ONZE VROUWENRUBRIEK NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VROUWEN OP REIS VOOR ZWAARDERE FIGUREN EENVOUDIGE JAPONNETJES BOTERHAMMEN )MEE!" IETS VOOR DEN WASCHDAG TE DROOG HAAR EN TE VET HAAR Het practisch inpakken van een handkoffer RECEPTEN. Hoedenmode Gelukkig heeft de geschiedenis niet den naam bewaard van den hartelijken echt genoot, die het eerste verkondigde: „Die zijn vrouw liefheeft laat ze thuis". Nu de zomervacantie en het reisseizoen weer op handen zijn. zullen vele zijner navolgers ongetwijfeld willen probeeren, dezen re gel in toepassing te brengen. Dat ligt zoo in den aard van zekere mannen. Dat de vrouw heeft moeten beloven den man te zullen volgen, laat nen koud. Zij hul digen de opvatting dat dit volgen niet al te letterlijk moet worden toegepast. r.r zijn zelfs mannen die beweren dat voor hen het plezier van de reis af is, als ze hun vrouw mee moeien wen lastig zijn op reis. Een dezer man nen heeft net zondenregister opgemaakt van de vrouw, die op reis gaat.Als haar man eerste klas heeft genomen, zegt hij, vindt ze dat ze best tweede nadden kun nen gaan, en dat hij altijd veel -te royaal is. Heeft hij tweede klas genomen, daD begrijpt ze niet dat hij zoo schriel is, want in de eerste klas zit je veel beter en zóóveel scheelt het niet. Trouwens, als je op een paar gulden moet kijken doe je beter heelemaal maar thuis te blijven. In een wagon met zijgang wil ze niet zitten, omdat het heen en weer loopen van de andere reizigers zoo hinderlijk is; in een wagon zonder zijgang wil ze ook niet, omdat haar beenen dan stijf worden en ze zich nergens eens een beetje kan vertreden. De kinderen meenemen, daar bedankt ze voor, want met kinderen heb je altijd last, want ze hangen uit de raampjes of ze laten wat uit een trein vallen of ze doen gênante vragen of ze hinderen de andere reizigers en je hebt er allemaal maar narigheid mee; maar thuis laten kan ze de schapen toch ook niet, want dan heeft ze geen gerust uur onderweg, omdat ze niet weet of ze wel goed bezorgd zijn en of ze op tijd naar bed gaan en of ze niet onder een auto zullen raken en of ze'den boel niet af zullen breken. Als er geen kinderen zijn, dan zou ze den hond en de poes wel mee willen nemen, maar dat gaat niet, omdat je er zoo een soesa mee hebt en omdat je man vraagt of je stapel bent gewor den; maar als je ze thuis moet laten ben je ervan overtuigd dat ze honger en dorst zullen lijden omdat er niet behoorlijk naar wordt omgekeken. Het raampje van den coupé mag niet open, want dan tocht het, en als je een bronchitis of een longontsteking op den hals wilt halen, kun je even goed in Hol land blijven ,want daar is het maar een kleine moeite en dan ben je tenminste nog bij jezelf thuis, maar het raampje toehouden wil ze ook niet, want dan stik je van de warmte en er zijn bijna altijd menschen in den coupé die zoo eigenaar dig ruiken, vooral van die dames die par fum gebruiken waarvan je voor een gul den bijna een halve-literflesch vol krijgt Achteruit rijden wil ze niet, want daa kan ze niet tegen omdat het zoo eng is en het is haast nog enger als je bijna voorover op de knieën van dien engei man tegenover je schiet, als die enge ma chinist den trein onverwacht met een ruk laat stoppen; maar vooruit rijden be dankt ze voor, want dan krijg je al het stof van de spoorbaan en al het roet van de locomotief vlak in je gezicht en dat gaat allemaal in je haar zitten en dat kun je toch niet afdoen waar al die vreemde menschen bij zitten want dat staat veel te gek. Een hoekplaats wil ze niet hebben. Want als je aan den kant zit van het perron struikelen al de menschen die binnenkomen over je beenen en als ze op je eksteroogen trappen moet je je toch goed houden en zeggen dat he* niets is, al trap je net zoo lief terug; en als de trein rijdt en er komt een trein van den anderen kant, dan schrik je je haast dood, en het is zoo een vervelend gezicht om al die telefoonpalen langs den weg op je af te zien komen, en je hebt er den tocht uit de eerste hand. Op de middenplaats wil ze nog minder zitten, want dan ben je ingemet seld tusschen twee andere reizigers, zoo dat je niet eens Je armen kunt bewegen, en je wordt precies voor stootkussen ge bruikt. In den restauratiewagen wil ze niet eten want daar krijg Je toch nooit veel bijzonders en ze is er vies van omdat ze in zoo ee'n trein toch geen gelegenheid hebben om alles proper klaar te maken en ze zitten je te jachten om de volgende bezending reizigers te bedienen en het is allemaal duur en Je krijgt er haast niets voor. Maar als je een paar broodjes met ham koopt aan het stationsbuffet weet je nooit of ze acht of veertien dagen oud zijn en er zit heelemaal geen boter op, cf het is margarine. Spreken zou ze liever niet onderweg, want je kunt jezelf haast niet verstaan, maar al de andere menschen die er niet mee noodig hebben hooren precies wat je zegt en je schreeuwt je haast heesch en je man zegt toch bijna niets terug omdat hij leest of hij slaapt. Maar zwijgen kan ze toch ook niet, want je mond heb je gekregen om te praten en als je aldoor moest zwijgen dat zou wat moois zijn, dan kon je net zoo goed in je graf liggen en daar ging je tftcl) niet voor op reis. Zij kan niet tegen het voortdurende zitten, want dan slapen haar beenen in en als je zit dan krijg je zulke stijve knieën, maar overeind blijven staan kun je ook bijna niet in zoo'n slingerenden trein en als je opstaat en je krijgt zoo'n schok en je wil je vastgrijpen dan sla je bijna al tijd je handen in het gezicht van zoo'n akeligen man en dan wordt hij nijdig of hij gaat zich nog heel wat verbeelden. Ze kan niet achterover leunen, want dan< raakt haar kapsel in de war en je hebt' er toch al zoo veel werk aan om je haar goed te krijgen en als je je hoed ophoudt heb je aldoor een gevoel of hij voortdu rend scheef zakt, maar als je hem in het net legt, gooit de een of andere stomme ling er misschien een valies op. Maar als ze stijf rechtop blijft zitten houdt haar ruggegraat het niet uit. Ze zou wel willen lezen, maar door het schudden van den trein schemeren haar de regels voor de oogen en ted° een schijnt altijd op je handen te kijken, welk soort boek je leest en sommige menschen hebben de gewoonte om bru taal met je mee te lezen en het gaat ze toch niets aan wat je leest, dat is Je ei gen zaak, maar om zoo'n heele reis heele maal niet te lezen dat is ook wat, want dan lijkt het wel of het nog tweemaal zoo lang duurt en naar buiten kijken daar heb je ook gauw genoeg van en bin nen is niets te zien en dan zit je je ook doodelijk te vervelen en je man daar heb je ook heelemaal geen aanspraak aan en je begrijpt niet hoe zoo'n man het uit houdt om maar te lezen en zijn mond niet open te doen hij kan je toch best eens wat vertellen waar je langs komt en zoo en hoe het heet, want dat weet hij allemaal wel, maar hij neemt eewoon haast geen notitie van je, echt gek voor die andere menschen, want die denken misschien wel dat je ruzie hebt gehad. Wakker blijven kan ze niet als ze wat lang in den trein zitten, want er is geen mensch die daar zijn oogen bij open kan houden en als je dan toch niet lezen en niet praten kan en er is niets te zien, dan is het ook nog maar het eenige om wat in te dutten. Maar slapen kan ze niet in zoo'n trein die schommelt als ik weet niet wat en als je zoo in de coupé zit te dommelen zie je er ook niet op zijn voordeeligst uit, dat merk je het beste aan die juffrouw schuin tegennvei je met dien bespotteljjken hoed waar je aan kunt zien dat hij veel geld heeft gekost, maar dat mensch heeft totaal geen smaak en kijk nu eens hoe haar mond half open hangt en je kunt precies zien welke tanden valsch zijn en als het een beetje wil gaat ze zitten snurken of stel je voor dat ze met haar hoofd op den schouder valt van dien man naast haar neen hoor, dan is het nog maar beter om je oogen open te houden, want het is toch ook wat als je zoo'n figuur slaat te genover al die menschen en enfin, aan alles komt een einde en de treinreis duurt niet eeuwig. Ze weet secuur dat ze alles heeft inge pakt, toen ze wegging en dat ze de koffers toe heeft gemaakt en dat ze de sleutels aan haar man heeft gegeven. Maar als de douane komt en de koffers op.n m e- ten en haar man de sleutels niet kan vinden en het blijkt dat zij ze zelf in haar tasch heeft dan zegt ze dat een mensch ook niet overal aan kan denken en ze was in de vaste overtuiging dat ze hem de sleutels in zijn handen had ge geven toen hij bij de piano stond en hoe ze nu weer in haar tasch komen daar be grijpt ze gewoon niets van, maar de hoofdzaak is dat ze terecht zijn, niet waar, en als iedere man 'een vrouw had die precies wist waar ze alles liet dan zou het heusch best schikken in de wereld en net of hij nu nooit wat vergat en var- gissen is immers menschelijk en als je voor elke kleinigheid een leelijk gezicht moest zetten dan had je dagwerk, maar zoo'n man dacht altijd alleen maar aan zichzelf en ze was net zoo lief thuis ge bleven..."' En op dat moment zucht dan de man natuurlijk: „Wie zijn vrouw lief heeft, laat ze thuis!" 't Is maar goed, dat we den vorigen keer gezien hebben, hoe een man op reis is! H. P. Zoo nu en dan zullen we in onze Vrou wenrubriek modellen geven voor zwaar dere figuren. In de eerste plaats raden we dames met een zwaar figuur aan: neem nooit een opzichtige kleur voor uw japon, zoo als rood, cerise, fraise, harabiauw of geel; geen groote in het oog loopende patronen, blokken of bloemen, maar ki°s een eenvoudiger kleur, zooals beige, grijs, donkerblauw, bruin, groen e. a. Wilt u een bedrukte of gewerkte stof, bepaal u altijd tot een gedekt dessin. Ook moet men beslist te veel versie ring vermijden; neem nooit veel volants, strikjes, uitstaande plooien, gitversierin gen enz., dit alles doet een breed figuur nog breeder uitkomen. Onze serie begint met A. Japon van geruite, gewerkte of effen stof. Shawlkraag en manchetten van zijde. Tusschen de japon van voren is een effen stuk gezet, bij wijze van vest, in een eombineerende kleur. Aan den boven kant een randje ajour. De ceintuur loopt achter door. Van voren even onder de ceintuur, twee ronde zakjes. B. Het model loopt van voren puntig. Vest, kraagje en puntig rokstuk van stof of zijde in een eombineerende kleur. De onderkant der japon is apart aan gezet. Van den schoudernaad af eenige smalle plooitjes. Dit model is zeer geschikt voor oudere dames in donkerbruine stof met donker bruine zijde gegarneerd of donkerbruin met beige; donkerblauw met donker blauwe zijde in zwart met zilvergrijs. C. Eenvoudige japon, gewerkt mous- seline-kraagie en voorstuk van effen mousseline of crêpe de chine. De japon wordt van voren met een gesp gesloten en komt daardoor even blousend. Patronen van deze modellen a 1. verkrijgbaar. Vragen voor deze speciale modellen zul len we gaarne in dit blad behandelen. ANEMOON 3900. Japon van effen of geruite stof of kasha. De langwerpige, vierkant loopende biais in het voorpand, is van stof in een afstekende kleur Bij een effen japon kan de bies ook van geruite stof genomen worden. In den rok van voren breede plooien, kraagje van stof of .zijde in de klein- der japon. 3926. Japon van stof of zijde met aan gesloten mouw. Voor en achter een pun tig Ingezette biais van dezelfde stof. De rok' heeft voor en achter breede plooien, smal kraagje met strik ter afwerking. 3931. Japon van wollen stof met apart schouderstuk. Vanaf dit schouderstuk aan voor- en rugkant en onder het vest plooien. De mouw heeft dubbele opstaande man chetten. Vestje van crêpe de chine. Knoo- pengarneering var. kristal. 3982. Japon van wollen crêpe of mat- tingstof. Het model heeft van voren aparte schouderstukjes. De onderkant van het corsage is eveneens apart aangezet. Bij de schouderstukjes valt eenige ruim te, rug is glad. Het is aardig deze japon met harde kleuren wol te bewerken. ANEMOON. 393/ JJ Ik zal het maar niet met den weid- schen naam van „picnikken" bestempe len, want de echte verzorgde, uitge breide picnics, zooals de Engelschman die kent, en die meer doel dan bijkom stigheid van een uitstapje zijn, schijnt hier maar geen genade te kunnen vin den. Bij ons is het meestal een zui nigheids-maatregel, om op eendaagsche uitstapjes restauratie-onkosten te ver mijden. Wanneer we logé's hebben, die we naai de gezellige, moderne gewoonte, hun eigen gang laten gaan en er desver- langd alleen op uit laten trekken, zon der ze gevankelijk rond te sleuren langs alle punten in den omtrek, die wij per soonlijk voor bezienswaardig houden, kan 't gebeuren, dat ze bij het onder nemen van een tochtje den wensch uit spreken, boterhammen mee te nemen. En dat houdt natuurlijk het stilzwijgend verzoek aan ons in. die "voor hen te willen klaarmaken. Nu kunnen we natuurlijk inderhaast wat onbehouwen boterhammen afsnij- den. "die klodderig besmeren en slordig beleggen en dan in een stukje wit pa pier draaien met een krant er omheen, 't Zijn de verlangde boterhammen, ja, maar daar is ook alles mee vezegd. De onsmakelijke vette brokken zijn niet te hanteeren en het deprimeerend maal drukt een stempel van armoedigheid op heel het tochtje, inplaats van dat er opwekking van uitgaat. Als we werkelijk de volmaakte gast vrouw willen zijn, is het klaarmaken en inpakken van zoo'n landelijke lunch een van de beste gelegenheden om dat te doen blijken. We Kunnen onzen gasten bijna geen eenvoudiger en tegelijk fijn gevoeliger attentie bewijzen, dan hun verwachting te overtreffen, bij het in willigen van hun simpel verzoek en het gebodene tot in de kleinste onderdee- len te verzorgen. Hier is een ongezoch te gelegenheid, hun te bewijzen, dat we hun verblijf bij ons op prijs stellen en het hun graag in alle opzichten aan genaam maken. Eén ding kunnen en moeten we van den Engelschen picnic leeren: de sand wiches! Ze vormen de absoluut eenige mogelijkheid voor een confortabele lunch onderweg, wanneer er geen messen en vorken worden meegenomen. Wat ik u bidden mag, geen gewone Hollandsche boterhammen! Voor sandwiches kunnen we 't best brood van den vorigen dag nemen, daar dit zeker niet uiteen valt. Snijd heel dunne, gelijkmatige sneedjes, ontdoe ze van de korsten, zoodat langwerpig- vierkante stukjes overblijven. Besmeer ze goed gelijkmatig over de geheele opper vlakte met boter, maar dunnetjes. Dit mag niet inderhaast gebeuren. Strijk de vulling over één sneedje, leg het andere er op en druk ze even opeen. Snijd ze nu door van één hoek naar den anderen, zoodat er twee driehoekjes ontstaan. Zóó zijn ze erg gemakkelijk af te happen. Een vulling, die eenigszins uitgesmeerd kan worden, zooals b.v. leverpastei, is zeer geschikt. Minder gewenscht zijn rookvleesch en ontbijtspek, daar ze niet gemakkelijk met het brood doorgehapt kunnen worden en aanleiding geven tot onsmakelijk rukken en trekken. Wan neer plakjes ham, koud vleesch of tong gebruikt worden, is het aan te bevelen deze eerst heel fijn te snipperen. De vulling is dan smakelijker en deelt veel meer uit. Zorg steeds voor een groote verscheidenheid van vullingen, maar van elke soort moeten er toch twee sandwiches zijn, want 't is miserabel, waneer iets plotseling op blijkt te zijn, juist wanneer men verrast geniet van den heerlijken smaak. Voor een Vrijdag is hard-gekookt ei, met een zilveren vork fijn geprakt, zeld zaam smakelijk. Verder leent zalm uit een blikje zich uitstekend voor het be leggen van sandwiches. Sardientjes zijn 't smakelijkst tusschen één sneedje wit e:. één sneedje bruin. Inplaats van boter worden ze bestreken met tomatenpuré. Een paar andere heerfijke vullingen zijn: tuinkers met suiker en een drup peltje citroen; gehakte zoute amandelen; heel dunne plakjes meloen met poeder suiker; heel dunne schijfjes zure aard appel met hard ei en een enkel schijfje komkommer. Daar de lunch gewoonlijk kant en klaar ingepakt wordt meege geven, zijn al deze heerlijkheden dubbel welkom door verrassing. Sandwiches worden 't best meegegeven in een plat trommeltje, dat met een paar papieren servetjes gevoerd wordt. De verschillende sneedjes worden soort bij soort in vetvrij boterhampapier ge wikkeld en platliggend in den trommel gepakt. Ieder soort dus even apart ver pakken. Voor ieder wordt er een car- tonnen schoteltje bijgepakt met een paar stukjes vetvrij papier, op de grootte hiervan afgesneden. Wordt nu soms tweemaal gerust en gegeten, dan kan het schoteltje, dat niet vet is geworden, her haaldelijk gebruikt worden. Voorts voor ieder een paar papieren servetjes en vooral ook een vingerdoekje of tenmin ste een groote zakdoek van het ver koudheids-genre. Vette vingers kunnen niet op bevredigende wijze aan papier worden afgeveegd, en een of ander doekje is dan een ware uitkomst. Dat is alles. Zouden we er zelf geen schik in hebben .wanneer we 't zóó eens probeerden, inplaats van die onappetijte lijke sleur-methode van vroeger te volgen? KA JA Waschknijpertjes zijn echte stiefkinde ren. Zij blijven meestal in weer en wind aan de lijn hangen, vallen in 't zand, worden bruin en nat en onsmakelijk en soms vinden we er onder den heelen voorraad nauwelijks één of twee, geschikt om een fijn, licht kleedingstukje mee te bevestigen. Hier is een ideetje, waardoor ze ge makkelijk en proper bewaard worden en tevens bij de hand zijn, als de waschdag is aangebroken. Want eeuwig wegraken is óók een van de kenmerkende eigen schappen! Maak van Brabantsch bont een zak over een gewoon kleerenhanger- tje, dat met een paar knoopjes wordt gesloten en waarin aan één kant een rond gat gemaakt wordt, groot genoeg rnn de hand gemakkelijk door te laten. De teekening laat een en ander duidelijk zien. Langs de wasehlijn reist de zak met ons mee, naarmate we die vol hangen met kleedingstukken, en 's avonds wordt ze aan een spijker in het schuurtje gehan gen, zoodat ze in 't geheel geen plaats In neemt en de knijpertjes droog en zinde lijk bewaard worden. KAJA Heel weinig menschen hebben van na- ure gezond, normaal haar; 't is gewoon lijk öf te droog, óf te vet. Dikwijls hoort men klagen, dat het haar tweemaal per week gewasschen dient te worden, omdat 't zoo vet is, dat 't anders ontoonbaar wordt. Maar al te dikwijls wasschen maakt het haar inplaats van het euvel te verhelpen, hoe langer hoe vetter. Wan neer u gewoon bent, het haar meerdere malen per week te wasschen (waarbij u het dan na één of twee dagen weer sluik en vet ziet worden) en u vindt één keer den moed, ondanks alles een dag of tien te wachten, zult u merken, dat het haar daarna minstens een week toonbaar blijft. Deze termijn van tien dagen is doorgaans de juiste voor het wasschen van vet haar. In dien tusschentijd kan af en toe of zoo noodig eiken dag een droge shampoo gebruikt worden. In strooibussen is dit zacht-geparfumeerde witte poeder ver krijgbaar. Strooi het 's ayonds goed royaal in het haar, wrijf het er met een ruigen handdoek een oogenblik doorheen en laat het verder den heelen nacht erin. 's Mor gens wordt het haar grondig uitgeborsteld en het is even droog als na een was- sching. Gewone witte talcpoeder van een vertrouwd merk is evengoed als het speciale droogpoeder; vooral wit haar wordt door de behandeling hiermee op vallend mooi. Geregelde hoofdmassage, zooals ik die in een vorig artikeltje beschreef, is on ontbeerlijk, wanneer men last heeft van vet haar. Blijft ook dit schijnbaar vruch teloos, dan kan een eiwit-behandeling na iedere haarwassching soms nog wonderen verrichten. Zeep het haar op de gewone manier in en spoel het goed uit in lauw water. Klop het wit van twee eieren stijf, voeg er een theelepel zout bij en wrijf dit mengsel goed in het haar. Laat het haar drogen en borstel het poeder lat ten slotte overblijft, zorgvuldig uit. Vooral voor blondines met fijn haar is dit een uitstekend middel. Borstelen is voor vet haar niet zoo noodzakelijk omdat het doel ervan is, het natuurlijk vet gelijkmatig over de haren te verdeelen. Bij vet haar gebeurt dit vanzelf al en niet zelden bemerken we, dat 't na een tien minuten borstelen veel minder luchtig en aardig zit. Behalve onzen massage-borstel moeten we dus maar niet veel anders gebruiken dan onze kam. Droog haar daarentegen dat er tegelijk ook dikwijls dof en dood uitziet, kan niet genoeg geborsteld worden. Het wordt dan glanzig en schijnt nieuw leven te krijgen, eenvoudig doordat de vet-afscheiding be vorderd en de natuurlijke olie gelijkmatig over het haar verspreid wordt. Wanneer het haar werkelijk buitengewoon droog en glansloos is, schud dan een dessert lepel eau-de-cologne en zes druppels zui vere olijfolie in een klein fleschje goed dooreen en sprenkel dit mengsel op uw borstel. Een paar theelepels zout in het water, waarmee u uw haar na het wasschen na spoelt, kunnen er ook toe bijdragen, den glans ervan te verhoogen. EVA. Voor wie geregeld eiken zomer een uit stapje of kleinreisje maakt, soms van de eene plaats naar de andere, is een pret tige handtasch, een z.g. suitcase een on waardeerbare schat. Kies de tasch liever groot en plat dan kort en diep, daar uw jurken dan veel en veel minder te lijden hebben. Niet iedereen heeft een aangeboren talent voor inpakken en het op en door elkaa^ liggen van kleinere artikelen in zoo'n handtasch levert dikwijls een treu- rigen aanblik op. Bij elkaar behoorende dingen worden in ver-uiteenliggende hoekjes en gaatjes geduwd in de onmo gelijkste vormen. Er is een heel eenvoudig middel om het inwendige van zoo'n handtasch er altijd keurig te doen uitzien en bij het in- en uitpakken onnoemelijk veel tijd te besparen. We nemen een flinken lap stevige cretonne, die niet kreukt, goed waschbaar is en er fleurig uitziet. Daar van stikken we keurige zakken van al lerlei formaat: een groote, die juist den vorm heeft van den handkoffer-bodem, voor lingerie, kleinere voor kousen, zak doeken, handschoenen en wat we maar willen, alles op de juiste maat. De zakjes zijn alle met een overslag gemaakt als nachtzakken, en worden met één of twee knoopjes gesloten. Op een strikje effen cretonne, dat we er bij wijze van etiket opzetten, zetten we met een rooden steel- steek den naam van het artikel, dat erin behoort. We kunnen ook nog zoo'n zakje maken voor het klein gepruts als schaar tjes, vijltjes enz. dat dan niet kan weg raken en wanneer we geen reis-nécessaire bezitten, ook voor onze fleschjes en pot jes toiletartikelen. Het beschermt ze meteen tegen breken en 't neemt veel minder plaats dan de doosjes, waarin we ze soms bijeenpakken. Zoo'n stel reiszakjes ziet er alleraar digst uit en het in- en uitpakken wordt een genoegen: de zakjes, van welken in houd ook, voegen zich heerlijk aaneen en we hebben veel meer ruimte over dan anders. Een flink zakje voor gedragen waschgoed en een zakje voor het hand- of naaiwerk dat we meenemen, desnoods met zij-zakjes voor naaigerei, is erg practisch. Ten slotte maken we van de cretonne nog een rechthoekige lap, die precies in den handkoffer past zetten er in flinke roode steelsteek-letters ons monogram op en spreiden die, wanneer we met inpak ken klaar zijn, over al onze bezittingen uit als een keurige afdekking. Het is zoo heerlijk, om uit logeeren te gaan met al onze zaakjes in de puntjes in orde! KAJA Hampannekoek met sla en komkommer. 2 a 3 plakken ham met een rand vet. 30 gram bloem, ongv. 4 glad afgestre ken eetlepels, 1 ei, 1 d.L. melk, zoonoodig nog iets boter, zout. Bereiding: Bak de plakken ham op een klein pit je, zóó, dat het vet uitsmelt. Indien zich niet voldoende vet vormt, voeg dan nog iets boter toe. Maak in dien tijd een be slag, door de bloem in een kom te doen, het ei in een kuiltje te breken, iets zout toe te voegen en het meel vanuit het midden aan te roeren met ei en zóóveel melk, dat 't meel juist gebonden is. Roer er alle klontjes uit, voeg langzamerhand steeds roerende de rest van de melk toe. Giet dit beslag op de ham en bak de pan- nekoek aan beide zijden mooilichtbruin en gaar. Maak 1 kropje sla schoon en wasch ze goed. Maak ook een komkommer schoon en snijd haar in plakken. Roer een saus van slaolie, azijn, mosterd, zout, peper en wat maggi-aroma; doe er een stukje zeer fijn gesneden ui bij, de gewasschen en goed uitgeknepen sla en komkommer en werk dit goed dooreen. Presenteer deze sla bij den hampannekoek. Salade van vischresten Resten visch, koude aardappelen, 1 krop sla of komkommer, 1 2 tomaten, hardgekookt ei, kruidenazijn, een paar uitjes en augurkjes, mayonnaise. Bereiding: Neem de visch zorgvuldig van de gra ten. Doe dit bij voorkeur. terwijl ze nog warm is. Maal de gaargekookte aardap pelen door een vleeschmolen, hak de ui tjes fijn en vermeng deze beide met el kaar en voeg wat kruidenazijn toe. Maak de sla of komkommer schoon, snijd de tomaten in plakken en bestrooi deze met wat peper, zout en een paar druppels kruidenazijn. Leg op uw vleeschschotel 'n laag aard appelenmengsel, daarop stukjes visch, zoonoodig weer een laag aardappelmeng sel, en weer stukjes visch. Bedek dit alles met een dikke laag mayonnaise. Schik hieromheen een rand van slablaadjes of komkommer en versier den schotel met stukjes hard gekookt ei, augurkjes en plakken tomaten. Kruisbessenmoes 1 K.G. inrijpe, maar vooral niet te rij pe kruisbessen, ongv. 100 gram suiker, aardappelsago. Bereiding: Verwijder van de kruisbessen de kelk blaadjes en de steeltjes. Wasch ze, zet ze op met ongv. 1 d.L. water. Laat ze op een zacht vuur tot moes koken. Wrijf ze fijn met een houten lepel, roer er de sui ker door en bind het moes met wat aan gemengde sago. Indien de schillen hard zijn, verdient 't aanbeveling, de kruisbessen te zeven. Vooral bij rijpe kruisbessen is dat het ge val. N. B. Presenteer deze kruisbessenmoes met b.v. droge rijst, of maak er een cus- tardvla over. FOSCO FLESCH) 50 gram poederchocolade 250 gram suiker 'A stokje vanille A L. water Bereiding: Laat de vanille op een hoekje van het fornuis lang in het water trekken. Vermeng dan in een pan netje chocolade en suiker, meng dit aan met wat van het water. Voeg de rest van het water en de vanille toe en laat dit samen 20 minuten zachtjes koken. Neem daarna de vanille er uit. Giet de fosco in de goed schoon gemaakte flesch. Ver dun ze bij gebruik met pl.m. 2 deelen koude melk. Fosco kan niet veel langer dan pl.m. 3 weken bewaard worden. CATHARÏNA Velourshoedjes, vooral in bruin en beige, zullen dit najaar gedragen worden; men ziet veel cloehe-modellen. De modellen zijn vaak bewerkt met figuren, randen en andere garneering van velours in een af stekende tint. ANEMOON.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 8