Binnenlandsch Nieuws Parol bü Ruwe en Schrale Huid Gemengd Nieuws m Mavrides' EGYPTIAN CIGARETTES TWEEDE BLAD NTEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 17 OCTOBER 1928 BLADZIJDE 2 Staten-Generaal Tweede Kamer Het eeuwfeest der Koninkl. Militaire Academie De arbeids-overeenkomst van kapitein en schepelingen D e Zeppelin landt, en de Yank roept Hurray Want 't luchtschip bracht Omar en PRINCE voor hem mee.l MET ,1 COUPON BIJ 10 5 I GAPETTEN De regeeringscommissie voor de bevolkingsboekhou ding geïnstalleerd UIT ONZE OOST Een boycot-comité gearresteerd Behoud van natuurschoon in de Vechtstreek De heer Walrave Boissevain De finaneieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten Malversaties bij den bouw van een Schouwburg- societeit De mogelijkheid tot bespa ring op de personeels uitgaven Een smokkelaar aan geschoten Met het groote dok op sleeptouw naar Singapore Onbrandbaar celluloid Eindhoven in blijde verwachting A. E. G. VAMPYR' ST0FZÜ1CERS De moordaanslag en zelfmoord te Utrecht Natuurlijke muskus Een sluw oplichter Drie huizen te Hedel afgebrand Gistermiddag vergaderde cTe Tweede Ka leer der Staten-Generaal onder voorzitter schap van Jhr. mr. Ch. Ruys de Beeren- örouck. Bij den aanvang had de installatie plaats van het nleuwgekozen lid der Tweede Ka mer, den heer Feber. Besloten werd dé interpellatie-Drop over de toestanden in de mijnindustrie toe te staan en te doen houden na de interpellatie Van de Heuvel over' den toestand van de suikerindustrie. Op voorstel van den voorzitter werd be sloten in verband met een verzoek van den Minister van Onderwijs, K. en W. het wets ontwerp betreffende de schoolgeldregeling voorloopig van d'e agenda af te voeren. Verder werd besloten het wetsontwerp tot herziening van de finaneieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten en tot wijziging van eenige bepalingen der ge meentewet te verzenden naar een commia sie van voorbereiding. De VOORZITTER benoemde in deze commissie de heeren v. Vuuren, Fleskens, v. d. Tempel, Smeenk, v. Gijn, Ebels, Lovink en tot plaatsvervangers de heeren v. Voorst tot Voorst, Kampsehoër, Schaper, de Wilde Droogleever Fortuyn, Ketelaar en Snoeck Henekemans. De heer L. L. H. DE VISSER C. P. vraagt verlof te mogen interpelleeren over de toe standen in de strafkolonie boven Digoel, Over dit verzoek wordt Woensdag beslist. De heer DE VISSER vraagt voorts, wan neer zijn interpellatie betreffende het ver blijf van Kurt Vogel hier te lande aan de orde komt. De VOORZITTER antwoordt, dat deze interpellatie door hem niet op de agenda zal worden geplaatst, aangezien die inter pellatie reeds 2'A jaar geleden is toegestaan en de heer de Visser zelf nooit een verzoek deed die te behandelen. De heer DE VISSER protesteert tegen de partijdige wijze, waarop de voorzitter op treedt tegen hem. De VOORZITTER zegt, dat er geen spra ke is van partijdigheid en dat hij alle leden op denzelfden voet behandeld. De heer DE VISSER wil zich niet als een kwajongen laten behandelen. U weet aldus spr. dat er ter linkerzijde ern stige bezwaren tegen uw leiding De VOORZITTER hamert. De heer DE VISSER kan zich met den gang vaü zaken niet vereenigen. Als de voorzitter doorgaat met hem op die manier te behandelen, zal hij de middelen vinden om den gang van zaken, zooals de voorzit ter dien denkt, te verhinderen. Wil de voor zitter op <fie manier met hem knokken, dan ga hij zijn gang. Wilt u aldus spr. deze interpellatie behandelen ja dan neen, zegt u neen, dan weet ik wat mij te doen staat De VOORZITTER antwoordt, dat vlak voor de behandeling van de Rijksbegrooting geen interpellaties kunnen worden gehou den, die niet over urgente zaken handelen. Spr, is niet bereid de interpellatie vóór de begrooting op de agenda te plaatsen. De heer DE VISSER meent, dat dit een rekbaar begrip is. Is u bereid, aldus vraagt hij, de interpellatie in de eerste vergadering na Kerstmis aan de orde te stellen? De VOORZITTER! dal De wijziging der Indische Staats regeling. Vervolgens komt aan de orde het wetsont werp tot wijziging van enkele artikelen der Indische Staatsregeling. De heer CRAMER S. D. A. P. betoogt, dat deze kwestie in Indië groote beroering heeft gewekt, waarbij de Europeeeche be volking zich niet op de gelukkigste wijze heeft geuit tegenover de inheemsche. Onsympathiek acht spr. het bewandelen van sllnksche wegen om te trachten het pleit te winnen. De grootste tegenstanders zullen dit ont werp niet durven Verwerpen, aangezien ver werping voor Indië de meest ernstige ge volgen zou hebben. De regeering moet echter niet denken, dat zij er is als dit ontwerp is aangenomen. Er zijn nog tal van beloften, die dienen te worden nagekomen. Er is slechts één stap gezet op den weg naar meer zeggenschap voor de inlandsche bevolking. De heer Cramer gaat uitvoerig de ge schiedenis van het amendement-Feber na en betoogt dat dit amendement de inheem sche bevolking in nog nadeeliger positie bracht en in strijd was met den geest der jongste Grondwetsherziening. Spr. waarschuwt er tegen, niet ongedaan te maken hetgeen men aan Indië heeft ge geven. In het stelsel-Colijn zal de Volksraad zfjn beteekenis verliezen en kan die gerust naar huis gaan. Den heer Colijn gaat het niet om het welzija van het volk, maar in de eerste plaats om de handhaving van het Nederlandscha gezag. Spr. doet het denk beeld aan de hand een staatscommissie in te stellen met opdracht, de wet op de staatsinrichting aan een grondige herzie ning te onderwerpen. Duidelijk moet daar bij uitkomen, dat aan den Volksraad niet moet worden getornd. De heer BEUMER A. R. zegt, dat de nei ging om vóór het ontwerp te stemmen bij hem niet buitengewoon groot is. De vraag rijst bij hem of het ontwerp wel zorgvuldig genoeg is voorbereid. Blijkbaar is het ont werp in Indië tot stand gekomen, doch het Initiatief komt slechts toe aan de Kroon of aan de Kamer, aan niemand anders. Spre kers grief is, dat de gouverneur-generaal door zijn handelingen, die hij met de beste bedoelingen deed, de verhouding tusschen hem en de Nederlandsche regeering heeft verwrongen. Gouverneur-generaal en Volks raad beide willen hun inzicht doen prae- domineeren boven dat van den Nederland- schen wetgever, die bjj uitstek competent is. De minister is bjj dit alles al te welwil lend geweest. Is er m Indië wel voldoende aanleiding geweest voor wantrouwen? Naar sprekers meening: neen. Aan dit ontwerp, dat in ongerechtigheid is geboren, kan spr. zijn stem niet geven. De heer VAN VUUREN R.K. zegt, dat hij één der onderteekenaren was van het amen dement-Feber. Ook by spr. is geen sprake geweest van wantrouwen tegenover den Volksraad. Hij zag in het amendement- Feber alleen een voorloopig uitstel van de komst van een inlandsche meerderheid in den Volksraad. zy, die nu zeggen, dat de Kamer overrompeld werd, lieten zonder eenige bestrijding, waarschijnlijk uit boos heid, het amendement passeeren. Later is het vuurtje van harte aangestookt door hen, die het niet de moeite waard hadden ge acht, het amendement te bestrijden. De Gouverneur-Generaal had ziin meening over de uitwerking in Indië van het amen dement reeds medegenomen uit Den Haag. Spr. gaat mee met het voorstel, maar maakt zich los van de toelichting. Het ar gument van de geleidelijkheid en voorzich tigheid, dat hij liet gelden toen hy voor het amendement stemde, geldt thans niet meer voor hem. Hü zal daarom' voor het ontwerp stemmen. De heer VAN BOETZELAER C.H. her innert eraan, dat de minister een staats commissie voor de herziening der Indische staatsinrichting afwees op grond hiervan, dat men in Indië moe is van de herzie ningen van den laatsten tijd. Aan de amendementen van den heer Cra mer, die de strekking hebben het aantal le den van den Volksraad van 60 op 72 te brengen, zullen spr. en de zynen hun stem moeilijk kunnen geven. Ook heeft spr. zeer ernstige bezwaren tegen de door de regee ring voorgestelde uitbreiding van den Raad van Indië. De argumenten voor deze uit breiding acht hij zeer zwak. Voor het bren gen van niet-Nederlanders in den Raad is de voorgestelde wyziging niet noodig. De heer FEBER R.K. sluit zich aan by de heeren van Vuuren en Beumer, voor wat betreft de wyze, waarop dit ontwerp is tot stand gekomen. Ook de motiveering van dit wetsontwerp is weinig zakelijk. De argu menten zijn sentimenteel niet zakeiyk. Rond dit wetsvoorstel heeft zich de ras sentegenstelling toegespitst. Het ontwerp heeft splijtend gewerkt. Doch de feiten heeft men te nemen zooals die zijn. In de door dit ontwerp gewekte verhoudingen heeft men te berusten. Verwerping van dit voor stel zou daarom geen goed doen aan de politieke verhoudingen in Indië ten op zichte van het moederland. Wat een inlandsche meerderheid betreft, een nieuw gevaar ziet spr. daarin niet. Het ontwerp, wet geworden, zal niet van invloed zijn op de toekomstige staatsinrichting. Te gen het voorstel behoeft dus geen bezwaar te worden gemaakt. Daarna wordt de vergadering tot heden middag verdaagd. Vragen van den heer Drop aan den minister van Defensie De heer Drop heeft aan den Minister van Defensie de volgende 'schrifteiyke vragen ge steld: I. Is het waar, dat bij den optocht, dien de burgerij van Breda aanbiedt bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan der Koninklijke Militaire Academie, ook gebruikt zal worden gemaakt van een aantal paarden, aan het Rijk behoorende, n.l. die van de cavalerie? II, Is het waar, dat voor de deelname aan den in vraag I genoemden optocht ook zijn aangewezen een aantal te Breda voor eerste oefening dienende militairen van lageren rang? m. Is het waar, dat de militaire admini stratie zich heeft belast met 't verrichten van werkzaamheden voor de costumeertag der voor deelname aangewezen militairen? IV. Acht de Minister het toelaatbaar, dat van paarden en manschappen, behoorende tot 's Rijksweermacht, een particulier ge bruik wordt gemaakt, als in de voorafgaande vragen aangeduid? V. Moet de Minister niet toestemmen, dat het deelnemen van militairen aan een op tocht als bovenbedoeld in stryd is met het voorschrift, dat militairen van lageren rang, voor eerste oefening in actieven dienst, niet vergund is zich anders dan in uniform in het openbaar te vertoonen? VI. Acht de Minister het niet gewenscht de commissie, die de Academiefeesten te Breda organiseert, of degenen, die hierom trent regelingen troffen, alsnog mede te deelen, dat by die feesten van paarden en manschappen, behoorende tot 's lands weer macht geen gebruik behoort te worden ge maakt? Een nieuwe wettelijke regeling aanhangig gemaakt Ingediend is een wetsontwerp houdende een nieuwe wettelijke regeling van de ar beidsovereenkomst van kapitein en schepe lingen. Over de hoofdbeginselen van het ontwerp wordt het volgende medegedeeld: Aan de nieuwe regeling ligt ten grondslag 't Inzicht, dat er in het algemeen geen reden is, de algemeene regeling van de arbeids overeenkomst niet ook van toepassing te doen zün op de arbeidsovereenkomst van kapitein en schepelingen, behoudens de wij zigingen, welke noodzakeiyk zyn op grond van de bijzondere omstandigheden, waar onder op een zeereis de arbeid wordt ver richt. Het beginsel van de gelijkstelling in rechte van den schepeling met andere arbeiders bracht mede op den schepeling ook dit alge meene beginsel van overeenkomstenreebt toe te passen, dat de eenvoudige wanpraesta- tle, het bloote zich onttrekken aan een over eenkomst, wel gevolgen heeft van burger- rechtelyken aard, doch niet het nemen van strafmaatregelen rechtvaardigt. Ingetrokken zijn op dien grond de bepalingen van het Wetboek van Strafrecht, houdende straf baarstelling van de dusgenaamde eenvoudige desertie. Alleen desertie onder zoodanige omstandigheden, dat daarvan gevaar voor schip, opvarenden of lading is te duchten, e blijft een strafbaar feit. Evenmin als de strafbaarstelling van de eenvoudige desertie kan art. 402 Wetb van Kooph. worden gehandhaafd. Het gaf den reeder een macht over den persoon van den schepeling, welke ons verbintenissenrecht overigens niet kent en door welke niet het algemeen belang wordt gediend. De positie van gezagvoerder, welke art. 341 Wetb. v. Kooph. den kapitein verzekert, biyft onverlet. Naast de overeenkomsten tot het verrich ten van dienst aan boord van een bepaald schip, is meer en meer het aangaan van een vast dienstverband in zwang gekomen, met name wat betreft de scheeps-officieren. Een gevolg hiervan is, dat ook de monsterrol een andere beteekenis heeft gekregen dan de bestaande wet haar toekent. De wetgever van 1833 heeft zich blijkbaar voorgesteld, dat de monstering bestaat in het aangaan door den kapitein van arbeids- overeenkomsten met de schepelingen ten overstaan van den waterschout. Voorzooveel personeel in vasten dienst is, gaat dit niet meer op; ook met andere schepelingen wordt de overeenkomst vaak vóór de monstering gesloten. Het ontwerp stelt voor, de wettely- ke regeling in overeenstemming te brengen met de feiten. Het onderscheidt de arbeids overeenkomsten eener- en de monsterrol an- derzyds. De monsterrol is volgens het ont werp niet meer een overeenkomst, maar een staat van de bemanning die aan boord van een bepaald schip dienst zal doen krachtens de overeenkomsten, welke met haar leden ieder afzonderlijk zün gesloten. De monster rol staat tot de arbeidsovereenkomsten zoo- als het manifest der lading staat tot de vervoer-overeenkomsten. ling van het' wetsontwerp betreffende de herziening van de finaneieele verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten zoo spoedig mogelijk geschiedt. Dit verzoek is gegrond op het groote belang, dat de zwaflr belaste gemeenten bij dit ontwerp hebben. Voor een groot deel behooren deze zwaarbelaste of noodlijdende gemeen, ten tot de plattelandsgemeenten. Adressant is van oordeel, dat, wanneer in de finaneieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten niet wordt ingegrepen, het te voorzien zal zijn, dat deze verhouding nog ongunstiger zal worden en dat een toestand 1 zal ontstaan, warbij een verdere ontvolking van het platteland niet zal kunnen worden tegengehouden. Gisterenmiddag is de Commissie voor de Bevolkingsboekhouding, ingesteld bU be schikking van den Minister van Blnnenland- sche Zaken en Landbouw van 1 September j.l. door Prof. mr. H. W. Methorst in een der lokalen van het Centraal Bureau voor de Statistiek namens den Minister geïnstal leerd. In zyn rede herinnerde prof. Methorst o.m. aan een advies door een commissie in 1911 aan de Regeering uitgebracht. We waren daarin tot het denkbeeld geko men, om naast huizenregisters met klapper en gezinsregister nog een verzameling van uniforme persoonskaarten aan te bevelen, zoodat drie verzamelingen van documenten zouden moeten worden gehouden. Mochten we er thans in slagen om in plaats van drie verzamelingen van documenten er twee te maken, dan zou dit niet alleen een vereen voudiging beteekenen, maar zouden daar door mogelijk ook bezwaren kunnen worden weggenomen, welke het tegenwoordig stel sel aankleven en zoo mogelijk ook aan het plaatsruimte-bezwaar geheel of althans in voldoende mate kunnen worden tegemoet gekomen. En mochten we dan daarenboven le er in slagen om ons bevolkingsregister zoo te ver beteren, dat niet alleen de opgaven van het geslacht, den leeftyd en den burgeriyken staat, maar ook die van het beroep, den godsdienst en de nationaliteit betrouwbaar zijn, en 2e kunnen bereiken,, dat dit regis ter, ook wat het aantal inwoners betreft, juist wordt, dan zou by een toekomstige volkstelling mogeiyk met de overneming van ai die gegevens op de telkaarten der volks telling genoegen genomen kunnen worden. Dit zou beteekenen: le. geen vergeiyking meer van de gegevens der volkstellingskaart met de bevolkingsregisters en 2e. dat de opgaaf door de ingezetenen zelf zou komen te ver vallen, tenzij de Regeering bij een telling bijzonderheden wenseht te weten, welke niet in het bevolkingsregister zyn of worden op genomen. Ik kan mij in dit opzicht niet anders dan heel voorzichtig uitlaten, omdat niet van te voren te zeggen is of we ons bevolkingsregis ter zóó betrouwbaar zullen kunnen maken, dat de gegevens er uit, zonder verdere con- tróle, gebruikt kunnen worden voor een al gemeen depouillement. Maar dit staat voor mij wel vast, dat Indien we daarin slagen, we over 10 Jaar, wat de verzameling van ge gevens der volkstelling betreft, vereenvoudi gingen in de organisatie zullen kunnen aan brengen, welke ongetwiifeld aanzlenlilke be sparing van kosten zullen meebrengen. Mo gen onze beraadslagingen die gunstioe uit komsten in de toekomst mogelijk maken. Hierna is de commissie aanstonds hare werkzaamheden begonnen met de Instelling van drie subcommissies, welke tot taak heb ben den arbeid der commissie voor te berei den. Het „Soer. Hbld." deelt mede, dat de Soe- rabajasche politie er in slaagde de hand te leggen op het geheele uitvoerende comité inzake de boycotbeweging, welke gericht is tegen uit Japan afkomstige goederen. Dit i comité, bestaande uit zes personen, werd en 'bloc gearresteerd, terwijl mede werd aange houden een twaalftal andere personen, die rechtstreeks, dan wei zijdelings, betrokken zyn by de boycot-beweging, alsmede daaraan gepaard gaande excessen. Alle gearresteerden zyn Chineesche natio nalisten, totok-Chineezen, van wie sommigen reeds verscheidene jaren te Soerabaja ver- bly ven en daar een kleinhandel in verschil lende artikelen en goederen hebben. Geen enkele behoort tot de „gros bonnets" der Chineesche handelswereld. Voor het meerendeel bekennen zy mede gedaan te hebben aan de boycot-beweging. Zij zeggen echter uit liefde voor China te hebben gehandeld; en zy meenen, dat zij daartoe als goede vaderlanders verplicht waren. Hoewel nog geen bewijs werd gevonden, ligt het voor de hand dat de beweging in Indië contact had met het vaderland. Zelfs is te verwachten, dat de politie, in deze richting speurende, belangwekkend materiaal zal weten byeen te garen. In de vergadering van de afgevaardigden van het Hoofdbestuur der „Vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer en tot behoud van het natuurschoon in de Vechtstreek" werden benoemd: tot voorzitter oud-notaris Bastejt te Breukelen, tot onder voorzitter Mr. Kappeyne van de Coppello te Loenen aan de Vecht en tot secretaris- penningmeester de heer Molenkamp te Breu kelen. Deze heeren hebben hun benoemingen aangenomen. De vereeniging telt thans ruim 300 leden. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een schryven van den heer W. Boissevain, ge- dagteekend 10 October, houdende mede. deeling, dat hy ontslag neemt als lid der Kamer, Het Koninkiyke Nederlandsche Land bouw. Comité verzoekt aan de Tweede Ha mer te willen bevorderen, dat de behande- Aneta seint uit Palembang: De gemeenteopzichter, de heer Van Bree- men, is, hangende het onderzoek naar den bouw van de Schouwburgsociëteit, die onder zijn leiding werd opgetrokken en waarvan de kosten (raming?) de (met?) 90,000 (werd?) overschreden, op advies van de commissies uit den gemeenteraad door den burgemees ter geschorst. Eenige leden van het inland sche personeel werden eveneens geschorst. Aneta seint uit Batavia: Volgens het „Bat. Nieuwsblad" komt op de suppletoire begrooting een post voor voor een Regeeringscommissaris, die tot taak zal hebben een onderzoek in te stellen naar de mogelykheid van besparing op de personeels uitgaven. In verband hiermede kan het blad melden, dat de oud-directeur van Financiën de heer Bodenhausen, terugkeert. In de heide nabij de Belgische grens te Stramproy is, naar de „LK." beidt, de 24- jarige B. uit Stramproy, die 's nachts per rijwiel een hoeveelheid suiker trachtte bin nen te smokkelen, door de kommiezen aan geschoten, B. werd door twee kogels getrof fen, waarvan een zijn hand en de andere zyn schouder doorboorde. De bekomen verwondingen waren van dien aard, dat de getroffene nog denzelfden nacht per auto naar het Louisahuis te Roermond moest worden overgebracht. Het rijwiel waarop de suiker werd ver voerd, alsmede de smokkelwaar, werden in beslag genomen. Behouden aankomst In verband met de behouden aankomst te Singapore van de beide secties van het voor de marinebasis aldaar gebouwde 50 000 ton droogdok, geeft de directie van L. Smit Co.'s Int. Sleepdienst nog eenige byzonder- heden betreffende de reis. De middensectie van het dok is op 21 Juni J.l. van de werf van de heeren S. W. A. N. Hunter en Wigham Richardson Ltd. te Wallsend-on-Tyne vertrokken; de tweede sectie heeft een week later de reis aanvaard. Het afvaren in de bochtige rivier was op zich zelf een moeiiyk en riskant werk, maar had een vlot verloop. De middensectie kreeg in het Engelsche kanaal met slecht weer te kampen, waardoor de voortgang gedurende drie dagen vrijwel nihil was, terwijl de tweede sectie als gevolg van een styven Oostenwind vier dagen noodig had om door de Straat van Gibraltar te komen. De tweede sectie, welke gevormd werd door het voor- en achterdeel van het dok aan elkaar te bevestigen, was, mede door de schuin oploopende uiteinden, een zorgelyker sleep in slecht weer dan de mid densectie. In de Middellandsche Zee werden beide transporten door mooi weer be gunstigd. Het passeeren van het Suez-kanaal, dat door de smalle vaargeul, die beschikbaar was, een van de moeilijkste gedeelten van den weg was, had een vlot verloop, mede dank zij de doeltreffende, voorbereidende maatregelen door de Kanaal My. genomen. De kanaalzone werd in vier etappes afgelegd en de scheepvaart heeft geen noemenswaar dige stagnatie ondervonden. In het Suez-kanaai en in de Roode Zee werd van de bemanning, meer speciaal van het machinekamerpersoneel, zeer veel ge vergd door de groote hlte, die daar in Augustus heerscht. Toen men ter hoogte van Guardafui in den Indischen Oceaan gekomen was, bleek, dat de Zuid-West-moesson nog dermate heerschte, dat het niet geraden was door te gaan. De beide transporten keerden daarop naar Aden terug. De middensectie werd in de baai van Aden door bergvaiwinden over vallen, waardoor twee der sleepbooten door aanvaring avery opliepen, hetgeen gelukkig niet van ernstigen aard was. Men achtte het toch beter de dokdeelen op zee te houden en de sleepbooten hebben het dok ca. veertien dagen op de hoogte van Aden gaande gehou den, totdat de berichten uit den Ind-schen Oceaan omtrent de weersgesteldheid gun stiger luidden. Zoowel het dok als de sleepbooten zyn in deze periode sterk „aangegroeid". Over den Indischen Oceaan werd de route Colombo Sabang gevolgd en op dit traject deden zich geen noemenswaardige incidenten voor. Ten slotte werd via de Straat van Malakka respectievelyk op 13 en 16 dezer Singapore bereikt, waar de beide secties in de Strait of Jahore achter het eiland, waarop Singapore ligt, werden gemeerd. Als een byzonderheid kunnen wy nog ver melden, dat op het geheele traject, met uit zondering van Port Said en het Suez-kanaal, de transporten niet gestopt hebben. De sleepbooten zyn steeds om beurten in ver schillende havens hun bunkervoorraad gaan aanvullen, terwijl de andere de reis voort zetten. Voorts zfjn beide dokdeelen na het afleggen van een reis van 8500 myi zonder eenige schade op hun bestemming afge leverd. Men is thans bezig het voor- en achterge deelte van de tweede sectie te scheiden en daartoe moeten 72.000 nagel3 en vele moer bouten verwyderd worden. Daarna wordt de middensectie tusschen de beide einden ge voegd. De middensectie is gesleept door de sleep booten „Roode Zee", „Zwarte Zee", „In- dus" en „Schelde", onder commando van kapt. Nils Persson, en de tweede sectie door de sleepbooten „Humber", „Vitte Zee", „Java Zee" en „Oostzee" onder commando van kapt. C. Verschoor. De jongeman was er véél ernstiger aan toe. Hy had een gapende wonde aan den schedel; men heeft getracht een in de Ri vierenbuurt wonenden geneesheer te berei ken, maar deze was niet thuis. Per auto van den Gemeenteiyken Geneesk. Dienst is de jongen naar de Rykskliniek en vervoerd, waar hij weldra overleden is. Hy had zich diep in den schedel geschoten. De commissaris van politie, de heer Brandt was dadeiyk ter plaatse en heeft het meisje een verhoor afgenomen. De zaak was, waar de dader inmiddels was overle den, vry eenvoudig; voor justitieel ingry- pesn bestonden geen termen meer. De Acetate Products Corp. Ltd., die met een kapitaal van 8.100.000 in Engeland is gevormd, zal op groote schaal onbrandbaar celluloid, cellulosevernissen en verven gaan bereiden. De nieuwe onderneming zal ook deelnemen aan de firma Greenhill and Sons, één van de grootste Engelsche celluloidfa- brikanten. Van het nieuwe celluloid wordt beweerd, dat het, ofschoon alle voordeelen van gewone celluloid bezittend, geen verkleu ring vertoont en absoluut onbrandbaar is. In drie verworven fabrieken zal op groote schaal de fabricage ter hand worden geno men. (Chemie en Industrie). De 75.000ste inwoner bomt Einde dezer maand verwacht Eindhoven zijn 75.000sten inwoner. Indien dit een Ut Eindhoven geboren kind is, of anders het eerste in Eindhoven geboren kind na den 75.000sten inwoner dan zal door de gem. een spaarbankboekje worden gegeven. Ook par ticulieren komen al met cadeaux aan. De Nutsspaarbank geeft eveneens een spaar bankboekje. De wasschery „De Adelaar" zal een jaar lang de wasch voor niets doen enz, Officieele viering zal niet plaats hebben. Hiermee wil men wachten tot den lOOOOOsten, die binnen 3 jaar verwacht kan worden. De bevolking neemt elke maand netto toe met 750, d.i. per jaar 9000 inwoners. Voorts zyn er nu 1500 woningen in aanbouw, wyi de industrie alleen groote gezinnen naar Eind hoven haalt, beteekent dit binnen 't Jaar eveneens 9000 indien de particuliere en ge- meenteiyke bouw in dit tempo voorloopig nog door zullen gaan. De viering van den 100.000sten zou dan samen kunnen vallen met het 12'A-jarig be staan van Groot Eindhoven, Gr. Verkoopbureau Koutstr. 15 Tel. 1549? In verband met den moordaanslag door een 21-jarigen jongeman Maandagavond te Utrecht op een 16-jarig meisje gepleegd, waarna de dader de hand aan zichzelf sloeg meldt het U. D. nog het volgende: Een 16-jarig meisje, daar wonende, had al eenigen tyd verkeering met een 21-jarig jongmensch; zy was in betrekking als dienstbode, hij had een administratieve be trekking by de Spoorwegen. De ouders van het meisje hadden, om geloofsredenen, ern stige bezwaren tegen deze verkeering, waar- -om het meisje dan ook had te kennen ge geven geen verdere verkeering met den jon gen man te verlangen. De jongen is echter van zyn kant blyven doorgaan het meisje op te zoeken. Maandagavond keerde zy, van haar dienst op den Leidschenweg terugkomende, naar huis tefug, wandelende door de Croeselaan en de Rijnlaan; zy merkte al spoedig dat de jongen weer in haar buurt was, rijdende op een fiets. Hij was nu eens voor haar, dan weer achter haar, af en toe iets tegen haar zeggende, waarop het meisje niet rea geerde. Toen zy Ui het nauwe straatje wa ren gekomen terzyde van de Roomsche kerk by de Rynlaan de bewoners in deze buurt noemen dat straatje het kerkpad sprak de jongen, die nu van zyn fiets was ge stapt, het>meisje aan, dat ook nu weer geen antwoord gaf, waarop de jonge man haar toevoegde; „hoor je niet dat ik tegen je praat." Het meisje heeft daarop terugge zegd; „Ik vraag je toch immers niets." Di rect daarop kwam de jongen vlak naast haar loopen en zag het meisje dat hy iets op haar borst richtte. Zy had er evenwel volstrekt geen erg in, wat de jongen met dat gebaar in den zin had; in het volgend oogenblik zag zy iets flikkeren en hoorde zy een schot. Zij voelde wel dat zy geraakt was, maar dat was blykbaar in zóó geringe mate het geval, dat zU zelfs geen pyn voel de. Nog vo9r het goed en wel tot haar door- gedrongen was, zag zij dat de Jongen het zelfde voorwerp dat hy eerst op haar ge richt had, nu ook tegen zich zelf keerde. Er viel opnieuw een schot, waarbij het jon ge mensch direct op straat viel. Hevig ont daan liep het meisje gillende naar haar woning, die vlak bij gelegen was; haar va der en broer holden dadeiyk naar de plek, waar de geschiedenis zich had afgespeeld en vonden daar den jongen op de straat- steenen liggen, met een schotwond door het hoofd. Het meisje zelf bleek alleen een schram- verwonding aan de borst te hebben en be gaf zich met eenige familieleden te voet I naar de Rijksklinieken, waar bleek dat de I aangebrachte verwonding niemendal te be- j teekenen had. Het meisje is loopende weer naar huis terug kunnen gaan. De jaariyksche wereldproductie van na- tuuriyke muskus uit China wordt door de firma Naeff Co. te Genève op 2400 K.G. ter waarde van 5.000.000 geschat. Zooals bekend, heeft de firma Naeff een synthese laten uitwerken om een muskus te bereiden identiek met de natuurlijke muskus, dus geen eigenlyke kunstmuskus, zooals ze tegen woordig in talrijke soorten eveneens in den handel wordt gebracht. (Chemie en Industrie), Aan Hilversum en Gouda is de eer(?) te beurt gevallen van een bezoek van een sluw oplich er. Maandagmiddag werd een ga ragehouder te Hilversum opgebeld door iemand, die zeide, dat hij als ingenieur in dienst was van de fisma Stork te Hengelo en tijdelijk werk zaam aan de gasfabriek te Hilversum. Mijnheer moest op reis naar Woerden en zou te a uur per auto vertrekken, hetgeen ook inderdaad geschied is. .Na een kort verblijf te Woerden verlangde mijnheer naar Gouda te gaan en leende even f 4.van den chauffeur, want hij had alleen groot geld bij zich. Te Gouda had de ingenieur ook eenige zaken te verrichren, keerde tenslotte in een hotel terug, verteerde daar nog het een en ander en ging naar bed. Ook de chauffeur bleef op kosten van mijnheer logeeren. Dinsdagochtend, te kwartier voor 8 uur, verscheen de gast beneden en verlangde te ontbijten. Toen dit nog gereed gemaakt moest worden, ging hij alvast de stad in, na nog uitdrukkelijk verzocht te hebben, om den chauffeur niet voor 8 uur te wekken en hem de boodschap te geven, dat dadelijk 50 liter benzine moest worden geladen, omdat hij nog ver moest reizen. De rijke ingenieur, met alleen groot geld bij zich, is niet meer teruggekomen. De hotelier zit met een onbetaalde rekening, de garagehouder te Hilversum eveneens en de chauffeur is zijn voorgeschoten geld kwijt. De Goudsche politie is op zoek naar den pseudo-ingenieur, in wien zij een bekend' vermoedt. Te Hedel heeft gisteren een ernstige brand gewoed, waardoor in zeer korten tyd drie huizen in de asch werden gelegd, nX van den bakker A. v. d. Anker, landbouwer J. van Engelen ven J. Quik. De laatste ls eige naar van een hooipers. Een groote party hooi ging in de vlammen op. Verzekering dekt de schade. Neem na maatregelen. Winter, handen en -voeten zijn een gevolg van kalkgebrek in het lichaam. Vul dit tekort aan met Kalzan, hel Kalkvoedsel. Een paar Kalzanta- bietten daags zullen bet optreden van deze Kinderlijke kwaal voor komen Kalzan heeft bewezen ook in de hardnekkigste gevallen vol komen genezing te brengen. Kalzan ie verkrijgbaar bij iederen Apoth. of j Drog. k 1,25 en/2,25 p. verp. (45 en 90 tabl)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 6