LEEKEPREEKEN
m
ss
BeW
Speciale bewaarplaatsen voor
inboedels, reisbagages koop
mansgoederen.
PUREAUX: NASSAULAAN 49
ADVERTENTlEIM 35 ct. p. regef^
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 22 SEPTEMBER 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16967
1: 1 uUUU.
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN AU E RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
1
<1
4
KAPITAAL f 2.000.000.-
RES£RVE f 470.000.-
Het bezoek der
Koninklijke familie
aan de hoofdstad
Wilkins naar Montevideo
vertrokken
Door de lucht naar
Indië
De H-NAFA vliegt door
naar Sengora
De H-NAFB
te Constantinopel
Leening van f 90.100 voor
Wormerveer
Gascorruptie
te Wormerveer
De nieuwe Directeur
van 't Centraal
Hanzebureau
De opvolger van
Chris M. Jansen
oemmgen
Voornaamste Nieuws
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
N.V. MEUBELTRANSPORT MIJ.
V/H VAN HULST
Aloxanderpi. 1-25 Maerten f. Heemsksrkstr. 25a
Een ladelichter te Leiden
aangehouden
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal
i 3.58 bif vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, I4 regels 60 cL p. plaatsing;
elke regel meer 15 cl„ bij vooruitbel.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
lusscben den tekst 60 cL per regeL
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekermgsvoorwaarden f otttin
Levenslange geiieeie ongeschiktheid tot werken door f7Cf» Dij een ongeval met bij verUes van een hand, f JOC bij verlies van een f Cf) bij 'n breuk vaaf «n bij verlies v. eer
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 3U." doodelijken afloop; IZiwU.^een voet of een oog; 1i L U.duim of wijsvinger; IwUi been of arm; 1 xU.'anderen vinger.
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 dUUU.** verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 JU." doodelijken afloop; IA OU.'een voet of een oog
254.
DE AMBTENAAR
Totn wij deze artikelenreeks opzetten,
waarin wij wilden trachten de eigenaardig
heden van sommige diep in het maatschap
pelijk leven ingrijpende beroepen te belich
ten, hebben wij den ambtenaar bij de eerst
in aanmerking komende genoemd. Ten deele
hebben wij hem al in den onderwijzer ont
moet; ook deze immers bekleedt min of
meer een ambtelijke functie. Maar in den
onderwijzersstand hebben wij voornamelijk
gekeken naar den opvoedkundigen kant.
Wanneer wij van „ambtenaar" spreken, den
ken wij aan een andere figuur.
wy vragen voor dezen bedienaar der wet
de aandacht, omdat hij in ons tegenwoordig
leven een zeer belangrijke plaats inneemt.
Ten eerste door zijn getal, zeker! Hoort men
niet herhaaldelijk, schertsender wijze, maar
dan toch met niet zoo heel veel overdrijving
zeggen, dat op drie volwassen Nederlanders
in onzen tijd één ambtenaar is? Het getal is
echter van bijkomstigen aard. Het voornaam
ste is de functie zelf.
Er heerscht in de vrije maatschappij een
vaste meening omtrent den ambtenaars
stand, een opvatting, welke in waardeerende
beschouwing afneemt naar mate het getal
der ambtenaren wast. Die meening is, dat de
ambtenaar de vleesch geworden middelmatig
heid voorstelt: naar de gangbare opinie is hij
te ontwikkeld om hem bij de groote massa
in te deelen en te weinig begaafd om hem
eenigen wetenschappelijken zin toe te ken-
tien; te beschaafd om hem in het gezelschap
«an zelfs bekwame handenarbeiders te doen
«mkeeren en te weinig van „standing" om
hem onder de gezeten burgers te rekenen.
Hij Is plichtmatig en bemint den regelmati-
gen arbeid, maar 't zijn meer de wijzers van
4# klok en de regels van zijn instructie dan
zijn innerlijke arbeidslust, welke hem zijn
uren doen vullen. Hij is correct, als een auto
maat; uit zichzelf komt hij niet in be
weging: gij moet hem aanspreken, of aan-
schrijven, met vragen overladen, om de
leemten in uw leeke-wijsheid aan te vullen.
Hij lacht nooit; blijft altijd in de plooi; wordt
niet heet noch koud, want de ijzeren wet kent
geen temperament. Hij is noodig, misschien
wel nuttig; geniet een middelmatige beloo
ning voor zijn middelmatige nuttigheid; hij
Is onproductief en maakt zelfs het leven duur.
Daarom wordt zijn onmisbaarheid zoo luid
mogelijk in twijfel getrokken.
Ziedaar de opvatting van den doorsnee
«rijen burger over den ambtenaar. Is zij
billijk? Neen, gelijk alle generalisèerlng on
billijk is. Maar even waar als het is, dat
zulke algemeene beoordeelingen onrecht
vaardig zijn, even zeker is het, dat er een
gegronde aanleiding voor hun ontstaan is.
Hoe komt het, dat „men" zoo terughoudend
Is in zijn waardeering van den ambtenaars
stand? Omdat er een door de meesten nooit
nader onderzocht, maar toch wezenlijk be
staand en voortdurend conflict is tusschen
het ambtelijke leven en de vrije maatschappij.
Wat is een ambtenaar? Hij is tegelijk
dienaar en bedienaar van de wet. Hij moet
de wet als geen ander kennen en er naar
leven en tegelijk voor hare toepassing
waken. Hij is orgaan van de overheid, verte
genwoordigt zelfs ook vaak het burgerlijk
gezag en Is daardoor gemakkelijk geneigd,
zichzelf het gezag te voelen. Nu is er in
iederen vrijen mensch altijd een natuurlijke
afkeer van wettelijke bepalingen, welke zijn
doen en laten beperken of beheerschen.
Wetten en wetsdienaren beschouwt hij als
het prikkeldraad, dat de mooiste brokken
natuur op zijn wandelingen voor hem af
sluit. Juist daar, waar het bord „verboden
toegang" staat, zou hij het liefst zich yer"
meien. Zoo is de ambtenaar een sta-in-den-
weg op zijn levenspad.
Wanneer hij zijn huis wil verbouwen of
wanneer hij een werktuig in zijn woning wil
plaatsen, dat eenlg geruiseh maakt; wan
neer hij wil trouwen of verhuizen; de gren
zen van zijn land wil overgaan; in triomf
een lief geschenk voor vrouw of kroost uit
het buitenland wil meevoeren; wanneer hij
handel wil drijven of een tak van nijver
heid beoefenen; zelfs wanneer hij den open
baren weg met een rijwiel of motorrijtuig
wil berijden: overal vindt hij den ambtenaar
op zijn pad. En het ergste is, dat hij zoo
slecht zaken met hem kan doen: aan een
klant of een handelsvriend levert men een
bestelling of schrijft men een brief. In de
vrije maatschappij gaat dat allemaal snel.
automatisch, zonder omslag. In het vrije
zakendoen is men soepel: heeft een klant
een cent te weinig bij zich, men schenkt
hem den penning; heeft hij bezwaar het
kwitantiezegel te betalen, men geeft hem
zijn zin. Maar de ambtenaar kent geen soe
pelheid; hij moet zijn halven cent hebben,
ook al moeten de innlngskosten het honderd
voudige bedragen; hij kent geen snelheid,
heeft nooit haast; alles gaat op beurt en
tijd.
Ziedaar het conflict van de vrije maat
schappij met den ambtenaarsstand, van den
Vrijen burger met Sint Bureaucratius, van
het lenige, soepele, plooibare, altijd wisse
lde leven met de stijve, harde, onbuig
zame reglementen, waarvan de ambtenaren
de bewakers zijn.
Het is een eeuwenoud conflict, dat nooit
zal ophouden, zoolang er menschen zullen
bestaan. Immers, zonder wetten en verorde
ningen is een beschaafde maatschappij niet
in stand te houden. Dus zullen er altijd
ambtenaren noodig zijn, die uiteraard met
tegenstribbelende burgers in botsing zullen
komen.
Maar dat conflict kan bij goeden wil we
derzijds en bij een elkander begrijpen, van
onschuldig karakter zijn, gelijk dat bij zoo
tal van verhoudingen het geval is. Tracht de
opschietende knaap niet aan het wakend
oog van vader en moeder te ontsnappen om
nu en dan zijn levenslust bot te vieren?
Neemt de jeugd alle voorschriften van de
school voor lief en tracht zij ze nimmer te
ontduiken?
Toch kan de verhouding van kind tot
ouders, van leerlingen tot onderwijzers de
allerhartelijkste zijn, ook al is er dan op het
punt van de tucht wel eens meeningsver-
sehil; doch alleen, wanneer diep in het kin
derhart de overtuiging leeft: de bevelen, die
ik krijg, de voorschriften, welke men mij
geeft, zijn billijk, rechtvaardig en noodza
kelijk; 't is slechts mijn eigen moedwil, die
er zich tegen verzet!
Ziedaar de kern der zaak: zoolang de wet
ten en verordeningen rechtvaardig zijn en
voor eigen billijkheid spreken; zoolang de
ambtenaren de voorschriften naar recht en
geweten uitvoeren, zal de strijd tusschen
vrije maatschappij en overheidsorganen
nooit een gevaarlijk karakter aannemen.
Tweeërlei is dan noodig: 1ste een juiste op
vatting van zijn taak en van zijn stand bij
den ambtenaar en 2de een billijke waardee
ring aan den kant van het publiek.
Ook hier is het weer de christelijke levens
opvatting, welke den weg wijst. „Wie de
eerste onder u wil zijn, die zij aller dienaar".
Dat woord uit goddelijken mond is vooral
van toepassing op hen, die in overheid ge
steld zijn of het wettelijk gezag in zijn uit
oefening moeten helpen. Een der redenen,
waarom zoo menig ambtenaar wrevel wekt
en zijn stand gehaat maakt, is, dat hij zich
als heerscher over in plaats van dienaar
van de burgerij beschouwt. In het zaken
leven spelen omgangsvormen een groote
rol. De kunst van verkoopen schuilt voor
een niet gering deel in de gave om den klant
voor zich in te nemen. Heel het openbaar
zoowel als het gezelschapsverkeer is op rege
len van beleefdheid en fatsoen gebaseerd,
waarvan de sleutel is, om althans den schijn
aan te nemen, dat men zijn daden stelt om
een ander behulpzaam te zijn. „Uw dienaar'
is het slagwoord van onze omgangstaal. En
nu stuit het den vrijen burger, wanneer hij
in persoonlijk contact of bij schriftelijk
verkeer in den stijl, ambtelijke figuren ont
moet, die zich als heerscher, als beveler
tegenover hem stellen; die zelfs niet luiste
ren naar zijn bezwaren en moeilijkheden;
die naar geen uitweg zoeken bij levenswis
selvalligheden, waarmee zelfs de wijze wet
nooit gerekend heeft; die in één woord met
strak gezicht, star en stijf aan den gedruk-
ten letter vasthouden. Wat zou een leger
van vlotte, hulpvaardige, levenswijze ambte
naren veel kunnen doen om den natuurlijken
tegenzin tegen hun stand op te heffen, of
althans belangrijk te verminderen. Dat zou
hun vooral dén gemakkelijk vallen, wan
neer in hun kringen meer het besef leven
dig werd, dat wetten en verordeningen er
zijn voor de samenleving en de samenleving
er niet is voor de ambtenaren. Vooral in
onzen tijd groeit de gruwelijke mentaliteit,
dat, hoe meer burgers er in overheidsver-
band betrokken worden, hoe gelukkiger er de
maatschappij uitziet. Tot nog toe gaat de
christelijke opvatting daartegen rechtdraads
in: versterking van de zelfwerkende krach
ten in de menschheid is de beste waarborg
voor algemeene welvaart. De ambtenaars
stand zal zichzelf het best beschermen, wan
neer hij zelf tegen het waanbegrip der amb
tenarij strijdt.
En op de tweede plaats moet de verbe
tering komen door een zuiverder waardee
ring van den ambtenaar door de vrije maat
schappij. Het is onjuist en onbillijk om een
in zich nuttigen en noodzakelijken stand
naar uitwassen en miswassen te beoordeelen.
Een groote, groeiende, moderne gemeenschap
is een wonderfijne machine, waarvan het
raderwerk een scherpzinnige behandeling
vereischt. Aan onzen ambtenaarsstand wor
den dan ook hooge eischen gesteld en spe
ciaal ons land mag roemen op zijn wets
dienaren. Daar komt bij, dat de landszeden,
de veiligheid en orde ten zeerste ook ge
diend zijn door onomkoopbare ambtenaren.
Wat het zeggen wil, wanneer de overheids
organen veil zijn, heeft menig land bewezen.
Ten slotte kan corruptie voeren tot een
staatsruïne. Ook in dit opzicht heeft Ne
derland altijd trotsch mogen gaan op zijn
integer ambtenarenleger. Het feit, dat er de
laatste jaren bij de algemeene verwording
door de oorlogstoestanden ook hier sommigen
niet bestand bleken voor de verlokkingen
van het goud, bewees, welk een weldaad de
vroegere zekerheid van een onomkoopbaar
ambtenarencorps was. En het vertrouwen
SRAARNE:
BAIMK
Met het Koninklijk salonrijtuig zijn om
vijf minuten over vier gistermiddag aan het
Centraal Station te Amsterdam aangekomen
H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins der
Nederlanden met gevolg, tot het brengen van
hun jaarlijksch bezoek aan de hoofdstad.
Op het perron waren ter verwelkoming
aanwezig de Commissaris van de Koningin
in de provincie Noord-Holland Jhr. Mr. Dr.
A. Röell, de Burgemeester van Amsterdam,
de heer W. de Vlugt, de Hooxdcainri iswari;.
de heer A. J. Marcusse, de Commandant van
de Marine in Den Helder, Viee-Admiraal
Quant, de onder-commandant van de Marine
Kolonel Schenck de Jong, de plaa&selük com
mandant Oveiste Rouvaart en Kolonel Bueno
de Mesquita uit Utrecht.
Een der eerste, die Hare Majesteit bij het
betreden van het perron verwelkomde, was dé
directeur van de Nederlandsche Spoorwegen,
de heer Ir. J. A. Kalff.
In de Koninklijke wachtkamer werd Hare
Majesteit een bouquet aangeboden door de
dochter van Wethouder Walrave Boissevain.
Nadat de Koninklijke Gasten zich korte
lings met de aanwezige autoriteiten hadden
onderhouden, werden de hofrijtuigen beste
gen.
H. M. en Z. K. H. namen plaats in de calè
che, met twee paarden bespannen,
rooden bok gereden.
Om kwart over vier vertrok daarop de stoet,
voorafgegaan van en gevolgd door 'n eere
escorte huzaren, onder aanvoering van Rit
meester Brevet, naar het Paleis.
Langs den weg, zoowel op het Stationsplein
als op het Damrak stond een groote schare,
die bij het passeeren van den Koninklijken
stoet Hare Majesteit allerhartelijkst begroette.
Bij de binnenkomst van de Koninklijke
Familie werden van 't pantsenschip „Hertog
Hendrik" 35 saluutschoten gelost.
Op den Dam
Reeds om drie uur stelden velen zich op
langs het Damrak en op den Dam om het
Koninklijk Echtpaar het welkom in de
hoofdstad toe te roepen.
De wacht werd betrokken door de Mari
niers, die met de Marinemuziek voor het
Koninklijk Paleis waren opgesteld. Uit den
koepel klonken Vaderlandsche liederen.
Te kwart over vieren kondigden kanon
schoten aan, dat Hare Majesteit was aange
komen en even daarna reed de Koninklijke
stoet reeds den Dam op. Uit duizenden kelen
klonk een hartelijk hoera.
Toen Koningin en Prins het Paieis binnen
gingen, speelde de muziek het Wilhelmus.
Eenige oogenblikken later verscheen het
Koninklijk Echtpaar op het balcon, wederom
luide toegejuicht. De muziek speelde nog
maals het volkslied, de eerewachten presen
teerde de wapens. Hare Majesteit groette
minzaam.
Na afloop van deze plechtigheid begonnen
dadelijk de audiënties.
De maaltijd
Gisteravond had een officieele maaltijd
plaats, waaraan genoodigd waren de leden
van Ged. Staten van Noord-Holland er. de
leden van den Gemeenteraad. Behalve de
hofhouding zaten aan de Commissaris der
Koningin Jhr. mr. dr. A. Roëll, de leden van
Ged. Staten, de heeren J. N. Hendrix, D.
Kooijman, mr. J. B. Bomans en de griffier
mr. L H. Vening Meinesz. Voorts de Burge
meester, de heer W. de Vlugt, de wethouders
J. ter Haar, dr. I. H. J. Vos, Th. M. Ketelaar,
Walrave Boissevain, dr. E. J. Abrahams en
Von Frijtag Drabbe, de gemeente-secretaris
J. J. Roovers en 17 raadsleden.
Zijn Zuidpoolvlucht.
Een Reuter-telegram uit New-York meldt,
dat kapitein Wilkins zich gistermorgen met
twee vliegtuigen en hun bestuurders inge
scheept heeft naar Montevideo, vanwaar hij
eerst met een walvischvaarder zal gaan
naar het eiland Deception, dat op 60 zee
mijlen van de kust van het Zuidpoolgebied
ligt.
Wilkins verklaarde dat zijn doel Is om
door middel van vluchten de continuïteit
te costateeren van de bergketens langs de
Zuidzeekust van het antarcische vasteland.
wint veld, dat wij slechts met uitzonderin
gen en een voorbijgaanden toestand te doen
hebben gehad.
Een bekwame en betrouwbare ambtenaars
stand vormt een der hechtste pijlers voor
een staat. Hij is dit vooral, wanneer hij de
waardeering der vrije maatschappelijke
krachten geniet; en déze kan hij zich het
best verwerven door de overtuiging te vesti
gen, dat hij zichzelf beschouwt niet als rem
of als heerscher, maar als onmisbare hulp
en regelaar in de steeds dichter groeiende
I verwikkelingen van het openbare leven.
HOMO SAPIENS
Bij de Indische Luchtvaartmaatschappij is
het volgende telegram ingekomen betreffen
de de H-NAFA met den bestuurder kapt.
Koppen:
„Wegens zware regenvallen is de gesteld
heid van het vliegveld te Bangkok zoodanig,
dat er niet geland kan worden. Vliegen nu
rechtstreeks door naar Sengora en zullen
daar de mail, bestemd voor Bangkok, afle
veren.
Uit Calcutta wordt aan de „New York
Herald" bericht, dat de aankomst van het
door kapt. Koppen bestuurd postvliegtuig te
Calcutta in het handelsdistrict daar ter stede
groote vreugde heeft verwekt, daar vele za
kenlieden, dank zij het Nederlandsche post
vliegtuig hun mail 13 dagen eerder ontvin
gen dat wanneer vervoerd met de nor
male verkeersmiddelen.
Het bericht besluit; „De zakenmenschen
hier, hebben reeds vijf jaar lang uitgezien
naar een Britschen luchtpostdienst, maar
het is duidelijk dat zij nu de nieuwe Neder
landsche onderneming rijkelijk zullen
steunen."
Ook te Calcutta vergeet men blijkbaar,
gelijk te Irak, waar het verschijnen van 't
uitblijven van een Britschen dienst, groote
teleurstelling verwekte, dat het hier tot nog
toe een transport van postvliegtuigen naar
Nederlandsch-Indië betreft, en nog geen
geregelden postdienst.
De H.-N.A.F.B. te Constantinopel
De Indische Luchtvaartmaatschappij ont
ving een telegram omtrent de H.-N.A.F.B.
dat het vliegtuig gisteren is vertrokken
van Boedapest te 7 uur 38 min. plaat
selijke tijd en aangekomen te Sofia 12.57 pl.
tijd. Alles in orde. En een Reuter-telegram
uit Constantinopel meldde gisteravond, dat
dit tweede vliegtuig daar gisteren te 17 uur
15 is aangekomen. Men verwachtte, dat het
heden in den vroegen morgen zou vertrek
ken.
Bezichtiging van het derde postvliegtuig
Evenals verleden week zal heden en Zon
dag van 2—5 uur het vliegtuig van de
N.J.L.M. dat Donderdag a.s. naar Neder
landsch-Indië vertrekt, gratis te bezichtigen
zijn op het vliegterrein Schiphol.
In de eerstvolgende raadsvergadering van
Wormerveer komt aan de orde een voorstel
van B. en W. tot het aangaan van een lee
ning, groot 90.100 a pari tegen 4% bij
de Bank der Nederl. Gemeenten.
In de eerstvolgende raadszitting van Wor
merveer komt de alhier gepleegde gascor
ruptie in het openbaar aan de orde.
Het was reeds in het begin van dit jaar
aan B. en W. gebleken, dat de heer L„ voor
malig directeur van de gasfabriek alhier,
over 1919 en daaropvolgende jaren van de
N.V. Goudsch Ind. Maatschappij een bedrag
van 1125 en van de N.V. Ned. Gasmeter-
fabriek George Wilson een bedrag van 3984
had genoten. In Dec. 1927 was door den heer
L. op een desbetreffend schrijven van B. en
W. geantwoord, dat hij geen gelden van le
veranciers der gemeente had ontvangen,
doeh later was na inbeslagname door de
justitie van de boeken van eenige leveran
ciers gebleken, dat de heer L. inderdaad
genoemde bedragen had gekregen.
In de geheime raadszitting van 16 Juli
1928 was nu besloten tot den heer L. het
verzoek te richten de door hem ontvangen
gelden in de kas van het gasbedrijf te stor
ten, doch de heer L„ die met ingang van 1
Aug. 1925 gepensionneerd werd, had geant
woord geen termen aanwezig te achten om
hieraan te voldoen.
B. en W. vroegen daarna omtrent het
advies van mr. Mendels en deze bleek van
meening te zijn, dat het instellen van een
civiele vordering tot terugbetaling der ont
vangen gelden geen succes zou hebben, om
dat niet bewezen kon worden, dat de gele
verde waren aan de gemeente goedkooper
in rekening zouden gebracht zijn, indien de
gasdirecteur hiervan geen provisie had geno
ten. Ook de Officier van Justitie te Haarlem
had bericht gezonden, dat door hem niet tot
vervolging van den heer L., thans te Ruurloo
wonende, zal worden overgegaan.
B. en W. stellen nu den raad voor: 1. Het
besluit van 27 Juli 1925, waarbij met ingang
van 1 Aug. 1925 aan P. N. L. op zijn verzoek
eervol ontslag onder dankzegging voor be
wezen diensten is verleend, in te trekken.
2. Aan P. N. L. oneervol ontslag te verlee-
nen uit zijn betrekking van directeur van
het gasbedrijf, hetwelk geacht wordt te zijn
ingegaan 1 Juli 1925.
Na de adviezen te hebben ingewonnen der
Commissie van Toezicht op het Centraal
Hanzebureau, na lange besprekingen en be
schouwingen over tal van candidaten, heeft
het hoofdbestuur van den Bond van R. K.
Vereenigingen van den Handeldrijvenden en
Industrieelen Middenstand in het Bisdom
Haarlem met algemeene stemmen benoemd
tot Directeur van het Centraal Hanzebureau
en dus tot opvolger van wijlen den heer Chris
M. Jansen z.g., den heer Mr. F. J. H. Bach
te Rotterdam.
De nieuwe directeur is 5 September 26
jaar oud geworden. Hij werd te Gro
ningen geboren en maakte zijn studies aan
het stedelijk Gymnasium aldaar.
Vandaar slaagde hij uit de 5e klasse voor
't Staatsexamen.
Vervolgens ging hij aan de Universiteit
zijner geboortestad in de rechten studeeren,
aanvangend met 't studiejaar 19201921 en
behaalde na drie jaar den meestertitel (doc-
toraal-examen) en wel in December 1923.
alzoo op 21-jarigen leeftijd. Vervolgens deed
hij met goed gevolg het z.g. nieuwe doctoraal
examen, met als bijvak; „Economie."
Hierdoor verkreeg hij volledige Middelbaar
onderwijsbevoegdheid in Handelsrecht,
Staatsinrichting en Staathuishoudkunde.
In Januari 1924 ging Mr. F. J. H. Bach
reeds in de praktijk en werd benoemd tot
.secretaris der Directie op het Rotterdamsche
Kantoor Vooren voor belastingzaken en ac
countancy (Den Haag, Rotterdam Breda,
Batavia, Semarang, Soerabaja).
Tijdens deze functie publiceerde hij in
„De Maasbode" het eerst verschenen artikel
tegen het Wetsontwerp op „De richtige
heffing".
En tevens een uitvoerig artikel over dat
zelfde onderwerp in *t Weekblad van Privaat
recht, Notariaat en Registratie.
In October 1924 trad hij definitief op als
Redacteur van „De Maasbode". In deze kwa
liteit behandelde hij de Rotterdamsche Ge
meentepolitiek in Raadsoverzichten en di
verse artikelen en schreef verscheidene hoofd
artikelen.
Sinds Augustus 1926 is de zaak van het Bel-
gisch-Nederlandsch Verdrag, in „De Maas
bode" door hem behandeld.
Men zal zich die interessante beschouwin
gen nog wel herinneren.
Mr. Each wierp zich voorts op tal van
acute en aktueele kwesties. En dah noemen
wij:
't Wetsontwerp-Donner op de N.V. de
Bedrijfsorganisatie (de praeadviezen van
den Partijraad) Winsten uit Gemeentebe.
drijven, tarievenpolitiek, polemiek met Wi-
fcaut: Afschaffing huurwetten, de gemeen.
teJijke huurverordeningen, de Weeldebelas
ting, Herziening Arbeidswet, (Petroleum
kachel-arrest) Woningpolitiek. Het Partij
bureau, (Actie Schaepmanfonds)Belasting-
ontwerpen (Foi^nsen-ontwerp, Natuur-
schoon-wet, Belasting Nederlanders in den
Vreemde) Herzieing strafstelsel, (rapport
Centraal College en wetsontwerp Donncr),
Wijziging Kinderwetten, Schoolgeldontwerp,
Crematiekwestie, Interpellatierecht Pro
vinciale Staten. Voorts verschillende
beschouwingen over politieke en sociale,
over staatsrechtelijke en parlementaire,
over partij- en coalitievraagstukken.
Bij de Rotterdamsche Gemeentepolitiek
werden o.m. behandeld Erfpachtstelsel,
Huur ver ordening, Winkelsluiting, Woning-
politiek en Loon- en salarisvraagstuk, Be-
lastingvraagstrikken, Bouwkwestie, Konin-
ginnebrugkwestie, enz., enz.
Mr. Bach is secretaris van de groep „So.
ciale organisatie" van 't Comité „Katholiek
Rotterdam".
In deze functie ontwierp hU, na de mee-
ningswjjziging van Mr. Kortenhorst, voor
de Alg. R. K. Werkgeversvereniging in 't
Bisdom Haarlem, een Adres tegen 't Ver
drag met België, dat zonder eenige wijiz-
ging naar de Eerste Kamer werd verzon
den.
Voor de Rotterdamsche Kieskringorgani
satie Recht en Orde behandelde hij in een
lezing het Rotterdamsche Annexatie-voor
stel.
De Bond in 't Bisdom Haarlem heeft dus
gekregen een jonge kracht met een stevi-
gen wetenschappelijken ondergrond, een
kracht, welke de organisatie op waardige
wijze zal kunnen reporteeren. Een kracht,
met heerlijke idealen toegerust. Ook de
middenstandsbeweging heeft behoefte aan
mannen, die door kennis en ontwikkeling
uitblinken. Ook 't Middenstandsprobleem is
een wetenschappelijk vraagstuk.
Men beweert wel met een zeker dédain
van „neen" doch dat zijn dan altijd dege
nen, die op 't voetstuk willen blijven po
seeren, doch die gespeend zijn in elke intel-
lectueele zelfstudie.
De R.K. Middenstandsbond in 't Bisdom
Haarlem mag zich gelukkig voelen met de
ze aanwinst van een jeugdige onderlegde,
forsche kracht.
v. D.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
Vrijdag 1.1. In de kapel van het Groot-Semi
narie te Warmond de Tonsuur toegediend
aan de volgende E. E. Heeren:
C. Bakker, F. Bernefeld, F. Boelrijk, H.
Brans, J. Dekker, C. Doeswijk, J. Dunselman,
F. Eppings, J. v. d. Gent, F. Heemskerk, N.
Hoek, H. Jansen, A. Kat, Z. v. d. Klein, J.
Kosse, J. Kragtwijk, A. Loerakker, C. Meer-
boer, A. Meyer, G. Neefjes, L. Nijs, R. Oud,
J. Redeker, C. Roest, A. v. Rijn, J. Schotten,
J. Smulders, J. Suyker, H. Verbeek, C. Ver-
heyen, P. van Vliet, J. van der Vliet, H.
Westerkamp en J. Witteman.
Zaterdag en Zondag d.a.v. aan dezelfde
E. E. Heeren de vier kleine H. H. Wijdingen
alsmede Zaterdag de H. Wijding van het
Diaconaat aan de E. E. Heeren:
H. Agterof, G. Alkemade, P. Bottelier, G.
v. d. Burg, B. Damen, P. de Groot, J. v. d.
Hoek, A. v. d. Hoeven, A. v. Houten, M.
Jansen, A. Kat, W. v. Kester, Th. Klepper,
J. Kraakman, J. Lansbergen, C. Lautenschtitz
J. v. d. Linden, Th. Plaat, J. Rutten, H.
Schrama, A. Schulte, J. Slijkerman, C. van
Steen, S. Stroek, J. Tesselaar, J. Velzeboer,
J. Verhaar en W. Westerhoven.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem is
Maandag a.s. in de volgende week verhinderd
audiëntie te verleenen.
Het bezoek van IL M. de Koningin en Z. K.
H. Prins Hendrik aan de hoofdstad.
Tot directeur van het Centraal Hanzebu
reau voor het bisdom Haarlem is benoemd
mr. F. Bach.
Blijkens de begrooting van het Staats-
muntbedrijf voor 1929 zullen de zilverbons
definitief verdwijnen.
De H.-N.A.F-A. is doorgevlogen naar Sen
gora, De H.-N.AJ.B. is te Constantionope!
aangekomen.
De dader van den moord in het Louisahnis
te Roermond is ontoerekenbaar verklaard.
Eenige gegevens omtrent de werkloosheid
in Nederland.
De Italiaansche graaf Gravina, als opvol
ger van prof. Van Hamel, tot Volkenbonds
commissaris te Dantzig benoemd.
Dr. Luther, de vroegere rijkskanselier,
neemt ontslag bij de Rijksspoorwegen.
Een samenzwering tegen Achmed Zogoe
ontdekt en bloedig onderdrukt.
Ramsay MacDonald van zijn Canadeesche
reis teruggekeerd.
Hugo Stinnes tegen borgstelling op vrije
voeten gesteld.
Het conflict in de Australische havens nog
niet opgelost.
Barometerstand 9 uur vjn. T.70, achteruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Licht op: De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 7.25, overmorgen om
7.23 uur.
Den Haag Haarlem
Tel. 13052 Tel. 15166
Wij lezen in het „Leidsch Dgb-":
Dinsdag, omstreeks kwart over twee stapte
een als heer gekleed persoon den sigaren
winkel van de firma H. aan den Stations
weg binnen en vroeg, nadat hij even had
moeten wachten, daar de familie juist zat
te koffiedrinken, aan mevr. B„ die de trap
af kwam loopen,of zü ook een meerschui
men pijp te koop had.
Mevrouw antwoordde daarop ontkennend,
waarop de klant aanstalten maakte om den
winkel te verlaten. Niets vermoedende ging
mevrouw weer naar boven, doch toen z
even later gerammel van geld in den win
kel hoorde begreep zij dat er iets niet in
den haak was en sloop op haar teenen de
trap af.
Halverwege gekomen zag zij den klant van
zooeven gebogen over de geldla staan; hU
had dus de winkeldeur niet achter zich dicht
getrokken en was, toen mevrouw de trap
weer was opgegaan, naar binnen geslopen
zonder dat de electrlsche bel zijn aanwezig
heid kon verraden.
Toen de dief bemerkte, dat hU ontdekt
was, snel hij den winkel uit, gevolgd door
de echtgenoote van den winkelier, die luid
keels „houdt den dief" begon te roepen.
Op haar geroep snelden haar echtgenoot
en zekere B. uit Haarlem die bU de familie
B. den koffiemaaltijd gebruikte, den dief
achterna.
Aanvankelijk begrepen de voorbijgangers
blijkbaar niet, waarom het ging, doch ter
hoogte van den wijnhandel der firma Hid-
dink werd de vluchteling gegrepen door een
kellner van de stationswachtkamer en een
Haarlemmer, nadat hij even te voren zich
van een anderen voorbijganger losgerukt
had.
Toen de dief zag, dat hU het spel verloren
had, vroeg hij den heer B. hem los te laten;
hij zou het geld onmiddellijk teruggeven.
Begrijpelijkerwijze ging de heer B. op dit
verzoek niet in, doch leverde hem aan het
politieposthuis aan de Steenstraat uit.
Hoewel de man eerst beweerd Kad geen
cent op zak te hebben werd by foilleerlng 'n
bedrag van 91 aan losse guldens In zijn
vestzak gevonden, waarvan hy er volgens
voorloopige opgave van den heer B. ruim
33 te diens nadeele had ontvreemd. Wel
licht dus, dat de „heer" reeds al meerdere
slachtoffers gemaakt heeft.
De politie stelt hiernaar een onderzoek In.
Wü kunnen er nog aan toevoegen dat de
ladelichter uit Beverwyk afkomstig is en
dat de kellner, die hem heeft gegrepen, een
Haarlemmer is.