Binnenlandsch Nieuws
i
Gemengd Nieuws
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DONDERDAG 16 AUGUSTUS 1928
BLADZIJDE 3
De vacatur e-S chreurer in de
Tweede Kamer
De beteekenis van den
Vaticaansche Diplomatieken
post
De gemeentebegrooting van
Rotterdam voor 1929
verschenen
De Nenyto tot 1 October
verlengd
De ziektegevallen aan boord
van de „Insulinde"
De ringspoorbrug om
Amsterdam
De verkeersweg
Rotterdam-Den Haag
Het Klompenwetje
De
UIT ONZE OOST
ontzettende ramp
op Paloeweh
Interessante bijzonderheden
Sjef van Dongen weer in het vaderland terug
Een enthousiaste begroeting te Rotterdam
De kranige redder door Arnhem gehuldigd
Muggebeten
en Huid-jeuk
KUNST EN KENNIS
Een gedenkteeken voor
Jan Toorop
Een motorjacht te Zwolle
verbrand
De rijksweg
AmsterdamRotterdam
Twee jongens bij het baden
verdronken
Een zonderlinge geschiedenis
Van een smokkelaar die
gesnapt werd
Een jeugdig paar
Verblind?
De grap
Door den trein gegrepen
en gedood
Een onfortuinlijke
noodlanding
Een schot in de wang
Door een auto aangereden
en gedood
Met het groote dok
naar Singapore
Van zijn motor geslingerd
Twee auto's in brand
Brand in eendepot
van brandweermateriaal
Een goedgeslaagde nood-
noodlanding
«Ml»? If»«s i
De heer Th. Heukels, lid van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland, heeft zijn benoe
ming tot lid van de Tweede Kamer aange
nomen.
Merkwaardig is het, dat nu Nederland,
dank zij een politiek van de allerslechtste
soort, door eigen schuld zich heeft geplaatst
buiten het belangrijke diplomatieke centrum
dat het Vaticaan is, buiten het Katholieke
kamp voortdurend meer stemmen opgaan,
die op het groote gemis voor Nederland
wijzen.
Het weekblad „Nederland" kwam onlangs
in scherpe bewoordingen klagen hoe dom
Nederland bij deze kwestie was geweest en
nu komt ook de „Haagsche Post" tot het
inzicht, wat Nederland met zijn antipapis
tische politiek toch op 't spel gezet heeft.
In het jongste nummer van de „H. P."
lezen we o.m. het volgende:
Na de Amerikaansche avances en de Ja-
pansche désavances, als we het zoo mogen
noemen, is nu ook de Paus voor het voet
licht getreden en heeft ten overstaan van de
gansche wereld het nieuwe China, het China
der Kwomingtang en der drie grondbeginse
len van Soen-yat-sen, de hand gereikt en
gedrukt. Met warmte zelfs. Z.H. heeft n.l. in
een door de „Osservatore Romano," het or
gaan van het Vaticaan, gepubliceerde bood
schap van China verklaard dat het Chinee-
sche volk door zijn geschiedenis, overleve
ring en nationale eigenschappen het recht
heeft volledig en in elk opzicht erkend en
behandeld te worden als volkomen zelfstan
dige staat. Deze wel zeer opzettelijke ver
klaring van het over zoo groot zedelijk ge
zag beschikkende Hoofd der Roomsch-Ka-
tholieke Kerk beteekent een buitengewone
versterking der regeering van Nanking in
binnen- zoowel als in buitenland. Zij betee
kent buitendien nog iets meer. 't Vaticaan
heeft een fijnen neus. Nergens ter wereld
komen zooveel draden samen als daar; ner
gens ter wereld beschikt men over zooveel
gegevens om internationale aangelegenhe
den van den meest verschillenden aard te
beoordeelen; en vermoedelijk nergens ter
wereld heeft men de beschikking over zoo
veel knappe staatslieden en diplomaten om
voor en tegen te wikken en te wegen en
dienovereenkomstig besluiten te nemen.
Buitendien is men daar bijzonder voorzich
tig en pleegt men niet over één-nacht-ijs te
gaan. Wanneer dus het Vaticaan overgaat
tot een demonstratie want dit is het
als de onderhavige, dan beteekent dit onder
meer: wij stellen vertrouwen in de besten
digheid van de nieuwe toestanden in China.
Waaruit men mag afleiden: die bestendig
heid is er, hoogstwaarschijnlijk.
Eenig commentaar is hierbij overbodig,
aldus teekent de „Resb." hierbij aan. Wel
ernstig heeft het minderwaardige politieke
spel van October 1925 de Nederlandsche be
langen geschaad.
B. en W. van Rotterdam hebben de ont-
werpbegrooting voor het dienstjaar 1929,
waarbij voor de eerste maal de begrooting
voor het trambedrijf is opgenomen, aange
boden. De begrooting van den gewonen
dienst wijst een eindcijfer aan van
39.746.048.61, tevens 85.177.317,32 voor het
loopende jaar. Hieruit mag niet worden af
geleid dat de uitgaven met ruim 4>j mil-
lioen gestegen zijn. Op de begrooting komen
enkele nieuwe posten voor, in verband staan
de met het trambedrijf, plaatselijke werken,
het fonds voor rentebetaling inzake de dollar-
leening, het fonds-Burger en de brandver
zekering, waardoor het totaalcijfer met
1.700.000 is toegenomen.
De eerste ontvangstpost, aangevende het
batig saldo van de rekening 1927 bedraagt
1.469.495 of rond 619.000 meer dan van
den dienst 917. Wordt daarbij in aanmerking
genomen, dat de dienst 1927 vanaf Mei van
dat jaar bezwaard is geweest met het bedrag
wedden en de vermindering van het pensioen-
verhaal, dan mag het resultaat van den
dienst 1927 niet onbevredigend worden ge
noemd, zeggen B. en W.
Tegenover de stijging der kosten valt een
zoodanige vooruitgang in de opbrengst van
verschillende heffingen en bezittingen te
constateeren, dat aan hooger uitgaven het
hoofd kan worden geboden, zonder dat de
post inkomstenbelasting het daarvoor ook
aanvankelijk in 91282 geraamde bedrag van
15.350.000 behoeft te overtreffen.
ook voor het reizigersverkeer zal kunnen af
werpen, noodzakelijk voor de bediening van
het goederenverkeer o.m. met de reeds be
staande havens aan de Westzijde van Am
sterdam. Dit verkeer zal eerlang niet meer
over het C. S., dat thans aan de grens van
zijn uitbreidingsmogelijkheid is gekomen,
kunnen worden bediend.
De in overleg met de gemeente voorbe
reide en reeds aanmerkelijk gevorderde aan
leg zal dus moeten worden voortgezet.
B. en W. van Rotterdam hebben gunstig
beschikt op het verzoek van het bestuur
der Nenijto om de tentoonstelling met twee
weken te verlengen.
Tot 1 October zal de Nenijto dus geopend
blijven.
Op de vragen van den heer Albarda in
verband met de onlangs aan boord van de
„Insulinde" voorgekomen ziektegevallen, ant
woordde de minister van Waterstaat, dat de
zaak in Ned.-Indië nog in onderzoek is. Zoo-
dra de minister van Koloniën de uitkomst
van dit onderzoek zal hebben ontvangen en
ook het onderzoek van den minister van Wa
terstaat ter zake zal zijn afgeloopen, zal be
antwoording der vragen zoo spoedig mogelijk
volgen.
Op de vragen van den heer Polak, waarin
ernstige twijfel werd uitgesproken betreffen
de de noodzakelijkheid van den ringspoor-
weg ten westen en zuiden van Amsterdam,
antwoordde de minister van Waterstaat, dat
naar zijn meening deze twijfel niet is ge
rechtvaardigd.
Gelijk bekend mag worden geacht, aldus
de minister, is de ringspoorweg, afgezien van
het al of niet tot stand komen van de
Havens-West en van net aut, hetwelk hij
voor een stad als Amsterdam op den duur
Aan den Minister van Waterstaat is, na
mens de vereeniging Overschie's Belang
een adres gezonden naar aanleiding van het
feit, dat binnen zeer afzienbaren tijd een
brug zal worden aanbesteed, die gelegd moet
worden voor den nieuwen verkeersweg Rot
terdamDen Haag. Deze brug moet de ver
binding tusschen Kleinpolder- en Zestien-
hovensche Kade te Overschie tot stand
brengen. Het bestuur nu is van meening, dat
de kosten, voorloopig op 2% millioen ge
schat, veel minder zullen bedragen, als ge
noemd Schiegedeelte niet overbrugd, doch
gedempt wordt en wel van de Delftsche
Schie tot aan de fabriek der N.V. Van Olffen
Door de spoedige ingebruikneming van het
Rotterdamsche-Delfshavensche Schiekanaal
zal de scheepvaart hiervan geen nadeelige
gevolgen ondervinden, terwijl de zgn. Lage
Brug, die een zeer hinderlijke verkeersbe-
lemmering is, weggeruimd zal kunnen wor
den.
De waterloozing kan voortaan dan wor
den verkregen door het leggen van een dui
ker of anderszins.
De gemeente Overschie heeft groot belang
by de voorgestelde demping, daar hierdoor
een onmiddeliyke verbinding te verkrygen
is met den nieuwen verkeersweg.
De tydsduur van aanleg kan door dem
ping in plaats van overbrugging, aanzien
lijk verkort worden.
Op de te St. Oedenrode gehouden klom-
penbeurs heeft het Kamerlid Fleskens, vol
gens het ,D. v. N. B." meegedeeld, dat het
Klompenwetje binnen zeer korten tyd in
het Staatsblad zou staan, met andere woor
den door de Koningin zou zyn geteekend.
Aneta ontving nog de volgende beschrijving
van de ramp op Paloeweh, gegrond op de
ervaringen van den resident van Timor:
Gedurende vyf dagen, die aan de eruptie
voorafgingen, werden drie hevige aardschok
ken waargenomen, ook op Flores. Op Timór
werden eruptieslagen gehoord, die leken
op zware verre schoten van geschut. De con
troleur van Maoemere, waar niets direct kon
worden waargenomen, kreeg op 6 Augustus
bericht van de uitbarsting van een inlandsch
hoofd op Flores en seinde dadeiyk naar den
resident, die onmiddellijk afreisde met me
dicijnen, verbandmiddelen verplegers en
voedingsmiddelen. Hy pikte te Larantoeka
den dokter en te Maoemere den controleur
en een tweeden dokter op en kwam op 8
Augustus op Paloeweh aan.
Geconstateerd werd, dat de zuidwestelijke
helft van Paloeweh absoluut vernield is. Zes
dorpen.en de vegetatie zyn verbrand de dalen
gevuld met puingruis. De Rotakinda stootte
zware rookwolken uit. De resident debar-
keerde te Telokkoa aan de grens van het
vernielde- gedeelte vanweaar de marsch be
gon, waarby men zoo dicht mogeiyk by de
grens van de vernieling bleef. Aan de noord
zijde van het eiland begon men geneeskun
dige hulp te bieden. De aard van de verwon
dingen is over het algemeen licht. Enkele
zwaargewonden, die schedel- of beenfractuur
hadden zyn naar het hospitaal te Larantoeka
gebracht
Kort na de uitbarsting liepen achtereen
volgens drie zeer warme vloedgolven op het
eiland. Vele personen, die van het eiland,
vooral var het niet geteisterde gedeelte, in
het water waren geloopen om het vuur te
ontkomen, zijn in de vloedgolven omgeko
men. Hun aantal wordt op 200 geschat. Het
aantal personen, dat onder het puin bedol
ven, verbrand of door neerkomende steenen
gedood wera op 1000 en het aantal gewon
den op 400
De bevolking is kalm, maar versuft en niet
in staat juiste inlichtingen te geven omtrent
de plaatsen waar gewonden kunnen liggen.
De dokters moeten met behulp van den con
troleur en van pater Flint de gewonden in de
dorpen zoeken. Ruim 200 werden verbonden
zy hadden veelal ontvellingen. De vrouwen
op het eiland zyn paraat en tot heipen be
reid. zy droegen kleine vrachten voedings
middelen naar de plaatsen, waar die noodig
waren. De mannen moesten tot den arbeid
gedwongen worden om te helpen by het be
graven der lyken.
De voorziening van drinkwater is zeer
moeiiyk aangezien op het eiland bron noch
rivier is, terwyi de putten zyn dichtgegooid
door de bevolking, omdat naar. de opvattingen
van deze primitieve menschen het graven
van een put oorzaak kan worden van een
uitbarsting. De watervoorziening voor de
500 menschen, die nog in leven zyn, is thans
geregeld.
De weinig bewoonde kust van Flores is ge
ring geteisterd Er zijn daar acht dooden. De
warme vloedgolven waren hier even hoog als
op Paloeweh, nameiyk tien meter. Zes prau
wen werden wrak op de kust geslagen. De
bemanning is gered. De zee om Paloeweh
doet denken aan een groot bed van puim
steen.
De resident verliet Paloeweh op 11 Augustus
de verzorging van de gewonde bevolking aan
wie niet veel te verbinden is, overlatende
aan de missionarissen Flint en George. Op
zee pikte de resident een prauw op met vier
missionarissen en twee zuster-verpleegsters,
die op weg waren naar Paloeweh om hulp
te bieden. De resident heeft hen te Maoe
mere aan wal gezet. Hij waardeerde ten zeer
ste hun menschlievendheid maar achtte hun
hulp niet meer noodig.
Sjef van Dongen, de kranige Hollandsche t
jongen, die in het hooge Noorden deelgeno
men heeft aan het moeiiyk reddingswerk t
van de overlevenden der „Italia"-expeditie is
weer thuis.
Dinsdag arriveerde hij aan het Maassta
tion te Rotterdam, vergezeld van zyn ouders.
Honderden juichten hem op het perron
geestdriftig toe en Sjef had moeite zich door
de enthousiaste menigte naar de wachtka
mer te begeven waar de eerste hartelyke
begroeting plaats vond.
Daarna begaf men zich naar het kantoor
der Spitsbergen Compagnie aan de Willems
kade, waar directie en autoriteiten onzen
Sjef zouden huldigen. In het kantoor waren
verschillende dames en heeren aanwezig om
den onverschrokken jongen te ontvangen.
O.m. waren er de Italiaansche consul, baron
3weerts de Landas Wyborgh, voorzitter van
de Zuid-Hlolandsche Mu. tot redding van
schipbreukelingen, de heer mr. Dresselhuys,
directeur van de N.V. Nederlandsgjie Spits
bergen Comp., de heeren B. Buys en P.
Jacob van Ommeren, commissarissen van de
N. V. en de heer Dekker en van Dussel-
dorp, leden van het comité.
Nadat Sjef van Dongen verwelkomd was,
trad baron Sweerts de Landas Wyborgh
naar voren om namens de Zuid-Hollandsche
My. het woord te voeren.
„Onze -maatschappy", zeide spr., „betoont
hulde aan Nederlanders, die schipbreukelin
gen redden in open zee en ook aan hen, die
pogen schipbreukelingen te redden. Dat is
juist dat men ook aan dezen hulde brengt,
want vaak is het pogen moeiiyker dan het
redden zelf. Gy hebt u dadelyk disponibel
gesteld om met uw hondenbespanning op
redding uit te gaan. Gy hebt uw makkers
het leven gered. Dat is een zaak waarop ge
heel Nederland trotsch kan zyn."
Spr. bood van Dongen daarna een groote
zilveren medaille van de Maatschappy aan
'met oorkonde.
De heer Dresselhuys sprak Van Dongen
daarna ongeveer als volgt toe:
„Voor mij is de prettige taak weggelegd
om je mede namens commissarissen der
Ned. Spitsbergen Comp. niet alleen hartelyk
welkom te heeten by je terugkeer in het va
derland, na.een vyf jaar onafgebroken ver-
biyf in Spitsbergen, maar ook om je in het
byzyn van de hier te zamen gekomen auto
riteiten dank te zeggen voor de kranige
wyze waarop je het prestige van onze Hol
landsche compagnie, ik durf zeggen van on
zen heelen Nederlandschen stam hebt weten
hoog te houden, daar ver in het Noorden.
Het spreekt vanzelf, dat het bestuur van
een Spitsbergen-onderneming, dat als het
ware zakeiyk in contact is met het Poolge
bied, wat nuchterder is in zyn waardeering
van heldendaden in sneeuw en ys bedreven,
dan de bewoners van Nederland op den
breedte-graad van Arnhem op het oogenblik
schynen te zyn, maar ook wy zyn van mee
ning, dat de tocht van kapitein Sora en jou
met slede en honden over het kruiende zo-
mer-pakys, als een moeilijk en gevaariyk
waagstuk moet worden betiteld, een waag
stuk, dat jullie alleen konden verantwoor
den omdat het hier gold, het leven van an
deren te redden.
In denzelfden tyd, dat hy poogde over het
ys de groep-Nobile te bereiken, hebben wy
hier geleefd in het teeken van de negende
Olympiade, in een periode van verhoogd na
tionaal zelfbewustzijn, in een tyd, dat byna
iedere Hollander inwendig eiken dag popel
de van het verlangen dat nu eindelyk de
Hollandsche superioriteit in een of anderen
tak van sport zou biyken. En juist in de da
gen dat de Nederlandsche zegepralen maar
steeds uitbleven, bereikte ons je sober en
onopgesmukt rapport over jullie moeiiyken
tocht, een rapport zoo beknopt, dat je het
niet noodig vond om te vertellen, dat je ka
pitein Sora het leven redde. Maar uit dat
rapport is mij een gedeelte heel duideiyk
bijgebleven, het gedeelte, waarin je vertelt
dat onmiddeliyk nadat jullie Foyneiland
met de grootste moeite en doornat hadden
bereikt, drie dagen achtereen met een
slechte, nooddruftige uitrusting op het ys
naar Nobie zochten, om ten slotte, door
oververmoeidheid gedwongen, van het eiland
terug te keeren.
Toen ik dit las, zag ik in gedachten plots
vóór my het Stadion en in het Stadion de
Nederlandsche vlag hoog boven de andere
uit, hooger dan wy haar voor hei winnen
van den Marathonloop hadden mogen hy-
schen, omdat het hier niet alleen gold het
lauweren van een geweldig uithoudingsver
mogen, maar een hulde aan een gebaar van
zelfverloochening, een hulde aan een zich op
offeren voor anderen.
Die geest van hulpvaardigheid, Sjef, heb
je eigeniyk altyd getoond sinds je als jongen
van zestien jaar mee ging naar Barends-
burg.
Zoo vond je het ook vanzelf sprekend, dat,
toen er moeliyke tijden aanbraken en je
ouders teruggingen naar Nederland, jy al
leen achterbleef in Spitsbergen, eenvoudig
omdat Je meende jullie groot gezin zoo op
de beste wyze te kunnen steunen.
Dat je dit in die eenzame jaren niet altyd
gemakkeiyk gevallen zal zyn, dat je in dien
tyd weieens de tanden op elkaar zult heb
ben moeten zettèn, ik kan het my levendig
voorstellen. Maar daarom is het mij ook een
zoo groot genoegen om, nu je met verlof te
ruggekeerd bent, je te kunnen vertellen, dat
inmiddels verschillende van onze Rotter-
damsche vrienden een plan hebben uitge
werkt om je uit de vrywillige ballingschap te
verlossen. Zij vinden nl., dat je weliswaar
getoond hebt, moed, volharding en uithou
dingsvermogen te bezitten, maar achten die
uitrusting niet voldoende om de moeiiyke
expeditie, die de Engelschen „struggle for
life" noemen, tot een goed einde te brengen.
Je uitrusting dient te worden gecomple
teerd met theoretische kennis. Dientenge
volge hebben onze vrienden gemeend, goed
te doen met het stichten van een studie
fonds, groot genoeg om je gedurende drie
achtereenvolgende jaren een uitkeering van
ƒ2400 per jaar te waarborgen. Hierdoor ge-
ruggesteund, zal Je dan in staat zyn om, in
wonende by je ouders, de studie van een vak
naar je keuze te voltooien, om zoodoende, op
zyn best uitgerust, den stryd met het leven
te kunnen aanvaarden.
wy zyn ervan overtuigd, dat je, gestaald
door de harde, maar krachtige leerschool, die
je in Spitsbergen hebt doorgemaakt, bezield
met den geest, dien je in de laatste maan
den getoond hebt, je zult weten op te werken
tot een hoogte, waarop wy allen en wel in
de'eerste plaats Je ouders, nog trotscher
zullen wezen dan wij vandaag reeds zyn.
Wij wenschen je van harte toe, dat dit
zoo zyn moge!"
Vervolgens bracht de Italiaansche consul
in de Fransche taal zyn dank over voor het
werk dat deze jonge Nederlander voor
spr.'s landgenooten heeft gedaan.
Verschillende personen complimenteerden
Sjef van Dongen nog.
Daarna werd Sjef in beslag genomen door
de aanwezige journalisten, aan wie hy van
zyn wedervaren vertellen moest,
i Met twee man, den 53-jarigen Deen Var-
ming en Van Dongen, negen honden en een
I vertrokken. Bij Kingsbay voegde kapitein
slee was de expeditie van Green Harbour
Sora zich bij de groep met een slee. Te
Kingsbay scheepten de mannen zich in op
de „Braganza", die hen naar Noord-Kaap
bracht. Daar begon de tocht op 18 Juni. Den
eersten dag moest Varming terugkeeren,
omdat hy sneeuwblind werd. Van Dongen
en Sora trokken verder. 23 Juni zagen zij
het laatste vliegtuig, alles was nog „wel
aan boord". Met een snelheid van 400 M.
per uur ging het verder. Gemiddeld wer
den tochten gemaakt van 17 uur per dag.
Op deze tochten werden het Brocheiland,
het Schiblereiland en de Ripseilanden on
derzocht. Niets werd gevonden. 4 Juli kwam
de expeditie op het Foyneiland. Er werd
nar Malmgren gezocht, die, naar later bleek,
daar nooit is geweest. Drie dagen aan één
stuk ging het daarna verder op zoek nar
Nobile, zonder slagen. Tot aan den hals in
het water. 11 Juli waren de mannen op het
eiland Foyn terug. 12 Juli voer de „Kras-
sin" voorby het eiland. Van Dongen trachtte
de aandacht te trekken. Geen resultaat. De
Krassin gaf geen antwoord en voer voorby op
6 4 7 K.M. afstand. Later omstreeks half
één 's morgens werden de mannen in
hun slaaptent gewekt door het geronk van
vliegmotoren. Drie vliegtuigen daalden in
het kleine stukje vry water voor het eiland.
„Dat waren brutale kerels!" zei Van Don
gen van de beide Finsche vliegers en den
Zweedschen piloot (Jacobson), die hem had
den gevonden. Toen de vliegtuigen eenmaal
gedaald warten, moest hals over kop opge
broken worden Het ys heeft een vaart van
10 K.M. Alles werd achtergelaten. De beide
mannen gingen aan boord en ze vlogen naar
Quest In drie uur tyds waren ze terug op
de plaats, die zy drie weken te voren met
hun sleden verlaten hadden.
De huldiging te Arnhem
Niet minder spontaan is Sjef te Arnhem
gehuldigd Onder luid gejuich, in een fraaien
stoet, heeft Sjef er zyn intocht gedaan. Heel
Arnhem was uitgeloopen om hem te begroe
ten.
De officieele huldiging had plaats in „de
Vereeniging" aan den Velperweg. Na ovaties
en fanfares sprak de waarnemend wethou
der, de heer B. Bakker, Sjef van Dongen
toe. Aan deze rede ontleenen wij het vol
gende:
„Mynheer Van Dongen!
Eigeniyk moest ik zeggen Sjef van Dongen,
want het Amhemsche, het Nederlandsche
publiek kan ik gerust zeggen, kent u niet
anders dan als Sjef van Dongen. Het is my
een buitengewoon aangename taak u in onze
stad welkom te mogen heeten. Ik ben het in
't algemeen eens met hen, die persoonsveree-
ring uit den booze achten, ik ben niet ge
neigd tot stedelyk, gewesteiyk of landeiyk
chauvinisme, maar heden ga ik volkomen
accoord met de Amhemsche burgery, die op
zoo ondubbelzinnige wyze heeft en nog zal
doen biyken, hoe zy het op prys stelt, welk
een groote eer zy het acht, dat gy straks
zult behooren tot de Amhemsche burgers.
Ik meen, dat zulks volkomen begrypeiyk is,
dat hier van misplaatste of overdreven per-
soonsvereering of van chauvinisme in een of
anderen vorm, geen sprake is. De ontvangst
welke u ten deel valt is zeker meer dan ver
diend.
Wy voelen nog altyd ons hart sneller
kloppen, dat wy „warm loopen" wanneer op
zoo ondubbelzinnige wyze als thans weer
eens blijkt, dat de oude ondernemingsgeest
en durf, nog niet zyn uitgestorven. Het is
geen chauvinisme af nationalisme, als in
zulk een geval wy met trots uitroepen:
Sjef van Dongen
Hollandsche jongen,
Hollandsche naam en Hollandsche aard
Hy 'is Holland's hulde waard!
Wat het beteekent te trekken over het
eeuwige ys, te zwoegen door de witte wil
dernis, wij weten het slechts uit de boeken.
Welk een ontzaglyke moed, welk een geest
kracht en taai uithoudingsvermogen er
noodig zijn om te worstelen door de een
zame woesteny, zonder leven, zonder bewe
ging wij kunnen het slechts bevroeden uit
de verhalen, die daarover tot ons zijn ge
komen.
Gy, Sjef van Dongen, die het gevaar ken-
det, die wist wat u wachtte in de treurige
woestheid van het ysveld te midden van ra
zende stormen en-snydende winden, gy hebt
geen oogwenk gea^zeld toen er menschen-
levens waren te redden. Gij wist beter dan
wy, dat de dood loerde aan alle zyden en in
velerlei gedaanten, maar gij wist van geen
weifelen. En hieraan heeft de wereld gezien,
wie gy zyt.
Geen winstbejag, geen zucht naar ydele
eer of roem, enkel het eenvoudig besef, dat
gy misschien hulp kon verleenen aan mede-
menschen in doodsnood, deed u zonder aar
zelen besluiten uw leven duizendmaal in de
waagschaal te stellen. Deze moed, die niet
het gevolg is van een enkel opgewonden mo
ment of opwindende gedachte, die er niet
op uit is levens te vernietigen, maar kalm
het zwaarste aanvaardt om levens te win
nen, deze moed, deze zelfverloochening is
het, die ons met diepen eerbied vervult.
't Is de bewondering voor deze daad, die
Arnhem's burgers spontaan deed besluiten
u welkom te heeten op bijzondere wyze, te
getuigen dat Arnhem er trotsch op is, dat gij
hier uw woonplaats zult hebben.
Ik eindig met den wensch, dat de tyd,
welke gij in Arnhem zult doorbrengen tot de
aangenaamste van uw leven mogen behoo
ren, dat ge lang een sieraad moogt zijn van
Arnhem's burgery en dat het u moge ge
geven zyn, nog veel te doen der mensch-
heid tot heil, tot vreugde van uw ouders en
vrienden."
Nadat de heer Bakker gesproken had, nam
de heer Vos van SteenwiJk het woord na
mens het huldigingscomité.
Deze bood namens de burgery een gouden
horloge met inscriptie aan. Vele geschenken
volgden nog, waarvoor Sjef in eenvoudige
woorden dankte.
Toen Sjef zich weer buiten vertoonde en
zich met zyn vader en moeder naar het
ouderiyk huis begaf, vielen hem ontelbare
hartelijke ovaties ten deel.
Naar men mededeelt, is op initiatief van
het schilderkundig Genootschap Pulchri
Studio een comité samengesteld, waarbij toe
traden de vereenigingen Arti en Amicitae,
St. Lucas de Haagsche Kunstkring en de
Bond van Nederlandsche Architecten met
het doel een passend gedenkteeken op te
richten voor den overleden schilder Jan
Toorop.
Te Zwolle lag aan het schuitenhuis der
Zwolsche Zeil- en Roeivereeniging het luxe
motorjacht „Netty", voerende de Kaagvlag,
van den heer Spierdyk, te Den Haag. De
familie, bestaande uit zeven personen had
met een stuurman eenige dagen op de
Overyselsche Vecht doorgebracht. Nadat het
benzine-reservoir in de machinekamer was
bygevuld, terwyi een petroleum-toestel
brandde in een klein keukentje in het ach
terschip, zag men rook en vlammen. De
eigenaar waagde zich nog aan boord om
papieren van waarde te redden. Het schip
werd los gemaakt, omdat het schuitenhuis
en andere jachten gevaar liepen. De chef
van de naby gelegen scheepswerf sleepte
het naar het eind van de Nieuwe Kade en
zette het daar met den steven aan den
grond, nadat hy vyf bussen benzine over
boord had geworpen. Toen echter bleek, dat
het benzine-reservoir zich in het branden
de achterschip bevond en dit 70 L. ben
zine bevatte, liet de hoofdinspecteur van
politie de omgeving ontruimen en werd met
een brandslang getracht het vuur te blus-
schen. Later kwam versterking, maar het
schip was zoo goed als uitgebrand. Ten ge
volge van de hoeveelheid water, die was
ingespoten, zakte het achterschip in de
diepte en gleed het voorschip van de zand
plaat. Door tydig een landvast uit te bren-
geix werd verhinderd, dat het geheel weg
zonk. Het jacht was verzekerd.
Een aantal eigenaren en gebruikers van
land in den Polder Nieuwkoop hebben een
adres gezonden aan den Minister van Wa
terstaat, waarin wordt aangedrongen om
den nieuw te maken Ryksweg Amsterdam-
Rotterdam om en by Nieuwkoop te projec
teeren langs de plassen door den Polder
Nieuwkoop en Noorden en niet langs den
ringdyk van den Polder Nieuwkoop.
Als voornaamste motief wordt aange
voerd, dat op vier km. afstand alleen in
dien Polder niet minder dan drie gevaar-
ïyke overwegen zullen komen.
Te Sliedrecht zyn gistermiddag naby de
Zaai, in het Merwedekanaal tydens het ba
den verdronken de 10-jarige T. de Raad en
de 11-jarige A. Gort. De lyken waren gis
terenavond nog niet gevonden.
Als tragische byzonderheid zij nog ver
meld, dat de moeder van eerstgenoemde
haar man en nog een zoon bij verdrin-
kingsgevallen heeft verloren.
Dezer dagen boomde een schipper, onder
invloed van sterken drank, een schuit langs
het Zieke en Pletterykade te 's-Gravenhage.
Langs beide kanten stond weldra een me
nigte menschen, want als de schipper aan
het einde van de loopplank was, kon hy
den vaarboom niet terughalen en stortte
halsoverkop in de vaart. Zwemmende wist
hy dan zyn vaartuig weer te bereiken. Ver
scheidene malen werd dit spelletje herhaald
en bereikte hy weer zwemmende zyn schuit.
Een toesnellende politieagent wilde er een
eind aan maken, maar de schuit kwam niet
dicht genoeg naar den kant. Eindelyk wist
een burger op de schuit te springen en nam
zelf den vaarboom ter hand, maar hy scheen
minder bedreven in de stuurkunst en stootte
dan tegen den kant van het Zieke of dreef
dan weer naar de overzyde.
Toen wist men van landzyde het meer
touw van de schuit te pakken en deze vast
te leggen. De doornatte beschonken schip
per werd nu onder hevig verzet door politie
en assistentie van burgers naar den politie
post Ryswijkscheplein overgebracht of liever
gedragen.
Het Belske; deze bynaam siert den man
in de bevolkingsregisters van Tilburg
evenwel als d. Z. ingeschreven die van de
halte Poppel aan de Belgische grens naar
Tilburg wilde. Hy koos daarvoor de autobus,
bestuurd door V. Deze chauffeur bemerkte
evenwel dat „het Belske" eenige flesschen
spiritualiën onder zijn kleeren verborg en
weigerde hem te vervoeren, wyi hy zulks te
riskant oordeelde met het oog op de douane.
Het Belske drong aan, beweerde, dat hij
r.og vóór de grens wilde uitstappen en er
dus van smokkelpogingen geen sprake kon
zyn. Eenmaal in de bus toegelaten weigerde
de man contante betaling. Uit het rytuig
verwyderd, ging hy op de treeplank zitten,
zoodat de chauffeur, die inmiddels moest
wegryden, ten slotte maar de motor aan
zette. Hij beloofde „het Belske" nochtans,
dat hy vóórhet douanekantoor zou stoppen
en deed dit ook met het gevolg, dat eenige
verheugde kommiezen den clandestine^ ver
voerder-busreiziger vier flesschen jenever
ontnamen en hem van zyn zesde proces
verbaal in 1928 voorzagen.
Te Dordrecht zyn in ondertrouw opgenomen
een bruidegom 83 jaren oud, en een bruidje
van 69 jaren
Op den straatweg Utrechtde Bilt is een
uit een ernstige hoofdwonde bloedende be-
wustelooze man gevonden. Dr. Mayer ver
leende de eerste hulp en beval overbrenging
naar de Ryksklinieken. De vermoedeiyke
oorzaak van het ongeval is, dat de wielry-
der door een hem tegemoetkomenden auto
verblind werd door het uitstralende licht.
Temidden van den wirwar van de duizenden
auto's uit allerlei provinciën, uit allerlei lan
den zelfs, die Zondagmiddag op het Stadion
plein te Amsterdam bezoekers aanbrachten
officieren in kleurige uniformpakjes,
Olympische kanfpioenen bewogen zich
ook wagens, waarin gezanten van buiten-
landsche mogendheden zaten. Deze auto's
hadden voorrang en de chauffeur had een
passe,file. Nu schynt, zoo vertelt het Hbld.,
de passe-file van den Japanschen gezant in
een „wilde" taxi te zyn blijven liggen. De
chauffeur vond het ding en heeft er gebruik
van gemaakt, om in korten tijd heel wat
„vrachtjes" te verwerken.
Totdat de politie een einde aan de grap
maakte.
De twintigjarige W. J. Sielen uit Kerkrade
is op een wandeling onder de gemeente Her.
zogenrath (Duitschland) door een passeeren-
den trein gegrepen en gedood.
Te Best is het Belgisch militair vliegtuig
O. L. no. 50 by een noodlanding over den
kop geslagen en vry ernstig beschadigd. De
bestuurder, die bewusteloos was geraakt,
kreeg slechts eenige schrammen.
Dezer dagen heeft te Arnemuiden een
6-jarig dochtertje een met hagel geladen
buks, die niet behooriyk was weggezet, in
handen gekregen en afgetrokken, waarby zy
haar 3-jarig broertje in de wang schoot, de
kleine moest in een ziekenhuis worden op.
genomen.
Te Rotterdam is de 57-jarige timmerman
J. 't Hart, op den Rotterdamschen Ryweg,
even voorby den Tol, van Overschie aange
reden door een luxe-auto uit Hillegersberg.
De man bekwam een ernstige hoofdwonde
en een hersenschudding en werd naar het
ziekenhuis overgebracht.
Na eenige uren is hy aan de verwondingen
overleden.
In de „Times" doet de bekende scheep
vaartmagnaat lord Inchcape met instemming
mededeeling van een telegram, dat hy ont
vangen heeft van den heer Georges Bonnet,
den vice-voorzitter van de Suez-Kanaal
Maatschappy, over het moeiiyke werk, dat
de Nederlandsche sleepbooten volbracht heb-
ben door de beide deelen van het groote dok,
voor Singapore bestemd, zonder moeiiyk-
heden door het nauwe Suez-kanaal te lood
sen.
De heer Inchcape constateert, dat de
scheepvaart maar geringen last ondervonden
heeft van het stopzetten van de doorvaart
en hy wenscht al dengenen, die by dit moei
iyke werk betrokken zyn geweest, geluk met
het slagen er van.
De twintigjarige knecht van den landbou
wer L. Hofkamp, te Ubbenaar (Dr.), die met
groote snelheid op zyn motorrywiel op den
weg tusschen Zijen en Ubbenaar reed, is er
af geslingerd en onmiddellijk gedood.
De Dam te Amsterdam is gistermiddag om
twee uur in rep en roer gebracht door een
autobotsing die in een brandje overging.
Tegen twee uur gebeurde het, zoo meldt
het „Hbld.", dat een huurauto, komende
van den Dam, op den hoek bij de Bijenkorf
plotseling moest remmen om een botsing met
een vrachtauto te voorkomen. Een andere
auto reed onmiddeliyk achter eerstgenoemde
en door het plotseling remrtien botsten beide
tegen elkaar aan, waarby of door kortslui
ting of door het ontstaan van een vonk op
een of andere wyze, de benzinetank van den
lsten auto in brand vloog. Aan blusschen viel
natuuriyk niet te denken, de auto stond in
een oogenblikE in lichte laaie en een zeer
dikke en zwarte rook steeg van den branden
den wagen op, zóó erg, dat Dam-wandelaars
konden meenen dat in de Byenkorf brand
was uitgebroken.
De brandweer verscheen met een motor-
spuit op de plaats der vernieling en spoot
'den brandenden wagen vol met water, zoo
dat in enkele minuten de vlammen gesmoord
waren. Ook de tweede auto was inmiddels
gaan branden, doch dit vuur was spoedig
gebluscht, zoodat slechts voorbanden bezwe
ken en de motorkap beschadigd werd.
De eerste wagen brandde geheel uit en le
verde een droevig schouwspel. Het talryke
publiek, dat uit heel de omgeving was toe
gestroomd om te zien wat er gebeurde, vond
het echter een prachtige vertooning.
Het tramverkeer ondervond door het auto
brandje eenige vertraging. Menschen werden
niet gewond. De eerste auto bracht eenige
treinreizigers naar het C. S., die met hun
bagage de wyk konden nemen. Ook de auto
bestuurders kwamen er zonder ongelukken
af.
Te Voerendaal is uitgebrand de electrisehe
houtzagery van den heer H. J. Eurlings. Een
typische byzonderheid is het dat de brand
ontstond in het depót van brandweermate
riaal, dat in een deel van de werkplaats waa
ondergebracht. Desniettemin slaagde de Voe-
rendaalsche brandweer er in het woonhuis
gedeelteiyk te behouden. Verzekering dekt de
schade.
Bij Meppen naby Coevorden maakte gis
teren het postvliegtuig No. 1016, op weg van
Hamburg naar Amsterdam, een noodlanding
welke zonder ongelukken verliep. De post
werd naar het postkantoor gebracht, De
passagiers, een dame en twee heeren, namer
den trein naar Amsterdam