LUCTOR ET EMERGO I worstel em kom boven RADIO-OMROEP ELCK WAT WILS „oiïfj/Y-. 99 DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1928 BLADZIJDE 1 ,Tot dezen toestand van verval komen menschen, die aan lager wal geraakt zijn en niet geholpen worden". KERKNIEUWS Uit de Missie RADIO-NIEUWS Zangondericht en dirigeeren op afstand door middel van radio UIT ONZE OOST Een Pauselijke onder scheiding Het water stond abnormaal laag RADIO - MOORS Trekjes No. 564 °P- Als een m^schien nog veel te weinig be kende Roomsch Katholieke charitatieve in stelling, staat te Nijmegen een gebouwen complex dat den naam draagt van Luctor et Emergo. Reeds de naam van „Ik worstel en kom boven", duidt aan, dat deze stichting gezonkenen in de wereldzee met kracht helpt weer boven te komen opdat zij zelf weer het roer van hun levensscheepje ter hand kunnen nemen, dat hun misschien in een on bewaakt oogenblik, door al te krachtige stor men was ontrukt. De menschen bestaan nu eenmaal uit zwakke en sterke schepselen die onderge bracht zijn in één maatschappij en nu is het duidelijk, dat juist wijl deze beide groepen in een Maatschappij leven, de sterken die deze kracht door Goddeiyken wil bezitten de zwakken dienen te helpen door het leven te komen. Veel te weinig wordt over het algemeen hieraan gedacht, en menigeen die zich krach tig genoeg voelt zijn eigen scheepje te be sturen, denkt er in het geheel niet aan dat er zooveel duizenden zijn, die een beetje meer kracht noodig hebben om behoorlijk in de veilige haven te belanden Nu is het zonder twijfel gemakkelijk daar overheen te loopen en God te danken, dat men niet is, gelijk die anderen; maar het is sterk te betwijfelen of Hij die alles zoo heeft gewild en ingericht, daar genoegen mee neemt. Immers, het: „hebt uw naasten lief gelijk u zeiven", is een door God gegeven gebod, waarvan de uitvoering zelfs een voorwaarde is, om zalig te worden. Als we ons afvragen hoe we zelf zouden zijn indien we in een soortgelijke positie hadden verkeerd als menig misdadiger, dan gelooven we, dat maar heel weinig menschen eerlijk en oprecht, zonder zichzelf te bedrie gen, zouden kunnen zeggen: „wat ik ook ge daan zou hebben, zoo iets nooit! Immers het is zoo gemakkelijk om met een behoorlijke opvoeding, een goed gevulde maag en dito portemonnaie, in een woord, als tamelijk gelukkig mensch, een vonnis te vellen over iemand, die van dat alles niets bezit en in dien toestand een misstap begaat. Een logisch gevolg is de straf van den rech ter maar een onlogisch gevolg is, de straf van de medemenschen, die veel en veel wreeder is, dan welke rechterlijke bestraf fing ook. Eenmaal in de Maatschappij terug, komt pas de ellende voor den schipbreukeling. Daar gaat hij zich den verschoppeling, den paria ge voelen, die nergens terecht en met blik of ge baar iederen dag weer aan op zijn begane fout wordt gewezen. De struggle for life wordt hem o, zoo moeilijk ja zelfs onmoge lijk gemaakt en het gevolg dat niet kan uitblijven is een haat tegen de menschen en een vertrappen van alle menschelijke en God delijke wetten. Is de eerste begane fout, misschien eigen schuld, de tweede komt zeer zeker voor een groot deel op rekening van de: „liefhebbende naastein wiens midden de ongelukkige zoo alles behalve vriendelijk ontvangen is. Hoeveel moeite het kost een ontslagen ge vangene ergens te plaatsen zal menig reclas- seeringsambtenaar kunnen vertellen. Vooral tegenwoordig nu het voor een mensch met een blanco strafregister al uiterst moeilijk is een betrekking te vinden, is het voor een ge strafte zoo goed als onmogelijk. En toch moeten die menschen geholpen worden daar de arbeid een van de noodza kelijkste dingen is, die hen van het pad der misdaad kan afhouden. De taak die „Luctor et Emergo" te Nijmegen <KSjjjw»,, o zich gesteld heeft is echter nog veel omvang rijker, dan zich enkel te bepalen tot het trachten te plaatsen van ontslagenen. Daar maakt men namelijk degenen die arbeidsschuw zijn, of uit gewoonte misdadiger zijn weer geschikt voor de Maatschappij. Daar leert men hun werken, het geregelde leven lief te hebben en bovenal geeft men hun daar weer het zelfvertrouwen terug waaraan het bij de meeste mangelt. Zij ach ten zich niet meer tot iets goeds in staat en al staan zij soms even te balanceeren op den rand van den weg-naar-het-goede een paar trappen van den reeds eerder genoemden „naaste" zorgen er wel voor, dat hij zijn evenwicht weer snel genoeg aan den ver keerden kant kwijtraakt. Dit heeft hij reeds óf meermalen onder vonden óf hij is er zoo van overtuigd, dat hij zich al niet eens meer de moeite getroost het te probeeren. Hem 't verleden te doen vergeten en hem geschikt te maken voor de toekomst ziedaar de schoone taak van deze uiterst nuttige R. K. instelling. Aanvankelijk bezaten de katholieken zoo'n inrichting niet, in tegenstelling met de protestanten en het Leger des Heils. Dit hiaat werd terdege in de Katholieke charitatieve instellingen gevoeld en het was dan ook niet te verwonderen dat, toen ongeveer zes jaar geleden het tehuis „Luctor et Emergo" te Nijmegen door de protestanten te koop werd aangeboden, om dat een te hooge schuldenlast hen verhin derde het nog langer te exploiteeren, de ka tholieken niet lang aarzelden en het geheele gedoe zooals het reilde en zeilde overnamen. Hard werd er gewerkt om het hoofd (en de hoofden) boven water te houden en het is aan het bestuur en in het bijzonder aan zijn geestelijk adviseur den Weleerw. Pater L. c. Scholbroek O.P. en den directeur den heer A. H. Jansen, te danken, dat de instelling thans niet meer gemist kan worden. Tallooze schipbreukelingen zijn in den loop der jaren weer in behouden banen geland en weer voor de Maatschappij geschikt gemaakt. Wat echter meer zegt, velen die misschien anders voor ziel en zaligheid verloren waren, zijn weder in den schoot der H. Kerk teruggekeerd. Iedereen zal thans wel van het groote nut van het bestaan dezer instelling overtuigd zijn, vooral ook wijl zij de eenige in Nederland is, en wij twijfelen niet of velen zullen het zich tot 'n eer rekenen mede te helpen opbou wen niet aann door wind of storm verwoest gebouw, maar aan door levensstormen en an dere oorzaken verwoeste levens van mede menschen. Misschien is het ook wel nuttig erop te wij zen, dat armbesturen die niet weten, waar met hun armlastigen te blijven, deze voor den geringen prijs van 1.00 per dag in „Luctor et Emergo" kunnen onderbrengen, mits <1b betrokkene althans nog eenig werk kan ver richten. Het adres is: R. K. Nationaal tehuis „Luc tor et Emergo", Muchterstraat 17, Nijmegen. ROOVERSBENDEN IN CHINA Pater van Susante schrijft in de Annalen van Scheut: Van Eultaoho 6 uren ten Zuiden van hier ontvingen wij bericht, dat wij bezoek zouden krijgen van 4 a 5000 sol daten, zoo'n soort Fengkioungs (geen echte), die op den terugtocht zijn. Vroeger, verleden jaar, zijn zij ook hier geweest als Shansi-troepen, en nog vroeger als troepen van Feng yu siang. In de tegenwoordige omstandigheden wor den zij natuurlijk door de Fengt'ien ge wantrouwd en bij den algemeenen terug tocht zijn zij wat op zij geschoven; de Shansi wil niets van hen weten en nu zullen zij trachten op de eene of andere manier bij Feng yu siang terecht te komen; die neemt alles aan. Er was ook nog een troep van 1500 man bij, die eenige maanden geleden het roo- versambt nog uitoefende in deze streken; toen hebben zij eens van Nanhaocham geld en geweren geëischt, maar natuurlijk niets gekregen. Daags vóór zij hier kwamen, hebben zij Eulchesanhao met kanonnen bescho ten 't is maar een klein dorpje met wallen en grachten omringd omdat zij daar niet binnen mochten, ofschoon hun alles aangeboden werd, wat zij vroegen: paarden- voeder en levensmiddelen. Eerst hebben zij met geweren geschoten, maar de Christenen van Eulchesanhao be antwoordden het geweervuur zóó goed, dat er al spoedig 3 soldaten dood en eenigen gekwetst waren. Toen zijn zij hunne kanonnen gaan halen en hebben een goede 100 ontplofbare kogels in het dorp geschoten. P. Spiltoir is met de grootste kinderen van de Kindsheid 't is daar een groote Kindsheid 's nachts gevlucht naar Tchang- kao, 20 li's ver. Tot nu toe heb ik nog geen zekere berichten, hoeveel dooden en gewon den er in 't dorp zijn; men spreekt van een knecht van den pastoor en twee vrouwen en van dooden en gewonden in de Kindsheid, maar hoeveel weten wij niet; een tiental huizen zijn zwaar beschadigd. Wij zouden dus bezoek krijgen van dat dappere leger 1 't Dorp stond in rep en roer; alles liep mei pakken en zakken en kisten om have en goed in veiligheid te brengen; 't ligt nu in de residentie nog propvol. De helft van de bevolking vluchtte de bergen in en de meeste vrouwen en kinderen zochten in de Kindsheid bij de Zusters een schuil plaats. Zij kwamen dan. Wij trachtten hen zoo goed mogelijk te ontvangen om geen herhaling van Eulchedas- hao uit te lokken. Zij kwamen eerst in groep jes van 3 of 4, van xo tot 15 dan werden de groepen hoe langer hoe grooter; er waren ook honderden vrachtezeltjes en muilezels bij, kameelen, ossen, enz. enz., alles onderweg ge stolen natuurlijk. Tegen den middag waren zij allen binnen en na gegeten te hebben, be gonnen zij weldra te plunderen, vooral die troep oud-roovers, die er fier op gingen, dat zij nu binnen Nanhaochan geraakt wa ren; hun generaal is hun oude rooverhoofd- man Pei „de 3de hellegod." Ook de bijge bouwen van de residentie werden niet ge spaard; eenigen wilden zelfs te paard de kerk binnen gaan, maar ik kon hen gelukkig met goede woorden toch tegenhouden. Drie waren er in de Kindsheid door gedrongen en vonden er plezier in die hon derden vrouwen en kinderen met hunne geweren te bedreigen; ik heb hen ook met een goed woordje buiten kunnen krijgen. Op de kamers der missionarissen zijn zij gelukkig niet geweest, maar zij hebben toch nog 4 van onze paarden meegenomen. In 't dorp was 't nog erger: waar de man nen van den „derden hellegod" ingekwartierd waren, is weinig of niets overgeschoten; met 't geweer op de borst werd geld afge perst. Een man, die ging loopen, kreeg een schot dwars door z'n dijbeen; een vrouw werd doodgeschoten. Anderen zeggen, dat er 3 dooden zijn. maar 't is nog zoo'n war boel, dat men niets zekers kan te weten ko men. Een huis werd in brand gestoken. Den heelen Zondagnamiddag en daarop- volgenden nacht heeft dat wreede spelletje geduurd; Maandagmorgen zijn ze weer vertrokken. De bazen, behalve de 3e helle god, hebben aan ons hun excuus gemaakt, zij konden hunne mannen niet in bedwang houden. Nu zijn zij verder naar 't Oosten getrok ken; alle heidensche dorpen, welke op hun weg liggen, worden leeggeplunderd; 't is als een zwerm sprinkhanen, die een woestenij achter zich laat. 't Is te hopen, dat zij niet in Tailoukeou of Homakou terecht zullen komen. De bevolking s nog erg onder den in druk; „ze zullen terug komen! er zijn er weer op komst!" zoo worden er van aller hande geruchten verspreid, welke eiken grond missen, maar welke de schrik hun ingeeft. 't Zal nog wel eenige dagen duren eer alles weer in rust en vrede isals 't dan maar weer niet opnieuw begint! In Amerika is men er toe gekomen spe ciale instrumenten te fabriceeren, die ge bruikt worden voor de concerten' van den radio-omroep. Aan het Berlijnsch Muziek conservatorium is men er toe overgegaan een „Deutsche Funk-Versuchsstelle" te schep pen, die op het gebied van den radio-omroep belangwekkend experimenteel werk ver richt en als hoofdtaak heeft goede zangers en voordragers voor den radio-omroep te vormen. Hierbij gebruikt men vooral een door dr. Stille uitgevonden toestel. Ziehier, waarin dit bestaat wanneer de leerling in den microfoon spreekt, neemt een electro- magne ische staaldraad de geluidsgolven op, waarvan de weergave geschiedt, zoodra men een elektrisch contact loskoppelt. Het regis- treertoestel van dr. Stille werkt dan net als een gramofoonplaat. Aldus kan de zanger of de voordrager steeds naar wensch zijn woorden doen herhalen, hoe lang het ook moge geleden zijn, dat hij ze uitsprak. Op deze wijze hoort hij zich zelve en kan hij zijn uitspraak verbeteren. Onlangs heeft men, naar het „Vad." meldt, ook voor het eerst een zeer belangwekkende proefneming gedaan op het gebied van het dirigeeren op afstand. Ziehier hoe men te werk ging Tooneel I Op het podium van een con certzaal te Göttingen bevinden zich een zan geres, een luidspreker en een klavier. Dr. Fischer van het Berlijnsch Muziekconserva torium begint klavier te spelen. Een in het klavier aangebrachte toondemper belet, dat men in de zaal zelf de klanken waarneemt. De geluidsgolven, die bij het klavierspel ont staan, worden echter door een microfoon opgenomen, versterkt en door een telefoon geleiding naar het Tooneel II overgebracht, dat zich in een zaal van het Berlijnsch Mu ziekconservatorium bevindt. Hier dragen gedurende de demonstraties al de muzikan ten van het orkest den hoofdtelefoon en ver nemen aldus de klanken van het klavier te Göttingen. Göttingen geeft het aanvangs- teeken aan het Berlijnsch orkest. De dirigent te Göttingen geeft door middel van zijn haast geluidloos klavierspel de maat op aan het orkest. De muziek begint. Ook te Berlijn neemt een microfoon de geluids golven op en brengt ze door de telefoon geleiding over naar Tooneel I. Te Göttin gen weerklinkt uit een luidspreker de in strumentale begeleiding van het orkest van het Berlijnsch Muziekconservatorium. Na en korte inleiding zingt de zangeres dus te Göttingen met begeleiding van het or kest te Berlijn. Deze interessante proefneming, waarbij de moderne techniek nogmaals de kunst ten goede kwam, slaagde heelemaal naar wensch. ZONDAG 26 AUGUSTUS HILVERSUM 1071 M. i.oo2.30 Concert doof het Trio. F. Courtel, viool. H. Lowey, cello. W. Ziircher, piano. 3.00 Aansluiting van het Kurhaus te Scheve- ningen. Het Residentie-orkest o.l.v. Ignaz Neumark. Alice Kouznitzki, zangeres. Piet Veenstra, waldhoorn. 4.456.15 Concert door het Omroep-orkest o.l.v. Nico Treep. A. de Leeuw, bariton.'6.30 V.P.R.O. 8.00 Pers- en sportber. 8.15 Aansluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Solistenconcert o.l.v. Prof. Schneevoigt Leonora Corona, zangeres. 9.00 Aansluiting van den. Dierentuin Den Haag. Uitz. van den Intern, en Nat. Zangwedstrijd hoogste Eere-afd. Mannenkoren. HUIZEN 340.9 M. Na 6 uur 1870 M. 8.309.30 K.R.O. Morgenwijding. Spr. L. J. v. d. Brink, Secr. v. h. Gilde van de Klare Waarheid te A'dam Gaat en vertoont u aan de priesters (Luc. XVII, 14). 9.50 N.C.R.V. 12.301.30 K.R.O. Lunchmuziek door het Trio Win kels. 2.304-30 K.R.O. Aansluiting van „Artis" te A'dam. De Amsterdamsche Orkestvereeniging o.l.v. F. v. Diepenbeek. 4.30 K.R.O. Ziekenhalfuurtje door den Zeereerw. Heer A. Scheermakers, leeraar a. h. Seminarie Ypelaar te Ginneken. 5.20 N.C.R.V. 7.358.15 K.R.O. Spr. J. C. v. d. Boom, namens den Ned. R. K. Middenstandsbond De oorzaken der huidige ontredde ring en de middelen ter bestrijding. 8.15 K.R.O. Uit zending uit de „Theeschenkerij" van het park „Sonsbeek" Arnhem. Arnh. Dubb. mannenkwartet. Arnh. R. K. Oratoriumver. „Parnassus", o.l.v. A. H. Warnars. Het Sonsbeek-ensemble o.l.v. P. Troussel. 10.00 Persber. 10.45 Epiloog door het Klein-Koor o.l.v. Jos. H. Pic kers. DAVENTRY 1600 M. 3.50 Wagnerconcert. Het ver sterkte omroep-orkest van Manchester. R. Davies, te nor. H. Stevens, bas. B. Baillie, sopraan. 5.20 John Thome, bariton. Ant. Brosa, viool. 5.55 Bijbelsche liederen. 6.056.35 Bach's kerk-cantate. B. Baillie# sopraan. M. Brunskill, alt. T. Davies, tenor. H. Ste vens, bas. St. Ann's kerkkoor. Versterkte orkest van Manchester. G. Pritchard, orgel. 7.15 Dienst in dc Westminster Congregational Church. 8.40 Orgelcon cert. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsber. 9.25 Concert. De Militaire kapel. M. Parry, sopraan. L, Gowings, tenor. 10.50 Epiloog. PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 12.20 Religieuse causerie. Muziek en zang. 1.052.10 Orkestconcert. 4.50 Dansmuziek. 8.50n.20 Symphonieconcert Orkest. Hr. Gilles en Mile. Dietz. LANGENBERG 469 M. 9.2510.20 Kathol. Morgen wijding. 12.301.20 Volksliederenzang. Mannenkoor (1500 zangers). 1.202.50 Orkestconcert. 4.50 6.20 Orkestconcert. 8.25 „Der Orlow", operette in 3 acten van Granichstaedten. Daarna dansmuziek. KONIGSWUSTERHAUSEN 1250 M. (ZEESEN) 6.508.20 Vroegconcert. 9.20 Morgenwijding. 11.50 Orkestconcert. 2.20 Kinderzang-uurtje. 5.20 6.20 Orkestconcert. 8.50 Voorspelen en entre-actes van moderne operetten. Orkest o.l.v. E. Donath. 10.50 12.50 Dansmuziek. HAMBURG 395 M. 6.508.20 Vroegconcert. 9.35 Morgenwijding. 1.25 Concert. 3.20 Dansmuziek. 5.50 Orkestconcert. 8.20 „Rosamunde", treurspel in 5 acten van Körner. Daarna tot 11.20 Concert in Café Wallhof. BRUSSEL 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Orkest- concert. 8.35 Kamermuziek. 9.2010.35 Sympho nieconcert in de Kursaal Ostende. De hoofdopzichter der genie Van Oycn te Koeta-Radja is door Z. H. den Paus be giftigd met het gouden eerekruis Pro Ec clesia et Pontifice. Aneta seint uit Makassar: De gouvernementsstoomer „Segah", welke inmiddels is losgekomen, is thans te Makas sar gearriveerd. Het schip heeft geen scha de opgeloopen. Oorzaak van het vast-loopen was, dat het water van de Digoel-rlvier abnormaal laag stond. Steects /ietN/euwste eyi/tactio. r. -wp* V7iA:/<ijnd.''vc/fersfcffi/Tyen_t, MAANDAG, 27 AUGUSTUS. HILVERSUM, 1071 M. 12.302 Lunchmuziek door het Trio F. Courtel. 56 De Blijdemannetjes, o.l. van Mevr. Ant. v. Dijk. 67.45 Concert door het Om roep-orkest, Miss Judith de Haan, sopraan. 8.15 Aan sluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Volksconcert o.l. van Ignaz Neumark, Sophie Haase-Pienemann, zangeres, Rosa Spier, harp. 10.15 Persberichten. HUIZEN, 340-9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (Uitsluitend N* C.R.V.-uitzendingen) 12.301.45 Orgelconcert doo» G. Stam. 45 Ziekenuurtje door G. B. v. Pratten- burg. 7.308 Zangcursus door Jac. Ph. Caro. 8 uur Concert. Spr. J. F. Nijssen „Bezuiniging door ver eenvoudiging in de uitvoering onzer Sociale Verzeke ringswetgeving. Mevr. Meta van TielSchmidtke, alt» Hugo van Dalen, piano. DAVENTRY, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gra- mofoonm. 12.20 Concert v. alt en tenor. 12.50 Dansm. 1.202.20 Orgelconcert. 4.20 Orkest concert. 5.20 Huishoudpr.. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek 6.40 Lezing. 6.50 Nieuwsber. 7.05 Muziek. 7.20 Liter, critiek. 7.35 Beethoven's cello-sonaten. 7.50 Vandeville, Dans-orkest en variété artisten. 8.50 Voorlezing van gedichten. 9-10 Het „New Octet" Instrumentaal concert. 9.35 F. Howard: The land behind the hoarding. 9.50 Nieuwsbe-. 10.10 „Lets all go down the strand". Orkest H. K m- berley, bariton. M. Dixon, sopraan. Lichte muziex en zang. 11.2012.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 12.50—2.10 Or kestconcert. 4.055.05 Concert. Orkest en solisten. 8.5011.20 „Paljas," opera van Leoncavallo, Orkest koor en Hr. Couzinou v. d. opera. LANGENBERG, 469 M' 11.20 Rijks-jeugdcongres Dus- seldorf. 12.301.10 Mechanische muziek. x.25 2.50 Orkestconcert. 6.207.15 Orkestconcert. 8.35 Bergmanns-avond, H. Mühlhofer, F. Schroder, H. Probst, declamatie, B. Brummel-Bandoneon, Kranz- hoff'sche kwartetver. Iseglickapel. 9.5510 Liede ren van het Oostenrijksche Alphenland. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. (ZEESEN). 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Concert. 6.20 8.05 Lezingen. 8.50 Causerie. 9.20 Gevarièerd concert. Edith Hernstadt-Oettingen-declamatieDe Stei- ner kapel. HAMBURG, 395 M. 4.35 Voorlezing. 5.20 Concert Jazzband. 6.20 Vroolijk concert. 7.20 Concert (ver volg). 8.20 H. Kleiber, sopraan. 9-3°. Voorlezing uit eigen werken door H. Jtirgen Wille en Erik Bradt.. BRUSSEL, 5.09 M. 5.20 Dansmuzek. 6.50 Trio-con cert. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50 Orkestconcert 9-3510.35 Dansmuziek uit Spa. PHILIPS, Tclefunken SPECIALISTEN en R. M. Toestellen - Tel. 14609 - HAARLEM De kinderen. „Wij houwe 'n hééleboel van elkaar, hè?" onderbrak Marietje 't spel even, en het peinzend 't blonde krullekopje tegen de zandhoop rusten. „Nou! En óf!" lachte Elsje, die zwart en iets ouder wasen ze keek naar 't tengere Marietje met 'n gezichtje of ze zeggen wou: jy bent me d'r toch eentje. „En we biyven toch altijd en altyd en altijd maar door en alle dagen met elkaar spelen, hè?" „Ja! Nou! We zijn toch immers nichies van mekaar!" „O, jada's waar oókhoe kómt dat?" „Noujouw moeder is mijn tante en mijn moeder is 'n tante van jou en je vader is 'n oome van me en m y n vader is j o u w oomeen daar om zijn wy nichies!" „Oknikte Marietjeen ze vond Elsje heel wys„En buurmeisies zijn we óók nog van mekaar, niet?" „Ja, 'n béétje wél." „Waarom maar 'n beetje?" „Omdat 'r nog wel vyftig huizen tusschen ons in staanjullie wonen op nummer zes, en wy op nummer twee en zeventig" 'wü sneus je Elsje en wees gelijk trotsch naar de lange ryen zandfiguurtjes, die ze met de blikken vormpjes daar had voort- getooverd „Kyk es, wat 'n zooi! Nou ben ik de juf frouw uit de taartjeswinkel en dan kom ju taartjes bü me koopenzoek maar steentjes, dat zyn de centen!" ,,'k Biyf liever effe zitten zoo" zei Marietje met 'n slap glimlachje. „Ben je weer moei?" zwakte Marietje's stemmetje en haar flets-blauwe oogjes dwaalden naar de verte. Elsje bleef lang naar 't witte gezichtje kykenToen ging ze naast Marietje zit ten en liet de dunne, witte vingerjes door haar stevige, rose knuistjes gaan. Marietje keek er naar, met dat zelfde lachje maar haar gezichtje betrok toen ze t groo te verschil van die handjes zagen weer zochten haar oogjes het einde van 't land schap. „En als we groot zün" mijmerde ze weer „biyven we dan toch altyd met el kaar spelen?" „Niet als we héél groot zündeed Elsje moedertjesachtigwant dan zyn we mevrouwsnet als jouw moeder en myn moeder „Ojabekeek Marietje de handjes weer. Lang bleef het stil Toen zei ze opeens: „Wor i k dan óók groot?" „Waarom vraag je dat?" „Omdat niet allemaal de kinderen groote menschen wordenMe broertje is naar lieve heertje gegaan toen ie nog maar zóó klein was'k heb 'm in 'n kissie zien liggenmet 'n wit jurrekie an met kant jes en strikkiesdat kan met myn óók best gebeuren." Haar oogjes gingen nu naar de wolken, alsof ze daar iets wilden ontdekkenEn die van Elsje hingen vast aan de beenige handjes van haar vriendinnetje. Mooi en stil zaten de twee meisjes daar tegen de gele zandberg 'n Paar muschjes kwamen aangewipt ze waren niet bang voor de kennisjes van iedere zonnige dag en zochten ongestoord naar de biskwie-korreltjes, die altyd daar te vinden waren. De zon begreep haar taak vriendeiyk kwam opnieuw aandragen met warmte, licht en kleuren leven Ze meende het best, die trouwe zon. Vanaf de huizen-rij klonk handgeklap. De moeder van Elsje stond in de deur en wenkte, dat 't tyd was voor 't twaalf uurtje. Hand aan hand kwamen de meisjes aan gehuppeldZe kregen elk 'n plak snij koek. Elsje vermaalde in 'n paar tellen de lekkerny Marietje zei: „dank u, tante" en be gon traag het eerste kleine hapje te kau wenzag niet, dat tante haar even hoofdschuddend te beküken stond. „Begin je nou nóg niet beter te eten, Ma rietje?" klonk 't zacht bestraffend. Marietje schokte verlegen met de smalle schoudertjes„Ik lust haast nooit wat, tante" wist ze enkel te zeggen. „Je moet eten, kindjeanders word je nooit flink en sterkNou mag je Marietje nog éventjes wegbrengen, Elsje!" „Ha:" klapte Elsje d'r mollige knuist jes. „Maar gauw terug, hoor! De boterham men staan op tafel!" „Ja, moes!" Ze sloeg haar armpje om Marietje's lijfje en zoo gingen ze de kant van nummer zes „Dag tante!" draaide Marietje zich nog half om. „Dag kind! Flink eten, hoor! Anders mag je vanmiddag niet meer met Elsje spelen!" „Ja, tante „Fijn, hèdat we zoo dicht bij-elkaar wonen" zong zacht-biy haar dunne stem metje „Nou, hè?! Maar vanmiddag moet je niet moei zijn, hoor! Dat vin 'k niks leuk." „Wij houwe 'n hééleboel van elkaar, hè Elsje?" „Ja, hoor! Dat hoef je zoo dikwels niet te zeggendat weten we immers al lang! En je k ij k t altijd zoo gekals je 't zegt. Waarom doe je dat? „Dat wéét 'k niet eens De vriendinnetjes speelden in de tuin van Elsje's ouders. Binnen zaten de vaders en moeders daar werd gepraat, gelachen, koffie ge dronkenhet was Zondag. Marietje zag er werkelijk wat beter uit. Tante's dreigement, van niet rmeer met Elsje mogen spelen als ze niet flink at, had 'n wondertje gedaaner was weer iets van 'n tint op haar snuitje. Opeens hield binnen het lachen op En 't praten werd veel harderzóó hard, dat de kinderen verbaasd door de serre deuren kwamen gluren. De vader en moe der van Marietje waren opgestaan en ke ken heel boos. Elsje's vader en moeder stonden nu óók kwaad op. Het praten werd nog veel harder en de vaders lieten elkaar de vuisten zienen ze bonkten er mee op de tafel. „Marietje!" schreeuwde haar moeder naar de tuin„Kom! Direct mee naar huis!" Meteen liep ze de gang in, gevolgd door vader. Ze kwam in de tuin en trok 't kind van 't nichtje wegen mee terug de gang in, waar ze haastig-driftig 't meisje aan d'r manteltje en hoedje hielp. Elsje kwam met groote schrik-oogen het drietal achterna loopen, doch werd direct door haar moeder, die erg leeiyk keek, naar binnen gesjord. „Ik wil met Elsje blüven spelen!" snik te Marietje. Maar vader en moeder gaven niet eens antwoordduwden het kind mee naar buitenmet 'n harde slag ging de buitendeur dicht. „Waarom gaan we zoo ineens weg- huilde Marietje buiten„Ik wil met Els je blüven spelen!" „Je speelt nooit meer met Elsje!" beukte hard moeder's geluid in Marietje's oortjes. „Waarom niet? Ze is m'n nichtje m'n vriendinnetje „D'r zün nog genoeg andere nichtjes en vriendinnetjes „Neenee" jammerde 't kind „ik wil niet met andere kinderen spelen alléén met Elsje!" „Je hebt niks te willen. Kinderen heb ben geen wil. En nou praat je d'r niet meer over, hoor! Anders ga je metéén naar je bed!" Marietje kreeg 't gevoel, alsof 'n breede, harde band héél styf om d'r lijfje werd gedraaiden als ze slikken wou, dan dacht ze, dat haar keeltje werd dichtgeknepen.... „ElsjeElsje" deed haar mondje onhoorbaaren als ze huilen wou dan kon ze 't niet meer. Dat was dan zeker 't echte verdriet waar wel es over gepraat werd door groote menschen. Pappa opende de deur van nummer zes. In de huiskamer van nummer twee en zeventig waren 'n vader en 'n moeder ach tergebleven met 'n Elsje, dat niet meer hun Elsje was. Haar zwarte oogjes stonden wildniet mollig waren nu de handjesmaar styf- gespannen vuistjes sloegen naar vader, die haar in bedwang hieldhaar gezichtje gloeide en haar stevige pootjes trappelden woest. Echt ondeugend was Elsje nooit geweest... en nu was ze ineens 'n leelük kind, dat maar dóór schreeuwde zonder naar dreige menten te luisteren. ,,'t Is gemeen!" brulde ze ,,'t Is ge meen dat je Marietje niet terughaalt en 'k wil nooitnooitnooit met 'n ander kind spelen!" „Goed!" schudde moeder haar driftig „dan speel je heelemaal nietmaar met Marietje ga je nóóit meer om! En als ik 't zie, dan sla ik. je naar binnen! En nou direct stil, of ik sluit je in de kast." „Waarom is dat dan ineens allemaal zoo?" viel Elsje snikkend met haar kop je op 'n stoelkussen. „Dat gaat jou niks aanvader en moes zyn kwaad op Marietje's vader en moeder daar, nou weet je 't meteen „Dat kan Marietje toch niet helpen? En ik kan 't toch ook niet helpen?" De twee groote menschen, die zoo klein gehandeld hadden, juist als die andere twee, keken elkaar even aan bü dat wijze ge praat van 'n eenigst kinden zwegen 'n poos. Elsje kreeg hoopwant ze voelde 'n crisis daarHeel lief deed ze tegen va der en moeder en vroeg: „Toelaat Ma rietje terugkomen „Nee't kan nietzei de va der na 'n kort oogen-spel „Laat me dan buitenalléén maar buiten met 'r spelen „Nééen nou is 't uit!" Van nu af bleef Elsje 'n ander kind kortnukkigstilWel huilde ze om Marietjemaar daar wachtte ze mee tot 's avondsin d'r bedje. Vroeger was ze nooit koppig. 't Kind van nummer zes stond op de stoep voor 't huis. 't Kind van nummer twee en zeventig leunde tegen de dichtst bij de woning staan de lantaarnpaal. 'n Dubbel vreugde-kreetje in de straat. Elsje gluurde naar binnenzag, dat 'r moeder in de tuin bezig was. Langs de kozijnen schoof ze naar de plek waar Marietje stondDie deed toen ook 'n stuk of twintig aarzel-stapjes. „Dag „Dag Ze zwegen en stonden elkaar aan te ky ken. Marietje zag weer erg witjeszelfs d'r lipjes hadden haast geen kleur meer. „Met wie speel je nou?" „Met niemand." „Ik speel ook met niemand." „Akelig, hè?" „Jaergerg akelig" stotterde MarietjeEnenblyft dat nou altyd duren?" liet ze er bang op volgen. „Ik weet 't nietik vin, dat groote menschen veel langer kwaad op elkaar bly- ven dan kinderenBen je weer moei?" „Jaalle dagen's Middags moet 'k 'n paar uurtjes naar bed van de dok termaar 'k slaap toch nieten 's nachts denk 'k óók heel dikwels „Wat denk je dan?" „Dat weet je bestklonk 't als 'n snikjeen toennog 'n beetje zach ter: „Elsjewy kenne evengoed veel van elkaar blyve houwe, hè?" „Ja, hoor! Nou! En ik droom haast elke nacht, dat we aan 't spelen zyndaar- ginterby dezelfde zandberg „Ik ooken dan is 't zoo naar, als je weer wakker wordt." „Zalle we samen eventjesheel even tjes naar de zandberg gaan?" „Ik wil welmaar mamma heb ge zegdikik mag niet eens by de deur vandaanen Hoog gillerig klonk 't ineens van nummer zes: „Marietje!! Marietje!! Direct in huis!!" Als 'n geschrokken hertje vloog Marietje terugEn Elsje vond, dat vaders en moeders akelige menschen waren. „U kunt 't probeeren met 'n specialist" somberde dokter's geluid door de kamer „Maar-re Z'n gebaar en z'n blik spraken al direct 't vonnis. „Dus u denkt „Vliegende teringgeen kruiden voor gewassen." „Waar is Elsje nou?" riep 't zieke kind, half in ylkoorts. „Wie bedoelt ze daar toch telkens mee, als 'k vragen mag?" „Hmdat is 'r nichtjehier uit de straatmaar u weet misschien, dat we." „On-jadie kwestieIk mag daar niet in komenmaar als u 't kind nog 'n pleziertje kunt doen De dokter ging heen Als twee oude menschen bleven de vader en de moeder in de kamer achter. Drie dagen bleef Marietje om Elsje roe pen. Toen werd 't hen te machtigen de vader ging zich vernederenvoor a'n kind 'n Minuut later klonk op nummer twee en zeventig de schel. 'n Groot kwartier bleef hij binnenen toen ie weer naar nummer zes liep.ging Elsje naast hemEn daarachter volg den de vader en de moeder. De glanslooze oogjes flikkerden, toen Ma rietje Elsje by haar bedje zag. Maar was de flikkering van 'n opge brand kaarsje. Krampig knelden de armpjes zich om Elsje's halsjeeven klonk nog iets als'n zoentjetoen besmeurde 'n roode vlek 't witte jurkje van 't nichtje't hoofdje dook wegen Marietje lag stil. En Elsje huilde met de vier ouders mee. Marietje had de vrede gekochten contant betaald. G. K.I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9