DE ONGEZIENE WERELD OF HET LEVEN NA DEN DOOD Buitenlandsch Nieuws FEUILLETON DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1928 BLADZIJDE 2 VOLKENBOND DE BEKEERING EENER VEST AALSCHE MAAGD GEMENGDE BUITENL. BERICHTEN XXII. GODS EIGENSCHAPPEN. Gods wezen Is eeuwig. De macht ontvalt den mensch aleer hij 't weet; Wat baat hem dat hij werkt en leeft en eet? Het leven zelf doet 't leven dood, en 't is Dat wjj geen duur en hebben, 't grootst gemis Van al dat ons ontbreekt, o, Duurzaamheid, Oneindig, al omvattend, uitgebreid, Die onbegonnen, nimmer sterven zult; Die 't wezen van het wezen heel vervult, U ken ik, ja, heb dank; u ben ik? Neen; Want duurzaamheid, o God, zajt Gü alléén Geen steenen, geen staven Geen ijzer, geen staal En kunnen den tijd In den band doen. Die eeuwig alleene Zijt, zult het metaal Den tijd om den hals Met uw' hand doen. Die onbegonnen, nimmer sterven zult! Dat is alléén de eeuwige God! Al het stof felijke is onderworpen aan de ijzeren wet der vergankelijkheid. Ook de mensch, al is hij koning der schepping. St. Gregorius zegt, dat ons leven een langzaam sterven is; 't eene geslacht sterft na het andere; de ou ders zien hun kinderen nauwelijks volwas sen worden; de grootouders hun kleinkin deren nauwelijks geboren worden. Zeide Job reeds niet: Mijn dagen ijlden sneller heen dan "n renbode, ze vlogen voorbij, met rieten schepen wedijverend, als 'n arend, die neer schiet op eene prooi? (Job IX25). De mensch uit een vrouw geboren, kort van dagen en vol onrust, ontluikt en verwelkt als een bloem, vliedt heen als een schaduw. (XIV1). We worden geboren om weer te sterven; niets is blijvend onder de zon' Slechts Eén is er, die onbegonnen, nimmer sterven zal, God! Doch neen, het kind zal groot bedijgen. Zal jonkheid worden, onbejaard; Zal mannenkracht, zal vroomheid krijgen, Zal stervend gaan ten gravewaard! Zoo lijdt het al voorbij: dat even Geboren was, zal morgen sneven, Ach! Sterf ree' wordt elkeen gebaard! Gij, ongeboome alleen, en vrije Van de oude dood, die 't al verslindt; Gij, dien ik, neer in 't stof, belij, Dat mij te omarmen reeds begint, Gij zijt de onvalsche lente en 't leven Dat Gij belooft, dat kunt Gij geven, Onsterflijk Heere, uw sterflijk kind! (Guido Gezelle). Voor God bestaat geen tijd, geen verleden of toekomst, maar enkel een oneindig on veranderlijk heden. Een dag is voor God als duizend jaren en duizend jaren als één dag (II Petr. III—8). In God immers is het vol en volmaakt bezit van het eindeloos le ven. Koning der eeuwen, die alleen de on sterfelijkheid bezit, noemt St. Paulus Hem (I Tim. 1. 17 VI—16). Alle» buiten God had eens een begin en zal eenmaal eindigen. De zielen en Engelen zijn wel onsterfelijk, maar zij bezitten hun onsterfelijkheid niet uit zichzelf, maar van God en bezitten die slechts ten deele, want voor hen is het verleden voorbij en de toe komst niet aanwezig. Wij passen echter onze begrippen van tijd ook op den eeuwi gen God toe evenals de H. Schrift en spre ken over Hem in den verleden en toekom- stigen tijd, wat eigenlijk niet juist is, want in den eeuwigen God is geen opeenvolging in het bestaan; als onveranderlijk Wezen sluit Hü elke opeenvolging in bestaan en werking buiten. Wij schepselen bestaan in den tijd, die telkens verloopt met opvolging van oogen blikken. Nauwelijks is het eene oogenblik verschenen, of het is weer voorbij en be hoort tot het verleden om weer plaats te maken voor een ander oogenblik, dat even spoedig is verdwenen. Ons bestaan is een voortdurend momenteel bestaan, begrensd dodr toekomst en verleden. Maar de toe komst is nog geen werkelijk bestaan en het verleden is eens een werkelijk bestaan ge weest. In God bestaan geen grenzen van verleden en toekomst, noch opeenvolging van oogenblikken; in Hem geen begin en geen einde, maar het eeuwig onveranderlijk he den. Voor Hem is geen sprake van iets wat gebeurd is of gebeuren zal, voor Hem ge beurt alles in het tegenwoordige! Wij spre ken van voorbij en van 't moet nog komen; Gdo alleen van tegenwoordig. Voor ons trek ken de gebeurtenissen als 'n film voorbij; wij zien telkens een gedeelte van de film; voor God hangt de heele film van het wereld gebeuren met al haar opeenvolgende tafereelen der eeuwen voor oogen en speelt zich in het eeuwige-niet-verloopende heden in één onverdeelbaar oogenblik af. (Zie J. v. Santé, O.C.) Gods wezen is onveranderlijk. Ik ben de Heer, zegt God, en ik verander niet. (Malach III-6) Bij wien geen verandering is of schaduw van ommekeer (Jac. I17). Hij alleen is God en niets kan Zijn raads besluiten veranderen (Job XXIII13) Wie is het, die zoo hoogh gezeten, Zoo diep in 't grondelooze licht, En in Zijn wezen kan besluiten Wat om en in hem, onbewust Van wancken, draeit en wordt gedreven Om 't een een eenigh middelpunt? (Uit Vondels Lucifer) Dat 's God! Omdat God oneindig vol maakt is, kan Hü geen volmaaktheden „ver krijgen" of „verliezen"; bij iedere verande ring dus zou Zijn wezen „meer" of „min der" worden, wat in strijd is met Zijn on eindigheid. D)))rom blijft God eeuwig „De zelfde" in Zijn wezen en eigenschappen; in Zijn kennen, willen en werken. Bij Hem is geen schaduw van verandering, zegt met recht St. Jacobus. Bij de beschouwing van al het vergankelij ke in de schepping, valt David aanbiddend op zijn knieën voor dien eeuwig-Onverander lijke: In den beginne, zegt hij, hebt Gij, o, Heer hemel en aarde gegrondvest, en de hemelen zijn het werk Uwer handen. Zij zullen echter vergaan, maar Gij, Gij blijft; Zij zullen als een kleed verouderen en als een mantel zult Gij hen veranderen en zij zullen veranderd worden, maar Gij, dezelfde zijt Gij en Uwe jaren zullen nimmer afne men. (Ps. 10126). En zóó ook Zijn eeuwige onveranderlijke raadsbesluiten! Mijn raadsbesluit zal tot stand komen zegt Hij bij monde van den Profeet Isaïas, en heel mijn Wil zal ge schieden. (Is. 44—10). Al worden Gods plannen in al de wisselvalligheden van het wereldgebeuren uitgewerkt, toch hebben ze van alle eeuwigheid af zóó onveranderlijk bij Hem vastgestaan. Als de H. Schrift dus zegt dat God ver toornd werd, of berouw had, enz., bedoelt zij hiermee geen veranderlijkheid in Gods on veranderlijk wezen maar bedient zij zich van onze menschelijke zegswijze om een of ande re gesteltenis van God ten opzichte van ons, aanschouwelijk voor te stellen. Evenmin bracht de Schepping of menschwording eenige verandering in God, want God heeft er geen enkele volmaaktheid mee gewonnen of verloren, die daardoor in een andere be trekking tot God is gekomen. Zoo kunnen wij ons verplaatsen van het Noorden naar het Zuiden, zonder dat de zon er door ver andert. Als God toch eeuwig-onveranderlijk is. ook in Zijn raadsbesluiten, zoodat niets ter wereld Zijn eeuwige plannen kan wijzigen zou dan ons gebed niet vruchteloos wezen? „Wij bidden niet", zegt de H. Thomas, „om het goddelijk raadsbesluit te veranderen maar om te verkrijgen, wat God besloten heeft door het gebed te geven. „Het gebed is door God opgenomen in het wereldplan en „van eeuwigheid" heeft het goddelijk raads besluit tijdelijke" en geestelijke gunsten verbonden aan het gebed, dat in den tijd verricht wordt. Foreign Office heeft het eerste oogenblik in Rome verbluft en men is naar de redenen ervan gaan zoeken. Het antwoord was niet moeilijk te /in den, wanneer men Mussolini's expansie-po litiek stelt tegenover de plannen van En geland, om het Europeesch evenwicht te bewaren. De Middellandsche Zee-politiek van Italië schijnt de hoofdreden te zijn, waarom Engeland Italië den rug toekeert. Zeer interessant is een verslag uit Rome van het „Hamburger Fremdenblatt", dat de motieven opsomt voor de gewijzigde houding van Engeland. Er wordt in de eerste plaats gewezen op het vriendschaps verbond van Italië met koning Fuad van Egypte, dat den Italianen in Egypte groote voorrechten toestaat en misschien ook ge heime clausules bevat, die op zekeren dag de Engelsche opperheerschappij in Egy. e in gevaar zouden kunnen brengen. Er wordt hier gezegd, dat Italië de Adriatische Zee in een Italiaansche binnen zee heeft veranderd en dat het zich juist in de richting van den grooten Engelschen zeeweg naar de Roode Zee tracht uit te breiden. Deze route is voor Italië verzekerd dooi de verbond- en tractaatpolitiek van de laatste jaren. Terwijl de macht van Italië in de Adria en op het Balkan-schiereiland de Oost kust van het Apennijnsche schiereiland be schermt, zijn de drie verdragen met Egypte, Turkije en Abessinië evenveel steunpunten op den weg naar Indië en Oost-Azië. De verdragen met Perzië en Afghanistan toonen zuiver de lijn aan: Angora TeheranKaboel, dus 'n verdere uitbreiding van de Italiaansche expansie op den land weg van het Oostbekken van de Middel landsche Zee naar de grens van Indië. Dit is wel nog maar enkel een politieke wensch van Italië en nog ver verwijderd van de verwezenlijking. Terwijl Engeland deze koortsachtige werkzaamheid van "het Palazzo Chisi lan gen tijd van uit de hoogte heeft gadege slagen, schijnt nu in het Foreign Office een gebeurtenis, waarvan de draagkracht al. gemeen is onderschat, den laatsten aan stoot te hebben gegeven voor de verandering in de houding tegenover Italië. Deze ge beurtenis was het vriendschapsverdrag tusschen Italië en Ethiopië, dat begin Augustus in Addis Abeba is onderteekend. Italië heeft door deze overeenkomst niet alleen zijn posities aan de Roode Zee kun nen bevestigen, maar ook zekere voorrech ten aan het Tsana-meer en aan den Blau wen Nijl kunnen hernieuwen. Daardoor hebben de Italianen de mogelijkheid in de hand gekregen, om een groot gedeelte van den water-toevoer naar Egypte af te leiden en op die manier, in geval van een conflict met Engeland gebruik te maken van een verschrikkelijk wapen. De gedachte alleen al, dat er kans be- No. 11 staat: Egypte in de handen der Italianen, heeft Foreign Office klaarblijkelijk geïm poneerd. De vraag wordt nu gesteld, hoe de situatie van de buitenlandsche politiek van Italië zal worden na de verandering in de En gelsche politiek. Reeds het Engelsch Fransche optreden in Sofia wegens Mace donië wordt beschouwd als een uitwerking van de nieuwe Entente Cordiale, daar het ten slotte tegen Italië is gericht en Joego slavië ondersteunt. Op het oogenblik schijnt dus Belgrado de Balkan-partner van deEntente Co: - diale, van Londen en Parijs. Verwacht kan worden, dat in afzienbaren tijd Frankrijk wel nauwelijks de Italiaansche wenschen in Tunis zal vervullen en de grens van Zuid- Lybië regelen. Onder deze omstandighe den is er ook geen sprake van, dat 3e koloniale mandaten ten gunste van Italië zouden worden veranderd of opnieuw ver deeld. Ta politieke kringen in ï.eme wordt over. wogen hoe Italië dezen stoot van Engeland zou kunnen pareeren. Er wordt vooral ge sproken over een intiemere verhouding met Duitschland, wat door vele Italiaan, sche kringen wordt gewensche. Verder worden er geruchten gehoord over de oprichting van 'n DuitsehItaliaanseh Russisch blok, waarbij men rekent op den steun van de Amerikaansche diplomatie. GOES. C. VIS, Rector. HET FASCISME OP EEN KEERPUNT IN DE BUITEENLANDSCHE j POLITIEK De FranschEngelsche goede verstand-, houding heeft nergens zoo'n diepen indruk; gemaakt als in Italië. Alle berichten van verschillende bronnen in Rome wijzen er op dat het fascisme aan een keerpunt is gekomen op het gebied der buitenlandsche politiek. Dat Engeland zich van Italië heeft terug- getrokken, schijnt in het Palazzo Chisi groote verwarring te hebben veroorzaakt. Dit is begrijpelijk, wanneer men bedenkt, dat de grondslagen van de Italiaansche buitenlandsche politiek inderdaad in Lon den waren te zoeken en er geen oogen. blik kon worden getwijfeld aan de vriend schappelijke houding van Engeland tegen over Italië. Londen heeft de buitenlandsche politiek van Italië in belangrijke gevallen welwillend gedekt en men kan wel aan. nemen, dat het voor Italië onmogelijk zou zijn geweest, zonder deze houding van En. geland zich in Albanië vast te zetten, of zoo op te treden tegen Joego-Slavië. De plotselinge en onverwachte keer in het PARTICULIERE CONFERENTIES TE GENEVE. Rijkskanselier Hermann Müller beant woordde het bezoek van den Oostenrijk- schen bondskanselier Seipel. Staatssecretaris v. Schubert ontving den Hongaarschen minister van buitenl. zaken Walko, die voorts besprekingen voerde met Mgr. Seipel, met jhr. Beelaerts, Benegj en Adats ji. De hoofdgedelegeerden der Kleine En- tente-staten hadden verder een bijeen komst bij Sotitsj, den permanenten gedele geerde van Zuid-Slavië bij den Volkenbond. Briand had een onderhoud met Wolde- DE NAMIDDAGZITTING TE GENèVE. GENèVE, 7 September. In de zitting van de Volkenbondsvergadering van Vrijdagmid dag, heeft na den Duitschen Rijkskanselier Müller de minister-president van Canada, Mackenzie King, gesproken. Hij legde den nadruk op de beteekenis van het Kellogg- pact voor den vrede. Vervolgens schilderde hij de hartelijke, vriendschappelijke betrek kingen, die tusschen Canada en de Vciee- nigde Staten bestaan. Hoewel Canada een deel vormt van het Britsche wereldrijk, heeft het toch met de Vereenigde Staten Onder aan de trap vond hi) zijn mannen, Claudius, an eenigszins verder weg, den priester Evaristus. Zoodra deze hem be merkte ging hij hem tegemoet. Na den ge bruikelijken groet zei hij: Den geheelen dag heb ik voor de be vrijding van deze gevangene gebeden. Bin nen eenige oogenblikken zullen onze zusters komen. Suzanna voegde hij er toe, die Flora kent, smeekt u. u toch te haasten, Segearix, want haar ongerustheid is groot. Zij twijfelt aan haar geduld, ant woordde de Gallier. En zich tot de soldaten wendend, zeide hij: Vooruit! Zij grepen naar hun werktuigen die op een veiiige piaa.s verborgen waren; zij keerden weer terug naar de arenaria; niets bijzonders was er sedert den vorigen nacht voorgeval len, en zij behoefden het werk slechts te hervatten en er mede voort te gaan. Men stak een groot aantal fakkels aan, die door het vocht zeer walmden. De weg was steeds open en de bekende hin derpalen werden gemakkelijk overwonnen. Een uur was voldoende om het veronder stelde hol van de priesteres te bereiken. De wanden waren opvallend stevig. Het scheen, dat men voorzien had, dat men haar zou trachten te bevrijden en om dat te ver hinderen had men de muren zeer dik ge maakt. De houweelen konden er niet doorkomen en ofschoon zij zeer hard op het steen neer kwamen, vermochten zij ze niet te breken. Na een langen tijd te hebben gearbeid, keek de Manipulus op en keek Segearix aan. Ik kan niet verder, zeide hij. Kom zelf maar zien. De officier kwam dichterbij met een lamp in de hand. Hij hield haar in de hoogte en beschouwde nauwkeurig den muur; de stee nen waren met zooveel zorg vastgemetseld, dat men de voegen niet eens kon zien. Op zijn beurt schudde hij, moedeloos, het hoofd en riep Evaristus. Misschien zeide de priester, moet men hiervooi een specialen werkman hebben? Een van hen, die Aglaé in haar dienst heeft. Neen. Vader, ik heb onder mijn soldaten de besten die een muur kunnen doorbre ken, uitgezocht. Meer dan eens hebben zij zich in een beleg onderscheiden. Maar hier zijn de moeilijkheden te groot. Terwijl zu zoo met elkander stonden te praten, naderde Claudius. Zorgvuldig be schouwde hij de oppervlakte van den muur. Plotseling hief hij het hoofd op en riep: Maar men moet hooger hakken. Kijk maar, heer, men kan een witte lijn zien. De soldaten, die deze woorden hoorden, naderden opnieuw. Een van hen bezat een buitengewone kracht. Ziln gespierde armen hieven het houweel met het grootste ge mak op. Op mijn beurt, zeide hij, zal ik eens zien, of ik beter zal kunnen slagen. Zijn kameraden, die begrepen, wat hij wilde, rolden twee reusachtige steenen naar hem toe, waarop hij ging staan. Dan nam hij zijn houweel en sloeg op den muur. Na verschei dene regelmatige slagen verklaarde hij, dat, indien er ergens een opening kon gemaakt worden, het alleen hier mogelijk was. Terwijl deze nu zonder ophouden voort- werkte, wisselden Segearix en Evaristus eeni ge woorden. De jonge man kwam met een zekere hardnekkigheid telkens weer op zijn eerste gedachte terug. Zou Flora, veronder steld, dat ze nog leefde, bij kennis zijn, hoorde zij, begreep zij, zou zij tenslotte nog de kracht bezitten, de tegenwoordigheid van geest om de stukken metselwerk, die onge twijfeld aan haar kant waren neergevallen, te verwijderen, Zou zij in staat zijn met hem te spreken? Doffe slagen weerklonken door de cata combe. dof maar onophoudelijk. Weldra vroeg de soldaat om de hulp van een kame- een reeks verdragen en overeenkomsten gesloten, die in het bijzonder betrekking hebben op het grensverkeer en op het ge bied van de handelspolitiek. Het Canadee- sche parlement heeft tot nu toe nog geen dollar gevoteerd voor bewapeningsdoelein- den tegen de Vereenigde Staten. De vertegenwoordiger van San Salvador, Guerrero, wees op het mislukken van den arbeid van de commissie voor de controle op de wapenfabricage. Als laatste woord voerder sprak de gedelegeerde van Albanië, Frasheri, over de ontwapeningskwestie. Hij betoogde, dat juist voor de kleine staten de ontwapening, dat wil zeggen de beperking van de bewapening, zeer noodzakelijk is. De volgende plenaire vergadering zal Zater dagmorgen gehouden worden. Op de lijst van woordvoerders staat o.a. -Bondskanselier Seipel. HET CONTRABEZOEK VAN BRIAND BIJ MÜLLER GENèVE, 7 Sept. De Fransche minis ter van Buitenlandsche Zaken heeft Vrij dagavond na het eindigen van de plenaire zitting van den Volkenbond een contrabe- zoek gebracht aan Rijkskanselier Müller in het hotel „Metropool". Het bezoek duurde slechts een kwartier. Aan het onderhoud nam weer uitsluitend deel de tolk van de Duitsche delegatie Dr. Schmidt. Na de be spreking heeft de Duitsche delegatie mede gedeeld dat gedurende het onderhoud de zelfde kwesties besproken zijn, die ook reeds Woensdag in den loop van het onderhoud tusschen Briand en Müller ter sprake zijn gebracht. Men is heden overeengekomen, dat voor de besprekingen tusschen de vier bezettingsmogenaheden en den Duitschen Rijkskanselier eerst afzonderlijke bespre kingen tusschen de afzonderlijke ver tegenwoordigers van de bezettende mogend heden en den Duitschen Rijkskanselier zul len worden gehouden. Wanneer deze bespre kingen gevoerd zullen worden staat nog niet vast. Daar echter Lord Cushendun en Se nator Scialoja nog den geheelen Zaterdag te Genève blijven, kan worden aangenomen, dat Rijkskanselier Müller in den loop van Zaterdag een bespreking met hen zal heb ben. Eerst na deze besprekingen zal dan in het begin of het midden van de volgende week de eerste bijeenkomst tusschen de vier bezettingsmogendheden en Duitschland ge houden worden. ENGELAND EN DE ONTRUIMING VAN HET RIJNLAND LONDEN, 7 September De besprekin gen te Genève betreffende 3e ontruiming van het Rijnland trokken in Engeland steeds meer de aandacht nu het blijkt, dat Frankrijk zeer nadrukkelijk stuurt naar fi- nancieele tegenprestaties van Duitschland voor een vroegere ontruimmg van de 3de zóne. De afwijzende houding van Engeland ten opzichte van een dergelijk compromis is op zuiver financieele redenen gebaseerd. Men staat 'op het standpunt dat het mobili- seeren van een groot gedeelte der spoorweg en industriebonden van het Dawesplan Frankrijk groote voordeelen boven de ove rige geallieerde schuldvorderende landen zou geven. In verband met de terugwerking op de schuldenbetalingen der verschillende Europeesche machten aan Engeland, zou volgens Engelsche meening de zwaarste last van een dergelijke overeenkomst op Enge land terechtkomen. Aan de mogelijkheid dit af te wentelen op de Vereenigde Staten ge looft men niet, toont overigens ook niet de geringste bereidwilligheid om bij een kwes tie, die zuiver en alleen Frankrijk ten nutte komt, in Washington een zekere en in haar gevolgen onberekenbare weigering te gaan halen. Zonder twijfel heeft Lord Cushendun tijdens zijn recente uitwisseling' Van gedach ten met Baldwin te Aix-les-Bains reeds der gelijke hints gegeven, anders zal hij ze nog geven. De afwijzing van een dergelijken fi- nancieelen ruilhandel van conservatieve zijde gevolgd door een eisch tot onmiddellijk en onvoorwaardelijk terugtrekken van het En gelsche bezettingscontingent. In hoeverre deze politieke ommekeer bij de ophanden zijnde verandering in het Foreign Office uitwerking zal hebben op de houding van Engeland, moet worden afgewacht. COSTA RICA EN DE VOLKENBOND GENéVE, 7 Sept. Costa Rica heeft den Volkenbond er van in kennis gesteld, dat de kwestie van terugkeer in den Volken bond zal voorgelegd worden aan de natio nale vergadering. GESCHENKEN UIT CONGO. Het Belgische koningspaar is met tal van geschenken uit Congo teruggekeerd, die hun door de inboorlingen zijn aangeboden. On der deze attenties bevinden zich ook een leeuw, een krokodil en een zeekoe. De leeuw zal voortaan zijn leven moeten doorbren gen in een hok op het buitenverblijf van den koning in Laken. Voor den krokodil en de zeekoe is daar geen plaats; die worden in den Antwerpschen dierentuin onderge bracht. OPGRAVEN VAN LIJKEN. In Ostende is men bezig met het opgra ven van Duitsche gesneuvelden ili den we reldoorlog. Het merkwaardige feit doet zich daarbij voor, dat de lijken ven eenige ge sneuvelden nog zoo goed als niet aangetast zfjn, hoewel zij al sedert 12 jaar daar be graven liggen. Men vermoedt, dat de Duit- schers ze met een serum hebben ingespoten. FRAAI ZOMERWEER IN ENGELAND. Opgetogen berichten verschijnen er in de bladen over den prachtigen zomer, waarin Engeland zich dit jaar verheugen mocht en die nog blijkt aan te houden. Sedert 17 jaar is er niet zoo veel zon ge weest als dezen zomer. En van den len September af hebben de steden en dorpen in Kent en Sussex gemiddeld elf uren per dag zon genoten. Margate, Ramsgate, Brigh ton, Bournemouth, en tal van badplaatsen blakerden wekenlang in den zonneschijn tot groote vreugde der badgasten en baders. DE L. 55 LONDEN, 7 September Bij de begrafe nis van de slachtoffers van de L. 55 waren vertegenwoordigers aanwezig van Frankrijk, Italië, de V. S., Argentinië, Peru, Japan en Esthland. De kapitein van 't Engelsche koopvaardij schip, dat de lijken van Kronstadt naar Re- val overbracht, heeft zich in een interview vol lof uitgelaten over de houding der Sow- jetautoriteiten. Hij zeide o.a.: „Wanneer het dooden geweest waren van eigen geëerde mannen,, zouden zij hun geen grootere eer hebben kunnen bewijzen." Washington gemeld wordt, zal de Ameri kaansche nota betreffende het Engelsch- Fransch vlootverdrag binnen 2 weken wor den verzonden. KRANKZINNIG SOLDAAT OVERVALT SUPERIEUR MET BAJONET PADUA, 7 Sept. (V.D.). In de artillerie kazerne alhier bewapende de 21-jarige artil lerist Osetti zich in een aanval van krank zinnigheid met een bajonet en bedreigde een kameraad daarmede, hem gelastende zich te ontkleeden. Uit angst liep deze achtervolgd door den krankzinnige het kazerneplein op. Toen een onderofficier hem hier den weg versperde stortte hij zich op hem en stak hem neer. Ook nog toen de onderofficier zwaar gewond op den grond lag, bewerkte hij hem nog met de bajonet. Een ander onder officier kon den ongelukkige slechts door een revolverschot onschadelijk maken. De on derofficier en de krankzinnige zijn beide zwaar gewond. FAMILIEDRAMA IN AUSSIG Een werklooze doodt vrouw en kind en pleegt daarna zelfmoord AUSSIG, 7 Sept. (V D Hedenmorgen vroeg brak in een nabijheid van Aussig staand huis brand uit. De te hulp snellende buren vonden de deur gesloten. Toen zij de deur hadden opengebroken vonden zij badend in hun bloed op den vloer de lijken van de vrouw van den werkloozen metselaar Schic kel en zijn dochtertje. Schickel vond men opgehangen op den zolder. Men noemt aan, dat de moordenaar zijn daad beging in een vlaag van waanzin, daar hij herhaalde malen last had van geestelijke stoornissen. 2 andere kinderen ontkwamen, doordat zij kort tevoren, naar school waren gegaan. HET PROCES ZAMBONÏ. Mussolini getuige. Voor den buitengewonen krijgsraad is te Rome het verhoor begonnen tegen den va der en de moeder en den broer van An- teo Zamboni, den 15-jarigen jongen, die in October 1926 te Bologna een aanslag op Mussolini pleegde. Alle drie worden er van beschuldigd An- teo tot den aanslag aangespoord te heb ben. Zelfs beweert het O. M. dat Anteo's broeder Ludovico op Mussolini heeft ge schoten. Ludovico wist te ontsnappen ter wijl Anteo door de menigte werd gelyncht. Mussolini was als getuige gedagvaard en verklaarde dat de man, die op hem had ge schoten een licht pak en deukhoed droeg, terwijl Anteo in het donker was gekleed en een pet op had. De beklaagden ontkennen het hun ten laste gelegde en geven een alibi op. ROME, 7 Sept. (V.D.). Een maximumstraf va 30 jaar gevangenisstraf werd heden op- 17—6 gelegd door het bijzonder fascistisch mili tair gerechtshof aan twee leden van de fa milie van Anteo Zamboni, die onmiddellijk na zijn aanslag op het leven van Mussolini door de volksmenigte werd gelyncht te Bo logna in October 1926. Deze beiden waren beschuldigd van medeplichtigheid en mo- reele verantwoordelijkheid voor den aan slag van den jongen Zamboni. Het zijn zijn vader. Momoio Zamboni en zijn tante van moederszijde Virginia Tabarroni. Ludovico, de broer van Anteo werd vrijgesproken bij gebrek aan bewijs. Hij slaagde er in een alibi te bewijzen, aantoonende dat hij in Milaan was op het moment dat de aanslag plaats vond. De vader en tante werden mo reel verantwoordelijk bevonden aan den aanslag van den jongen, daar zij systema tisch anarchistische denkbeelden in den geest van den jongen hadden gegoten. Mo moio noemde zichzelf tijdens het proces 'n „anerchist fascist" wat door het OM. 'n belachelijke „contradictio in terminis" ge noemd werd. Het O.M. vroeg den maximum straf omdat de daad een aanslag beteeken- de, niet alleen op het leven van den duce „dien reus in gedachte en daad" maar ook op het leven en welzijn van Italië. Het proces had bijna geen belangstelling. EEN ROYAAL GEBAAR. Signore Cortella, de wr.luwe van den Ita- liaanschen generaal Luigi Cortella heeft Mussolini tot haar erfgenaam benoemd, na aftrek van eenige legaten voor hospitalen en inrichtingen voor blinden. Mussolini heeft de erfenis, die in de honderdduizen den loopt, aanvaard maar in de staatskas gestort. DE AMERIKAANSCHE NOTA AAN FRANKRIJK EN ENGELAND WASHINGTON, 7 September Naar uit Een groot-industrieel en kranten uitgever wordt priester. Een der meest gefortuneerde inwoners der stad Bilbao, Mr. Zuburias, uitgever van een der grootste dagbladen, die bij vele groote industrieele ondernemingen betrokken was, is kort geleden tot de katholieke kerk over gegaan. Met goedvinden van rijn echtge- noote die zich naar een klooster begeven heeft, is Mr. Zuburias in het Noviciaat ge treden der Jezuïeten. Alcoholisme en woningnood in Rusland. In de laatste jaren is het alcoholgebruik in Rusland geweldig toegenomen. De Sovjet regeering heeft dan ook zelf ingezien dat het alcoholisme gevaarlijke afmetingen heeft aangenomen. Het gebruik van jenever bedroeg over 1925/1926 246 millioen Liter. In 1926/1927: 381 millioen liter en ln het afgeloopen jaar meer dan 500 millioen liter. Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek bedroegen de uitgaven voor alcohol in een arbeidersgezin over het eer ste kwartaal 1927 ruim 30 pet. van de in komsten. Het sovjet-blad „Trud" teekent hierbij aan: Als we ons op de hoogte willen stel len omtrent het index-cijfer over het alco holgebruik dan behoeven we slechte op een feestdag of op een dag waarop de loonen worden uitbetaald door de straten der hoofdstad te gaan. Voor een fatsoenlijk nuchter mensch is het niet geraden op de straat te komen, vooral niet in de arbeiders wijken of in de buurt waar de loonen uit betaald worden. Het is zeker dat deze abnormale toename van het alcoholgebruik ook voor een groot deel te wijten is aan de ellendige toestan den die er heerschen op gebied van woning en huisvesting voor de Russische arbeiders. In het industriegebied wonen gemiddeld 5 personen in een kamer. De fabrieken die voor hun werkvolk barakken gebouwd heb ben, brengen nog meer menschen in een vertrek te zamen, waar zij him vrijen tijd doorbrengen met drinken en ontucht ple gen. Feestdagen in Rusland In Rusland kan men heden ten dage de officieele feestdagen in twee groepen ver- deelen: de burgerlijke en de godsdienstige feesten. De burgerlijke feesten zijn: 1 Janu ari, Nieuwjaar, 22 Januari, sterfdag van Le nin, 13 Maart, de ondergang van de Monar chie, 18 Maart Herdenkingsdag van de Com mune te Parijs, 1 Mei het Internationale feest van den arbeid, 7 October de verjaar dag van de Bolsjevistische revolutie. De godsdienstige feesten zijn: 25 Maart, Maria Boodschap, Paschen en 2de Paasch- dag, Hemelvaart, Pinksteren, 6 Aug. de Ge daanteveranderingen des Heeren, 15 Aug. Ten Hemelopneming van Maria, 25 en 26 Dec. Kerstmis. Een maatregel die ook voor Holland noodig is In Italië heeft de minister van financiën evenals de directie der Staatsspoorwegen "n dienstorder uitgevaardigd, waarbij bepaald wordt dat het vrouwelijk personeel zoo fat soenlijk gekleed moet zijn, als het voor een meisje of huismoeder passend is. Deze maatregel werd genomen in het be lang der goede zeden. Het is een verblijdend verschijnsel dat in dit geval de regeering met haar autoriteit de kerk ter zijde staat, die nog dezer dagen bij monde van den Op perherder aller Christenen een vernietigend oordeel over de hedendaagsche vrouwenmo de heeft uitgesproken. De Italiaansche minister van onderwijs heeft een circulaire gezonden aan de Burge meesters waarin hun wordt opgedragen, nauwkeurig toezicht te houden op de Volks bibliotheken en daaruit te verwijderen alle werken die in soclalistischen geest geschre ven zijn, of die onzedelijke theorieën of practijken bevatten of aanprijzen. In 't bij zonder moeten alle romans geweerd worden, waarvan voor de jeugd een verderfelijke invloed kan uitgaan. De samenstelling van den Rijksdag. Op het oogenblik zijn er in den Rijksdag 115 Katholieken, 1"7 Protestanten, 160 Dis sidenten, Monisten of menschen zonder eenige godsdienst of belijdenis, 2 vrij-religieu- zen, Joden en I Mennoniet. De Sicialis- tische fractie telt 153 leden, 4 Socialisten geven op, dat zij vroeger Katholiek waren; Severing en 11 anderen zijn protestant. Lobe geeft zich uit voor vrij-religieus. Onder de afgevaardigden bevinden zich 32 vrouwen; daarvan behooren er 20 tot de Socialistische partij, 3 tot het Centrum, 2 tot de Duitsch- Nationale Volkspartij, 2 tot de Duitsche Volkspartij, 2 democraten en 2 Communis ten en 1 tot de Beiersche Volkspartij. Krantenntenw* In Duitschland verschijnen 3356 kranten; 75 pet. verschijnt in plattelandsgemeenten en in kleine steden tot 20.000 inwoners. Wanneer we de bladen volgens him poli tieke richting groepeeren, krijgen we de vol gende cijfers: Centrum er Beiersche Volkspartij 383; Duitsch-Nationalen 374, Duitsche Volks partij en Liberale bladen 116; Sociaal- Democraten 172, Democraten 88; Commu nisten 35; Völkische 10. raad. Allen boden zich aan. Segearix bepaalde een der fakkeldragers en deze nam, zonder een woord te zeggen, deel aan het werk. Men vorderde maar langzaam, duizenden voorzorgsmaatregelen waren dringend nood zakelijk. Men moest deze oude gewelven niet aan het wankelen brengen. Claudius, die on rustig was, durfde geen uiting te geven aan zijn nieuwsgierigheid en verlangen om te hel pen. Terughoudend, zooals de christenen van dien tijd, had hij geen hoogen dunk van zich zelf en stelde slechts op korte en bescheiden wijze vragen. Eindelijk begon het gesteente te wankelen. Pas op, riep de knaap, indien die steen aan den anderen kant valt, zal hij de Ves- taalsche maagd verpletteren. Men had het gevaar reeds voorzien, ver scheidene Galliërs snelden toe,'en hun armen uitstrekkend, ondersteunden zij dezen steen, totdat hij, behendig losgemaakt van zijn plaats rolde, dan langs een stuk muur gleed ën op den grond voor hun voeten neerviel. Een zucht van verlichting ontsnapte aan hun borst. Gij, die het vlugste zijt, zeide Evaristus tot Claudius, klim op de schouders van den Manipulus, die groot is, en zie of gij licht bemerkt. De man, die aangeduid was, stond oogen- blikkelijk klaar en Claudius, zijn hoofd door de opening stekend, beschouwde het hol. Kunt ge iets zien? vroeg Segearix. Neen, alles is donker, men moet daar binnen stikken. «aau.:.., Misschien hebben wij ons vergist zeide een der soldaten. Er is daar ongetwijfeld een gang, die nergens meer voor dient. Geef me een lamp, zeide Claudius op zijn beurt. De priester gaf hem de zijne. Het kind nam haar aan, stak haar door de opening, zij ging niet uit, maar hij zag niets. Mijn oogen, zeide hij, zien niemand. Zijt ge er zeker van Claudius? vroeg Se gearix, dichterbij komend. Kijk eens goed. Ziet ge niet iets wits? Claudius stak zijn hoofd nog verder door de opening, liet zijn lamp voor de tweede maal het hol beschijnen, en riep uit: Ja, ik zie een witte gestaltedaar, op den grond liggen. Zij beweegt zich niet. Ik kan haar gelaat niet onderscheiden. Een sluier moet het bedekken. Hier bevindt zich beslist haar grafEr staan kruiken op een rij, brooden liggen opgestapeldHij zweeg en wendde zijn oogen af. Moet ik roepen? vervolgde hij. Ja, antwoordde Segearix. Zij kent je bovendien. De jongen riep luide: Flora!Flora! Maar ze bleef onbeweeglijk en alles was stil om haar. Zij is dood, zeide Segearix. Zij heeft zichzelf vermoord, liet een andere soldaat er ruw op volgen. De Romei nen maken vlug een einde aan hun leven. God geve, dat ge u vergist, broeder, zeide Evaristus. Maar laat gij nu het werk. dat ge zoo goed begonn enrijt, door deze een voudige veronderstelling in den steek? Neen, neen, riep Segearix uit, tot het einde toe zullen we volharden en het uiterste beproeven. Men moet de opening grooter ma ken, opdat ik er in kan afdalen. Verder moet men ladders aanbrengen. Dood of levend, we zullen haar uit het graf halen. Een der mannen had een amphora wjjn MJ zich. Hij goot hiervan in de bekers en deelde het aan zijn kameraden rond. Moed, hernam de priester, de Heer is met ons. Het onderbroken werk hervatte men weer. Het ging nu veel gemakkelijker en verder, t doel was bereikt. Men had het graf geopend en zooals de commandant van het legioen zeide, dood of levend zou men Flora er uit halen. Indien zij geen teeken van bewustzijn gaf, was dat toch nog geen teeken, dat zij gestorven was? Het oogenblik kwam, waarop een werkelijk groot gat in den muur gemaakt was. De stee nen, die losgemaakt, maar niet gebroken wa ren, konden weer op hun plaats worden te ruggelegd en wanneer de muur eenmüal her steld was zou niemand, tot de volgende eeuw een vermoeden hebben van deze wonderbare tusschenkomst. (Wordt voortgezet)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 10