Binnenlandsch Nieuws
Parol bü Ruwe en Schrale Huid
Gemengd Nieuws
m
Mavrides'
EGYPTIAN CIGARETTES
TWEEDE BLAD
NTEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 17 OCTOBER 1928
BLADZIJDE 2
Staten-Generaal
Tweede Kamer
Het eeuwfeest der Koninkl.
Militaire Academie
De arbeids-overeenkomst
van kapitein en schepelingen
D
e Zeppelin landt, en de Yank roept Hurray
Want 't luchtschip bracht Omar en PRINCE voor hem mee.l
MET ,1 COUPON BIJ 10 5 I GAPETTEN
De regeeringscommissie
voor de bevolkingsboekhou
ding geïnstalleerd
UIT ONZE OOST
Een boycot-comité
gearresteerd
Behoud van natuurschoon
in de Vechtstreek
De heer Walrave Boissevain
De finaneieele verhouding
tusschen Rijk en Gemeenten
Malversaties bij den bouw
van een Schouwburg-
societeit
De mogelijkheid tot bespa
ring op de personeels
uitgaven
Een smokkelaar aan
geschoten
Met het groote dok op
sleeptouw naar Singapore
Onbrandbaar celluloid
Eindhoven in blijde
verwachting
A. E. G.
VAMPYR' ST0FZÜ1CERS
De moordaanslag en
zelfmoord te Utrecht
Natuurlijke muskus
Een sluw oplichter
Drie huizen te Hedel
afgebrand
Gistermiddag vergaderde cTe Tweede Ka
leer der Staten-Generaal onder voorzitter
schap van Jhr. mr. Ch. Ruys de Beeren-
örouck.
Bij den aanvang had de installatie plaats
van het nleuwgekozen lid der Tweede Ka
mer, den heer Feber.
Besloten werd dé interpellatie-Drop over
de toestanden in de mijnindustrie toe te
staan en te doen houden na de interpellatie
Van de Heuvel over' den toestand van de
suikerindustrie.
Op voorstel van den voorzitter werd be
sloten in verband met een verzoek van den
Minister van Onderwijs, K. en W. het wets
ontwerp betreffende de schoolgeldregeling
voorloopig van d'e agenda af te voeren.
Verder werd besloten het wetsontwerp tot
herziening van de finaneieele verhouding
tusschen het Rijk en de gemeenten en tot
wijziging van eenige bepalingen der ge
meentewet te verzenden naar een commia
sie van voorbereiding.
De VOORZITTER benoemde in deze
commissie de heeren v. Vuuren, Fleskens,
v. d. Tempel, Smeenk, v. Gijn, Ebels, Lovink
en tot plaatsvervangers de heeren v. Voorst
tot Voorst, Kampsehoër, Schaper, de Wilde
Droogleever Fortuyn, Ketelaar en Snoeck
Henekemans.
De heer L. L. H. DE VISSER C. P. vraagt
verlof te mogen interpelleeren over de toe
standen in de strafkolonie boven Digoel,
Over dit verzoek wordt Woensdag beslist.
De heer DE VISSER vraagt voorts, wan
neer zijn interpellatie betreffende het ver
blijf van Kurt Vogel hier te lande aan de
orde komt.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze
interpellatie door hem niet op de agenda
zal worden geplaatst, aangezien die inter
pellatie reeds 2'A jaar geleden is toegestaan
en de heer de Visser zelf nooit een verzoek
deed die te behandelen.
De heer DE VISSER protesteert tegen de
partijdige wijze, waarop de voorzitter op
treedt tegen hem.
De VOORZITTER zegt, dat er geen spra
ke is van partijdigheid en dat hij alle leden
op denzelfden voet behandeld.
De heer DE VISSER wil zich niet als
een kwajongen laten behandelen. U weet
aldus spr. dat er ter linkerzijde ern
stige bezwaren tegen uw leiding
De VOORZITTER hamert.
De heer DE VISSER kan zich met den
gang vaü zaken niet vereenigen. Als de
voorzitter doorgaat met hem op die manier
te behandelen, zal hij de middelen vinden
om den gang van zaken, zooals de voorzit
ter dien denkt, te verhinderen. Wil de voor
zitter op <fie manier met hem knokken, dan
ga hij zijn gang. Wilt u aldus spr.
deze interpellatie behandelen ja dan neen,
zegt u neen, dan weet ik wat mij te doen
staat
De VOORZITTER antwoordt, dat vlak
voor de behandeling van de Rijksbegrooting
geen interpellaties kunnen worden gehou
den, die niet over urgente zaken handelen.
Spr, is niet bereid de interpellatie vóór de
begrooting op de agenda te plaatsen.
De heer DE VISSER meent, dat dit een
rekbaar begrip is. Is u bereid, aldus vraagt
hij, de interpellatie in de eerste vergadering
na Kerstmis aan de orde te stellen?
De VOORZITTER! dal
De wijziging der Indische Staats
regeling.
Vervolgens komt aan de orde het wetsont
werp tot wijziging van enkele artikelen der
Indische Staatsregeling.
De heer CRAMER S. D. A. P. betoogt,
dat deze kwestie in Indië groote beroering
heeft gewekt, waarbij de Europeeeche be
volking zich niet op de gelukkigste wijze
heeft geuit tegenover de inheemsche.
Onsympathiek acht spr. het bewandelen
van sllnksche wegen om te trachten het
pleit te winnen.
De grootste tegenstanders zullen dit ont
werp niet durven Verwerpen, aangezien ver
werping voor Indië de meest ernstige ge
volgen zou hebben.
De regeering moet echter niet denken,
dat zij er is als dit ontwerp is aangenomen.
Er zijn nog tal van beloften, die dienen te
worden nagekomen. Er is slechts één stap
gezet op den weg naar meer zeggenschap
voor de inlandsche bevolking.
De heer Cramer gaat uitvoerig de ge
schiedenis van het amendement-Feber na
en betoogt dat dit amendement de inheem
sche bevolking in nog nadeeliger positie
bracht en in strijd was met den geest der
jongste Grondwetsherziening.
Spr. waarschuwt er tegen, niet ongedaan
te maken hetgeen men aan Indië heeft ge
geven. In het stelsel-Colijn zal de Volksraad
zfjn beteekenis verliezen en kan die gerust
naar huis gaan. Den heer Colijn gaat het
niet om het welzija van het volk, maar in
de eerste plaats om de handhaving van het
Nederlandscha gezag. Spr. doet het denk
beeld aan de hand een staatscommissie in
te stellen met opdracht, de wet op de
staatsinrichting aan een grondige herzie
ning te onderwerpen. Duidelijk moet daar
bij uitkomen, dat aan den Volksraad niet
moet worden getornd.
De heer BEUMER A. R. zegt, dat de nei
ging om vóór het ontwerp te stemmen bij
hem niet buitengewoon groot is. De vraag
rijst bij hem of het ontwerp wel zorgvuldig
genoeg is voorbereid. Blijkbaar is het ont
werp in Indië tot stand gekomen, doch het
Initiatief komt slechts toe aan de Kroon of
aan de Kamer, aan niemand anders. Spre
kers grief is, dat de gouverneur-generaal
door zijn handelingen, die hij met de beste
bedoelingen deed, de verhouding tusschen
hem en de Nederlandsche regeering heeft
verwrongen. Gouverneur-generaal en Volks
raad beide willen hun inzicht doen prae-
domineeren boven dat van den Nederland-
schen wetgever, die bjj uitstek competent
is. De minister is bjj dit alles al te welwil
lend geweest.
Is er m Indië wel voldoende aanleiding
geweest voor wantrouwen? Naar sprekers
meening: neen.
Aan dit ontwerp, dat in ongerechtigheid
is geboren, kan spr. zijn stem niet geven.
De heer VAN VUUREN R.K. zegt, dat hij
één der onderteekenaren was van het amen
dement-Feber. Ook by spr. is geen sprake
geweest van wantrouwen tegenover den
Volksraad. Hij zag in het amendement-
Feber alleen een voorloopig uitstel van de
komst van een inlandsche meerderheid in
den Volksraad. zy, die nu zeggen, dat de
Kamer overrompeld werd, lieten zonder
eenige bestrijding, waarschijnlijk uit boos
heid, het amendement passeeren. Later is
het vuurtje van harte aangestookt door hen,
die het niet de moeite waard hadden ge
acht, het amendement te bestrijden. De
Gouverneur-Generaal had ziin meening
over de uitwerking in Indië van het amen
dement reeds medegenomen uit Den Haag.
Spr. gaat mee met het voorstel, maar
maakt zich los van de toelichting. Het ar
gument van de geleidelijkheid en voorzich
tigheid, dat hij liet gelden toen hy voor
het amendement stemde, geldt thans niet
meer voor hem. Hü zal daarom' voor het
ontwerp stemmen.
De heer VAN BOETZELAER C.H. her
innert eraan, dat de minister een staats
commissie voor de herziening der Indische
staatsinrichting afwees op grond hiervan,
dat men in Indië moe is van de herzie
ningen van den laatsten tijd.
Aan de amendementen van den heer Cra
mer, die de strekking hebben het aantal le
den van den Volksraad van 60 op 72 te
brengen, zullen spr. en de zynen hun stem
moeilijk kunnen geven. Ook heeft spr. zeer
ernstige bezwaren tegen de door de regee
ring voorgestelde uitbreiding van den Raad
van Indië. De argumenten voor deze uit
breiding acht hij zeer zwak. Voor het bren
gen van niet-Nederlanders in den Raad is
de voorgestelde wyziging niet noodig.
De heer FEBER R.K. sluit zich aan by
de heeren van Vuuren en Beumer, voor wat
betreft de wyze, waarop dit ontwerp is tot
stand gekomen. Ook de motiveering van dit
wetsontwerp is weinig zakelijk. De argu
menten zijn sentimenteel niet zakeiyk.
Rond dit wetsvoorstel heeft zich de ras
sentegenstelling toegespitst. Het ontwerp
heeft splijtend gewerkt. Doch de feiten heeft
men te nemen zooals die zijn. In de door
dit ontwerp gewekte verhoudingen heeft
men te berusten. Verwerping van dit voor
stel zou daarom geen goed doen aan de
politieke verhoudingen in Indië ten op
zichte van het moederland.
Wat een inlandsche meerderheid betreft,
een nieuw gevaar ziet spr. daarin niet. Het
ontwerp, wet geworden, zal niet van invloed
zijn op de toekomstige staatsinrichting. Te
gen het voorstel behoeft dus geen bezwaar
te worden gemaakt.
Daarna wordt de vergadering tot heden
middag verdaagd.
Vragen van den heer Drop aan den
minister van Defensie
De heer Drop heeft aan den Minister van
Defensie de volgende 'schrifteiyke vragen ge
steld:
I. Is het waar, dat bij den optocht, dien de
burgerij van Breda aanbiedt bij gelegenheid
van het 100-jarig bestaan der Koninklijke
Militaire Academie, ook gebruikt zal worden
gemaakt van een aantal paarden, aan het
Rijk behoorende, n.l. die van de cavalerie?
II, Is het waar, dat voor de deelname aan
den in vraag I genoemden optocht ook zijn
aangewezen een aantal te Breda voor eerste
oefening dienende militairen van lageren
rang?
m. Is het waar, dat de militaire admini
stratie zich heeft belast met 't verrichten
van werkzaamheden voor de costumeertag
der voor deelname aangewezen militairen?
IV. Acht de Minister het toelaatbaar, dat
van paarden en manschappen, behoorende
tot 's Rijksweermacht, een particulier ge
bruik wordt gemaakt, als in de voorafgaande
vragen aangeduid?
V. Moet de Minister niet toestemmen, dat
het deelnemen van militairen aan een op
tocht als bovenbedoeld in stryd is met het
voorschrift, dat militairen van lageren rang,
voor eerste oefening in actieven dienst, niet
vergund is zich anders dan in uniform in het
openbaar te vertoonen?
VI. Acht de Minister het niet gewenscht
de commissie, die de Academiefeesten te
Breda organiseert, of degenen, die hierom
trent regelingen troffen, alsnog mede te
deelen, dat by die feesten van paarden en
manschappen, behoorende tot 's lands weer
macht geen gebruik behoort te worden ge
maakt?
Een nieuwe wettelijke regeling aanhangig
gemaakt
Ingediend is een wetsontwerp houdende
een nieuwe wettelijke regeling van de ar
beidsovereenkomst van kapitein en schepe
lingen.
Over de hoofdbeginselen van het ontwerp
wordt het volgende medegedeeld:
Aan de nieuwe regeling ligt ten grondslag
't Inzicht, dat er in het algemeen geen reden
is, de algemeene regeling van de arbeids
overeenkomst niet ook van toepassing te
doen zün op de arbeidsovereenkomst van
kapitein en schepelingen, behoudens de wij
zigingen, welke noodzakeiyk zyn op grond
van de bijzondere omstandigheden, waar
onder op een zeereis de arbeid wordt ver
richt.
Het beginsel van de gelijkstelling in rechte
van den schepeling met andere arbeiders
bracht mede op den schepeling ook dit alge
meene beginsel van overeenkomstenreebt
toe te passen, dat de eenvoudige wanpraesta-
tle, het bloote zich onttrekken aan een over
eenkomst, wel gevolgen heeft van burger-
rechtelyken aard, doch niet het nemen van
strafmaatregelen rechtvaardigt. Ingetrokken
zijn op dien grond de bepalingen van het
Wetboek van Strafrecht, houdende straf
baarstelling van de dusgenaamde eenvoudige
desertie. Alleen desertie onder zoodanige
omstandigheden, dat daarvan gevaar voor
schip, opvarenden of lading is te duchten,
e blijft een strafbaar feit.
Evenmin als de strafbaarstelling van de
eenvoudige desertie kan art. 402 Wetb van
Kooph. worden gehandhaafd. Het gaf den
reeder een macht over den persoon van den
schepeling, welke ons verbintenissenrecht
overigens niet kent en door welke niet het
algemeen belang wordt gediend.
De positie van gezagvoerder, welke art. 341
Wetb. v. Kooph. den kapitein verzekert, biyft
onverlet.
Naast de overeenkomsten tot het verrich
ten van dienst aan boord van een bepaald
schip, is meer en meer het aangaan van een
vast dienstverband in zwang gekomen, met
name wat betreft de scheeps-officieren. Een
gevolg hiervan is, dat ook de monsterrol een
andere beteekenis heeft gekregen dan de
bestaande wet haar toekent.
De wetgever van 1833 heeft zich blijkbaar
voorgesteld, dat de monstering bestaat in het
aangaan door den kapitein van arbeids-
overeenkomsten met de schepelingen ten
overstaan van den waterschout. Voorzooveel
personeel in vasten dienst is, gaat dit niet
meer op; ook met andere schepelingen wordt
de overeenkomst vaak vóór de monstering
gesloten. Het ontwerp stelt voor, de wettely-
ke regeling in overeenstemming te brengen
met de feiten. Het onderscheidt de arbeids
overeenkomsten eener- en de monsterrol an-
derzyds. De monsterrol is volgens het ont
werp niet meer een overeenkomst, maar een
staat van de bemanning die aan boord van
een bepaald schip dienst zal doen krachtens
de overeenkomsten, welke met haar leden
ieder afzonderlijk zün gesloten. De monster
rol staat tot de arbeidsovereenkomsten zoo-
als het manifest der lading staat tot de
vervoer-overeenkomsten.
ling van het' wetsontwerp betreffende de
herziening van de finaneieele verhouding
tusschen het Rijk en de Gemeenten zoo
spoedig mogelijk geschiedt. Dit verzoek is
gegrond op het groote belang, dat de
zwaflr belaste gemeenten bij dit ontwerp
hebben. Voor een groot deel behooren
deze zwaarbelaste of noodlijdende gemeen,
ten tot de plattelandsgemeenten.
Adressant is van oordeel, dat, wanneer in
de finaneieele verhouding tusschen Rijk en
Gemeenten niet wordt ingegrepen, het te
voorzien zal zijn, dat deze verhouding nog
ongunstiger zal worden en dat een toestand
1 zal ontstaan, warbij een verdere ontvolking
van het platteland niet zal kunnen worden
tegengehouden.
Gisterenmiddag is de Commissie voor de
Bevolkingsboekhouding, ingesteld bU be
schikking van den Minister van Blnnenland-
sche Zaken en Landbouw van 1 September
j.l. door Prof. mr. H. W. Methorst in een
der lokalen van het Centraal Bureau voor
de Statistiek namens den Minister geïnstal
leerd.
In zyn rede herinnerde prof. Methorst
o.m. aan een advies door een commissie in
1911 aan de Regeering uitgebracht.
We waren daarin tot het denkbeeld geko
men, om naast huizenregisters met klapper
en gezinsregister nog een verzameling van
uniforme persoonskaarten aan te bevelen,
zoodat drie verzamelingen van documenten
zouden moeten worden gehouden. Mochten
we er thans in slagen om in plaats van drie
verzamelingen van documenten er twee te
maken, dan zou dit niet alleen een vereen
voudiging beteekenen, maar zouden daar
door mogelijk ook bezwaren kunnen worden
weggenomen, welke het tegenwoordig stel
sel aankleven en zoo mogelijk ook aan het
plaatsruimte-bezwaar geheel of althans in
voldoende mate kunnen worden tegemoet
gekomen.
En mochten we dan daarenboven le er in
slagen om ons bevolkingsregister zoo te ver
beteren, dat niet alleen de opgaven van het
geslacht, den leeftyd en den burgeriyken
staat, maar ook die van het beroep, den
godsdienst en de nationaliteit betrouwbaar
zijn, en 2e kunnen bereiken,, dat dit regis
ter, ook wat het aantal inwoners betreft,
juist wordt, dan zou by een toekomstige
volkstelling mogeiyk met de overneming van
ai die gegevens op de telkaarten der volks
telling genoegen genomen kunnen worden. Dit
zou beteekenen: le. geen vergeiyking meer
van de gegevens der volkstellingskaart met
de bevolkingsregisters en 2e. dat de opgaaf
door de ingezetenen zelf zou komen te ver
vallen, tenzij de Regeering bij een telling
bijzonderheden wenseht te weten, welke niet
in het bevolkingsregister zyn of worden op
genomen.
Ik kan mij in dit opzicht niet anders dan
heel voorzichtig uitlaten, omdat niet van te
voren te zeggen is of we ons bevolkingsregis
ter zóó betrouwbaar zullen kunnen maken,
dat de gegevens er uit, zonder verdere con-
tróle, gebruikt kunnen worden voor een al
gemeen depouillement. Maar dit staat voor
mij wel vast, dat Indien we daarin slagen,
we over 10 Jaar, wat de verzameling van ge
gevens der volkstelling betreft, vereenvoudi
gingen in de organisatie zullen kunnen aan
brengen, welke ongetwiifeld aanzlenlilke be
sparing van kosten zullen meebrengen. Mo
gen onze beraadslagingen die gunstioe uit
komsten in de toekomst mogelijk maken.
Hierna is de commissie aanstonds hare
werkzaamheden begonnen met de Instelling
van drie subcommissies, welke tot taak heb
ben den arbeid der commissie voor te berei
den.
Het „Soer. Hbld." deelt mede, dat de Soe-
rabajasche politie er in slaagde de hand te
leggen op het geheele uitvoerende comité
inzake de boycotbeweging, welke gericht is
tegen uit Japan afkomstige goederen. Dit
i comité, bestaande uit zes personen, werd en
'bloc gearresteerd, terwijl mede werd aange
houden een twaalftal andere personen, die
rechtstreeks, dan wei zijdelings, betrokken
zyn by de boycot-beweging, alsmede daaraan
gepaard gaande excessen.
Alle gearresteerden zyn Chineesche natio
nalisten, totok-Chineezen, van wie sommigen
reeds verscheidene jaren te Soerabaja ver-
bly ven en daar een kleinhandel in verschil
lende artikelen en goederen hebben. Geen
enkele behoort tot de „gros bonnets" der
Chineesche handelswereld.
Voor het meerendeel bekennen zy mede
gedaan te hebben aan de boycot-beweging.
Zij zeggen echter uit liefde voor China te
hebben gehandeld; en zy meenen, dat zij
daartoe als goede vaderlanders verplicht
waren.
Hoewel nog geen bewijs werd gevonden,
ligt het voor de hand dat de beweging in
Indië contact had met het vaderland. Zelfs
is te verwachten, dat de politie, in deze
richting speurende, belangwekkend materiaal
zal weten byeen te garen.
In de vergadering van de afgevaardigden
van het Hoofdbestuur der „Vereeniging tot
bevordering van het vreemdelingenverkeer en
tot behoud van het natuurschoon in de
Vechtstreek" werden benoemd: tot voorzitter
oud-notaris Bastejt te Breukelen, tot onder
voorzitter Mr. Kappeyne van de Coppello te
Loenen aan de Vecht en tot secretaris-
penningmeester de heer Molenkamp te Breu
kelen. Deze heeren hebben hun benoemingen
aangenomen. De vereeniging telt thans ruim
300 leden.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een
schryven van den heer W. Boissevain, ge-
dagteekend 10 October, houdende mede.
deeling, dat hy ontslag neemt als lid der
Kamer,
Het Koninkiyke Nederlandsche Land
bouw. Comité verzoekt aan de Tweede Ha
mer te willen bevorderen, dat de behande-
Aneta seint uit Palembang:
De gemeenteopzichter, de heer Van Bree-
men, is, hangende het onderzoek naar den
bouw van de Schouwburgsociëteit, die onder
zijn leiding werd opgetrokken en waarvan de
kosten (raming?) de (met?) 90,000 (werd?)
overschreden, op advies van de commissies
uit den gemeenteraad door den burgemees
ter geschorst. Eenige leden van het inland
sche personeel werden eveneens geschorst.
Aneta seint uit Batavia:
Volgens het „Bat. Nieuwsblad" komt op
de suppletoire begrooting een post voor voor
een Regeeringscommissaris, die tot taak zal
hebben een onderzoek in te stellen naar de
mogelykheid van besparing op de personeels
uitgaven. In verband hiermede kan het blad
melden, dat de oud-directeur van Financiën
de heer Bodenhausen, terugkeert.
In de heide nabij de Belgische grens te
Stramproy is, naar de „LK." beidt, de 24-
jarige B. uit Stramproy, die 's nachts per
rijwiel een hoeveelheid suiker trachtte bin
nen te smokkelen, door de kommiezen aan
geschoten, B. werd door twee kogels getrof
fen, waarvan een zijn hand en de andere zyn
schouder doorboorde.
De bekomen verwondingen waren van dien
aard, dat de getroffene nog denzelfden nacht
per auto naar het Louisahuis te Roermond
moest worden overgebracht.
Het rijwiel waarop de suiker werd ver
voerd, alsmede de smokkelwaar, werden in
beslag genomen.
Behouden aankomst
In verband met de behouden aankomst te
Singapore van de beide secties van het voor
de marinebasis aldaar gebouwde 50 000 ton
droogdok, geeft de directie van L. Smit
Co.'s Int. Sleepdienst nog eenige byzonder-
heden betreffende de reis.
De middensectie van het dok is op 21
Juni J.l. van de werf van de heeren S. W. A.
N. Hunter en Wigham Richardson Ltd. te
Wallsend-on-Tyne vertrokken; de tweede
sectie heeft een week later de reis aanvaard.
Het afvaren in de bochtige rivier was op zich
zelf een moeiiyk en riskant werk, maar had
een vlot verloop.
De middensectie kreeg in het Engelsche
kanaal met slecht weer te kampen, waardoor
de voortgang gedurende drie dagen vrijwel
nihil was, terwijl de tweede sectie als gevolg
van een styven Oostenwind vier dagen
noodig had om door de Straat van Gibraltar
te komen. De tweede sectie, welke gevormd
werd door het voor- en achterdeel van het
dok aan elkaar te bevestigen, was, mede
door de schuin oploopende uiteinden, een
zorgelyker sleep in slecht weer dan de mid
densectie. In de Middellandsche Zee werden
beide transporten door mooi weer be
gunstigd.
Het passeeren van het Suez-kanaal, dat
door de smalle vaargeul, die beschikbaar
was, een van de moeilijkste gedeelten van
den weg was, had een vlot verloop, mede
dank zij de doeltreffende, voorbereidende
maatregelen door de Kanaal My. genomen.
De kanaalzone werd in vier etappes afgelegd
en de scheepvaart heeft geen noemenswaar
dige stagnatie ondervonden.
In het Suez-kanaai en in de Roode Zee
werd van de bemanning, meer speciaal van
het machinekamerpersoneel, zeer veel ge
vergd door de groote hlte, die daar in
Augustus heerscht.
Toen men ter hoogte van Guardafui in den
Indischen Oceaan gekomen was, bleek, dat
de Zuid-West-moesson nog dermate
heerschte, dat het niet geraden was door te
gaan. De beide transporten keerden daarop
naar Aden terug. De middensectie werd in
de baai van Aden door bergvaiwinden over
vallen, waardoor twee der sleepbooten door
aanvaring avery opliepen, hetgeen gelukkig
niet van ernstigen aard was. Men achtte het
toch beter de dokdeelen op zee te houden en
de sleepbooten hebben het dok ca. veertien
dagen op de hoogte van Aden gaande gehou
den, totdat de berichten uit den Ind-schen
Oceaan omtrent de weersgesteldheid gun
stiger luidden.
Zoowel het dok als de sleepbooten zyn in
deze periode sterk „aangegroeid". Over den
Indischen Oceaan werd de route Colombo
Sabang gevolgd en op dit traject deden zich
geen noemenswaardige incidenten voor.
Ten slotte werd via de Straat van Malakka
respectievelyk op 13 en 16 dezer Singapore
bereikt, waar de beide secties in de Strait of
Jahore achter het eiland, waarop Singapore
ligt, werden gemeerd.
Als een byzonderheid kunnen wy nog ver
melden, dat op het geheele traject, met uit
zondering van Port Said en het Suez-kanaal,
de transporten niet gestopt hebben. De
sleepbooten zyn steeds om beurten in ver
schillende havens hun bunkervoorraad gaan
aanvullen, terwijl de andere de reis voort
zetten. Voorts zfjn beide dokdeelen na het
afleggen van een reis van 8500 myi zonder
eenige schade op hun bestemming afge
leverd.
Men is thans bezig het voor- en achterge
deelte van de tweede sectie te scheiden en
daartoe moeten 72.000 nagel3 en vele moer
bouten verwyderd worden. Daarna wordt de
middensectie tusschen de beide einden ge
voegd.
De middensectie is gesleept door de sleep
booten „Roode Zee", „Zwarte Zee", „In-
dus" en „Schelde", onder commando van
kapt. Nils Persson, en de tweede sectie door
de sleepbooten „Humber", „Vitte Zee",
„Java Zee" en „Oostzee" onder commando
van kapt. C. Verschoor.
De jongeman was er véél ernstiger aan
toe. Hy had een gapende wonde aan den
schedel; men heeft getracht een in de Ri
vierenbuurt wonenden geneesheer te berei
ken, maar deze was niet thuis. Per auto
van den Gemeenteiyken Geneesk. Dienst is
de jongen naar de Rykskliniek en vervoerd,
waar hij weldra overleden is. Hy had zich
diep in den schedel geschoten.
De commissaris van politie, de heer
Brandt was dadeiyk ter plaatse en heeft
het meisje een verhoor afgenomen. De zaak
was, waar de dader inmiddels was overle
den, vry eenvoudig; voor justitieel ingry-
pesn bestonden geen termen meer.
De Acetate Products Corp. Ltd., die met
een kapitaal van 8.100.000 in Engeland is
gevormd, zal op groote schaal onbrandbaar
celluloid, cellulosevernissen en verven gaan
bereiden. De nieuwe onderneming zal ook
deelnemen aan de firma Greenhill and Sons,
één van de grootste Engelsche celluloidfa-
brikanten. Van het nieuwe celluloid wordt
beweerd, dat het, ofschoon alle voordeelen
van gewone celluloid bezittend, geen verkleu
ring vertoont en absoluut onbrandbaar is.
In drie verworven fabrieken zal op groote
schaal de fabricage ter hand worden geno
men.
(Chemie en Industrie).
De 75.000ste inwoner bomt
Einde dezer maand verwacht Eindhoven
zijn 75.000sten inwoner. Indien dit een Ut
Eindhoven geboren kind is, of anders het
eerste in Eindhoven geboren kind na den
75.000sten inwoner dan zal door de gem. een
spaarbankboekje worden gegeven. Ook par
ticulieren komen al met cadeaux aan. De
Nutsspaarbank geeft eveneens een spaar
bankboekje. De wasschery „De Adelaar" zal
een jaar lang de wasch voor niets doen enz,
Officieele viering zal niet plaats hebben.
Hiermee wil men wachten tot den lOOOOOsten,
die binnen 3 jaar verwacht kan worden. De
bevolking neemt elke maand netto toe met
750, d.i. per jaar 9000 inwoners. Voorts zyn
er nu 1500 woningen in aanbouw, wyi de
industrie alleen groote gezinnen naar Eind
hoven haalt, beteekent dit binnen 't Jaar
eveneens 9000 indien de particuliere en ge-
meenteiyke bouw in dit tempo voorloopig
nog door zullen gaan.
De viering van den 100.000sten zou dan
samen kunnen vallen met het 12'A-jarig be
staan van Groot Eindhoven,
Gr.
Verkoopbureau
Koutstr. 15 Tel. 1549?
In verband met den moordaanslag door
een 21-jarigen jongeman Maandagavond te
Utrecht op een 16-jarig meisje gepleegd,
waarna de dader de hand aan zichzelf sloeg
meldt het U. D. nog het volgende:
Een 16-jarig meisje, daar wonende, had
al eenigen tyd verkeering met een 21-jarig
jongmensch; zy was in betrekking als
dienstbode, hij had een administratieve be
trekking by de Spoorwegen. De ouders van
het meisje hadden, om geloofsredenen, ern
stige bezwaren tegen deze verkeering, waar-
-om het meisje dan ook had te kennen ge
geven geen verdere verkeering met den jon
gen man te verlangen. De jongen is echter
van zyn kant blyven doorgaan het meisje
op te zoeken.
Maandagavond keerde zy, van haar dienst
op den Leidschenweg terugkomende, naar
huis tefug, wandelende door de Croeselaan
en de Rijnlaan; zy merkte al spoedig dat
de jongen weer in haar buurt was, rijdende
op een fiets. Hij was nu eens voor haar,
dan weer achter haar, af en toe iets tegen
haar zeggende, waarop het meisje niet rea
geerde. Toen zy Ui het nauwe straatje wa
ren gekomen terzyde van de Roomsche kerk
by de Rynlaan de bewoners in deze buurt
noemen dat straatje het kerkpad sprak
de jongen, die nu van zyn fiets was ge
stapt, het>meisje aan, dat ook nu weer geen
antwoord gaf, waarop de jonge man haar
toevoegde; „hoor je niet dat ik tegen je
praat." Het meisje heeft daarop terugge
zegd; „Ik vraag je toch immers niets." Di
rect daarop kwam de jongen vlak naast
haar loopen en zag het meisje dat hy iets
op haar borst richtte. Zy had er evenwel
volstrekt geen erg in, wat de jongen met
dat gebaar in den zin had; in het volgend
oogenblik zag zy iets flikkeren en hoorde
zy een schot. Zij voelde wel dat zy geraakt
was, maar dat was blykbaar in zóó geringe
mate het geval, dat zU zelfs geen pyn voel
de. Nog vo9r het goed en wel tot haar door-
gedrongen was, zag zij dat de Jongen het
zelfde voorwerp dat hy eerst op haar ge
richt had, nu ook tegen zich zelf keerde.
Er viel opnieuw een schot, waarbij het jon
ge mensch direct op straat viel. Hevig ont
daan liep het meisje gillende naar haar
woning, die vlak bij gelegen was; haar va
der en broer holden dadeiyk naar de plek,
waar de geschiedenis zich had afgespeeld
en vonden daar den jongen op de straat-
steenen liggen, met een schotwond door het
hoofd.
Het meisje zelf bleek alleen een schram-
verwonding aan de borst te hebben en be
gaf zich met eenige familieleden te voet
I naar de Rijksklinieken, waar bleek dat de
I aangebrachte verwonding niemendal te be-
j teekenen had. Het meisje is loopende weer
naar huis terug kunnen gaan.
De jaariyksche wereldproductie van na-
tuuriyke muskus uit China wordt door de
firma Naeff Co. te Genève op 2400 K.G.
ter waarde van 5.000.000 geschat. Zooals
bekend, heeft de firma Naeff een synthese
laten uitwerken om een muskus te bereiden
identiek met de natuurlijke muskus, dus
geen eigenlyke kunstmuskus, zooals ze tegen
woordig in talrijke soorten eveneens in den
handel wordt gebracht.
(Chemie en Industrie),
Aan Hilversum en Gouda is de eer(?) te
beurt gevallen van een bezoek van een sluw
oplich er.
Maandagmiddag werd een ga ragehouder
te Hilversum opgebeld door iemand, die
zeide, dat hij als ingenieur in dienst was van
de fisma Stork te Hengelo en tijdelijk werk
zaam aan de gasfabriek te Hilversum.
Mijnheer moest op reis naar Woerden en
zou te a uur per auto vertrekken, hetgeen
ook inderdaad geschied is.
.Na een kort verblijf te Woerden verlangde
mijnheer naar Gouda te gaan en leende even
f 4.van den chauffeur, want hij had alleen
groot geld bij zich.
Te Gouda had de ingenieur ook eenige
zaken te verrichren, keerde tenslotte in een
hotel terug, verteerde daar nog het een en
ander en ging naar bed. Ook de chauffeur
bleef op kosten van mijnheer logeeren.
Dinsdagochtend, te kwartier voor 8 uur,
verscheen de gast beneden en verlangde te
ontbijten. Toen dit nog gereed gemaakt
moest worden, ging hij alvast de stad in,
na nog uitdrukkelijk verzocht te hebben,
om den chauffeur niet voor 8 uur te wekken
en hem de boodschap te geven, dat dadelijk
50 liter benzine moest worden geladen,
omdat hij nog ver moest reizen.
De rijke ingenieur, met alleen groot geld
bij zich, is niet meer teruggekomen. De
hotelier zit met een onbetaalde rekening, de
garagehouder te Hilversum eveneens en de
chauffeur is zijn voorgeschoten geld kwijt.
De Goudsche politie is op zoek naar den
pseudo-ingenieur, in wien zij een bekend'
vermoedt.
Te Hedel heeft gisteren een ernstige brand
gewoed, waardoor in zeer korten tyd drie
huizen in de asch werden gelegd, nX van
den bakker A. v. d. Anker, landbouwer J.
van Engelen ven J. Quik. De laatste ls eige
naar van een hooipers. Een groote party
hooi ging in de vlammen op. Verzekering
dekt de schade.
Neem na maatregelen. Winter,
handen en -voeten zijn een gevolg
van kalkgebrek in het lichaam.
Vul dit tekort aan met Kalzan, hel
Kalkvoedsel. Een paar Kalzanta-
bietten daags zullen bet optreden
van deze Kinderlijke kwaal voor
komen Kalzan heeft bewezen ook
in de hardnekkigste gevallen vol
komen genezing te brengen.
Kalzan ie verkrijgbaar bij iederen Apoth. of
j Drog. k 1,25 en/2,25 p. verp. (45 en 90 tabl)