DE ONGEZIENE WERELD
OF HET LEVEN NA
DEN DOOD
Buitenlandsch Nieuws
FEUILLETON
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1928
BLADZIJDE 2
VOLKENBOND
DE BEKEERING EENER
VEST AALSCHE
MAAGD
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN
XXII.
GODS EIGENSCHAPPEN.
Gods wezen Is eeuwig.
De macht ontvalt den mensch aleer hij
't weet;
Wat baat hem dat hij werkt en leeft
en eet?
Het leven zelf doet 't leven dood, en 't is
Dat wjj geen duur en hebben, 't grootst
gemis
Van al dat ons ontbreekt, o, Duurzaamheid,
Oneindig, al omvattend, uitgebreid,
Die onbegonnen, nimmer sterven zult;
Die 't wezen van het wezen heel vervult,
U ken ik, ja, heb dank; u ben ik? Neen;
Want duurzaamheid, o God, zajt Gü alléén
Geen steenen, geen staven
Geen ijzer, geen staal
En kunnen den tijd
In den band doen.
Die eeuwig alleene
Zijt, zult het metaal
Den tijd om den hals
Met uw' hand doen.
Die onbegonnen, nimmer sterven zult!
Dat is alléén de eeuwige God! Al het stof
felijke is onderworpen aan de ijzeren wet
der vergankelijkheid. Ook de mensch, al is
hij koning der schepping. St. Gregorius zegt,
dat ons leven een langzaam sterven is; 't
eene geslacht sterft na het andere; de ou
ders zien hun kinderen nauwelijks volwas
sen worden; de grootouders hun kleinkin
deren nauwelijks geboren worden. Zeide Job
reeds niet: Mijn dagen ijlden sneller heen
dan "n renbode, ze vlogen voorbij, met rieten
schepen wedijverend, als 'n arend, die neer
schiet op eene prooi? (Job IX25). De
mensch uit een vrouw geboren, kort van
dagen en vol onrust, ontluikt en verwelkt
als een bloem, vliedt heen als een schaduw.
(XIV1). We worden geboren om weer te
sterven; niets is blijvend onder de zon'
Slechts Eén is er, die onbegonnen, nimmer
sterven zal, God!
Doch neen, het kind zal groot bedijgen.
Zal jonkheid worden, onbejaard;
Zal mannenkracht, zal vroomheid krijgen,
Zal stervend gaan ten gravewaard!
Zoo lijdt het al voorbij: dat even
Geboren was, zal morgen sneven,
Ach! Sterf ree' wordt elkeen gebaard!
Gij, ongeboome alleen, en vrije
Van de oude dood, die 't al verslindt;
Gij, dien ik, neer in 't stof, belij,
Dat mij te omarmen reeds begint,
Gij zijt de onvalsche lente en 't leven
Dat Gij belooft, dat kunt Gij geven,
Onsterflijk Heere, uw sterflijk kind!
(Guido Gezelle).
Voor God bestaat geen tijd, geen verleden
of toekomst, maar enkel een oneindig on
veranderlijk heden. Een dag is voor God
als duizend jaren en duizend jaren als één
dag (II Petr. III—8). In God immers is het
vol en volmaakt bezit van het eindeloos le
ven. Koning der eeuwen, die alleen de on
sterfelijkheid bezit, noemt St. Paulus Hem
(I Tim. 1. 17 VI—16).
Alle» buiten God had eens een begin en
zal eenmaal eindigen. De zielen en Engelen
zijn wel onsterfelijk, maar zij bezitten hun
onsterfelijkheid niet uit zichzelf, maar van
God en bezitten die slechts ten deele, want
voor hen is het verleden voorbij en de toe
komst niet aanwezig. Wij passen echter
onze begrippen van tijd ook op den eeuwi
gen God toe evenals de H. Schrift en spre
ken over Hem in den verleden en toekom-
stigen tijd, wat eigenlijk niet juist is, want
in den eeuwigen God is geen opeenvolging
in het bestaan; als onveranderlijk Wezen
sluit Hü elke opeenvolging in bestaan en
werking buiten.
Wij schepselen bestaan in den tijd, die
telkens verloopt met opvolging van oogen
blikken. Nauwelijks is het eene oogenblik
verschenen, of het is weer voorbij en be
hoort tot het verleden om weer plaats te
maken voor een ander oogenblik, dat even
spoedig is verdwenen. Ons bestaan is een
voortdurend momenteel bestaan, begrensd
dodr toekomst en verleden. Maar de toe
komst is nog geen werkelijk bestaan en het
verleden is eens een werkelijk bestaan ge
weest. In God bestaan geen grenzen van
verleden en toekomst, noch opeenvolging van
oogenblikken; in Hem geen begin en geen
einde, maar het eeuwig onveranderlijk he
den. Voor Hem is geen sprake van iets wat
gebeurd is of gebeuren zal, voor Hem ge
beurt alles in het tegenwoordige! Wij spre
ken van voorbij en van 't moet nog komen;
Gdo alleen van tegenwoordig. Voor ons trek
ken de gebeurtenissen als 'n film voorbij; wij
zien telkens een gedeelte van de film; voor
God hangt de heele film van het wereld
gebeuren met al haar opeenvolgende
tafereelen der eeuwen voor oogen en speelt
zich in het eeuwige-niet-verloopende heden
in één onverdeelbaar oogenblik af. (Zie J. v.
Santé, O.C.)
Gods wezen is onveranderlijk.
Ik ben de Heer, zegt God, en ik verander
niet. (Malach III-6)
Bij wien geen verandering is of schaduw
van ommekeer (Jac. I17).
Hij alleen is God en niets kan Zijn raads
besluiten veranderen (Job XXIII13)
Wie is het, die zoo hoogh gezeten,
Zoo diep in 't grondelooze licht,
En in Zijn wezen kan besluiten
Wat om en in hem, onbewust
Van wancken, draeit en wordt gedreven
Om 't een een eenigh middelpunt?
(Uit Vondels Lucifer)
Dat 's God! Omdat God oneindig vol
maakt is, kan Hü geen volmaaktheden „ver
krijgen" of „verliezen"; bij iedere verande
ring dus zou Zijn wezen „meer" of „min
der" worden, wat in strijd is met Zijn on
eindigheid. D)))rom blijft God eeuwig „De
zelfde" in Zijn wezen en eigenschappen; in
Zijn kennen, willen en werken. Bij Hem is
geen schaduw van verandering, zegt met
recht St. Jacobus.
Bij de beschouwing van al het vergankelij
ke in de schepping, valt David aanbiddend
op zijn knieën voor dien eeuwig-Onverander
lijke: In den beginne, zegt hij, hebt Gij, o,
Heer hemel en aarde gegrondvest, en de
hemelen zijn het werk Uwer handen. Zij
zullen echter vergaan, maar Gij, Gij blijft;
Zij zullen als een kleed verouderen en als
een mantel zult Gij hen veranderen en zij
zullen veranderd worden, maar Gij, dezelfde
zijt Gij en Uwe jaren zullen nimmer afne
men. (Ps. 10126).
En zóó ook Zijn eeuwige onveranderlijke
raadsbesluiten! Mijn raadsbesluit zal tot
stand komen zegt Hij bij monde van den
Profeet Isaïas, en heel mijn Wil zal ge
schieden. (Is. 44—10). Al worden Gods
plannen in al de wisselvalligheden van het
wereldgebeuren uitgewerkt, toch hebben ze
van alle eeuwigheid af zóó onveranderlijk
bij Hem vastgestaan.
Als de H. Schrift dus zegt dat God ver
toornd werd, of berouw had, enz., bedoelt zij
hiermee geen veranderlijkheid in Gods on
veranderlijk wezen maar bedient zij zich van
onze menschelijke zegswijze om een of ande
re gesteltenis van God ten opzichte van ons,
aanschouwelijk voor te stellen. Evenmin
bracht de Schepping of menschwording
eenige verandering in God, want God heeft
er geen enkele volmaaktheid mee gewonnen
of verloren, die daardoor in een andere be
trekking tot God is gekomen. Zoo kunnen
wij ons verplaatsen van het Noorden naar
het Zuiden, zonder dat de zon er door ver
andert.
Als God toch eeuwig-onveranderlijk is. ook
in Zijn raadsbesluiten, zoodat niets ter
wereld Zijn eeuwige plannen kan wijzigen
zou dan ons gebed niet vruchteloos wezen?
„Wij bidden niet", zegt de H. Thomas, „om
het goddelijk raadsbesluit te veranderen
maar om te verkrijgen, wat God besloten
heeft door het gebed te geven. „Het gebed is
door God opgenomen in het wereldplan en
„van eeuwigheid" heeft het goddelijk raads
besluit tijdelijke" en geestelijke gunsten
verbonden aan het gebed, dat in den tijd
verricht wordt.
Foreign Office heeft het eerste oogenblik in
Rome verbluft en men is naar de redenen
ervan gaan zoeken.
Het antwoord was niet moeilijk te /in
den, wanneer men Mussolini's expansie-po
litiek stelt tegenover de plannen van En
geland, om het Europeesch evenwicht te
bewaren.
De Middellandsche Zee-politiek van
Italië schijnt de hoofdreden te zijn, waarom
Engeland Italië den rug toekeert.
Zeer interessant is een verslag uit Rome
van het „Hamburger Fremdenblatt", dat
de motieven opsomt voor de gewijzigde
houding van Engeland. Er wordt in de
eerste plaats gewezen op het vriendschaps
verbond van Italië met koning Fuad van
Egypte, dat den Italianen in Egypte groote
voorrechten toestaat en misschien ook ge
heime clausules bevat, die op zekeren dag
de Engelsche opperheerschappij in Egy. e
in gevaar zouden kunnen brengen.
Er wordt hier gezegd, dat Italië de
Adriatische Zee in een Italiaansche binnen
zee heeft veranderd en dat het zich juist
in de richting van den grooten Engelschen
zeeweg naar de Roode Zee tracht uit te
breiden.
Deze route is voor Italië verzekerd dooi
de verbond- en tractaatpolitiek van de
laatste jaren.
Terwijl de macht van Italië in de Adria
en op het Balkan-schiereiland de Oost
kust van het Apennijnsche schiereiland be
schermt, zijn de drie verdragen met
Egypte, Turkije en Abessinië evenveel
steunpunten op den weg naar Indië en
Oost-Azië.
De verdragen met Perzië en Afghanistan
toonen zuiver de lijn aan: Angora
TeheranKaboel, dus 'n verdere uitbreiding
van de Italiaansche expansie op den land
weg van het Oostbekken van de Middel
landsche Zee naar de grens van Indië. Dit
is wel nog maar enkel een politieke wensch
van Italië en nog ver verwijderd van de
verwezenlijking.
Terwijl Engeland deze koortsachtige
werkzaamheid van "het Palazzo Chisi lan
gen tijd van uit de hoogte heeft gadege
slagen, schijnt nu in het Foreign Office een
gebeurtenis, waarvan de draagkracht al.
gemeen is onderschat, den laatsten aan
stoot te hebben gegeven voor de verandering
in de houding tegenover Italië. Deze ge
beurtenis was het vriendschapsverdrag
tusschen Italië en Ethiopië, dat begin
Augustus in Addis Abeba is onderteekend.
Italië heeft door deze overeenkomst niet
alleen zijn posities aan de Roode Zee kun
nen bevestigen, maar ook zekere voorrech
ten aan het Tsana-meer en aan den Blau
wen Nijl kunnen hernieuwen. Daardoor
hebben de Italianen de mogelijkheid in de
hand gekregen, om een groot gedeelte van
den water-toevoer naar Egypte af te
leiden en op die manier, in geval van een
conflict met Engeland gebruik te maken
van een verschrikkelijk wapen.
De gedachte alleen al, dat er kans be-
No. 11
staat: Egypte in de handen der Italianen,
heeft Foreign Office klaarblijkelijk geïm
poneerd.
De vraag wordt nu gesteld, hoe de situatie
van de buitenlandsche politiek van Italië
zal worden na de verandering in de En
gelsche politiek. Reeds het Engelsch
Fransche optreden in Sofia wegens Mace
donië wordt beschouwd als een uitwerking
van de nieuwe Entente Cordiale, daar het
ten slotte tegen Italië is gericht en Joego
slavië ondersteunt.
Op het oogenblik schijnt dus Belgrado
de Balkan-partner van deEntente Co: -
diale, van Londen en Parijs. Verwacht kan
worden, dat in afzienbaren tijd Frankrijk
wel nauwelijks de Italiaansche wenschen in
Tunis zal vervullen en de grens van Zuid-
Lybië regelen. Onder deze omstandighe
den is er ook geen sprake van, dat 3e
koloniale mandaten ten gunste van Italië
zouden worden veranderd of opnieuw ver
deeld.
Ta politieke kringen in ï.eme wordt over.
wogen hoe Italië dezen stoot van Engeland
zou kunnen pareeren. Er wordt vooral ge
sproken over een intiemere verhouding
met Duitschland, wat door vele Italiaan,
sche kringen wordt gewensche.
Verder worden er geruchten gehoord over
de oprichting van 'n DuitsehItaliaanseh
Russisch blok, waarbij men rekent op den
steun van de Amerikaansche diplomatie.
GOES.
C. VIS,
Rector.
HET FASCISME OP EEN KEERPUNT
IN DE BUITEENLANDSCHE j
POLITIEK
De FranschEngelsche goede verstand-,
houding heeft nergens zoo'n diepen indruk;
gemaakt als in Italië. Alle berichten van
verschillende bronnen in Rome wijzen er
op dat het fascisme aan een keerpunt is
gekomen op het gebied der buitenlandsche
politiek.
Dat Engeland zich van Italië heeft terug-
getrokken, schijnt in het Palazzo Chisi
groote verwarring te hebben veroorzaakt.
Dit is begrijpelijk, wanneer men bedenkt,
dat de grondslagen van de Italiaansche
buitenlandsche politiek inderdaad in Lon
den waren te zoeken en er geen oogen.
blik kon worden getwijfeld aan de vriend
schappelijke houding van Engeland tegen
over Italië. Londen heeft de buitenlandsche
politiek van Italië in belangrijke gevallen
welwillend gedekt en men kan wel aan.
nemen, dat het voor Italië onmogelijk zou
zijn geweest, zonder deze houding van En.
geland zich in Albanië vast te zetten, of zoo
op te treden tegen Joego-Slavië.
De plotselinge en onverwachte keer in het
PARTICULIERE CONFERENTIES TE
GENEVE.
Rijkskanselier Hermann Müller beant
woordde het bezoek van den Oostenrijk-
schen bondskanselier Seipel.
Staatssecretaris v. Schubert ontving den
Hongaarschen minister van buitenl. zaken
Walko, die voorts besprekingen voerde met
Mgr. Seipel, met jhr. Beelaerts, Benegj en
Adats ji.
De hoofdgedelegeerden der Kleine En-
tente-staten hadden verder een bijeen
komst bij Sotitsj, den permanenten gedele
geerde van Zuid-Slavië bij den Volkenbond.
Briand had een onderhoud met Wolde-
DE NAMIDDAGZITTING TE GENèVE.
GENèVE, 7 September. In de zitting van
de Volkenbondsvergadering van Vrijdagmid
dag, heeft na den Duitschen Rijkskanselier
Müller de minister-president van Canada,
Mackenzie King, gesproken. Hij legde den
nadruk op de beteekenis van het Kellogg-
pact voor den vrede. Vervolgens schilderde
hij de hartelijke, vriendschappelijke betrek
kingen, die tusschen Canada en de Vciee-
nigde Staten bestaan. Hoewel Canada een
deel vormt van het Britsche wereldrijk,
heeft het toch met de Vereenigde Staten
Onder aan de trap vond hi) zijn mannen,
Claudius, an eenigszins verder weg, den
priester Evaristus. Zoodra deze hem be
merkte ging hij hem tegemoet. Na den ge
bruikelijken groet zei hij:
Den geheelen dag heb ik voor de be
vrijding van deze gevangene gebeden. Bin
nen eenige oogenblikken zullen onze zusters
komen. Suzanna voegde hij er toe, die Flora
kent, smeekt u. u toch te haasten, Segearix,
want haar ongerustheid is groot.
Zij twijfelt aan haar geduld, ant
woordde de Gallier.
En zich tot de soldaten wendend, zeide
hij:
Vooruit!
Zij grepen naar hun werktuigen die op een
veiiige piaa.s verborgen waren; zij keerden
weer terug naar de arenaria; niets bijzonders
was er sedert den vorigen nacht voorgeval
len, en zij behoefden het werk slechts te
hervatten en er mede voort te gaan.
Men stak een groot aantal fakkels aan,
die door het vocht zeer walmden.
De weg was steeds open en de bekende hin
derpalen werden gemakkelijk overwonnen.
Een uur was voldoende om het veronder
stelde hol van de priesteres te bereiken.
De wanden waren opvallend stevig. Het
scheen, dat men voorzien had, dat men haar
zou trachten te bevrijden en om dat te ver
hinderen had men de muren zeer dik ge
maakt.
De houweelen konden er niet doorkomen
en ofschoon zij zeer hard op het steen neer
kwamen, vermochten zij ze niet te breken.
Na een langen tijd te hebben gearbeid, keek
de Manipulus op en keek Segearix aan.
Ik kan niet verder, zeide hij. Kom zelf
maar zien.
De officier kwam dichterbij met een lamp
in de hand. Hij hield haar in de hoogte en
beschouwde nauwkeurig den muur; de stee
nen waren met zooveel zorg vastgemetseld,
dat men de voegen niet eens kon zien. Op
zijn beurt schudde hij, moedeloos, het hoofd
en riep Evaristus.
Misschien zeide de priester, moet men
hiervooi een specialen werkman hebben?
Een van hen, die Aglaé in haar dienst heeft.
Neen. Vader, ik heb onder mijn soldaten
de besten die een muur kunnen doorbre
ken, uitgezocht. Meer dan eens hebben zij
zich in een beleg onderscheiden. Maar hier
zijn de moeilijkheden te groot.
Terwijl zu zoo met elkander stonden te
praten, naderde Claudius. Zorgvuldig be
schouwde hij de oppervlakte van den muur.
Plotseling hief hij het hoofd op en riep:
Maar men moet hooger hakken. Kijk
maar, heer, men kan een witte lijn zien.
De soldaten, die deze woorden hoorden,
naderden opnieuw. Een van hen bezat een
buitengewone kracht. Ziln gespierde armen
hieven het houweel met het grootste ge
mak op.
Op mijn beurt, zeide hij, zal ik eens zien,
of ik beter zal kunnen slagen.
Zijn kameraden, die begrepen, wat hij wilde,
rolden twee reusachtige steenen naar hem
toe, waarop hij ging staan. Dan nam hij zijn
houweel en sloeg op den muur. Na verschei
dene regelmatige slagen verklaarde hij, dat,
indien er ergens een opening kon gemaakt
worden, het alleen hier mogelijk was.
Terwijl deze nu zonder ophouden voort-
werkte, wisselden Segearix en Evaristus eeni
ge woorden. De jonge man kwam met een
zekere hardnekkigheid telkens weer op zijn
eerste gedachte terug. Zou Flora, veronder
steld, dat ze nog leefde, bij kennis zijn,
hoorde zij, begreep zij, zou zij tenslotte nog
de kracht bezitten, de tegenwoordigheid van
geest om de stukken metselwerk, die onge
twijfeld aan haar kant waren neergevallen,
te verwijderen, Zou zij in staat zijn met hem
te spreken?
Doffe slagen weerklonken door de cata
combe. dof maar onophoudelijk. Weldra
vroeg de soldaat om de hulp van een kame-
een reeks verdragen en overeenkomsten
gesloten, die in het bijzonder betrekking
hebben op het grensverkeer en op het ge
bied van de handelspolitiek. Het Canadee-
sche parlement heeft tot nu toe nog geen
dollar gevoteerd voor bewapeningsdoelein-
den tegen de Vereenigde Staten.
De vertegenwoordiger van San Salvador,
Guerrero, wees op het mislukken van den
arbeid van de commissie voor de controle
op de wapenfabricage. Als laatste woord
voerder sprak de gedelegeerde van Albanië,
Frasheri, over de ontwapeningskwestie. Hij
betoogde, dat juist voor de kleine staten de
ontwapening, dat wil zeggen de beperking
van de bewapening, zeer noodzakelijk is. De
volgende plenaire vergadering zal Zater
dagmorgen gehouden worden. Op de lijst van
woordvoerders staat o.a. -Bondskanselier
Seipel.
HET CONTRABEZOEK VAN BRIAND
BIJ MÜLLER
GENèVE, 7 Sept. De Fransche minis
ter van Buitenlandsche Zaken heeft Vrij
dagavond na het eindigen van de plenaire
zitting van den Volkenbond een contrabe-
zoek gebracht aan Rijkskanselier Müller in
het hotel „Metropool". Het bezoek duurde
slechts een kwartier. Aan het onderhoud
nam weer uitsluitend deel de tolk van de
Duitsche delegatie Dr. Schmidt. Na de be
spreking heeft de Duitsche delegatie mede
gedeeld dat gedurende het onderhoud de
zelfde kwesties besproken zijn, die ook reeds
Woensdag in den loop van het onderhoud
tusschen Briand en Müller ter sprake zijn
gebracht. Men is heden overeengekomen,
dat voor de besprekingen tusschen de vier
bezettingsmogenaheden en den Duitschen
Rijkskanselier eerst afzonderlijke bespre
kingen tusschen de afzonderlijke ver
tegenwoordigers van de bezettende mogend
heden en den Duitschen Rijkskanselier zul
len worden gehouden. Wanneer deze bespre
kingen gevoerd zullen worden staat nog niet
vast. Daar echter Lord Cushendun en Se
nator Scialoja nog den geheelen Zaterdag te
Genève blijven, kan worden aangenomen,
dat Rijkskanselier Müller in den loop van
Zaterdag een bespreking met hen zal heb
ben. Eerst na deze besprekingen zal dan in
het begin of het midden van de volgende
week de eerste bijeenkomst tusschen de vier
bezettingsmogendheden en Duitschland ge
houden worden.
ENGELAND EN DE ONTRUIMING VAN
HET RIJNLAND
LONDEN, 7 September De besprekin
gen te Genève betreffende 3e ontruiming
van het Rijnland trokken in Engeland steeds
meer de aandacht nu het blijkt, dat
Frankrijk zeer nadrukkelijk stuurt naar fi-
nancieele tegenprestaties van Duitschland
voor een vroegere ontruimmg van de 3de
zóne. De afwijzende houding van Engeland
ten opzichte van een dergelijk compromis
is op zuiver financieele redenen gebaseerd.
Men staat 'op het standpunt dat het mobili-
seeren van een groot gedeelte der spoorweg
en industriebonden van het Dawesplan
Frankrijk groote voordeelen boven de ove
rige geallieerde schuldvorderende landen
zou geven. In verband met de terugwerking
op de schuldenbetalingen der verschillende
Europeesche machten aan Engeland, zou
volgens Engelsche meening de zwaarste last
van een dergelijke overeenkomst op Enge
land terechtkomen. Aan de mogelijkheid dit
af te wentelen op de Vereenigde Staten ge
looft men niet, toont overigens ook niet de
geringste bereidwilligheid om bij een kwes
tie, die zuiver en alleen Frankrijk ten nutte
komt, in Washington een zekere en in haar
gevolgen onberekenbare weigering te gaan
halen. Zonder twijfel heeft Lord Cushendun
tijdens zijn recente uitwisseling' Van gedach
ten met Baldwin te Aix-les-Bains reeds der
gelijke hints gegeven, anders zal hij ze nog
geven. De afwijzing van een dergelijken fi-
nancieelen ruilhandel van conservatieve zijde
gevolgd door een eisch tot onmiddellijk en
onvoorwaardelijk terugtrekken van het En
gelsche bezettingscontingent.
In hoeverre deze politieke ommekeer bij de
ophanden zijnde verandering in het Foreign
Office uitwerking zal hebben op de houding
van Engeland, moet worden afgewacht.
COSTA RICA EN DE VOLKENBOND
GENéVE, 7 Sept. Costa Rica heeft den
Volkenbond er van in kennis gesteld, dat
de kwestie van terugkeer in den Volken
bond zal voorgelegd worden aan de natio
nale vergadering.
GESCHENKEN UIT CONGO.
Het Belgische koningspaar is met tal van
geschenken uit Congo teruggekeerd, die hun
door de inboorlingen zijn aangeboden. On
der deze attenties bevinden zich ook een
leeuw, een krokodil en een zeekoe. De leeuw
zal voortaan zijn leven moeten doorbren
gen in een hok op het buitenverblijf van
den koning in Laken. Voor den krokodil en
de zeekoe is daar geen plaats; die worden
in den Antwerpschen dierentuin onderge
bracht.
OPGRAVEN VAN LIJKEN.
In Ostende is men bezig met het opgra
ven van Duitsche gesneuvelden ili den we
reldoorlog. Het merkwaardige feit doet zich
daarbij voor, dat de lijken ven eenige ge
sneuvelden nog zoo goed als niet aangetast
zfjn, hoewel zij al sedert 12 jaar daar be
graven liggen. Men vermoedt, dat de Duit-
schers ze met een serum hebben ingespoten.
FRAAI ZOMERWEER IN ENGELAND.
Opgetogen berichten verschijnen er in de
bladen over den prachtigen zomer, waarin
Engeland zich dit jaar verheugen mocht en
die nog blijkt aan te houden.
Sedert 17 jaar is er niet zoo veel zon ge
weest als dezen zomer. En van den len
September af hebben de steden en dorpen
in Kent en Sussex gemiddeld elf uren per
dag zon genoten. Margate, Ramsgate, Brigh
ton, Bournemouth, en tal van badplaatsen
blakerden wekenlang in den zonneschijn tot
groote vreugde der badgasten en baders.
DE L. 55
LONDEN, 7 September Bij de begrafe
nis van de slachtoffers van de L. 55 waren
vertegenwoordigers aanwezig van Frankrijk,
Italië, de V. S., Argentinië, Peru, Japan en
Esthland.
De kapitein van 't Engelsche koopvaardij
schip, dat de lijken van Kronstadt naar Re-
val overbracht, heeft zich in een interview
vol lof uitgelaten over de houding der Sow-
jetautoriteiten. Hij zeide o.a.: „Wanneer het
dooden geweest waren van eigen geëerde
mannen,, zouden zij hun geen grootere eer
hebben kunnen bewijzen."
Washington gemeld wordt, zal de Ameri
kaansche nota betreffende het Engelsch-
Fransch vlootverdrag binnen 2 weken wor
den verzonden.
KRANKZINNIG SOLDAAT OVERVALT
SUPERIEUR MET BAJONET
PADUA, 7 Sept. (V.D.). In de artillerie
kazerne alhier bewapende de 21-jarige artil
lerist Osetti zich in een aanval van krank
zinnigheid met een bajonet en bedreigde een
kameraad daarmede, hem gelastende zich te
ontkleeden. Uit angst liep deze achtervolgd
door den krankzinnige het kazerneplein op.
Toen een onderofficier hem hier den weg
versperde stortte hij zich op hem en stak
hem neer. Ook nog toen de onderofficier
zwaar gewond op den grond lag, bewerkte hij
hem nog met de bajonet. Een ander onder
officier kon den ongelukkige slechts door een
revolverschot onschadelijk maken. De on
derofficier en de krankzinnige zijn beide
zwaar gewond.
FAMILIEDRAMA IN AUSSIG
Een werklooze doodt vrouw en
kind en pleegt daarna zelfmoord
AUSSIG, 7 Sept. (V D Hedenmorgen
vroeg brak in een nabijheid van Aussig
staand huis brand uit. De te hulp snellende
buren vonden de deur gesloten. Toen zij de
deur hadden opengebroken vonden zij badend
in hun bloed op den vloer de lijken van de
vrouw van den werkloozen metselaar Schic
kel en zijn dochtertje. Schickel vond men
opgehangen op den zolder. Men noemt
aan, dat de moordenaar zijn daad beging in
een vlaag van waanzin, daar hij herhaalde
malen last had van geestelijke stoornissen. 2
andere kinderen ontkwamen, doordat zij
kort tevoren, naar school waren gegaan.
HET PROCES ZAMBONÏ.
Mussolini getuige.
Voor den buitengewonen krijgsraad is te
Rome het verhoor begonnen tegen den va
der en de moeder en den broer van An-
teo Zamboni, den 15-jarigen jongen, die in
October 1926 te Bologna een aanslag op
Mussolini pleegde.
Alle drie worden er van beschuldigd An-
teo tot den aanslag aangespoord te heb
ben. Zelfs beweert het O. M. dat Anteo's
broeder Ludovico op Mussolini heeft ge
schoten. Ludovico wist te ontsnappen ter
wijl Anteo door de menigte werd gelyncht.
Mussolini was als getuige gedagvaard en
verklaarde dat de man, die op hem had ge
schoten een licht pak en deukhoed droeg,
terwijl Anteo in het donker was gekleed en
een pet op had.
De beklaagden ontkennen het hun ten
laste gelegde en geven een alibi op.
ROME, 7 Sept. (V.D.). Een maximumstraf
va 30 jaar gevangenisstraf werd heden op-
17—6
gelegd door het bijzonder fascistisch mili
tair gerechtshof aan twee leden van de fa
milie van Anteo Zamboni, die onmiddellijk
na zijn aanslag op het leven van Mussolini
door de volksmenigte werd gelyncht te Bo
logna in October 1926. Deze beiden waren
beschuldigd van medeplichtigheid en mo-
reele verantwoordelijkheid voor den aan
slag van den jongen Zamboni. Het zijn zijn
vader. Momoio Zamboni en zijn tante van
moederszijde Virginia Tabarroni. Ludovico,
de broer van Anteo werd vrijgesproken bij
gebrek aan bewijs. Hij slaagde er in een
alibi te bewijzen, aantoonende dat hij in
Milaan was op het moment dat de aanslag
plaats vond. De vader en tante werden mo
reel verantwoordelijk bevonden aan den
aanslag van den jongen, daar zij systema
tisch anarchistische denkbeelden in den
geest van den jongen hadden gegoten. Mo
moio noemde zichzelf tijdens het proces 'n
„anerchist fascist" wat door het OM. 'n
belachelijke „contradictio in terminis" ge
noemd werd. Het O.M. vroeg den maximum
straf omdat de daad een aanslag beteeken-
de, niet alleen op het leven van den duce
„dien reus in gedachte en daad" maar ook
op het leven en welzijn van Italië.
Het proces had bijna geen belangstelling.
EEN ROYAAL GEBAAR.
Signore Cortella, de wr.luwe van den Ita-
liaanschen generaal Luigi Cortella heeft
Mussolini tot haar erfgenaam benoemd, na
aftrek van eenige legaten voor hospitalen
en inrichtingen voor blinden. Mussolini
heeft de erfenis, die in de honderdduizen
den loopt, aanvaard maar in de staatskas
gestort.
DE AMERIKAANSCHE NOTA AAN
FRANKRIJK EN ENGELAND
WASHINGTON, 7 September Naar uit
Een groot-industrieel en kranten
uitgever wordt priester.
Een der meest gefortuneerde inwoners der
stad Bilbao, Mr. Zuburias, uitgever van een
der grootste dagbladen, die bij vele groote
industrieele ondernemingen betrokken was,
is kort geleden tot de katholieke kerk over
gegaan. Met goedvinden van rijn echtge-
noote die zich naar een klooster begeven
heeft, is Mr. Zuburias in het Noviciaat ge
treden der Jezuïeten.
Alcoholisme en woningnood
in Rusland.
In de laatste jaren is het alcoholgebruik
in Rusland geweldig toegenomen. De Sovjet
regeering heeft dan ook zelf ingezien dat
het alcoholisme gevaarlijke afmetingen
heeft aangenomen.
Het gebruik van jenever bedroeg over
1925/1926 246 millioen Liter.
In 1926/1927: 381 millioen liter en ln het
afgeloopen jaar meer dan 500 millioen liter.
Volgens de cijfers van het Centraal Bureau
voor Statistiek bedroegen de uitgaven voor
alcohol in een arbeidersgezin over het eer
ste kwartaal 1927 ruim 30 pet. van de in
komsten.
Het sovjet-blad „Trud" teekent hierbij
aan: Als we ons op de hoogte willen stel
len omtrent het index-cijfer over het alco
holgebruik dan behoeven we slechte op een
feestdag of op een dag waarop de loonen
worden uitbetaald door de straten der
hoofdstad te gaan. Voor een fatsoenlijk
nuchter mensch is het niet geraden op de
straat te komen, vooral niet in de arbeiders
wijken of in de buurt waar de loonen uit
betaald worden.
Het is zeker dat deze abnormale toename
van het alcoholgebruik ook voor een groot
deel te wijten is aan de ellendige toestan
den die er heerschen op gebied van woning
en huisvesting voor de Russische arbeiders.
In het industriegebied wonen gemiddeld 5
personen in een kamer. De fabrieken die
voor hun werkvolk barakken gebouwd heb
ben, brengen nog meer menschen in een
vertrek te zamen, waar zij him vrijen tijd
doorbrengen met drinken en ontucht ple
gen.
Feestdagen in Rusland
In Rusland kan men heden ten dage de
officieele feestdagen in twee groepen ver-
deelen: de burgerlijke en de godsdienstige
feesten. De burgerlijke feesten zijn: 1 Janu
ari, Nieuwjaar, 22 Januari, sterfdag van Le
nin, 13 Maart, de ondergang van de Monar
chie, 18 Maart Herdenkingsdag van de Com
mune te Parijs, 1 Mei het Internationale
feest van den arbeid, 7 October de verjaar
dag van de Bolsjevistische revolutie.
De godsdienstige feesten zijn: 25 Maart,
Maria Boodschap, Paschen en 2de Paasch-
dag, Hemelvaart, Pinksteren, 6 Aug. de Ge
daanteveranderingen des Heeren, 15 Aug. Ten
Hemelopneming van Maria, 25 en 26 Dec.
Kerstmis.
Een maatregel die ook voor Holland
noodig is
In Italië heeft de minister van financiën
evenals de directie der Staatsspoorwegen "n
dienstorder uitgevaardigd, waarbij bepaald
wordt dat het vrouwelijk personeel zoo fat
soenlijk gekleed moet zijn, als het voor een
meisje of huismoeder passend is.
Deze maatregel werd genomen in het be
lang der goede zeden. Het is een verblijdend
verschijnsel dat in dit geval de regeering
met haar autoriteit de kerk ter zijde staat,
die nog dezer dagen bij monde van den Op
perherder aller Christenen een vernietigend
oordeel over de hedendaagsche vrouwenmo
de heeft uitgesproken.
De Italiaansche minister van onderwijs
heeft een circulaire gezonden aan de Burge
meesters waarin hun wordt opgedragen,
nauwkeurig toezicht te houden op de Volks
bibliotheken en daaruit te verwijderen alle
werken die in soclalistischen geest geschre
ven zijn, of die onzedelijke theorieën of
practijken bevatten of aanprijzen. In 't bij
zonder moeten alle romans geweerd worden,
waarvan voor de jeugd een verderfelijke
invloed kan uitgaan.
De samenstelling van den Rijksdag.
Op het oogenblik zijn er in den Rijksdag
115 Katholieken, 1"7 Protestanten, 160 Dis
sidenten, Monisten of menschen zonder
eenige godsdienst of belijdenis, 2 vrij-religieu-
zen, Joden en I Mennoniet. De Sicialis-
tische fractie telt 153 leden, 4 Socialisten
geven op, dat zij vroeger Katholiek waren;
Severing en 11 anderen zijn protestant. Lobe
geeft zich uit voor vrij-religieus. Onder de
afgevaardigden bevinden zich 32 vrouwen;
daarvan behooren er 20 tot de Socialistische
partij, 3 tot het Centrum, 2 tot de Duitsch-
Nationale Volkspartij, 2 tot de Duitsche
Volkspartij, 2 democraten en 2 Communis
ten en 1 tot de Beiersche Volkspartij.
Krantenntenw*
In Duitschland verschijnen 3356 kranten;
75 pet. verschijnt in plattelandsgemeenten
en in kleine steden tot 20.000 inwoners.
Wanneer we de bladen volgens him poli
tieke richting groepeeren, krijgen we de vol
gende cijfers:
Centrum er Beiersche Volkspartij 383;
Duitsch-Nationalen 374, Duitsche Volks
partij en Liberale bladen 116; Sociaal-
Democraten 172, Democraten 88; Commu
nisten 35; Völkische 10.
raad. Allen boden zich aan. Segearix bepaalde
een der fakkeldragers en deze nam, zonder
een woord te zeggen, deel aan het werk.
Men vorderde maar langzaam, duizenden
voorzorgsmaatregelen waren dringend nood
zakelijk. Men moest deze oude gewelven niet
aan het wankelen brengen. Claudius, die on
rustig was, durfde geen uiting te geven aan
zijn nieuwsgierigheid en verlangen om te hel
pen. Terughoudend, zooals de christenen van
dien tijd, had hij geen hoogen dunk van zich
zelf en stelde slechts op korte en bescheiden
wijze vragen.
Eindelijk begon het gesteente te wankelen.
Pas op, riep de knaap, indien die steen
aan den anderen kant valt, zal hij de Ves-
taalsche maagd verpletteren.
Men had het gevaar reeds voorzien, ver
scheidene Galliërs snelden toe,'en hun armen
uitstrekkend, ondersteunden zij dezen steen,
totdat hij, behendig losgemaakt van zijn
plaats rolde, dan langs een stuk muur gleed
ën op den grond voor hun voeten neerviel.
Een zucht van verlichting ontsnapte aan
hun borst.
Gij, die het vlugste zijt, zeide Evaristus
tot Claudius, klim op de schouders van den
Manipulus, die groot is, en zie of gij licht
bemerkt.
De man, die aangeduid was, stond oogen-
blikkelijk klaar en Claudius, zijn hoofd door
de opening stekend, beschouwde het hol.
Kunt ge iets zien? vroeg Segearix.
Neen, alles is donker, men moet daar
binnen stikken.
«aau.:..,
Misschien hebben wij ons vergist zeide
een der soldaten. Er is daar ongetwijfeld een
gang, die nergens meer voor dient.
Geef me een lamp, zeide Claudius op
zijn beurt.
De priester gaf hem de zijne. Het kind nam
haar aan, stak haar door de opening, zij ging
niet uit, maar hij zag niets.
Mijn oogen, zeide hij, zien niemand.
Zijt ge er zeker van Claudius? vroeg Se
gearix, dichterbij komend. Kijk eens goed.
Ziet ge niet iets wits?
Claudius stak zijn hoofd nog verder door de
opening, liet zijn lamp voor de tweede maal
het hol beschijnen, en riep uit:
Ja, ik zie een witte gestaltedaar,
op den grond liggen. Zij beweegt zich niet.
Ik kan haar gelaat niet onderscheiden. Een
sluier moet het bedekken. Hier bevindt zich
beslist haar grafEr staan kruiken op een
rij, brooden liggen opgestapeldHij zweeg
en wendde zijn oogen af.
Moet ik roepen? vervolgde hij.
Ja, antwoordde Segearix. Zij kent je
bovendien.
De jongen riep luide:
Flora!Flora!
Maar ze bleef onbeweeglijk en alles was
stil om haar.
Zij is dood, zeide Segearix.
Zij heeft zichzelf vermoord, liet een
andere soldaat er ruw op volgen. De Romei
nen maken vlug een einde aan hun leven.
God geve, dat ge u vergist, broeder,
zeide Evaristus. Maar laat gij nu het werk.
dat ge zoo goed begonn enrijt, door deze een
voudige veronderstelling in den steek?
Neen, neen, riep Segearix uit, tot het
einde toe zullen we volharden en het uiterste
beproeven. Men moet de opening grooter ma
ken, opdat ik er in kan afdalen. Verder moet
men ladders aanbrengen. Dood of levend, we
zullen haar uit het graf halen.
Een der mannen had een amphora wjjn MJ
zich. Hij goot hiervan in de bekers en deelde
het aan zijn kameraden rond.
Moed, hernam de priester, de Heer is
met ons.
Het onderbroken werk hervatte men weer.
Het ging nu veel gemakkelijker en verder, t
doel was bereikt.
Men had het graf geopend en zooals de
commandant van het legioen zeide, dood of
levend zou men Flora er uit halen. Indien
zij geen teeken van bewustzijn gaf, was dat
toch nog geen teeken, dat zij gestorven was?
Het oogenblik kwam, waarop een werkelijk
groot gat in den muur gemaakt was. De stee
nen, die losgemaakt, maar niet gebroken wa
ren, konden weer op hun plaats worden te
ruggelegd en wanneer de muur eenmüal her
steld was zou niemand, tot de volgende eeuw
een vermoeden hebben van deze wonderbare
tusschenkomst.
(Wordt voortgezet)