Brieven uit Frankrijk Buitenlandsch Nieuws n n\emve% Japon 1 FEUILLETON Geen Cadum Zeep Eerst kijkend RADIO-OMROEP TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1928 BLADZIJDE 2 DE BEKEERING EENER VEST AALSCHE MAAGD Een driftige bestuurder RECHTSZAKEN. Geen recht op uitkeering andere zeep wordt zooveel èekocht en êeen enkele is zoo èevraaéd bij de beroemde actrices en andere mooie vrouwen van Frankrijk als Het boterde niet „Een Franschman Is een gedecoreerde mijn heer, die steeds om brood vraagt en die nooit de grenzen van zijn vaderland over schrijdt." Die uitdrukking is bekend en zoo als de meeste dezer uitdrukkingen heeft ze een kern van waarheid. Inderdaad is er geen land ter wereld waar men zooveel gedecoreerde menseden vindt als in Frankrijk. „Negen van de tien Franschen hebben een lintje", zegt men ge woonlijk; dat is overdreven evenals trou wens die mop van de vrouw, die aang'.rte kwam doen bij den commissaris van. Politie, dat naar man spoorloos verdwenen was. „Nog bijzondere kenteekenen?" vroeg de commissaris, nadat het signalement was op gegeven. „Ja, antwoordde de vrouw, hi] droeg geen lintje". Maar dat ongeveer zes tig procent der Franschen gedecoreerd zijn d. w. z. een lintje in het knoopsgat hebben dat geloof ik wel. «*e meeste van die decoraties zijn natuurlijk niet echt en er zijn b.v. in Parijs verschillende groote winkels waar men alle mogelijke ridder- Orden, medailles enz. koopen kan. Ik weet niet of het in Holland verboden is de ver sierselen van een ridderorde te dragen, die men niet bezit, maar dat het zoo goed ais nooit voorkomt, is wel zeker. In Frankrijk echter is het heel gewoon en men gaat hier een „lintjeswinkel" binnen om er zijn knoopsgat te sieren, zooals bij ons een bloe men winkek Ook dat „steeds om brood vragen" is iets typisch Fransch. In verreweg de meeste restaurants hier, staat op ieder tafeltje een mandje brood dat geregeld bijgevuld wordt. Daarvoor zijn gewoonlijk speciale kellners of meisjes, die dus niets anders te doen hebben, dan te zorgen dat de broodmandjes niet ledig raken. Af en toe echter ontsnapt zoo'n mandje wel eens aan de waakzaam heid van de „brooduitdeeling". De gevol gen zijn dan meestal vreeselijkj De klant, die juist zijn laatste stukje brood in den mond heeft gestopt, steekt argeloos zijn hand in het mandje om een nieuw stukje te nemen. Hij vindt niets; de hand grab belt heen en weer in het mandje, maar na tuurlijk tevergeefs. In zoo'n geval is het voor een Franschman onmogelijk verder te etenWant onverschillig, of hij aan z'n hors d'oeuvre, z'n vleesch of dessert bezig is, brood moet er bij! „Du pain, schreeuwt hij, il n'y a plus de pain!!" („Brood! er is geen brood meer!!") En „Du pain! du pain!!" schreeuwen onmiddellijk zijn tafel- genooten mee. De menschen aan de andere tafeltjes kijken angstig in hun mandjes om te zien of bij hen hetzelfde onheil dreigt; is hun mandje goed gevuld, dan eten ze kalm door ieder voor zich, nietwaar? andersontstaat er een soort tumult, dat men in Holland slechts zou kunnen ver oorzaken door een flinken brand, een moord aanslag of iets dergelijks! Ja, de Fransch- ïhan is nog steeds gedecoreerd en vraagt bog steeds om brood. - Maar zou hij voor de rest werkelijk aan het veranderen zijn? Zou de hokvaste Franschman globetrotter-neigingen gaan aannemen? Te oordeelen naar de maga zijnen „de maroquinerie" d. w. z. in reis benoodigdheden, die in alle deelen der stad als het ware uit den grond verrijzen, zou men dat werkelijk gaan denken. In hun uit stalkasten etaleeren ze dof-lederen koffers met nikkelen sloten* breede wildlederen tas- schen, lichte valiezen en reisnécessaires in alle soorten. Sommige dezer koffers zijn zoo dik en zoo solide, dat zelfs de zwaarste bijl er geen kans tegen zou hebben (zijn de kofferfabrikanten met hun gedachten nog in de tijden der struikroovers?) andere daarentegen zijn zoo licht en elegant ver vaardigd als het zeldzaamste gedreven zil ver. Alle zijn ze verleidelijk, door hun schoonheid of door hun billijken prijs; want er is keuze voor iederen smaak en voor iedere beurs! En alle nooden ze als het ware tot reizen. En indien men niet binnentreedt in deze fraai gebouwde en schitterend inge richte magazijnen, dan is het, omdat zeer belangrijke, dringende bezigheden u weer- nouden. Maar men droomt van groote reizen die men gaat maken, belast met al die mooie bagageDe Franschen moeten dus wel groote reizigers zijn geworden, wil len al die leverancier reden van bestaan hebben. Tenminste, indien tiet niet de vreemdelingen zijn, die al deze dingen koopen Emest Ctudal, een der oudere Frannhe wielrenners, heeft gisteren het Fransche kampioenschap achter motoren gewonnen. Catudal is thans zevenendertig jaar en rijdt reeds twintig jaar. Twintig jaar nu al, dat hij iederen keer weer opnieuw, met wie weet welke illusies in den strijd ging, en iederen keer weer geslagen en gedesillusion- neerd van zijn rijwiel stapte. Want Catudal hoewel een der meest serieuze en een der moedigste stayers der wereld heeft nooit veel succes gehad en is steeds gebleven een goede renner „du deuxième plan". Tot, plotseling gisteren, het succes hem toe lachte. En Catudal, de bescheiden, moedige renner die over alle mogelijke goede eigenschappen beschikte, maar geen snel heid scheen hebben, list zijn jonge tegen standers: den beroemden Grassin, den ge- duchten Bréau en vele anderen, achter zich en slosg alle records. Na de race, toen d-s officials en vrienden toesnelden, om den nieuwen kampioen geluk I te wenschen, vonden ze hem op het mid den-terrein, het hoofd verborgen in de handenhuilend „Laat me maar huilen, zei hij; toen zijn oom, de bekende Georges Sérès, hem glim lachend op den schouder klopte, laat mij maar huilen, het is zoo mooi, weet u, dat..." „Dat", het is de titel, de eer; behaald op zevenendertigjarigen leeftijd; „dat", het is het doel bereikt na een leven van training strijd tegenslagen erw... volharding Ja, dikwijls is de sport wel heel mooi H. de J. DE DUITSCHE REPARATIE-CRISIS. De reparatie-agent, Parker Gilbert, heeft dezer dagen een volledig verslag gepubli ceerd over de Duitsche prestaties voor het vierde, d.i. het laatste zoogenaamde proef jaar, van het Dawesplan. Hij schijnt in het verslag te hebben vermeden, om een oor deel uit te spreken over het Duitsche repa ratie-probleem, en is niet verder gegaan dan een paar lakonieke beschouwingen. Opmer kelijk in het verslag van Parker Gilbert is, dat de beramingen en het verdeelingsplan nauwkeurig overeenstemmen, zooals overi gens bij een oppervlakkige beschouwing de ontwikkeling van de reparaties tot nu toe numeriek geheel en al schijnt te verloo- pen volgens de berekeningen van 1924. Do genraal-agent had op 31 Augustus verleden jaar 185.49 millioen Mark kassa vastgesteld; Zijn inkomsten bedragen 1750.39 jnillloen; hij heeft 1700.3 millioen getrans fereerd en neemt een nieuw batig saldo van 189.49 millioen mee over in het vijfde za ken-jaar. Van de betalingen, die bij het verdeelingsplan voor Frankrijk zijn bepaald qp 882.5 millioen, "heeft het tot nu toe 862.5 Ontvangen. Engeland, dat 370.1 moest krij gen, 367; Italië voor 117.4: 119.5; België voor 87.4: 108.56; Joego-Slavië voor 58.8: 58.5; de Vereenigde Staten voor 85.0: 85.2 millioen Mark. Ook de overige reparatie-schuldei- flehers, Roemenië, Japan, Portugal, Grie- feBtland en Polen zijn met geringe af wij- Hftgen, of naar beneden of naar boven, vol gens het plan bedacht. Ook de prioriteits betalingen voor den dienst van de Dawes- leening (rond 90.5 millioen) en voor de ge- Interallieerde commissies enz. (hiervoor wa ren 10.8 millioen bepaald, maar slechts 8.3 uit te geven) blijven in het kader van het verdeelingsplan. Men mag niet over het hoofd zien, dat de Dawes-overeenkomst als eerste poging om de reparaties te regelen, voor Duitschland in politiek opzicht van groote beteekenis is geweest, daar hierdoor in zekere mate de politieke sfeer gezuiverd werd, en de grondslag gelegd voor een definitieve rege ling in de toekomst. In dien geest beteekent het Dawes-plan in de eerste vier jaar een vooruitgang voor Duitschland, De Duitsche economie heeft zich onder de bescherming er van langzaam kunnen herstellen van den toestand van 1924. Aan het eind van deze periode kan objectief worden vastgesteld, dat de opbouw van de Duitsche economie onmogelijk zou zijn geweest zonder het Dawes-plan; het buitenland heeft in zijn bestaan voldoende veiligheid gezien tegen over het risico door de politieke situatie van Duitschland en heeft de noodige credieten toegestaan Bij de beschouwing van het verslag van den reparatie-agent over het afgeloopen tijdperk, wordt er van Duitschen kant nog eens op gewezen, dat Duitschland reparaties in den geest van de Dawes-overeenkomst dus uit de overschotten van zijn actieve be talingsbalans, niet heeft kunnen opbren gen en de reparatie-betalingen van 5.5 mil liard slechts formeel, door het opnemen van buitenlandsche leeningen, hebben kunnen ge schieden. De eerste vier jaar hebben niet bewezen, dat de prestaties kunnen worden gedragen, want het ligt geenszins in de be doeling der deskundigen van het Dawes- plan, dat Duitschland aan den eenen kant wel 5.5 milliard betalingen heeft gedaan, maar aan den anderen kant 8 tot 10 milliard leeningen in het buitenland heeft opgeno men, waarvan het grootste gedeelte is ont trokken aan het economische productie-ap paraat, de opbrengst van zijn deviezen werd n.l. gebruikt voor het bare transfer. Daar door is de verkeerde voorstelling ontstaan van een gunstige transfer-politieke situatie en Duitsche welvaart. Dit schijnt maar zoo door het toevloeien van buitenlandsche gel den. Het reparatie-vraagstuk is dus op hei oogenblik, ondanks de vier proefjaren misschien nog moeilijker, dan toen het Da wes-plan werd opgesteld. Zekere kapitaal bewegingen, die aan het begin van de Da- wes-periode zijn ontstaan door het terug vloeien van gevlucht Duitsch kapitaal en door de versterking van de goud- en devie zen-dekking bfj de Rijksbank, zijn inderdaad tot stilstand gekomen. Prestaties, waarvoor het buitenland tribuut verplicht is aan Duitschland, zooals het scheepsverkeer, de opbrengst van patent-rechten en van de sterk afgenomen deelneming der Duitsche economie in het buitenland, hebben volgens schatting van het Duitsche Statistische Reichsambt in de afgeloopen vier jaar on geveer 1.2 milliard bedragen. Da is misschien twintig percent van de som, wel ke de Duitsche betalings-balans in de laat ste vier jaar passief is geweest, zoodat de rest hoofdzakelijk door buitenlandsche lee ningen en waren-credieten op koren termijn moest worden opgebracht. De vraag, waar op het bij het reparatie-probleem aankomt, blijft dus nog onbeslist: n.l. of Duitschland ook zal kunnen betalen, zoodra het gedwon gen is, uit eigen kracht zijn reparatie-beta lingen te volbrengen. In ieder geval zal er een oplossing moeten worden gezocht en gevonden. DE ONTRUIMING VAN HET RIJNLAND Pessimisme te Londen LONDEN, 18 Sept. V.D. Naar Pertinax in de „Daily Telegraph" uit Genève meldt, acht men het tot stand komen van een overeenkomst inzake de ontruiming van het Rijnland nog lang niet zeker De Fransche regeering zal, naar Pertinax meent, Duitsch land de ontruiming van de tweede zone als „spontane geste" toestaan zoodra de Duitschers in den loop van de besprekingen bewijs van goeden wil hebben gegeven. De houding van de officieele Engelsche kringen ten opzichte van het resultaat der besprekingen in zake de ontruiming van het Rijnland is, naar de diplomatieke medewer ker van de „Daily Telegraph" meent, tot nu toe sceptisch. Men gelooft niet, dat het mogelijk zal zijn, dat het benoodigde bedrag voor het stichten van een herstelfonds zon der hulp van de Vereenigde Staten bijeen kan worden gebracht, noch dat Duitschland zal toestemmen in een toezicht in het Rijn land na den in het Vredesverdrag vast- gestelden termijn van 1935. Van Fransche zijde zou zijn voorgesteld de zetel van den te stellen commissie in Luxemburg te vestigen. De „Times" is eveneens van meening, 'dat geen belangrijke vorderingen te Genève zijn gemaakt. Het blad wijst er op, dat bij de kwestie van de ontruiming van het Rijnland en het herstelvraagstuk ook nog de kwestie van de geallieerde oorlogsschulden moet worden opgelost. De onderhandelingen zullen dientengevolge zeer moeilijk zijn. Het openen der onderhandelingen geeft echter hoop vandaar dat Groot-Brittannië de besprekingen van Genève toejuicht. GENèVE 18 Sept. V. D. In goed inge lichte kringen te Genève verwacht men, dat de diplomatieke onderhandelingen over de ontruiming van het Rijnland midden-Octo- ber zullen aanvangen met het wisselen van nota's door de ambassadeurs in de hoofd steden der geallieerde landen. Tijdens de December-zitting van den Raad van den Volkenbond, zal een nieuwe conferentie van de vertegenwoordigers van de zes betrokken mogendheden plaats vin den. Aan deze conferentie zal ook België deelnemen, al is dit land dan niet als lid van den Raad van den Volkenbond te Genève vertegenwoordigd. Op deze confe rentie zullen de resultaten van de diploma tieke onderhandelingen nader onderzocht worden en zullen besprekingen worden ge voerd over de verdere stappen, welke zullen moeten worden ondernomen. DE RIJKSKANSELIER TERUG BERLIJN, 18 Sept; V. D. De Rijkskan selier Hermann Muller is hedenmorgen 8.50 uur te Berlijn teruggekeerd. Op het station werd hij door verscheidene ministers begroet. Hedenmorgen te half twaalf werd een ka binetszitting gehouden, onder voorzitterschap van den Rijkskanselier. RIJKSKANSELIER MÜLLER EN DE DUITSCHE PERS BERLIJN, 18 Sept. (V. D.) Rijkskanselier Muller heeft Dinsdagmiddag de vertegen woordigers van de Duitsche pers ontvangen. Betreffende de onderhandelingen te Genève en het daarbij door de Duitsche delegatie in genomen standpunt kan nog het volgende worden opgemerkt: De Duitsche delegatie is tot het einde toe de meening toegedaan ge weest, dat van samenhang tusschen de drie punten, waarover de onderhandelingen lie pen, te weten de ontruiming van het Rijn- 'and, de kwestie van de herstelschulden en de van Fransche zijde verlangde Commissie voor vaststelling en vergelijken, geen sprake is. Een verbinden van deze drie kwesties zou, af gezien van andere motieven, reeds daarom niet te rechtvaardigen zijn, omdat de Duit sche delegatie, respectievelijk de Rijkskanse lier, het optimisme van Briand, dat de onder- Amsterdam Nieuwendijk 225-229 Utrecht Oude Gracht 151 48 Flora en Cypasis snelden intusschen maar steeds voort, de Amata hield de hand va nbnar trouwe slavin stevig vast. Haar eerste schrik greep haar plotseling weer aan en met hijgende stem riep zij: Red mijverberg mij En zij trok haar mede, waarheen?Op gevaar af te verdwalen, vluchtte zij altijd maar voort over wegen en voetpaden en drukbezochte plaatsen. Cypasis kwam net eerst weer tot bezin ning. Daarna gewend om te overleggen en Flora in kleine en groote gevaren van net leven te leiden, begreep zij, dat het onge lukkige meisje verdwaalde. Zij beschouwde nauwkeurig de plaats, waar zij zich bevonden en bemerkte van verre het dak van een landhuis. Zij oor deelde juist, dat ze daarheen haar gezellin moest heenbrengen. Ook haar vermomming wees er op, dat ze waarschijnlijk hier ver borgen werd. Zoodra Maura, die een rond gang deed haar bemerkte, snelde ze haar tegemoet en voordat ze Flora kon onder vragen, hoorde zij deze woorden: Dit is Cypasis, mijn slavin. Zij heeft mij naar u teruggebracht. Maar Silvia vervolgt ons. Verberg ons Maura, op een plaats, waar we onvindbaar zijn. De vrouw van den beheerder hief hare oogen ten hemel en mompelde eenige stil le verwijten tot het jonge meisje. Waarom ging zij naai deze zijde der tuinen? Waarom verwijderde zij zich van den kring welken zij haar had aangewezen? Zonder te antwoorden volgde Flora haar in de kamer, waar zij woonde. Maar daar begaven haar de krachten. Lang uit viel zij op den grond Maura en de slaven beurden haar op en riepen niemand, zy legden haar op een bed en om haar weer tot be wustzijn te brengen, wendden zij alle midde len aan, die in dien tyd bekend waren. Zij slaagden hierin maar half. Flora opende wel is waar hare oogen, toen men hare pol sen met koud water waschte, maar haar sta rende blik herkende niet degenen, die haar verzorgden. Telkens streek zy met de hand over haar voorhoofd. In tegenstelling met zoo juist, waren hare wangen nu donkerrood. In haar koorts sprak ze over den tempel, het college, het vuur, het graf en ook over de catacombe der christenen. Maura verwyderde zich op korten afstand van het bed en beschouwde haar met be droefden blik. zy is ernstig ziek, zeide ze. Cypasis hernam: Het is beter, dat ze eenige dagen koorts heeft, dan dat ze weer aan hare vijanden wordt overgeleverd. Maar hoe is het moge lijk, dat ik mijne meesteres hier terugzie? Welke macht heeft haar bevryd? Heb ik haar dan niet langs de ladder zien afdalen om in het hol een vreeseiyken dood te vin den? De verstandige vrouw antwoordde ont wijkend, dat trouwe vrienden tusschen beide waren gekomen en de Amata hadden kunnen redden. Evenals Silvia, meende ook Cypasis dat het geld van de familie van Flora het middel was geweest om haar te bevrijden en daarom stelde ze geen andere vragen. zy vroeg aan Maura of ze den avond en den nacht bij het bed van Flora mocht doorbrengen en vertelde haar wat haar was overkomen, dat wil zeggen, haar verlangen om in het paleis van Aglaé te worden opge nomen, haar bezoek met Silvia, de verdwy- ning tenslotte van deze laatste die haar on- getwyfeld niet had kunnen Inhalen. Tegen den avond werd de zieke rustiger. Weldra viel zij in een diepen slaap. De belde vrouwen konden dus samen praten en over leggen. Waar zou de gevreesde Vestaalsche maagd zijn gebleven? Misschien was ze, toen ze haar prooi zag ontsnappen, naar ds villa teruggekeerd. Dan zou het goed zijn om Aglaé met haar booze plannen in kennis te stellen opdat Flora in veiligheid kon worden gebracht. Het was een zaak, die men zoo handelingen betreffende de herstelschulden spoedig tot een goed einde gebracht zouden worden, nimmer heeft kunnen deelen. Daar tegenover heeft Duitschland den eisch tot al- geheele ontruiming van het Rijnland in optima forma gesteld. In de slotonderhande- üngen van Zondag 1.1. heeft Müller tegenover Briand verklaard, dat hy niet kon afwüken van zyn standpunt en dat van de Rijksregee- ring inzake de door Briand gewenschte com missie. Ook tegenover Lord Cushendun, die een bemiddelingsvoorstel heeft willen doen, heeft Müller zich in gelijken zin uitgelaten. EEN KOPENICKIADE IN HAMBURG HAMBURG, 18 September Maandag avond tegen half elf verscheen aan het sta tion van de ondergrondbaan een man in spoorweguniform, die een kist met uitrus tingsstukken droeg. Hy verzocht den be ambte om den sleutel van het plaatskaar- tenverblijf, daar hij voor een zieken collega dienst moest doen en zijn uitrustingskist wilde wegzetten. De man kreeg den sleutel, zocht het plaatskaartenverblijf op en verliet dit onder achterlating van de reserve-uit rustingskist. Volkomen in orde leverde hij den sleutel weer af aan den ambtenaar. Naderhand werd vastgesteld, dat hy uit een cassette 3 geldbuidels ontvreemd had met een inhoud van 2464 Mark. DE HANDEL IN BLANKE SLAVINNEN LONDEN, 18 Sept. V. D. Lord Cushen dun heeft heden in de vergadering van den Volkenbond een rede gehouden, betreffende den handel in blanke slavinnen, waarin hy zeer den nadruk legde op het belang van het onderwerp. Hij onderschreef met klem de eenstemmige meening van experts, die de commissie samenstelden en die het systeem van huizen met vergunning ver- oordeelen. Hij onderschreef tevens den raad van de commissie steviger maatregelen te nemen tegen mannen, die leven van immo- reele verdiensten door vrouwen. Warm on dersteunde Lord Cushendun de raadgevin gen van de commissie, welke het in dienst nemen van vrouwelijke politie begunstigt, ten einde den handel in blanke slavinnen te voorkomen en de zeden van jonge men schen te beschermen. Hij zeide dat de erva ring bewezen had, dat het benutten van vrouwelijke politie zoo nuttig was, dat hy er volkomen zeker van was, dat de openbare meening in Engeland uitbreiding van het systeem zou ondersteunen. Mevrouw Ethel MacDonnell bracht de vrouwelijke politie in Australië ter sprake en deelde mede, dat deze voortreffeiyke succes sen boekte. Zoo patrouilleerden zij in werk- mans- en havenkwartieren zonder ooit te worden gemolesteerd. DE SLAVERNIJ LONDEN, 18 Sept. V. D. Locker Lamp- son, de Engelsche ondersecretaris van bui tenlandsche zaken, heeft aan den Volken bond rapport uitgebracht over de slavernij. Hierin dringt hy er op aan, dat alle landen, die de anti-slaverny conventie nog niet onderteekend hebben, zulks alsnog doen, ten einde de slavernij definitief af te schaffen in de beschaafde wereld. DE DENGUE-KOORTS MILAAN, 18 Sept. (V. D.) Een wetenschap pelijke commissie onder leiding van professor Gobba van de Universiteit van Parma heeft zich naar Griekenland begeven, ten einde al daar een studie te maken van de dengue- koorts. AUTO DOOR EXPRES-TREIN OVERREDEN PARIJS, 18 September De Spaansche expres-trein van Saragossa liep by een over weg op een auto, waardoor 4 personen ge dood en 2 zwaar gewond werden. EEN TEGENSPRAAK VAN PRIMO DE RIVERA PARIJS, 18' Sept. v. D. Volgens een be richt van de „Quotidien" heeft Primo de Rivera een verklaring gepubliceerd, waarin wordt medegedeeld, dat de berichten in de buitenlandsche pers over de in Spanje ont dekte samenzwering en het aantal in ver band daarmede gearresteerde personen sterk overdreven zyn. Het grootste gedeelte der gearresteerden is Maandag weer in vry- heid gesteld. Het aantal gevangenen be- daagt niet meer dan vijftig in elke stad, waar een centrum van de samenzwering was gevestigd. HUISZOEKING EN ARRESTATIES IN MADRILEENSCHE VRIJMETSELAARS LOGE PARIJS, 18 September Naar wij ver nemen, heeft de politie in het gebouw van de vrijmetselaarsloge te Madrid een huiszoe king gedaan en den grootmeester der Loge, Anguiano en andere persooniykheden gear resteerd. Ook in de bureaux der Liga von den huiszoekingen plaats, waarbij de politie op een groot aantal documenten beslag ge legd heeft. De gearresteerden werden naar de gevangenis Modelo te Madrid gebracht, waar zy streng bewaakt worden en geen onderling verkeer mogen hebben. De kasten en deuren van de vrymetselaarsloge zijn verzegeld en verscheidene beambten houden dag en nacht voor het huis de wacht om iedereen te arresteeren, die daar een bezoek mocht brengen. Er moet zich onder de sa menzweerders een groot aantal buitenlan ders, vooral Franschen, Engelschen en Duit schers bevinden. stil mogelijk moest houden. De Patricische bezat een ontzaghjken rijkdom. Flora was in het openbaar gestraft, het vuur was weer ontstoken. Men mocht aannemen, dat de senaat, die hare goederen had in beslag ge nomen, niets meer van haar zou eischen en de oogen zou sluiten voor het ongelukkige leven van een arm meisje, dat niets bezat en nu onbekend was. Cypasis en Maura waren er echter niet minder bezorgd om. Zy waren naast elkan der gezeten in het lage en bijna armoedige vertrek. Cypasis ging geheel op in het ont waken, de gezondheid en het leven harer meesteres, die zij op zoo'n wonderbare wijze had wedergevonden. Maura, die praktischer van aard was meende, dat men Aglaé zoo spoedig mogelijk moest waarschuwen. Een doffe slag weerklonk op de deur toen het zonlioht door de smalle getraliede ven sters begon te schijnen. Maura stond op en deed de deur open. Rfricanus stond voor haar. Wat is er? zeide zy. Wat wilt gy? Zij slaapt Men heeft zoo juist, antwoordde hy kalm, het lijk van een in het wit gekleede vrouw, een priesteres, in de Anio gevonden. Zonder twijfel is het een vriendin van deze! Een vriendin, riep Cypasis uit, zeg een vyandin en de goden zyn rechtvaardig ge weest door ons van haar te verlossen. Gis teren vervolgde zij ons. hare bedoelingen wa ren niet prijzenswaardig. Men moet onze meesteres hiermede in HET DEELNEMEN VAN AMERIKA AAN ■DE SCHULDENBESPREKINGEN NIET NOODIG? kennis stellen zeide Maura, men zou kunnen gelooven, dat ze vermoord was, en ge weet, de christenen worden altijd van misdaden beschuldigd, die anderen hebben bedreven. Ga dus Africanus en vertel uw wedervaren aan de edele Aglaé. Wie is deze vrouw? vroeg de man, alvo rens weg te gaan, terwyl hij Cypasis aankeek Haar vroegere kamenier, antwoordde de laatste. Wees gerust, zij zal haar niet verra den. Africanus vertrok in alle haast naar de villa. Op zijn bevel was het UJk van Flora reeds naar een boschje gebracht, waar haar witte gedaante nog langer scheen in de scha duw de boomen. Rondom haar stonden de dragers van haar draagstoel en de dienaren die in dienst waren op de villa Vele toonden niet de geringste droefheid, maar waren slechts verrast De trotsche Amata was niet bemind. Te midden van deze groep stond Py- ladus te praten die gekomen was om nieuw tjes te weten te komen v. z'n weldoener Boni facius. Over zyn vertrek kon hy zich slechts troosten met de hoop hem spoedig terug te zien Hoe was Silvia gestorven? Naar het zeggen van den koopman, die van sensationeele ge beurtenissen hield, had zy zich zelf gedood, zy droeg verborgen leed of een bedrogen eer zucht. —Wie weet het, zeide een der dragers boosaardig. Misschien had ze wel schulden. Pyladus begon te lachen Om schulden zich zelf vermoorden? Neen, werkelijk dat kon men niet gelooven. Deze Amata was rijk, zeer ryk Hare erf genamen zullen niet weenen. En hy zuchtte diep. Twee priesteressen tegeiyk, hernam by dat is veel. Het college wordt wreed getrof fen. Het noodlot rust op haar, die het be wonen. Men moet het bezweren. Ik voor my voel altyd sy'pt, dat dat arme meisje daar be neden begraven ligtGy weet wel waar... Ik zie haar nog in mijn winkel, terwijl zy leunde tegen mijn toonbank en dolken uit koos Hy zweeg, de hand van Silvia hield nog met een wanhopige beweging het kleine wapen omkneld met den slangenkop, welk Flora haar ten geschenke had gegeven om haar te plagen De oude koopman kwam dichter by en raakte zachtjes met den vinger het voor werp aan, dat hy zoo duur verkocht had Kyk zeide hij, kijk, hier heb Je het wapen dat zy had gekozen. Die groene oogen, die roode tong schynen te leven. Het beest heeft zich werkeiyk tegen Silvia gekeerd. Zou de oude Octavia de kracht bezitten om deze nieuwe ramp te dragen? Men beweert, dat ze veel is veranderd en zeer mager is geworden. Het schynt mij, viel een der omstanders hem in de rede dat het noodig is, haar met den dood van Silvia in kennis te stellen. (Wordt vervolgd.) NEW-YORK, 18 September Naar in Amerikaansche kringen verluidt, heeft de Amerikaansche consul aan Kellogg getele grafeerd, dat het deelnemen van Amerika aan het uitwerken van veranderingsvoor- stellen der reparatiekwesties niet noodig is. SCHIPBREUK OP HET MEER VAN HURON Zestien dooden. OWEN SOUND (Ontario), 18 Sept. Het s.s. „Manisco", dat passagiers en goederen vervoerde, is Zaterdag op het meer van Huron met een bemanning van 17 leden en vier passagiers gezonken. Vyf werden zes tig uur later totaal uitgeput aangetroffen door het s.s. „Manitoba" en gered. De chef machinist overleed echter ten gevolge van het doorgestane Ujden. Men vreest, dat de 16 overgebleven schip breukelingen zijn omgekomen. DE ORKAAN IN WEST-INDIë LONDEN, 18 Sept. V.D. De admirali teit deelt mede, dat, naar aanleiding van den orkaan in West-Indië, aan den kruiser Durham bevel is gegeven naar Colon te varen, in geval hulp noodig is in Bahama. Het schip kan Nassau zoo noodig den 25en September bereiken. Het bezoek van de Durham aan Acapulco en Punta Arenas is thans afgelast. HONGERSNOOD EN TYPHUS OP DE BAHAMA-EILANDEN LONDEN, 18 September Een telegram van den commissaris spreekt van 50 dooden in het eilandengebied en 8000 dakloozen. Volgens nadere berichten .-nit San-Juan zijn duizenden personen zonder levensmid delen. Een groot aantal heeft reeds zelf moord gepleegd. Te Aquadilla is typhus 'uit gebroken. Volgens authentieke berichten uit Tampa en Jacksonville beweegt de tornado zich thans in Noordoostelyke richting voort. Zijn kracht is echter, naar berichten van het weerbureau te New-York belangryk af genomen. De directie van het Roode Kruis te New-York heeft een telegram ontvangen volgens hetwelkin Bearboach 35 personen dood of vermist zijn. In Fort Lauderdale zyn 8, in Delray 6 personen om het leven gekomen. Het meer Okeechobee, het groot ste binnenmeer in het zuidelijk deel van Amerika is aan alle kanten buiten zyn oevers getreden. 15 personen zyn verdron ken. Lijkverbranding is geen begraven In 1926 deed de Centrale Raad van Beroep te Utrecht uitspraak in zake de vergoeding voor begrafeniskosten, die by een ongeval met doodelyken afloop krachtens de ongeval lenwet van 1921 wordt verleend. Toen heeft de Raad die vergoeding geweigerd toe te ken nen aan de weduwe van een doodelijk ge troffen werkman, omdat het lyk van dien ge troffene niet was begraven, doch verbrand. Thans kan de „Tel." mededeelen, dat de Centrale Raad, blijkens een door hem op 6 dezer gedane uitspraak, aan het door hem Ingenomen standpunt is blijven vasthouden ook by de toepassing der Ouderdomswet 1919. Deze wet bepaalt ni„ dat by overleden van een verzekerde In een bepaald geval en onder zekere voorwaarden een bedrag van 100 wordt uitbetaald aan degene, die voor de begrafenis van den verzekerde heeft ge zorgd. Gelet nu op bovenvermelde uitspraak van Een hard stuk |pa fÈ$ zeep.dat tot het VJ? Jg|gC|, fjf laatste vliesje Jw pè éebruikt kan Mf |jj worden Ê$r*M %r W DONDERDAG, 20 SEPTEMBER. HILVERSUM, 1071 M. 12.302 Lunch ziek door het t rio ■'erhey. 6- 30 Concert do- r het kwartet Rent meester. 89 Concert door het Omroep-orkest o.l» van Nico Treep. 9.0510 uur Rococo-uurtje, Elise Grassa met Margie Morris a. d. vleugel. Liederen uit de 18de eeuw. 10 uur Persber. 10.1011.10 Een pot pourri-programma door het Omroep-orkest. HUIZEN, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) Uitsluitend N.C.- R.V. uitzendingen. 12.30—1.45 Concert, Mevr. E. d. Berg zang. Cuyoers, rgel en piano, Mej, M. Am sterdam, zangbegel. 5.307 Concert Mej. W. Herten sopraan, R. Hendriks, cello J. Broek, piano. 8 uur Concert.Mej. M. v. d. Be k zangeres, Mej. L. C. Diehl, declamatie, P. v. d. Beek, piano, W. Peuhk, piano. DAVENTRY, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gra- mofoonmuziek. 3.20 Vesper van c* Westminster Ab bey. 4.05 Lezing. 4.20 Concert, orgelbespeling. 4.50 Dansmuziek. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dans muziek. 6.35 Landbouwber. 6.40 Muziek. v.50 Nieuwsber. 7.05 Voor padvindsters. 7.20 Novellen- voorlezing. 7.35 Koorzang, Madrigalen. 7.45 Lezing: lGass-making 8 05 Welsh concert door de Caernarvon Choral Sociëty, O. Bryngwyn, bas, N. Richards, harp. L. Megane, alt, W. Glynne, tenor,Gwen- fron, Eluned, Elfred, Goodwin-kwartet. 9.35 Lezing: The way of the world. 9.50 Nieuwsber. 10.10 Con- ce t, A. Bonucci, cello, E. Isaacs, oiano. 10.50—12.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 12.50—a.io Or kestconcert. 4.055.05 Trio-concert. 8.5011.20 Concert-Orkest, Mme. Coiffier, zangeres, Hr. Capitaine Hr. Tonio en Hr. Regis, zang. LANG bNBERG, 469 M. 12.25 Mechanische muziek. 1.252.50 Orkestconcert. 6.056.50 Orkestconcert. 8.20 Concert door het Klein-Orkest. 9.20 Fontane avond, F. Worm, declamatie, R. Rieth, zanger, W. Strienz, bas, E. Grape, begel. Werag-strijkkwartet. Daarna tot 12.20 De Wirtz-Symphonie-band. KONIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. (ZEESEN). 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezingen. 8.35 Kerkconcert, T. Feeck, alt, M. Fest, orgel. Orkest. 9.35 Lezing: Sinclair. 10.5012.50 Dansmuziek. HAMBURG, 395 M. 4.3<» Voorlezing u. d. werken van Sinclair. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Orkestconcert. 7.45 Lezing. Daarna tot 11.20 Cabaret. BRUSSEL, 509 M. 5.20 Trioconcert. 6.55 Orkestcon cert. 8.35 Gramofoonmuziek. *.50 Klassiek con cert in het Casino te Spa. 10.50 sluiten. den Cenralen Raad van Beroep, had het be stuur der Rijksverzekeringsbank dit bedrag van 100 niet willen uitkeeren omdat geble ken was, dat het lijk van verzekerde niet was „begraven," doch verbrand. De erfgenaam vond echter dat een derge lijke enge interpretatie van het woord begra fenis niet in de bedoeling van den wetgever had gelegen, waarom hij dan ook tegen de beslissing in beroep kwam. De Raad van Beroep te 's-Gravenhage schaarde zich echter geheel aan de zijde der Rijksverzekeringsbank, welke uitspraak thans in hoogste instantie is bevestigd. De Hooge Raad heeft in cassatie behan deld de zaak van iemand die in eersten aan leg door de Haagsche rechtbank tot vier maanden en in hooger beroep door het Haagsche Hof is veroordeeld tot één mand gevangenisstraf wegens mishandeling zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbende. Het betreft hier de zaak, die zich op 18 Augustus van het vorig jaar op de Laan van Meerdervoort ter hoogte van Bronovo heeft voorgedaan, toen requirant van cas satie plotseling uit zijn auto stapte en den bestuurder van een anderen auto, waarvoor hij had moeten stoppen, mishandelde. De gevolgen van die mishandeling waren een hersenschudding en een sterke vermindering van het gezichtsvermogen by dien bestuur der. Voor requirant werd gepleit door mr. Van Gigh, uit Amsterdam, die vier cassatiemid delen toelichtte. De procureur-generaal zal 1 October con clusie nemen. In eenzelfde straat te Amsterdam zyn twee goudsmidswinkels gevestigd. De eige naars zijn zwagers, maar boteren doet t niet tusschen hen en de onderlinge twisten liepen ten slotte zóó hoog, dat beiden gis teren naar het „Hbld-" verhaalt, voor de Vierde Kamer der Rechtbank te Amsterdam verschenen, de een als verdachte en de ander als getuige. In den avond van 30 Juni had de getuige een paar menschen in zyn winkel gehad en kort daarop kwam verdachte binfienloopen, roepende: ,ik vermoord je!" Volgens getuige had verdachte een revol ver, een browning, in de hand. Hij maakte het wapen open, deed er iets in en trok den haan over Getuige zei geen vuurstraal ge zien te hebben, maar wel een vonk. Vervol gens sleepte verdachte den getuige naar buiten en sloeg hem met de revolver zoo op het gezicht, dat een bloedende wonde ontstond. Verdachte ontkende. Een pistool heeft hy niet in de hand gehad. Hy heeft zich enkel verweerd, omdat de getuige hem In het ge zicht geslagen had. „Een pertinente leugen", verklaarde ge tuige. „Ik begreep zelfs niet eens waarom verdachte zoo optrad als hy gedaan heeft." President mr. Huysinga: Er schynt een soort van wrok tusschen u en verdachte te bestaan. Getuige: Ja, jaloezie, omdat ik myn zaak een beetje beter aanpak dan hy. Pres.: Is u vroeger niet by hem in de leer geweest? Get.: Gelukkig niet. De verdediger mr. Jan Doets: Is 't niet waar, dat u zijn klanten uit den winkel lokt? Get.: Nooit gedaan. Mr. Doets: Hebt u hem vroeger nooit met een ploertendooier geslagen? Get.: Neen, nooit. Verdachte's schoonvader was als getuige gedagvaard, maar verzocht niet onder eede te worden gehoord. Overigens verzocht hy voor zijn schoonzoon een voorwaardelijke veroordeeling. Het O.M. mr. Versteeg, eischte één maand gevangenisstraf, voorwaardelyk, met een proeftijd van drie jaar. Uitspraak 2 October a s.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 6