Stadsnieuws' Drie zilveren Pri< Dekenaat sterfeesten in het Beverwijk DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - MAANDAG 20 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 1 Het zilveren Priesterfeest van den Hoogeerw. Heer J. M. Lucassen Deken van Beverwijk Het zilveren Priesterfeest van Pastoor A. H. M. J. Homulle Het zilveren Priesterfeest vanPastoorC.M.Wouterlood Meedoen De parochianen van St. Agatha te Bever wijk hebben Zaterdag en Zondag het zilveren priesterfeest van den Hoogeerw. Heer Deken J. M. Lucassen gevierd. De bevlagde Bree- straat, de versierde kerk. de met bloemen.en een eerepoort versierde en geïllumineerde pastorie, de groote drukte in de Breestraat, toonde dat dit priesterfeest werd medege- vierd door de parochianen en geheel Bever wijk. Omstreeks half zes was het drukker dan gewoonlijk op de Breestraat en bij het sta tion; velen gingen naar de 'grens der ge meente om bij den intocht van Deken Lu cassen tegenwoordig te zijn. Daar wachtten de autoriteiten en de eerewacht om den pries ter-jubilaris feestelijk in te halen. Het prachtige kerkgebouw was op fijnzin nige manier versierd. Vanuit de bogen hingen sierlijke tuilen met in hoofdzaak witte en roode bloemen. Het priesterkoor was gesierd met witte rozen, anjers en andere bloemen, tusschen groen van varens gestoken, terwijl palmen in het presbyterium den indruk ver hoogden. De balustrade van het koor ging schuil onder het groen, waartusschen witte bloemen staken en waarin van bloemen de jaartallen waren gevormd, die de reden van deze feestviering zijn. Den mooisten indruk bij den tlechtigen in tocht van Deken Lucassen in zijn kerk maak te echter de lange sctoet van bruidjes, die van den ingang tot het priesterkoor was op gesteld, zoodat de jubilaris langs een haag van witte bruidjes en witte bloemen naar het altaar schreed. De ingang van het priester koor tusschen de Communiebanken was af gesloten door een hoogen bloemenstandaard met een rijkdom van witte lelies. Om ruim half eeven klonk de muziek door de Breestraat bij den ingang der kerk. Voor afgegaan door de politie en de Beverwijk- sche harmoniekapel reed de stoet langzaam vanaf de grens der gemeente naar de pasto rie. Langs beide zijden was de weg afgezet door een menigte, die den jubilaris wuivend ontving. In de pastorie, waarvoor een kleine eere poort was gebouwd, werd Deken Lucassen ontvangen in meer intiemen kring. Daarna had de ontvangst van den Hoog eerwaarden jubilaris door de parochianen plaats. Orgel en klokken verwelkomden den herder, terwijl hij van de pastorie langs den bloem- versierden weg de kerk betrad. Toen klonk het algemeen welkomstlied op de melodie van Aan U, o Koning der Eeuwen. Misdienaars met palmtakken en bruidjes met witte bloe men liepen voor den jubilaris, die vergezeld was van den Weleerw. Heer kapelaan P. Braak, naar 't altaar. Na het welkomstlied sprak kap. P. Braak een begroetingswoord, die er aan herinnerde hoe vijf en twintig jaar geleden de jubilaris in even feestelijke en dankbare stemming, zij het in beperkten kring, den avond doorbracht, omdat hij den volgenden dag voor den eer sten keer een plechtig H. Misoffer aan God zou opdragen. Alle parochianen, vereenigd in de kerk, begroeten hedenavond den jubilaris als den man Gods, als den priester, in wiens handen God Zichzelf heeft gesteld. Zij danken God omdat Hij den jubilaris reeds een kwart eeuw de genade en kracht heeft gegeven om te wer ken voor de eer van God. het heil der zielen en zijn eigen heil. Met dat dankgebed stijgt ook een smeekbede naar den Hemel, opdat de jubilaris nog zeer lang moge arbeiden in den dienst van God. Met dien dank en dat smeekgebed bieden de parochianen, bij mon de van spr., hun gelukwenschen aan op dit blijde feest. Daarna celebreerde de Hoogeerw. jubilaris een plechtig Lof. daarbij geassisteerd door de Weleerw. Heeren kapelaans der parochie. De 4 en 5-stemmige gezangen werden door het koor op mooie wijze uitgevoerd. De geschenken In de pastorie werd na het Lof het feest geschenk der parochie aangeboden, benevens de geschenken van organisaties en particulie ren. Het eerst sprak bij deze plechtig! id de heer dr. H. F. G. Lijnkamp. namens het co mité der parochianen. Deze feliciteerde na mens de parochianen, den Deken alsook diens moeder en familieleden. Spr. herinnerde een aan de woorden bij de installatie van den ju bilaris gesproken, n.l. dat hem een zware taak wachte. De parochianen weten, dat dit geen ijdele woorden zijn; de zórgen zijn zeer groot. De parochianen willen die zorgen helpen dra gen. waarom zij als feestgeschenk een enve loppe aanbieden, inhoudend een fonds waaruit de kosten van rente en aflossing van de kerk bestreden kunnen worden. Het geschenk ging vergezeld van een al bum, waarin de namen dergenen, die aan het cadeau hadden bijeengedragen. Tevens werd als cadeau van parochianen aange boden een tapijt voor de studeerkamer van den jubilaris. Het parochie-comité bestond uit den heer en Mevr. Lijnkamp, Mevr. Zurlohe en den heer H. M. Beukelaar. De rijwielclub Sub Matris Consilio (bede vaart naar Kevelaar), waarvan Deken Lu cassen de geestelijke leidsman is. had haar bestuur afgevaardigd, dat een mooie koper gravure, voortellende O. L. Vrouw ter Nood, aanbood. Namens den missienaaikring werd een altaarlooper aangeboden, namens het gezelschap van den Stillen Omgang een ex positievaandel. namens de Maria- en Agnes- Congregatie een stel kandelaars, namens de H. Famillie een koorkap, namens de Midden- standsvereeniging De Hanze een brevier, na mens de St. Jozefsgezellen en het Patronaat een groot kruisbeeld en door den koster en de misdienaars een eet-servies. Allen boden on der woorden van huldiging en waardeering voor het werk van Deken Lucassen de ca- deaux aan. Reeds Zaterdagmiddag was een groot aan tal bloemstukken in de pastorie aangekomen, dat 's Zondags nog vermeerderde. O.a. was er een fraai bloemwerk van de Rijwielclub Sub Matris Consilio. Nadat alle cadeaux waren aangeboden, hield de jubilaris een korte rede om te dan ken voor de huldeblijken. Deken Lucassen zeide buitengewoon ge sticht te zijndoor de belangstelling en de bewijzen van medeleven der parochianen. Nog meer treffen de kostelijke en kostbare ge schenken, vooral het cadeau der parochianen dat van zoo langen duur is. Die bewijzen van belangstelling waardeert de Hoogeerw. spr. zeer. Het trof hem ook, dat de parochia nen en leden der vereenigingen zoo goed zijn wenschen hebben geraden, de wenschen om de kerk te versieren en mooier te maken. Op geestelijke wijze bedankte de Hoogeerw Deken voor de verschillende cadeaux, daarbij verklarend waarom de geschenken hem zoo welkom zijn. Het cadeau der parochie is, zooals de ju bilaris in zijn dankwoord zeide, niet, van kor ten duur, omdat de parochianen ieder jaar de kosten van rente en aflossing zullen dra gen. Zondag. Nadat onder de H.H. Missen van half ze ven en acht uur de parochianen ter H. Tafel waren genaderd, werd om 10 uur door den Hoogeerw. jubilaris de plechtige Hoogmis opgedragen. Daarbij werd assistentie ver leend door de Weleerw. Heeren P. Braak als diaken en Doeswijk als subdiaken, kapelaans der parochie. Op het priesterkoor zaten o.a. de Zeereerw. Heeren Serbrock, rustend pas toor te Beverwijk, pastoor Fr. A. M. Lucassen te den Haag, broeder van den jubilaris, pas toor Kuys te Rotterdam, de WelEerw. Hee ren v. Houten en v. Bemmelen, oud-kape laans der parochie. Het kerkkoor voerde de Missa Beatae Ma- riae Virginis de Loretto voor vierstemmig gemengd koos van V. Goller uit. Voor de H. Mis werd het Veni Creator van Jac. de Jong gezongen en vóór den zegen met het Aller heiligste het Tantum Ergo van V. Goller. Na het Evangelie hield de Zeereerw. heer pastoor Fr. A. M. Lucassen de feestpredika tie. Predikatie pastoor Lucassen De Katholiek neemt altijd gaarne en van harte deel aan een priesterfeest. Vooral als de parochie-herder zijn priesterjubileum viert wil de Katholiek het feest medemaken, met den priester, die aan het Altaar het H. Mis offer opdraagt, samen God danken en samen bidden om het verder leven van den jubi leerenden priester te zegenen. De parochianen hebben dezen priester als den ijveraar voor den dienst van God en als een vader, die zijn kinderen liefheeft. God heeft hem den menschen gegeven als den uitdeeler van Zijn genade. Bij ieder priesterfeest is het voornaamste deel het plechtig H. Misoffer, dat door den jubilaris op zijn feestdag wordt opgedragen. Het H. Misoffer is steeds de zon, die 't leven van den priester zoo heerlijk bestraalt. Heden ls het een offer van lof en aanbidding, een dankoffer en een smeekoffer. Aan God behoort alle eer, alle lof voor wat de Hoogeerw. jubilaris gedurende zijn priesterleven heeft mogen doen en tot stand heeft gebracht. De priester-jubilaris is eer waardig, want hij is bekleed met een zeer hooge waardigheid en hij heeft veel gedaan in den dienst van God. maar zelf geeft hij alle eer aan God en de H. Mis op zijn glorie dag is allereerst een offer van lof en aan bidding. - Deze H. Mis zij ook dankoffer; dankbaar heid past op dezen dag voor zijn uitverkie zing; dankbaarheid Vbor de genaden en de gunsten waarmede God den jubilaris heeft overladen; dankbaarheid voor de gelegenheid welke hem geschonken is om zijn krachten en vermogens te geven aan Zijn dienst en aan het heil der zielen. Deze H. Mis zU tenslotte ook smeekoffer. Heden moeten wij kracht afsmeeken voor de komende priesterjaren van den jubilaris. Een vurig gebed van den jubileerenden priester en de parochianen stijgt ten hemel, opdat geen van de geloovigen verloren moge gaan; een vurig gebed voor den jubilaris, voor zijn dierbaren, voor zijn werk. Nu de jubilaris zijn offer gaat voortzetten, brengen allen lof aan God, danken Hem voor een overvloed van Zijn gaven, smeeken allen voor den priester en zijn volk Gods rijksten zegen af. Na de H. Mis werd de volgende feestcantate gezongen. (Woorden van M. H. Beekelaar, muziek van H. J. Trompert). KOOR Hoort, hoort, juichende koren, Zij streelen de ooren Met jub'lenden klank Van gloedvolle accoorden En trillende woorden Van innigen dank. TENOR SOLO De priester des Heeren siert het zilver dei- Jaren: Het voegt dus dat wij ons danklied nu paren, Aan de beden gericht tot den Heer. God gaf hem de macht, om het wohder te herhalen. Dat Hij eens deed bij 't laatste avondmalen, Als middel en steunpunt Zijner leer. SOPRAAN SOLO God zelf schiep eens eng'len in hemelsche pracht, Maar eens toch gaf Hij den priester de macht, Om zondaars tot Eng'len te maken. Niet eens, maar tot zeventig zevenmaal En dan hen te spijzen met 't liefdemaal, Om tot hoogere deugd te geraken. UNISONE KOOR Wij brengen o Deken U dank voor het goed. Dat Gij blij van harte zoo gaarne ons doet, Tot lof en tot eere van God. Hij geve U ook dat het goud U eens siere, Om later na jaren met allen te vieren, Het heerlijk en zaligend lot. SLOTKOOR Nu jubelt het harte. Wat onspoed ook tartte, Wij prijzen den Heer. Hij schenke Zijn zegen. Des feestelings wegen. Zijn roem en zijn eer. Alleluja. De Receptie De receptie, welke van twee tot half vier werd gehouden in de pastorie, was zeer druk bezocht. Bijna alle parochianen kwamen De ken Lucassen hun gelukwenschen aanbieden. O.a. kwamen ter receptie de geestelijkheid van het Dekenaat Beverwijk, de burgemees ter van Beverwijk Jhr. Strick van Linscho- ten. benevens de wethouders, de gemeente secretaris, leden der R.K. gemeenteraadsfrac tie, de leden van het Kerk- en Armbestuur, het gemeentebestuur van Wijk aan Zee en Duin, het parochieel bestuur van de kerk van O. L. Vrouw van Goeden Raad, een depu tatie van Sub Matris Consilio en de andere vereenigingen en talrijke vooraanstaande particulieren. Onder een stapel telegrammen en schrifte lijke felicitaties was een gelukwensch van Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent, luidende: Haarlem 15 Aug. '28 Zeerecvw. Deken, Het is mij een vreugde U mijn hartelijke gelukwenschen aan te bieden. Met de meeste hoogachting Uw dw. in Chr. t JOANNES Bisschop van Haarlem. Sluiting De feestdag werd gesloten met een plech tig danklof, gecelebreerd door den Hoogeerw. Jubilaris. Deken Lucassen hield onder dit Lof een toespraak, om aan allen dank te brengen. Toespraak deken Lucassen De drang zijns harten voert deken Lucas sen nu een kort woord tot alle parochianen te richten. Zij hebben den dag willen maken tot een dag, die nooit uit het geheugen van ten Deken zal verdwijnen, tot een onvergete- ijken dag in zijn priesterleven. Het priester- le-en kent veel schoone dagen. Eiken dag immers schijnt voor den priester de glorie zon, de liefde van Christus. Deze dag is echter inderdaad een dag van vreugde en blijheid. Daarom: gratias agamus Domino Deo nostra, laten wij op de eerste plaats God danken. Dankbaarheid is ook in het hart van spr. jegens de parochianen, die getoond hebben hun priesters te willen en te kunnen eeren. Dank op de eerste plaats aan God, die den jubilaris vijf en twintig jaar aan Zijn altaar heeft willen zien verschijnen. Door God alleen heeft spr. zijn hoogverheven werk kunnen verrichten. Nu er een nieuwe periode aan breekt, bidt de hoogeerw. spr. God om zijn zegen, opdat hij het werk in de komende jaren nog beter dan vroeger zal verrichten. Wat spr. mocht tekort gekomen zijn is, naar hij hoopt, aangevuld door het gebed der pa rochianen. De persoon van spr. was nu eenmaal onaf scheidelijk verbonden aan dit feest ter eere van den priester. Daarvoor brengt spr. hart- grondigen dank aan alle parochianen. Heerlijk en kostelijk is de arbeid en de inspanning geweest voor deze indrukwekken de feestdagen, rijk zijn de gaven, nieuwe ge waden voor de priesters, nieuwe kleeden voor den grond op-het altaar en de H. Tafel, nieu we sieraden. Daarom diepgevoelde dank voor de leiders van het feest, alle parochianen, zangers en allen die het feest tot dit mooie feest hebben gemaalst. Dank vooral voor den steun, welken de parochianen spr. willen geven bij het zware financieele werk. voor de groote gift die tot in lengte van jaren zal duren. Deken Lucassen eindigde met de bede uit de H. Mis van dezen dag. de bede om een maal tot het eeuwige geluk te geraken en een bee om God s zegen op allen arbeid der parochianen. Behalve de priesters die wij reeds boven noemden, werd het plechtig Lof ook bijge woond door de Zeereerw. hoeren pautoor H. C. J. Sondaal te Haarlem en A. J. Boks, benoemd pastoor van de O. L. Vrouw van Lourdes-parochie te Amsterdam. Een danklied op de melodie van Roomsche Blijdschap sloot den feestdag. Zelden zal een priester jubileum op zoon grootsche, luisterrijke en hartelijke wijze gevierd zijn als het zilveren pries, terfeest van den Zeereerwaarden heer A. H. M. J. Homulle, de nherder van de St. Jo. sephparochie te Wijkeroog. Reeds op den avond vóór het feest kwam dit tot uiting, toen de jubilaris op zijn feestelijken tocht door de straten van het dorp op zoo Harte lijke wijze begroet werd. En de Zondag overtrof alle verwachtingen. De kerk was tot in de uiterste hoeken gevuld bij de plechtige Hoogmis. Des middags stroomde het af en aan van bezoekers. En 's avonds bij het concert in den tuin der pastorie door de Harmonie „St. Caecilia". was de belangstelling weer even overweldigend. Het is een schoone dag geweest, welke nog lang als een dankbare herinnering bij den pastoor zal voortleven. De blijde intocht. Zaterdagavond 5 uur werd de jubilaris ontvangen bij den spoorwegovergang aan den Wijkerstraatweg bij Scheybeeck, na zijn verblijf te Volendam, waar de pastoor van Maandag of vertoefd had. De stoet, welke den pastoor op zijn glorieuzen rond. rit door het dorp begeleidde, werd vooraf gegaan door vier schitterend gekleede he rauten te paard. Hierop volgden 16 rui. ters, allen met geel-witte sjerpen omhan gen. De paarden waren eveneens met de pauselijke kleuren versierd. Vervolgens kveeg de stoet een ander aanzien. Een twintigtal met groen en bloemen versierde fietsen, de een nog mooier dan de ander, maakte een fleurigen indruk. De Harmonie „St. Caecilia", onder lei ding van den directeur, den heer P. N. Zoossen. gaf door zijn marschmuziek het geheel naast een feestelijk ook een vroo- lijk cachet. En dan, in het middelpunt van den stoet de jubilaris, vriendelijk groetend en wuivend. Naast hem was zijn vader, de heer F. N. H. Homulle, gezeten, voor wien het een bijzonder groot geluk moet geweest zijn, om heil zilveren priesterfeest van zijn zoon te mogen meemaken. In een achttal rijtuigen volgden de heeren van het feestcomité, n.l.: J. H. Clazing; J. H. Rozemeijer; M. van 't Hof; J. Mooy: P. Piepers; L. Harsveld; J. Harsveld; J. Kee: A. Harsveld;; Th. Ver- mey: P. H. Stals; H. v. d. Plas; H. Wijker; H. P. van RoozendaalA. Waterlander; R. de RuyterW. van den Ham; H. H. Meyer en de dames v.Son, Hooischuur en Smeeling. Hierop volgde weer een veertiental ruiters en versierde fietsen, terwijl de Harmonie uit Heemskerk, welke door de keurige uniform petten der leden een kranigen indruk maak te, den stoet sloot. Men nam de voorgeschre ven route en ging langs Schulpweg. Melk- ■laan, Wijkerstraatweg, Corverslaan, Prince- straat, Walravenstraat, v. Langeveldstraat, Doodweg, Burgemeester Weertstraat, Kruis straat, Kanaalkade. Wijkerstraatweg. Ko ningsweg, Smidt van Gelderstraat, naar de Pastorie. De belangstelling langs den weg was ge weldig. De politie van Velsen had een zware taak, maar kweet er zich op keurige wijze van. De tocht was werkelijk een triomftocht. Huis aan huis was de vlag met de pauselijke banier uitgestoken. Bij het gesticht „Meer zicht" was een eerepoort opgericht, beschil derd met de woorden: „Quid retribuam Do mino pro omnibus, quod retribuit mihi? Wat zal ik den Heer wedergeven voor alles, wat Hij mij gegeven heeft'" Bij de pastorie en de kerk waren eveneens eerepoorten opgericht, terwijl de lanen in den tuin met vaantjes waren afgezet. Tevens was een electrische verlichting aangelegd, hetgeen- des avonds een schitterend effect zal maken. Toen na een anderhalf uur langen tocht de jubilaris bij de pastorie was aangekomen, werd door de jongens en meisjes der R.-K. scholen, alsmede de kinderen van Meerzicht, onder leiding van den heer J. H. v. Roozen daal, directeur van het Zangkoor te Wijker- oog. den jubilaris een kindercantate van Cath. van Rennes toegezongen. Heerlijk klon ken deze jeugdige stemmen, die in het lied hun dank uitjubelden voor hun beminden herder. Een groote schare had zich intusschen langs het hek geschaard, om van dit schoon gezang te genieten. Na afloop van deze cantate nam de pas toor het woord, om tevens namens zijn va der te bedanken voor de grootsche hulde en ontvangst. Hij bedankte de leden van het feestcomité voor de vele moeiten, die zij voor hem gedaan hebben. Het was hem aan genaam, om de eerste hulde te ontvangen van kinderen. Ten plotte dankte Zijneerw. allen, die door hun hartelijkheid én medeleven zoo'n treffend bewijs van belangstelling hebben willen geven. Nadat de jubilaris zich even had terug getrokken, begaven de geloovigen zich naar de kerk, die inmiddels was geopend. Het Plechtig Lof De kerk was prachtig versierd. De midden- beuk was getooid met slingers van groen, terwijl in de zijbeuken manden met grom en bloemen waren opgehangen. Het Hoogaltaar prijkte eveneens in een schat van bloemen. Bij de binnenkomst van den jubilaris werd door alle aanwezigen het volgende welkomst lied gezongen: 't Welkom roepen wij U tegen. Dier'bre Priester, op Uw feest. Bij het hoogtij van den Vader Juichen zijne kind'ren 't meest. Welkom, hoor het blijde juichen Van Uw volk. dat U omringt. Want de stem moet medejub'len Waar het in ons harte zingt. Vijf en twintig schoone jaren Waart Ge Priester Offeraar. Als Uw woord den God van glorie Neer deed dalen op 't altaar. Ge waart trooster in het lijden. Zijt in deugd ons voorgegaan. Ge waart leeraar, zielenherder. Op de smalle hemelbaan. Welkom Vader, al Uw kin'ren Zingen 't blijde welkomstlied. Wat ge hoort, zijn vreugdeklanken, 't Is al blijheid, wat ge ziet. Moog ge lang dan nog beleven. Uw zoo heerlijk priesterlot. Moogt gjj onze zielen voeren Naar den Hemelburcht van God. Hierna Werd het plechtig Lof door den ju bilaris gecelebreerd, geassisteerd door de Zeereerw. Heeren W. Simons, en B. de Waal, professor aan het Missiehuis te Velsen-Dric- huis. Het koor voerde onder leiding van den directeur H. J. v. Roozendaal, het meerstem mige „Jesu dulcis Memoria van Köthe, „O quam suavis est van Haagh „O. sacrum con- vivium". van Haagh, „Magnificat" v. Haagh. „Ave Maria" van J. P. J. Wiertz en Tantum Ergo" eveneens van Wiertz, uit. Na het Tan tum Ergo werd door de geloovigen een feest lied gezongen, waarmee de eerste dag be sloten werd. De Zondag In de ochtendmissen van 6.30 en 8 uur naderden vele geloovigen ter H. Tafel om God te bedanken voor de groote gunst, aan hun beminden herder bewezen en tevens Gods zegen over zijn verder werk af te smee ken. Tegen half tien vulde het pas vergroote kerkgebouw zich tot in de hoeken met fami lieleden, commissieleden en geloovigen. Circa 10 uur betrad de jubilaris, vooraf gegaan door een stoet van bruidjes en mis dienaars, het kerkgebouw, waar hem evenals den vorigen avond het feestlied door de ge loovigen werd toegezongen. Hierna nam het H. Misoffer een aanvang, opgedragen door den jubilaris. Als diaken fungeerde de Wel eerw. heer W. Simons, kapelaan der pa rochie, als subdiaken Pater B. de Waal, pro fessor aan het Missiehuis te Driehuis en als presbyter-assistent de Zeereerw. Heer J. v. d. Weiden pastoor van Volendam. De Zeereerw. Heer J. Langemeyer, student aan het Groot- Seminarie te Warmond en neef van den jubilaris trad als ceremoniaris op. Na het feestlied zong het zangkoor onder leiding van den directeur J. H. v. Roozendaal op keurige wijze het vierstemmige „Veni Creator" van Jos Beitjes en de vierstemmige „Missa In honorem sancti Frederici" van Jos Graiber, Na het Evangelie betrad de Zeer eerw. heer A. Hollenberg, deken van Purme- rend. den kansel tot 't houden van de feest predikatie. Predikatie Deken Hollenberg De Zeereerw. spreker had zich lot tekst ge kozen de woorden van den apostel Paulus uit de Handelingen der Apostelen XX, achttien de vers: „Vos scitis a prima, die, qua ingres- sus sum. qualiter vobiscum fuerim. Gij weet zeiven van den eersten dag af, dat ik geko men ben, hoedanig ik met u geweest ben". Deze woorden sprak de apostel Paulus tot alle inwoners van Ephese. alvorens zijn reis naar Rome te aanvaarden en daardoor den keizer geoordeeld te worden, om hem te ver sterken in het geloof voor de toekomst. „Gij weet", zoo sprak de groote apostel, „dat ik in niets onthouden heb van alles, wat ik u schuldig ben. U »allen spoor ik aan en bezweer ik om krachtig te zijn in het geloof en boetvaar digheid te toonen over uwe zonden". Het was geen hoovaardigheid. die den H. Paulus deze woorden ingaf. Hij wilde slechts in een laat ste les zijn geloovigen versterken in den strijd, dien zij te voeren zouden hebben. De woorden van den apostel Paulus kan uw pastoor met het volste recht tot de zijne maken. Van hem zullen wij kunnen getui gen: „Gij weet hoe ik met u geweest ben De steenen van dit Godshuis zullen, wan neer uw Herder weg zal zijn, getuigen voor den ijver, dien gii voor het heil der zielen aan den dag hebt gelegd. Gij hadt geen gemak kelijke taak toen gij 5 jaar geleden, na 18 jaar lang geleeraard te hebben aan het groot jaar lang geleeraard te hebben aan het klein seminarie, hier leider, raadsman en trooster der zielen werd. De woorden van Paulus kunt gij tot de uwe maken als gij aan het altaar het H. Misoffer aan God opdraagt. Als gij tranen, moeilijkheden en zorgen hebt. zoo wel in het wereldlijke als wel op de eerste plaats in het geestelijke. Die woorden zijn op u van toepassing, als gij den kansel be stijgt. om zoowel als vriend der menschen. en als vi-iend der waarheid uw parochianen toe te spreken. En in den biechtstoel zijt gij de barmhartige Samaritaan, die de dikwijls zoo diep geslagen wonden der ziel heelt. „Qualiter vobiscum fuerim". Dit woord is op u van toepassing in uw adviseursschap van de verschillende bonden. Een goed gevierd Priesterfeest versterkt den band tusschen pastoor en zijn parochia nen, maakt hen als het ware tot één huis gezin. Laat uw genegenheid dan tot uiting komen. Vervult dien allereersten plicht. Bidt voor uw herder, opdat hij nog lang nftt u mogen zijn tot zegen en heil der parochianen van de St. Joseph-parochie te Velsen-Noord. Hierna werd het Misoffer voortgezet. Een ontroerend oogenblik was het toen de zilveren jubilaris aan zijn familieleden de H. Com munie uitreikte. De H. Mis werd besloten door een driestemmig „Tantum Ergo" van Witt en een priestercantate van L. A. Dob belsteen, priester. Het zangkoor verdient voor de uitstekende uitvoering hiervan zeker een gelukwensch. Des middags had van 2 tot 4 uur de re ceptie plaats in het R.K. Verenigingsge bouw aan de Wijkerstraatweg. Allereerst nam de Weleerw. heer W. Simons, kapelaan der parochie het woord, om namens de pa rochianen het cadeau aan te bieden. Het is voor mij, zoo ving de Eerw. spreker aan, een zeer moeilijke taak om als kape laan der parochie u te mogen toespreken. Beminde Herder, het enthousiasme, dat gij gisteren en vandaag gezien hebt, is niet in de laatste weken opgekomen, maar is een uiting van maanden lang werken voor u. Gedurende 11 maanden heeft men voor uw feest ge werkt. Elf maanden lang is men huis aan huis gegaan om de giften in te zamelen. Soms waren deze klein, maar de zekerheid, dat door een liefdevol hart gegeven werden, zal voor u een nog veel grootere voldoening zijn. Het cadeau is dan ook niet zoozeer te beschouwen als een stoffelijke huldeblijk van uw parochianen, maar als een uiting van liefde, die men u toedraagt. Het past mij dan om alle wenschen bijeen te brengen en deze samen te vatten in een krachtig pro ficiat. Wij kunnen u geen kerk aanbieden. Gij hebt die reeds vergroot en verfraaid. Wij bieden u een andere aan en wel in suiker uitgevoerd met een dak van goud. Hierna werd het parochiecadeau, een repro ductie van de kerk in suiker, waarvan het dak met honderd gouden tientjes was be legd. De pastoor zeide te veel onder den indruk te zijn. om op de welsprekende woorden van den kapelaan te kunnen antwoorden. Hij bracht dank aan zijn parochianen, die dit vorstelijk geschenk met kleinigheden bij elkaar hebben gebracht en dacht aan de macht van het kleine. Hij dankte de com missarissen voor de vele zorgen en moeiten in de afgeloopen maanden voor hem gedaan. Veel kon spr. niet zeggen. Hij beloofde voor allen te zullen bidden. Dan werden dqor de jongedames Toosje Roozen en Tinie Tervoort gedichten opge zegd. die. goed gezegd als zij waren, met een daverend applaus begroet werden. Vervolgens was er gelegenheid om den pastoor te feliciteeren. Het stroomde van 2 tot 4 uur bezoekers. Telkens en telkens kwa men er meer. Het leek wel of er geen einde aan zou komen. Wq merkten o.a. op. den burgemeester van Spanbroek, Dr. Lijnkamp uit Beverwijk, Dr. Barentsen. den heer Smit. directeur der papierfabriek, vergezeld van de heeren Pot en van Geele, den heer Braun, raadslid van Beverwijk, den heer de Ridder, commissaris van Politie te Velsen, den heer v. d. Berg. directeur van het bijkantoor der Spaarnebank te Beverwijk, den heer Kleef- stra. hoofd der school, enz. Verder zagen wy tal van heeren geeste lijken, o.a. deken Hollenberg van Purmerend, oud-professor Ruys, pastoor te Rotterdam, klas- en studiegenoot van den jubilaris, den pastoor van Heemskerk, oud-pastoor Ser brock, van wien de jubilaris nog Catechis- musonderwijs heeft mogen ontvangen, pro fessor Heskes. oud-kapelaan der St. Jozef parochie te Velsen-Noord enz. enz. Orde commissarissen zorgden op uitstekende wijze voor de regeling, zoodat de receptie een vlot verloop had. De pastoor had met het parochie-geschenk nog tal van andere cadeaux mogen ontvan gen, welke alle op tafels uitgestald waren. Het plechtig Sluitingslof Om kwart over vier werd het plechtig Lof door den jubilaris gecelebreerd, met assis tentie van den Zeereerw. Heeren Serbrock en Hollenberg, terwijl de Eerw. Heer J. Lan gemeyer ceremoniarius was. Het zangkoor voerde weer op uitstekende wijze de ver schillende gezangen uit. Na het Magnificat besteeg de jubilaris den preekstoel, om allen nog eens te bedanken voor alles, waardoor men hem dezen dag tof een onvergetelijken gemaakt had. De Herder had tot tekst gekozen,,Gratias agamus Domino Deo nostro": „Laten wy God onzen Heer dank brengen," De Zeer eerw. spreker bracht op de eerste plaats dank aan God voor den zegen, in de afge loopen 25 jaar ontvangen. De Eerw. spreker haalde aan. hoe hij na 18 jaar professor schap. als pastoor der parochie een zware taak op zich nam. maar hoe het hem door het werk van rijn voorganger en de liefde zijner parochianen is vergemakkelijkt ge worden. Hq bracht voorts allen nogmaals dank. De gewijde spreker besluit zijn predikatie met de uiting van den wensch, in deugd en streven naar volmaaktheid nog lange jaren voor zijn parochianen te mogen werken. Het Lof werd besloten met een meer stemmig „Te Deum" van P. C. Kornmuller en de Priestercantate, die ook des morgens gezongen was. Onder groote belangstelling werd des avonds half negen in den tuin der pastorie een concert gegeven door de Har monie „St. Caecilia," onder leiding van den directeur, den heer P. N. Joossen. De verschillende muzieknummers werden goed vertolkt. Het was een waardig slot van dit zoo uit stekend geslaagd priesterfeest. Vaardige handen hadden kerk en omgeving van de parochie van O. L. Vrouw van Goe den Raad in feestdos gestoken ter eere van pastoor Wouterlood's zilveren priester-ju bileum. Het resultaat van die wekenlange voorbereiding was inderdaad schitterend te noemen. Bij den toegang tot het kerk plein prijkte een stijlvolle eerepoort en de weg naar de kerk was ter weerszijden geflankeerd met een keurige afzetting van bloemen en planten, waarboven des avonds de feest verlichting in fraai lijnenspel domineerde. Het interieur van de Maria-kerk was stijlvol. Zaterdagavond In een drietal gesloten auto's arriveerde de jubilaris in gezelschap van zijn familie leden en van den WelEerw. Heer H.JLooy- mans, Rector te Breda, terwijl in een der auto's ook de heeren kerkmeesters hadden plaatsgenomen, Op het kerkplein waren zeer veel bruidjes opgesteld benevens een 400-tal schoolkin deren. Zij allen zongen hun Pastoor bij diens aankomst een welkomstlied toe, keurig be geleid door de St. Jozef-Harmonie. Het mas sale koor werd gedirigeerd door den heer J. G. H. Damen. Terwijl de jubilaris zijn in een waren lust hof herschapen pastorie betrad en hier eenige oogenblikken vertoefde, bracht de St. Jozef- Harmonie de feeststemming er in door het uitvoeren van eenige vlotte marschen. In middels vulde de kerk zich met geloovigen. Tegen 7 uur betrad de Zeer-Eerw. Heer Wouterlood zijn kerk, op plechtige wijze ingehaald door een stoet misdienaars en bruidjes. Langzaam voortschrijdend naar het altaar, tusschen twee lange rijen bruidjes door, was deze intocht voor den pastoor wel licht een der mooiste oogenblikken. Inmiddels ruischte het feestlied, toege zongen door zijn parochianen, langs de ge welven. De WelEerw. Heer kapelaan P. Schretlen, die zijn ingespannen en moeizaam werk van voorbereid'ng met zulk een schit terend succes bekioond zag, richtte, na aankomst van den jubilaris in het priester koor, een welkomstwoord tot den jubilee renden Herder, een treffend woord, opgeweld uit een dankbaar priesterhart en vertolkend de gevoelens van dankbaarheid en kinder lijke aanhankelijkheid, welke in de harten der parochianen van O. L. Vrouw van Goe den Raad voor hun geestelijken Leidsman leven. „Tu es sacerdos in aeternum", zoo staat het op de eerepoort en naar aanleiding van dezen tekst werd de pastoor als de „alter Christus" door zijn kapelaan toegesproken. Hierna nam het plechtig Lof een aanvang, waarbij de jubilaris geassisteerd werd door den WelEerw. heer H. Looymans, rector te Breda en den Zeereerw. heer Serbrock, em. pastoor te Beverwijk, resp. als diaken en sub diaken. Nadat de plechtigheid ten einde was, werd nogmaals door de geloovigen het feest lied gezongen. Des Zondags. Zondagmorgen vond ook hier een alge- meene H. Communie der parochianen plaats Te 10 uur werd door den jubilaris een plech tige H. Mis aan God opgedragen, waarbij de celebrant geassisteerd werd door den Wel. Eerw. Heer rector H. Looymans als diaken. Pastoor Paulussen van Heemskerk als sub diaken en den Zeer Eerw. Zeergel. Heer Dr. Cramer, professor aan het Seminarie Rol- duc, de ceremoniarius. Door den jubileeren den pastoor zelf werd de feestpredikatie gehouden, waarin Zijn Eerw. innigen dank bracht aan God, die hem tot het H. Priester schap had geroepen. Tevens herdacht de jubilaris zijn overleden ouders voor de vele zorgen welke zij zich getroost hadden, hem een echte, degelijke, goede Katholieke opvoe ding te geven. Het parochieele zangkoor voerde op lof waardige wijze een nieuwe muziekmis uit, feestgeschenk van het koor aan zijn jubilee renden pastoor-voorzitter. Deze mis, waar van de componist is Presl. Licinio Refice, dc dirigent van de Basiliek van Maria de Meerdere te Rome is het eerste werk van een serie, bestemd om te worden uitgevoerd door een mannenkoor in afwisseling met de verzamelde geloovigen. De „popu!o"-partij werd hier gezongen door mannen- en jon gensstemmen. Na het H. Misoffer werd de Priester-cantate van L. A. Dobbelsteen, R.K. Priester, uitgevoerd. Des namiddags van 1.303.30 uur hield de jubilaris een zeer drukbezochte recep tie in de fraai versierde St. Josefzaal. Onder de talloozen die hun opwachting maakten, behoorden o.a. de geestelijkheid van het Dekenaat, benevens de volledige gemeente besturen van Beverwijk en Wijk aan Duin, welke laatste bij monde van den burgemeester Jhr. J. C. W. Strick van Linschoten en H. Rothe de gelukwenschen namens deze col lege's aanboden. Met een hartelijk woord van kapelaan Schretlen werd het cadeau der parochie aangeboden, zijnde een som gelds, die, in den loop van dit jaar hopelijk vermeerderd, zal worden aangewend tot aanschaffing van de derde luid klok in dea O. L. Vrouwentoren. De fraaie geschenken waren keurig gerangschikt en konden door alle bezoekers worden bezichtigd. Voorts was nog een ware stroom van schriftelijke gelukwenschen ingekomen. Des namiddags te 4 uur werd door dert jubilaris tot besluit van dezen voor hem zoo onvergetelijken feestdag, een plechtig Lof gecelebreerd, waarbij assistentie verleenden de weleerw. Heer P. Schretlen, kapelaan der parochie en rector Looymans van Breda, resp. als diaken en subdiaken. Met een „Te Deum Laudamus" werd des* plechtigheid besloten. Des avonds bracht de St. Jozef-Harmonie den jubilaris onder enorme belangstelling van de zijde van het publiek een serenade, alzoo een feestelijk slot van een feestelijke», dag. Wel hebben de parochianen van de Beverwijksche Mariakerk getoond te zijn een. volk, dat zijn priesters weet te eeren. Hedenmorgen werd de kerkelijke viering": besloten met een algemeene H. Communie, van de parochieele jeugd. Iedereen vond het een mooie plechtigheid! bij de Bisschopswqding van Mgr. J. D. J.i Aengeneut, toen de nieuwgewqde Bisschop- aan Mgr. Schioppa, die hem gewijd had, zij»: offergaven ging brengen, bestaande uit twee- brooden, twee kleine vaatjes wijn en twee kaarsen. Dat zien wij nu een enkelen keer. aldus in. het „St. Jansvuur". maar de christenen va»; vroeger zagen dit in iedere H. Mis. Want; deze ceremonie is niets anders dan een.1 overblijfsel van het oude gebruik, dat alle. geloovigen in de H. Mis hun offergaven, kwamen aanbieden. Als de tqd daar was, naderden de geloori-i gen in rangorde het altaar, eerst de man nen en dan de vrouwen. Aan den ingang! van het priesterkoor reikten zij hun offerga-. ven over, welke bestonden uit brood en wqrui keerde, dan weer terug of trokken in proces sie achter het altaar weer naar hun plaat sen. De priester, die de offergaven in ont vangst nam. liet de geloovigen toe tot de»; handkus, een eerbetoon dat later vervangen werd door de vereering van de pateen, eeit reliek of het zoogenaamde pax-tafeltje. Van het brood, destijds nog gedeesemd,, werd een gedeelte bestemd voor de H. Mis, een gedeelte voor het onderhoud der pries ters en een gedeelte voor de armen. De ge-, offerde wijn werd uit de fleschjes door eenj zilveren zeefje overgegoten. Hierdoor verD eenigde het volk zijn offer met dat van der* priester; vandaar dat de priester in de. H. Mis telkens spreekt van m ij n offer én» dat van het geloovige volk. ïn de 11e eeuw verdween de gewoonte on» brood en wijn te offeren, maar men gaf er" geld voor in de plaats. Het gebruik om geldS te offeren handhaafde zich in Nederlands tenminste op het platteland, tot in de 17 eeuw. Den 3en Juli 1580 werd de Domini caan. pater Deryck. te Nijmegen overvallen) terwijl hij de H. Mis las. De hopman ge tuigde, dat hij den monnik had aangetroffen: „met misgewaet beladen, ende geseyen op den altaar sess oder soeven brandende kers— sen met eenighe geit, toe vermoeden, het of— fergelt zij gewest." In plaats van het offergeld naar het al taar te brengen, liet men het gaandeweg door collectanten tijdens de H. Mis inzame len. De aalmoezen gedurende de H. Mis ge geven hebben derhalve een heel ander ka rakter dan gewone aalmoezen: het zqn of fergaven, die de geloovigen schenken in ver- eeniging met het offer van den priester. Da collectanten zijn daarbij dan tusschenper- soon en nemen dus op bijzondere wijze deel aar. het. H. Offer. Tot op onze dagen heeft zich in Roomse!» geblevenstreken het offeren gehandhaafd üt de Uitvaartmis, ofschoon ook daar die ge woonte langzamerhand verdwijnt, misschien! omdat men de juiste beteekenis ervan niei meer begrijpt of omdat er wellicht eerng misbruik is ingeslopen. Sommigen zullen heC wel eens meegemaakt hebben, hoe de koster na het Evangelie waarschuwde „Komt te» offer waarna de bloedverwanten, vriende» en bekenden, en daarna ook de andere ge loovigen naar voren kwamen om hun offer gave te brengen. In ons bisdom bestaat da* gebruik nog in Tholen. Ook de aalmoes, die men aan den prieste# verschuldigd is. als men voor zich het opdra gen van een H. Mis vraagt, vindt haar oor sprong in de offergaven, die de geloovigen tij dens de H. Mis kwamen brengen. Ooknu nog zegt de priester in de H. M»! „Orate frates. Bidt, broeders, opdat mijne ea. uwe offerande aangenaam weze aan God, dejij almachtige Vader". En wat moet die offerand» zijn? Een stoffelqk offertje is goed. maar niefc! het voornaamste. De H. Bisschop Augustirant; zeide tegen zyn menschen: „Zoek niet buiteni uzelf naar de hostie, welke ge noodig hebt" ge vindt haar in uzelf". Dan kunnen w8. echt praten van „meedoen" met de H. Mis, als wq by de Offerande God alles aanbiedemj lichaam en ziel, geest en hart. eiken dag} met al zqn lijden en strijden, zorgen, gebe den en daden: dat is ons offer. De schoonste zomerzonneschijn Vervroolqkt hart noch zinnen. Wanneer wij niet vervrooiykt zijn Door 't zonnetje van binnen. IB, van Meurs S.J3 j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9