LUCTOR ET EMERGO
I
worstel em kom boven
RADIO-OMROEP
ELCK WAT WILS
„oiïfj/Y-. 99
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1928
BLADZIJDE 1
,Tot dezen toestand van verval komen menschen, die aan lager
wal geraakt zijn en niet geholpen worden".
KERKNIEUWS
Uit de Missie
RADIO-NIEUWS
Zangondericht en dirigeeren
op afstand door middel van
radio
UIT ONZE OOST
Een Pauselijke onder
scheiding
Het water stond abnormaal
laag
RADIO -
MOORS
Trekjes No. 564
°P-
Als een m^schien nog veel te weinig be
kende Roomsch Katholieke charitatieve in
stelling, staat te Nijmegen een gebouwen
complex dat den naam draagt van Luctor
et Emergo. Reeds de naam van „Ik worstel
en kom boven", duidt aan, dat deze stichting
gezonkenen in de wereldzee met kracht helpt
weer boven te komen opdat zij zelf weer
het roer van hun levensscheepje ter hand
kunnen nemen, dat hun misschien in een on
bewaakt oogenblik, door al te krachtige stor
men was ontrukt.
De menschen bestaan nu eenmaal uit
zwakke en sterke schepselen die onderge
bracht zijn in één maatschappij en nu is het
duidelijk, dat juist wijl deze beide groepen in
een Maatschappij leven, de sterken die deze
kracht door Goddeiyken wil bezitten de
zwakken dienen te helpen door het leven te
komen.
Veel te weinig wordt over het algemeen
hieraan gedacht, en menigeen die zich krach
tig genoeg voelt zijn eigen scheepje te be
sturen, denkt er in het geheel niet aan dat
er zooveel duizenden zijn, die een beetje meer
kracht noodig hebben om behoorlijk in de
veilige haven te belanden
Nu is het zonder twijfel gemakkelijk daar
overheen te loopen en God te danken, dat
men niet is, gelijk die anderen; maar het is
sterk te betwijfelen of Hij die alles zoo heeft
gewild en ingericht, daar genoegen mee
neemt.
Immers, het: „hebt uw naasten lief gelijk
u zeiven", is een door God gegeven gebod,
waarvan de uitvoering zelfs een voorwaarde
is, om zalig te worden.
Als we ons afvragen hoe we zelf zouden
zijn indien we in een soortgelijke positie
hadden verkeerd als menig misdadiger, dan
gelooven we, dat maar heel weinig menschen
eerlijk en oprecht, zonder zichzelf te bedrie
gen, zouden kunnen zeggen: „wat ik ook ge
daan zou hebben, zoo iets nooit!
Immers het is zoo gemakkelijk om met een
behoorlijke opvoeding, een goed gevulde
maag en dito portemonnaie, in een woord,
als tamelijk gelukkig mensch, een vonnis
te vellen over iemand, die van dat alles
niets bezit en in dien toestand een misstap
begaat.
Een logisch gevolg is de straf van den rech
ter maar een onlogisch gevolg is, de straf
van de medemenschen, die veel en veel
wreeder is, dan welke rechterlijke bestraf
fing ook.
Eenmaal in de Maatschappij terug, komt
pas de ellende voor den schipbreukeling. Daar
gaat hij zich den verschoppeling, den paria ge
voelen, die nergens terecht en met blik of ge
baar iederen dag weer aan op zijn begane
fout wordt gewezen. De struggle for life
wordt hem o, zoo moeilijk ja zelfs onmoge
lijk gemaakt en het gevolg dat niet kan
uitblijven is een haat tegen de menschen en
een vertrappen van alle menschelijke en God
delijke wetten.
Is de eerste begane fout, misschien eigen
schuld, de tweede komt zeer zeker voor een
groot deel op rekening van de: „liefhebbende
naastein wiens midden de ongelukkige
zoo alles behalve vriendelijk ontvangen is.
Hoeveel moeite het kost een ontslagen ge
vangene ergens te plaatsen zal menig reclas-
seeringsambtenaar kunnen vertellen. Vooral
tegenwoordig nu het voor een mensch met
een blanco strafregister al uiterst moeilijk is
een betrekking te vinden, is het voor een ge
strafte zoo goed als onmogelijk.
En toch moeten die menschen geholpen
worden daar de arbeid een van de noodza
kelijkste dingen is, die hen van het pad der
misdaad kan afhouden.
De taak die „Luctor et Emergo" te Nijmegen
<KSjjjw»,,
o
zich gesteld heeft is echter nog veel omvang
rijker, dan zich enkel te bepalen tot het
trachten te plaatsen van ontslagenen.
Daar maakt men namelijk degenen die
arbeidsschuw zijn, of uit gewoonte misdadiger
zijn weer geschikt voor de Maatschappij.
Daar leert men hun werken, het geregelde
leven lief te hebben en bovenal geeft men
hun daar weer het zelfvertrouwen terug
waaraan het bij de meeste mangelt. Zij ach
ten zich niet meer tot iets goeds in staat en
al staan zij soms even te balanceeren op den
rand van den weg-naar-het-goede een paar
trappen van den reeds eerder genoemden
„naaste" zorgen er wel voor, dat hij zijn
evenwicht weer snel genoeg aan den ver
keerden kant kwijtraakt.
Dit heeft hij reeds óf meermalen onder
vonden óf hij is er zoo van overtuigd, dat hij
zich al niet eens meer de moeite getroost
het te probeeren. Hem 't verleden te doen
vergeten en hem geschikt te maken voor de
toekomst ziedaar de schoone taak van deze
uiterst nuttige R. K. instelling. Aanvankelijk
bezaten de katholieken zoo'n inrichting niet,
in tegenstelling met de protestanten en het
Leger des Heils. Dit hiaat werd terdege in de
Katholieke charitatieve instellingen gevoeld
en het was dan ook niet te verwonderen dat,
toen ongeveer zes jaar geleden het tehuis
„Luctor et Emergo" te Nijmegen door de
protestanten te koop werd aangeboden, om
dat een te hooge schuldenlast hen verhin
derde het nog langer te exploiteeren, de ka
tholieken niet lang aarzelden en het geheele
gedoe zooals het reilde en zeilde overnamen.
Hard werd er gewerkt om het hoofd (en de
hoofden) boven water te houden en het is
aan het bestuur en in het bijzonder aan zijn
geestelijk adviseur den Weleerw. Pater L. c.
Scholbroek O.P. en den directeur den heer
A. H. Jansen, te danken, dat de instelling
thans niet meer gemist kan worden. Tallooze
schipbreukelingen zijn in den loop der jaren
weer in behouden banen geland en weer voor
de Maatschappij geschikt gemaakt. Wat
echter meer zegt, velen die misschien anders
voor ziel en zaligheid verloren waren, zijn
weder in den schoot der H. Kerk teruggekeerd.
Iedereen zal thans wel van het groote nut
van het bestaan dezer instelling overtuigd
zijn, vooral ook wijl zij de eenige in Nederland
is, en wij twijfelen niet of velen zullen het
zich tot 'n eer rekenen mede te helpen opbou
wen niet aann door wind of storm verwoest
gebouw, maar aan door levensstormen en an
dere oorzaken verwoeste levens van mede
menschen.
Misschien is het ook wel nuttig erop te wij
zen, dat armbesturen die niet weten, waar
met hun armlastigen te blijven, deze voor den
geringen prijs van 1.00 per dag in „Luctor
et Emergo" kunnen onderbrengen, mits <1b
betrokkene althans nog eenig werk kan ver
richten.
Het adres is: R. K. Nationaal tehuis „Luc
tor et Emergo", Muchterstraat 17, Nijmegen.
ROOVERSBENDEN IN CHINA
Pater van Susante schrijft in de Annalen
van Scheut:
Van Eultaoho 6 uren ten Zuiden
van hier ontvingen wij bericht, dat wij
bezoek zouden krijgen van 4 a 5000 sol
daten, zoo'n soort Fengkioungs (geen echte),
die op den terugtocht zijn.
Vroeger, verleden jaar, zijn zij ook hier
geweest als Shansi-troepen, en nog vroeger
als troepen van Feng yu siang.
In de tegenwoordige omstandigheden wor
den zij natuurlijk door de Fengt'ien ge
wantrouwd en bij den algemeenen terug
tocht zijn zij wat op zij geschoven; de Shansi
wil niets van hen weten en nu zullen zij
trachten op de eene of andere manier bij
Feng yu siang terecht te komen; die neemt
alles aan.
Er was ook nog een troep van 1500 man
bij, die eenige maanden geleden het roo-
versambt nog uitoefende in deze streken;
toen hebben zij eens van Nanhaocham geld
en geweren geëischt, maar natuurlijk niets
gekregen.
Daags vóór zij hier kwamen, hebben
zij Eulchesanhao met kanonnen bescho
ten 't is maar een klein dorpje met wallen
en grachten omringd omdat zij daar
niet binnen mochten, ofschoon hun alles
aangeboden werd, wat zij vroegen: paarden-
voeder en levensmiddelen.
Eerst hebben zij met geweren geschoten,
maar de Christenen van Eulchesanhao be
antwoordden het geweervuur zóó goed, dat
er al spoedig 3 soldaten dood en eenigen
gekwetst waren.
Toen zijn zij hunne kanonnen gaan halen
en hebben een goede 100 ontplofbare kogels
in het dorp geschoten.
P. Spiltoir is met de grootste kinderen
van de Kindsheid 't is daar een groote
Kindsheid 's nachts gevlucht naar Tchang-
kao, 20 li's ver. Tot nu toe heb ik nog geen
zekere berichten, hoeveel dooden en gewon
den er in 't dorp zijn; men spreekt van een
knecht van den pastoor en twee vrouwen
en van dooden en gewonden in de Kindsheid,
maar hoeveel weten wij niet; een tiental
huizen zijn zwaar beschadigd.
Wij zouden dus bezoek krijgen van dat
dappere leger 1
't Dorp stond in rep en roer; alles liep
mei pakken en zakken en kisten om have
en goed in veiligheid te brengen; 't ligt
nu in de residentie nog propvol. De helft
van de bevolking vluchtte de bergen in en
de meeste vrouwen en kinderen zochten
in de Kindsheid bij de Zusters een schuil
plaats.
Zij kwamen dan.
Wij trachtten hen zoo goed mogelijk te
ontvangen om geen herhaling van Eulchedas-
hao uit te lokken. Zij kwamen eerst in groep
jes van 3 of 4, van xo tot 15 dan werden de
groepen hoe langer hoe grooter; er waren ook
honderden vrachtezeltjes en muilezels bij,
kameelen, ossen, enz. enz., alles onderweg ge
stolen natuurlijk. Tegen den middag waren
zij allen binnen en na gegeten te hebben, be
gonnen zij weldra te plunderen, vooral die
troep oud-roovers, die er fier op gingen,
dat zij nu binnen Nanhaochan geraakt wa
ren; hun generaal is hun oude rooverhoofd-
man Pei „de 3de hellegod." Ook de bijge
bouwen van de residentie werden niet ge
spaard; eenigen wilden zelfs te paard de
kerk binnen gaan, maar ik kon hen gelukkig
met goede woorden toch tegenhouden.
Drie waren er in de Kindsheid door
gedrongen en vonden er plezier in die hon
derden vrouwen en kinderen met hunne
geweren te bedreigen; ik heb hen ook met
een goed woordje buiten kunnen krijgen.
Op de kamers der missionarissen zijn
zij gelukkig niet geweest, maar zij hebben
toch nog 4 van onze paarden meegenomen.
In 't dorp was 't nog erger: waar de man
nen van den „derden hellegod" ingekwartierd
waren, is weinig of niets overgeschoten;
met 't geweer op de borst werd geld afge
perst. Een man, die ging loopen, kreeg een
schot dwars door z'n dijbeen; een vrouw
werd doodgeschoten. Anderen zeggen, dat
er 3 dooden zijn. maar 't is nog zoo'n war
boel, dat men niets zekers kan te weten ko
men. Een huis werd in brand gestoken.
Den heelen Zondagnamiddag en daarop-
volgenden nacht heeft dat wreede spelletje
geduurd; Maandagmorgen zijn ze weer
vertrokken. De bazen, behalve de 3e helle
god, hebben aan ons hun excuus gemaakt,
zij konden hunne mannen niet in bedwang
houden.
Nu zijn zij verder naar 't Oosten getrok
ken; alle heidensche dorpen, welke op hun
weg liggen, worden leeggeplunderd; 't is als
een zwerm sprinkhanen, die een woestenij
achter zich laat. 't Is te hopen, dat zij niet in
Tailoukeou of Homakou terecht zullen
komen.
De bevolking s nog erg onder den in
druk; „ze zullen terug komen! er zijn er
weer op komst!" zoo worden er van aller
hande geruchten verspreid, welke eiken
grond missen, maar welke de schrik hun
ingeeft.
't Zal nog wel eenige dagen duren eer
alles weer in rust en vrede isals 't
dan maar weer niet opnieuw begint!
In Amerika is men er toe gekomen spe
ciale instrumenten te fabriceeren, die ge
bruikt worden voor de concerten' van den
radio-omroep. Aan het Berlijnsch Muziek
conservatorium is men er toe overgegaan een
„Deutsche Funk-Versuchsstelle" te schep
pen, die op het gebied van den radio-omroep
belangwekkend experimenteel werk ver
richt en als hoofdtaak heeft goede zangers
en voordragers voor den radio-omroep te
vormen. Hierbij gebruikt men vooral een
door dr. Stille uitgevonden toestel. Ziehier,
waarin dit bestaat wanneer de leerling in
den microfoon spreekt, neemt een electro-
magne ische staaldraad de geluidsgolven op,
waarvan de weergave geschiedt, zoodra men
een elektrisch contact loskoppelt. Het regis-
treertoestel van dr. Stille werkt dan net als
een gramofoonplaat. Aldus kan de zanger
of de voordrager steeds naar wensch zijn
woorden doen herhalen, hoe lang het ook
moge geleden zijn, dat hij ze uitsprak. Op
deze wijze hoort hij zich zelve en kan hij
zijn uitspraak verbeteren.
Onlangs heeft men, naar het „Vad." meldt,
ook voor het eerst een zeer belangwekkende
proefneming gedaan op het gebied van het
dirigeeren op afstand. Ziehier hoe men te
werk ging
Tooneel I Op het podium van een con
certzaal te Göttingen bevinden zich een zan
geres, een luidspreker en een klavier. Dr.
Fischer van het Berlijnsch Muziekconserva
torium begint klavier te spelen. Een in het
klavier aangebrachte toondemper belet, dat
men in de zaal zelf de klanken waarneemt.
De geluidsgolven, die bij het klavierspel ont
staan, worden echter door een microfoon
opgenomen, versterkt en door een telefoon
geleiding naar het Tooneel II overgebracht,
dat zich in een zaal van het Berlijnsch Mu
ziekconservatorium bevindt. Hier dragen
gedurende de demonstraties al de muzikan
ten van het orkest den hoofdtelefoon en ver
nemen aldus de klanken van het klavier te
Göttingen. Göttingen geeft het aanvangs-
teeken aan het Berlijnsch orkest. De
dirigent te Göttingen geeft door middel van
zijn haast geluidloos klavierspel de maat op
aan het orkest. De muziek begint. Ook te
Berlijn neemt een microfoon de geluids
golven op en brengt ze door de telefoon
geleiding over naar Tooneel I. Te Göttin
gen weerklinkt uit een luidspreker de in
strumentale begeleiding van het orkest van
het Berlijnsch Muziekconservatorium. Na
en korte inleiding zingt de zangeres dus
te Göttingen met begeleiding van het or
kest te Berlijn.
Deze interessante proefneming, waarbij
de moderne techniek nogmaals de kunst ten
goede kwam, slaagde heelemaal naar wensch.
ZONDAG 26 AUGUSTUS
HILVERSUM 1071 M. i.oo2.30 Concert doof
het Trio. F. Courtel, viool. H. Lowey, cello. W. Ziircher,
piano. 3.00 Aansluiting van het Kurhaus te Scheve-
ningen. Het Residentie-orkest o.l.v. Ignaz Neumark.
Alice Kouznitzki, zangeres. Piet Veenstra, waldhoorn.
4.456.15 Concert door het Omroep-orkest o.l.v. Nico
Treep. A. de Leeuw, bariton.'6.30 V.P.R.O. 8.00
Pers- en sportber. 8.15 Aansluiting van het Kurhaus
te Scheveningen. Solistenconcert o.l.v. Prof. Schneevoigt
Leonora Corona, zangeres. 9.00 Aansluiting van den.
Dierentuin Den Haag. Uitz. van den Intern, en Nat.
Zangwedstrijd hoogste Eere-afd. Mannenkoren.
HUIZEN 340.9 M. Na 6 uur 1870 M. 8.309.30 K.R.O.
Morgenwijding. Spr. L. J. v. d. Brink, Secr. v. h. Gilde
van de Klare Waarheid te A'dam Gaat en vertoont u
aan de priesters (Luc. XVII, 14). 9.50 N.C.R.V.
12.301.30 K.R.O. Lunchmuziek door het Trio Win
kels. 2.304-30 K.R.O. Aansluiting van „Artis" te
A'dam. De Amsterdamsche Orkestvereeniging o.l.v. F. v.
Diepenbeek. 4.30 K.R.O. Ziekenhalfuurtje door den
Zeereerw. Heer A. Scheermakers, leeraar a. h. Seminarie
Ypelaar te Ginneken. 5.20 N.C.R.V. 7.358.15
K.R.O. Spr. J. C. v. d. Boom, namens den Ned. R. K.
Middenstandsbond De oorzaken der huidige ontredde
ring en de middelen ter bestrijding. 8.15 K.R.O. Uit
zending uit de „Theeschenkerij" van het park „Sonsbeek"
Arnhem. Arnh. Dubb. mannenkwartet. Arnh. R. K.
Oratoriumver. „Parnassus", o.l.v. A. H. Warnars. Het
Sonsbeek-ensemble o.l.v. P. Troussel. 10.00 Persber.
10.45 Epiloog door het Klein-Koor o.l.v. Jos. H. Pic
kers.
DAVENTRY 1600 M. 3.50 Wagnerconcert. Het ver
sterkte omroep-orkest van Manchester. R. Davies, te
nor. H. Stevens, bas. B. Baillie, sopraan. 5.20 John
Thome, bariton. Ant. Brosa, viool. 5.55 Bijbelsche
liederen. 6.056.35 Bach's kerk-cantate. B. Baillie#
sopraan. M. Brunskill, alt. T. Davies, tenor. H. Ste
vens, bas. St. Ann's kerkkoor. Versterkte orkest van
Manchester. G. Pritchard, orgel. 7.15 Dienst in dc
Westminster Congregational Church. 8.40 Orgelcon
cert. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber.
9.25 Concert. De Militaire kapel. M. Parry, sopraan. L,
Gowings, tenor. 10.50 Epiloog.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.20 Religieuse
causerie. Muziek en zang. 1.052.10 Orkestconcert.
4.50 Dansmuziek. 8.50n.20 Symphonieconcert
Orkest. Hr. Gilles en Mile. Dietz.
LANGENBERG 469 M. 9.2510.20 Kathol. Morgen
wijding. 12.301.20 Volksliederenzang. Mannenkoor
(1500 zangers). 1.202.50 Orkestconcert. 4.50
6.20 Orkestconcert. 8.25 „Der Orlow", operette in 3
acten van Granichstaedten. Daarna dansmuziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. (ZEESEN)
6.508.20 Vroegconcert. 9.20 Morgenwijding.
11.50 Orkestconcert. 2.20 Kinderzang-uurtje. 5.20
6.20 Orkestconcert. 8.50 Voorspelen en entre-actes
van moderne operetten. Orkest o.l.v. E. Donath. 10.50
12.50 Dansmuziek.
HAMBURG 395 M. 6.508.20 Vroegconcert. 9.35
Morgenwijding. 1.25 Concert. 3.20 Dansmuziek.
5.50 Orkestconcert. 8.20 „Rosamunde", treurspel in
5 acten van Körner. Daarna tot 11.20 Concert in Café
Wallhof.
BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Orkest-
concert. 8.35 Kamermuziek. 9.2010.35 Sympho
nieconcert in de Kursaal Ostende.
De hoofdopzichter der genie Van Oycn te
Koeta-Radja is door Z. H. den Paus be
giftigd met het gouden eerekruis Pro Ec
clesia et Pontifice.
Aneta seint uit Makassar:
De gouvernementsstoomer „Segah", welke
inmiddels is losgekomen, is thans te Makas
sar gearriveerd. Het schip heeft geen scha
de opgeloopen. Oorzaak van het vast-loopen
was, dat het water van de Digoel-rlvier
abnormaal laag stond.
Steects /ietN/euwste eyi/tactio.
r. -wp* V7iA:/<ijnd.''vc/fersfcffi/Tyen_t,
MAANDAG, 27 AUGUSTUS.
HILVERSUM, 1071 M. 12.302 Lunchmuziek door het
Trio F. Courtel. 56 De Blijdemannetjes, o.l. van
Mevr. Ant. v. Dijk. 67.45 Concert door het Om
roep-orkest, Miss Judith de Haan, sopraan. 8.15 Aan
sluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Volksconcert
o.l. van Ignaz Neumark, Sophie Haase-Pienemann,
zangeres, Rosa Spier, harp. 10.15 Persberichten.
HUIZEN, 340-9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (Uitsluitend N*
C.R.V.-uitzendingen) 12.301.45 Orgelconcert doo»
G. Stam. 45 Ziekenuurtje door G. B. v. Pratten-
burg. 7.308 Zangcursus door Jac. Ph. Caro. 8
uur Concert. Spr. J. F. Nijssen „Bezuiniging door ver
eenvoudiging in de uitvoering onzer Sociale Verzeke
ringswetgeving. Mevr. Meta van TielSchmidtke, alt»
Hugo van Dalen, piano.
DAVENTRY, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gra-
mofoonm. 12.20 Concert v. alt en tenor. 12.50
Dansm. 1.202.20 Orgelconcert. 4.20 Orkest
concert. 5.20 Huishoudpr.. 5.35 Kinderuurtje.
6.20 Muziek 6.40 Lezing. 6.50 Nieuwsber.
7.05 Muziek. 7.20 Liter, critiek. 7.35 Beethoven's
cello-sonaten. 7.50 Vandeville, Dans-orkest en variété
artisten. 8.50 Voorlezing van gedichten. 9-10 Het
„New Octet" Instrumentaal concert. 9.35 F. Howard:
The land behind the hoarding. 9.50 Nieuwsbe-.
10.10 „Lets all go down the strand". Orkest H. K m-
berley, bariton. M. Dixon, sopraan. Lichte muziex en
zang. 11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 12.50—2.10 Or
kestconcert. 4.055.05 Concert. Orkest en solisten.
8.5011.20 „Paljas," opera van Leoncavallo, Orkest
koor en Hr. Couzinou v. d. opera.
LANGENBERG, 469 M' 11.20 Rijks-jeugdcongres Dus-
seldorf. 12.301.10 Mechanische muziek. x.25
2.50 Orkestconcert. 6.207.15 Orkestconcert. 8.35
Bergmanns-avond, H. Mühlhofer, F. Schroder, H.
Probst, declamatie, B. Brummel-Bandoneon, Kranz-
hoff'sche kwartetver. Iseglickapel. 9.5510 Liede
ren van het Oostenrijksche Alphenland. Daarna tot 12.20
Dansmuziek.
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. (ZEESEN).
12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Concert. 6.20
8.05 Lezingen. 8.50 Causerie. 9.20 Gevarièerd
concert. Edith Hernstadt-Oettingen-declamatieDe Stei-
ner kapel.
HAMBURG, 395 M. 4.35 Voorlezing. 5.20 Concert
Jazzband. 6.20 Vroolijk concert. 7.20 Concert (ver
volg). 8.20 H. Kleiber, sopraan. 9-3°. Voorlezing
uit eigen werken door H. Jtirgen Wille en Erik Bradt..
BRUSSEL, 5.09 M. 5.20 Dansmuzek. 6.50 Trio-con
cert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50 Orkestconcert
9-3510.35 Dansmuziek uit Spa.
PHILIPS, Tclefunken
SPECIALISTEN
en R. M. Toestellen
- Tel. 14609 - HAARLEM
De kinderen.
„Wij houwe 'n hééleboel van elkaar, hè?"
onderbrak Marietje 't spel even, en het
peinzend 't blonde krullekopje tegen de
zandhoop rusten.
„Nou! En óf!" lachte Elsje, die zwart
en iets ouder wasen ze keek naar 't
tengere Marietje met 'n gezichtje of ze
zeggen wou: jy bent me d'r toch eentje.
„En we biyven toch altijd en altyd en
altijd maar door en alle dagen met
elkaar spelen, hè?"
„Ja! Nou! We zijn toch immers nichies
van mekaar!"
„O, jada's waar oókhoe kómt
dat?"
„Noujouw moeder is mijn tante
en mijn moeder is 'n tante van jou
en je vader is 'n oome van me
en m y n vader is j o u w oomeen daar
om zijn wy nichies!"
„Oknikte Marietjeen ze vond
Elsje heel wys„En buurmeisies zijn we
óók nog van mekaar, niet?"
„Ja, 'n béétje wél."
„Waarom maar 'n beetje?"
„Omdat 'r nog wel vyftig huizen tusschen
ons in staanjullie wonen op nummer
zes, en wy op nummer twee en zeventig"
'wü sneus je Elsje en wees gelijk trotsch
naar de lange ryen zandfiguurtjes, die ze
met de blikken vormpjes daar had voort-
getooverd
„Kyk es, wat 'n zooi! Nou ben ik de juf
frouw uit de taartjeswinkel en dan kom ju
taartjes bü me koopenzoek maar
steentjes, dat zyn de centen!"
,,'k Biyf liever effe zitten zoo" zei
Marietje met 'n slap glimlachje.
„Ben je weer moei?"
zwakte Marietje's stemmetje
en haar flets-blauwe oogjes dwaalden
naar de verte.
Elsje bleef lang naar 't witte gezichtje
kykenToen ging ze naast Marietje zit
ten en liet de dunne, witte vingerjes door
haar stevige, rose knuistjes gaan. Marietje
keek er naar, met dat zelfde lachje
maar haar gezichtje betrok toen ze t groo
te verschil van die handjes zagen weer
zochten haar oogjes het einde van 't land
schap.
„En als we groot zün" mijmerde ze
weer „biyven we dan toch altyd met el
kaar spelen?"
„Niet als we héél groot zündeed
Elsje moedertjesachtigwant dan zyn
we mevrouwsnet als jouw moeder en
myn moeder
„Ojabekeek Marietje de
handjes weer.
Lang bleef het stil
Toen zei ze opeens: „Wor i k dan óók
groot?"
„Waarom vraag je dat?"
„Omdat niet allemaal de kinderen groote
menschen wordenMe broertje is naar
lieve heertje gegaan toen ie nog maar zóó
klein was'k heb 'm in 'n kissie zien
liggenmet 'n wit jurrekie an met kant
jes en strikkiesdat kan met myn óók
best gebeuren."
Haar oogjes gingen nu naar de wolken,
alsof ze daar iets wilden ontdekkenEn
die van Elsje hingen vast aan de beenige
handjes van haar vriendinnetje.
Mooi en stil zaten de twee meisjes daar
tegen de gele zandberg
'n Paar muschjes kwamen aangewipt
ze waren niet bang voor de kennisjes van
iedere zonnige dag en zochten ongestoord
naar de biskwie-korreltjes, die altyd daar te
vinden waren.
De zon begreep haar taak vriendeiyk
kwam opnieuw aandragen met warmte,
licht en kleuren leven
Ze meende het best, die trouwe zon.
Vanaf de huizen-rij klonk handgeklap.
De moeder van Elsje stond in de deur
en wenkte, dat 't tyd was voor 't twaalf
uurtje.
Hand aan hand kwamen de meisjes aan
gehuppeldZe kregen elk 'n plak snij
koek. Elsje vermaalde in 'n paar tellen de
lekkerny
Marietje zei: „dank u, tante" en be
gon traag het eerste kleine hapje te kau
wenzag niet, dat tante haar even
hoofdschuddend te beküken stond.
„Begin je nou nóg niet beter te eten, Ma
rietje?" klonk 't zacht bestraffend.
Marietje schokte verlegen met de smalle
schoudertjes„Ik lust haast nooit wat,
tante" wist ze enkel te zeggen.
„Je moet eten, kindjeanders word
je nooit flink en sterkNou mag je
Marietje nog éventjes wegbrengen, Elsje!"
„Ha:" klapte Elsje d'r mollige knuist
jes.
„Maar gauw terug, hoor! De boterham
men staan op tafel!"
„Ja, moes!"
Ze sloeg haar armpje om Marietje's lijfje
en zoo gingen ze de kant van nummer zes
„Dag tante!" draaide Marietje zich
nog half om.
„Dag kind! Flink eten, hoor! Anders mag
je vanmiddag niet meer met Elsje spelen!"
„Ja, tante
„Fijn, hèdat we zoo dicht bij-elkaar
wonen" zong zacht-biy haar dunne stem
metje
„Nou, hè?! Maar vanmiddag moet je niet
moei zijn, hoor! Dat vin 'k niks leuk."
„Wij houwe 'n hééleboel van elkaar, hè
Elsje?"
„Ja, hoor! Dat hoef je zoo dikwels niet
te zeggendat weten we immers al lang!
En je k ij k t altijd zoo gekals je 't
zegt. Waarom doe je dat?
„Dat wéét 'k niet eens
De vriendinnetjes speelden in de tuin van
Elsje's ouders.
Binnen zaten de vaders en moeders
daar werd gepraat, gelachen, koffie ge
dronkenhet was Zondag.
Marietje zag er werkelijk wat beter uit.
Tante's dreigement, van niet rmeer met
Elsje mogen spelen als ze niet flink at, had
'n wondertje gedaaner was weer iets
van 'n tint op haar snuitje.
Opeens hield binnen het lachen op
En 't praten werd veel harderzóó hard,
dat de kinderen verbaasd door de serre
deuren kwamen gluren. De vader en moe
der van Marietje waren opgestaan en ke
ken heel boos.
Elsje's vader en moeder stonden nu óók
kwaad op.
Het praten werd nog veel harder en de
vaders lieten elkaar de vuisten zienen
ze bonkten er mee op de tafel.
„Marietje!" schreeuwde haar moeder
naar de tuin„Kom! Direct mee naar
huis!"
Meteen liep ze de gang in, gevolgd door
vader. Ze kwam in de tuin en trok 't kind
van 't nichtje wegen mee terug de
gang in, waar ze haastig-driftig 't meisje
aan d'r manteltje en hoedje hielp.
Elsje kwam met groote schrik-oogen het
drietal achterna loopen, doch werd direct
door haar moeder, die erg leeiyk keek, naar
binnen gesjord.
„Ik wil met Elsje blüven spelen!" snik
te Marietje. Maar vader en moeder gaven
niet eens antwoordduwden het kind
mee naar buitenmet 'n harde slag ging
de buitendeur dicht.
„Waarom gaan we zoo ineens weg-
huilde Marietje buiten„Ik wil met Els
je blüven spelen!"
„Je speelt nooit meer met Elsje!"
beukte hard moeder's geluid in Marietje's
oortjes.
„Waarom niet? Ze is m'n nichtje
m'n vriendinnetje
„D'r zün nog genoeg andere nichtjes en
vriendinnetjes
„Neenee" jammerde 't kind
„ik wil niet met andere kinderen spelen
alléén met Elsje!"
„Je hebt niks te willen. Kinderen heb
ben geen wil. En nou praat je d'r niet
meer over, hoor! Anders ga je metéén naar
je bed!"
Marietje kreeg 't gevoel, alsof 'n breede,
harde band héél styf om d'r lijfje werd
gedraaiden als ze slikken wou, dan dacht
ze, dat haar keeltje werd dichtgeknepen....
„ElsjeElsje" deed haar mondje
onhoorbaaren als ze huilen wou
dan kon ze 't niet meer.
Dat was dan zeker 't echte verdriet
waar wel es over gepraat werd door groote
menschen.
Pappa opende de deur van nummer zes.
In de huiskamer van nummer twee en
zeventig waren 'n vader en 'n moeder ach
tergebleven met 'n Elsje, dat niet meer
hun Elsje was.
Haar zwarte oogjes stonden wildniet
mollig waren nu de handjesmaar styf-
gespannen vuistjes sloegen naar vader, die
haar in bedwang hieldhaar gezichtje
gloeide en haar stevige pootjes trappelden
woest.
Echt ondeugend was Elsje nooit geweest...
en nu was ze ineens 'n leelük kind, dat
maar dóór schreeuwde zonder naar dreige
menten te luisteren.
,,'t Is gemeen!" brulde ze ,,'t Is ge
meen dat je Marietje niet terughaalt
en 'k wil nooitnooitnooit met 'n
ander kind spelen!"
„Goed!" schudde moeder haar driftig
„dan speel je heelemaal nietmaar
met Marietje ga je nóóit meer om! En als
ik 't zie, dan sla ik. je naar binnen! En
nou direct stil, of ik sluit je in de kast."
„Waarom is dat dan ineens allemaal
zoo?" viel Elsje snikkend met haar kop
je op 'n stoelkussen.
„Dat gaat jou niks aanvader en moes
zyn kwaad op Marietje's vader en moeder
daar, nou weet je 't meteen
„Dat kan Marietje toch niet helpen? En
ik kan 't toch ook niet helpen?"
De twee groote menschen, die zoo klein
gehandeld hadden, juist als die andere twee,
keken elkaar even aan bü dat wijze ge
praat van 'n eenigst kinden zwegen
'n poos.
Elsje kreeg hoopwant ze voelde 'n
crisis daarHeel lief deed ze tegen va
der en moeder en vroeg: „Toelaat Ma
rietje terugkomen
„Nee't kan nietzei de va
der na 'n kort oogen-spel
„Laat me dan buitenalléén maar
buiten met 'r spelen
„Nééen nou is 't uit!"
Van nu af bleef Elsje 'n ander kind
kortnukkigstilWel huilde ze
om Marietjemaar daar wachtte ze mee
tot 's avondsin d'r bedje.
Vroeger was ze nooit koppig.
't Kind van nummer zes stond op de
stoep voor 't huis.
't Kind van nummer twee en zeventig
leunde tegen de dichtst bij de woning staan
de lantaarnpaal.
'n Dubbel vreugde-kreetje in de straat.
Elsje gluurde naar binnenzag, dat
'r moeder in de tuin bezig was.
Langs de kozijnen schoof ze naar de plek
waar Marietje stondDie deed toen ook
'n stuk of twintig aarzel-stapjes.
„Dag
„Dag
Ze zwegen en stonden elkaar aan te ky
ken. Marietje zag weer erg witjeszelfs
d'r lipjes hadden haast geen kleur meer.
„Met wie speel je nou?"
„Met niemand."
„Ik speel ook met niemand."
„Akelig, hè?"
„Jaergerg akelig" stotterde
MarietjeEnenblyft dat nou
altyd duren?" liet ze er bang op volgen.
„Ik weet 't nietik vin, dat groote
menschen veel langer kwaad op elkaar bly-
ven dan kinderenBen je weer moei?"
„Jaalle dagen's Middags moet
'k 'n paar uurtjes naar bed van de dok
termaar 'k slaap toch nieten
's nachts denk 'k óók heel dikwels
„Wat denk je dan?"
„Dat weet je bestklonk 't als 'n
snikjeen toennog 'n beetje zach
ter: „Elsjewy kenne evengoed veel van
elkaar blyve houwe, hè?"
„Ja, hoor! Nou! En ik droom haast elke
nacht, dat we aan 't spelen zyndaar-
ginterby dezelfde zandberg
„Ik ooken dan is 't zoo naar, als je
weer wakker wordt."
„Zalle we samen eventjesheel even
tjes naar de zandberg gaan?"
„Ik wil welmaar mamma heb ge
zegdikik mag niet eens by de deur
vandaanen
Hoog gillerig klonk 't ineens van nummer
zes: „Marietje!! Marietje!! Direct in huis!!"
Als 'n geschrokken hertje vloog Marietje
terugEn Elsje vond, dat vaders en
moeders akelige menschen waren.
„U kunt 't probeeren met 'n specialist"
somberde dokter's geluid door de kamer
„Maar-re
Z'n gebaar en z'n blik spraken al direct
't vonnis.
„Dus u denkt
„Vliegende teringgeen kruiden voor
gewassen."
„Waar is Elsje nou?" riep 't zieke
kind, half in ylkoorts.
„Wie bedoelt ze daar toch telkens mee,
als 'k vragen mag?"
„Hmdat is 'r nichtjehier uit de
straatmaar u weet misschien, dat we."
„On-jadie kwestieIk mag
daar niet in komenmaar als u 't kind
nog 'n pleziertje kunt doen
De dokter ging heen
Als twee oude menschen bleven de vader
en de moeder in de kamer achter.
Drie dagen bleef Marietje om Elsje roe
pen.
Toen werd 't hen te machtigen de
vader ging zich vernederenvoor a'n
kind
'n Minuut later klonk op nummer twee
en zeventig de schel.
'n Groot kwartier bleef hij binnenen
toen ie weer naar nummer zes liep.ging
Elsje naast hemEn daarachter volg
den de vader en de moeder.
De glanslooze oogjes flikkerden, toen Ma
rietje Elsje by haar bedje zag.
Maar was de flikkering van 'n opge
brand kaarsje.
Krampig knelden de armpjes zich om
Elsje's halsjeeven klonk nog iets als'n
zoentjetoen besmeurde 'n roode vlek
't witte jurkje van 't nichtje't hoofdje
dook wegen Marietje lag stil.
En Elsje huilde met de vier ouders mee.
Marietje had de vrede gekochten
contant betaald.
G. K.I