VILLAPARK BENNEBROEK
■■■'-
<:p'
mm
c
DE WATERLEIDING IN DE
BOLLENSTREEK
M
m
tJ\rkolaiLS Cy/<jva-tcrratuu
0
I
^'0 J V V U
VIERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1928
BLADZIJDE I
n a
V. n
SOCIAAL LEVEN
Het R.K. Werkliedenverbond
in Nederland
ütMru/imm
$j)onunus
f-
etc
ILamortJanus, Splftzpuj jra/w /(.jlro/imfts (Jmr-fu
L'Itraipt/mp*. '/su/pmnus^'^Cstr/mt^t
gmviït/izn as
Het Kruideniers - Congres
Haarlems eerste Bisschop Nicolaus
Nova-terranus
ZIJN INTREDE IN HAARLEM
i *\T 1 <i- -SSsft
'•«wasK
SN*>, irurni~-1 It
- - ■>-; -2--
Tusschen de Leidschevaart en den Rijks
straatweg nabij de kom van de gemeente
Bennebroek ligt een terrein van ongv. 12 H.
A. groot, in eigendom toebehoorende aan ba
ron van Ittersum. Het ligt in de bedoeling
dit terrein te bestemmen voor villapark.
Architect van Essen heeft een project ge
maakt, zie bijgaand kaartje, waarop 'n voor-
loopige verkaveling is aangegeven benevens
een stel wegen, dat het terrein zal doorsnij
den. De wegen zyn zoodanig geprojecteerd,
dat de natuurlijke begroeiing en beplanting
van het terrein zooveel mogelijk behouden
blijft.
Wij hebben een dezer dagen het terrein be
zichtigd en zijn tot het inzicht gekomen, dat
de gemeente Bennebroek, mocht het zoo ver
komen dat het terrein bebouwd wordt, daar
door een fraaie uitbreiding zou ondergaan,
waardoor de aantrekkelijkheid van Benne
broek als woonplaats zeer zou verhoogd wor
den.
Er kan van de beplaftting zoodanig party
getrokken worden, by het project is dit
geschied dat een werkeiyk schitterend vil
lapark kan worden aangelegd.
Intusschen zoover is het nog niet. Het
wachten is op den aanleg van wegen. Zoo
lang er geen wegen zyn, kan er niet ge
bouwd worden. Er hebben zich reeds gega
digden voor enkele bouwterreinen opgedaan.
Aan deze aanvragen evenwel kan voorloopig
niet voldaan worden.
Het terrein aan den Ryksstraatweg kan
worden bebouwd. Dit evenwel is juist het ge
deelte, dat het minst gemakkelijk koopers
krygt, wyi hier moet gebouwd worden op
grond van 40 by 40. Niet alleen wordt de
grondprys daardoor al dadelyk voor den koo-
per zeer hoog, maar bovendien krygt die
zelfde kooper straks een stuk grond te on
derhouden in den vorm van tuin of gazon, dat
voor den tegenwoordigen tyd zyn eigenaar
dige bezwaren meebrengt.
Mocht van deze bepaling worden afgewe
ken en voor bebouwing aan den Rijksstraat
weg een kleinere oppervlakte worden toege
staan, dan zou de kans groot zyn, dat met
dat gedeelte spoedig een begin werd gemaakt.
En is eenmaal het begin gemaakt, is het vol
doende bekend, dat bij de kom der gemeente
bouwterrein beschikbaar is, dan zouden zeer
zeker weldra anderen volgen.
Het mag van voldoende bekendheid ge
acht worden, dat in den eersten tyd na
het aanleggen der Hillegomsehe waterlei
ding, die ook de gemeenten Lisse, Sassen-
heim en Warmond van water voorziet, de
verbruikers over de kwaliteit van het water
niet tevreden waren.
Er zyn toen geen middelen onbeproefd
gelaten, om dit euvel te verhelpen, met het
gevolg, dat de klachten verminderden. Het
feit evenwel, dat thans opnieuw over het
water geklaagd wordt, deed ons besluiten
in de betrokken gemeenten ons te verge
wissen omtrent de gegrondheid hiervan.
Al dadelijk dient erkend te worden, dat
de berichten hierover overdreven zyn.
In de gemeente Lisse, waar op 1300 per-
ceelen er 1170 zijn aangesloten, geeft de
kwaliteit var» het water geen aanleiding
tot reclame. Nu verkeert Lisse in de bij
zondere omstandigheid, dat het een ring
leiding bezit, waar de spui-einden of doo-
de einden hun nadeelige werking op een
voortdurende circulatie missen. Wat intus
schen niet belet, dat periodiek tocl» ge
spuid moet worden.
In de gemeente Sassenheim informeerden
w;j te bevoegder plaatse en ook daar ont
vingen wii alleszins bevredigende verkla
ringen omtrent de hoedanigheid van het
water. Hier bestaat verplichte aansluiting.
Op de ongeveer 850 perceelen zyn 780 per-
ceelen aangesloten. In Lisse bestaat geen
verplichte aansluiting en de gemeente zal
hiertoe ook niet overgaan, wyl de mede
werking van de zyde der burgery inder
daad zeer loffelyk is.
Onder de niet aangesloten perceelen van
Sassenheim. welk getal in verhouding ge
ring is, is een percentage vrijgesteld, o.a.
die perceelen die 40 meter van den hoofd
weg liggen.
Datzelfde geldt ook voor Warmond. Hier
zijn op circa 600 perceelen, 481 aansluitin
gen. De gemeente Warmond, dat het verst
van de bron is gelegen, verkeert Sn de
ongunstigste positie. Warmond is een zeer
uitgebreide gemeente en juist daar zyn dus
de spui- of doode einden spoedig hinder-
lyker dan in dichter bij de hoofdbron ge
legen gemeenten. Vandaar dat Warmond
gevraagd heeft, gratis te mogen spuien. Dit
verzoek is niet onbUlyk te noemen. Toch
is het niet ingewilligd. De vraag ligt voor
de hand, waarom Warmond zijn water niet
betrekt van Leiden? Inderdaad zou de ge
meente liever gezien hebben, dat indertyd
aansluiting op het Leidsche net was ver
kregen.
Het is bekend, dat Hillegom niet doof is
voor de klachten over het water en alles
doet, om de afnemers tevreden te stellen.
Mocht er dan over het geheele traject al
niet volkomen tevredenheid zyn, dan mag
worden aangenomen, dat binnen afzienba-
ren tijd aan bestaande of vermeende be
zwaren zal worden tegemoetgekomen.
Omvang en werkzaamheden gedurende
1927
Verschenen is het derde jaarboek van het
R.K. Werkliedenverbond in Nederland, be
trekking hebbende op omvang en werk
zaamheden, gedurende het jaar 1927, waaraan
wij het volgende ontleenen:
Er is alle reden om met tevredenheid op
het afgeloopen jaar terug te zien.
De uitbreiding onzer beweging in de
breedte ging ongeveer voort in hetzelfde
tempo van het vorig jaar en het verheugt
ons vooral, dat we ook meer neiging tot
verdieping kunnen constateeren.
Het wi ons voorkomen, dat allerwegen
meer activiteit is te bespeuren, wat een goede
belofte voor de toekomst inhoudt.
Wat de organisatie betreft, valt als belang
rijke gebeurtenis in het oog het op 17 Juli
te Nijmegen gehouden congres, hetwelk,
naast vele andere feiten, een buitengewo
ne demonstratie was voor den geest, welke
thans onze geheele beweging bezielt.
'n Tweede feit van gewicht is de benoeming
van eene Centrale Commissie voor de Vrou
wenorganisatie, die zeer speciaal de aan
dacht aan dit belangrijke probleem zal schen
ken en, waar noodig, in overleg met de be
trokken organisaties zelf de hand aan den
ploeg zal slaan.
Als derde feit nu van negatieven aard
moeten we erop wijzen, dat de kwestie der
jeugdorganisatie nog het geheele jaar heeft
verkeerd in een stadium van onderhandeling
en overleg en dus nog niet naar ons genoegen
is opgelost.
Gedurende het afgeloopen jaar is ook aan
de vervulling van onze taak weer krachtig
voortgewerkt.
Van groot belang was ook onze activiteit
rondom de Ziektewet.
Was in den aanvang van het jaar de alge-
meene mentaliteit zoo, dat iedere oplossing
zou worden aanvaard, zeer tot schade aan
het geheele gebouw onzer sociale verzeke
ring en niet minder tot nadee voor de ar
beiders, door onze actie vooral is, naar we
gelooven, deze mentaliteit, deze geest van
fatalisme verdwenen en wordt van ver
schillende zijden weer gepoogd aan de kwes
tie der ziekteverzekering eene oplossing te
geven, waarmede het overgroote deel der
arbeiders accoord kan gaan.
Ook de zaak der Ziekenzorg vorderde
in het afgeloopen jaar heel wat van onze
werkzaamheid. Kon deze aangelegenheid
nog niet tot oplossing worden gebracht,
wij hopen en vertrouwen, dat ze in 1928
in veilige haven zal belanden.
Verder memoreeren wc de totstandko
ming eener afdeeling „Volksgezondheid,"
waarin vereenigd is alles wat in de beweging
op het terrein der volksgezondheid werkt,
en waarvan de bedoeling is ordenend op te
treden, initiatief te nemen en tot werkzaam
heid op te wekken.
Van met geringe beteekenis is ook het
feit, dat in hef afgeloopen jaar aan de orde
Jwerd gesteld het vraagstuk der afdoende
verzorging van oude en invalide arbeiders.
Dat in onze maatschappij arbeiders, die hun
geheele leven hebben gewerkt'en eigenlijk
niet meer werken kunnen, nog aan den ar
beid moeten blijven of aan de publieke
liefdadigheid worden prijsgegeven, is een
ernstige leemte, die dringend voorziening
eischt.
Ten slotte verdient eene speciale vermel
ding het verschijnen van het Rapport om
trent de toepassing van Ongevallen- en
Invaliditeitswet, een rapport van groote
beteekenis, dat de aandacht heeft getrokken
van allen, die in de sociale verzekerings
wetgeving belangstellen.
1927 was voor ons Verbond een belang
rijk jaar, aarin veel ten bate van de arbeiders
kon worden verricht.
Omtrent het ledental en het lidmaatschap
wordt het volgende opgemerkt:
Het totale ledental bedroeg op 31 De
cember 121.525.
Waar we ons voornamen, dit jaar minstens
de 120000 te bereiken, hebben we reden tot
tevredenheid. Direct valt op, dat het cijfer
van degenen, die wel bij de Standsorganisa
tie, doch niet bij een Vakbond zijn aange
sloten, weer met 1400 gestegen is. Ook het
aantal leden der Vakbonden, die niet bij de
Standsorganisatie zijn aangesloten, hetwelk
Z.O.GENEVER
HUirirftn
s.- -V'
ÜM S Vn
txxsetsassss»
'f
V
urn
i... r v,'.,:
ruim 28000 bedroeg (vorig aar ongeveer
25000), springt onmiddellijk in *t oog. Ge
zien hetgeen zich in het afgeloopen jaar met
betrekking tot het wederzijds verplichte
lidmaatschap heeft voorgedaan, zullen we
er ons mee vertrouwd moeten maken, dat
het nog wel even zal duren, vóór we van
dit verschijnsel af zijn.
Zie het feuilleton hieronder
En verder:
In één opzicht heeft het afgeloopen iaar
ons teleurgesteld. Hadden we vurig gehoopt,
dat eindelijk de kwestie van het weder
zijds verplicht lidmaatschap zou worden
opgelost, het heeft niet zoo mogen zijn.
De Verbondsvergadering achtte den tijd nog
niet gekomen om de maatregelen te nemen,
welke het Verbondsbestuur voorstelde.
Dit wijst er heel duidelijk op, dat de geest
van al onze leden nog niet is, zooals hij voor
het welslagen van ons werk eigenlijk zijn
moest, dat niet bij allen is doorgedrongen
de overtuiging, dat geen enkel terrein mag
worden verwaarloosd, dat men de op
lossing van het arbeidersvraagstuk veel te
beperkt ziet.
Dit moet op den duur tot schade aanlei
ding geven.
In het belang der organisaties is, dat de
leden de arbeiderskwestie breed leeren zien,
leeren begrijpen, dat hun vijand zich niet
op één enkel terrein vertoont en dus niet
kan worden overwonnen, wanneer men hem
alleen op dat ééne terrein aanpakt.
Maar het is ook in het belang der leden
zelf, dat ze ertoe gebracht worden hunne
aandacht te schenken aan de verwezenlijking
van het heele program onzer Arbeidersbe
weging. Het heele program immers is erop
gericht, de emancipatie van den Arbeiders
stand te bevorderen, maar bovendien den
arbeiders voordeelen te bezorgen en daar
door hen aan de beweging te binden.
Wanneer we in 1928 ook onder dwin
gende bepalingen aan de oplossing dezer
kwestie intens werken door de arbeiders
te overtuigen, dan zullen we een uitstekend
werk doen.
Men schrijft ons
Voor het op 26 en 27 September a.s. te
Amsterdam te houden congres van den Ned.
R. K. Bond van Kruideniérsvereenigingen,
bestaat bij de fabrikanten en importeurs uit
het bedrijf groote belangstelling.
Hetgeen volkomen verklaarbaar is.
Immers, het streven van de kruideniers
om hun zelfstandig bestaan te bewaren, is
voor de fabrikanten en importeurs van groote
beteekenis, omdat bij een geleidelijk verder
afbrokkelen van het kruideniersbedrijf ook
hunne belangen in het gedrang zullen komen.
Wanneer dan bij deze groep groote betee
kenis aan het te houden congres wordt toege
kend, met hoeveel te meer belangstelling
moeten de kruideniers, de eerste belangheb
benden, deze gebeurtenis dan wel tegemoet-
zien.
Het spreekt vanzelf, dat de waarde van een
congres stijgt door het aantal deelnemers,
waardoor dat congres wordt gevormd.
Daarom heeft het Hoofdbestuur van den
bond besloten, ook aan niet-leden-kruide-
niers de gelegenheid te geven het congres
te bezoeken, omdat de aan te nemen en vast
te stellen conclusiën, die straks de leiddraad
zullen worden, waarlangs de actie voor het
behoud van een welvarenden kruideniers
stand zal worden gevoerd, onder de oogen
mo t n worden gezien door een zco groot
aantal vakgenooten, als slechts even mogelijk
is.
De leuze van alle R. K. kruideniers moge
dan ook zijn „Op naar het congres".
Inlichtingen worden verstrekt door het
secretariaat Lange Jufferstraat 52, Utrecht.
ii
Nog versch ligt in ons geheugen, met welk
een luister Mgr. J. D. J. Aengenent in de
Haarlemsche bisschopstad werd binnenge
haald. Interessant is het daarom te lezen
volgend minutieus verslag van de intrede van
Haarlem's eersten bisschop in dezelfde stad
op 2 Februari 1562, toen aldus lezen wy
in „Oudheden en Gestichten van Kennemer-
land" „Niklaas de Nova-terra met eene
uitsteekende staatsie en onder een overgroo-
ten toeloop van geestelyke en wereldlijke
persoonen, zyn openbaare intrede deed. Zoo
dat al het woelen en tegenstribbelen van
sommigen, die het zochten te dwarsboomen,
vergeeffsch is geweest.
Dit verslag is ontleend aan een brief van
Cornelius Musius aan den pastoor Martinus
(Dorpius)
„In 't jaar 62, den laatsten January, zijn
»ommigen uit de stad Haarlem den Hoog-
waardigsten heer Nicolaas de Nova-terra,
Bisschop der voornoemde stad, tegemoet ge
reden tot Heemstede toe; daar zyne Hoog
waarde zelf, ten huize van den voortreffe-
ïyken heer Pieter van Dorp, had vernacht.
Het was zeer schoon en helder weer; en die
hem te gemoet reeden, waren omtrent veer
tig in getal. Daar onder bevonden zich Kor-
nelius Susius, President van Holland, Zeeland
en Vriesland, Heer van Ryswijk; de heer
Splinter van Hargen; de heer van Ooster-
wyk; de heer Johan de Heuter; met een
groot getal van Haarlemschen adel. Zoo ik
het wel onthouden heb, zyn 'er ses wagens
geweest.
Onderwyl stond de Raad van Haarlem,
met alle schoolkinderen en priesters aan de
stadspoort; en wachte daar met groot ver
langen naar de komste van den Bisschop.
Als dan de Bisschop, de gemelde Heeren
vooruit rijdende, en de wagens achter aan
volgende, de gemelde poort genaderd was,
is hy, dicht bij de poort, uit zyne wagen ge
stapt. Die te paard gereden, of op wagens
gezeeten hadden, zyn 'er ook af geklommen.
Onder de poort was een outaar opgerecht,
en 'er een heilig kruisbeeld opgestelt; 't welk
zijne Hoogwaarde, na voorgaande eerbewij-
zinge, volgens ouder gewoonte heeft gekust.
Kort daar aan heeft hem de stads Pensio
naris, in de tegenwoordugheit van dien ge
leerden en aan zienlijken Raad, met groote
betuiginge van blydschap, doch met een
korte en geleerde redenvoeringe, veel geluks
gewenscht.
Daarop gingen de schoolkinderen vooruit,
en zongen verschelde oude stukjes. Een van
die stukjes was gansch nieuw; 't welk de
schoolvoogd, met toestemminge van den
Raad, aan de kinderen te zingen had ge-
geeven. Hiernevens, het stukje zelf
Laat ons allen ons zeiven in den
Heere verblyden. en deezen dag vieren
ter eere van onzen Hoogwaardigsten
Heer, over wiens intreede alle men-
schen verheugd zyn; en laat ons Gods
schikking gezamentlyk looven.
Veers:
Verheugd u gy Heeren van Haarlem:
de Burgery moest (den Heere) looven.
Achter de kinderen volgden de priesters,
altemaal in 't wit gekleedt.
Even achter het Kruis volgde de Bisschop,
gaande in 't midden tusschen den Deken van
S. Pieters kerke, en den Kommandeur van
S. Jans kerke.
Daar aan volgde de Kanonnik van S. Ma-
riaas kerke, te weeten Musius, met drie Mon
nikken van Egmond. Daarop volgde de Pre
sident met de Edelluiden. Achter aan quam
de gansche Majestraat.
Van de klokken, die den gemelden en den
volgenden dag dikwijls en langen tyd luidden,
en de algemeene vreugde der gansche stad
betuigden, wil ik, omdat het eene zoo geringe
en gemeene zaak is, niet vorder spreeken.
Ook is het geen nieuws, en 't is een ge-
woone zaak in de eerste inhuldingen der
Vorsten, dat er op de straaten. op het markt
veld, in de kerk, een ontelbaare menigte
van burgeren by een gekomen was, om den
nieuwen bisschop veel geluks te wenschen;
daarom heb ik goed gevonden dit ook stil-
zwygens over te slaan.
Wanneer zij in den tempel, ik zegge in die
zeer aanzienlyke en prachtige kerk, aange
komen waren, heeft zijne Hoogwaarde
Christus en de Heiligen aldaar, niet zonder
transtortinge begroet.
Vandaar is hy naar het Paleis of 't Bis-
schops huis, 't welk S. Jans konvent was.
getrokken.
Ik zoude schier vergeten hebben, dat de
trompetten, van Heemstede tot het Paleis
toe, zich met een helder en schel geluid heb
ben laten hooren. Dan 't was geen krijgs-
geschal, of een naar en vreesselyk taratan-
tara, maar een vrolyke heila, of een geluk-
wensching over den vrede, en de vereeniging
der gemoederen.
Daarna heeft men, onder het geklank der
speeltuigen, een matige maaltijd gehouden.
Dit alles is geschiedt op den laatsten dag
van Januarius.
Daags daar aan, te weeten den 1 February,
zyn cle gemelde schoolkinderen, met de
Priesters, de vier Bedelende Orders, en met
de S. Jans Heeren achter de Kruissen, die
voor uyt gedraagen wierden, wederom naar
het paleis gegaan. De kinderen gingen al
zingende voor uyt; de anderen volgden al
biddende achter de kinderen.
Achter hen allen volgde, al weenende, de
Bisschop van Haarlem, hebbende een myter
op het hoofd, en een goude kap om den
hals. Hy ging tusschen den Deken van S.
Pieters kerke, en eenen Kanonnik van S.
Mariaas kerke, bygenaamd van Amersfoort,
dewelke beidegaar ook witte linne rokken
aa" hadden.
Een der Kapellaanen droeg de staf voor
den Bisschop.
Naast aan volgden eenige Kerkelyke per
soonen; zijnde vrienden en goede bekenden,
die van buiten ontboden en op de staatzi
genoodigt waren.
Achter aan volgde de Heer President, ge
lijk wij boven ook gezegt hebben, met den
vorderen adel, en den Raad van de stad.
Zondaags daar aan heeft zijne Hoogwaar
de. nadat het veersje van S. Bavo gezongen
was, ook het kort gebed, op den zelfden
Heilige slaande, met luider stemme gezon
gen.
Daar na wierd de Hoogmis van de Aller
heiligste Drievuldigheit met musyk en or
gelspel, daar de kinderen met zeer uytstee-
kende en zoet-luidende stemmen onder
zongen, hoogstatelyk door den Onderpastoor
gedaan.
De vier Kapellaanen dienden de Mis.
Ondertusschen wierden de nieuwe pronk-
wapenen van den nieuwen en eersten Bis
schop van Haarlem in de kerk ten toon
gehangen. Aan ieder pylaar hing'er een; en
onder ieder wapen stond deze zinspreuk:
Nemo expers hostis.
Dat is; Niemand sonder vijand.
De eerste letter van de drie Latynsche
woorden moet aldus geleezen worden:
Nicolaus, Episcopus Harlemensis.
Dat is: Niklaas, Bisschop van Haarlem.
Na de mis zongen de kinderen, onder het
speelen der orgelen, den bekenden yofzang
Tc Deura Iaudamus.
Onder deezen lofzang heeft zyne Hoog
waarde, staande in 't midden des outaars.
het volk in 't openbaar gezegent; terwyle
dat de twee gemelde priesters, die wederzijds
zijne zyde dekten, beneffens hem neder-
knielden.
Eindelijk is de Bisschop met den ganschen
stoet, op dezelfde order als wy boven ver
haalt hebben, weder naar het Paleis ge-
keert.
Wat 'er in 't Paleis over het middag- en
avond-maal omgegaan is, wat een kostelyk
maal dat er aangerecht was; wat voor een
muzyk dat 'er, tot verquikking der gemoe
deren, gezongen weird, behoef ik niet te zeg
gen, daar de Harlemmers, op het stuk van
allerhande muzyk, de kroon verre spannen
boven alle andere steden van Holland.
's Anderendaags, op Vrouwen Lichtmisse,
nadat zyne Hoogwaarde de Hoogmis in S.
Jans kerke gehoort had, zijn wij gezament
lyk met hem naar het Stadthuis gegaan;
daar we daags te voren door den ganschen
Raad met alle beleeftheid genoodigt waren.
Wat een gastmaal dat we daar gehad heb
ben, wat een muzyk, dat 'er gespeelt en
gezongen is, wat gelukwenschinge dat de
Bisschop gekreegen heeft, kan ik by gebrek
van tijd, naar behooren niet verklaren; dit
bleek althans, dat alles voortquam uyt een
rustige en overboodige genegendheit.
Eene zaak zal ik er nog bijvoegen, en daav
mede wil ik eindigen, dat zijne Hoogw. aan
alle de armen een zeer rykelijke aalmis heeft
vereert; want ieder arm mensch heeft voor
zijn hoofd gekreegen een blank brood van
acht pond.
Alle de Religieuzen hebben in hunne kon-
venten een prachtig maal gekreegen.
Daar hebt gy alles; want den derden Fe
bruary zyn wy met ons drien, myn Heer de
President, Heer de Heuter, en ik, van Haar
lem vertrokken; zoo dat wy niet weeten wat
er naderhand is voorgevallen."
Met het verzoek deze „onbestudeerde enf
ongeschaafde beschryving, dewelke echter
zeer waarachtig is," mede te deelen aan den
Bisschop van Middelburg, eindigt deze Cor
nelius Musius zyn brief aan den Pastoor
Martinus Dorpius.
Na dezen merkwaardigen brief aangehaald
te hebben, deelt de geschiedschryver een en
ander mede van de werkzaamheden van den
eersten bisschop van Haarlem in zyn diocees,
dat hy al dadelyk bezoekt, om „een nette en
nauwkeurige kennis te hebben van zijn bis
dom". Den 7en Februari 1562 geeft hy dis
pensatie om in de Vasten zuivel te eten. In
het jaar 1564 werd de eerste diocesane sy
node gehouden. Ook had Haarlems eerste
bisschop te kampen met ..de -aesmettelykheit
der doolingen, welke hier en ("aar allengskens
voort kroopen". Want in 15*6. in hetzelfde
jaar dus, werd in het dorp Overveen door
een Alkmaarsche mandenmaker. Jan Arentsz
genaamd, „voor de eerste reize op zyn
nieuwsgezinds gepredikt, waarbij biina 300
menschen tegenwoordig waren. Uit vrees voor
de beeldstormers werd de Kathedrale kerk
gesloten."
In het jaar 1569 werd hy „zoo ziekelijk en
zwak van lichaam, en daar bij zoodaanig
door de jicht gequelt, dat hij den meesten
tyd het bedde moest houden en nauwelijks
bequaam was om het 'Bisschopsambt waar
te neemen". In eeen der laatste maanden
van dat jaar deed hy afstand van zyn bis
schoppelijke waardigheit en werd hy opge
volgd door Godefridus van Mierlo, Provinci
aal der Nederlandsche Predikheeren. Negen
jaar later, in de maand Mei 1850, stierf
Haarlems eerste bischop te St. Maartens-
dyk in Zeeland, waar hy sinds 1571 geleefd
had.