LEEKEPREEKEN m ss BeW Speciale bewaarplaatsen voor inboedels, reisbagages koop mansgoederen. PUREAUX: NASSAULAAN 49 ADVERTENTlEIM 35 ct. p. regef^ DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1928 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16967 1: 1 uUUU. AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN AU E RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL 1 <1 4 KAPITAAL f 2.000.000.- RES£RVE f 470.000.- Het bezoek der Koninklijke familie aan de hoofdstad Wilkins naar Montevideo vertrokken Door de lucht naar Indië De H-NAFA vliegt door naar Sengora De H-NAFB te Constantinopel Leening van f 90.100 voor Wormerveer Gascorruptie te Wormerveer De nieuwe Directeur van 't Centraal Hanzebureau De opvolger van Chris M. Jansen oemmgen Voornaamste Nieuws J. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem N.V. MEUBELTRANSPORT MIJ. V/H VAN HULST Aloxanderpi. 1-25 Maerten f. Heemsksrkstr. 25a Een ladelichter te Leiden aangehouden Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal i 3.58 bif vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, I4 regels 60 cL p. plaatsing; elke regel meer 15 cl„ bij vooruitbel. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN lusscben den tekst 60 cL per regeL Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekermgsvoorwaarden f otttin Levenslange geiieeie ongeschiktheid tot werken door f7Cf» Dij een ongeval met bij verUes van een hand, f JOC bij verlies van een f Cf) bij 'n breuk vaaf «n bij verlies v. eer verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 3U." doodelijken afloop; IZiwU.^een voet of een oog; 1i L U.duim of wijsvinger; IwUi been of arm; 1 xU.'anderen vinger. tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 dUUU.** verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 JU." doodelijken afloop; IA OU.'een voet of een oog 254. DE AMBTENAAR Totn wij deze artikelenreeks opzetten, waarin wij wilden trachten de eigenaardig heden van sommige diep in het maatschap pelijk leven ingrijpende beroepen te belich ten, hebben wij den ambtenaar bij de eerst in aanmerking komende genoemd. Ten deele hebben wij hem al in den onderwijzer ont moet; ook deze immers bekleedt min of meer een ambtelijke functie. Maar in den onderwijzersstand hebben wij voornamelijk gekeken naar den opvoedkundigen kant. Wanneer wij van „ambtenaar" spreken, den ken wij aan een andere figuur. wy vragen voor dezen bedienaar der wet de aandacht, omdat hij in ons tegenwoordig leven een zeer belangrijke plaats inneemt. Ten eerste door zijn getal, zeker! Hoort men niet herhaaldelijk, schertsender wijze, maar dan toch met niet zoo heel veel overdrijving zeggen, dat op drie volwassen Nederlanders in onzen tijd één ambtenaar is? Het getal is echter van bijkomstigen aard. Het voornaam ste is de functie zelf. Er heerscht in de vrije maatschappij een vaste meening omtrent den ambtenaars stand, een opvatting, welke in waardeerende beschouwing afneemt naar mate het getal der ambtenaren wast. Die meening is, dat de ambtenaar de vleesch geworden middelmatig heid voorstelt: naar de gangbare opinie is hij te ontwikkeld om hem bij de groote massa in te deelen en te weinig begaafd om hem eenigen wetenschappelijken zin toe te ken- tien; te beschaafd om hem in het gezelschap «an zelfs bekwame handenarbeiders te doen «mkeeren en te weinig van „standing" om hem onder de gezeten burgers te rekenen. Hij Is plichtmatig en bemint den regelmati- gen arbeid, maar 't zijn meer de wijzers van 4# klok en de regels van zijn instructie dan zijn innerlijke arbeidslust, welke hem zijn uren doen vullen. Hij is correct, als een auto maat; uit zichzelf komt hij niet in be weging: gij moet hem aanspreken, of aan- schrijven, met vragen overladen, om de leemten in uw leeke-wijsheid aan te vullen. Hij lacht nooit; blijft altijd in de plooi; wordt niet heet noch koud, want de ijzeren wet kent geen temperament. Hij is noodig, misschien wel nuttig; geniet een middelmatige beloo ning voor zijn middelmatige nuttigheid; hij Is onproductief en maakt zelfs het leven duur. Daarom wordt zijn onmisbaarheid zoo luid mogelijk in twijfel getrokken. Ziedaar de opvatting van den doorsnee «rijen burger over den ambtenaar. Is zij billijk? Neen, gelijk alle generalisèerlng on billijk is. Maar even waar als het is, dat zulke algemeene beoordeelingen onrecht vaardig zijn, even zeker is het, dat er een gegronde aanleiding voor hun ontstaan is. Hoe komt het, dat „men" zoo terughoudend Is in zijn waardeering van den ambtenaars stand? Omdat er een door de meesten nooit nader onderzocht, maar toch wezenlijk be staand en voortdurend conflict is tusschen het ambtelijke leven en de vrije maatschappij. Wat is een ambtenaar? Hij is tegelijk dienaar en bedienaar van de wet. Hij moet de wet als geen ander kennen en er naar leven en tegelijk voor hare toepassing waken. Hij is orgaan van de overheid, verte genwoordigt zelfs ook vaak het burgerlijk gezag en Is daardoor gemakkelijk geneigd, zichzelf het gezag te voelen. Nu is er in iederen vrijen mensch altijd een natuurlijke afkeer van wettelijke bepalingen, welke zijn doen en laten beperken of beheerschen. Wetten en wetsdienaren beschouwt hij als het prikkeldraad, dat de mooiste brokken natuur op zijn wandelingen voor hem af sluit. Juist daar, waar het bord „verboden toegang" staat, zou hij het liefst zich yer" meien. Zoo is de ambtenaar een sta-in-den- weg op zijn levenspad. Wanneer hij zijn huis wil verbouwen of wanneer hij een werktuig in zijn woning wil plaatsen, dat eenlg geruiseh maakt; wan neer hij wil trouwen of verhuizen; de gren zen van zijn land wil overgaan; in triomf een lief geschenk voor vrouw of kroost uit het buitenland wil meevoeren; wanneer hij handel wil drijven of een tak van nijver heid beoefenen; zelfs wanneer hij den open baren weg met een rijwiel of motorrijtuig wil berijden: overal vindt hij den ambtenaar op zijn pad. En het ergste is, dat hij zoo slecht zaken met hem kan doen: aan een klant of een handelsvriend levert men een bestelling of schrijft men een brief. In de vrije maatschappij gaat dat allemaal snel. automatisch, zonder omslag. In het vrije zakendoen is men soepel: heeft een klant een cent te weinig bij zich, men schenkt hem den penning; heeft hij bezwaar het kwitantiezegel te betalen, men geeft hem zijn zin. Maar de ambtenaar kent geen soe pelheid; hij moet zijn halven cent hebben, ook al moeten de innlngskosten het honderd voudige bedragen; hij kent geen snelheid, heeft nooit haast; alles gaat op beurt en tijd. Ziedaar het conflict van de vrije maat schappij met den ambtenaarsstand, van den Vrijen burger met Sint Bureaucratius, van het lenige, soepele, plooibare, altijd wisse lde leven met de stijve, harde, onbuig zame reglementen, waarvan de ambtenaren de bewakers zijn. Het is een eeuwenoud conflict, dat nooit zal ophouden, zoolang er menschen zullen bestaan. Immers, zonder wetten en verorde ningen is een beschaafde maatschappij niet in stand te houden. Dus zullen er altijd ambtenaren noodig zijn, die uiteraard met tegenstribbelende burgers in botsing zullen komen. Maar dat conflict kan bij goeden wil we derzijds en bij een elkander begrijpen, van onschuldig karakter zijn, gelijk dat bij zoo tal van verhoudingen het geval is. Tracht de opschietende knaap niet aan het wakend oog van vader en moeder te ontsnappen om nu en dan zijn levenslust bot te vieren? Neemt de jeugd alle voorschriften van de school voor lief en tracht zij ze nimmer te ontduiken? Toch kan de verhouding van kind tot ouders, van leerlingen tot onderwijzers de allerhartelijkste zijn, ook al is er dan op het punt van de tucht wel eens meeningsver- sehil; doch alleen, wanneer diep in het kin derhart de overtuiging leeft: de bevelen, die ik krijg, de voorschriften, welke men mij geeft, zijn billijk, rechtvaardig en noodza kelijk; 't is slechts mijn eigen moedwil, die er zich tegen verzet! Ziedaar de kern der zaak: zoolang de wet ten en verordeningen rechtvaardig zijn en voor eigen billijkheid spreken; zoolang de ambtenaren de voorschriften naar recht en geweten uitvoeren, zal de strijd tusschen vrije maatschappij en overheidsorganen nooit een gevaarlijk karakter aannemen. Tweeërlei is dan noodig: 1ste een juiste op vatting van zijn taak en van zijn stand bij den ambtenaar en 2de een billijke waardee ring aan den kant van het publiek. Ook hier is het weer de christelijke levens opvatting, welke den weg wijst. „Wie de eerste onder u wil zijn, die zij aller dienaar". Dat woord uit goddelijken mond is vooral van toepassing op hen, die in overheid ge steld zijn of het wettelijk gezag in zijn uit oefening moeten helpen. Een der redenen, waarom zoo menig ambtenaar wrevel wekt en zijn stand gehaat maakt, is, dat hij zich als heerscher over in plaats van dienaar van de burgerij beschouwt. In het zaken leven spelen omgangsvormen een groote rol. De kunst van verkoopen schuilt voor een niet gering deel in de gave om den klant voor zich in te nemen. Heel het openbaar zoowel als het gezelschapsverkeer is op rege len van beleefdheid en fatsoen gebaseerd, waarvan de sleutel is, om althans den schijn aan te nemen, dat men zijn daden stelt om een ander behulpzaam te zijn. „Uw dienaar' is het slagwoord van onze omgangstaal. En nu stuit het den vrijen burger, wanneer hij in persoonlijk contact of bij schriftelijk verkeer in den stijl, ambtelijke figuren ont moet, die zich als heerscher, als beveler tegenover hem stellen; die zelfs niet luiste ren naar zijn bezwaren en moeilijkheden; die naar geen uitweg zoeken bij levenswis selvalligheden, waarmee zelfs de wijze wet nooit gerekend heeft; die in één woord met strak gezicht, star en stijf aan den gedruk- ten letter vasthouden. Wat zou een leger van vlotte, hulpvaardige, levenswijze ambte naren veel kunnen doen om den natuurlijken tegenzin tegen hun stand op te heffen, of althans belangrijk te verminderen. Dat zou hun vooral dén gemakkelijk vallen, wan neer in hun kringen meer het besef leven dig werd, dat wetten en verordeningen er zijn voor de samenleving en de samenleving er niet is voor de ambtenaren. Vooral in onzen tijd groeit de gruwelijke mentaliteit, dat, hoe meer burgers er in overheidsver- band betrokken worden, hoe gelukkiger er de maatschappij uitziet. Tot nog toe gaat de christelijke opvatting daartegen rechtdraads in: versterking van de zelfwerkende krach ten in de menschheid is de beste waarborg voor algemeene welvaart. De ambtenaars stand zal zichzelf het best beschermen, wan neer hij zelf tegen het waanbegrip der amb tenarij strijdt. En op de tweede plaats moet de verbe tering komen door een zuiverder waardee ring van den ambtenaar door de vrije maat schappij. Het is onjuist en onbillijk om een in zich nuttigen en noodzakelijken stand naar uitwassen en miswassen te beoordeelen. Een groote, groeiende, moderne gemeenschap is een wonderfijne machine, waarvan het raderwerk een scherpzinnige behandeling vereischt. Aan onzen ambtenaarsstand wor den dan ook hooge eischen gesteld en spe ciaal ons land mag roemen op zijn wets dienaren. Daar komt bij, dat de landszeden, de veiligheid en orde ten zeerste ook ge diend zijn door onomkoopbare ambtenaren. Wat het zeggen wil, wanneer de overheids organen veil zijn, heeft menig land bewezen. Ten slotte kan corruptie voeren tot een staatsruïne. Ook in dit opzicht heeft Ne derland altijd trotsch mogen gaan op zijn integer ambtenarenleger. Het feit, dat er de laatste jaren bij de algemeene verwording door de oorlogstoestanden ook hier sommigen niet bestand bleken voor de verlokkingen van het goud, bewees, welk een weldaad de vroegere zekerheid van een onomkoopbaar ambtenarencorps was. En het vertrouwen SRAARNE: BAIMK Met het Koninklijk salonrijtuig zijn om vijf minuten over vier gistermiddag aan het Centraal Station te Amsterdam aangekomen H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der Nederlanden met gevolg, tot het brengen van hun jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad. Op het perron waren ter verwelkoming aanwezig de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland Jhr. Mr. Dr. A. Röell, de Burgemeester van Amsterdam, de heer W. de Vlugt, de Hooxdcainri iswari;. de heer A. J. Marcusse, de Commandant van de Marine in Den Helder, Viee-Admiraal Quant, de onder-commandant van de Marine Kolonel Schenck de Jong, de plaa&selük com mandant Oveiste Rouvaart en Kolonel Bueno de Mesquita uit Utrecht. Een der eerste, die Hare Majesteit bij het betreden van het perron verwelkomde, was dé directeur van de Nederlandsche Spoorwegen, de heer Ir. J. A. Kalff. In de Koninklijke wachtkamer werd Hare Majesteit een bouquet aangeboden door de dochter van Wethouder Walrave Boissevain. Nadat de Koninklijke Gasten zich korte lings met de aanwezige autoriteiten hadden onderhouden, werden de hofrijtuigen beste gen. H. M. en Z. K. H. namen plaats in de calè che, met twee paarden bespannen, rooden bok gereden. Om kwart over vier vertrok daarop de stoet, voorafgegaan van en gevolgd door 'n eere escorte huzaren, onder aanvoering van Rit meester Brevet, naar het Paleis. Langs den weg, zoowel op het Stationsplein als op het Damrak stond een groote schare, die bij het passeeren van den Koninklijken stoet Hare Majesteit allerhartelijkst begroette. Bij de binnenkomst van de Koninklijke Familie werden van 't pantsenschip „Hertog Hendrik" 35 saluutschoten gelost. Op den Dam Reeds om drie uur stelden velen zich op langs het Damrak en op den Dam om het Koninklijk Echtpaar het welkom in de hoofdstad toe te roepen. De wacht werd betrokken door de Mari niers, die met de Marinemuziek voor het Koninklijk Paleis waren opgesteld. Uit den koepel klonken Vaderlandsche liederen. Te kwart over vieren kondigden kanon schoten aan, dat Hare Majesteit was aange komen en even daarna reed de Koninklijke stoet reeds den Dam op. Uit duizenden kelen klonk een hartelijk hoera. Toen Koningin en Prins het Paieis binnen gingen, speelde de muziek het Wilhelmus. Eenige oogenblikken later verscheen het Koninklijk Echtpaar op het balcon, wederom luide toegejuicht. De muziek speelde nog maals het volkslied, de eerewachten presen teerde de wapens. Hare Majesteit groette minzaam. Na afloop van deze plechtigheid begonnen dadelijk de audiënties. De maaltijd Gisteravond had een officieele maaltijd plaats, waaraan genoodigd waren de leden van Ged. Staten van Noord-Holland er. de leden van den Gemeenteraad. Behalve de hofhouding zaten aan de Commissaris der Koningin Jhr. mr. dr. A. Roëll, de leden van Ged. Staten, de heeren J. N. Hendrix, D. Kooijman, mr. J. B. Bomans en de griffier mr. L H. Vening Meinesz. Voorts de Burge meester, de heer W. de Vlugt, de wethouders J. ter Haar, dr. I. H. J. Vos, Th. M. Ketelaar, Walrave Boissevain, dr. E. J. Abrahams en Von Frijtag Drabbe, de gemeente-secretaris J. J. Roovers en 17 raadsleden. Zijn Zuidpoolvlucht. Een Reuter-telegram uit New-York meldt, dat kapitein Wilkins zich gistermorgen met twee vliegtuigen en hun bestuurders inge scheept heeft naar Montevideo, vanwaar hij eerst met een walvischvaarder zal gaan naar het eiland Deception, dat op 60 zee mijlen van de kust van het Zuidpoolgebied ligt. Wilkins verklaarde dat zijn doel Is om door middel van vluchten de continuïteit te costateeren van de bergketens langs de Zuidzeekust van het antarcische vasteland. wint veld, dat wij slechts met uitzonderin gen en een voorbijgaanden toestand te doen hebben gehad. Een bekwame en betrouwbare ambtenaars stand vormt een der hechtste pijlers voor een staat. Hij is dit vooral, wanneer hij de waardeering der vrije maatschappelijke krachten geniet; en déze kan hij zich het best verwerven door de overtuiging te vesti gen, dat hij zichzelf beschouwt niet als rem of als heerscher, maar als onmisbare hulp en regelaar in de steeds dichter groeiende I verwikkelingen van het openbare leven. HOMO SAPIENS Bij de Indische Luchtvaartmaatschappij is het volgende telegram ingekomen betreffen de de H-NAFA met den bestuurder kapt. Koppen: „Wegens zware regenvallen is de gesteld heid van het vliegveld te Bangkok zoodanig, dat er niet geland kan worden. Vliegen nu rechtstreeks door naar Sengora en zullen daar de mail, bestemd voor Bangkok, afle veren. Uit Calcutta wordt aan de „New York Herald" bericht, dat de aankomst van het door kapt. Koppen bestuurd postvliegtuig te Calcutta in het handelsdistrict daar ter stede groote vreugde heeft verwekt, daar vele za kenlieden, dank zij het Nederlandsche post vliegtuig hun mail 13 dagen eerder ontvin gen dat wanneer vervoerd met de nor male verkeersmiddelen. Het bericht besluit; „De zakenmenschen hier, hebben reeds vijf jaar lang uitgezien naar een Britschen luchtpostdienst, maar het is duidelijk dat zij nu de nieuwe Neder landsche onderneming rijkelijk zullen steunen." Ook te Calcutta vergeet men blijkbaar, gelijk te Irak, waar het verschijnen van 't uitblijven van een Britschen dienst, groote teleurstelling verwekte, dat het hier tot nog toe een transport van postvliegtuigen naar Nederlandsch-Indië betreft, en nog geen geregelden postdienst. De H.-N.A.F.B. te Constantinopel De Indische Luchtvaartmaatschappij ont ving een telegram omtrent de H.-N.A.F.B. dat het vliegtuig gisteren is vertrokken van Boedapest te 7 uur 38 min. plaat selijke tijd en aangekomen te Sofia 12.57 pl. tijd. Alles in orde. En een Reuter-telegram uit Constantinopel meldde gisteravond, dat dit tweede vliegtuig daar gisteren te 17 uur 15 is aangekomen. Men verwachtte, dat het heden in den vroegen morgen zou vertrek ken. Bezichtiging van het derde postvliegtuig Evenals verleden week zal heden en Zon dag van 2—5 uur het vliegtuig van de N.J.L.M. dat Donderdag a.s. naar Neder landsch-Indië vertrekt, gratis te bezichtigen zijn op het vliegterrein Schiphol. In de eerstvolgende raadsvergadering van Wormerveer komt aan de orde een voorstel van B. en W. tot het aangaan van een lee ning, groot 90.100 a pari tegen 4% bij de Bank der Nederl. Gemeenten. In de eerstvolgende raadszitting van Wor merveer komt de alhier gepleegde gascor ruptie in het openbaar aan de orde. Het was reeds in het begin van dit jaar aan B. en W. gebleken, dat de heer L„ voor malig directeur van de gasfabriek alhier, over 1919 en daaropvolgende jaren van de N.V. Goudsch Ind. Maatschappij een bedrag van 1125 en van de N.V. Ned. Gasmeter- fabriek George Wilson een bedrag van 3984 had genoten. In Dec. 1927 was door den heer L. op een desbetreffend schrijven van B. en W. geantwoord, dat hij geen gelden van le veranciers der gemeente had ontvangen, doeh later was na inbeslagname door de justitie van de boeken van eenige leveran ciers gebleken, dat de heer L. inderdaad genoemde bedragen had gekregen. In de geheime raadszitting van 16 Juli 1928 was nu besloten tot den heer L. het verzoek te richten de door hem ontvangen gelden in de kas van het gasbedrijf te stor ten, doch de heer L„ die met ingang van 1 Aug. 1925 gepensionneerd werd, had geant woord geen termen aanwezig te achten om hieraan te voldoen. B. en W. vroegen daarna omtrent het advies van mr. Mendels en deze bleek van meening te zijn, dat het instellen van een civiele vordering tot terugbetaling der ont vangen gelden geen succes zou hebben, om dat niet bewezen kon worden, dat de gele verde waren aan de gemeente goedkooper in rekening zouden gebracht zijn, indien de gasdirecteur hiervan geen provisie had geno ten. Ook de Officier van Justitie te Haarlem had bericht gezonden, dat door hem niet tot vervolging van den heer L., thans te Ruurloo wonende, zal worden overgegaan. B. en W. stellen nu den raad voor: 1. Het besluit van 27 Juli 1925, waarbij met ingang van 1 Aug. 1925 aan P. N. L. op zijn verzoek eervol ontslag onder dankzegging voor be wezen diensten is verleend, in te trekken. 2. Aan P. N. L. oneervol ontslag te verlee- nen uit zijn betrekking van directeur van het gasbedrijf, hetwelk geacht wordt te zijn ingegaan 1 Juli 1925. Na de adviezen te hebben ingewonnen der Commissie van Toezicht op het Centraal Hanzebureau, na lange besprekingen en be schouwingen over tal van candidaten, heeft het hoofdbestuur van den Bond van R. K. Vereenigingen van den Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand in het Bisdom Haarlem met algemeene stemmen benoemd tot Directeur van het Centraal Hanzebureau en dus tot opvolger van wijlen den heer Chris M. Jansen z.g., den heer Mr. F. J. H. Bach te Rotterdam. De nieuwe directeur is 5 September 26 jaar oud geworden. Hij werd te Gro ningen geboren en maakte zijn studies aan het stedelijk Gymnasium aldaar. Vandaar slaagde hij uit de 5e klasse voor 't Staatsexamen. Vervolgens ging hij aan de Universiteit zijner geboortestad in de rechten studeeren, aanvangend met 't studiejaar 19201921 en behaalde na drie jaar den meestertitel (doc- toraal-examen) en wel in December 1923. alzoo op 21-jarigen leeftijd. Vervolgens deed hij met goed gevolg het z.g. nieuwe doctoraal examen, met als bijvak; „Economie." Hierdoor verkreeg hij volledige Middelbaar onderwijsbevoegdheid in Handelsrecht, Staatsinrichting en Staathuishoudkunde. In Januari 1924 ging Mr. F. J. H. Bach reeds in de praktijk en werd benoemd tot .secretaris der Directie op het Rotterdamsche Kantoor Vooren voor belastingzaken en ac countancy (Den Haag, Rotterdam Breda, Batavia, Semarang, Soerabaja). Tijdens deze functie publiceerde hij in „De Maasbode" het eerst verschenen artikel tegen het Wetsontwerp op „De richtige heffing". En tevens een uitvoerig artikel over dat zelfde onderwerp in *t Weekblad van Privaat recht, Notariaat en Registratie. In October 1924 trad hij definitief op als Redacteur van „De Maasbode". In deze kwa liteit behandelde hij de Rotterdamsche Ge meentepolitiek in Raadsoverzichten en di verse artikelen en schreef verscheidene hoofd artikelen. Sinds Augustus 1926 is de zaak van het Bel- gisch-Nederlandsch Verdrag, in „De Maas bode" door hem behandeld. Men zal zich die interessante beschouwin gen nog wel herinneren. Mr. Each wierp zich voorts op tal van acute en aktueele kwesties. En dah noemen wij: 't Wetsontwerp-Donner op de N.V. de Bedrijfsorganisatie (de praeadviezen van den Partijraad) Winsten uit Gemeentebe. drijven, tarievenpolitiek, polemiek met Wi- fcaut: Afschaffing huurwetten, de gemeen. teJijke huurverordeningen, de Weeldebelas ting, Herziening Arbeidswet, (Petroleum kachel-arrest) Woningpolitiek. Het Partij bureau, (Actie Schaepmanfonds)Belasting- ontwerpen (Foi^nsen-ontwerp, Natuur- schoon-wet, Belasting Nederlanders in den Vreemde) Herzieing strafstelsel, (rapport Centraal College en wetsontwerp Donncr), Wijziging Kinderwetten, Schoolgeldontwerp, Crematiekwestie, Interpellatierecht Pro vinciale Staten. Voorts verschillende beschouwingen over politieke en sociale, over staatsrechtelijke en parlementaire, over partij- en coalitievraagstukken. Bij de Rotterdamsche Gemeentepolitiek werden o.m. behandeld Erfpachtstelsel, Huur ver ordening, Winkelsluiting, Woning- politiek en Loon- en salarisvraagstuk, Be- lastingvraagstrikken, Bouwkwestie, Konin- ginnebrugkwestie, enz., enz. Mr. Bach is secretaris van de groep „So. ciale organisatie" van 't Comité „Katholiek Rotterdam". In deze functie ontwierp hU, na de mee- ningswjjziging van Mr. Kortenhorst, voor de Alg. R. K. Werkgeversvereniging in 't Bisdom Haarlem, een Adres tegen 't Ver drag met België, dat zonder eenige wijiz- ging naar de Eerste Kamer werd verzon den. Voor de Rotterdamsche Kieskringorgani satie Recht en Orde behandelde hij in een lezing het Rotterdamsche Annexatie-voor stel. De Bond in 't Bisdom Haarlem heeft dus gekregen een jonge kracht met een stevi- gen wetenschappelijken ondergrond, een kracht, welke de organisatie op waardige wijze zal kunnen reporteeren. Een kracht, met heerlijke idealen toegerust. Ook de middenstandsbeweging heeft behoefte aan mannen, die door kennis en ontwikkeling uitblinken. Ook 't Middenstandsprobleem is een wetenschappelijk vraagstuk. Men beweert wel met een zeker dédain van „neen" doch dat zijn dan altijd dege nen, die op 't voetstuk willen blijven po seeren, doch die gespeend zijn in elke intel- lectueele zelfstudie. De R.K. Middenstandsbond in 't Bisdom Haarlem mag zich gelukkig voelen met de ze aanwinst van een jeugdige onderlegde, forsche kracht. v. D. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft Vrijdag 1.1. In de kapel van het Groot-Semi narie te Warmond de Tonsuur toegediend aan de volgende E. E. Heeren: C. Bakker, F. Bernefeld, F. Boelrijk, H. Brans, J. Dekker, C. Doeswijk, J. Dunselman, F. Eppings, J. v. d. Gent, F. Heemskerk, N. Hoek, H. Jansen, A. Kat, Z. v. d. Klein, J. Kosse, J. Kragtwijk, A. Loerakker, C. Meer- boer, A. Meyer, G. Neefjes, L. Nijs, R. Oud, J. Redeker, C. Roest, A. v. Rijn, J. Schotten, J. Smulders, J. Suyker, H. Verbeek, C. Ver- heyen, P. van Vliet, J. van der Vliet, H. Westerkamp en J. Witteman. Zaterdag en Zondag d.a.v. aan dezelfde E. E. Heeren de vier kleine H. H. Wijdingen alsmede Zaterdag de H. Wijding van het Diaconaat aan de E. E. Heeren: H. Agterof, G. Alkemade, P. Bottelier, G. v. d. Burg, B. Damen, P. de Groot, J. v. d. Hoek, A. v. d. Hoeven, A. v. Houten, M. Jansen, A. Kat, W. v. Kester, Th. Klepper, J. Kraakman, J. Lansbergen, C. Lautenschtitz J. v. d. Linden, Th. Plaat, J. Rutten, H. Schrama, A. Schulte, J. Slijkerman, C. van Steen, S. Stroek, J. Tesselaar, J. Velzeboer, J. Verhaar en W. Westerhoven. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem is Maandag a.s. in de volgende week verhinderd audiëntie te verleenen. Het bezoek van IL M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik aan de hoofdstad. Tot directeur van het Centraal Hanzebu reau voor het bisdom Haarlem is benoemd mr. F. Bach. Blijkens de begrooting van het Staats- muntbedrijf voor 1929 zullen de zilverbons definitief verdwijnen. De H.-N.A.F-A. is doorgevlogen naar Sen gora, De H.-N.AJ.B. is te Constantionope! aangekomen. De dader van den moord in het Louisahnis te Roermond is ontoerekenbaar verklaard. Eenige gegevens omtrent de werkloosheid in Nederland. De Italiaansche graaf Gravina, als opvol ger van prof. Van Hamel, tot Volkenbonds commissaris te Dantzig benoemd. Dr. Luther, de vroegere rijkskanselier, neemt ontslag bij de Rijksspoorwegen. Een samenzwering tegen Achmed Zogoe ontdekt en bloedig onderdrukt. Ramsay MacDonald van zijn Canadeesche reis teruggekeerd. Hugo Stinnes tegen borgstelling op vrije voeten gesteld. Het conflict in de Australische havens nog niet opgelost. Barometerstand 9 uur vjn. T.70, achteruit. OPTICIENS FABRIKANTEN Licht op: De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 7.25, overmorgen om 7.23 uur. Den Haag Haarlem Tel. 13052 Tel. 15166 Wij lezen in het „Leidsch Dgb-": Dinsdag, omstreeks kwart over twee stapte een als heer gekleed persoon den sigaren winkel van de firma H. aan den Stations weg binnen en vroeg, nadat hij even had moeten wachten, daar de familie juist zat te koffiedrinken, aan mevr. B„ die de trap af kwam loopen,of zü ook een meerschui men pijp te koop had. Mevrouw antwoordde daarop ontkennend, waarop de klant aanstalten maakte om den winkel te verlaten. Niets vermoedende ging mevrouw weer naar boven, doch toen z even later gerammel van geld in den win kel hoorde begreep zij dat er iets niet in den haak was en sloop op haar teenen de trap af. Halverwege gekomen zag zij den klant van zooeven gebogen over de geldla staan; hU had dus de winkeldeur niet achter zich dicht getrokken en was, toen mevrouw de trap weer was opgegaan, naar binnen geslopen zonder dat de electrlsche bel zijn aanwezig heid kon verraden. Toen de dief bemerkte, dat hU ontdekt was, snel hij den winkel uit, gevolgd door de echtgenoote van den winkelier, die luid keels „houdt den dief" begon te roepen. Op haar geroep snelden haar echtgenoot en zekere B. uit Haarlem die bU de familie B. den koffiemaaltijd gebruikte, den dief achterna. Aanvankelijk begrepen de voorbijgangers blijkbaar niet, waarom het ging, doch ter hoogte van den wijnhandel der firma Hid- dink werd de vluchteling gegrepen door een kellner van de stationswachtkamer en een Haarlemmer, nadat hij even te voren zich van een anderen voorbijganger losgerukt had. Toen de dief zag, dat hU het spel verloren had, vroeg hij den heer B. hem los te laten; hij zou het geld onmiddellijk teruggeven. Begrijpelijkerwijze ging de heer B. op dit verzoek niet in, doch leverde hem aan het politieposthuis aan de Steenstraat uit. Hoewel de man eerst beweerd Kad geen cent op zak te hebben werd by foilleerlng 'n bedrag van 91 aan losse guldens In zijn vestzak gevonden, waarvan hy er volgens voorloopige opgave van den heer B. ruim 33 te diens nadeele had ontvreemd. Wel licht dus, dat de „heer" reeds al meerdere slachtoffers gemaakt heeft. De politie stelt hiernaar een onderzoek In. Wü kunnen er nog aan toevoegen dat de ladelichter uit Beverwyk afkomstig is en dat de kellner, die hem heeft gegrepen, een Haarlemmer is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1