VILLAPARK BENNEBROEK ■■■'- <:p' mm c DE WATERLEIDING IN DE BOLLENSTREEK M m tJ\rkolaiLS Cy/<jva-tcrratuu 0 I ^'0 J V V U VIERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1928 BLADZIJDE I n a V. n SOCIAAL LEVEN Het R.K. Werkliedenverbond in Nederland ütMru/imm $j)onunus f- etc ILamortJanus, Splftzpuj jra/w /(.jlro/imfts (Jmr-fu L'Itraipt/mp*. '/su/pmnus^'^Cstr/mt^t gmviït/izn as Het Kruideniers - Congres Haarlems eerste Bisschop Nicolaus Nova-terranus ZIJN INTREDE IN HAARLEM i *\T 1 <i- -SSsft '•«wasK SN*>, irurni~-1 It - - ■>-; -2-- Tusschen de Leidschevaart en den Rijks straatweg nabij de kom van de gemeente Bennebroek ligt een terrein van ongv. 12 H. A. groot, in eigendom toebehoorende aan ba ron van Ittersum. Het ligt in de bedoeling dit terrein te bestemmen voor villapark. Architect van Essen heeft een project ge maakt, zie bijgaand kaartje, waarop 'n voor- loopige verkaveling is aangegeven benevens een stel wegen, dat het terrein zal doorsnij den. De wegen zyn zoodanig geprojecteerd, dat de natuurlijke begroeiing en beplanting van het terrein zooveel mogelijk behouden blijft. Wij hebben een dezer dagen het terrein be zichtigd en zijn tot het inzicht gekomen, dat de gemeente Bennebroek, mocht het zoo ver komen dat het terrein bebouwd wordt, daar door een fraaie uitbreiding zou ondergaan, waardoor de aantrekkelijkheid van Benne broek als woonplaats zeer zou verhoogd wor den. Er kan van de beplaftting zoodanig party getrokken worden, by het project is dit geschied dat een werkeiyk schitterend vil lapark kan worden aangelegd. Intusschen zoover is het nog niet. Het wachten is op den aanleg van wegen. Zoo lang er geen wegen zyn, kan er niet ge bouwd worden. Er hebben zich reeds gega digden voor enkele bouwterreinen opgedaan. Aan deze aanvragen evenwel kan voorloopig niet voldaan worden. Het terrein aan den Ryksstraatweg kan worden bebouwd. Dit evenwel is juist het ge deelte, dat het minst gemakkelijk koopers krygt, wyi hier moet gebouwd worden op grond van 40 by 40. Niet alleen wordt de grondprys daardoor al dadelyk voor den koo- per zeer hoog, maar bovendien krygt die zelfde kooper straks een stuk grond te on derhouden in den vorm van tuin of gazon, dat voor den tegenwoordigen tyd zyn eigenaar dige bezwaren meebrengt. Mocht van deze bepaling worden afgewe ken en voor bebouwing aan den Rijksstraat weg een kleinere oppervlakte worden toege staan, dan zou de kans groot zyn, dat met dat gedeelte spoedig een begin werd gemaakt. En is eenmaal het begin gemaakt, is het vol doende bekend, dat bij de kom der gemeente bouwterrein beschikbaar is, dan zouden zeer zeker weldra anderen volgen. Het mag van voldoende bekendheid ge acht worden, dat in den eersten tyd na het aanleggen der Hillegomsehe waterlei ding, die ook de gemeenten Lisse, Sassen- heim en Warmond van water voorziet, de verbruikers over de kwaliteit van het water niet tevreden waren. Er zyn toen geen middelen onbeproefd gelaten, om dit euvel te verhelpen, met het gevolg, dat de klachten verminderden. Het feit evenwel, dat thans opnieuw over het water geklaagd wordt, deed ons besluiten in de betrokken gemeenten ons te verge wissen omtrent de gegrondheid hiervan. Al dadelijk dient erkend te worden, dat de berichten hierover overdreven zyn. In de gemeente Lisse, waar op 1300 per- ceelen er 1170 zijn aangesloten, geeft de kwaliteit var» het water geen aanleiding tot reclame. Nu verkeert Lisse in de bij zondere omstandigheid, dat het een ring leiding bezit, waar de spui-einden of doo- de einden hun nadeelige werking op een voortdurende circulatie missen. Wat intus schen niet belet, dat periodiek tocl» ge spuid moet worden. In de gemeente Sassenheim informeerden w;j te bevoegder plaatse en ook daar ont vingen wii alleszins bevredigende verkla ringen omtrent de hoedanigheid van het water. Hier bestaat verplichte aansluiting. Op de ongeveer 850 perceelen zyn 780 per- ceelen aangesloten. In Lisse bestaat geen verplichte aansluiting en de gemeente zal hiertoe ook niet overgaan, wyl de mede werking van de zyde der burgery inder daad zeer loffelyk is. Onder de niet aangesloten perceelen van Sassenheim. welk getal in verhouding ge ring is, is een percentage vrijgesteld, o.a. die perceelen die 40 meter van den hoofd weg liggen. Datzelfde geldt ook voor Warmond. Hier zijn op circa 600 perceelen, 481 aansluitin gen. De gemeente Warmond, dat het verst van de bron is gelegen, verkeert Sn de ongunstigste positie. Warmond is een zeer uitgebreide gemeente en juist daar zyn dus de spui- of doode einden spoedig hinder- lyker dan in dichter bij de hoofdbron ge legen gemeenten. Vandaar dat Warmond gevraagd heeft, gratis te mogen spuien. Dit verzoek is niet onbUlyk te noemen. Toch is het niet ingewilligd. De vraag ligt voor de hand, waarom Warmond zijn water niet betrekt van Leiden? Inderdaad zou de ge meente liever gezien hebben, dat indertyd aansluiting op het Leidsche net was ver kregen. Het is bekend, dat Hillegom niet doof is voor de klachten over het water en alles doet, om de afnemers tevreden te stellen. Mocht er dan over het geheele traject al niet volkomen tevredenheid zyn, dan mag worden aangenomen, dat binnen afzienba- ren tijd aan bestaande of vermeende be zwaren zal worden tegemoetgekomen. Omvang en werkzaamheden gedurende 1927 Verschenen is het derde jaarboek van het R.K. Werkliedenverbond in Nederland, be trekking hebbende op omvang en werk zaamheden, gedurende het jaar 1927, waaraan wij het volgende ontleenen: Er is alle reden om met tevredenheid op het afgeloopen jaar terug te zien. De uitbreiding onzer beweging in de breedte ging ongeveer voort in hetzelfde tempo van het vorig jaar en het verheugt ons vooral, dat we ook meer neiging tot verdieping kunnen constateeren. Het wi ons voorkomen, dat allerwegen meer activiteit is te bespeuren, wat een goede belofte voor de toekomst inhoudt. Wat de organisatie betreft, valt als belang rijke gebeurtenis in het oog het op 17 Juli te Nijmegen gehouden congres, hetwelk, naast vele andere feiten, een buitengewo ne demonstratie was voor den geest, welke thans onze geheele beweging bezielt. 'n Tweede feit van gewicht is de benoeming van eene Centrale Commissie voor de Vrou wenorganisatie, die zeer speciaal de aan dacht aan dit belangrijke probleem zal schen ken en, waar noodig, in overleg met de be trokken organisaties zelf de hand aan den ploeg zal slaan. Als derde feit nu van negatieven aard moeten we erop wijzen, dat de kwestie der jeugdorganisatie nog het geheele jaar heeft verkeerd in een stadium van onderhandeling en overleg en dus nog niet naar ons genoegen is opgelost. Gedurende het afgeloopen jaar is ook aan de vervulling van onze taak weer krachtig voortgewerkt. Van groot belang was ook onze activiteit rondom de Ziektewet. Was in den aanvang van het jaar de alge- meene mentaliteit zoo, dat iedere oplossing zou worden aanvaard, zeer tot schade aan het geheele gebouw onzer sociale verzeke ring en niet minder tot nadee voor de ar beiders, door onze actie vooral is, naar we gelooven, deze mentaliteit, deze geest van fatalisme verdwenen en wordt van ver schillende zijden weer gepoogd aan de kwes tie der ziekteverzekering eene oplossing te geven, waarmede het overgroote deel der arbeiders accoord kan gaan. Ook de zaak der Ziekenzorg vorderde in het afgeloopen jaar heel wat van onze werkzaamheid. Kon deze aangelegenheid nog niet tot oplossing worden gebracht, wij hopen en vertrouwen, dat ze in 1928 in veilige haven zal belanden. Verder memoreeren wc de totstandko ming eener afdeeling „Volksgezondheid," waarin vereenigd is alles wat in de beweging op het terrein der volksgezondheid werkt, en waarvan de bedoeling is ordenend op te treden, initiatief te nemen en tot werkzaam heid op te wekken. Van met geringe beteekenis is ook het feit, dat in hef afgeloopen jaar aan de orde Jwerd gesteld het vraagstuk der afdoende verzorging van oude en invalide arbeiders. Dat in onze maatschappij arbeiders, die hun geheele leven hebben gewerkt'en eigenlijk niet meer werken kunnen, nog aan den ar beid moeten blijven of aan de publieke liefdadigheid worden prijsgegeven, is een ernstige leemte, die dringend voorziening eischt. Ten slotte verdient eene speciale vermel ding het verschijnen van het Rapport om trent de toepassing van Ongevallen- en Invaliditeitswet, een rapport van groote beteekenis, dat de aandacht heeft getrokken van allen, die in de sociale verzekerings wetgeving belangstellen. 1927 was voor ons Verbond een belang rijk jaar, aarin veel ten bate van de arbeiders kon worden verricht. Omtrent het ledental en het lidmaatschap wordt het volgende opgemerkt: Het totale ledental bedroeg op 31 De cember 121.525. Waar we ons voornamen, dit jaar minstens de 120000 te bereiken, hebben we reden tot tevredenheid. Direct valt op, dat het cijfer van degenen, die wel bij de Standsorganisa tie, doch niet bij een Vakbond zijn aange sloten, weer met 1400 gestegen is. Ook het aantal leden der Vakbonden, die niet bij de Standsorganisatie zijn aangesloten, hetwelk Z.O.GENEVER HUirirftn s.- -V' ÜM S Vn txxsetsassss» 'f V urn i... r v,'.,: ruim 28000 bedroeg (vorig aar ongeveer 25000), springt onmiddellijk in *t oog. Ge zien hetgeen zich in het afgeloopen jaar met betrekking tot het wederzijds verplichte lidmaatschap heeft voorgedaan, zullen we er ons mee vertrouwd moeten maken, dat het nog wel even zal duren, vóór we van dit verschijnsel af zijn. Zie het feuilleton hieronder En verder: In één opzicht heeft het afgeloopen iaar ons teleurgesteld. Hadden we vurig gehoopt, dat eindelijk de kwestie van het weder zijds verplicht lidmaatschap zou worden opgelost, het heeft niet zoo mogen zijn. De Verbondsvergadering achtte den tijd nog niet gekomen om de maatregelen te nemen, welke het Verbondsbestuur voorstelde. Dit wijst er heel duidelijk op, dat de geest van al onze leden nog niet is, zooals hij voor het welslagen van ons werk eigenlijk zijn moest, dat niet bij allen is doorgedrongen de overtuiging, dat geen enkel terrein mag worden verwaarloosd, dat men de op lossing van het arbeidersvraagstuk veel te beperkt ziet. Dit moet op den duur tot schade aanlei ding geven. In het belang der organisaties is, dat de leden de arbeiderskwestie breed leeren zien, leeren begrijpen, dat hun vijand zich niet op één enkel terrein vertoont en dus niet kan worden overwonnen, wanneer men hem alleen op dat ééne terrein aanpakt. Maar het is ook in het belang der leden zelf, dat ze ertoe gebracht worden hunne aandacht te schenken aan de verwezenlijking van het heele program onzer Arbeidersbe weging. Het heele program immers is erop gericht, de emancipatie van den Arbeiders stand te bevorderen, maar bovendien den arbeiders voordeelen te bezorgen en daar door hen aan de beweging te binden. Wanneer we in 1928 ook onder dwin gende bepalingen aan de oplossing dezer kwestie intens werken door de arbeiders te overtuigen, dan zullen we een uitstekend werk doen. Men schrijft ons Voor het op 26 en 27 September a.s. te Amsterdam te houden congres van den Ned. R. K. Bond van Kruideniérsvereenigingen, bestaat bij de fabrikanten en importeurs uit het bedrijf groote belangstelling. Hetgeen volkomen verklaarbaar is. Immers, het streven van de kruideniers om hun zelfstandig bestaan te bewaren, is voor de fabrikanten en importeurs van groote beteekenis, omdat bij een geleidelijk verder afbrokkelen van het kruideniersbedrijf ook hunne belangen in het gedrang zullen komen. Wanneer dan bij deze groep groote betee kenis aan het te houden congres wordt toege kend, met hoeveel te meer belangstelling moeten de kruideniers, de eerste belangheb benden, deze gebeurtenis dan wel tegemoet- zien. Het spreekt vanzelf, dat de waarde van een congres stijgt door het aantal deelnemers, waardoor dat congres wordt gevormd. Daarom heeft het Hoofdbestuur van den bond besloten, ook aan niet-leden-kruide- niers de gelegenheid te geven het congres te bezoeken, omdat de aan te nemen en vast te stellen conclusiën, die straks de leiddraad zullen worden, waarlangs de actie voor het behoud van een welvarenden kruideniers stand zal worden gevoerd, onder de oogen mo t n worden gezien door een zco groot aantal vakgenooten, als slechts even mogelijk is. De leuze van alle R. K. kruideniers moge dan ook zijn „Op naar het congres". Inlichtingen worden verstrekt door het secretariaat Lange Jufferstraat 52, Utrecht. ii Nog versch ligt in ons geheugen, met welk een luister Mgr. J. D. J. Aengenent in de Haarlemsche bisschopstad werd binnenge haald. Interessant is het daarom te lezen volgend minutieus verslag van de intrede van Haarlem's eersten bisschop in dezelfde stad op 2 Februari 1562, toen aldus lezen wy in „Oudheden en Gestichten van Kennemer- land" „Niklaas de Nova-terra met eene uitsteekende staatsie en onder een overgroo- ten toeloop van geestelyke en wereldlijke persoonen, zyn openbaare intrede deed. Zoo dat al het woelen en tegenstribbelen van sommigen, die het zochten te dwarsboomen, vergeeffsch is geweest. Dit verslag is ontleend aan een brief van Cornelius Musius aan den pastoor Martinus (Dorpius) „In 't jaar 62, den laatsten January, zijn »ommigen uit de stad Haarlem den Hoog- waardigsten heer Nicolaas de Nova-terra, Bisschop der voornoemde stad, tegemoet ge reden tot Heemstede toe; daar zyne Hoog waarde zelf, ten huize van den voortreffe- ïyken heer Pieter van Dorp, had vernacht. Het was zeer schoon en helder weer; en die hem te gemoet reeden, waren omtrent veer tig in getal. Daar onder bevonden zich Kor- nelius Susius, President van Holland, Zeeland en Vriesland, Heer van Ryswijk; de heer Splinter van Hargen; de heer van Ooster- wyk; de heer Johan de Heuter; met een groot getal van Haarlemschen adel. Zoo ik het wel onthouden heb, zyn 'er ses wagens geweest. Onderwyl stond de Raad van Haarlem, met alle schoolkinderen en priesters aan de stadspoort; en wachte daar met groot ver langen naar de komste van den Bisschop. Als dan de Bisschop, de gemelde Heeren vooruit rijdende, en de wagens achter aan volgende, de gemelde poort genaderd was, is hy, dicht bij de poort, uit zyne wagen ge stapt. Die te paard gereden, of op wagens gezeeten hadden, zyn 'er ook af geklommen. Onder de poort was een outaar opgerecht, en 'er een heilig kruisbeeld opgestelt; 't welk zijne Hoogwaarde, na voorgaande eerbewij- zinge, volgens ouder gewoonte heeft gekust. Kort daar aan heeft hem de stads Pensio naris, in de tegenwoordugheit van dien ge leerden en aan zienlijken Raad, met groote betuiginge van blydschap, doch met een korte en geleerde redenvoeringe, veel geluks gewenscht. Daarop gingen de schoolkinderen vooruit, en zongen verschelde oude stukjes. Een van die stukjes was gansch nieuw; 't welk de schoolvoogd, met toestemminge van den Raad, aan de kinderen te zingen had ge- geeven. Hiernevens, het stukje zelf Laat ons allen ons zeiven in den Heere verblyden. en deezen dag vieren ter eere van onzen Hoogwaardigsten Heer, over wiens intreede alle men- schen verheugd zyn; en laat ons Gods schikking gezamentlyk looven. Veers: Verheugd u gy Heeren van Haarlem: de Burgery moest (den Heere) looven. Achter de kinderen volgden de priesters, altemaal in 't wit gekleedt. Even achter het Kruis volgde de Bisschop, gaande in 't midden tusschen den Deken van S. Pieters kerke, en den Kommandeur van S. Jans kerke. Daar aan volgde de Kanonnik van S. Ma- riaas kerke, te weeten Musius, met drie Mon nikken van Egmond. Daarop volgde de Pre sident met de Edelluiden. Achter aan quam de gansche Majestraat. Van de klokken, die den gemelden en den volgenden dag dikwijls en langen tyd luidden, en de algemeene vreugde der gansche stad betuigden, wil ik, omdat het eene zoo geringe en gemeene zaak is, niet vorder spreeken. Ook is het geen nieuws, en 't is een ge- woone zaak in de eerste inhuldingen der Vorsten, dat er op de straaten. op het markt veld, in de kerk, een ontelbaare menigte van burgeren by een gekomen was, om den nieuwen bisschop veel geluks te wenschen; daarom heb ik goed gevonden dit ook stil- zwygens over te slaan. Wanneer zij in den tempel, ik zegge in die zeer aanzienlyke en prachtige kerk, aange komen waren, heeft zijne Hoogwaarde Christus en de Heiligen aldaar, niet zonder transtortinge begroet. Vandaar is hy naar het Paleis of 't Bis- schops huis, 't welk S. Jans konvent was. getrokken. Ik zoude schier vergeten hebben, dat de trompetten, van Heemstede tot het Paleis toe, zich met een helder en schel geluid heb ben laten hooren. Dan 't was geen krijgs- geschal, of een naar en vreesselyk taratan- tara, maar een vrolyke heila, of een geluk- wensching over den vrede, en de vereeniging der gemoederen. Daarna heeft men, onder het geklank der speeltuigen, een matige maaltijd gehouden. Dit alles is geschiedt op den laatsten dag van Januarius. Daags daar aan, te weeten den 1 February, zyn cle gemelde schoolkinderen, met de Priesters, de vier Bedelende Orders, en met de S. Jans Heeren achter de Kruissen, die voor uyt gedraagen wierden, wederom naar het paleis gegaan. De kinderen gingen al zingende voor uyt; de anderen volgden al biddende achter de kinderen. Achter hen allen volgde, al weenende, de Bisschop van Haarlem, hebbende een myter op het hoofd, en een goude kap om den hals. Hy ging tusschen den Deken van S. Pieters kerke, en eenen Kanonnik van S. Mariaas kerke, bygenaamd van Amersfoort, dewelke beidegaar ook witte linne rokken aa" hadden. Een der Kapellaanen droeg de staf voor den Bisschop. Naast aan volgden eenige Kerkelyke per soonen; zijnde vrienden en goede bekenden, die van buiten ontboden en op de staatzi genoodigt waren. Achter aan volgde de Heer President, ge lijk wij boven ook gezegt hebben, met den vorderen adel, en den Raad van de stad. Zondaags daar aan heeft zijne Hoogwaar de. nadat het veersje van S. Bavo gezongen was, ook het kort gebed, op den zelfden Heilige slaande, met luider stemme gezon gen. Daar na wierd de Hoogmis van de Aller heiligste Drievuldigheit met musyk en or gelspel, daar de kinderen met zeer uytstee- kende en zoet-luidende stemmen onder zongen, hoogstatelyk door den Onderpastoor gedaan. De vier Kapellaanen dienden de Mis. Ondertusschen wierden de nieuwe pronk- wapenen van den nieuwen en eersten Bis schop van Haarlem in de kerk ten toon gehangen. Aan ieder pylaar hing'er een; en onder ieder wapen stond deze zinspreuk: Nemo expers hostis. Dat is; Niemand sonder vijand. De eerste letter van de drie Latynsche woorden moet aldus geleezen worden: Nicolaus, Episcopus Harlemensis. Dat is: Niklaas, Bisschop van Haarlem. Na de mis zongen de kinderen, onder het speelen der orgelen, den bekenden yofzang Tc Deura Iaudamus. Onder deezen lofzang heeft zyne Hoog waarde, staande in 't midden des outaars. het volk in 't openbaar gezegent; terwyle dat de twee gemelde priesters, die wederzijds zijne zyde dekten, beneffens hem neder- knielden. Eindelijk is de Bisschop met den ganschen stoet, op dezelfde order als wy boven ver haalt hebben, weder naar het Paleis ge- keert. Wat 'er in 't Paleis over het middag- en avond-maal omgegaan is, wat een kostelyk maal dat er aangerecht was; wat voor een muzyk dat 'er, tot verquikking der gemoe deren, gezongen weird, behoef ik niet te zeg gen, daar de Harlemmers, op het stuk van allerhande muzyk, de kroon verre spannen boven alle andere steden van Holland. 's Anderendaags, op Vrouwen Lichtmisse, nadat zyne Hoogwaarde de Hoogmis in S. Jans kerke gehoort had, zijn wij gezament lyk met hem naar het Stadthuis gegaan; daar we daags te voren door den ganschen Raad met alle beleeftheid genoodigt waren. Wat een gastmaal dat we daar gehad heb ben, wat een muzyk, dat 'er gespeelt en gezongen is, wat gelukwenschinge dat de Bisschop gekreegen heeft, kan ik by gebrek van tijd, naar behooren niet verklaren; dit bleek althans, dat alles voortquam uyt een rustige en overboodige genegendheit. Eene zaak zal ik er nog bijvoegen, en daav mede wil ik eindigen, dat zijne Hoogw. aan alle de armen een zeer rykelijke aalmis heeft vereert; want ieder arm mensch heeft voor zijn hoofd gekreegen een blank brood van acht pond. Alle de Religieuzen hebben in hunne kon- venten een prachtig maal gekreegen. Daar hebt gy alles; want den derden Fe bruary zyn wy met ons drien, myn Heer de President, Heer de Heuter, en ik, van Haar lem vertrokken; zoo dat wy niet weeten wat er naderhand is voorgevallen." Met het verzoek deze „onbestudeerde enf ongeschaafde beschryving, dewelke echter zeer waarachtig is," mede te deelen aan den Bisschop van Middelburg, eindigt deze Cor nelius Musius zyn brief aan den Pastoor Martinus Dorpius. Na dezen merkwaardigen brief aangehaald te hebben, deelt de geschiedschryver een en ander mede van de werkzaamheden van den eersten bisschop van Haarlem in zyn diocees, dat hy al dadelyk bezoekt, om „een nette en nauwkeurige kennis te hebben van zijn bis dom". Den 7en Februari 1562 geeft hy dis pensatie om in de Vasten zuivel te eten. In het jaar 1564 werd de eerste diocesane sy node gehouden. Ook had Haarlems eerste bisschop te kampen met ..de -aesmettelykheit der doolingen, welke hier en ("aar allengskens voort kroopen". Want in 15*6. in hetzelfde jaar dus, werd in het dorp Overveen door een Alkmaarsche mandenmaker. Jan Arentsz genaamd, „voor de eerste reize op zyn nieuwsgezinds gepredikt, waarbij biina 300 menschen tegenwoordig waren. Uit vrees voor de beeldstormers werd de Kathedrale kerk gesloten." In het jaar 1569 werd hy „zoo ziekelijk en zwak van lichaam, en daar bij zoodaanig door de jicht gequelt, dat hij den meesten tyd het bedde moest houden en nauwelijks bequaam was om het 'Bisschopsambt waar te neemen". In eeen der laatste maanden van dat jaar deed hy afstand van zyn bis schoppelijke waardigheit en werd hy opge volgd door Godefridus van Mierlo, Provinci aal der Nederlandsche Predikheeren. Negen jaar later, in de maand Mei 1850, stierf Haarlems eerste bischop te St. Maartens- dyk in Zeeland, waar hy sinds 1571 geleefd had.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 13