Gemeng
Nieuws
EERSTE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
MAANDAG 20 AUGUSTUS 1928
BLADZIJDE 3
BINNENLANDSCH NIEUWS
De afwatering in Westelijk
Noord-Brabant
De Leidsche Hout
UIT ONZE OOST
Nieuwe indeeling van
het jaar
Gevolg van anti-Japansche
boycot
Krokodillenleer
Politie-agent-aanran der
In verband met de ramp
van Paloeweh
SOCIAAL LEVEN
Het conflict in de Textiel
industrie te Hengelo
De Pensioenraad
Het „kwartje van Kan"
De tewerkstelling van
werkloozen in Vriezenveen
POSTZEGELNIEUWS
Philatelisten - loketten op de
postkantoren
Een stal met 5 Paarden
door het vuur vernield
Een ongeluk in de bergen
Met het groote dok op sleep
naar Singapore
Droevig ongeluk op een
sportterrein te Rotterdam
Door een koe aangevallen
Verdronken
Arme kleine
De ontvoerde Nederlandsche
Consul
De ziektegevallen aan boord
van de Insulinde"
Een zonderlinge geschiedenis
Ter belooning
LUCHTVERKEER
Het vliegtuig, dat zichzelf
stuurde
RADIO-NIEUWS
Katholieken naar en van Indië
RADIONIEUWS.
De K. R. O.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
De aardappeloogst in
Frankrijk
Stand der gewassen in
Engeland
Het gewicht der kipeieren
De suikerbieten
Thans is verschenen het voorloopig rap
port omtrent de verbetering van den Wa
terstaatstoestand der landen rondom Roo
sendaal, samengesteld door het adviesbureau
voor Civiel-Ingenieurswerken te Den Haag
en het Rijksbureau voor Ontwatering.
Om in den onhoudbaren toestand van de
ontwatering van het gebied rondom de ge
meente Roosendaal en Nispen en aangren
zende gemeenten een definitieve en deugde
lijke oplossing te brengen, werd indertijd
aan den wethouder voor Sociale Zaken der
gemeente Roosendaal, den heer J. Ridders,
door het college van B. en W. opdracht
gegeven deze materie grondig te bestudee-
ren en uit te werken. Genoemde wethouder
belastte met een technisch onderzoek het
Adviesbureau voor Civiel-Ingenieurswerken
en vermocht tevens de medewerking te ver
krijgen van het Rijksbureau voor ontwate
ring.
Het thans verschenen rapport met groote
zorg samengesteld, geeft een zeer volledig
beeld van den toestand.
Als gevolg van de ontginning van groote
oppervlakten woeste gronden, het rooien
van bosschen eft het verbeteren van water
gangen in het stroomgebied van de Molen
beek en de Eldersche Turfvaart, hoofd
zakelijk in België, ondervinden de landen
rondom Roosendaal en de oeverlanden van
deze waterloopen steeds meer overlast van
overstrooming in tijden van grooten regen
val.
Met de uitvoering der voorgestelde ver-
beteringswerkén wordt beoogd dien water
overlast op te heffen.
Het is dan ook te verwachten, dat in de
toekomst, als gevolg van de steeds verder in
uitvoering komende ontginningen, de over
stroomingen grootere uitgestrektheid zullen
innemen, tenzij de noodige verbeteringswer-
ken ter hand genomen worden.
De totaalkosten van het werk komen
overeen met een bedrag van ongeveer 20.
per H. A., omgeslagen over het grondgebied,
dat er mede zal worden gebaat.
Naar de „Msb." verneemt, zal in de eerst
volgende vergadering van den Leidschen ge
meenteraad aan de orde komen een voor
stel van B. en W. van Leiden om de gron
den, welke bestemd zijn voor den aanleg van
het wandelbosch, de Leidsche Hout, aan de
stichting van dezen naam, in erfpacht te
geven.
Met de draineering en andere voorberei
dende maatregelen hoopt het bestuur met
September reeds een aanvang te maken.
Het ligt in de bedoeling, die werkzaam
heden te doen verrichten bij bijze van pro
ductieve werkverschaffing, door werklooze
arbeiders.
Het ligt in de bedoeling, dat het gedeelte
van den grond, dat het meest nabij de stad
ligt, het laatste voor den aanleg aan de beurt
zal komen.
Aneta seint uit Buitenzorg: Het Departe
ment van Landbouw, Nijverheid en Handel
heeft een zeer uitvoerig rondschrijven gericht
tot de Handelsvereenigingen waarin omstan
dig het voorstel van den Volkenbond wordt
uiteengezet tot nieuwe indeeling van het jaar
In dertien maanden, door middel van in
schuiving van een nieuwe maand, genaamd
Sol. Het departement verzoekt de handels
vereenigingen haar oordeel over dit voorstel
kenbaar te willen maken, alsmede over de
eventueele invoering dezer nieuwe indeeling.
Te Makassar is, naar Aneta meldt, de eer
ste terroristische daad in verband met den
boycot der Chineezen van Japansche waren
voorgevallen. Een Chineeschen winkelier, die
Japansche goederen verkocht, werd door een
rasgenoot een oor afgesneden.
De grootste vijand van den mensch op
Borneo is wel de krokodil; honderden per
sonen vallen jaarlijks als slachtoffers dezer
lugubere dieren. Daarom dient er eens een
flinke opruiming onder hen gehouden te wor
den, meent de „Borneo Post".
Dit kan gebeuren, daar zoowel in Europa
als Amerika groote vraag is naar krokodillen
leer, waarvan de tasschen, koffers etc. ver
vaardigt. Enkele jagers, o.a. de heer Johler
d' or, die in 14 dagen 118 krokodillen schoot,
leggen zich op deze jacht toe, zij hopen er
een bestaan in te vinden, en doen tevens een
voor dit land nuttig werk.
Eigenlijk behoorden de jagers van het gou
vernement een premie te ontvangen voor
eiken door hen gedooden krokodildit
vragen zij evenwel niet; hetgeen ons even
wel wenschelijk voorkomt is, dat het gou
vernement deze jacht aanmoedigt door b.v.
geen uitvoerrecht op krpkodillenhuiden te
heffen, althans een gering recht en niet zoo
als het nu doet, n.l. door idioot hooge uit
voerrechten den export van huiden mogelijk
te maken en daarmedede menschen ver
slindende krokodillen, die op meerdere plaat
sen een wanhopige plaag voor de bevolking
zijn, in bescherming neemt.
De plaatselijke handelswaarde van een on-
geprepareerde krokodillenhuid varieert van
7.50 tot 15.al naar gelang van de
grootte en onbeschadigdheid. Een kroko
dillenvel weegt 15 a 20 K.G.
Nemen wij als gemiddelde een gewicht van
16 K.G. aan, dan taxeert de. douane de on
geveer 10.12.50 piaatselijke han
delswaarde op eene exportwaarde van vier
honderd, daar zij ongeprepareerde kroko-
dillenhuiden op 25 gulden per K.G. taxeert
en over deze fancytaxatie rechten eischt.
Inderdaad een afdoende „dierenbescher
ming" zeer ten nadeele van de bevolking.
Een maand of zes geleden had op den
Bragaweg, juist toen een zware regenbui,
die omstreeks zeven uur 's-avonds neer-
plaste, was geluwd en de menschen zich
weer begonnen te bewegen lang de zaken,
een brutale aanranding plaats, lezen wij
in het A. I. D.
Mevr. M. C., een Duitsphe dame, zag
zich voor toko Schlahmilch plotseling haar
handtasch ontrukt door een inlander.
De tasch bevatte 55, een gouden pot
lood, een zakdoek, een mortemonnaie en
een doos toiletpoeder.
Aanstonds zetten drie miliciens, die van
den brutalen diefstal getuige waren, den
dief achterna door Gang Coorde en een
woeste jacht ontstond, tot de kerel in
Gang Spaarbank werd gepakt.
Een der miliciens had het geluk de tasch
terug te vinden, ongeschonden en wel. Te.
vens vond hij echter het legitimatiebewijs
van den dader, die dat inderhaast méé
weggegooid had.
Niet onvermakelijk is, hoe hieruit bleek,
dat de aanrander, die Achmed heette, in
het bezit was van een aanstelling tot
agent van politie 1ste klas.
Verder bleek uit de gevonden papieren,
dat de man kassier was van een voetbal
club, getuige een aantal kwitanties. De
politie-agent tevens aanrander 1ste klas,
die zich wist los te rukken, werd weder
opgevat.
De landraad heeft den politie-agent.
aanrander tot één jaar gevangenisstraf,
met aftrek van de preventieve hechtenis
veroordeeld.
Naar de correspondent van de Daily Tele
graph te Allabahad meldt, is de zee bij Al-
leppo in de provincie Travancore aan de
westkust van Voor-Indië een mijl terugge-
loopen, waardoor alle schepen op het droge
kwamen te liggen en men overal op de mod
der doode visschen en zeeslangen zag liggen.
Dit ongewone verschijnsel wordt toegeschre
ven aan een aardbeving, dezelfde waar
schijnlijk, die ook het Nederlandsch-Indische
eiland Paloeweh getroffen heeft. Verschei
dene jaren geleden heeft men op de kust van
Travancore iets dergelijks gehad, gelijktijdig
met een uitbarsting van den Krakatau.
De Zaterdagmiddag gehouden conferentie
tusschen de directie van de Kon. Weefgoe-
derenfahriek te Hengelo (O.), de vertegen
woordigers van den patroonsbond en van
staaksters en de leiders van de staaksters en
den rijksbemiddelaar, oud-minister van
IJsselsteijn inzake de staking aan genoemde
fabriek heeft geen enkel resultaat opgele
verd. Door geen der partijen zijn bemidde
lingsvoorstellen gedaan.
Het verslag over 1927
Thans is verschenen het verslag van den
Pensioenraad over 1927. Het volgende wordt
eraan ontleend:
Het aantal geneeskundige keuringen be
droeg in 1927: 1235, waarvan 948 tot pension-
neering geleid hebben.
De raad verleende in het afgeloopen tijd
vak 800 ouderdomspensioenen 1.282.446
335 vervroegde ouderdomspensioenen 429.474
gulden, 946 invaliditeitspensioennen 1.225.182
gulden, 42 verhoogde invaliditeitspensioenen
89.691 gulden, 92 wachtgeldpensioenen 53.274
146 uitgestelde pensioenen 228.579, 3 minis
ter-pensioenen 14.000, 1376 weduwen-pen
sioenen 1.284.778 gulden en 611 weezenpen-
sioenen 321.880 gulden. Totaal 4456 pen
sioenen 4.929.304 gulden.
In 1927 is een aanvang gemaakt met het
instellen van een nauwgezet onderzoek bij
sommige gemeentebesturen naar de juist
heid der betaalde pensioensbijdrage. Hoewel
op 31 December een aantal zaken nog loo-
pende was, kon reeds worden geconstateerd,
dat eenige kleine gemeenten over het tijd
vak van 1 Juli 1922 tot 1 Januari 1927 bedra
gen, varieeren tuschen 500 en 5000, te
weinig aan bijdragen voor eigen- en gezins
pensioen hebben betaald. Gezien de ernst van
deze aangelegenheid zal op den eenmaal in
geslagen weg worden voortgegaan, en worden
overwogen hoe door het nemen van maatre
gelen tegen dit euvel kan worden opgetreden.
Omtrent de aanvrage van verschillende
vervenersbonden aan den Minister van Bin-
nenl. Zaken en Landbouw, mr. Kan, om tot
invoering van het z.g. „kwartje van Kan", den
toeslag op de turfprtjzen, weder over te gaan
vernemen wij, dat de Minister dit verzoek in
handen gesteld heeft van de commissie van
advies inzake versnelde veenafgraving, waar
van het voorzitterschap wordt bekleed door
den directeur-generaal van den arbeid, den
heer Zaalberg. Deze commissie komt Donder
dag 23 dezer bijeen en zal, op verzoek van
Minister Kan, in die vergadering tevens ont
vangen den burgemeester der gemeente Em-
men en de vertegenwoordigers der verveners
bonden.
Op het Departement van Binnenland-
sche Zaken en Landbouw is een bespreking
gehouden tusschen de vertegenwoordigers
der landarbeidersbonden en de heeren mr.
M. A. Harders, secretaris-generaal van het
Departement en Meer de Vries, rijksinspec
teur voor werkverschaffing in algemeenen
dienst, inzake de werkloosheid onder de
veenarbeiders in de gemeenten Den Ham en
Vriezenveen.
Op verzoek van den Minister van Binnen-
landsche Zaken en Landbouw, mr. Kan, zal
de heer De Vries in het begin dezer week
een bespreking hebben met de beide ge
noemde gemeentebesturen, welke, indien
omtrent den financieelen opzet overeenstem
ming wordt verkregen, in de gelegenheid zul
len worden gesteld, werkloozen te plaatsen
bij de van Rijkswege gesubsidieerde werken
in het waterschap De Regge.
Het hoofdbestuur der posterijen en tele
grafie deelt mede:
Het aantal postkantoren, waar op gezette
tijden een loket voor den verkoop van post-
waarden aan verzamelaars geopend is, wordt
wederom met een tweetal kantoren uitge
breid, n.l. Goes en Maastricht.
Te beginnen met 18 Augustus a.s. zal te
Goes op den derden Zaterdag van elke
maand van 15 ]417 uur en te Maastricht
op den eersten en derden Zaterdag van elke
maand van 15—16 uur een dergelijk loket
geopend zijn.
Het was zoo prettig begonnen: een on
schuldig kinderspelletje op het binnen
plaatsje tusschen den paardenstal en de
karrenbewaarplaats, welke ligt in de Eerste
Jan Steenstraat 90 te Amsterdam. Daar lag
hooi, dat de paarden zouden moeten eten;
daar konden de vijf kinderen, die nog niet
eens den schoolleeftijd hadden bereikt, zoo
prettig spelen, verstoppertje.
Maar daar kwam een van die kleinen op
de gedachte, dat hooi zoo lekker kan bran
den; kinderen denken immers niet na. Daar
waren lucifers, daar was een hoopje hooi.
Dat knetterde en dat rookte; Fijn! Maar
het vuur, dat soms te sterk is voor men-
schenhanden, laat zich niet bedwingen door
een kind. Het vrat door, meedoogenloos,
tot al het hooi, dat verder af lag, brandde.
Angstig vluchtten de kinderen werg, gil
lend, nog tijdig door de wagenbergplaats
om de eigen lijfjes te redden; Op het plaatsje
woedde het vuur door, de vlammen lekten
aan de houten wanden van den stal, waar
in de vijf paarden stonden, vier trekdieren
en één kostbaar rijpaard. Daar stonden de
beesten, rukkende aan de halsters, om toch
weg te komen uit de vuurzee, onder hun
hoeven knetterde het stroo, een verstikken
de rook vulde den stal. Geen mensch ver
mocht door het vlammengordijn de dieren
te naderen, de haren schroeiden. Hopeloos
streden de paarden in een onbewusten
drang tot zelfbehoud voor hun leven.
Stoere brandwachts waren in 't wagenhuis
gekomen, waar de voertuigen reeds brand
den.. De dappere mannen dringen vooruit,
dwars door de vlammen, naar de paarden.
Maar hun hulp, hoe spoedig ook verleend,
baatte niet meer. In den bedwelmenden rook
waren de vijf dieren gestikt. De brand
wachts vochten voort, om te voorkomen,
dat het vuur nog meer schade zou aan
richten, want reeds brandden de veranda's
aan eenige achtergevels op het plaatsje.
De brandweer overwon. In den stal, niet
veel meer dan een hoopje smeulend hout,
doofde het vuur. Daar lagen, in droeve el
lende de paarden-lijven. En verder, in de
bewaarplaats, op straat ook, stonden de
verkoold'3 voertuigen, twee sleeperswagens,
een huifkar een paar handkarren, een
fiets. En daartusschen, even als een herin
nering aan die arme kinderen, die in hun
onnadenkendheid zooveel leed hadden ge
bracht, een vernielde autoped.
De gebruiker van den stal, de heer L. P.
Meyer, was Juist uit, toen in vlammen en
rook zün paard en de vier dieren, welke aan
zijn zorgen waren toevertrouwd, den dood
vonden.
Op straat verdrongen zich de nieuwsgie
rigen, om toch vooral niets te missen van
dit wrange leed van mensch en dier.
Hbld.
Een Nederlandsche familie aan een groot
gevaar ontsnapt.
Op den Fernpass tusschen Partenkirchen
en Lermoos (Oostenrijk) is den heer van
Wermeskerken, die per auto met zijn familie
op reis naar St. Morltz was, een ongeluk
overkomen.
Een plotselinge wolkbreuk wierp, naar
men aan de „Msb." schrijft, van den berg
wand langs den pas een. geweldige massa
water omlaag, vergezeld van een massa „Ge-
röll", waardoor de auto op den weg gegre
pen werd juist naast een afgrond en waar
door tegelijk een gedeelte van den weg werd
medegespoeld.
Door het vast aanhalen van de remmen
en het feit, dat de steenen van het Geröll
allereerst zich in de wielen vastzetten, bleef
de auto op den afgebrokkelden weg staan.
Het gelukte den heer van W. zijn vrouw en
daarna zijn dochter uit den auto te dragen
door de beek, die in enkele oogenblikken tot
een zwarte modderrivier gestegen was. En
kele o«genblikken daarna was de geheele
auto onder het steeds aanrollende gesteente
zoo goed als bedolven.
Doordat zich over den auto een steenheu
vel vormde, kon deze op den weg blijven
staan. Automobilisten, die ook den Fernpass
overkwamen en een aantal arbeiders, die
telefonisch door het douanekantoor, dat
daar vlakbij gelegen is, waren opgeroepen
hielpen daarop om den auto, toen de groot
ste kracht van het water voorbij was, te be
vrijden. De wagen had door het gesteente
alleen uiterlijke schade gekregen, terwijl oolj
een deel der bagage, welke niet meer kon
worden in veiligheid gebracht, schade kreeg.
Eenzelfde ongeluk overkwam den post
auto aan de andere zijde van den berg, bij
Plan See. Ook hierbij kwamen geen per
soonlijke ongelukken voor. De pas was ver
der den geheelen dag voor autoverkeer ge
sloten, terwijl de wagen van den heer W.
naar Partenkirchen moest worden terugge
sleept.
Een landgenoot te Port Said schrijft d.d.
6 Augustus aan de N. R. Crt.
De nadering van het dok der Engelsche
regeering, dat door Nederlandsche sleepbooten
naar Singapore zal worden vervoerd, had te
Port Said reeds lang te voren allen die bij de
scheepvaart betrokken waren, in spanning ge
bracht. De Compagnie du Canal had groote
voorbereidingen getroffen, opdat de vaart
door het Kanaal van Suez zoo min mogelijk
oponthoud zou veroorzaken. Het feit, dat de
uitvoering van dit sleepwerk aan Nederlanders
was opgedragen, als zijnde deze het meest er
varen op dit gebied, heeft niet nagelaten on
zen goeden naam onder de zeevarende naties
hoog te houden.
Toen Zondag, den 29en Juli het convooi
de haven naderde, begaven velen zich naar
het havenhoofd om het binnenkomen gade te
slaan. Het was een indrukwekkend gezicht,
den grooten kolos, die zich machtig verhief
boven de by hem vergeleken nietige sleep
booten, statig te zien naderen. Ofschoon men
nauwelijks merkte dat er wind was, zag men
duidelijk, dat het dok daardoor steeds uit den
koers dreigde te komen, maar door de sleep
boot telkens weer in goede richting werd ge
trokken. Met bewonderenswaardige zekerheid
en vlugheid werd gemanoeuvreerd om het
logge gevaarte op de aangewezen plaats in de
zijhaven te meren. Ik kon niet nalaten mijn
landgenooten aan boord te gaan begroeten en
hun mijn bewondering over deze kranige
prestatie te betuigen.
De ontmoeting met kapitein Persson en de
overige kapiteins in de kleine kajuit was zeer
interessant en het deed mijn Hollandsche
hart goed, eenige oogenblikken te mogen
doorbrengen te midden van die stoere man
nen, op wie heel Nederland, voor zoover het
met de scheepvaart te maken heeft, trotsch is.
Er heerschte een prettige stemming, tevre-
den als men was over 't tot heden gunstig
verloop van de reis. Weliswaar had men in
het begin, in het Kanaal, last gehad van ster
ken wind, waardoor een der trossen gebroken
was, maar daar het verdere gedeelte door
mooi weer was begunstigd, was de reis ten
slotte zoo voorspoedig geweest, dat men ge
middeld 100 mijlen per dag had afgelegd, in
plaats van 70, waarop men gerekend had. Het
eerste convooi bracht het middengedeelte
van het dok, dat door zyn vorm niet zoo snel
kon varen als het tweede, het het puntig toe-
loopende voordeel te zamen met het achter
deel méebracht. Men had gedacht geiyktydig
te Port-Said aan te komen, maar kapitein
Persson was nog twee dagen te vroeg. Hij
prees de aangename samenwerking met de
overige kapiteins; trouwens, de prettige ver
houding viel bij mijn bezoek terstond op. Dat
hun werk in Nederland gewaardeerd werd,
biykt wel uit het feit, dat hun dertig kisten
met boeken gezonden waren voor de lange
reis, een biyk van belangstelling, dat zeer
door hen op prys werd gesteld.
Hoewel het passeeren van het Kanaal van
Suez nogveel van hun zeemanskunst zou ver
gen, kreeg men den indruk, dat deze man
nen volkomen voor hun taak berekend waren
en dat ze dus ook volkomen voor hun taak
berekend waren en dat ze dus ook deze moei-
ïykheid glansrijk zouden te boven komen
Natuurlyk kunnen zich altijd onverwachts
hindernissen voordoen, maar deze kapiteins
beschikken over zulk een ryke ervaring, dat
men den goeden afloop der onderneming met
het volste vertrouwen tegemoet mag zien.
Hetgeen, naar men weet, het geval Is
geweest. Het dok is zonder eenige averij in
zeer korten tijd door het nauwe kanaal ge
sleept.
Een zeer droevig en niet alledaagsch on
geval heeft, naar het „N. v. d. D." meldt
Zondagmorgen plaats gevonden op een
sportterrein aan de Vlaggemanskade. Door
eenige jongelui werd daar de athletiek be
oefend.
Een der deelnemers hield zich hezig met
speerwerpen. Deze speren zyn aan de eene
zijde van een ijzeren punt voorzien, terwijl
zy ook aan het boveneinde spits toeloepen.
Hy had een der speren weggeworpen, zoodat
de yzeren punt in den grond stak en de
speer onder een hoek van pl. m. 35 gr. kwam
te staan. De 24-jarige kantoorbediende H.
Gelderman, was bezig zich te trainen voor
het hardloopen.
Hij had de speer echter niet gezien, zoodat
hy met groote kracht in de houten punt liep.
Het gevolg was, dat speer hem dwars door
het lichaam ging en aan den anderen kant
eruit kwam. Bovendien brak de speer af. In
zeer ernstigen toestand is de jongeman door
het personeel van den G. G. D. naar het
ziekenhuis aan den Bergweg vervoerd. Men
vreest voor zyn leven.
Terwyi de 48-jarige T. van R. uit Koude-
kerke bezig was de koeien te melken, sprong
een andere koe op hem en zette, terwijl de
man achterover viel, de pooten op zyn borst.
Met een deerhjk verwond gezicht en over he
vige pün in de borst klagende, werd van R.
opgenomen. De onmiddellijk ontboden ge
neesheer dr. Hoorwegen, constateerde, dat de
borst ingedrukt en een borstbeen was ge
broken.
De ongelukkige, wiens toestand zeer ernstig
is. werd overgebracht naar het Academisch
Ziekenhuis te Leiden. <L. Ct.)
Te Rotterdam is de 20-jarige losse werk
man C. P. van Her Horst uit den Grondhee-
rendük aan boord van het op de Nieuwe
Maas liggende motorschip „Koophandel" te
water geraakt en verdronken.
In een onbewaakt oogenblik stak het 7-
jarlg zoontje van den slager A. Markt Roo
sendaal, het rechterhandje in een in wer
king zynde en electrisch gedreven worst
machine, waardoor den armen kleine drie
vingers werden afgerukt. Verschillende
plaatselijke dokters alsook Dr. v. Hilten, uit
Breda, waren spoedig aanwezig, om hulp te
verleenen. De kleine moest onder narcose
worden gebracht om het armpje uit de ma
chine te bevrijden, waarna het kind naar het
ziekenhuis is overgebracht.
Omtrent de ontvoering te Grevana van een
Nederlandschen vice-consul en zijn echtge-
noote, door bandieten, wordt thans uit
Athene nader gemeld, dat de ontvoerden zyn
de heer en mevrouw Nicolesco uit Janina en
niet uit Salonika, geiyk aanvankeiyk werd
bericht.
De heer Nicolesco is Roemeensch onder
daan. zyn vrouw zal drie dagen worden ge
vangen gehouden. Is binnen dien tyd de los
prijs niet betaald, dan zal zij, zoo hebben de
bandieten gedreigd, worden gedood.
De meening van dr. van Lonkhuyzen
Dr. van Lonkhuyzen, hoofd van den D:V.
G„ met wien het „Bat. Nieuwsblad" een on
derhoud had, gaf zijn indruk over het voor
gevallene op de „Insulinde".
Het is thans vast komen te staan, dat de
ziekte, waaraan een dertigtal opvarenden
van de „Insulinde" op de uitreis men
weet, dat de eerste verschynselen zich na
Sabang hebben voorgedaan heeft geleden
waaraan op de thuisreis verschillende pas
sagiers zyn gestorven, angina is.
De ziekte heeft zich echter, zooals men
weet, niet op de „Insulinde" voor het eerst
voorgedaan; ook andere schepen hebben er
den laatsten tyd mede te kampen gehad.
Bovendien heerscht de ziekte sinds eenigen
tyd aan den wal, o.a. te Batavia.
Noch echter op de vorige schepen de
„J. P. Coen" o.a. noch te Batavia of el
ders ln Indië droeg zy een kwaadaardig ka
rakter: de patiënten herstelden allen reeds
na zeer korten tyd. Wel is gebleken, dat de
ziekte besmettelijk is; in Tjiktni o.a. zijn en
kele verpleegsters, die de bewuste nmiénten
verzorgd hebben, aangetast-
Het is echter volkomen te verklaren, dat
de medici, die de dertig opvarenden van de
„Insulinde" op de uitreis hebben behandeld,
de ziekte, ln verband met het gunstig ver
loop, niet ernstig inzagen; een meening, die
nog bevestigd werd door het feit. dat de
bakker en de vijfde machinist, de eenigen
van 't dertigtal zieken, voor welke opname
noodzakeiyk werd geacht, het St. Carolus-
ziekenhuis na betrekkeiyk korten tijd geheel
hersteld konden verlaten.
Wel is ook eer van de passagiers op de
uitreis als slachtoffer van de ziekte gevallen,
maar dit werd eerst bekend, nadat de „Insu
linde" weder naar Holland vertrokken was.
Dit slachtoffer heeft het schip in Singapore
verlaten, voelde zich toen reeds onwel en
overleed, naar later bleek, kort daarna.
Van geen enkel doodelyk of ernstig geval
droeg men echter kennis, toen het schip na
de kustreis, te Soerabaja geheel ontsmet
werd.
Men is nu geneigd de verschynselen, die
zich met zoo ernstig gevolg op de thuisreis
voorgedaan hebben, te wyten aan onvol
doende ontsmetting
Dr. van Lonkhuyzen echter is van mee
ning, dat deze ernstige beschuldiging aan 't
adres van den Rotterdamschen Lloyd onver
diend is, ja zelfs dat het geval zonder de
ontsmetting precies hetzelfde verloop zou
hebben gehad, omdat de oorzaak van de
ziektegevallen gezocht moet worden in de
levende bacillendragers, m.a.w. in een of meer
leden der bemanning.
Dat het niet mogelyk geweest is, waar
toen nog niet vaststond met welke ziekte men
te doen had, de geheele bemanning aan een
onderzoek te onderwerpen en de bacillendra
gers achter te houden, behoeft geen verderen
uitleg.
Zoodat ook van officieele en deskundige
zyde geen reden gezien wordt, om niet het
volste vertrouwen te stellen in de maatrege
len, die de maatschappijen nemen ter ver
zekering van de veiligheid van den overtocht.
Dezer dagen werden, zoo vertelt „de Tyd",
des nachts de bewoners van de Oude Karse-
laan te N.-Amstel opgeschrikt door de angst
kreten „moordmenschen helpt toch
moord!" Het is te begrypen, dat zich spoedig
voor het gewaande moordperceel een groote
groep menschen verzamelde, waarvan er
enkelen zich afzonderden om politiehulp in
te roepen.Toen men het zoeklicht eener zak
lantaarn in de voorkamer deed schynen, ont
dekte men een man. die zich schielijk bukte
en een verdekte stelling trachtte in te ne
men. Waar deze persoon vermoedelyk de
„moordenaar" was, is het te begrüpen, dat
zich een angststemming van de menigte
meester maakte. Temeer nog daar de hulp
kreten bleven en toch hulp moest worden
geboden, formeerde zich een combinatie van
dapperen, welke beraadslaagde over de beste
methode om ln te grypen, waartoe dan ook
in principe werd besloten. Omtrent het mo
ment van den aanval was men het echter
nog niet eens. Een groot bezwaar was, dat
de expeditie niet over wapenen beschikte,
wat natuurlyk tegenover een origineelen
moordenaar, die uit vakkundig oogpunt niet
van materiaal zou zijn verstoken om even
tueele candidaten naar een andere wereld te
helpen, iets onverantwoordelijks zou zyn.
Men besloot dus de komst der politie af
te wachten. Ten slotte arriveerde geen dood
gewone politie-agent, doch een gegradueerde,
m.a.w. een beslingerde en be-vangsnoerde
dienaar van den H. Hermandad. De deur te
openen met behulp van een vakkundige was
thans het werk van een oogenblik, waarna
de politieman, gevolgd door de hulpexpeditie,
ambtshalve binnentrad.
Toen men licht wilde maken, swam men
tot de ontdekking, dat de binnenhuisverlich
ting defect was, waarna eerst een herstelling
plaats vond. Toen deze gereed was, ontwaar
de men op de slaapkamer een lnlandsche
dame, die, volgens de expeditie, erg bleek zag.
wat een zeer merkwaardige omstandigheid is
voor iemand van koffiebruine teint. Het
praedicaat „ïyk" kon echter niet aan de sla
pende of half-slapende worden verleend. Ten
slotte ontdekte men den heer des huizes, die,
alhoewel het drie uur in den nacht was, zich
nog volledig in de kleeren voortbewoog en
die bij nadere beschouwing vermoedelijk de
dubbelrol van moordenaar en vermoorde
had vervuld. Waarom hij deze nachtelijke
voorstelling aan de Karselaan-gemeenschap
heeft gegeven? Een oplossing is nog niet ge
vonden; er wordt echter een intensief onder
zoek naar ingesteld.
Ongeveer honderd kinderen van de naaf-
school te Baarn, die aan H.M. de Koningin
Moeder een geschenk hebben aangeboden
ter gelegenheid van haar 70sten verjaardag
zullen Maandag 20 Augustus worden ontvan
gen en feestelijk onthaald in het park van
het paleis Soestdijk.
Zooals reeds gemeld, heeft kapitein Hu
bert Broad het duurrecord voor lichte vlieg
tuigen geslagen. Hij ging de lucht ln met
een voorraad brandstof voor 20 uur en is
langer dan dezen tijd in de lucht gebleven.
Het vorig record was dat van Hinkler, die op
zijn tocht naar Australië in een licht vlieg
tuig, tijdens de eerste etappe van de reis ge
durende 13 uur in de lucht was. Broad's
machine een Gipsy Moth, is van hetzelfde
type ais waarmee hy voor Engeland de snel
heids- en hoogterecords voor lichte vlieg
tuigen behaalde. De "machine was geladen
met petroleum tot een gewicht van ongeveer
4 man. Broad had zichzelf geen vaste route
voorgeschreven, doch vloog naar believen
over Engeland. Gemiddeld heeft hy gevlo
gen met een snelheid van 80 myi per uur.
Wanneer hij op een recht parcours vliegt,
is een Moth-vliegtuig zoo gemakkelyk te
besturen, dat Broad in staat was de stuur
inrichting vast te zetten en een boek te lezen.
Kapitein White, die ook in een Moth vloog
op een hoogte van 4000 voet zag hem lezen
en sandwiches eten, terwy 1 de machine zich
zelf stuurde.
Het „Katholiek Indisch Bureau" verzoekt
ons te willen mededeelen, dat op Dinsdag 28
Augustus a.s. Pater H. van Offeren S.J., oud-
Pastoor van Buitenzorg, zal spreken voor den
K. R. O. (Katholieke Radio Omroep) over:
„Het reizen van Katholieken naar en van
Indië", des avopds v»n kwart, nvr.r acht tot
half negen.
Vertegenwoordiging van de luisteraars
in het bestuur
Door het bestuur der Kath. Radio,
omroepstichting zyn, naar de Kath. Radio.
Gids mededeelt, tot leden van haar college
benoemd, de heeren G. Derkx, directeur van
de Heerdenerbank te Kerkrade (L.) en O.
J. Oosterholt, Electr. Ingenieur te Eindhoven-
Deze heeren zijn leden van het hoofdbe
stuur van den Bond van Kath. Radiovereni
gingen in Nederland. Zij vertegenwoordigen
met hun voorzitter, den heer G. W. Kamp-
schöer burgemeester van Monster en lid
der Tweede Kamer, tevens ondervoorzitter
van den K. R. O. en lid van het dageiyksch
bestuur de radiovereenigingen in ons land,
zoodat de leden van den K. R. O. thans niet
alleen hun afgevaardigden bezitten krachtens
de groote katholieke organisaties, maar
boven bovendien nog drie leden in het be
stuur van den K. R. O. als onmiddellijke ver
tegenwoordigers der luisteraars.
Volgens mededeellng van het „Office de
Renseignements agricoles" van het Fransche
Ministerie van Landbouw heeft de aardap
pelteelt daar te lande veel geleden door over-
matigen regenval bij het poten. Voorts heeft
liet gewas een tweetal maanden van voort
durende droogte doorgemaakt. In verband
met een en ander kunnen de huidige voor
uitzichten van den aardappelenoogst in
Frankrijk verre van gunstig worden ge
noemd. (H. B.)
Consulent Gerritzen rapporteert in „Han
delsberichten":
Behalve eenige dagen van buiig en veran
derlijk weer in het begin van de maand Juli,
overheerschte droog weer het geheele land
in de eerste drie weken van de maand. Alle
graangewassen rijpten spoedig. Weiden en
wortelgewassen vertoonden behoefte aan re
gen, die tenslotte in de laatste week bijna
overal viel en belangrijke verbeteringen te
weeg bracht. De periode van droog weer
bevorderde zeer den hooioogst. Behalve in
eenige heuveldistricten in het Noord-Westen
alsmede in Noord-Wales, waar het gras
maairijp was, toen de regen kwam, werd
het hooi op tijd binnen gebracht en in goe
den toestand.
Granen. De stand van de granen ver
beterde gedurende Juli, ofschoon in som
mige streken de neiging tot te spoedig af-
rypen viel waar te nemen en op sommige
lichte gronden de droogte een slechten in
vloed had. Ofschoon in de meeste streken
wat hol, is de stand toch bevredigend.
Het stroo is nochtans in het algemeen korter
dan gewoonlyk.
Peulvruchten. In de meeste streken
is de stand der boonen bevredigend en het
gewas vry van luis. Ook de stand der erw
ten is bevredigend.
Aardappelen. De opbrengst van de
vroege soorten was over het algemeen vry
goed; wel waren de knollen kleiner dan ge
woonlyk, maar de qualiteit was goed. De
stand van de late soorten is ook goed.
Wortelgewassen. Mangelwortelen en
suikerbieten, staan, hoewel iets achterlyk
toch goed en zyn vry van onkruid.
Boshouwers bespreekt ln de Kleinveeteelt
(Arnhem) het verslag van de Roermondsche
eiermijn en komt naar aanleiding daarvan
tot de volgende aardige opmerkingen:
Het gemiddeld gewicht der kipeieren be
droeg in het le halfjaar 1927 méér dan dit
jaar, n.l. 60.91 gram tegen nu 59.9 gram.
Hieruit blykt dus duidelijk, dat het gewicht
der eieren achteruit gaat.
Kippenfokkers zullen er alle aandacht aan
moeten wijden om slechts van die kippen te
fokken, welke een ei leggen van behoorlijk
gewicht. De kleine eieren drukken de pry-
zen, welke het buitenland betaalt, zéér.
Men heeft zich de laatste jaren wel wat al
te blind gestaard op het aantal eieren. Het
is daarom goed, dat de toonaangevende eier-
mynen hare waarschuwende stem laten
hooren.
Nu zal het gemiddelde gewicht der eieren
de laatste jaren wel iets minder zijn gewor
den, doordat dv. boeren hun oude kippen
eerder wegdoen, dan vroeger. Het percentage
eenjarige hoenders is thans in elk geval veel
grooter dan voor eenige Jaren en dat per
centage neemt toe.
Maar afgezien hiervan is een gemiddeld
gewicht van nog geen 60 gram te laag, want
men moet niet vergeten, dat bovenstaande
cyfers betrekking hebben op de maanden
Januari—Juli, een tijd dus, dat de eieren niet
zóó klein meer zijn als in de maanden Octo
ber, November en December.
Wij willen onzen lezers daarom op 't hart
drukken, toch vooral ook te letten op het
gewicht der eieren, welke de fokdieren leg
gen.
Een kip, die 180 eieren legt van gemiddeld
65 gram, produceert evenveel kilo's als die
er 200 legt van 59 gram.
En voor de veilingen is een kilo zware
eieren meer waard dan een kilo lichte. Dat
moet men niet vergeten.
Het voeren met kunstlicht heeft ook
eenigszins schuld aan het kleiner worden
der eieren.
Want welke dieren worden by voorkeur
met kunstlicht gevoerd? De jonge, die pas
aa-' den leg zijn, dus nog niet volgroeid in
den waren zin des woords.
Men jaagt er de eieren uit, terwyi het
lichaam nog groeien moet en die geforceerde
productie is oorzaak, dat het gewicht der
eieren afneemt.
Het is dus noodig om alleen te fokken
met kippen die een flink ei leggen en daarby
ook een behooriyk getal. Legsters van kleine
eieren moet men uitschakelen, ook al is 't
aantal dat ze leggen, verleidelijk.
Want als we zoo doorgaan, krijgt let Ned.
ei den naam van een klein ei. We moeten
oppassen voor het buitenland, dat als *t ware
overstroomd wordt van kleine eieren uit ver
schillende deelen der wereld.
In de eerste week van Augustus was, naar
het „Hbld." meldt, het gemiddeld wortel
gewicht der suikerbieten in België 237 gr.,
vorig jaar in denzelfden tüd 183; in Duitsch-
land 200 gr., v. j. 181 en ln Frankrtjk 172
gr., v. j. 276; rat gemiddeld loofgewicht be
droeg in België 540 gr., v. J. 612; ln Duitsch-
land 360 gr., v. j. 341 en in Frankrijk 284,
v. j. 620; het gemiddeld suikerprocent be
droeg in België 11, v. J. 11.2; in Duitschland
13, v. j. 10.5 en in Frankrijk 13.78, v. j. 11.6,