NA VIJFTIG JAAR
ROEM
Telegraphisch Weerbericht
TfT
BUREAUX: NASSAULAAN49,
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN
DONDERDAG 16 AUGUSTUS 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16934
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK
DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Uit de geschiedenis van den Schoolstrijd
- - Dat „de geest der tegenwoordige Grondwet'
De electrificatie van het
baanvak Haarlem-Zandvoort
Het landgoed „Beeckesteijn"
publieke wandelplaats
Vorstelijk bezoek te
IJmuiden
Een ongeluk bij het
rangeeren
De „Roode auto"
Gedeputeerde Staten van
Utrecht
De onregelmatigheden te
Halsteren
FAILLISSEMENTEN
Het Hildebrand-monument
Voornaamste Nieuws
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
De Aardappel- en vlasoogst
in België
Wat de Centrale - Commissie
voor de filmkeuring deed
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal
i 3.58 bij vooruitbetaling.
HAARLEMSCHE
ADVERTENTIEIM 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES. 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct-. bij vooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f O fï fl 31 Levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door f yen Dij een ongeval mei lo.O
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 uuUll.*' verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 uU.~doodelfjken afloop; 1 ZoU.
bij verlies van een hand, or bij verlies van een fEfl
'een voet of een oog; 1ICU." duim of wijsvinger; 13U.'
voet of een oog; 1 ICO. duim of wijsvinger; 1 dU. been of
by 'n breuk van f- n bij verlies v. eer
m; I TtU.*a
anderen vinger.
i.
Waar wij hier een artikel gaan wijden
naar aanleiding van het feit, dat het een
halve eeuw geleden is, sinds het voor Ka
tholieken en geloovig-protestanten zoo on
aannemelijk wetsontwerp op het Lager On
derwijs van minister Kappeijne in 1878 wet
werd, daar kan het niet In onze bedoeling
liggen in een dagblad-artikel de volledige
van de aanhoudende zorg der Regeering.
De inrigting van het openbaar onderwijs
wordt, met eerbiediging van ieders gods
dienstige begrippen, door de wet geregeld.
Er wordt overal in het Rijk van overheids
wege voldoend openbaar lager onderwijs ge
geven.
Het geven van onderwijs is vrij, behou
dens het toezicht der overheid, en boven-
eeschiedenis er van te geven dien' voor zoover het middelbaar en lager
w niioörT nnnjnn aicrPTTiDnnP onderwijs betreft, behoudens het onderzoek
Wi) wenschen alleen in eenige algemeene 'J
trekken te doen zien, hoe onze katholieke
ouders en grootouders, vol zorg voor de hun
toevertrouwde panden, vol ijver om het
godsdienstig leven van hun kroost meer en
meer tot ontwikkeling te brengen, er krach
tig naar streefden, om naast de Katholieke
Kerk en het Katholieke Gezin, de Katho
lieke School te hebben.
Wanneer men enkele zeldzame gevallen
uitzondert, dan zijn alle ouders verplicht hun
kinderen, zoodra ze dien leeftijd van zes of
zeven jaren bereikt hebben, aan den onder
wijzer in de school toe te vertrouwen, aan
den onderwijzer, d&n tevens mede-opvoeder.
Immers, onderwijs en opvoeding zijn onaf
scheidelijk aan elkaar verbonden. De op
voeding, het onderwijs van het kind komt
dus tot stand door de Kerk, het Huisgezin en
de School. Daarmee staat voor den Katho
liek vast, welk karakter dit onderwijs moet
dragen.
Van af zijn prille jeugd heeft het kind,
volgens de Katholieke leer, een bepaald le
vensdoel, n.l. God te dienen en daardoor in
den hemel te komen. Wanneer dus de drie
bovengenoemde machten samen moeten
werken om het kind langs een bepaalden
weg tot dat bepaald doel te brengen, dan is
het voor iedereen duidelijk, dat de drie
machten een zelfde uitgangspunt moeten
hebben, door denzelfden geest moeten be
zield zijn, door dezelfde beginselen moeten
worden geleid. Wij komen dus tot het be
sluit, dat er voor het Katholieke Kind, naast
de Katholieke Kerk, naast het Katholiek
Gezin, de Katholieke School moet wezen.
Alleen dün maar ook dan alleen, zullen
onze kinderen, dat onderwijs, die opvoeding
verkrijgen, die de ouders in geweten ver
plicht zijn hun te geven.
Daarvoor nu hebben onze geloofsgenooten
ln de tweede helft der vorige eeuw vooral,
een zwaren, een hardnekkigen strijd ge
voerd. Zij hebben gestreden en moesten
strijden tegen den modernen Staat, die prin-
naar de bekwaamheid en zedelijkheid der
onderwijzers, het een en ander door de wet
te regelen.
De Koning doet van den staat der hooge-,
middelbare- en lagere scholen jaarlijks een
uitvoerig verslag aan de Staten-Generaal
geven."
Vrij was dus het geven van onderwijs en
men verheugde zich daarover, maarte
vroeg. Immers, hetgeen met de eene hand
gegeven werd, zou met de andere hand
teruggenomen worden. Zulks zou bij de
wettelijke regeling ter uitvoering van de
Grondwet, weldra blijken.
Men zou hebben mogen verwachten, dat
aan de hierboven vermelde bepalingen op
loyale wijze uitvoering werd gegeven. Dat
dit echter niet het geval was, bewijst reeds
het feit, dat ondanks het nieuwe Grondwets
artikel, Minister Thorbecke het op 2 De
cember 1849 noodig achtte, een circulaire
aan de Gedeputeerde Staten der provinciën
te richten, waarin hij er den nadruk op
legde, „dat het hem zeer aangenaam zou
zijn, indien de plaatselijke en provinciale
besturen, bij de beoordeeling van aanzoe
ken tot oprichting van scholen, voortaan ln
den geest der tegenwoordige Grondwet, de
meest mogelijke vrijgevigheid wilden in acht
nemen."
„Daardoor" zoo ging de Minister voort
„zou de ongelijkheid ophouden, welke nu
bestaat, daar sommige autoriteiten het op
richten van scholen zeer gemakkelijk, an
deren daarentégen het moeilijk maken.
Aldus zou tevens gevolg worden gegeven
aan de toezegging des Gouvernements, om
de bestaande wettelijke bepalingen in den
meest milden zin toe te passen, en de voor
stelling eener altijd ondragelijke willekeur
worden tegengegaan."
Aan het slot zijner circulaire verzocht Mi
nister Thorbecke Heeren Gedeputeerden,
zelve ln dezen geest te handelen en de
plaatselijke besturen uit te noodigen, het
cipleel tegenover hen stond in zijnvoorbeeld der Heeren te vol sen
opvatting, omtrent zijn rechten en plichten ,a ere" te volg®.n'
ten opzichte van het onderwijs der jeugd,' f
o1 wX nog volstrekt niet in de autoriteiten gevallen
al bestond dan niet bij al onze geloofs-
«yiuai* iwas bleek duidelijk uit deze circulaire van
wh™ den Minister van Binnenlandsche Zaken,
de wijze waarop het doel het beste te be- circulaire bad uit
reiken viel. Maar niet alleen door ons Ka- j Kevaardicd
™rkne" 1 Of sindsdien bij aanzoeken tot oprichting
modernen staat in zake het Lager Onderwijs.'
Ook de geloovig-protestanten sloten zich T mogelijke vnjgeyig-
bi) dien strijd aan. Hetgeen de Katholieken ,c'd gen(fen: de wette-
voor hun kinderen eischten, dat eischten ook"mt T*
de geloovig-protestanten voor de hunne, I ™ge hierbhjken uit he
nl. onderwijs, zooals de ouders zich verplicht i datf wd °n"e!ne"
achtten te geven. Be,der belangen liepen in 10^3 Katholiek Nederland,
In'de zitting der Tweede Kamer van 26 w™ers855 wa^ Arnhenl °",gdaee£. ™'000 in"
Februari 1867, mocht de katholieke heer waarvan ruim 8000 Katholieken.
Luyben dan ook verklaren, dat „de ortho- nu de niet-Katholieken, met uit-
j- zondering van de armenschool, over der-
doxen en de warme Katholieken altijd één beschikken, bezaten de
punt van vereeniging en aanraking hebben Katholiekenj ook met uitzonde^g de
alHi**! rf °rf Eerhpj' nnHprwIh armenschool, slechts één school, waar kin
hebben altijd gedacht, dat het onderwijs deren yan aHer ouderdom en ge-
DU beginsel 1. echt ,.—1 het is
mogelijk zou wezen, op eigen kosten, een
bijzondere confessioneele school op te
richten. Daarnaast echter zou de Sfaat de
z.g. neutrale Staatsschool krachtig gaan
organiseeren en vooruitbrengen. De liberale
machthebbers hoopten nog steeds er in te
slagen, om die neutrale Staatsschool aan
ons volk op te dringen.
H.
(Slot volgt).
nationaal, omdat het echt christelijk is.'
Wanneer wij nu vragen: hoe stond de
moderne Staat, in zake het onderwijs prin
cipieel tegenover de Katholieken en de ge
loovig-protestanten, dan zij op de eerste
de algemeene behoefte ontoereikend was.
Een katholieke juffrouw in het bezit der
vereischte akte van bekwaamheid, vatte
daarom het plan op te Arnhem een Katho
lieke School voor jonge juffrouwen uit den
noodig.
En wat lezen we nu in een brochure
„Arnhem ln 1855, naar waarheid geschetst
door een Katholiek Nederlander", waarin
van dit teekenend geval melding wordt ge
maakt?
„Volgens de Arnhemsche Courant van
plaats vastgesteld, dat de Staat zich vóór en segoeden stand op te richten, een plan, dat
boven alle anderen het recht aanmatigde I A"nhems Katholieken zeer werd toe-
de opvoeder, de onderwijzer der jeugd gejuicht Volgens de wet had men echter
te zijn. De Staat vergat, dat hetda„ toestemming van het gemeentebestuur
onderwijs en de opvoeding der jeugd, vol
gens natuur- en zedenwet, recht en plicht
der ouders is en dat dus in de eerste plaats
de ouders zelf daarvoor te zorgen hebben;
de Staat zag niet in of wilde niet inzien,
dat hij wat 't onderwijs betreft, wél bevorde
rend, regelend en steunend mag optreden,
maar dat rechtstreeks door de Overheid te J derda£ den 14den Juny 1.1. heeft de
geven onderwijs niet gegeven dient te worden,a ,van de d Arnhem den 6den dier
tenzij het particulier initiatief haar taakaand ..van de hand gewezen een adres
in deze niet wil of niet kan vervullen. De»™n Vfn der Bach tot het oprigten eener
Staat betrad hier, met uitsluiting van ande- uzo" e scho°1 van de.2e klasseDe
ren, een terrein, dat hij slechts ln gevalcon;>ld™. welke tot het nemen yan dat
van nood betreden mocht. i raadsbealulfc aanleiding gegeven heeft, is al-
Daartoe bepaalde zich echter niet de 1 d"a geformuleerd, „dat alhier (te Arnhem)
aanmatiging van het moderne Staatsgezag.:VOlstrekt geen behoefte bestaat
Het meende bovendien als d e onderwijzer en a s door de adressante be-
de opvoeder der jeugd ook z ij n school als
Driemaal is een deel van het Nederland-
sche volk Dinsdag te hoop geloopen.
In Rotterdam, in Arnhem en Den Haag.
In Rotterdam en Arnhem golden de ova
ties onzen braven Sjef van Dongen; in Den
Haag juichte men een Parijsche negerin toe.
De waarde van zulk een volksgunst sla
men niet te hoog aan. Het publiek stroomt
toe ongeacht of de gevierde een bokser, een
zwemster, een onbeduidende filmheld, onze
Koningin, of een Nobelprijswinnaar is.
Velen, die met hun leegen tijd geen raad
weten, gaan daarheen, waar zij veronder
stellen, dat ook anderen zullen zijn.
Met volksgunst en massa-waardeering
heeft dit in het algemeen al zeer weinig te
maken.
En toch, meenen wij de plank met ver mis
te slaan, wanneer wij vaststellen, dat de
spontane huldiging van Sjef van Dongen
oprecht gemeend was, en de volksoploop
voor Josephine Baker niets dan wind was.
Wij weten, dat velen, die Dinsdag in Den
Haag op Josephine Baker wachtten, niet
alleen teleurgesteld zijn geweest, maar zich
ook oprecht schaamden in zulk een gezel
schap te zijn. Een zelfden toon beluisteren
wij in de kranten. Ook in de liberale en
neutrale kranten. Een toon, waaruit ver
achting spreekt voor dat Nederlandsche pu
bliek, dat zich voor de zegekar van een
danseres liet spannen. Hoewel zeggen en
doen bij velen onzer liberale collega's twee
verschillende zaken zijn, scheen deze ver-
tooning ook hun toch te zot toe. Dat is ten
minste een lichtpunt.
Wie echter de verslagen leest ever de
aankomst van Sjef van Dongen wordt ont
roerd door de spontane hulde, die dezen
held door het Nederlandsche volk is ge
bracht. Wie bij die ontvangst tegenwoordig
was, heeft oprecht gejuicht bij het zien van
dien knaap, die en daaraan dachten de
velen met zijn metgezel Sora in een
onherbergzaam oord van het Noordpoolge
bied zijn leven waagde om zijn medemen-
schen te redden. En dat op welk een wijze!
Hier voelde de massa den waren helden
moed aan en zoo durven wij beweren, dat er
groot verschil was in de betoogingen van
Rotterdam en Arnhem en de ergerniswek
kende vertooning in Den Haag. Daar werd
grootheid gewaardeerd; hier was het voos
heid en wind.
Het gevoel van de massa Is zuiverder dan
dat van enkele Individuen, die door hun
winzucht gedreven, lage menschelijke in
stincten uitbuiten ten bate van hun porte-
monnaie.
Maar uit naam van de cultureele ont
wikkeling en zedelijke verheffing van ons
volk mag men de vraag stellen of onze auto
riteiten wel zoo vrijgevig moeten blijven
met het geven van toestemming om huldi
gingen te organiseeren en of hét niet op
hun weg ligt daarbij te overwegen of de
opvoeding van ons volk met een of andere
betooging gebaat is.
Nu staat de zaak zoo, dat eenige geldja-
gers politie en autoriteiten misbruiken om
hun recettes te verhoogen. De schitterende
ontvangst van Jozephine Baker had geen
ander doel. En wanneer de Haagsche auto
riteiten dit ook inzien wat voor de hand
ligt wil dat dan niet zeggen, dat de toe
stemming voor deze demonstratie er glad
naast was?
De politie echter, die bij de ontvangst van
Chef van Dongen optrad, zjj hielp mede
aan een mooi werk.
de eenige aan de geheele natie te mogen
en te moeten opdringen. Er zou komen een
voor allen toegankelijke en bruikbare volks
school en de richting en de geest van het
op die school te geven onderwijs, zouden
door den Staat worden bepaald. Dat dit
in een gemengden Staat als den onze, een
voudig een onmogelijkheid Is, zag men,
vreemd genoeg, niet in. Voor leder onbe
vooroordeelde toch kan het duidelijk zijn,
dat, wanneer de Staat zich aanmatigt alleen
te bepalen volgens welke beginselen, in
welke richting het onderwijs gegeven zal
worden, hij dan onrecht pleegt, grievend
onrecht tegen een meer of minder groot deel
van het volk. En het is eigenaardig, dat de
Nederlandsche liberalen dit nooit duidelijk
hebben ingezien. Deze heeren, die altijd
zoo hoog opgaven van gewetensvrij
heid, deden een aanzienlijk volksdeel
gewetensdwang aan, door het met
gewéld een onderwijs voor z'n kinderen op
te dringen, in strijd met z'n Innigste gods
diens overtuiging.
We zullen niet ln bijzonderheden treden
van de wet van 3 April 1806, om boven-
staanden toestand aan de werkelijkheid te
toetsen. Onder de werking dier wet was de
toestand feitelijk aldus, dat, al werd het be
staansrecht van Bijzondere Scholen erkend,
alleen de Openbare Staatsschool er was, met
uitsluiting van de andere.
Vrijheid van onderwijs, zoo hoopten velen
in den lande, zou de Grondwetsherziening
brengen in 1848. Zij bracht die slechts ln
schijn.
Art. 194 dsr Grondwet van 1848 luidde
als volgt:
„Het openbaar onderwijs is een voorwerp
doeld.'
Erg en ergerlijk, niet waar?
Geheel op eigen kosten wenschen
de Katholieken van Arnhem voor hun kin
deren een Katholieke School op te richten.
De Gemeenteraad van Arnhem wijst het
verzoek hooghartig af, de Arnhemsche
Raad, waarin geen enkel Katholiek
zitting had, wist beter dan de Katholieken
zelf, aan welk onderwijs de Katholieken voor
hun kinderen „behoefte" hadden.
Men luisterde dus allesbehalve scherp en
gewillig naar Thorbecke's circulaire. De Ka
tholieken bleven met steeds meer aandrang
naar de vrijheid van onderwijs streven.
Den 23sten Juni 1856 trad het Ministerie
van der Bruggen-Simons op, dat de wet tot
stand zou trachten te brengen, die ter uti-
voering van het nieuwe Gronwetsarikel noo
dig was.
De wet kwam dan ook in 1857 tot stand.
Ingediend door Minister van Rappard, werd
een wetsontwerp in de Tweede Kamer aan
genomen met 47 tegen 13 stemmen. Op
1 Januari 1858 trad de wet in werking.
Dat al de 7 anti-revolutionnairen en 6
van de 12 Katholieken tegen de wet gestemd
hadden, vindt zijn verklaring hierin: wel
werd vrijheid gegeven om bijzondere scholen
op te richten maar subsidie zouden slechts
kunnen genieten de bijzondere neutrale,
niet bijzonder confessioneele scholen.
Verder werd in de nieuwe wet de ge
mengde school gehandhaafd en sterk naar
voren geschoven de neutraliteit van het
Openbaar Onderwijs. Hier was dus de ware
vrijheid niet gegeven welke hierin bestaat,
dat aan allen de mogelijkheid geschonken
wordt voor hun kinderen dat onderwijs te
bekomen, dat zij noodig achten. Wel moest
men, tegen wil en dank, een*zekere vrijheid
toestaan. Zij bestond hierin, dat het voortaan
Een adres van het gemeentebestuur van
Zandvoort
Door het gemeentebestuur van Zandvoort
is een adres gericht aan Ged. Staten van
Noord-Holland als antwoord op 't adres van
de directie der Ned. Spoorwegen. Daarin
wordt opgemerkt, dat het verkeer met
Zandvoort is te onderscheiden in een zomer-,
winter-, en voor- of najaar verkeert. In
de zomermaanden zal de Directie toch voor
waar niet te klagen hebben over het verkeer
met Zantvoort. Zelfs met de bestaande
dienstregeling, die wij ver van goed willen
noemen en waarop wij straks terugkomen
kan toch niet gezegd worden dat het ver
keer met Zandvoort van niet grooten om
vang is. In de Amsterdamsche Dagbladen
werd vermeld, dat op 31 Juli 1927 Zandvoort
het meest in trek was en op één Zondag 10
extra treinen werden ingelegd, ons dunkt,
dat een dergelijke dag nog wel een regen-
achtigen dag met minder vervoer, wat men
noemt, lijden kan.
Toen de Directie der N. S. besloot om het
traject HaarlemIJmuiden té electrificee-
ren, bestond bij haar toch zeker geen indruk,
dat die electrificatie een gevolg zou hebben
zooals haar thans blijkt. Wij weten, dat
IJmuiden een voorname industrieplaats is,
maar ook naar Santpoort en Velsen waar,
zijn wij goed ingelicht, geheele woonwijken
de voordeelen van de electrificatie, dus spoe
diger verbinding met Amsterdam, ondervin
den, blijkt het verkeer ten zeerste te zijn
toegenomen; ook te Zandvoort zou het aan
tal vestigingen zich uitbreiden, de plaatselij
ke belasting is niet laag, maar kan ten op
zichte van Velsen naar onze meening niet
als een remmende invloed op eene vesti
ging alhier beschouwd worden aangezien
het bedrag der heffing niet noemenswaard
met Velsen verschilt.
De Directie schrijft vervolgens, dat de
electrische trein niet een veel vluggere reis
gelegenheid tusschen Amsterdam en Zand
voort zal opleveren, zjj vermeldt den reis-
duur bij overstap-verkeer op ten minste 33
a 34 minuten. Wat betreft dezen vermelden
rijtijd wil ons de opgave niet geheel juist
lijken, meermalen komt het voor, dat men
te Haarlem geruimen tijd op aansluiting
moet wachten en de reisduur is inderdaad
langer dan 33 a 34 minuten; bij een der
meest bezette doorgaande tremen van Zand
voort is de reisduur reeds 39 minuten.
Wij vragen ons af, gelet op het groot aan
tal treinen, dat tusschen Amsterdam en
Haarlem loopt, waarom de Directie, behalve
No. 5.
eenige doorgaande treinen Amsterdam
Zandvoort en terug, niet geregeld tusschen
Haarlem en Zandvoort b.v. om het half uur
in den seizoentijd en om het uur daarbui
ten treinen laat loopen.
Op 27 K.M. van Zandvoort ligt een stad
van ruim 740.000 inwoners, laat de Directie
der N. S. toch inzien dat eene goede vlotte
verbinding van Amsterdam met Zandvoort
behalve voor deze beide gemeenten ook voor
haar van belang kan zijn.
Geschreven wordt, dat gedurende het
badseizoen op belangrijke uren van den dag
de rijtijd nog aanzienlijk teruggebracht
wordt en zonder te Haarlem te stoppen de
reisduur 28 minuten bedraagt
Deze vermelding zou den indruk kunnen
vestigen, dat op verschillende uren van den
dag doorgaande treinen liepen zonder te
Haarlem te stoppen.
Hoe is de werkelijkheid? Tusschen Am
sterdam en Zandvoort loopen op werkdagen
slechts twee tremen, die niet te Haarlem,
doch wel te Overveen stoppen, n.l. 17.24 uit
Amsterdam, aankomst 17.57 te Zandvoort,
rijtijd 33 minuten, bij dezen trein is in den
spoorweggids vermeld: „Alléén op de werk
dagen van 2 Juli t/m. 1 September; de
tweede trein vertrekt I8.Q2 uit Amsterdam
en is om 18.33 te Zandvoort, rijtijd 31 mi
nuten hierbij is vermeld: „Alléén t/m. 31
Augustus, doch niet op Zaterdag en niet op
Zon- en Feestdagen." In de ochtend- en
vroege middaguren bestaat op werkdagen
tusschen Amsterdam en Zandvoort geen
goede, vlugge verbinding; op Zon- en feest
dagen t/m. 2 September loopt slechts één
sneltrein van Amsterdam naar Zandvoort.
In omgekeerde richting loopt op Zond- en
feestdagen alsmede op de werkdagen slechts
één sneltrein.
Inderdaad zal de rijtijd van de bussen
langer zijn dan die van de treinen, maar de
bussen zullen om het half uur naar Zand
voort vertrekken. Deze wetenschap, waarbij
nog kómt, dat men van een hinderlijk over
stappen gevrijwaard blijft, zal ontegenzeg
lijk een bezoek aan ons dorp bevorderen.
De Directie eindigt haar schrijven met
onze poging om eene betere verbinding met
Amsterdam te bereiken als een gebaar uit
te leggen, dat op haar zeer weinig indruk
zal maken.
Wij hopen, dat uw College eene andere
opvatting over onze poging om eene goede
verbinding met Amsterdam te bereiken zal
hebben; Zandvoort wordt meer in het bij
zonder gedurende den seizoentijd door per
sonen bezocht die onze hotels en pensions
bezoeken en door een categorie bezoekers,
die men kan samenvatten als „dagjesmen-
schen." Ten gevolge van het feit, dat ver
schillende reisbureaux tegenwoordig voor
uiterst billijken prijs reizen naar het buiten
land organiseeren, is de mogelijkheid niet
uitgesloten, dat een verblijf van eenigszins
langeren tjjd van landgenooten zou kunnen
afnemen; daarentegen kan het bezoek van
buitenlanders en wat wij zouden willen
noemen de „dagjesmenschen" toenemen,
ook hiervoor is vereischt eene goede verbin
ding tusschen Amsterdam en Zandvoort. De
Directie der Nederlandsche Spoorwegen
acht de verbindingen tusschen beide ge
meenten voldoende en wijst op de electri
sche tramverbinding. De Nederlandsche
Spoorwegen hebben belang bij de N. Z .H.
Tramwegmaatschappij. Ware dit niet het
geval dan zou zonder twijfel het traject van
den spoorweg HaarlemZandvoort reeds
lang geëlectrificeerd zjjn. Onze gemeente is
de dupe van deze afwezigheid van concur
rentie.
Naar vernomen wordt, zal het fraaie land
goed „Beeckesteijn" gelegen aan den Rijks
straatweg onder Velsen, door den eigenaar
Jhr. J. W. C. Boreel van Hogelanden, voor
het publiek worden opengesteld.,
„Beeckesteijn", dat een oppervlakte heeft
van 25 a 30 H. A. is rijk aan natuurschoon.
Het bezit fraaie waterpartijen en prachtige
door hooge boomgroepen omgeven bosch
weiden zoodat er voor de wandelaar ve-1 te
genieten valt.
Maandagmiddag arriveerde incognito pér
auto op het sluitplein kroonprins Olaf van
Noorwegen tot het bezoek aap den nieuwen
sluisbouw Z.K.H. was vergezeld van zijn
adjudant, kapt. Olgaatrd en den heer Anker,
constructeur en bouwer van het Noorsche
jacht „Norge", waarmede het Olympisch
kampioenschap zeilen in de 8 meter klasse
werd gewonnen. De vice-consul van Noor
wegen, te IJmuiden was ter begrooting aan
wezig en geleidde de gasten naar de sluiswer-
ken in aanbouw, waar de hoofdingenieur van
den Rijkswaterstaat de heer Heyning, aan
wezig was om Z.K.H. rond te leiden.
Op den spoorweg tusschen Delft en Schie
dam zijn gisternacht omstreeks 2 uur bij het
rangeeren van een grindtrein drie arbeiders
van een wagon gevallen en op den weg te
recht gekomen. De werkman P. Wierit 33
jaar uit Oud-Gastel bekwam een dubbele
dijbeenbreuk en een armfractnur, terwijl de
werkman G. Mol 21 jaar eveneens uit Oud-
Gastel een hoofdwonde bekwam. De werk
man W. Achterberg werd aan het hoofd ver
wond.
De Delftsche politie was spoedig ter plaat
se. Nadai de heer Roelofsen inspecteur van
den technischen dienst der politie de gewon
den had verbonden werden de beide eerstge-
noemden naar het gasthuis te Delft vervoerd
en daar ter verpleging opgenomen. De ar
beider A. kon naar zijn woning gaan.
Op de vragen van den heer Braat betref
fende het weigeren van toestemming tot het
houden van politieke meetings op Zondag en
van politieke redevoeringen op openbare we
gen en pleinen, heeft de heer Kan, minister
van Binnènlandsche Zaken en Landbouw ge
antwoord, dat hem geen klachten hebben be
reikt over volksophoopingen en verstopping
op de verkeerswegen als in de vragen be
doeld.
Indien de z.g. politieke meetings het ka
rakter dragen van vergaderingen in de open
lucht, regelt art. 18 der Wet op het recht van
vereeniging en vergadering de wijze, waarop
daartoe toestemming moet worden verleend.
Overigens betreft deze aangelegenheid toe
passing van de plaatselijke politieverordenin
gen, zoodat voor den ondergeteekende hier
geen terrein van werkzaamheid is gelegen.
Een 350-jarig jubileum
In een gewone besloten zitting van het
Utrechtsche college van Gedeputeerde Sta
ten heeft de voorzitter dr. H. Th. s' Jacob
met een enkel woord het 350-jarlg bestaan
van dit bestuurscollege herdacht. Dr. s' Jacob
ging het ontstaan en de geschiedenis na om
ten slotte den wensch uit te spreken, dat de
arbeid van Gedeputeerden ook in de toe
komst tot zegen van de provincie moge strek
ken.
Een fraai bloemstuk in de provinciale
kleuren, aangeboden door de vereeniging van
provinciaal personeel in Utrecht, sierde de
vergaderzaal.
Behandeling voor den Raad van State
Voor den Raad van State, afd. voor de ge
schillen van bestuur, is gisteren behandeld
het beroep van den gemeenteraad van Hal
steren tegen het besluit van Ged. Staten van
NoordBrabant, waarbij goedkeuring werd
onthouden aan het raadsbesluit van 1 Fe
bruari 1928 tot het verleenen van ontslag
aan den heer van Hoek, gemeente-secretaris
en ambtenaar van den burgelijken stand dier
gemeente, wegens gepleegde onregelmatig
heden.
Op 29 Februari 1927 had de raad het be
sluit genomen de schorsing van den secreta
ris op te heffen en hem te bewegen de aan
de gemeente en particulieren betrokkende
schade te vergoeden en ontslag te nemen.
Op 1 Febr. 1928 is hij daarna ontslagen,
omdat hij, versmadende ontslag te vragen,
aanbleef alsof er niets gebeurd was. Ged.
Staten hebben aan dit besluit hun goed
keuring onthouden, omdat een nieuwe ver
oordeeling van v. Hoek, hoezeer hij schuldig
was, achterwege had behooren te blijven, om
dat hij de gestelde voorwaarden was nage
komen en omdat zich geen nieuwe feiten
hebben voorgedaan, zoodat er voor den raad
geen aanleiding bestond hem andermaal voor
dezelfde feiten straf op te leggen.
Mr. Buriks, namens het gemeentebestuur
optredend, stelde drie vragen: 1. heeft v.
Hoek zich aan de ten laste gelegde feiten
schuldig gemaakt?
2. Zoo ja, zjjn die van dien aard dat zij
een ongevraagd ontslag wettigen?
3. Wordt het ontslagbesluit onvatbaar voor
goedkeuring door het besluit van 1927?
De eerste en tweede vraag beantwoordde
spr. bevestigend, erop wijzend, dat de zaak
nog verergerd was door de schending der
belofte om ontslag te nemen en door aller
lei draaierijen, waardoor v. H. alles, waar
maar een speld tusschen te wringen was,
probeerde te ontkennen.
Ad. 3 betoogde spr., dat Ged. Staten zich ten
onrechte beroepen op het raadsbesluit van
1927.
Indien onverhoopt het besluit van Ged.
Staten mocht worden vernietigd, dan zou
spr. willen vragen het bij die vernietiging
te laten en niet tevens het raadsbesluit
goed te keuren, opdat Ged. Staten de ge
legenheid hebben de feiten te onderzoeken.
Ged. Staten hebben n.l. de overtuiging, dat
het onderzoek niet op objectieve wijze is
geschied.
VAN 14 AUG. 1928
Bern. van den Bosch, huis- en versiertags-
schilder, wonende te Haarlem, Molenaer-
straat 27; curator Mr. T. A. M. A. van Löben
Seis;
R. H. van Heuveln, caféhouder, te Heem
stede, Valkenburgerstraat 30; curator Mr. J.
C. Y. Nieuwenhuys;
J. Brouwer, houthandelaar te Haarlem
mermeer, Kruisweg 312; curator Mr. L. Ali
Cohen, alhier;
C. van Riessen, wed. J. van Dongen te
Zaandam, Zonnewijzerspad 19; exploitante
van de drukkerij en binderij „Vado" te
Delft; curator Jhr. Mr. van Nispen tot Seve-
naar te Delft;
H. Fauws, handelaar in benzine, olie enz.
te Broek in Waterland, Schouw; curator
Mr. H. H. Riepma te Edam;
Rechter-Commissaris Mr. H. Haga.
Opgeheven werden de faillissementen van:
G. Bone te Zaandam; curator Mr. C. van
Sprang aldaar;
T. Beukman, wonende te Haarlemmer
meer, Domineeslaan 73; curator Mr. F. A.
Davidson alhier;
Geëindigd zijn de faillissementen door 't
verbindend worden der uitdeelingslijst van:
P. Witzel, destijds teekenaar te Haarlem;
curator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink;
A. Koning, eendenhouder te Volendam;
curator Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink
alhier.
Wordt er aan gewerkt?
Het mooie plein voor Hotel den Hout aan
het einde van de Dreef wacht nog altijd pp
zjjn Hlldebrand-monument. De geschiedenis
van dat monument in wording is sinds lan
gen tijd tragi-comisch, maar spot noch ern
stige aandrang heeft den kunstenaar kun
nen bewegen zjjn beloofd project af te
maken.
In 1913 kwam het denkbeeld om een mo
nument voor den beroemden schrjjver van de
Camera Obscura op te richten het eerst op,
in den boezem van de afdeeling Haarlem
van het Nederlandsch Verbond, waarvan
toen de heer Dr. J. B. Scheepers voorzitter
was.
In 1914 won Prof. Bronner toen nog
gewoon Jan Bronner de uitgeschreven
Viering der priesterjubilea in het bisdom
Haarlem.
Mgr. H. J. M. Taskin, president van het
Groot-Seminarie te Warmond en proost van
het Kathedraal Kapittel is bij gelegenheid
van zijn 40-jarig priesterjubileum benoemd
tot protonotarius apostolicus. Tevens is een
studiefonds voor priesters bijeengebracht, dat
thans reeds 30.000 groot is.
Verschenen is het voorloopig rapport der
Staatscommissie-van Wijnbergen, inzake de
regeling van het aanvullend onderwijs.
Sjef van Dongen is weer in het vaderland
teruggekeerd. Een enthousiaste ontvangst is
hem bereid.
Bij de ramp op Paloeweh wordt het aantal
dooden op 1200, het aantal gewonden op
400 geschat.
De ontwerp-begrooting 1929 van Rotter
dam is verschenen.
De vermoedelijke oorzaak van het ernstig
vliegongeluk te Heerlen is vastgesteld.
De Nenjjto wordt tot 1 October verlengd.
De heer Heukels heeft zjjn lidmaatschap
der Tweede Kamer in de vacature Scheurer
aanvaard.
Waarom er tot den bouw van den nieuwen
Duitschen kruiser zal besloten zjjn.
De afkeer in Zuid-Slavië jegens Italië.
Een door familieveeten gecompliceerd con
flict tusschen de Arabische heerschers.
500 slachtoffers bjj een scheepsramp.
Barometerstand 9 uur v.m. 761. Vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
EICHT OP. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 8.50 uur.
Hoogste barometerstand 767.6 te La
Corüna.
Laagste barometerstand 754.8 te Lerwick en
Stettin.
Verwachting: Zwakke tot matigen Noord
westelijke tot Westelijken wind, meest half-
bewolkt, weinig of geen regen, iets warmer
overdag
prijsvraag, en nadat het comité met eenige
moeite de benoodigde geldmiddelen bijeen
had verzameld werd in 1917 aan prof. Bron
ner opdracht gegeven zijn project uit te
voeren.
Dat is nu dus ruim 10 jaar geleden.
Het comité wacht nog altjjd op de uitvoe
ring. Intusschen vernemen wij, dat de heer
Bronner nu dan toch eindelijk aan de af
werking van zijn werkstuk begonnen is. De
kunstenaars-inspiratie is dus blijkbaar einde
lijk over hem vaardig geworden!
van Vredenburch meldt uit
Jhr. J.
Brussel:
De aardappeloogst belooft zeer goed
worden.
De vroege soorten zijn gerooid. De
te
op-
doch de verkoopprijs
brengst was goed,
laag.
De late aardappelen zijn zeer goed van
kwaliteit. Op de droge gronden is het loof
wat te vroeg afgestorven.
De vorige schattingen van het aantal
met vlas beteelde H. A. blijken, nu de offi-
cieele gegevens van het Ministerie van
Landbouw verschenen zjjn, sterk overdre.
ven te zjjn. Dit jaar werden in België
23.804 H.A. met vlas beteeld tegen 21.091
H.A. in 1927.
Overzicht van filmkeuring in het tijdvak
van 6 tot en met 11 Augustus 1928:
Nieuwe producties: gekeurd 25 films, lengte
22686 M.
Toegelaten: A. (voor alle leeftijden) jour
naals, actualiteiten, propaganda, landen en
steden, sport: 13 films, lengte 3881 M.; kleine
films (1 a 2 acten), meest komisch: 2 filma
lengte 1044 M.; hoofdnummers (groote films)
3 films, lengte 7007 M.; B (boven 14 jaar)
kleine films (1 i 2 acten) 1 film, lengte
153 M.; hoofdnummers (groote films) 1 film,
lengte 1784 M.; C. (boven 18 jaar) kleine
films (1 a 2 acten) 1 film, lengte 544 M.;
8273dMUImneiS (gr00te fUmS) 4 films' lenÉTt«
Oude producties: gekeurd 151 films, lengte
165793 M„ 8 coupures in titellijsten en scènes.
Toegelaten: A voor alle leeftijden, jour
naals, actualiteiten, propaganda, landen en
steden, sport: 10 films, lengte 3580 M. kleine
films 1 a 2 acten, meest komisch 66 films,
lengte 21437 M. hoofdnummers, groote films
17 films, lengte 33834 M. B. boven 14 jaar,
kleine films 1 2 acten 6 fims, lengte 2672
M. hoofnummers, groote films 27 films, leng
te 57704 M. Voor een dezer laatste is hérkeu
ring gevraagd.
Reclame: gekeurd vele duizenden photo's
en litho s.
Gekeurd in de week van 6 tot en met 11
Aug. 1928: I. nieuwe producties 22.686 M n
oude producties 165.793 M., totaal 188.479 M.