laatste is hérkeu ring gevraagd. Reclame: gekeurd vele duizenden photo's en litho s. Gekeurd in de week van 6 tot en met 11 Aug. 1928: I. nieuwe producties 22.686 M n oude producties 165.793 M., totaal 188.479 M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1