ONZE VROUWENRUBRIEK
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VROUWEN OP REIS
VOOR ZWAARDERE FIGUREN
EENVOUDIGE JAPONNETJES
BOTERHAMMEN )MEE!"
IETS VOOR DEN WASCHDAG
TE DROOG HAAR EN TE VET HAAR
Het practisch inpakken van een handkoffer
RECEPTEN.
Hoedenmode
Gelukkig heeft de geschiedenis niet den
naam bewaard van den hartelijken echt
genoot, die het eerste verkondigde: „Die
zijn vrouw liefheeft laat ze thuis". Nu de
zomervacantie en het reisseizoen weer op
handen zijn. zullen vele zijner navolgers
ongetwijfeld willen probeeren, dezen re
gel in toepassing te brengen. Dat ligt zoo
in den aard van zekere mannen. Dat de
vrouw heeft moeten beloven den man
te zullen volgen, laat nen koud. Zij hul
digen de opvatting dat dit volgen niet al
te letterlijk moet worden toegepast. r.r zijn
zelfs mannen die beweren dat voor hen
het plezier van de reis af is, als ze hun
vrouw mee moeien
wen lastig zijn op reis. Een dezer man
nen heeft net zondenregister opgemaakt
van de vrouw, die op reis gaat.Als haar
man eerste klas heeft genomen, zegt hij,
vindt ze dat ze best tweede nadden kun
nen gaan, en dat hij altijd veel -te royaal
is. Heeft hij tweede klas genomen, daD
begrijpt ze niet dat hij zoo schriel is,
want in de eerste klas zit je veel beter
en zóóveel scheelt het niet. Trouwens, als
je op een paar gulden moet kijken doe je
beter heelemaal maar thuis te blijven.
In een wagon met zijgang wil ze niet
zitten, omdat het heen en weer loopen
van de andere reizigers zoo hinderlijk is;
in een wagon zonder zijgang wil ze ook
niet, omdat haar beenen dan stijf worden
en ze zich nergens eens een beetje kan
vertreden. De kinderen meenemen, daar
bedankt ze voor, want met kinderen heb
je altijd last, want ze hangen uit de
raampjes of ze laten wat uit een trein
vallen of ze doen gênante vragen of ze
hinderen de andere reizigers en je hebt
er allemaal maar narigheid mee; maar
thuis laten kan ze de schapen toch ook
niet, want dan heeft ze geen gerust uur
onderweg, omdat ze niet weet of ze wel
goed bezorgd zijn en of ze op tijd naar
bed gaan en of ze niet onder een auto
zullen raken en of ze'den boel niet af
zullen breken. Als er geen kinderen zijn,
dan zou ze den hond en de poes wel mee
willen nemen, maar dat gaat niet, omdat
je er zoo een soesa mee hebt en omdat
je man vraagt of je stapel bent gewor
den; maar als je ze thuis moet laten ben
je ervan overtuigd dat ze honger en dorst
zullen lijden omdat er niet behoorlijk
naar wordt omgekeken.
Het raampje van den coupé mag niet
open, want dan tocht het, en als je een
bronchitis of een longontsteking op den
hals wilt halen, kun je even goed in Hol
land blijven ,want daar is het maar een
kleine moeite en dan ben je tenminste
nog bij jezelf thuis, maar het raampje
toehouden wil ze ook niet, want dan stik
je van de warmte en er zijn bijna altijd
menschen in den coupé die zoo eigenaar
dig ruiken, vooral van die dames die par
fum gebruiken waarvan je voor een gul
den bijna een halve-literflesch vol krijgt
Achteruit rijden wil ze niet, want daa
kan ze niet tegen omdat het zoo eng is
en het is haast nog enger als je bijna
voorover op de knieën van dien engei
man tegenover je schiet, als die enge ma
chinist den trein onverwacht met een
ruk laat stoppen; maar vooruit rijden be
dankt ze voor, want dan krijg je al het
stof van de spoorbaan en al het roet van
de locomotief vlak in je gezicht en dat
gaat allemaal in je haar zitten en dat
kun je toch niet afdoen waar al die
vreemde menschen bij zitten want dat
staat veel te gek.
Een hoekplaats wil ze niet hebben.
Want als je aan den kant zit van het
perron struikelen al de menschen die
binnenkomen over je beenen en als ze
op je eksteroogen trappen moet je je toch
goed houden en zeggen dat he* niets is,
al trap je net zoo lief terug; en als de
trein rijdt en er komt een trein
van den anderen kant, dan schrik
je je haast dood, en het is zoo een
vervelend gezicht om al die telefoonpalen
langs den weg op je af te zien komen,
en je hebt er den tocht uit de eerste
hand. Op de middenplaats wil ze nog
minder zitten, want dan ben je ingemet
seld tusschen twee andere reizigers, zoo
dat je niet eens Je armen kunt bewegen,
en je wordt precies voor stootkussen ge
bruikt. In den restauratiewagen wil ze
niet eten want daar krijg Je toch nooit
veel bijzonders en ze is er vies van omdat
ze in zoo ee'n trein toch geen gelegenheid
hebben om alles proper klaar te maken
en ze zitten je te jachten om de volgende
bezending reizigers te bedienen en het is
allemaal duur en Je krijgt er haast niets
voor. Maar als je een paar broodjes met
ham koopt aan het stationsbuffet weet je
nooit of ze acht of veertien dagen oud
zijn en er zit heelemaal geen boter op,
cf het is margarine.
Spreken zou ze liever niet onderweg,
want je kunt jezelf haast niet verstaan,
maar al de andere menschen die er niet
mee noodig hebben hooren precies wat je
zegt en je schreeuwt je haast heesch en
je man zegt toch bijna niets terug omdat
hij leest of hij slaapt. Maar zwijgen kan
ze toch ook niet, want je mond heb je
gekregen om te praten en als je aldoor
moest zwijgen dat zou wat moois zijn,
dan kon je net zoo goed in je graf liggen
en daar ging je tftcl) niet voor op reis. Zij
kan niet tegen het voortdurende zitten,
want dan slapen haar beenen in en als
je zit dan krijg je zulke stijve knieën,
maar overeind blijven staan kun je ook
bijna niet in zoo'n slingerenden trein en
als je opstaat en je krijgt zoo'n schok en
je wil je vastgrijpen dan sla je bijna al
tijd je handen in het gezicht van zoo'n
akeligen man en dan wordt hij nijdig of
hij gaat zich nog heel wat verbeelden. Ze
kan niet achterover leunen, want dan<
raakt haar kapsel in de war en je hebt'
er toch al zoo veel werk aan om je haar
goed te krijgen en als je je hoed ophoudt
heb je aldoor een gevoel of hij voortdu
rend scheef zakt, maar als je hem in het
net legt, gooit de een of andere stomme
ling er misschien een valies op. Maar als
ze stijf rechtop blijft zitten houdt haar
ruggegraat het niet uit.
Ze zou wel willen lezen, maar door het
schudden van den trein schemeren haar
de regels voor de oogen en ted° een
schijnt altijd op je handen te kijken,
welk soort boek je leest en sommige
menschen hebben de gewoonte om bru
taal met je mee te lezen en het gaat ze
toch niets aan wat je leest, dat is Je ei
gen zaak, maar om zoo'n heele reis heele
maal niet te lezen dat is ook wat, want
dan lijkt het wel of het nog tweemaal
zoo lang duurt en naar buiten kijken daar
heb je ook gauw genoeg van en bin
nen is niets te zien en dan zit je je ook
doodelijk te vervelen en je man daar heb
je ook heelemaal geen aanspraak aan en
je begrijpt niet hoe zoo'n man het uit
houdt om maar te lezen en zijn mond niet
open te doen hij kan je toch best
eens wat vertellen waar je langs komt en
zoo en hoe het heet, want dat weet hij
allemaal wel, maar hij neemt eewoon
haast geen notitie van je, echt gek voor
die andere menschen, want die denken
misschien wel dat je ruzie hebt gehad.
Wakker blijven kan ze niet als ze wat
lang in den trein zitten, want er is geen
mensch die daar zijn oogen bij open kan
houden en als je dan toch niet lezen en
niet praten kan en er is niets te zien,
dan is het ook nog maar het eenige om
wat in te dutten. Maar slapen kan ze
niet in zoo'n trein die schommelt als ik
weet niet wat en als je zoo in de coupé
zit te dommelen zie je er ook niet op zijn
voordeeligst uit, dat merk je het beste
aan die juffrouw schuin tegennvei je met
dien bespotteljjken hoed waar je aan
kunt zien dat hij veel geld heeft gekost,
maar dat mensch heeft totaal geen
smaak en kijk nu eens hoe haar mond
half open hangt en je kunt precies zien
welke tanden valsch zijn en als het een
beetje wil gaat ze zitten snurken of stel
je voor dat ze met haar hoofd op den
schouder valt van dien man naast haar
neen hoor, dan is het nog maar beter om
je oogen open te houden, want het is
toch ook wat als je zoo'n figuur slaat te
genover al die menschen en enfin, aan
alles komt een einde en de treinreis duurt
niet eeuwig.
Ze weet secuur dat ze alles heeft inge
pakt, toen ze wegging en dat ze de koffers
toe heeft gemaakt en dat ze de sleutels
aan haar man heeft gegeven. Maar als
de douane komt en de koffers op.n m e-
ten en haar man de sleutels niet kan
vinden en het blijkt dat zij ze zelf in
haar tasch heeft dan zegt ze dat een
mensch ook niet overal aan kan denken
en ze was in de vaste overtuiging dat ze
hem de sleutels in zijn handen had ge
geven toen hij bij de piano stond en hoe
ze nu weer in haar tasch komen daar be
grijpt ze gewoon niets van, maar de
hoofdzaak is dat ze terecht zijn, niet
waar, en als iedere man 'een vrouw had
die precies wist waar ze alles liet dan zou
het heusch best schikken in de wereld
en net of hij nu nooit wat vergat en var-
gissen is immers menschelijk en als je
voor elke kleinigheid een leelijk gezicht
moest zetten dan had je dagwerk, maar
zoo'n man dacht altijd alleen maar aan
zichzelf en ze was net zoo lief thuis ge
bleven..."' En op dat moment zucht dan
de man natuurlijk: „Wie zijn vrouw lief
heeft, laat ze thuis!" 't Is maar goed,
dat we den vorigen keer gezien hebben,
hoe een man op reis is! H. P.
Zoo nu en dan zullen we in onze Vrou
wenrubriek modellen geven voor zwaar
dere figuren.
In de eerste plaats raden we dames
met een zwaar figuur aan: neem nooit
een opzichtige kleur voor uw japon, zoo
als rood, cerise, fraise, harabiauw of
geel; geen groote in het oog loopende
patronen, blokken of bloemen, maar ki°s
een eenvoudiger kleur, zooals beige, grijs,
donkerblauw, bruin, groen e. a. Wilt u
een bedrukte of gewerkte stof, bepaal u
altijd tot een gedekt dessin.
Ook moet men beslist te veel versie
ring vermijden; neem nooit veel volants,
strikjes, uitstaande plooien, gitversierin
gen enz., dit alles doet een breed figuur
nog breeder uitkomen.
Onze serie begint met A.
Japon van geruite, gewerkte of effen
stof.
Shawlkraag en manchetten van zijde.
Tusschen de japon van voren is een
effen stuk gezet, bij wijze van vest, in
een eombineerende kleur. Aan den boven
kant een randje ajour. De ceintuur loopt
achter door. Van voren even onder de
ceintuur, twee ronde zakjes.
B. Het model loopt van voren puntig.
Vest, kraagje en puntig rokstuk van stof
of zijde in een eombineerende kleur.
De onderkant der japon is apart aan
gezet. Van den schoudernaad af eenige
smalle plooitjes.
Dit model is zeer geschikt voor oudere
dames in donkerbruine stof met donker
bruine zijde gegarneerd of donkerbruin
met beige; donkerblauw met donker
blauwe zijde in zwart met zilvergrijs.
C. Eenvoudige japon, gewerkt mous-
seline-kraagie en voorstuk van effen
mousseline of crêpe de chine. De japon
wordt van voren met een gesp gesloten
en komt daardoor even blousend.
Patronen van deze modellen a 1.
verkrijgbaar.
Vragen voor deze speciale modellen zul
len we gaarne in dit blad behandelen.
ANEMOON
3900. Japon van effen of geruite stof of
kasha. De langwerpige, vierkant loopende
biais in het voorpand, is van stof in een
afstekende kleur Bij een effen japon kan
de bies ook van geruite stof genomen
worden.
In den rok van voren breede plooien,
kraagje van stof of .zijde in de klein- der
japon.
3926. Japon van stof of zijde met aan
gesloten mouw. Voor en achter een pun
tig Ingezette biais van dezelfde stof. De
rok' heeft voor en achter breede plooien,
smal kraagje met strik ter afwerking.
3931. Japon van wollen stof met apart
schouderstuk. Vanaf dit schouderstuk
aan voor- en rugkant en onder het vest
plooien.
De mouw heeft dubbele opstaande man
chetten. Vestje van crêpe de chine. Knoo-
pengarneering var. kristal.
3982. Japon van wollen crêpe of mat-
tingstof. Het model heeft van voren
aparte schouderstukjes. De onderkant van
het corsage is eveneens apart aangezet.
Bij de schouderstukjes valt eenige ruim
te, rug is glad. Het is aardig deze japon
met harde kleuren wol te bewerken.
ANEMOON.
393/
JJ
Ik zal het maar niet met den weid-
schen naam van „picnikken" bestempe
len, want de echte verzorgde, uitge
breide picnics, zooals de Engelschman
die kent, en die meer doel dan bijkom
stigheid van een uitstapje zijn, schijnt
hier maar geen genade te kunnen vin
den. Bij ons is het meestal een zui
nigheids-maatregel, om op eendaagsche
uitstapjes restauratie-onkosten te ver
mijden.
Wanneer we logé's hebben, die we naai
de gezellige, moderne gewoonte, hun
eigen gang laten gaan en er desver-
langd alleen op uit laten trekken, zon
der ze gevankelijk rond te sleuren langs
alle punten in den omtrek, die wij per
soonlijk voor bezienswaardig houden,
kan 't gebeuren, dat ze bij het onder
nemen van een tochtje den wensch uit
spreken, boterhammen mee te nemen. En
dat houdt natuurlijk het stilzwijgend
verzoek aan ons in. die "voor hen te
willen klaarmaken.
Nu kunnen we natuurlijk inderhaast
wat onbehouwen boterhammen afsnij-
den. "die klodderig besmeren en slordig
beleggen en dan in een stukje wit pa
pier draaien met een krant er omheen,
't Zijn de verlangde boterhammen, ja,
maar daar is ook alles mee vezegd. De
onsmakelijke vette brokken zijn niet te
hanteeren en het deprimeerend maal
drukt een stempel van armoedigheid op
heel het tochtje, inplaats van dat er
opwekking van uitgaat.
Als we werkelijk de volmaakte gast
vrouw willen zijn, is het klaarmaken en
inpakken van zoo'n landelijke lunch een
van de beste gelegenheden om dat te
doen blijken. We Kunnen onzen gasten
bijna geen eenvoudiger en tegelijk fijn
gevoeliger attentie bewijzen, dan hun
verwachting te overtreffen, bij het in
willigen van hun simpel verzoek en het
gebodene tot in de kleinste onderdee-
len te verzorgen. Hier is een ongezoch
te gelegenheid, hun te bewijzen, dat we
hun verblijf bij ons op prijs stellen en
het hun graag in alle opzichten aan
genaam maken.
Eén ding kunnen en moeten we van
den Engelschen picnic leeren: de sand
wiches! Ze vormen de absoluut eenige
mogelijkheid voor een confortabele lunch
onderweg, wanneer er geen messen en
vorken worden meegenomen. Wat ik u
bidden mag, geen gewone Hollandsche
boterhammen!
Voor sandwiches kunnen we 't best
brood van den vorigen dag nemen, daar
dit zeker niet uiteen valt. Snijd heel
dunne, gelijkmatige sneedjes, ontdoe ze
van de korsten, zoodat langwerpig-
vierkante stukjes overblijven. Besmeer ze
goed gelijkmatig over de geheele opper
vlakte met boter, maar dunnetjes. Dit
mag niet inderhaast gebeuren. Strijk de
vulling over één sneedje, leg het andere
er op en druk ze even opeen. Snijd ze
nu door van één hoek naar den anderen,
zoodat er twee driehoekjes ontstaan. Zóó
zijn ze erg gemakkelijk af te happen.
Een vulling, die eenigszins uitgesmeerd
kan worden, zooals b.v. leverpastei, is
zeer geschikt. Minder gewenscht zijn
rookvleesch en ontbijtspek, daar ze niet
gemakkelijk met het brood doorgehapt
kunnen worden en aanleiding geven tot
onsmakelijk rukken en trekken. Wan
neer plakjes ham, koud vleesch of tong
gebruikt worden, is het aan te bevelen
deze eerst heel fijn te snipperen. De
vulling is dan smakelijker en deelt veel
meer uit. Zorg steeds voor een groote
verscheidenheid van vullingen, maar
van elke soort moeten er toch twee
sandwiches zijn, want 't is miserabel,
waneer iets plotseling op blijkt te
zijn, juist wanneer men verrast geniet
van den heerlijken smaak.
Voor een Vrijdag is hard-gekookt ei,
met een zilveren vork fijn geprakt, zeld
zaam smakelijk. Verder leent zalm uit
een blikje zich uitstekend voor het be
leggen van sandwiches. Sardientjes zijn
't smakelijkst tusschen één sneedje wit
e:. één sneedje bruin. Inplaats van boter
worden ze bestreken met tomatenpuré.
Een paar andere heerfijke vullingen
zijn: tuinkers met suiker en een drup
peltje citroen; gehakte zoute amandelen;
heel dunne plakjes meloen met poeder
suiker; heel dunne schijfjes zure aard
appel met hard ei en een enkel schijfje
komkommer. Daar de lunch gewoonlijk
kant en klaar ingepakt wordt meege
geven, zijn al deze heerlijkheden dubbel
welkom door verrassing.
Sandwiches worden 't best meegegeven
in een plat trommeltje, dat met een
paar papieren servetjes gevoerd wordt.
De verschillende sneedjes worden soort
bij soort in vetvrij boterhampapier ge
wikkeld en platliggend in den trommel
gepakt. Ieder soort dus even apart ver
pakken. Voor ieder wordt er een car-
tonnen schoteltje bijgepakt met een
paar stukjes vetvrij papier, op de grootte
hiervan afgesneden. Wordt nu soms
tweemaal gerust en gegeten, dan kan het
schoteltje, dat niet vet is geworden, her
haaldelijk gebruikt worden. Voorts voor
ieder een paar papieren servetjes en
vooral ook een vingerdoekje of tenmin
ste een groote zakdoek van het ver
koudheids-genre. Vette vingers kunnen
niet op bevredigende wijze aan papier
worden afgeveegd, en een of ander
doekje is dan een ware uitkomst.
Dat is alles. Zouden we er zelf geen
schik in hebben .wanneer we 't zóó eens
probeerden, inplaats van die onappetijte
lijke sleur-methode van vroeger te
volgen? KA JA
Waschknijpertjes zijn echte stiefkinde
ren. Zij blijven meestal in weer en wind
aan de lijn hangen, vallen in 't zand,
worden bruin en nat en onsmakelijk en
soms vinden we er onder den heelen
voorraad nauwelijks één of twee, geschikt
om een fijn, licht kleedingstukje mee te
bevestigen.
Hier is een ideetje, waardoor ze ge
makkelijk en proper bewaard worden en
tevens bij de hand zijn, als de waschdag
is aangebroken. Want eeuwig wegraken
is óók een van de kenmerkende eigen
schappen! Maak van Brabantsch bont
een zak over een gewoon kleerenhanger-
tje, dat met een paar knoopjes wordt
gesloten en waarin aan één kant een
rond gat gemaakt wordt, groot genoeg
rnn de hand gemakkelijk door te laten.
De teekening laat een en ander duidelijk
zien. Langs de wasehlijn reist de zak met
ons mee, naarmate we die vol hangen met
kleedingstukken, en 's avonds wordt ze
aan een spijker in het schuurtje gehan
gen, zoodat ze in 't geheel geen plaats In
neemt en de knijpertjes droog en zinde
lijk bewaard worden. KAJA
Heel weinig menschen hebben van na-
ure gezond, normaal haar; 't is gewoon
lijk öf te droog, óf te vet. Dikwijls hoort
men klagen, dat het haar tweemaal per
week gewasschen dient te worden, omdat
't zoo vet is, dat 't anders ontoonbaar
wordt. Maar al te dikwijls wasschen
maakt het haar inplaats van het euvel
te verhelpen, hoe langer hoe vetter. Wan
neer u gewoon bent, het haar meerdere
malen per week te wasschen (waarbij u
het dan na één of twee dagen weer sluik
en vet ziet worden) en u vindt één keer
den moed, ondanks alles een dag of tien
te wachten, zult u merken, dat het haar
daarna minstens een week toonbaar
blijft. Deze termijn van tien dagen is
doorgaans de juiste voor het wasschen
van vet haar.
In dien tusschentijd kan af en toe of
zoo noodig eiken dag een droge shampoo
gebruikt worden. In strooibussen is dit
zacht-geparfumeerde witte poeder ver
krijgbaar. Strooi het 's ayonds goed royaal
in het haar, wrijf het er met een ruigen
handdoek een oogenblik doorheen en laat
het verder den heelen nacht erin. 's Mor
gens wordt het haar grondig uitgeborsteld
en het is even droog als na een was-
sching. Gewone witte talcpoeder van een
vertrouwd merk is evengoed als het
speciale droogpoeder; vooral wit haar
wordt door de behandeling hiermee op
vallend mooi.
Geregelde hoofdmassage, zooals ik die
in een vorig artikeltje beschreef, is on
ontbeerlijk, wanneer men last heeft van
vet haar. Blijft ook dit schijnbaar vruch
teloos, dan kan een eiwit-behandeling na
iedere haarwassching soms nog wonderen
verrichten.
Zeep het haar op de gewone manier
in en spoel het goed uit in lauw water.
Klop het wit van twee eieren stijf, voeg
er een theelepel zout bij en wrijf dit
mengsel goed in het haar. Laat het haar
drogen en borstel het poeder lat ten
slotte overblijft, zorgvuldig uit. Vooral
voor blondines met fijn haar is dit een
uitstekend middel.
Borstelen is voor vet haar niet zoo
noodzakelijk omdat het doel ervan is,
het natuurlijk vet gelijkmatig over de
haren te verdeelen. Bij vet haar gebeurt
dit vanzelf al en niet zelden bemerken
we, dat 't na een tien minuten borstelen
veel minder luchtig en aardig zit. Behalve
onzen massage-borstel moeten we dus
maar niet veel anders gebruiken dan
onze kam.
Droog haar daarentegen dat er tegelijk
ook dikwijls dof en dood uitziet, kan niet
genoeg geborsteld worden. Het wordt dan
glanzig en schijnt nieuw leven te krijgen,
eenvoudig doordat de vet-afscheiding be
vorderd en de natuurlijke olie gelijkmatig
over het haar verspreid wordt. Wanneer
het haar werkelijk buitengewoon droog
en glansloos is, schud dan een dessert
lepel eau-de-cologne en zes druppels zui
vere olijfolie in een klein fleschje goed
dooreen en sprenkel dit mengsel op uw
borstel.
Een paar theelepels zout in het water,
waarmee u uw haar na het wasschen na
spoelt, kunnen er ook toe bijdragen, den
glans ervan te verhoogen.
EVA.
Voor wie geregeld eiken zomer een uit
stapje of kleinreisje maakt, soms van de
eene plaats naar de andere, is een pret
tige handtasch, een z.g. suitcase een on
waardeerbare schat. Kies de tasch liever
groot en plat dan kort en diep, daar
uw jurken dan veel en veel minder te
lijden hebben.
Niet iedereen heeft een aangeboren
talent voor inpakken en het op en door
elkaa^ liggen van kleinere artikelen in
zoo'n handtasch levert dikwijls een treu-
rigen aanblik op. Bij elkaar behoorende
dingen worden in ver-uiteenliggende
hoekjes en gaatjes geduwd in de onmo
gelijkste vormen.
Er is een heel eenvoudig middel om
het inwendige van zoo'n handtasch er
altijd keurig te doen uitzien en bij het
in- en uitpakken onnoemelijk veel tijd
te besparen. We nemen een flinken lap
stevige cretonne, die niet kreukt, goed
waschbaar is en er fleurig uitziet. Daar
van stikken we keurige zakken van al
lerlei formaat: een groote, die juist den
vorm heeft van den handkoffer-bodem,
voor lingerie, kleinere voor kousen, zak
doeken, handschoenen en wat we maar
willen, alles op de juiste maat. De zakjes
zijn alle met een overslag gemaakt als
nachtzakken, en worden met één of twee
knoopjes gesloten. Op een strikje effen
cretonne, dat we er bij wijze van etiket
opzetten, zetten we met een rooden steel-
steek den naam van het artikel, dat erin
behoort. We kunnen ook nog zoo'n zakje
maken voor het klein gepruts als schaar
tjes, vijltjes enz. dat dan niet kan weg
raken en wanneer we geen reis-nécessaire
bezitten, ook voor onze fleschjes en pot
jes toiletartikelen. Het beschermt ze
meteen tegen breken en 't neemt veel
minder plaats dan de doosjes, waarin
we ze soms bijeenpakken.
Zoo'n stel reiszakjes ziet er alleraar
digst uit en het in- en uitpakken wordt
een genoegen: de zakjes, van welken in
houd ook, voegen zich heerlijk aaneen en
we hebben veel meer ruimte over dan
anders. Een flink zakje voor gedragen
waschgoed en een zakje voor het hand-
of naaiwerk dat we meenemen, desnoods
met zij-zakjes voor naaigerei, is erg
practisch.
Ten slotte maken we van de cretonne
nog een rechthoekige lap, die precies in
den handkoffer past zetten er in flinke
roode steelsteek-letters ons monogram op
en spreiden die, wanneer we met inpak
ken klaar zijn, over al onze bezittingen
uit als een keurige afdekking. Het is zoo
heerlijk, om uit logeeren te gaan met al
onze zaakjes in de puntjes in orde!
KAJA
Hampannekoek met sla en komkommer.
2 a 3 plakken ham met een rand vet.
30 gram bloem, ongv. 4 glad afgestre
ken eetlepels,
1 ei,
1 d.L. melk,
zoonoodig nog iets boter,
zout.
Bereiding:
Bak de plakken ham op een klein pit
je, zóó, dat het vet uitsmelt. Indien zich
niet voldoende vet vormt, voeg dan nog
iets boter toe. Maak in dien tijd een be
slag, door de bloem in een kom te doen,
het ei in een kuiltje te breken, iets zout
toe te voegen en het meel vanuit het
midden aan te roeren met ei en zóóveel
melk, dat 't meel juist gebonden is. Roer
er alle klontjes uit, voeg langzamerhand
steeds roerende de rest van de melk toe.
Giet dit beslag op de ham en bak de pan-
nekoek aan beide zijden mooilichtbruin
en gaar.
Maak 1 kropje sla schoon en wasch ze
goed. Maak ook een komkommer schoon
en snijd haar in plakken. Roer een saus
van slaolie, azijn, mosterd, zout, peper en
wat maggi-aroma; doe er een stukje zeer
fijn gesneden ui bij, de gewasschen en
goed uitgeknepen sla en komkommer en
werk dit goed dooreen. Presenteer deze
sla bij den hampannekoek.
Salade van vischresten
Resten visch,
koude aardappelen,
1 krop sla of komkommer,
1 2 tomaten,
hardgekookt ei,
kruidenazijn,
een paar uitjes en augurkjes,
mayonnaise.
Bereiding:
Neem de visch zorgvuldig van de gra
ten. Doe dit bij voorkeur. terwijl ze nog
warm is. Maal de gaargekookte aardap
pelen door een vleeschmolen, hak de ui
tjes fijn en vermeng deze beide met el
kaar en voeg wat kruidenazijn toe. Maak
de sla of komkommer schoon, snijd de
tomaten in plakken en bestrooi deze met
wat peper, zout en een paar druppels
kruidenazijn.
Leg op uw vleeschschotel 'n laag aard
appelenmengsel, daarop stukjes visch,
zoonoodig weer een laag aardappelmeng
sel, en weer stukjes visch. Bedek dit alles
met een dikke laag mayonnaise. Schik
hieromheen een rand van slablaadjes of
komkommer en versier den schotel met
stukjes hard gekookt ei, augurkjes en
plakken tomaten.
Kruisbessenmoes
1 K.G. inrijpe, maar vooral niet te rij
pe kruisbessen,
ongv. 100 gram suiker,
aardappelsago.
Bereiding:
Verwijder van de kruisbessen de kelk
blaadjes en de steeltjes. Wasch ze, zet
ze op met ongv. 1 d.L. water. Laat ze op
een zacht vuur tot moes koken. Wrijf ze
fijn met een houten lepel, roer er de sui
ker door en bind het moes met wat aan
gemengde sago.
Indien de schillen hard zijn, verdient 't
aanbeveling, de kruisbessen te zeven.
Vooral bij rijpe kruisbessen is dat het ge
val.
N. B. Presenteer deze kruisbessenmoes
met b.v. droge rijst, of maak er een cus-
tardvla over.
FOSCO FLESCH)
50 gram poederchocolade
250 gram suiker
'A stokje vanille
A L. water
Bereiding: Laat de vanille op
een hoekje van het fornuis lang in het
water trekken. Vermeng dan in een pan
netje chocolade en suiker, meng dit aan
met wat van het water. Voeg de rest van
het water en de vanille toe en laat dit
samen 20 minuten zachtjes koken. Neem
daarna de vanille er uit. Giet de fosco
in de goed schoon gemaakte flesch. Ver
dun ze bij gebruik met pl.m. 2 deelen
koude melk.
Fosco kan niet veel langer dan pl.m. 3
weken bewaard worden.
CATHARÏNA
Velourshoedjes, vooral in bruin en beige,
zullen dit najaar gedragen worden; men
ziet veel cloehe-modellen. De modellen
zijn vaak bewerkt met figuren, randen en
andere garneering van velours in een af
stekende tint.
ANEMOON.