VROUWENRUBRIEK \*TO3'« blad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT BLADZIJDE ONS SCHOOLKIND MODEPRAATJE !ï- VOOR DEN HERFST 0 'N EI VAN COLUMBUS HOE HET HAAR TE WASSCHEN EEN NOODZAKELIJKE BEHOEFTE VOOR DE ZIEL RECEPTEN. EEN SERIE DAMES-LINGERIE Overname nit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden. Het begin van het schooljaar ls Voor tallooze kleine menschen de eerste stap over de grens van een nieuw, wonder-ernstig land! Het huis, de tuin, de kinderkamer, moeder dat alles beteekent nu niet langer de heele wereld voor hen. Spel moet werk worden onder toezicht van vreemde opvoeders. Komt het eind van de onbezorgde kinder- zaligheid te vroeg voor onze zes-jarigen? Is „werk" al een gevormd begrip voor hen? Willen ze al wel leeren? Willen ze graag naar school? Wie kinderen kent, weet ook, hoe ze soms met drie, vier jaar al eenige be- teekenis in hun spel willen leggen en met druk vertoon van gewicht en nut bij de eenvoudigste zelfverzonnen bezigheden zoowel zichzelf als anderen trachten te overtuigen, dat ze werkêlijk onmisbare diensten verrichten! Nooit zijn ze méér in hun schik, dan wanneer we op zooiets ingaan en hun in ernst verzekeren, dat we niet zouden weten hoe we zonder nen klaar moesten komen! Dan stralen ze van diepe, echte bevrediging. Wat is er, onder intelligente leiding, veel te maken van kleuters, bij wie die trek heel sterk aan den dag treedt! En dit ls bijna bij allemaal het geval. De kleine peuter komt met de „voorbeelden" van z'n bouwdoos bij ons en vraagt zakelijk, wat hij voor ons maken moet. Een vluchtig: „Ja, zoek zelf maar wat uit, hoor!" ontmoedigt hem zóó, dat het treurig is om aan te zien. Hij kan onmogelijk met enthousiasme aan den slag gaan, vóór we met het noodige ver toon van wikken en wegen onze keuze gedaan hebben, en hij, zielsgelukkig met de opdracht, met benijdenswaardigen ijver tot de uitvoering overgaat. Let er eens op, hoe merkwaardig en tegelijk veelbelovend het is; dat onbewust hun keren naar den ernst van een vastge stelde taak, dat verlangen, onder leiding en toezicht te werken (want ieder oogen- blik worden we uitgenoodigd te contro leeren, of 't wel naar onzen zin gebéurt); die zucht om iets nuttigere tot stand te brengen, dan bij het doellooze, gedachte- looze spel! Kinderen kunnen soms grap pig de diepzinnige paedagogen logen straffen, die beweren dat al hun heil ge legen is in volstrekte zenstandigneid en dat daarnaar alleen hun verlangen uit gaaf! De kinderen zelf en heusch niet alleen de doetjes met weinig verbeel dingskracht! moeten er soms niets van hebben en zoeken telkens weer door een oudere in dienst genomen te worden, zelfs bij hun spelen! Dit is ten slotte psycholo gisch ook wél zoo zuiver en verklaarbaar! Die blijde trots om een opdracht ech ter, dat zelf-zoeken naar discipline en ge ordend werk, gaat meestal later verloren. Is dat de natuurlijke gang van zaken, of ligt dat aan de opvoeders, die verzuim den er party van te trekken en dien drang op de juiste manier te leiden en aan te kweeken? Het zou toch veel logi scher zjjn en meer voor de hand liggend, wanneer deze eigenschap met de jaren overging in een blijden, dankbaren werk lust in het geluksgevoel van hst nuttig- kunnen-zyn in het rijke leven! Die be stendiging hebben wij, opvoeders, in onze hand! We kunnen beginnen, deze neigingen in de richting van het komend school leven te leiden. De tegenzin in school en leeren is bij een normaal-intelligent kind dat zonder tobben en martelen kan mee komen, bijna altijd een gevolg van ver keerd aanpakken. Het- vooruitzicht Van „naar school" mogen (dat voor den dreu mes büna gelukstaat met volwassen te zijn) moet aantrekkelijk gemaakt wor den; voor verreweg de meeste kinderen is t dit ook al zonder onze inmenging. En doorgaans valt de ondervinding niet tegen óók. Ik heb kleine peuters, die na een paar eerste schooldagen wegens ver koudheid of iets dergelijks een dag thuis moesten blijven, bittere tranen zien ver gieten van troosteloos verdriet! Het is werkelyk bereikbaar, dat al onze kinde ren, zonder uitzondering, graag naar school gaan! Naast het vraagstuk, of het kind zich innerlük aan het nieuwe leven zal kun nen aanpassen, mag ook de gezondheids kwestie onze aandacht niet ontgaan. De bouw en inrichting der tegenwoordige schoollokalen, de goede constructie der banken enz., draagt er zeker veel toe bij, om de vroeger zoo dikwijls gerechtvaar digde bezorgdheid weg te nemen. Maar we mogen niet vergeten, dat vooral voor gevoelige, niet al te sterke kinderen, de overgang groot is van het den-geheelen- dag-in-beweging-zijn van vroeger naar het urenlang stilzitten van nu. Niet zel den zullen spijsverteringsbezwaren en ge brek aan eetlust hier 't gevolg van zijn, soms zelfs storingen in den bloedsomloop en andere meer ernstige verschijnselen. Met verstandige behandeling is een en ander, voor zoover het uitsluitend een gevolg van de Verandering is, echter ge makkelijk te voorkomen. Het is dom, te verlangen, dat kinderen, die uit de school komen, de verdere uren van den middag en avond rustig en netjes in de kamer zitten, zonder telkens op te springen of door het huis te rumoe ren. Het kind, dat dadelijk kalm en keurig aan zyn huiswerk gaat en daar na een leesboek neemt of zich bezighoudt met een knutselwerkje, is het ideaal van de meeste huismoeders. Maar deze voorkeur is een beetje egoïstisch. Neen, het gemis aan beweging moet na den schooltijd worden ingehaald door echt rennen en springen en ravotten, door zingen en schreeuwen en stoeien. Ze moeten den tuin in, of ten minste in huis, zonder verboden te worden, hun spieren mogen ontspannen. Een rustig wandelingetje is niet voldoende! Denken we misschien, dat het woelige en drukke van onze kinderen, waar we zoo dik wijls over zuchten, alleen bedoeld is als 'n soort beproeving voor hardwerkende moeders, 'n soort ongeregelde afwijking van de algemeene wereldorde van kalmte en netheid, welke afwijking uit alle macht bestreden en getemd moet wor den? Neen, die verwenschte beweegiyk- heid is een gezegende natuurwet, die we niet straffeloos kunnen verwringen, ze is een levensbehoefte, een noodzakelijke voorwaarde voor groei en ontwikkeling! De maaltyden van het schoolkind ver- eischen, vooral in den eersten tijd van zenuwachtigen angst voor te laat komen, groote zorg. Geen jachtig-ingeslikte brokken of overhaast naar binnen ge goten bekers melk! Er moet tijdig en rustig gegeten worden, met vooral aan de lunch, die het eerst in het gedrang komt, de een of andere eenvoudige at tractie, die den eetlust wat opwekt en naar nóg een sneedje doet grijpen. Niet altyd dezelfdg onhebbelijke hompen brood, zonder iets, dat den moed er in houdt! Ook de boterhammen, die we den overblijvertjes" meegeven, moeten met zorg en smaak worden klaargemaakt. We kunnen immers niet controleeren of wanneer een en ander niet in den smaak valt, het meerendeel niet be landt in de magen van voorbijkomende honden of katten of onderweg wordt weggegeven? Zorg voor een appëtytelyk, fleurig trommeltje, voor dunne, goed gesmeerde en belegde boterhammen en een smakelijk te hanteeren stukje fruit erbij. Het is eigeniyk heelemaal onnoodig, al deze byzonderhe_den op te sommen voor wie eenmaal van vindingrijkheid een gewoonte heeft gemaakt. Niemand kan ons van buitenaf zooveel bijbrengen als we zelf kunnen opmerken, wanneer we maar, in werkelijk volmaakte moe derzorg, onze oogen wijd open hebben voor alle, maar dan ook alle behoeften en belangen van het kind! MACHTELD. 4340. Japon van zeer fijne wollen stof. Het eenvoudige model is even blousend, heeft revers en ceintuur. De rok heeft middenvoor en op zij plooien. Vest van crêpe de chine. Knoopengarneering van blank kristal. 4314. Japon van kasha of wollen stof, met zeer origineele halsuitsnijding en ceintuur. De rok is geheel in de rondte geplisseerd. Bies aan den hals van zilver- of goudgalon. Bolle knoopjes van goud, zilver of stof. 4329. Zeer elegant, apart maaksel voor herfsttoilet van effen en geruite stof. De japon sluit van voren met knoopen en heeft een breede soepele revers. Het korte jasje is met geruite stof gegar neerd. ANEMOON. Een zeer groote verscheidenheid in de meest uiteen- loopende buiten gewone fantasieën toont de nieuwe wintermode -eollee - .tie. Rijk aan kleur, fantasie en uitvoering. Het werk voor coupeuse, kleer makers, costumiè- re enz., wordt steeds ingewikkel der en kunstiger. Waren de mo dellen vorige sei zoenen sober van lyn en opvatting, thans zijn de mo dellen bijna voor iedere gelegenheid zeer ingewikkeld van uitvoering, door de vele strook jes, volants, drape ries, biais en bij zondere halsuit- sny dingen. Niettegenstaande al die strookjes en grilligheden, is de mode dit sei zoen zeker zeer smaakvol te noe men. De modellen zijn over het alge meen aan den on derkant zeer onre gelmatig. Grillige vormen worden verkregen, door losvallende, ongelijke panden, uitspringende plooien en klokken afhangende slip pen, soepele dra peries en teere vo lants. Zoowel voor namiddag- als avondkleeding ziet men zeer fijne stoffen, meest zij den stoffen. In zeer mooie kleuren en dessins zijn vooral de crê pes georgettes. Crê pe georgette en velours chiffou, de meest geliefde dracht voor het komend seizoen. Men draagt daarbij passende bijoux, schitterende sieraden van goud, parels, imit. diamant. Om den arm worden verschillende bracelets ge dragen. Onder de zeer luxueus uitgevoerde avondtoilets zien we meermalen de sty'l- japon. La robe de style is dit seizoen zeer en vogue. De mantels, vaak met apart tusschengewerkte biais, bijzondere zak- garneeringen, naar onder wijd uitloo- pende mouwen, behoudt over het alge meen veel de rechte lijn. Bijna op alle mantels zeer veel bont, dikke opstaande kragen, revers, man-? chetten en randen. De rechte mantel wordt dikwijls door een ronde vaste cape gegarneerd, die zelfs vaak tot heupleng-', te reikt. De mantelkraag is ook zeer verschillend; als bijzonderheid ziet men de „scarf collar" een aan de col gezette écharpe, aan den hals vastgestrikt. Losse échar- pes en halsdoeken, op verschillende ma»-, nier gestrikt, worden zeer veèl gedra gen. Men ziet veel vossen in beige tin ten. De vos in een rosachtige tint is zeer gewild, deze moet men niet ver warren met den roodvos, welken men ziet dragen, de mode-vos echter is in een vosachtige beige-tint (rozenhout-vos ge naamd). De complets nemen een aparte plaats in, ze vormen meerendeels een zeer sportief geheel. De trots pieces bestaat veel uit rok en loshangenden mantelyan tweed of ande re stof, de jumperblouse van crêpe de chine of satin in tegengestelde kleur. Speciale sportcostuums, japonnen enz., hebben veel een garneering van biais in verschillende kleuren. Voor cJp reis is de ragl&n-mantel zeer gewild, Op mantelcostumes, mantels, complets epz., draagt men veel, een corsage, van dezelfde stof of van de garneereiide stof gemaakt, -de corsage; bestaat soms uit smalle geknipte reepjes stof tot een tros bijeen, gewerkt. De hoed heeft de lijn van dezen zo mer behouden, echter door de opstaande extra zware bontkragen zijn de groo- tere modellen weer verdwenen. Men ziet zeer veel vilt- en velour- hoeden, met gameerihgen van vilt in afstekende kleuren. DINA. Laatjes en kleine, handige vakjes zijn gewoonlijk in de ingebouwde keukenkast jes onbekende heerlijkheden. En toch hebben we ook daar allerlei spulletjes te bewaren, die licht rommel geven, en we stellen nu eenmaal prys op een typisch vaderlandsohe, onberispeiyke, glimmende keuken. Wanneer we dit kleine kastje door een eenvoudig timmermannetje of een han- digen huisgenoot van een paar plankjes hebben laten maken en 't, netjes wit ge lakt, in gebruik hebben genomen, zullen we verwonderd staan, hoe ongeloofelpk practisch 't is en ons afvragen, hoe 't mogeiyk was, dat we niet eerder op *t idee gekomen zyn. Op 't boekenplankje vinden onze kook boeken, kasboekjes en de boekjes van de leveranciers, die anders ontsierend op schouw of keukentafeltje rondslingeren, een plaatsje, en in de laadjes de losse re cepten, huishoudrekenlngen en kruide niersbriefjes, die anders eveneens hier en daar biyven rondfladderen, of heelemaal zoek raken. Een paar kleine haakjes, aan de zywanden van 't kastje, kunnen nog dienen om een schaar, kurketrekker of sleutel op te hangen. KAJA. Wanneer het shampoo-poeder met heet water vloeibaar is geklopt, kan de hoofdwasschlng beginnen. Wanneer we gebruik maken van een goed, proper gie- tertje, kan onze wassching thuis even goed en doelmatig zijn als die by den kapper. Eerst maken we het haar nat met warm water, waarby we het gietertje gebruiken. Nu wrüven we het haar royaal ln met de vloeibare zeep. Met alle tien vingers wordt stevig over de. hoofdhuid gewreven en ook het haar zelf wordt flihk door de handen gehaald; vooral bij lang haar vereischt dit nogal veel zorg,» Wasch met vrij heet water de zeep wegf en begin daarna het mzeepen opnieuw, Daarna wordt het haar weer grondig uit gespoeld, eerst met warm water, daarna met lauw, en zoo geleideiyk verder tot het heelemaal koud is. Nu wéér met den gieter oversproeien en daarna met heeteg ruige handdoeken droogwryven. Volgens de specialisten die deze methode toepas sen, is het dit laatste afgieten, dat het haar springend en ylossig houdt. Kort haar, dat glad gedragen wordt, moet steeds, wanneer het nog nat is, in den voim gebracht worden: de scheiding moet scherp getrokken en de punten moe ten naar binnen omgebogen worden. Dus niet met half-nat haar gaan slapen, met een handdoek op 't kussen. Zooals het haar gedroogd wordt, zoo blijft het zit ten tot de volgende wassching! Een vol gende maal zal ik nog nader het z.g. watergolven bespreken. Zooals ik vroeger al eens gezegd heb, mag het haar nooit gedroogd worden bij -een kachel. Het allerbest is, in de zon te gaan zitten en intusschen het haar met een waaier droog te wuiven; het krygt dan glans en gloed en zit heerlijk luchtig. ■I Bijzonder stug, droog haar kan prach tig glanzend en soepel gemaakt worden met een weinig vloeibare brillantine, die in een vaporisateur wordt gedaan en er heel luchtigjes over wordt gestoven, waarna het haar goed geborsteld wordt. EVA. Een vroolijk hart geeft le vensbloei (Salomon XVII-22) De groote menschenkenner van Naza reth heeft eens gezegd, dat de mensch niet van brood alleen kan leven. Gelijk ops lichaam 't dagelijksch brood niet kan ohtberen, ZOO kan ons hart de vreugde niet missen. Kunnen bloemen wel bloeien zonder het licht van de zon? Wij stammen uit het Huis des lichts en daarom keeren wy ons naar 't licht en de vreugde, zooals 't harte van de zonne-bloem naar de zon! „Sehnsucht zum 'Licht is des Lebens Gebot," zegt Ibsen: heimwee naar 't licht is 's levens gebod! De hoogste en schoonste levenstaak, zegt Schiller, is de menschheid ware vreugde te brengen. Een oud heidensch wijsgeer, Theodorus, noemt de vreugde het doel van alle wij zen. De Engelschman Carlyle zegt, dat de vreugde de sleutel Is, waarrhee men den ganschen mensch kan ontcyferen. En Dr. Wilhelm yon Keppler schryft in zijn pf&eht-boek Mehr Freude: De vreugde vermeerdert 's menschen kracht en arbeidsvermogen; ze geeft hoo- ger vlucht aan zyn willen en kunnen, maakt hem ondernemend en onversaagd, uit de vreugde worden koene besluiten en edele daden geboren; spelend helpt ze ons heen over moeilijkheden en tegen spoed; ze brengt de menschen dichter by elkander en versterkt den vriendschapflS" band! De vreugde is 't zeil van ons levens schip, 't vangt de ongunstige winden op en maakt ze dienstbaar voor snelle vaart. Beets zingt: Wees vroolijk! Vroolijkheid is kracht, Is kracht tot arbeid, kracht tot deugd, Daar wordt niets goeds, niets groots vol bracht, Dan bij innerlijke vreugd! Wat heeft dat de reine vreugde-heraut, Guïdo Gezelle, fijn en diep gevoeld, toen hij dichtte: Mijn hert is als een bloemgewas, Dat opengaande of toegeloken De stralen van de zonne vangt, Of kwijnt en pijnt, en hangt gebroken! Myn hert....!. mijn hert is krank en boos, En onstandvastig in 't verblijden; Maar als 't hem wel' gaat, éépen stond,! 't Kan dagen lang weer honger lijden! Niets is bemoedigender dan de ver schijning van een vroolijk, blij mensch! Geen schooner muziek dan de klank van een gullen laeh! Nauwelijks zijn de oogen van het kind open voor het levenslicht, of ze richten zich onbewust naar die stralende zon. de vreugde, zich openbarend in moeders blijen glimlach of in den hellen Schater lach uit lustigen kindermond. Hoe gemakkelijk kan men 'n kinder-hart doen jubelen van vreugde, de stra lende kinderoogen doen fonkelen van pret! Arme kinderen, die nqpit die echte, reine kindervreugde leerden smaken! ,,'t Is of duizend blondgelokte kinder kopjes met hun hei-stralende kinderkp- kers zich vragend tot mij richten't is of al die hel-stralende kinderoogen smee- kend klagen: O, geef ons wat vreugde; wij missen, de vreugde zoo!" (Dr. W. v. Keppler: Mehr Freude). Ja,: wie ook mp. r iets begrijpt van de kinderziel, wie kan lezen in die klare, reine kleuteroogen, wie 't leven en stre ven van die kleine wereld maar even aan dachtig gadeslaat, hij zal terstond erva ren, dat reeds vele van die teere knoppen verwelken voor ze bloesem en vrucht dra gen bij* gebrek aan die levenwekkende vreugdezon. Mij trof, eens, zegt Von Keppler, 't woord van den kindervriend, Jean Paul: „Och moeder, laat uw kinderen lachen; droog die tranen; het lange regenen op die jonge bloesems is zoo schadeiyk!" Een woord, dat onze moeders nooit mogen vergeten. „Laat uw kinderen lachen, droog die tranen!" Hoe treffend juist wordt dit be vestigd door Dr. Aug. Wibels, ln z'n „Sonne-Buch", als hp verhaalt, hoe hp eens op een vroegen Zondagmorgen in een van de verlaten volkswpken van Ber lin 'n arm, bleek stadskind tegenkwam dat. op 'n stralenden zomer-dag een arm zalig kamerplantje naar buiten droeg. Op z'n vraag wat het met dat plantje ging doen, antwoordde de bleeke kleine: ,,'k Zoek er 'n zonnig plekje voor, want wij hebben bij ons in huis geen zon!" Hoeveel arme, bleeke stadskinderen kun nen deze droeve klacht niet nazeggen Zonder zon kunnen ze niet leven! Reine vreugde, gezonde ievensblpheid, ziedaar den gouden schat van de zonnige jeugd. De jeugd moet zangend door het leven gaan! Laat de jeugd lachen en vroolijk zyn! Beneemt haar niet de heerlpke zorgeloo- ze blijheid des harten! Laat de stralende vreugde-zon nooit over hen ondergaan! Wee hun, over wier biyde jeugd al te vroeg de grauwe sluiers van droefheid worden gespreid, die al te vroeg in de schaduw loopen van het leven! Gezonde blpheid is levensbehoefte ook voor den man en de vrouw, die staan ln den vollen bloei van 't leven, indenhee- ten strijd van den drukken dag, op de volle markt van het bedrpvige leven! Wee hem, die zwoegen moet met den haat in het hart en 'n vloek op de lippen! Gelukkig hp, die zingend werkt en werkend zingt! Zelfs de grijsaard, die met het leven reeds heeft afgerekend en den grauwen levensavond ziet dalen over zijn weg, heeft nog behoefte aan wat vreugde en blijheid. Zeker, hp moge meewarig het grijze hoofd schudden over de luidruch tige uitgelaten Jeugd en vergeten dat ook hij eens z'nvreugde-lied uit deed schal len, toch strekken zich nog z'n bleeke, bevende handen naar de laatste vreug de-bloemen, die bloeien op z'n weg en 'n enkele lichte vreugdestraal kan de doffe, donkere kamers van dat versleten hart weer zetten in laatenden middag-gloed, zoodat hij weer kan spelen met de kin deren in het vaderhuis het dartele, blpe kinderspel"! Zitten vader en moeder, die oud en eenzaam zyn geworden, als 't feest is in huis, altijd op 't zonnigste plekje of wor den ze verwezen naar 'n vergeten hoekje alsof zp er niet bij hooren? Deelen zij gul mee in de feestende vreugde van het huis, of worden ze weggestuurd als de kinderen hun liefste liedjes zingen voor het versierde lichte kribbetje of scha teren van uitgelaten pret om de blpde verrassingen van den goeden kinder vriend St. Nicolaas, omdat voor hen de dagen van gullen lach al zoo lang voor bij zijn? Onthoudt dit toch: het ls een schoo- ne kunst zelf blij en gelukkig te zijn, maar nog schooner anderen blij en ge lukkig te maken! Goes. C. VIS. KOMKOMMERSLA 3 komkommers. 3 eetlepels slaolie. 4 eetlepels azpn. Peper, zout. Schil de komkommers, snpd er de bit tere punten af, snpd of schaaf ze in dunne plakjes of maak er met een sambaltrek ker lange, dunne reepjes van. Zet ze een half uur met zout bestrooid weg, giet er het vocht af en meng ze aan met olie, azijn en peper. Strooi er wat fyn gehakte peterselie over. CAPUCIJNERS (witte). 2K 3 K.G. capucyners 60 gram boter wat zout gehakte peterselie Bereiding: Dop de eapucijners, wasch ze en kook ze in ruim kokend water en zout gaar 30 minuten). Laat ze vlug uitlek ken; schud er de boter door en strooi er de fpn gehakte peterselie over. CATHARINA. Dameshemd, bovenwijdte 96100 c.M. Benoodigd: 3 el zachte katoen van 80 c.M. breedte, 2 el kant van 5 c.M. breedte voor den hals, l'A el smal kant voor de armsgaten. Iedere huisvróuw zal wel in staat zijn, dit mooie, en toch zoo eenvoudige hemd te maken. Men maakt eerst een patroon op de maten, die aan- i gegeven zyn, waarnarmen de breedte van het kant aan den hals er af knipt. Zoo als men ziet is midden voor 2 c.M. ex tra aangeknipt voor de plooitjes, welke worden ingestikt. Hiertoe neemt ge eerst het geknipte hemd midden voor precies in de helft.Vanaf deze middenvouw meet ge naar rechts eerst 2 c.M. dan 1.5 c. M., 4 c. M. 1.5 c.M. 1.5 c.M.; evenzoo meet ge naar links, waarna men op de gevonden punten een vouw maakt, en 't geheel er uit ziet, als het patroon, aangeeft. Dan kunt ge deze plooitjes ter breedte van 1.5 c.M. en ter lengte van 10 c.M. instikken. Voor- en achterkant worden verbonden met een platten naad, waarna men onderaan een zoompje instikt van ongev. 1 c.M. breedte. Nu 't kant langs' den hals. Hiertoe maakt ge langs het kant een inslag naar de goede zpde op één c.M. vanaf het patroontje, waan» men het kant aan de verkeerde zyde van het hemd opstikt, er voor zorgende, dat men de hoeken zooveel mogeiyk gelijk krygt, iets, wat met een weinig inspanning wel zal gelukken. De hoeken worden in gestikt en met D. M. C.-borduur-katoen afgefestonneerd. De rafels, welke aan de goede zyde zitten, worden afgewerkt met een smal biesje katoen, hetwelk na afwerking pl.m. 8 m.M. breed is, en dat van de uitknipsels van het hemd geknipt kan worden. Voor de arms gaten maakt men een inslag van c.M. breedte naar de verkeerde zijde, waarna men het smalle kantje langs zet, te beginnen by den zijnaad. De rafels aan de verkeerde zijde wor den met hetzelfde kantje weggewerkt. Wie de kunst van borduren verstaat, maakt middenvoor een lettertje of mo nogram op de aangegeven grootte, het welk het effect nog zal verhoogen. Een volgenden keer hoop ik u in hetzelfde genre een onderjurk te kunnen geven. DINY. I-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 7