Binnenlandsch Nieuws i Gemengd Nieuws TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 3 De vacatur e-S chreurer in de Tweede Kamer De beteekenis van den Vaticaansche Diplomatieken post De gemeentebegrooting van Rotterdam voor 1929 verschenen De Nenyto tot 1 October verlengd De ziektegevallen aan boord van de „Insulinde" De ringspoorbrug om Amsterdam De verkeersweg Rotterdam-Den Haag Het Klompenwetje De UIT ONZE OOST ontzettende ramp op Paloeweh Interessante bijzonderheden Sjef van Dongen weer in het vaderland terug Een enthousiaste begroeting te Rotterdam De kranige redder door Arnhem gehuldigd Muggebeten en Huid-jeuk KUNST EN KENNIS Een gedenkteeken voor Jan Toorop Een motorjacht te Zwolle verbrand De rijksweg AmsterdamRotterdam Twee jongens bij het baden verdronken Een zonderlinge geschiedenis Van een smokkelaar die gesnapt werd Een jeugdig paar Verblind? De grap Door den trein gegrepen en gedood Een onfortuinlijke noodlanding Een schot in de wang Door een auto aangereden en gedood Met het groote dok naar Singapore Van zijn motor geslingerd Twee auto's in brand Brand in eendepot van brandweermateriaal Een goedgeslaagde nood- noodlanding «Ml»? If»«s i De heer Th. Heukels, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, heeft zijn benoe ming tot lid van de Tweede Kamer aange nomen. Merkwaardig is het, dat nu Nederland, dank zij een politiek van de allerslechtste soort, door eigen schuld zich heeft geplaatst buiten het belangrijke diplomatieke centrum dat het Vaticaan is, buiten het Katholieke kamp voortdurend meer stemmen opgaan, die op het groote gemis voor Nederland wijzen. Het weekblad „Nederland" kwam onlangs in scherpe bewoordingen klagen hoe dom Nederland bij deze kwestie was geweest en nu komt ook de „Haagsche Post" tot het inzicht, wat Nederland met zijn antipapis tische politiek toch op 't spel gezet heeft. In het jongste nummer van de „H. P." lezen we o.m. het volgende: Na de Amerikaansche avances en de Ja- pansche désavances, als we het zoo mogen noemen, is nu ook de Paus voor het voet licht getreden en heeft ten overstaan van de gansche wereld het nieuwe China, het China der Kwomingtang en der drie grondbeginse len van Soen-yat-sen, de hand gereikt en gedrukt. Met warmte zelfs. Z.H. heeft n.l. in een door de „Osservatore Romano," het or gaan van het Vaticaan, gepubliceerde bood schap van China verklaard dat het Chinee- sche volk door zijn geschiedenis, overleve ring en nationale eigenschappen het recht heeft volledig en in elk opzicht erkend en behandeld te worden als volkomen zelfstan dige staat. Deze wel zeer opzettelijke ver klaring van het over zoo groot zedelijk ge zag beschikkende Hoofd der Roomsch-Ka- tholieke Kerk beteekent een buitengewone versterking der regeering van Nanking in binnen- zoowel als in buitenland. Zij betee kent buitendien nog iets meer. 't Vaticaan heeft een fijnen neus. Nergens ter wereld komen zooveel draden samen als daar; ner gens ter wereld beschikt men over zooveel gegevens om internationale aangelegenhe den van den meest verschillenden aard te beoordeelen; en vermoedelijk nergens ter wereld heeft men de beschikking over zoo veel knappe staatslieden en diplomaten om voor en tegen te wikken en te wegen en dienovereenkomstig besluiten te nemen. Buitendien is men daar bijzonder voorzich tig en pleegt men niet over één-nacht-ijs te gaan. Wanneer dus het Vaticaan overgaat tot een demonstratie want dit is het als de onderhavige, dan beteekent dit onder meer: wij stellen vertrouwen in de besten digheid van de nieuwe toestanden in China. Waaruit men mag afleiden: die bestendig heid is er, hoogstwaarschijnlijk. Eenig commentaar is hierbij overbodig, aldus teekent de „Resb." hierbij aan. Wel ernstig heeft het minderwaardige politieke spel van October 1925 de Nederlandsche be langen geschaad. B. en W. van Rotterdam hebben de ont- werpbegrooting voor het dienstjaar 1929, waarbij voor de eerste maal de begrooting voor het trambedrijf is opgenomen, aange boden. De begrooting van den gewonen dienst wijst een eindcijfer aan van 39.746.048.61, tevens 85.177.317,32 voor het loopende jaar. Hieruit mag niet worden af geleid dat de uitgaven met ruim 4>j mil- lioen gestegen zijn. Op de begrooting komen enkele nieuwe posten voor, in verband staan de met het trambedrijf, plaatselijke werken, het fonds voor rentebetaling inzake de dollar- leening, het fonds-Burger en de brandver zekering, waardoor het totaalcijfer met 1.700.000 is toegenomen. De eerste ontvangstpost, aangevende het batig saldo van de rekening 1927 bedraagt 1.469.495 of rond 619.000 meer dan van den dienst 917. Wordt daarbij in aanmerking genomen, dat de dienst 1927 vanaf Mei van dat jaar bezwaard is geweest met het bedrag wedden en de vermindering van het pensioen- verhaal, dan mag het resultaat van den dienst 1927 niet onbevredigend worden ge noemd, zeggen B. en W. Tegenover de stijging der kosten valt een zoodanige vooruitgang in de opbrengst van verschillende heffingen en bezittingen te constateeren, dat aan hooger uitgaven het hoofd kan worden geboden, zonder dat de post inkomstenbelasting het daarvoor ook aanvankelijk in 91282 geraamde bedrag van 15.350.000 behoeft te overtreffen. ook voor het reizigersverkeer zal kunnen af werpen, noodzakelijk voor de bediening van het goederenverkeer o.m. met de reeds be staande havens aan de Westzijde van Am sterdam. Dit verkeer zal eerlang niet meer over het C. S., dat thans aan de grens van zijn uitbreidingsmogelijkheid is gekomen, kunnen worden bediend. De in overleg met de gemeente voorbe reide en reeds aanmerkelijk gevorderde aan leg zal dus moeten worden voortgezet. B. en W. van Rotterdam hebben gunstig beschikt op het verzoek van het bestuur der Nenijto om de tentoonstelling met twee weken te verlengen. Tot 1 October zal de Nenijto dus geopend blijven. Op de vragen van den heer Albarda in verband met de onlangs aan boord van de „Insulinde" voorgekomen ziektegevallen, ant woordde de minister van Waterstaat, dat de zaak in Ned.-Indië nog in onderzoek is. Zoo- dra de minister van Koloniën de uitkomst van dit onderzoek zal hebben ontvangen en ook het onderzoek van den minister van Wa terstaat ter zake zal zijn afgeloopen, zal be antwoording der vragen zoo spoedig mogelijk volgen. Op de vragen van den heer Polak, waarin ernstige twijfel werd uitgesproken betreffen de de noodzakelijkheid van den ringspoor- weg ten westen en zuiden van Amsterdam, antwoordde de minister van Waterstaat, dat naar zijn meening deze twijfel niet is ge rechtvaardigd. Gelijk bekend mag worden geacht, aldus de minister, is de ringspoorweg, afgezien van het al of niet tot stand komen van de Havens-West en van net aut, hetwelk hij voor een stad als Amsterdam op den duur Aan den Minister van Waterstaat is, na mens de vereeniging Overschie's Belang een adres gezonden naar aanleiding van het feit, dat binnen zeer afzienbaren tijd een brug zal worden aanbesteed, die gelegd moet worden voor den nieuwen verkeersweg Rot terdamDen Haag. Deze brug moet de ver binding tusschen Kleinpolder- en Zestien- hovensche Kade te Overschie tot stand brengen. Het bestuur nu is van meening, dat de kosten, voorloopig op 2% millioen ge schat, veel minder zullen bedragen, als ge noemd Schiegedeelte niet overbrugd, doch gedempt wordt en wel van de Delftsche Schie tot aan de fabriek der N.V. Van Olffen Door de spoedige ingebruikneming van het Rotterdamsche-Delfshavensche Schiekanaal zal de scheepvaart hiervan geen nadeelige gevolgen ondervinden, terwijl de zgn. Lage Brug, die een zeer hinderlijke verkeersbe- lemmering is, weggeruimd zal kunnen wor den. De waterloozing kan voortaan dan wor den verkregen door het leggen van een dui ker of anderszins. De gemeente Overschie heeft groot belang by de voorgestelde demping, daar hierdoor een onmiddeliyke verbinding te verkrygen is met den nieuwen verkeersweg. De tydsduur van aanleg kan door dem ping in plaats van overbrugging, aanzien lijk verkort worden. Op de te St. Oedenrode gehouden klom- penbeurs heeft het Kamerlid Fleskens, vol gens het ,D. v. N. B." meegedeeld, dat het Klompenwetje binnen zeer korten tyd in het Staatsblad zou staan, met andere woor den door de Koningin zou zyn geteekend. Aneta ontving nog de volgende beschrijving van de ramp op Paloeweh, gegrond op de ervaringen van den resident van Timor: Gedurende vyf dagen, die aan de eruptie voorafgingen, werden drie hevige aardschok ken waargenomen, ook op Flores. Op Timór werden eruptieslagen gehoord, die leken op zware verre schoten van geschut. De con troleur van Maoemere, waar niets direct kon worden waargenomen, kreeg op 6 Augustus bericht van de uitbarsting van een inlandsch hoofd op Flores en seinde dadeiyk naar den resident, die onmiddellijk afreisde met me dicijnen, verbandmiddelen verplegers en voedingsmiddelen. Hy pikte te Larantoeka den dokter en te Maoemere den controleur en een tweeden dokter op en kwam op 8 Augustus op Paloeweh aan. Geconstateerd werd, dat de zuidwestelijke helft van Paloeweh absoluut vernield is. Zes dorpen.en de vegetatie zyn verbrand de dalen gevuld met puingruis. De Rotakinda stootte zware rookwolken uit. De resident debar- keerde te Telokkoa aan de grens van het vernielde- gedeelte vanweaar de marsch be gon, waarby men zoo dicht mogeiyk by de grens van de vernieling bleef. Aan de noord zijde van het eiland begon men geneeskun dige hulp te bieden. De aard van de verwon dingen is over het algemeen licht. Enkele zwaargewonden, die schedel- of beenfractuur hadden zyn naar het hospitaal te Larantoeka gebracht Kort na de uitbarsting liepen achtereen volgens drie zeer warme vloedgolven op het eiland. Vele personen, die van het eiland, vooral var het niet geteisterde gedeelte, in het water waren geloopen om het vuur te ontkomen, zijn in de vloedgolven omgeko men. Hun aantal wordt op 200 geschat. Het aantal personen, dat onder het puin bedol ven, verbrand of door neerkomende steenen gedood wera op 1000 en het aantal gewon den op 400 De bevolking is kalm, maar versuft en niet in staat juiste inlichtingen te geven omtrent de plaatsen waar gewonden kunnen liggen. De dokters moeten met behulp van den con troleur en van pater Flint de gewonden in de dorpen zoeken. Ruim 200 werden verbonden zy hadden veelal ontvellingen. De vrouwen op het eiland zyn paraat en tot heipen be reid. zy droegen kleine vrachten voedings middelen naar de plaatsen, waar die noodig waren. De mannen moesten tot den arbeid gedwongen worden om te helpen by het be graven der lyken. De voorziening van drinkwater is zeer moeiiyk aangezien op het eiland bron noch rivier is, terwyi de putten zyn dichtgegooid door de bevolking, omdat naar. de opvattingen van deze primitieve menschen het graven van een put oorzaak kan worden van een uitbarsting. De watervoorziening voor de 500 menschen, die nog in leven zyn, is thans geregeld. De weinig bewoonde kust van Flores is ge ring geteisterd Er zijn daar acht dooden. De warme vloedgolven waren hier even hoog als op Paloeweh, nameiyk tien meter. Zes prau wen werden wrak op de kust geslagen. De bemanning is gered. De zee om Paloeweh doet denken aan een groot bed van puim steen. De resident verliet Paloeweh op 11 Augustus de verzorging van de gewonde bevolking aan wie niet veel te verbinden is, overlatende aan de missionarissen Flint en George. Op zee pikte de resident een prauw op met vier missionarissen en twee zuster-verpleegsters, die op weg waren naar Paloeweh om hulp te bieden. De resident heeft hen te Maoe mere aan wal gezet. Hij waardeerde ten zeer ste hun menschlievendheid maar achtte hun hulp niet meer noodig. Sjef van Dongen, de kranige Hollandsche t jongen, die in het hooge Noorden deelgeno men heeft aan het moeiiyk reddingswerk t van de overlevenden der „Italia"-expeditie is weer thuis. Dinsdag arriveerde hij aan het Maassta tion te Rotterdam, vergezeld van zyn ouders. Honderden juichten hem op het perron geestdriftig toe en Sjef had moeite zich door de enthousiaste menigte naar de wachtka mer te begeven waar de eerste hartelyke begroeting plaats vond. Daarna begaf men zich naar het kantoor der Spitsbergen Compagnie aan de Willems kade, waar directie en autoriteiten onzen Sjef zouden huldigen. In het kantoor waren verschillende dames en heeren aanwezig om den onverschrokken jongen te ontvangen. O.m. waren er de Italiaansche consul, baron 3weerts de Landas Wyborgh, voorzitter van de Zuid-Hlolandsche Mu. tot redding van schipbreukelingen, de heer mr. Dresselhuys, directeur van de N.V. Nederlandsgjie Spits bergen Comp., de heeren B. Buys en P. Jacob van Ommeren, commissarissen van de N. V. en de heer Dekker en van Dussel- dorp, leden van het comité. Nadat Sjef van Dongen verwelkomd was, trad baron Sweerts de Landas Wyborgh naar voren om namens de Zuid-Hollandsche My. het woord te voeren. „Onze -maatschappy", zeide spr., „betoont hulde aan Nederlanders, die schipbreukelin gen redden in open zee en ook aan hen, die pogen schipbreukelingen te redden. Dat is juist dat men ook aan dezen hulde brengt, want vaak is het pogen moeiiyker dan het redden zelf. Gy hebt u dadelyk disponibel gesteld om met uw hondenbespanning op redding uit te gaan. Gy hebt uw makkers het leven gered. Dat is een zaak waarop ge heel Nederland trotsch kan zyn." Spr. bood van Dongen daarna een groote zilveren medaille van de Maatschappy aan 'met oorkonde. De heer Dresselhuys sprak Van Dongen daarna ongeveer als volgt toe: „Voor mij is de prettige taak weggelegd om je mede namens commissarissen der Ned. Spitsbergen Comp. niet alleen hartelyk welkom te heeten by je terugkeer in het va derland, na.een vyf jaar onafgebroken ver- biyf in Spitsbergen, maar ook om je in het byzyn van de hier te zamen gekomen auto riteiten dank te zeggen voor de kranige wyze waarop je het prestige van onze Hol landsche compagnie, ik durf zeggen van on zen heelen Nederlandschen stam hebt weten hoog te houden, daar ver in het Noorden. Het spreekt vanzelf, dat het bestuur van een Spitsbergen-onderneming, dat als het ware zakeiyk in contact is met het Poolge bied, wat nuchterder is in zyn waardeering van heldendaden in sneeuw en ys bedreven, dan de bewoners van Nederland op den breedte-graad van Arnhem op het oogenblik schynen te zyn, maar ook wy zyn van mee ning, dat de tocht van kapitein Sora en jou met slede en honden over het kruiende zo- mer-pakys, als een moeilijk en gevaariyk waagstuk moet worden betiteld, een waag stuk, dat jullie alleen konden verantwoor den omdat het hier gold, het leven van an deren te redden. In denzelfden tyd, dat hy poogde over het ys de groep-Nobile te bereiken, hebben wy hier geleefd in het teeken van de negende Olympiade, in een periode van verhoogd na tionaal zelfbewustzijn, in een tyd, dat byna iedere Hollander inwendig eiken dag popel de van het verlangen dat nu eindelyk de Hollandsche superioriteit in een of anderen tak van sport zou biyken. En juist in de da gen dat de Nederlandsche zegepralen maar steeds uitbleven, bereikte ons je sober en onopgesmukt rapport over jullie moeiiyken tocht, een rapport zoo beknopt, dat je het niet noodig vond om te vertellen, dat je ka pitein Sora het leven redde. Maar uit dat rapport is mij een gedeelte heel duideiyk bijgebleven, het gedeelte, waarin je vertelt dat onmiddeliyk nadat jullie Foyneiland met de grootste moeite en doornat hadden bereikt, drie dagen achtereen met een slechte, nooddruftige uitrusting op het ys naar Nobie zochten, om ten slotte, door oververmoeidheid gedwongen, van het eiland terug te keeren. Toen ik dit las, zag ik in gedachten plots vóór my het Stadion en in het Stadion de Nederlandsche vlag hoog boven de andere uit, hooger dan wy haar voor hei winnen van den Marathonloop hadden mogen hy- schen, omdat het hier niet alleen gold het lauweren van een geweldig uithoudingsver mogen, maar een hulde aan een gebaar van zelfverloochening, een hulde aan een zich op offeren voor anderen. Die geest van hulpvaardigheid, Sjef, heb je eigeniyk altyd getoond sinds je als jongen van zestien jaar mee ging naar Barends- burg. Zoo vond je het ook vanzelf sprekend, dat, toen er moeliyke tijden aanbraken en je ouders teruggingen naar Nederland, jy al leen achterbleef in Spitsbergen, eenvoudig omdat Je meende jullie groot gezin zoo op de beste wyze te kunnen steunen. Dat je dit in die eenzame jaren niet altyd gemakkeiyk gevallen zal zyn, dat je in dien tyd weieens de tanden op elkaar zult heb ben moeten zettèn, ik kan het my levendig voorstellen. Maar daarom is het mij ook een zoo groot genoegen om, nu je met verlof te ruggekeerd bent, je te kunnen vertellen, dat inmiddels verschillende van onze Rotter- damsche vrienden een plan hebben uitge werkt om je uit de vrywillige ballingschap te verlossen. Zij vinden nl., dat je weliswaar getoond hebt, moed, volharding en uithou dingsvermogen te bezitten, maar achten die uitrusting niet voldoende om de moeiiyke expeditie, die de Engelschen „struggle for life" noemen, tot een goed einde te brengen. Je uitrusting dient te worden gecomple teerd met theoretische kennis. Dientenge volge hebben onze vrienden gemeend, goed te doen met het stichten van een studie fonds, groot genoeg om je gedurende drie achtereenvolgende jaren een uitkeering van ƒ2400 per jaar te waarborgen. Hierdoor ge- ruggesteund, zal Je dan in staat zyn om, in wonende by je ouders, de studie van een vak naar je keuze te voltooien, om zoodoende, op zyn best uitgerust, den stryd met het leven te kunnen aanvaarden. wy zyn ervan overtuigd, dat je, gestaald door de harde, maar krachtige leerschool, die je in Spitsbergen hebt doorgemaakt, bezield met den geest, dien je in de laatste maan den getoond hebt, je zult weten op te werken tot een hoogte, waarop wy allen en wel in de'eerste plaats Je ouders, nog trotscher zullen wezen dan wij vandaag reeds zyn. Wij wenschen je van harte toe, dat dit zoo zyn moge!" Vervolgens bracht de Italiaansche consul in de Fransche taal zyn dank over voor het werk dat deze jonge Nederlander voor spr.'s landgenooten heeft gedaan. Verschillende personen complimenteerden Sjef van Dongen nog. Daarna werd Sjef in beslag genomen door de aanwezige journalisten, aan wie hy van zyn wedervaren vertellen moest, i Met twee man, den 53-jarigen Deen Var- ming en Van Dongen, negen honden en een I vertrokken. Bij Kingsbay voegde kapitein slee was de expeditie van Green Harbour Sora zich bij de groep met een slee. Te Kingsbay scheepten de mannen zich in op de „Braganza", die hen naar Noord-Kaap bracht. Daar begon de tocht op 18 Juni. Den eersten dag moest Varming terugkeeren, omdat hy sneeuwblind werd. Van Dongen en Sora trokken verder. 23 Juni zagen zij het laatste vliegtuig, alles was nog „wel aan boord". Met een snelheid van 400 M. per uur ging het verder. Gemiddeld wer den tochten gemaakt van 17 uur per dag. Op deze tochten werden het Brocheiland, het Schiblereiland en de Ripseilanden on derzocht. Niets werd gevonden. 4 Juli kwam de expeditie op het Foyneiland. Er werd nar Malmgren gezocht, die, naar later bleek, daar nooit is geweest. Drie dagen aan één stuk ging het daarna verder op zoek nar Nobile, zonder slagen. Tot aan den hals in het water. 11 Juli waren de mannen op het eiland Foyn terug. 12 Juli voer de „Kras- sin" voorby het eiland. Van Dongen trachtte de aandacht te trekken. Geen resultaat. De Krassin gaf geen antwoord en voer voorby op 6 4 7 K.M. afstand. Later omstreeks half één 's morgens werden de mannen in hun slaaptent gewekt door het geronk van vliegmotoren. Drie vliegtuigen daalden in het kleine stukje vry water voor het eiland. „Dat waren brutale kerels!" zei Van Don gen van de beide Finsche vliegers en den Zweedschen piloot (Jacobson), die hem had den gevonden. Toen de vliegtuigen eenmaal gedaald warten, moest hals over kop opge broken worden Het ys heeft een vaart van 10 K.M. Alles werd achtergelaten. De beide mannen gingen aan boord en ze vlogen naar Quest In drie uur tyds waren ze terug op de plaats, die zy drie weken te voren met hun sleden verlaten hadden. De huldiging te Arnhem Niet minder spontaan is Sjef te Arnhem gehuldigd Onder luid gejuich, in een fraaien stoet, heeft Sjef er zyn intocht gedaan. Heel Arnhem was uitgeloopen om hem te begroe ten. De officieele huldiging had plaats in „de Vereeniging" aan den Velperweg. Na ovaties en fanfares sprak de waarnemend wethou der, de heer B. Bakker, Sjef van Dongen toe. Aan deze rede ontleenen wij het vol gende: „Mynheer Van Dongen! Eigeniyk moest ik zeggen Sjef van Dongen, want het Amhemsche, het Nederlandsche publiek kan ik gerust zeggen, kent u niet anders dan als Sjef van Dongen. Het is my een buitengewoon aangename taak u in onze stad welkom te mogen heeten. Ik ben het in 't algemeen eens met hen, die persoonsveree- ring uit den booze achten, ik ben niet ge neigd tot stedelyk, gewesteiyk of landeiyk chauvinisme, maar heden ga ik volkomen accoord met de Amhemsche burgery, die op zoo ondubbelzinnige wyze heeft en nog zal doen biyken, hoe zy het op prys stelt, welk een groote eer zy het acht, dat gy straks zult behooren tot de Amhemsche burgers. Ik meen, dat zulks volkomen begrypeiyk is, dat hier van misplaatste of overdreven per- soonsvereering of van chauvinisme in een of anderen vorm, geen sprake is. De ontvangst welke u ten deel valt is zeker meer dan ver diend. Wy voelen nog altyd ons hart sneller kloppen, dat wy „warm loopen" wanneer op zoo ondubbelzinnige wyze als thans weer eens blijkt, dat de oude ondernemingsgeest en durf, nog niet zyn uitgestorven. Het is geen chauvinisme af nationalisme, als in zulk een geval wy met trots uitroepen: Sjef van Dongen Hollandsche jongen, Hollandsche naam en Hollandsche aard Hy 'is Holland's hulde waard! Wat het beteekent te trekken over het eeuwige ys, te zwoegen door de witte wil dernis, wij weten het slechts uit de boeken. Welk een ontzaglyke moed, welk een geest kracht en taai uithoudingsvermogen er noodig zijn om te worstelen door de een zame woesteny, zonder leven, zonder bewe ging wij kunnen het slechts bevroeden uit de verhalen, die daarover tot ons zijn ge komen. Gy, Sjef van Dongen, die het gevaar ken- det, die wist wat u wachtte in de treurige woestheid van het ysveld te midden van ra zende stormen en-snydende winden, gy hebt geen oogwenk gea^zeld toen er menschen- levens waren te redden. Gij wist beter dan wy, dat de dood loerde aan alle zyden en in velerlei gedaanten, maar gij wist van geen weifelen. En hieraan heeft de wereld gezien, wie gy zyt. Geen winstbejag, geen zucht naar ydele eer of roem, enkel het eenvoudig besef, dat gy misschien hulp kon verleenen aan mede- menschen in doodsnood, deed u zonder aar zelen besluiten uw leven duizendmaal in de waagschaal te stellen. Deze moed, die niet het gevolg is van een enkel opgewonden mo ment of opwindende gedachte, die er niet op uit is levens te vernietigen, maar kalm het zwaarste aanvaardt om levens te win nen, deze moed, deze zelfverloochening is het, die ons met diepen eerbied vervult. 't Is de bewondering voor deze daad, die Arnhem's burgers spontaan deed besluiten u welkom te heeten op bijzondere wyze, te getuigen dat Arnhem er trotsch op is, dat gij hier uw woonplaats zult hebben. Ik eindig met den wensch, dat de tyd, welke gij in Arnhem zult doorbrengen tot de aangenaamste van uw leven mogen behoo ren, dat ge lang een sieraad moogt zijn van Arnhem's burgery en dat het u moge ge geven zyn, nog veel te doen der mensch- heid tot heil, tot vreugde van uw ouders en vrienden." Nadat de heer Bakker gesproken had, nam de heer Vos van SteenwiJk het woord na mens het huldigingscomité. Deze bood namens de burgery een gouden horloge met inscriptie aan. Vele geschenken volgden nog, waarvoor Sjef in eenvoudige woorden dankte. Toen Sjef zich weer buiten vertoonde en zich met zyn vader en moeder naar het ouderiyk huis begaf, vielen hem ontelbare hartelijke ovaties ten deel. Naar men mededeelt, is op initiatief van het schilderkundig Genootschap Pulchri Studio een comité samengesteld, waarbij toe traden de vereenigingen Arti en Amicitae, St. Lucas de Haagsche Kunstkring en de Bond van Nederlandsche Architecten met het doel een passend gedenkteeken op te richten voor den overleden schilder Jan Toorop. Te Zwolle lag aan het schuitenhuis der Zwolsche Zeil- en Roeivereeniging het luxe motorjacht „Netty", voerende de Kaagvlag, van den heer Spierdyk, te Den Haag. De familie, bestaande uit zeven personen had met een stuurman eenige dagen op de Overyselsche Vecht doorgebracht. Nadat het benzine-reservoir in de machinekamer was bygevuld, terwyi een petroleum-toestel brandde in een klein keukentje in het ach terschip, zag men rook en vlammen. De eigenaar waagde zich nog aan boord om papieren van waarde te redden. Het schip werd los gemaakt, omdat het schuitenhuis en andere jachten gevaar liepen. De chef van de naby gelegen scheepswerf sleepte het naar het eind van de Nieuwe Kade en zette het daar met den steven aan den grond, nadat hy vyf bussen benzine over boord had geworpen. Toen echter bleek, dat het benzine-reservoir zich in het branden de achterschip bevond en dit 70 L. ben zine bevatte, liet de hoofdinspecteur van politie de omgeving ontruimen en werd met een brandslang getracht het vuur te blus- schen. Later kwam versterking, maar het schip was zoo goed als uitgebrand. Ten ge volge van de hoeveelheid water, die was ingespoten, zakte het achterschip in de diepte en gleed het voorschip van de zand plaat. Door tydig een landvast uit te bren- geix werd verhinderd, dat het geheel weg zonk. Het jacht was verzekerd. Een aantal eigenaren en gebruikers van land in den Polder Nieuwkoop hebben een adres gezonden aan den Minister van Wa terstaat, waarin wordt aangedrongen om den nieuw te maken Ryksweg Amsterdam- Rotterdam om en by Nieuwkoop te projec teeren langs de plassen door den Polder Nieuwkoop en Noorden en niet langs den ringdyk van den Polder Nieuwkoop. Als voornaamste motief wordt aange voerd, dat op vier km. afstand alleen in dien Polder niet minder dan drie gevaar- ïyke overwegen zullen komen. Te Sliedrecht zyn gistermiddag naby de Zaai, in het Merwedekanaal tydens het ba den verdronken de 10-jarige T. de Raad en de 11-jarige A. Gort. De lyken waren gis terenavond nog niet gevonden. Als tragische byzonderheid zij nog ver meld, dat de moeder van eerstgenoemde haar man en nog een zoon bij verdrin- kingsgevallen heeft verloren. Dezer dagen boomde een schipper, onder invloed van sterken drank, een schuit langs het Zieke en Pletterykade te 's-Gravenhage. Langs beide kanten stond weldra een me nigte menschen, want als de schipper aan het einde van de loopplank was, kon hy den vaarboom niet terughalen en stortte halsoverkop in de vaart. Zwemmende wist hy dan zyn vaartuig weer te bereiken. Ver scheidene malen werd dit spelletje herhaald en bereikte hy weer zwemmende zyn schuit. Een toesnellende politieagent wilde er een eind aan maken, maar de schuit kwam niet dicht genoeg naar den kant. Eindelyk wist een burger op de schuit te springen en nam zelf den vaarboom ter hand, maar hy scheen minder bedreven in de stuurkunst en stootte dan tegen den kant van het Zieke of dreef dan weer naar de overzyde. Toen wist men van landzyde het meer touw van de schuit te pakken en deze vast te leggen. De doornatte beschonken schip per werd nu onder hevig verzet door politie en assistentie van burgers naar den politie post Ryswijkscheplein overgebracht of liever gedragen. Het Belske; deze bynaam siert den man in de bevolkingsregisters van Tilburg evenwel als d. Z. ingeschreven die van de halte Poppel aan de Belgische grens naar Tilburg wilde. Hy koos daarvoor de autobus, bestuurd door V. Deze chauffeur bemerkte evenwel dat „het Belske" eenige flesschen spiritualiën onder zijn kleeren verborg en weigerde hem te vervoeren, wyi hy zulks te riskant oordeelde met het oog op de douane. Het Belske drong aan, beweerde, dat hij r.og vóór de grens wilde uitstappen en er dus van smokkelpogingen geen sprake kon zyn. Eenmaal in de bus toegelaten weigerde de man contante betaling. Uit het rytuig verwyderd, ging hy op de treeplank zitten, zoodat de chauffeur, die inmiddels moest wegryden, ten slotte maar de motor aan zette. Hij beloofde „het Belske" nochtans, dat hy vóórhet douanekantoor zou stoppen en deed dit ook met het gevolg, dat eenige verheugde kommiezen den clandestine^ ver voerder-busreiziger vier flesschen jenever ontnamen en hem van zyn zesde proces verbaal in 1928 voorzagen. Te Dordrecht zyn in ondertrouw opgenomen een bruidegom 83 jaren oud, en een bruidje van 69 jaren Op den straatweg Utrechtde Bilt is een uit een ernstige hoofdwonde bloedende be- wustelooze man gevonden. Dr. Mayer ver leende de eerste hulp en beval overbrenging naar de Ryksklinieken. De vermoedeiyke oorzaak van het ongeval is, dat de wielry- der door een hem tegemoetkomenden auto verblind werd door het uitstralende licht. Temidden van den wirwar van de duizenden auto's uit allerlei provinciën, uit allerlei lan den zelfs, die Zondagmiddag op het Stadion plein te Amsterdam bezoekers aanbrachten officieren in kleurige uniformpakjes, Olympische kanfpioenen bewogen zich ook wagens, waarin gezanten van buiten- landsche mogendheden zaten. Deze auto's hadden voorrang en de chauffeur had een passe,file. Nu schynt, zoo vertelt het Hbld., de passe-file van den Japanschen gezant in een „wilde" taxi te zyn blijven liggen. De chauffeur vond het ding en heeft er gebruik van gemaakt, om in korten tijd heel wat „vrachtjes" te verwerken. Totdat de politie een einde aan de grap maakte. De twintigjarige W. J. Sielen uit Kerkrade is op een wandeling onder de gemeente Her. zogenrath (Duitschland) door een passeeren- den trein gegrepen en gedood. Te Best is het Belgisch militair vliegtuig O. L. no. 50 by een noodlanding over den kop geslagen en vry ernstig beschadigd. De bestuurder, die bewusteloos was geraakt, kreeg slechts eenige schrammen. Dezer dagen heeft te Arnemuiden een 6-jarig dochtertje een met hagel geladen buks, die niet behooriyk was weggezet, in handen gekregen en afgetrokken, waarby zy haar 3-jarig broertje in de wang schoot, de kleine moest in een ziekenhuis worden op. genomen. Te Rotterdam is de 57-jarige timmerman J. 't Hart, op den Rotterdamschen Ryweg, even voorby den Tol, van Overschie aange reden door een luxe-auto uit Hillegersberg. De man bekwam een ernstige hoofdwonde en een hersenschudding en werd naar het ziekenhuis overgebracht. Na eenige uren is hy aan de verwondingen overleden. In de „Times" doet de bekende scheep vaartmagnaat lord Inchcape met instemming mededeeling van een telegram, dat hy ont vangen heeft van den heer Georges Bonnet, den vice-voorzitter van de Suez-Kanaal Maatschappy, over het moeiiyke werk, dat de Nederlandsche sleepbooten volbracht heb- ben door de beide deelen van het groote dok, voor Singapore bestemd, zonder moeiiyk- heden door het nauwe Suez-kanaal te lood sen. De heer Inchcape constateert, dat de scheepvaart maar geringen last ondervonden heeft van het stopzetten van de doorvaart en hy wenscht al dengenen, die by dit moei iyke werk betrokken zyn geweest, geluk met het slagen er van. De twintigjarige knecht van den landbou wer L. Hofkamp, te Ubbenaar (Dr.), die met groote snelheid op zyn motorrywiel op den weg tusschen Zijen en Ubbenaar reed, is er af geslingerd en onmiddellijk gedood. De Dam te Amsterdam is gistermiddag om twee uur in rep en roer gebracht door een autobotsing die in een brandje overging. Tegen twee uur gebeurde het, zoo meldt het „Hbld.", dat een huurauto, komende van den Dam, op den hoek bij de Bijenkorf plotseling moest remmen om een botsing met een vrachtauto te voorkomen. Een andere auto reed onmiddeliyk achter eerstgenoemde en door het plotseling remrtien botsten beide tegen elkaar aan, waarby of door kortslui ting of door het ontstaan van een vonk op een of andere wyze, de benzinetank van den lsten auto in brand vloog. Aan blusschen viel natuuriyk niet te denken, de auto stond in een oogenblikE in lichte laaie en een zeer dikke en zwarte rook steeg van den branden den wagen op, zóó erg, dat Dam-wandelaars konden meenen dat in de Byenkorf brand was uitgebroken. De brandweer verscheen met een motor- spuit op de plaats der vernieling en spoot 'den brandenden wagen vol met water, zoo dat in enkele minuten de vlammen gesmoord waren. Ook de tweede auto was inmiddels gaan branden, doch dit vuur was spoedig gebluscht, zoodat slechts voorbanden bezwe ken en de motorkap beschadigd werd. De eerste wagen brandde geheel uit en le verde een droevig schouwspel. Het talryke publiek, dat uit heel de omgeving was toe gestroomd om te zien wat er gebeurde, vond het echter een prachtige vertooning. Het tramverkeer ondervond door het auto brandje eenige vertraging. Menschen werden niet gewond. De eerste auto bracht eenige treinreizigers naar het C. S., die met hun bagage de wyk konden nemen. Ook de auto bestuurders kwamen er zonder ongelukken af. Te Voerendaal is uitgebrand de electrisehe houtzagery van den heer H. J. Eurlings. Een typische byzonderheid is het dat de brand ontstond in het depót van brandweermate riaal, dat in een deel van de werkplaats waa ondergebracht. Desniettemin slaagde de Voe- rendaalsche brandweer er in het woonhuis gedeelteiyk te behouden. Verzekering dekt de schade. Bij Meppen naby Coevorden maakte gis teren het postvliegtuig No. 1016, op weg van Hamburg naar Amsterdam, een noodlanding welke zonder ongelukken verliep. De post werd naar het postkantoor gebracht, De passagiers, een dame en twee heeren, namer den trein naar Amsterdam

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7