DE WAERELD ROND TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - VRIJDAG 17 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 1 II 1 «J "M ',V- X - f i* ,ï.:Sï Op het voornaamste plein van Constantinopel is met groote plechtigheid een standbeeld van Kemal Pasha onthuld. Een groote menigte woonde de onthulling bij. DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE OPIUMCULTUUR IN CHINA. Op de laatste zittingen van het Opium- comité van den Volkenbond te Genève, weidde men uit over de opiumproductie en het opiumverbruik in China. Een document werd overgelegd, wat aanleiding gaf de ver antwoordelijkheid van het opiumverbruik in China op rekening der vreemdelingen te stellen en niet op China zelf. Niettegen staande dat komen er uit alle deelen van China opnieuw berichten binnen die van eren uitgestrekte opiumteelt melding maken, ten einde er belasting ten voordeele der Regeering van te kunnen trekken. Van den anderen kant verklaart Mr. Chao, Chineesch vertegenwoordiger op de Conferentie van Genève. dat de Chineesche Regeéring voortgaat met den opiumverbouw te verbieden. Hij wilde wel toegeven dat ,bij het doen nakomen van deze bepaling van een zekere zwakheid sprake was, maar hij merkte tevens op, dat China niet zijn eigen baas is, en dat het onder andere de menschen, die vergunning tot het aan- kweeken hebben even goed als de vreem delingen te bestrijden heeft. Mr. Chao ves tigde de aandacht op het feit, dat in het I binnenland van China alles wat vreemde-1 ling is óf missionarissen óf kloosterlingen l zijn. Aangezien deze zich niet met opium-' puituur bezighouden, bestaat in het bin nenland geen enkele controle over deze kwestie. Toch melden de rapporten uit het bin nenland dat de opiumcultuur niet alleen veroorloofd maar zelfs gedwongen is door de plaatselijke besturen. Er worden belas tingen opgelegd, en het gouvernement is de meening toegedaan dat het beste middel om die te doen betalen de cultuur van opium is. In iedere onder-prefectuur bestaat een formeele belasting op de opium, die van 5 tot 8 Chineesche dollars voor iedere „mow" (600 vierkante meters) bouwgrond varieert. Ieder die een opiumpijp bezit betaalt een belasting van drie Chineesche dollars per maand om verlof tot rooken te bekomen. Het is de belasting, zegt men, die de oorzaak is van het opiumkweeken. Om een voorbeeld te noemen: In 1924 bestond in geheel Noord-Ankwei geen enkele papaver plant. In 1928 waren er honderden „mows" met opium. De opbrengst van een „mow" staat ongeveer gelijk met drie kilo opium en d emarktprijs bedraagt tot een dollar per 70 gram. Ankwei, dat wij hier als voorbeeld aan halen, is gelegen in de Yangtse-vallei, in Midden- en Oost-China. BIJ AFRIKAANSCHE VUURDANSERS Een Engelschman die bij de Wakimbu- vuurdansers van Tanganjoka getuige is ge weest van de uitvoering van een wilde Mchawi-moto of vuurtoovenarij, vertelt het volgende over zijn daarbij opgedane in drukken: Een reusachtige bos droog rijshout werd aangestoken en terwijl deze tot een ware hel van vuur werd, zochten de Wakimbu in een bosch in de buurt naar tooverkruiden. Zij brachten handen vol groene blaren' mee, die zij kauwden en waarmee zij zich, als met een soort groene zalf insmeerden. Ver volgens sprongen zij onder geschreeuw in de oplaaiende vlammen, die een wijden vonkenregen verspreidden, waartusschen men menschelijke ledematen zich, in krampachtige houdingen, zag bewegen. Uit de rood-zwarte chaos van de vlammen en de rook dook van tijd tot tijd een der dan sers op, trok 'n gloeienden tak uit het vuur en streek deze langs zijn lichaam, beet het rood-gloeiende eind er af en spuwde dit kalm weer uit; daarop verdween hij weer in de hel van vlammen. Tien minuten later was het vuur uitge danst en nu kwam het hoofdnummer van de Wakimbu. De dansers groeven een gat, zoo groot, dat een man er met hoofd en schouders in kon, vulden dit met steenen en wierpen er dan vuur op. Vervolgens, gedurende een korte pauze, waarin de oppertoovenaar zijn jachtmes voor en achter door zijn arm stak, zonder dat een druppel bloed te voorschijn kwam werd onder de snel verwijderde asch een hoop roodgloeiende steenen in het gat zichtbaar. Nu wierp zich de groote toovenaar op den grond, woelde met zijn hoofd in het gat, terwijl zijn kameraden aarde en asch od hem wierpen, tot zijn hoofd en schouders geheel er onder verdwenen waren. In deze houding bleef hij 27 minuten zon der zich te bewegen. Plotseling gingen er impulsieve sidderin gen door zijn geheele lichaam, de toeschou wers sprongen op hem toe, groeven hem uit en haalden een schijnbaar dood lichaam te voorschijn. Pogingen tot opwekking van de levens geesten schenen geen gevolg te hebben, adem en polsslag hadden opgehouden. Maar eensklaps sprong de „doode" op. stiet een wild gekrijsch uit en begon met zijn vrienden onder schril gelach in een dans rond te wervelen. Een half uur later had zich de heele troep vuur-aanbidders ge metamorfoseerd in vreedzame pakjesdra gers van de blanken. Hoe is deze vuur-tooverij mogelijk ge weest? Door de kracht van de wonderdoende Dawa, zeggen zij. Maar zij willen niet zeg gen. uit welke deze bestaat. Dat is het geheim van" de Wakimbu. DE MINNEBRIEF Om nu op mijn meermal'en aangehaal de gevoelens voor u lieve juffrouw, terug te komen, zou ik in het belang der goede orde willen vaststellen: le. dat ik zonder u, van den datum poststempel af, niet meer kan leven: 2e. dat ik voor dé waarheid mijner gevoelens getuigen kan bijbrengen; en 3e. dat ik bepaald op uwe vriendelijke toestemming, betreffende een huwelijk, re ken, met welk doel ik voor uw gemak een ppstzegel Insluit, Vijfde kolom MISSIE EN WETENSCHAP Wereldberoemd zijn de onderzoekingstoch ten van den Duitschen geleerden Freiherr Von Richthofen in China. Nog slechts enkele tientallen jaren geleden kreeg hij een waar- digen opvolger in Pater Licent S. J. In Mei van dit jaar waren de onderzoekingen en het werk van den geleerden Jezuïet geëin digd. Toen werd n.l. het natuurhistorisch museum te Tientsin, dat toebehoort aan de Hoogeschool der Jezuïeten aldaar, plechtig geopend. Alle naties, die in Tientsin verte genwoordigd zijn, waren aanwezig om den geleerden missionaris en onderzoeker te hul digen en zijn werk te bewonderen. De na- tuur-historische verzamelingen van het nieuwe museum „Hoarig Ho-Pai-Hoi" zijn de vrucht van zijn expeditiereizen gedurende 59 jaar in Noord-China. Pater Licents onderzoekingsrelzen zijn veruit de belangrijkste die ooit in China ondernomen zijn Behalve de naaste omge ving bepalen zij zich tot het Noorden van het Reuzenrijk, d.w.z. tot het stroomgebied van de Gele Rivier in Zuid-Mongolië en Oost-Tibet, een gebied, dat nog slecht be kend is. Er zijn onderzoekingen gedaan op allerlei gebied; geographie en geologie, zoö logie, botaniek en palaeontologie (over ver steeningen van uitgestorven dieren), waren de voornaamste; maar ook over volksleven en talen werd een reeks waarnemingen gedaan. Men besteedde groote aandacht aan handel, industrie en akkerbouw; het doel is immers niet alleen veel te weten te komen omtrent Noord-China en zoodoende iets bij te dragen voor de wetenschap, maar vooral om mede te helpen aan het aanboren van nog onbe kende hulpbronnen voor de economische welvaart van het land. Er zijn geen expeditiereizen en onderzoe kingen voor den duur van eenige jaren op touw gezet. Het gaat hier om een onderne ming, die van zeer langen duur zal zijn ea waarvoor het zoo pas geopende museum te Tientsin een belangrijk steunpunt zal zijn- Tot nu toe heeft Pater Licent op zijn onder zoekingstochten een afstand afgelegd vaa 35.000 K.M., wat ongeveer de lengte van den equator ls. Als het uitkwam werd er gebruik gemaakt van den spoorweg; meestal ging het echter te voet of op rijdieren. Het ge beurde wel eens dat Pater Licent een kara vaan van 83 kameelen of 30 muildieren bij zich had. Deze grootsche onderneming, waarmede Pater Lincent vasthoudt aan de traditie der oude Jezuïetenmissionarissen van China, he- wijst opnieuw, hoe de kerk naast allen Mis sie-arbeid en in de nauwste verbinding met haar, tijd en kracht vindt, om de wetenschap te dienen. Pater Licents werk zal er toe bij dragen, om het Katholicisme in hoog aan zien te brengen bij de Heidensche geleerden van China. LOGICA Marietje was dikwijls ondeugend gewees en eens toen ze buitengewoon lastig was ge weest zei haar moeder, die hoopte daarmee tenminste indruk te maken; Weet je wel. dat als jij zoo stout blijft; je kinderen ook zoo stout zullen zijn? O moesje! riep het kind triomfantelijk, wat heb Je je au verraden I De belangstellenden waren velen, die Sjef van Dongen bij zijn aankomst in Nederland wilden zien en hem hartelijk toejuichten Sjef van Dongen, die deelgenomen heeft aan de redding van de Italia-bemanning, met jajn moeder na aankomst te Rotterdam. De Zeereerw. Heer J. P. Huibers, pas toor van O. L. Vrouw van Altijdduren- den Bijstand te Amsterdam, die tot Deken van Hoorn Is benoemd. f' P - «v; st/éï f:~m li»»'s V 'v '--y - c V';:V Een der jonge leeuwen uit het Strass burger circus, dat van Zaterdag tot Dc Romar, bestemd voor den dienst over den Oceaan, is het grootste vliegtuig van de wereld. Op de vleugels kunnen honderd menschen staan. Maandag a.s. In Beverwijk optreedt,, die den heer Petersen, den bekenden leeuwentemmer door speelschheld bloedvergiftiging bezorgde, wordt thans door deze dame met zachtheid in slaap gewiegd. Een Spaansch en een Amerikaansrh schip kruisen over den Oceaan om te zoeken naar het jacht „Azara", dat Is gestart voor den Alphonso-cup-wedstrijd over den Oceaan; tot nu toe heeft men echter niets van het jacht gehoord of gezien. Een ongeluk wordt gevreesd. Leden van de Fransche Marine en van het Lnchtvaart-korps dragen bloemen achter de lijkbaar van den bekenden Franschen vlieger M. Drouhtn, die te pletter viel bij een proefvlucht met zijn Oceaan-vliegtuig, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 5