Brieven uit Frankrijk
Buitenlandsch Nieuws
n n\emve%
Japon 1
FEUILLETON
Geen
Cadum
Zeep
Eerst
kijkend
RADIO-OMROEP
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928
BLADZIJDE 2
DE BEKEERING EENER
VEST AALSCHE
MAAGD
Een driftige bestuurder
RECHTSZAKEN.
Geen recht op uitkeering
andere zeep wordt
zooveel èekocht en
êeen enkele is zoo
èevraaéd bij de
beroemde actrices en
andere mooie vrouwen
van Frankrijk als
Het boterde niet
„Een Franschman Is een gedecoreerde mijn
heer, die steeds om brood vraagt en die
nooit de grenzen van zijn vaderland over
schrijdt." Die uitdrukking is bekend en zoo
als de meeste dezer uitdrukkingen heeft ze
een kern van waarheid.
Inderdaad is er geen land ter wereld
waar men zooveel gedecoreerde menseden
vindt als in Frankrijk. „Negen van de tien
Franschen hebben een lintje", zegt men ge
woonlijk; dat is overdreven evenals trou
wens die mop van de vrouw, die aang'.rte
kwam doen bij den commissaris van. Politie,
dat naar man spoorloos verdwenen was.
„Nog bijzondere kenteekenen?" vroeg de
commissaris, nadat het signalement was op
gegeven. „Ja, antwoordde de vrouw, hi]
droeg geen lintje". Maar dat ongeveer zes
tig procent der Franschen gedecoreerd zijn
d. w. z. een lintje in het knoopsgat
hebben dat geloof ik wel. «*e meeste van
die decoraties zijn natuurlijk niet echt en
er zijn b.v. in Parijs verschillende groote
winkels waar men alle mogelijke ridder-
Orden, medailles enz. koopen kan. Ik weet
niet of het in Holland verboden is de ver
sierselen van een ridderorde te dragen, die
men niet bezit, maar dat het zoo goed ais
nooit voorkomt, is wel zeker. In Frankrijk
echter is het heel gewoon en men gaat
hier een „lintjeswinkel" binnen om er zijn
knoopsgat te sieren, zooals bij ons een bloe
men winkek
Ook dat „steeds om brood vragen" is iets
typisch Fransch. In verreweg de meeste
restaurants hier, staat op ieder tafeltje een
mandje brood dat geregeld bijgevuld wordt.
Daarvoor zijn gewoonlijk speciale kellners
of meisjes, die dus niets anders te doen
hebben, dan te zorgen dat de broodmandjes
niet ledig raken. Af en toe echter ontsnapt
zoo'n mandje wel eens aan de waakzaam
heid van de „brooduitdeeling". De gevol
gen zijn dan meestal vreeselijkj De klant,
die juist zijn laatste stukje brood in den
mond heeft gestopt, steekt argeloos zijn
hand in het mandje om een nieuw stukje
te nemen. Hij vindt niets; de hand grab
belt heen en weer in het mandje, maar na
tuurlijk tevergeefs. In zoo'n geval is het
voor een Franschman onmogelijk verder te
etenWant onverschillig, of hij aan z'n
hors d'oeuvre, z'n vleesch of dessert bezig
is, brood moet er bij! „Du pain, schreeuwt
hij, il n'y a plus de pain!!" („Brood! er is
geen brood meer!!") En „Du pain! du
pain!!" schreeuwen onmiddellijk zijn tafel-
genooten mee. De menschen aan de andere
tafeltjes kijken angstig in hun mandjes om
te zien of bij hen hetzelfde onheil dreigt; is
hun mandje goed gevuld, dan eten ze kalm
door ieder voor zich, nietwaar?
andersontstaat er een soort tumult, dat
men in Holland slechts zou kunnen ver
oorzaken door een flinken brand, een moord
aanslag of iets dergelijks! Ja, de Fransch-
ïhan is nog steeds gedecoreerd en vraagt
bog steeds om brood.
- Maar zou hij voor de rest werkelijk aan
het veranderen zijn? Zou de hokvaste
Franschman globetrotter-neigingen gaan
aannemen? Te oordeelen naar de maga
zijnen „de maroquinerie" d. w. z. in reis
benoodigdheden, die in alle deelen der stad
als het ware uit den grond verrijzen, zou
men dat werkelijk gaan denken. In hun uit
stalkasten etaleeren ze dof-lederen koffers
met nikkelen sloten* breede wildlederen tas-
schen, lichte valiezen en reisnécessaires in
alle soorten. Sommige dezer koffers zijn zoo
dik en zoo solide, dat zelfs de zwaarste bijl
er geen kans tegen zou hebben (zijn de
kofferfabrikanten met hun gedachten nog
in de tijden der struikroovers?) andere
daarentegen zijn zoo licht en elegant ver
vaardigd als het zeldzaamste gedreven zil
ver. Alle zijn ze verleidelijk, door hun
schoonheid of door hun billijken prijs; want
er is keuze voor iederen smaak en voor
iedere beurs! En alle nooden ze als het ware
tot reizen. En indien men niet binnentreedt
in deze fraai gebouwde en schitterend inge
richte magazijnen, dan is het, omdat zeer
belangrijke, dringende bezigheden u weer-
nouden. Maar men droomt van groote
reizen die men gaat maken, belast met al
die mooie bagageDe Franschen moeten
dus wel groote reizigers zijn geworden, wil
len al die leverancier reden van bestaan
hebben. Tenminste, indien tiet niet de
vreemdelingen zijn, die al deze dingen
koopen
Emest Ctudal, een der oudere Frannhe
wielrenners, heeft gisteren het Fransche
kampioenschap achter motoren gewonnen.
Catudal is thans zevenendertig jaar en rijdt
reeds twintig jaar. Twintig jaar nu al, dat
hij iederen keer weer opnieuw, met wie
weet welke illusies in den strijd ging, en
iederen keer weer geslagen en gedesillusion-
neerd van zijn rijwiel stapte. Want Catudal
hoewel een der meest serieuze en een
der moedigste stayers der wereld heeft
nooit veel succes gehad en is steeds gebleven
een goede renner „du deuxième plan". Tot,
plotseling gisteren, het succes hem toe
lachte. En Catudal, de bescheiden, moedige
renner die over alle mogelijke goede
eigenschappen beschikte, maar geen snel
heid scheen hebben, list zijn jonge tegen
standers: den beroemden Grassin, den ge-
duchten Bréau en vele anderen, achter
zich en slosg alle records.
Na de race, toen d-s officials en vrienden
toesnelden, om den nieuwen kampioen geluk
I te wenschen, vonden ze hem op het mid
den-terrein, het hoofd verborgen in de
handenhuilend
„Laat me maar huilen, zei hij; toen zijn
oom, de bekende Georges Sérès, hem glim
lachend op den schouder klopte, laat mij
maar huilen, het is zoo mooi, weet u, dat..."
„Dat", het is de titel, de eer; behaald op
zevenendertigjarigen leeftijd; „dat", het is
het doel bereikt na een leven van training
strijd tegenslagen erw... volharding
Ja, dikwijls is de sport wel heel mooi
H. de J.
DE DUITSCHE REPARATIE-CRISIS.
De reparatie-agent, Parker Gilbert, heeft
dezer dagen een volledig verslag gepubli
ceerd over de Duitsche prestaties voor het
vierde, d.i. het laatste zoogenaamde proef
jaar, van het Dawesplan. Hij schijnt in het
verslag te hebben vermeden, om een oor
deel uit te spreken over het Duitsche repa
ratie-probleem, en is niet verder gegaan dan
een paar lakonieke beschouwingen. Opmer
kelijk in het verslag van Parker Gilbert is,
dat de beramingen en het verdeelingsplan
nauwkeurig overeenstemmen, zooals overi
gens bij een oppervlakkige beschouwing de
ontwikkeling van de reparaties tot nu toe
numeriek geheel en al schijnt te verloo-
pen volgens de berekeningen van 1924.
Do genraal-agent had op 31 Augustus
verleden jaar 185.49 millioen Mark kassa
vastgesteld; Zijn inkomsten bedragen 1750.39
jnillloen; hij heeft 1700.3 millioen getrans
fereerd en neemt een nieuw batig saldo van
189.49 millioen mee over in het vijfde za
ken-jaar. Van de betalingen, die bij het
verdeelingsplan voor Frankrijk zijn bepaald
qp 882.5 millioen, "heeft het tot nu toe 862.5
Ontvangen. Engeland, dat 370.1 moest krij
gen, 367; Italië voor 117.4: 119.5; België voor
87.4: 108.56; Joego-Slavië voor 58.8: 58.5; de
Vereenigde Staten voor 85.0: 85.2 millioen
Mark. Ook de overige reparatie-schuldei-
flehers, Roemenië, Japan, Portugal, Grie-
feBtland en Polen zijn met geringe af wij-
Hftgen, of naar beneden of naar boven, vol
gens het plan bedacht. Ook de prioriteits
betalingen voor den dienst van de Dawes-
leening (rond 90.5 millioen) en voor de ge-
Interallieerde commissies enz. (hiervoor wa
ren 10.8 millioen bepaald, maar slechts 8.3
uit te geven) blijven in het kader van het
verdeelingsplan.
Men mag niet over het hoofd zien, dat de
Dawes-overeenkomst als eerste poging om
de reparaties te regelen, voor Duitschland
in politiek opzicht van groote beteekenis
is geweest, daar hierdoor in zekere mate
de politieke sfeer gezuiverd werd, en de
grondslag gelegd voor een definitieve rege
ling in de toekomst. In dien geest beteekent
het Dawes-plan in de eerste vier jaar een
vooruitgang voor Duitschland, De Duitsche
economie heeft zich onder de bescherming
er van langzaam kunnen herstellen van den
toestand van 1924. Aan het eind van deze
periode kan objectief worden vastgesteld,
dat de opbouw van de Duitsche economie
onmogelijk zou zijn geweest zonder het
Dawes-plan; het buitenland heeft in zijn
bestaan voldoende veiligheid gezien tegen
over het risico door de politieke situatie van
Duitschland en heeft de noodige credieten
toegestaan
Bij de beschouwing van het verslag van
den reparatie-agent over het afgeloopen
tijdperk, wordt er van Duitschen kant nog
eens op gewezen, dat Duitschland reparaties
in den geest van de Dawes-overeenkomst
dus uit de overschotten van zijn actieve be
talingsbalans, niet heeft kunnen opbren
gen en de reparatie-betalingen van 5.5 mil
liard slechts formeel, door het opnemen van
buitenlandsche leeningen, hebben kunnen ge
schieden. De eerste vier jaar hebben niet
bewezen, dat de prestaties kunnen worden
gedragen, want het ligt geenszins in de be
doeling der deskundigen van het Dawes-
plan, dat Duitschland aan den eenen kant
wel 5.5 milliard betalingen heeft gedaan,
maar aan den anderen kant 8 tot 10 milliard
leeningen in het buitenland heeft opgeno
men, waarvan het grootste gedeelte is ont
trokken aan het economische productie-ap
paraat, de opbrengst van zijn deviezen werd
n.l. gebruikt voor het bare transfer. Daar
door is de verkeerde voorstelling ontstaan
van een gunstige transfer-politieke situatie
en Duitsche welvaart. Dit schijnt maar zoo
door het toevloeien van buitenlandsche gel
den.
Het reparatie-vraagstuk is dus op hei
oogenblik, ondanks de vier proefjaren
misschien nog moeilijker, dan toen het Da
wes-plan werd opgesteld. Zekere kapitaal
bewegingen, die aan het begin van de Da-
wes-periode zijn ontstaan door het terug
vloeien van gevlucht Duitsch kapitaal en
door de versterking van de goud- en devie
zen-dekking bfj de Rijksbank, zijn inderdaad
tot stilstand gekomen. Prestaties, waarvoor
het buitenland tribuut verplicht is aan
Duitschland, zooals het scheepsverkeer, de
opbrengst van patent-rechten en van de
sterk afgenomen deelneming der Duitsche
economie in het buitenland, hebben volgens
schatting van het Duitsche Statistische
Reichsambt in de afgeloopen vier jaar on
geveer 1.2 milliard bedragen. Da is
misschien twintig percent van de som, wel
ke de Duitsche betalings-balans in de laat
ste vier jaar passief is geweest, zoodat de
rest hoofdzakelijk door buitenlandsche lee
ningen en waren-credieten op koren termijn
moest worden opgebracht. De vraag, waar
op het bij het reparatie-probleem aankomt,
blijft dus nog onbeslist: n.l. of Duitschland
ook zal kunnen betalen, zoodra het gedwon
gen is, uit eigen kracht zijn reparatie-beta
lingen te volbrengen. In ieder geval zal er
een oplossing moeten worden gezocht en
gevonden.
DE ONTRUIMING VAN HET RIJNLAND
Pessimisme te Londen
LONDEN, 18 Sept. V.D. Naar Pertinax
in de „Daily Telegraph" uit Genève meldt,
acht men het tot stand komen van een
overeenkomst inzake de ontruiming van het
Rijnland nog lang niet zeker De Fransche
regeering zal, naar Pertinax meent, Duitsch
land de ontruiming van de tweede zone
als „spontane geste" toestaan zoodra de
Duitschers in den loop van de besprekingen
bewijs van goeden wil hebben gegeven.
De houding van de officieele Engelsche
kringen ten opzichte van het resultaat der
besprekingen in zake de ontruiming van het
Rijnland is, naar de diplomatieke medewer
ker van de „Daily Telegraph" meent, tot
nu toe sceptisch. Men gelooft niet, dat het
mogelijk zal zijn, dat het benoodigde bedrag
voor het stichten van een herstelfonds zon
der hulp van de Vereenigde Staten bijeen
kan worden gebracht, noch dat Duitschland
zal toestemmen in een toezicht in het Rijn
land na den in het Vredesverdrag vast-
gestelden termijn van 1935.
Van Fransche zijde zou zijn voorgesteld
de zetel van den te stellen commissie in
Luxemburg te vestigen.
De „Times" is eveneens van meening, 'dat
geen belangrijke vorderingen te Genève zijn
gemaakt. Het blad wijst er op, dat bij de
kwestie van de ontruiming van het Rijnland
en het herstelvraagstuk ook nog de kwestie
van de geallieerde oorlogsschulden moet
worden opgelost. De onderhandelingen zullen
dientengevolge zeer moeilijk zijn.
Het openen der onderhandelingen geeft
echter hoop vandaar dat Groot-Brittannië
de besprekingen van Genève toejuicht.
GENèVE 18 Sept. V. D. In goed inge
lichte kringen te Genève verwacht men, dat
de diplomatieke onderhandelingen over de
ontruiming van het Rijnland midden-Octo-
ber zullen aanvangen met het wisselen van
nota's door de ambassadeurs in de hoofd
steden der geallieerde landen.
Tijdens de December-zitting van den
Raad van den Volkenbond, zal een nieuwe
conferentie van de vertegenwoordigers van
de zes betrokken mogendheden plaats vin
den. Aan deze conferentie zal ook België
deelnemen, al is dit land dan niet als lid
van den Raad van den Volkenbond te
Genève vertegenwoordigd. Op deze confe
rentie zullen de resultaten van de diploma
tieke onderhandelingen nader onderzocht
worden en zullen besprekingen worden ge
voerd over de verdere stappen, welke zullen
moeten worden ondernomen.
DE RIJKSKANSELIER TERUG
BERLIJN, 18 Sept; V. D. De Rijkskan
selier Hermann Muller is hedenmorgen
8.50 uur te Berlijn teruggekeerd. Op het
station werd hij door verscheidene ministers
begroet.
Hedenmorgen te half twaalf werd een ka
binetszitting gehouden, onder voorzitterschap
van den Rijkskanselier.
RIJKSKANSELIER MÜLLER EN DE
DUITSCHE PERS
BERLIJN, 18 Sept. (V. D.) Rijkskanselier
Muller heeft Dinsdagmiddag de vertegen
woordigers van de Duitsche pers ontvangen.
Betreffende de onderhandelingen te Genève
en het daarbij door de Duitsche delegatie in
genomen standpunt kan nog het volgende
worden opgemerkt: De Duitsche delegatie is
tot het einde toe de meening toegedaan ge
weest, dat van samenhang tusschen de drie
punten, waarover de onderhandelingen lie
pen, te weten de ontruiming van het Rijn-
'and, de kwestie van de herstelschulden en de
van Fransche zijde verlangde Commissie voor
vaststelling en vergelijken, geen sprake is.
Een verbinden van deze drie kwesties zou, af
gezien van andere motieven, reeds daarom
niet te rechtvaardigen zijn, omdat de Duit
sche delegatie, respectievelijk de Rijkskanse
lier, het optimisme van Briand, dat de onder-
Amsterdam
Nieuwendijk 225-229
Utrecht
Oude Gracht 151
48
Flora en Cypasis snelden intusschen
maar steeds voort, de Amata hield de hand
va nbnar trouwe slavin stevig vast. Haar
eerste schrik greep haar plotseling weer aan
en met hijgende stem riep zij:
Red mijverberg mij
En zij trok haar mede, waarheen?Op
gevaar af te verdwalen, vluchtte zij altijd
maar voort over wegen en voetpaden en
drukbezochte plaatsen.
Cypasis kwam net eerst weer tot bezin
ning. Daarna gewend om te overleggen en
Flora in kleine en groote gevaren van net
leven te leiden, begreep zij, dat het onge
lukkige meisje verdwaalde.
Zij beschouwde nauwkeurig de plaats,
waar zij zich bevonden en bemerkte van
verre het dak van een landhuis. Zij oor
deelde juist, dat ze daarheen haar gezellin
moest heenbrengen. Ook haar vermomming
wees er op, dat ze waarschijnlijk hier ver
borgen werd. Zoodra Maura, die een rond
gang deed haar bemerkte, snelde ze haar
tegemoet en voordat ze Flora kon onder
vragen, hoorde zij deze woorden:
Dit is Cypasis, mijn slavin. Zij heeft
mij naar u teruggebracht. Maar Silvia
vervolgt ons. Verberg ons Maura, op een
plaats, waar we onvindbaar zijn.
De vrouw van den beheerder hief hare
oogen ten hemel en mompelde eenige stil
le verwijten tot het jonge meisje. Waarom
ging zij naai deze zijde der tuinen? Waarom
verwijderde zij zich van den kring welken zij
haar had aangewezen?
Zonder te antwoorden volgde Flora haar
in de kamer, waar zij woonde. Maar daar
begaven haar de krachten. Lang uit viel zij
op den grond Maura en de slaven beurden
haar op en riepen niemand, zy legden
haar op een bed en om haar weer tot be
wustzijn te brengen, wendden zij alle midde
len aan, die in dien tyd bekend waren.
Zij slaagden hierin maar half. Flora opende
wel is waar hare oogen, toen men hare pol
sen met koud water waschte, maar haar sta
rende blik herkende niet degenen, die haar
verzorgden. Telkens streek zy met de hand
over haar voorhoofd. In tegenstelling met zoo
juist, waren hare wangen nu donkerrood. In
haar koorts sprak ze over den tempel, het
college, het vuur, het graf en ook over de
catacombe der christenen.
Maura verwyderde zich op korten afstand
van het bed en beschouwde haar met be
droefden blik.
zy is ernstig ziek, zeide ze.
Cypasis hernam:
Het is beter, dat ze eenige dagen koorts
heeft, dan dat ze weer aan hare vijanden
wordt overgeleverd. Maar hoe is het moge
lijk, dat ik mijne meesteres hier terugzie?
Welke macht heeft haar bevryd? Heb ik
haar dan niet langs de ladder zien afdalen
om in het hol een vreeseiyken dood te vin
den?
De verstandige vrouw antwoordde ont
wijkend, dat trouwe vrienden tusschen beide
waren gekomen en de Amata hadden kunnen
redden. Evenals Silvia, meende ook Cypasis
dat het geld van de familie van Flora het
middel was geweest om haar te bevrijden
en daarom stelde ze geen andere vragen.
zy vroeg aan Maura of ze den avond
en den nacht bij het bed van Flora mocht
doorbrengen en vertelde haar wat haar was
overkomen, dat wil zeggen, haar verlangen
om in het paleis van Aglaé te worden opge
nomen, haar bezoek met Silvia, de verdwy-
ning tenslotte van deze laatste die haar on-
getwyfeld niet had kunnen Inhalen.
Tegen den avond werd de zieke rustiger.
Weldra viel zij in een diepen slaap. De belde
vrouwen konden dus samen praten en over
leggen. Waar zou de gevreesde Vestaalsche
maagd zijn gebleven? Misschien was ze, toen
ze haar prooi zag ontsnappen, naar ds villa
teruggekeerd. Dan zou het goed zijn om
Aglaé met haar booze plannen in kennis te
stellen opdat Flora in veiligheid kon worden
gebracht. Het was een zaak, die men zoo
handelingen betreffende de herstelschulden
spoedig tot een goed einde gebracht zouden
worden, nimmer heeft kunnen deelen. Daar
tegenover heeft Duitschland den eisch tot al-
geheele ontruiming van het Rijnland in
optima forma gesteld. In de slotonderhande-
üngen van Zondag 1.1. heeft Müller tegenover
Briand verklaard, dat hy niet kon afwüken
van zyn standpunt en dat van de Rijksregee-
ring inzake de door Briand gewenschte com
missie. Ook tegenover Lord Cushendun, die
een bemiddelingsvoorstel heeft willen doen,
heeft Müller zich in gelijken zin uitgelaten.
EEN KOPENICKIADE IN HAMBURG
HAMBURG, 18 September Maandag
avond tegen half elf verscheen aan het sta
tion van de ondergrondbaan een man in
spoorweguniform, die een kist met uitrus
tingsstukken droeg. Hy verzocht den be
ambte om den sleutel van het plaatskaar-
tenverblijf, daar hij voor een zieken collega
dienst moest doen en zijn uitrustingskist
wilde wegzetten. De man kreeg den sleutel,
zocht het plaatskaartenverblijf op en verliet
dit onder achterlating van de reserve-uit
rustingskist.
Volkomen in orde leverde hij den sleutel
weer af aan den ambtenaar.
Naderhand werd vastgesteld, dat hy uit
een cassette 3 geldbuidels ontvreemd had
met een inhoud van 2464 Mark.
DE HANDEL IN BLANKE SLAVINNEN
LONDEN, 18 Sept. V. D. Lord Cushen
dun heeft heden in de vergadering van den
Volkenbond een rede gehouden, betreffende
den handel in blanke slavinnen, waarin hy
zeer den nadruk legde op het belang van
het onderwerp. Hij onderschreef met klem
de eenstemmige meening van experts, die
de commissie samenstelden en die het
systeem van huizen met vergunning ver-
oordeelen. Hij onderschreef tevens den raad
van de commissie steviger maatregelen te
nemen tegen mannen, die leven van immo-
reele verdiensten door vrouwen. Warm on
dersteunde Lord Cushendun de raadgevin
gen van de commissie, welke het in dienst
nemen van vrouwelijke politie begunstigt,
ten einde den handel in blanke slavinnen
te voorkomen en de zeden van jonge men
schen te beschermen. Hij zeide dat de erva
ring bewezen had, dat het benutten van
vrouwelijke politie zoo nuttig was, dat hy
er volkomen zeker van was, dat de openbare
meening in Engeland uitbreiding van het
systeem zou ondersteunen.
Mevrouw Ethel MacDonnell bracht de
vrouwelijke politie in Australië ter sprake en
deelde mede, dat deze voortreffeiyke succes
sen boekte. Zoo patrouilleerden zij in werk-
mans- en havenkwartieren zonder ooit te
worden gemolesteerd.
DE SLAVERNIJ
LONDEN, 18 Sept. V. D. Locker Lamp-
son, de Engelsche ondersecretaris van bui
tenlandsche zaken, heeft aan den Volken
bond rapport uitgebracht over de slavernij.
Hierin dringt hy er op aan, dat alle landen,
die de anti-slaverny conventie nog niet
onderteekend hebben, zulks alsnog doen, ten
einde de slavernij definitief af te schaffen
in de beschaafde wereld.
DE DENGUE-KOORTS
MILAAN, 18 Sept. (V. D.) Een wetenschap
pelijke commissie onder leiding van professor
Gobba van de Universiteit van Parma heeft
zich naar Griekenland begeven, ten einde al
daar een studie te maken van de dengue-
koorts.
AUTO DOOR EXPRES-TREIN
OVERREDEN
PARIJS, 18 September De Spaansche
expres-trein van Saragossa liep by een over
weg op een auto, waardoor 4 personen ge
dood en 2 zwaar gewond werden.
EEN TEGENSPRAAK VAN PRIMO
DE RIVERA
PARIJS, 18' Sept. v. D. Volgens een be
richt van de „Quotidien" heeft Primo de
Rivera een verklaring gepubliceerd, waarin
wordt medegedeeld, dat de berichten in de
buitenlandsche pers over de in Spanje ont
dekte samenzwering en het aantal in ver
band daarmede gearresteerde personen
sterk overdreven zyn. Het grootste gedeelte
der gearresteerden is Maandag weer in vry-
heid gesteld. Het aantal gevangenen be-
daagt niet meer dan vijftig in elke stad,
waar een centrum van de samenzwering was
gevestigd.
HUISZOEKING EN ARRESTATIES IN
MADRILEENSCHE VRIJMETSELAARS
LOGE
PARIJS, 18 September Naar wij ver
nemen, heeft de politie in het gebouw van
de vrijmetselaarsloge te Madrid een huiszoe
king gedaan en den grootmeester der Loge,
Anguiano en andere persooniykheden gear
resteerd. Ook in de bureaux der Liga von
den huiszoekingen plaats, waarbij de politie
op een groot aantal documenten beslag ge
legd heeft. De gearresteerden werden naar
de gevangenis Modelo te Madrid gebracht,
waar zy streng bewaakt worden en geen
onderling verkeer mogen hebben. De kasten
en deuren van de vrymetselaarsloge zijn
verzegeld en verscheidene beambten houden
dag en nacht voor het huis de wacht om
iedereen te arresteeren, die daar een bezoek
mocht brengen. Er moet zich onder de sa
menzweerders een groot aantal buitenlan
ders, vooral Franschen, Engelschen en Duit
schers bevinden.
stil mogelijk moest houden. De Patricische
bezat een ontzaghjken rijkdom. Flora was
in het openbaar gestraft, het vuur was weer
ontstoken. Men mocht aannemen, dat de
senaat, die hare goederen had in beslag ge
nomen, niets meer van haar zou eischen en
de oogen zou sluiten voor het ongelukkige
leven van een arm meisje, dat niets bezat en
nu onbekend was.
Cypasis en Maura waren er echter niet
minder bezorgd om. Zy waren naast elkan
der gezeten in het lage en bijna armoedige
vertrek. Cypasis ging geheel op in het ont
waken, de gezondheid en het leven harer
meesteres, die zij op zoo'n wonderbare wijze
had wedergevonden. Maura, die praktischer
van aard was meende, dat men Aglaé zoo
spoedig mogelijk moest waarschuwen.
Een doffe slag weerklonk op de deur toen
het zonlioht door de smalle getraliede ven
sters begon te schijnen. Maura stond op en
deed de deur open. Rfricanus stond voor
haar.
Wat is er? zeide zy. Wat wilt gy?
Zij slaapt
Men heeft zoo juist, antwoordde hy
kalm, het lijk van een in het wit gekleede
vrouw, een priesteres, in de Anio gevonden.
Zonder twijfel is het een vriendin van deze!
Een vriendin, riep Cypasis uit, zeg een
vyandin en de goden zyn rechtvaardig ge
weest door ons van haar te verlossen. Gis
teren vervolgde zij ons. hare bedoelingen wa
ren niet prijzenswaardig.
Men moet onze meesteres hiermede in
HET DEELNEMEN VAN AMERIKA AAN
■DE SCHULDENBESPREKINGEN
NIET NOODIG?
kennis stellen zeide Maura, men zou kunnen
gelooven, dat ze vermoord was, en ge weet,
de christenen worden altijd van misdaden
beschuldigd, die anderen hebben bedreven.
Ga dus Africanus en vertel uw wedervaren
aan de edele Aglaé.
Wie is deze vrouw? vroeg de man, alvo
rens weg te gaan, terwyl hij Cypasis aankeek
Haar vroegere kamenier, antwoordde de
laatste. Wees gerust, zij zal haar niet verra
den.
Africanus vertrok in alle haast naar de
villa. Op zijn bevel was het UJk van Flora
reeds naar een boschje gebracht, waar haar
witte gedaante nog langer scheen in de scha
duw de boomen. Rondom haar stonden de
dragers van haar draagstoel en de dienaren
die in dienst waren op de villa Vele toonden
niet de geringste droefheid, maar waren
slechts verrast De trotsche Amata was niet
bemind. Te midden van deze groep stond Py-
ladus te praten die gekomen was om nieuw
tjes te weten te komen v. z'n weldoener Boni
facius. Over zyn vertrek kon hy zich slechts
troosten met de hoop hem spoedig terug te
zien
Hoe was Silvia gestorven? Naar het zeggen
van den koopman, die van sensationeele ge
beurtenissen hield, had zy zich zelf gedood,
zy droeg verborgen leed of een bedrogen eer
zucht.
—Wie weet het, zeide een der dragers
boosaardig. Misschien had ze wel schulden.
Pyladus begon te lachen
Om schulden zich zelf vermoorden?
Neen, werkelijk dat kon men niet gelooven.
Deze Amata was rijk, zeer ryk Hare erf
genamen zullen niet weenen.
En hy zuchtte diep.
Twee priesteressen tegeiyk, hernam by
dat is veel. Het college wordt wreed getrof
fen. Het noodlot rust op haar, die het be
wonen. Men moet het bezweren. Ik voor my
voel altyd sy'pt, dat dat arme meisje daar be
neden begraven ligtGy weet wel waar...
Ik zie haar nog in mijn winkel, terwijl zy
leunde tegen mijn toonbank en dolken uit
koos
Hy zweeg, de hand van Silvia hield nog
met een wanhopige beweging het kleine
wapen omkneld met den slangenkop, welk
Flora haar ten geschenke had gegeven om
haar te plagen
De oude koopman kwam dichter by en
raakte zachtjes met den vinger het voor
werp aan, dat hy zoo duur verkocht had
Kyk zeide hij, kijk, hier heb Je het wapen
dat zy had gekozen. Die groene oogen, die
roode tong schynen te leven. Het beest heeft
zich werkeiyk tegen Silvia gekeerd. Zou de
oude Octavia de kracht bezitten om deze
nieuwe ramp te dragen? Men beweert, dat ze
veel is veranderd en zeer mager is geworden.
Het schynt mij, viel een der omstanders
hem in de rede dat het noodig is, haar met
den dood van Silvia in kennis te stellen.
(Wordt vervolgd.)
NEW-YORK, 18 September Naar in
Amerikaansche kringen verluidt, heeft de
Amerikaansche consul aan Kellogg getele
grafeerd, dat het deelnemen van Amerika
aan het uitwerken van veranderingsvoor-
stellen der reparatiekwesties niet noodig is.
SCHIPBREUK OP HET MEER
VAN HURON
Zestien dooden.
OWEN SOUND (Ontario), 18 Sept. Het
s.s. „Manisco", dat passagiers en goederen
vervoerde, is Zaterdag op het meer van
Huron met een bemanning van 17 leden en
vier passagiers gezonken. Vyf werden zes
tig uur later totaal uitgeput aangetroffen
door het s.s. „Manitoba" en gered. De chef
machinist overleed echter ten gevolge van
het doorgestane Ujden.
Men vreest, dat de 16 overgebleven schip
breukelingen zijn omgekomen.
DE ORKAAN IN WEST-INDIë
LONDEN, 18 Sept. V.D. De admirali
teit deelt mede, dat, naar aanleiding van
den orkaan in West-Indië, aan den kruiser
Durham bevel is gegeven naar Colon te
varen, in geval hulp noodig is in Bahama.
Het schip kan Nassau zoo noodig den 25en
September bereiken.
Het bezoek van de Durham aan Acapulco
en Punta Arenas is thans afgelast.
HONGERSNOOD EN TYPHUS OP DE
BAHAMA-EILANDEN
LONDEN, 18 September Een telegram
van den commissaris spreekt van 50 dooden
in het eilandengebied en 8000 dakloozen.
Volgens nadere berichten .-nit San-Juan
zijn duizenden personen zonder levensmid
delen. Een groot aantal heeft reeds zelf
moord gepleegd. Te Aquadilla is typhus 'uit
gebroken. Volgens authentieke berichten uit
Tampa en Jacksonville beweegt de tornado
zich thans in Noordoostelyke richting voort.
Zijn kracht is echter, naar berichten van
het weerbureau te New-York belangryk af
genomen. De directie van het Roode Kruis
te New-York heeft een telegram ontvangen
volgens hetwelkin Bearboach 35 personen
dood of vermist zijn. In Fort Lauderdale
zyn 8, in Delray 6 personen om het leven
gekomen. Het meer Okeechobee, het groot
ste binnenmeer in het zuidelijk deel van
Amerika is aan alle kanten buiten zyn
oevers getreden. 15 personen zyn verdron
ken.
Lijkverbranding is geen begraven
In 1926 deed de Centrale Raad van Beroep
te Utrecht uitspraak in zake de vergoeding
voor begrafeniskosten, die by een ongeval
met doodelyken afloop krachtens de ongeval
lenwet van 1921 wordt verleend. Toen heeft
de Raad die vergoeding geweigerd toe te ken
nen aan de weduwe van een doodelijk ge
troffen werkman, omdat het lyk van dien ge
troffene niet was begraven, doch verbrand.
Thans kan de „Tel." mededeelen, dat de
Centrale Raad, blijkens een door hem op 6
dezer gedane uitspraak, aan het door hem
Ingenomen standpunt is blijven vasthouden
ook by de toepassing der Ouderdomswet 1919.
Deze wet bepaalt ni„ dat by overleden van
een verzekerde In een bepaald geval en onder
zekere voorwaarden een bedrag van 100
wordt uitbetaald aan degene, die voor de
begrafenis van den verzekerde heeft ge
zorgd.
Gelet nu op bovenvermelde uitspraak van
Een hard stuk |pa fÈ$
zeep.dat tot het VJ? Jg|gC|, fjf
laatste vliesje Jw pè
éebruikt kan Mf |jj
worden Ê$r*M %r W
DONDERDAG, 20 SEPTEMBER.
HILVERSUM, 1071 M. 12.302 Lunch ziek door het
t rio ■'erhey. 6- 30 Concert do- r het kwartet Rent
meester. 89 Concert door het Omroep-orkest o.l»
van Nico Treep. 9.0510 uur Rococo-uurtje, Elise
Grassa met Margie Morris a. d. vleugel. Liederen uit de
18de eeuw. 10 uur Persber. 10.1011.10 Een pot
pourri-programma door het Omroep-orkest.
HUIZEN, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) Uitsluitend N.C.-
R.V. uitzendingen. 12.30—1.45 Concert, Mevr. E.
d. Berg zang. Cuyoers, rgel en piano, Mej, M. Am
sterdam, zangbegel. 5.307 Concert Mej. W. Herten
sopraan, R. Hendriks, cello J. Broek, piano. 8 uur
Concert.Mej. M. v. d. Be k zangeres, Mej. L. C. Diehl,
declamatie, P. v. d. Beek, piano, W. Peuhk, piano.
DAVENTRY, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gra-
mofoonmuziek. 3.20 Vesper van c* Westminster Ab
bey. 4.05 Lezing. 4.20 Concert, orgelbespeling.
4.50 Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dans
muziek. 6.35 Landbouwber. 6.40 Muziek. v.50
Nieuwsber. 7.05 Voor padvindsters. 7.20 Novellen-
voorlezing. 7.35 Koorzang, Madrigalen. 7.45
Lezing: lGass-making 8 05 Welsh concert door de
Caernarvon Choral Sociëty, O. Bryngwyn, bas, N.
Richards, harp. L. Megane, alt, W. Glynne, tenor,Gwen-
fron, Eluned, Elfred, Goodwin-kwartet. 9.35 Lezing:
The way of the world. 9.50 Nieuwsber. 10.10 Con-
ce t, A. Bonucci, cello, E. Isaacs, oiano. 10.50—12.20
Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 12.50—a.io Or
kestconcert. 4.055.05 Trio-concert. 8.5011.20
Concert-Orkest, Mme. Coiffier, zangeres, Hr. Capitaine
Hr. Tonio en Hr. Regis, zang.
LANG bNBERG, 469 M. 12.25 Mechanische muziek.
1.252.50 Orkestconcert. 6.056.50 Orkestconcert.
8.20 Concert door het Klein-Orkest. 9.20 Fontane
avond, F. Worm, declamatie, R. Rieth, zanger, W.
Strienz, bas, E. Grape, begel. Werag-strijkkwartet.
Daarna tot 12.20 De Wirtz-Symphonie-band.
KONIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. (ZEESEN).
12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert.
6.208.05 Lezingen. 8.35 Kerkconcert, T. Feeck,
alt, M. Fest, orgel. Orkest. 9.35 Lezing: Sinclair.
10.5012.50 Dansmuziek.
HAMBURG, 395 M. 4.3<» Voorlezing u. d. werken van
Sinclair. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Orkestconcert.
7.45 Lezing. Daarna tot 11.20 Cabaret.
BRUSSEL, 509 M. 5.20 Trioconcert. 6.55 Orkestcon
cert. 8.35 Gramofoonmuziek. *.50 Klassiek con
cert in het Casino te Spa. 10.50 sluiten.
den Cenralen Raad van Beroep, had het be
stuur der Rijksverzekeringsbank dit bedrag
van 100 niet willen uitkeeren omdat geble
ken was, dat het lijk van verzekerde niet was
„begraven," doch verbrand.
De erfgenaam vond echter dat een derge
lijke enge interpretatie van het woord begra
fenis niet in de bedoeling van den wetgever
had gelegen, waarom hij dan ook tegen de
beslissing in beroep kwam.
De Raad van Beroep te 's-Gravenhage
schaarde zich echter geheel aan de zijde der
Rijksverzekeringsbank, welke uitspraak thans
in hoogste instantie is bevestigd.
De Hooge Raad heeft in cassatie behan
deld de zaak van iemand die in eersten aan
leg door de Haagsche rechtbank tot vier
maanden en in hooger beroep door het
Haagsche Hof is veroordeeld tot één mand
gevangenisstraf wegens mishandeling zwaar
lichamelijk letsel ten gevolge hebbende.
Het betreft hier de zaak, die zich op 18
Augustus van het vorig jaar op de Laan
van Meerdervoort ter hoogte van Bronovo
heeft voorgedaan, toen requirant van cas
satie plotseling uit zijn auto stapte en den
bestuurder van een anderen auto, waarvoor
hij had moeten stoppen, mishandelde. De
gevolgen van die mishandeling waren een
hersenschudding en een sterke vermindering
van het gezichtsvermogen by dien bestuur
der.
Voor requirant werd gepleit door mr. Van
Gigh, uit Amsterdam, die vier cassatiemid
delen toelichtte.
De procureur-generaal zal 1 October con
clusie nemen.
In eenzelfde straat te Amsterdam zyn
twee goudsmidswinkels gevestigd. De eige
naars zijn zwagers, maar boteren doet t
niet tusschen hen en de onderlinge twisten
liepen ten slotte zóó hoog, dat beiden gis
teren naar het „Hbld-" verhaalt, voor de
Vierde Kamer der Rechtbank te Amsterdam
verschenen, de een als verdachte en de
ander als getuige.
In den avond van 30 Juni had de getuige
een paar menschen in zyn winkel gehad en
kort daarop kwam verdachte binfienloopen,
roepende: ,ik vermoord je!"
Volgens getuige had verdachte een revol
ver, een browning, in de hand. Hij maakte
het wapen open, deed er iets in en trok den
haan over Getuige zei geen vuurstraal ge
zien te hebben, maar wel een vonk. Vervol
gens sleepte verdachte den getuige naar
buiten en sloeg hem met de revolver zoo
op het gezicht, dat een bloedende wonde
ontstond.
Verdachte ontkende. Een pistool heeft hy
niet in de hand gehad. Hy heeft zich enkel
verweerd, omdat de getuige hem In het ge
zicht geslagen had.
„Een pertinente leugen", verklaarde ge
tuige. „Ik begreep zelfs niet eens waarom
verdachte zoo optrad als hy gedaan heeft."
President mr. Huysinga: Er schynt een
soort van wrok tusschen u en verdachte te
bestaan.
Getuige: Ja, jaloezie, omdat ik myn zaak
een beetje beter aanpak dan hy.
Pres.: Is u vroeger niet by hem in de
leer geweest?
Get.: Gelukkig niet.
De verdediger mr. Jan Doets: Is 't niet
waar, dat u zijn klanten uit den winkel lokt?
Get.: Nooit gedaan.
Mr. Doets: Hebt u hem vroeger nooit met
een ploertendooier geslagen?
Get.: Neen, nooit.
Verdachte's schoonvader was als getuige
gedagvaard, maar verzocht niet onder eede
te worden gehoord. Overigens verzocht hy
voor zijn schoonzoon een voorwaardelijke
veroordeeling.
Het O.M. mr. Versteeg, eischte één maand
gevangenisstraf, voorwaardelyk, met een
proeftijd van drie jaar.
Uitspraak 2 October a s.