LEEKEPREEKEN 1 S f VerhuizingenperAuto envolg- tapissières worden geheelmet eigen personeel uitgevoerd. BUREAUX:NASSAULAAN4$ ADVERTENT I EN 35 ct. p. regef DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD ZATERDAG 20 OCTOBER 1928 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16991 AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL. Ons beursoverzicht gratis toegezonden. wordt op aanvrage Wetenschappelijke voor drachten over het Katholicisme Het 100-jarig bestaan der Koninklijke Militaire Academie te Breda De Staatsbegrooting 1929 Het Voorloopig Verslag der afdeelingen Dr. F. J. M. de Waele Kapitein Mac Donald verloren Na den Oceaantocht van de „Graf Zeppelin" Een verklaring van minister Greszinski f 112.000 boete Aankoopen uit de Collectie Six door de Gemeente Amsterdam Vondelherdenking aan de R.K. Universiteit Een wekelijksche rustdag voor musici Voornaamste Nieuws J. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem De V.A.R.A. vraagt uit breiding van den zendtijd N.V. MEUBELTRANSPORT MIJ. V/H VAN HULST Alexanderpl. 1-25 lüiaerien Heemskerkslr. 25a Telefoon No. 13866 (drielijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, t—-4 regels 60 ct- p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct. per regel. Alle abonné's op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f3000.- Levenslange geneeie ongeschiktheid tot wei'Hen door fVCft DU een ongeval met l O O bij verlies van een nand, fTOE W) verlies van een (Cf| bij 'n breuk van f J O tegem ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 U U U." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 ÜU.~ doodelijken afloop; 1Z «JU. "een voet of een oog; 1 duim of wijsvinger; lull, been of arm; 1 tu.'anderen vinger. bij verlies v. ee» 258 KUNST EN KUNSTENAAR Er is moed toe noodig om over politiek en haar beoefenaars te schrijven, zeiden wij een vorigen keer, althans, wanneer men ob jectief een eerlijke meening wil weergeven. Nog veel meer kost het, om een bespreking over den kunstenaar te beginnen. Immers, het is niet wel mogelijk om deze belangrijke figuur in onze samenleving te schilderen, zonder over de kunst zelf te spreken. Kunst met een groote en kleine letter! Hoeveel biblotheken zijn daarover al vol geschreven? Hoeveel definities zijn er al niet beproefd om het begrip „kunst" in te vangen? Alle eeuwen door heeft de mensch zich in kunst beschouwingen verdiept; hebben de men- schen onderling gedisputeerd, vaak heftig op het ruziemaken af, over de vraag: of dit of dat als kunstwerk moet worden be schouwd; of deze of gene school, deze of gene theorie aanspraak mocht maken op verwantschap met de Muzen. Merkwaardig verschijnsel! Er zijn kunste naars en kunstwerken aan te wijzen, die in de geschiedenis een zigzaglijn afteekenen van roem en smaad. De eene eeuw werden zij hemelhoog verheerlijkt als Goddelijke scheppingen, een volgend geslacht wierp ze neer als waardeloos maakwerk. Velen loopen daarom rond met de berustende idee: over kunst valt, evenals over smaak, niet te twisten. Wanneer zij dan in de kunst maar hun eigen smaak volgen, zijn zij althans ver standiger, dan zij, die zich het hoofd warm maken en slapelooze nachten doorbrengen, om hun meening omtrent de waarde van een bepaalde kunsttheorie of van een bepaald kunstwerk ingang te doen vinden; verstan diger ook dan zij, die in de kunst een ze kere mode volgen en zich bij den boven- drij venden stroom van den dag aansluiten, of dan zij, die evenals we dat op politiek terrein gezien hebben zich van heel de kunst afwenden en haar werkelijke waarde in twijfel trekken, omdat zij zooveel mee- ningsverschil, zooveel strijd, zoo weinig hou vast vinden. Twee vragen rijzen voor ons, die wij mo gen beantwoorden, alvorens iets over den kunstenaar zelf en zijn plaats in ons leven te zeggen; welke waarde moeten wij aan de kunst in het, algemeen hechten en hoe vinden wij den weg in al de tegenstrijdige meeningen, welke over de kunst in al haar verschillende uitingen heerschen? Een leven zonder kunst is arm. Vanzelf sprekend kan de mensch, die nooit eenige ontroering door muziek, of woord-, of beeld kunst In zich laat wekken, zijn eeuwige be stemming bereiken. Zulke dorre zielen be staan wellicht, ofschoon haar aantal niet groot zal zijn. Want ook de minst ontvanke lijke mensch wordt op een bepaald oogen- blik nog getroffen door de grootschheid van een met sterren bezaaiden winterhemel, in welks diep blauw de zilveren maansikkel spelevaart; of wel de prille pracht van een appelboom in vollen bloesem trekt plots zijn aandacht, wanneer een donkere lenten- hemel eindelijk is vaneengescheurd en de gouden zon door witte wolken boort. Of het is de indrukwekkende zee, of wel een ander natuurwonder; het is haast onaannemelijk, dat er eenig mensch bestaat, die van heel de schepping om ons heen nooit eenige ont roering ondergaat. En wanneer iedereen dat toegeeft, dan zijn er misschien, die vragen: maar wat heeft dit met de vraag omtrent de waarde van de kunst in ons leven en met de kunst in het algemeen te maken? Wel, hier ligt juist de sleutel voor al ons vragen en peinzen over kunst en kunsttheorieën. Gods schoon heid straalt uit in de schepping. De natuur is het grootste meesterwerk, dat wü ons kunnen denken; het is de kunst van den volmaakten kunstenaar; en: alle ware kunst moet haar uitgang vinden in en terugkeeren tot de natuur en haar Schepper: God. Zoo beschouwd, is kunst een machtige factor in ons leven en kan zij in hooge mate ons helpen in het vervullen van onzen groot sten en voornaamsten plicht: God dienen en Hem verheerlijken. goede en ware kunst bestaanbaar, die niet onmiddellijk van God spreekt of zich dienst baar maakt aan den godsdienst. Maar wij. christenen, doen het best, om ten deze niet'te dwalen, altijd bij het bespreken of beschou wen van kunst en kunstenaars die groote lijn van den oorsprong en de roeping der kunst vast te houden; dan zullen wjj op dit glibberige terrein de minste kans hebben uit te glijden. Dit toch staat wel vast: wanneer kunst niet onmiddellijk en ook niet indirect tot God is terug te leiden, is het geen ware kunst: dat is valschheid en bedrog. Een schilderij, met een verrukkelijk landschap; een por tret, waaruit een menschenziel eerlijk tot ons spreekt; een gedicht, waarin een zuivere ziel jubelt of schreit, kan hooge kunst zijn. De kunstenaar toch heeft daarin gezocht naar een uitbeelding van waarheid en schoonheid en geeft aldus zij het onvolmaakt een afspiegeling van de Waarheid en de Schoonheid, God zelf. En aldus zal zijn kunst werk en de ontroering, welke hij daarmee wekt in iedere zuivere menschenziel, indirect meewerken tot de verheerlijking van den Schepper. Daaruit volgt tevens, dat alle kunst valsch moet zijn en dwalen, welke de natuur los laat en zich verslingert aan allerlei probeer sels. De kunstgeschiedenis is de beste leer school van de kracht en de zwakheid van den mensch. Zoolang hij zijn blik gericht houdt op het eeuwige, of althans de gescha pen natuur als voorbeeld blijft nemen, schept hij waardevolle producten, die de eeuwen trotseeren. Zoodra hij zichzelf tot middel punt kiest en de natuur als model buiten sluit, vervalt hü tot belachelijke dwaasheden, die hem bespottelijk maken in de oogen van alle weidenkenden en die hem voor alle komende geslachten stempelen met het tee- ken van schande, 't Is bedroevend, te zien, hoe somtijds duizenden als kunst heb ben aanbeden en In hun wansmaak hebben verheerlijkt, wat voor het tribunaal van eer lijke kunstrechters als grove dwaling moet worden afgewezen. Natuurlijk hebben al die dwalenden nooit het zuivere genot gesmaakt, dat echte schoonheidsontroering wekken kan. Valsche kunst rooft den menschen een groot stuk rijkdom, dat de Schepper voor ons in de natuur en in de overige uitstraling van Zijn Wezen heeft weggelegd. Natuurlijk blijft, ook na deze korte uiteen zetting, nog veel te vragen over; kan een slecht mensch dan geen kunstenaar zijn? Is de uiting van een genie, die godloochenaar of ernstig twijfelaar is, dan geen kunst? Waaraan kan ik dan de echte kunst her kennen?En zooveel vragen meer. Wij komen daarop nog terug, wanneer wij den kunstenaar zelf beschouwen. Voor heden was het ons slechts te doen om enkele hoofdbeginselen vast te stellen, welke bij alle praten over kunst zoo vaak uit het oog worden verloren, waarom ook onder christenen op dit punt zoo menigmaal wordt gedwaald, en wij ook velen der onzen tot wansmaak, ja tot zondige voorkeur zien vervallen. Wie dit voor oogen houdt in de kunst; Gods verheerlijking het doel, direct of wel indirect, en de natuur het ons door den Schepper gegeven model, die zal in keuze en oordeel over kunst en kunstenaar niet zoo licht geheel en al dwalen. Zelfs de eenvou dige mensch late zich niet door hooghartige „kunstkenners" afwijzen, alsof „de Kunst" te dienen, te genieten en te begrijpen slechts het voorrecht van enkele uitverkorenen zou zijn. Met een waarlijk groot kunstwerk moet het in zekeren zin gaan als met den Schep per zelf; een Thomas van Aquine of een Augustinus mogen zich met een duizeling wekkende vlucht van hun genialen geest in het Eeuwige Wezen verdiepen, ook het arme moedertje, dat knielend mediteert bij de Godslamp, bewondert op haar beurt en op haar wijze Gods grootheid en goed heid en neemt uit haar beschouwing troost en kracht mee. Zoo moet een waar kunst werk niemand afstooten, niemand aangrijn- Dat heeft de Kerk te allen tijde be- zen ais een Sfinx. grepen en in een kunstzinnige liturgie, in tempelbouw- en in schilderkunst, in beeld- houw- en kunstnaaldwerk, In muziek en zang steeds Gods glorie gezocht en ge poogd om de menschenziel uit het aard- sche tot het hemelsche te verheffen. Niet altijd heeft die kerkelijke kunst even hoog gestaan; ook daarin heeft het menschelijk- onvolmaakte maar al te dikwijls gesproken; ook daarin hebben zich vaak wansmaak en misvattingen doen gelden; ook de kerkelijke kunst ontkwam niet alijd aan een ver keerden waan van den dag. Maar als geheel genomen en breed beschouwd in heel de ge schiedenis, heeft zij een schitterend ver leden, was haar pogen edel en spreken nog ontelbare uitingen tot ons van ontróerenden vroomheidszin en heerlijke overgave van de grootste genieën aan het idee om het men- schelijke kunnen, om den scheppenden geest in dienst te stellen van den roem van God. Moet dan alle kunst, om goede kunst te zijn en waarde te hebben voor ons leven, in verband met den godsdienst worden ge- Kunst moge moeilijk te definieeren zijn, wanneer wij maar vasthouden aan deze groote normen, dan kunnen wij ons wachten voor bedrog, hetwelk, bewust en onbewust, nergens meer gepleegd wordt dan op dit ter rein. HOMO SAPIENS. Prof. J. P. Verhaar, van Warmond, houdt dit jaar wederom een reeks wetenschappe lijke voordrachten over het Katholicisme in het Klein-Auditorium der Universiteit te Leiden (Rapenburg 73). Dorderdagavond werd de eerste voor dracht gehouden over het Paradijsverhaal. De volgende voordracht, welke handelt over Der Menschheid Zondeval, zal gehou den worden op Donderdag 1 November, des bracht? Neen; niet onmiddellijk; er is ook avonds om 8 uur. Het gala-feest Het Koninklijk bezoek gaf gisteren aan de feesten te Breda een bijzonder cachet. Na de herdenkingsstond in de Groote Kerk reed de Kon. Familie met haar gevolg naar de grens der gemeente Breda, waar de Kon. trein met het salonrijtuig was gestalion- neerd. De dichte menigte, die op en in de omgeving der markt de plechtigheid in de kerk had kunnen volgen door de Megavox van Philips, brak los in onbedaarlijk gejubel, toen de Koninklijke bezoekers de kerk ver lieten. Het gejuich plantte zich voort van straat tot straat en vriendelijk beantwoord den de leden van het Koninklijk Huis de geestdriftige betuigingen van de Oranjeliefde der burgers. Nadat in het salonrijtuig de lunch was ge bruikt, keerde de stoet wederom naar de stad terug om op het terrein der K. M. A. het groote militaire feest bij te wonen. De tribunes op het feestterrein waren vol gestroomd. Bij de aankomst van den Kon. stoet werd op de tribune, waar de zetels voor de vorstelijke personen stonden, de Konink lijke standaard geheschen. De stafmuziek zet te het Wilhelmus in, terwijl allen zich van hun zitplaatsen verhieven. Alvorens het eigenlijk militair schouwspel een aanvang nam, inspecteerde H. M. het cadettenkorps en liet zij de leeraren der K. M. A. aan zich voorstellen. De cadetten defileerden daarop voor de tribune der Koninklijke gasten, terwijl intus- schen het veld voor de spelen in gereedheid werd gebracht. Hèt militaire feest opende met een schitt'». rend nummer carousselrijden door oud-ca detten. Dan werden door de cadetten athle- tiekoefeningen: springen, discus- en speer werpen, estafettenloop, uitgevoerd. Een nummer, dat buitengewone belang stelling trok,was het springen door de Olympiaderuiters van Voorst van Zijp, Pa- hud de Mortagnes en de Kruyff. Ook werd het opslaan van een boschbivak en een over rompeling te zien gegeven met nog een oor logsfragment. Het slot was een apotheose, een tableau de la troupe, waarbij de gym nasten op het veld de letters K. M. A. vormden. Om half vier liep het groote schouwspel af en begaf de Kon. Familie met haar gevolg zich naar het gebouw der K. M. A., waar de thee werd gebruikt en H. M. zich eern- gen tijd onderhield met de leeraren en den senaat der cadetten. Verder werd het Aca demiegebouw bezichtigd, waarbij H. M. in al les belang bleek te stellen, zoodat geruimen tijd werd vertoefd in de slaapzalen, keu kens en vooral in het historisch museum. Na dit bezoek werd wederom langs den kortsten weg gereden naar de plaats waar het salonrijtuig was gestationneerd. Ook op dezen tocht werd de Kon. Familie door de in dichte rijen langs de straten staande burgers en vreemdelingen geestdriftig toegejuicht. Des avonds te kwart over acht had in de groote zaal van de Vereeniging „Concordia" een galafeest plaats voor reünisten en ge- noodigden. Ook Z. K. H. Prins Hendrik en Z. Exc. Minister Lambooy woonden dit feest Het begon met een hulde aan Z. M. Ko ning Willem I, den stichter en aan Z. K- H. Prins Frederik der Nederlanden, den grooten beschermer der K. M. A. Het symphonie- orkest van het zesde regiment infanterie nad het eerste deel van den feestavond voor zijn rekening genomen. Het tweede gedeelte was een historiespel van de K. M. A. In de stad werden op verschillende punten wederom muziekuitvoeringen gegeven, die, wijl het weer zich thans uitstekend hield, groote belangstelling trokken. De drukte in de stad was enorm en dui zenden verdrongen zich in de versierde stra ten om de feestelijke verlichting te bewon deren. De ontvangst van H. M. de Koningin ten Stadhuize Bij de ontvangst van H. M. de Koningin ten Stadhuize hedenmiddag te 1 uur hiela burgemeester Van Sonsbeeck een rede, waar in hij H. M., Z. K. H. den Prins en H. K. H. de Prinses het welkom toeriep en een woord van dank voor het bezoek van H. M., waarvan de tijding met opgetogenheid dooi de bevolking was ontvangen. De burgemeester herinnerde aan het be zoek van H. M. met haar Kon. Moeder op 25 September 1894 en het bezoek op 1 Juli 1905 met Harer Majesteits hooggeërden Ge maal en sprak de verwachting uit, dat de 19de en 20ste October 1928 evenzeer in blijde herinnering zullen blijven voortleven door de eerste intrede van H. K. H. de Prinses. Door dit bezoek worden de banden door En- gelberts huwelijk tusschen Breda en het huis Nassau gelegd en door de Prinsen van Oranje bevestigd, zoo mogelijk nog nauwer aangehaald. Alhoewel de stad Breda in uiterlijk en aard is veranderd sedert 1828, het jaar, waarin de K. M. A. werd gesticht, een trek van haar karakter blijft ongewijzigd, n.l. haar verknochtheid aan Oranje en haar liefde voor Hare Majesteit. Namens den ge meenteraad en namens de bevolking dankte de Burgemeester H. M. nogmaals voor dit bezoek en besloot zijn rede met een heil- wensch voor de Koninklijke bezoekers en een „Leve de Koningin". Thans is verschenen het Voorloopig Ver slag over het eerste Hoofa'stuk der Staats begrooting 1929. Verscheidene leden waren met den te- genwoordigen gang van zaken niet tevre den en betreurden het, dat een parlemen tair kabinet ontbreekt. Na de ervaring met het tegenwoordige intermezzo-kabinet op gedaan, is d'e wensch tot terugkeer naar 'n parlementair kabinet steeds levendiger ge worden. De Staten-Generaal, zoo werd be toogd, schijnen niet veel meer geworden dan een adviseerend College. Het Parlement loopt gevaar d'e positie te verliezen, die het in een representatieve volksregeering behoort in te nemen. De grief van vele leden was, dat niet ge streefd wordt naar herstel van hetgeen door de bezuiniging was afgebroken. Waren de meeste leden voorstanders van het wederoptrecTen van een parlementair kabinet na de verkiezingen, over de wijze waarop dit zou kunnen worden bereikt, lie pen de meeningen uiteen. Volgens verschei dene leden zou een nieuw parlementair ka binet moeten berusten op een gezonden grondslag, maar voorshands zal de vor ming daarvan zonder een of andere coa litie niet mogelijk zijn. Volgens deze leden is voor de vorming van een democratische meerderheid de med'ewerking van de katho lieke staatspartij of van een belangrijk ge deelte daarvan nog onontbeerlijk. De prac- tijk in andere landen heeft volgens hen geleerd, dat tijdelijke samenwerking tus schen Katholieken en sociaal-democraten zeer wel mogelijk is. Van sociaal-democratische zijde zou men bereid zijn op bepaalde voorwaarden een parlementair-democratisch kabinet te hel pen vormen. Andere leden merkten op, dat de com binatie van d'e zoogenaamde democratische1 elementen niet zoo eenvoudig is als hier boven wordt voorgesteld. Verscheiden leden gaven de voorkeur aan een rechts parlementair kabinet. De laatstee drie jaar zijn leerzaam geweest; zij toonen aan, hoe het gaat wanneer de coalitie er niet is. Verscheiden leden vestigden met betrek king tot den financieelen toestand de aan dacht op het naar hun meening overdre- ve pessimisme, dat sinds 1922 heeft ge- heerscht. Verder is verschenen het Voorloopig Ver slag over Hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) der Staatsbegrooting voor 1929. Gevraagd werd of de minister mededee- ling kan doen van den stand van zaken met betrekking tot onze verhouding tot België. Men sprak de hoop uit, dat een algemeen bevredigende regeling zal tot stand komen. Te meer is zulks, naar men opmerkte, ge- wenscht, wijl daarna zal kunnen worden voorzien in de leemte, die bestaat doordat Nederland naast de arbitrage- en verzoe ningsverdragen, welke het met verscheide ne, waaronder zeer ver af gelegen, landen heeft, zulk een verdrag met het aangren zende België mist. Dr. F. J. M. de Waele, benoemd lector in de klassieke archeologie aan de R. K. Universiteit te Nijmegen, die a.s. Maandag 22 October zijn inaugureele les heeft aange kondigd, is ernstig ongesteld, zoodat hij genoodzaakt is, het begin zijner colleges uit te stellen. Tot heden is te Londen nbg geen enkel bericht ontvangen van commandant Mac Donald, die Woensdagmiddag van St. Johns is vertrokken voor een vlucht over den Oceaan. Aangenomen wordt, dat zijn ben zinevoorraad thans uitgeput is en gevreesd wordt, dat hij verloren is. De „New-York Times" publiceert een ver klaring van den Pruisischen minister voor binnenlandsche zaken, Greszinski, waarin deze mededeelt, dat hij tot zijn spijt had bemerkt, dat de mededeelingen, die hij 'na aankomst van de „Graf Zeppelin" te Lake- hurst aan eenige persvertegenwoordigers had gedaan, over de voorvallen bij de lan ding in Duitschland en Amerika, op een wijze waren uitgelegd, die niet overeenkwam met zijn bedoelingen, noch met de woorden, die hij gebruikt had. Als er iets verkeerd is gegaan, heeft hij dat van den aanvang af als een toevallig en voorbijgaand incident beschouwd, dat niet als typeerend voor de Amerikaansche politie mag worden gezien. Dr. Eckener over de startplaats in Duitschland. Een W. B.-telegram uit Berlijn meldt: Naar aanleiding van de berichten om trent de pogingen van dr. Eckener tot het instellen van een geregeld luchtscheepvaart- verkeer tusschen Duitschland en Amerika, in verband waarmede hij den aanleg van een startterrein bij Bazel heeft aanbevolen, verneemt een correspondentie-bureau van den directeur-generaal van het Zeppelin- concern, Kommerzienrat Colsmann, te Friedrichshafen, dat deze plaats minder geschikt is als startplaats voor groote ver- keersluchtschepen daar het circa 400 M. boven de oppervlakte der zee ligt, waardoor de stjjgkracht der luchtschepen er yier ton minder zou bedragen, dan op lager gelegen terrein, wat vooral voor zwaargeladen ver- keersluchtschepen, van groot gewicht zou zijn. Een luchtscheepvaarthaven bijv. ten N. van Freiburg Zou dus als uitgangspunt van het transatlantisch luchtverkeer vlak bij Bazel, een der voornaamste Europeesche spoorwegkruispunten, liggen. De terugtocht V. D. meldt uit New-York: Na het dejeuner in het Witte Huls, begaf dr. Hugo Eckener zich naar de particuliere woning van den candidaat voor het presi dentschap der republiek, Hoover, en vandaar naar het departement van Marine. Vervolgens legde hij bezoeken af op het departement van Oorlog en Handel. In een onderhoud gaf dr. Eckener te kennen, dat hij er op rekent, op 27 October voor den terugtocht naar Duitschland te kunnen starten. Zaterdag zal hij zich naar Adron (Ohio) begeven, alwaar het hoofdkantoor van de Goodyear-Zeppelin-Company gelegen is, om daarna via Chicago naar Lakehurst terug te keeren. Dr. Eckener hoopt, dat de noodzakelijk geworden reparaties aan het luchtschip alsdan geëindigd zullen zijn, opdat hij spoe dig naar St. Louis zal kunnen vliegen. Ook wil hij per luchtschip een bezoek brengen aan het Middenwesten der V. S„ o.m. Chicago, Cleveland en andere steden, om dan Donderdag naar Lakehurst terug te keeren. De voorbereidingen voor den terugtocht naar Duitschland, zullen alsdan onverwijld begonnen worden. Dr. Eckener bezoekt het Graf van den Onbekenden Soldaat. Tijdens zijn bezoek aan Washington, heeft dr. Eckener een bezoek gebracht aan het Graf van den Onbekenden Soldaat, waarop hij een kranslegging verrichtte, terwijl een troependetachement eerbewijzen bracht. De rechtbank te Middelburg heeft Vrij dag 'A. W. de V. schipper te Alkemade, die werd betrapt op frauduleuzen invoer van 3600 L. spiritus te Hansweert, veroordeeld tot 50 boete subs. 10 dagen hechtenis en nog 112.266 boete of 6 maanden hechtenis met verbeurdverklaring van het schip. Er was voor 22.000 aan accijns ontdoken wanneer de invoer zou zijn gelukt. Na ampele discussie heeft de gemeente raad van Amsterdam gisteravond goedge keurd de voordracht om 16.000 ter be schikking van B. en W. te stellen voor de teekening van Rembrandt voor het schilderij ,De Aratomische les van Dr. Johan Dey- man" en heeft de Raad bekrachtigd den aankoop van het schilderij van Pieter de Hoogh, voorstellende een Hollandsch Bin nenhuis, voor den som van 140.000 gulden, met veilingkosten voor 154.000 aangekocht uit de collectie Six. Naar wij vernemen zijn er plannen in be werking om den 5 Februari 1929, den 250sten verjaardag van Vondels dood, aan de Nij- I meegsche Universiteit plechtig te herdenken. Tegelijkertijd met de akademische gedaclri 1 tenisviering zal de Openbare Leeszaal, onder leiding van de directrice, mej. M. Daniëls, een Vondel-tentoonstelling organiseeren. Het hoofdbestuur van den Nederland- schen Toonkunstenaarsbond heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden, waar in wordt verzocht haar medewerking tever- leenen aan de totstandkoming van een be paling, die de verzekering van een weke- lükschen rustdag voor musici zal mogelijk maken. De Tweede Kamer heeft behandeld het wetsontwerp inzake heffing van mijnrecht. De Engelsche vlieger capt. Macdonald, die van New-Fouhdland startte voor een Oceaanvlueht, wordt als verloren beschouwd. Men heeft niets meer van hem vernomen. Dr. I. H. J. Vos heeft bedankt als wet houder van Amsterdam, in verband met zijn benoeming tot lid der Tweede Kamer. Het 100-jarig bestaan der Militaire Academie te Breda. Koninklijke Verschenen is het voorloopig verslag over het eerste hoofdstuk der Staatsbegrooting 1929. Een advies van de subcommissie voor de technische salarisherziening der burgerlijke rijksambtenaren. Mr. dr. C. C. Geertsema. t Het gouden jubileum der Middelbare Technische School „Amsterdam". In den afgeloopen nacht heeft te 's-Her. togenbosch een ernstige vechtpartij plaats gehad, waarbij een man gedood werd en twee personen werden gewond. De daders zijn gearresteerd. Naar Aneta nit Ned. Indië meldt, is Ikam- pek door hevigen storm, slagregen en on- weder ernstig geteisterd. De instorting te Vincennes. Nadere bij zonderheden. Thans 7 lijken geborgen. Nog zestien arbeiders zouden onder het pain zijn begraven. Churchill naar Parijs vertrokken voor een samenspreking met Poincaré en Parker Gilbert. Graaf Bethlen zou om gezondheidsredenen wenschen af te treden. De Australische havenstaking geëindigd. Barometerstand 9 uur vm.: 7.50, vooruit. OPTICIENS FABRIKANTEN Licht op De lantaarns moeten morgen opgestoken worden om 5.22 uur; overmorgen om 5.20 uur. De eerw. Zuster TersUia (in de wereld mej. M. v. Riek te Hillegom) heeft haar zilveren kloosterjubileum gevierd Naar het Volk verneemt, heeft het be stuur van de V. A. R. A. aan den Minister van Waterstaat het verzoek gericht te mogen beschikken over de middagzenduren op den Hilversumschen zender, die thans nog niet bezet zijn. De V. A. R. A. wil op deze uren een goed programma uitzenden. Verder heeft de V. A. R. A. aan den A. V. R. O. medegedeeld, dat zij bereid is met den A. V. R. O. en voor gezamenlijke rekening, de schooluitzendingen voor de openbare scholen te verzorgen. Voor deze schooluitzendingen heeft de V. A. R. A. de medewerking van den Bond van Ned. Onderwijzers verzocht en verkre gen. Inmiddels heeft de V. A. R. A. aan den Minister van .Waterstaat den wensch ken baar gemaakt in de thans onbezette och tenduren over eenigen tijd te mogen be schikken voor het doen van schooluitzen dingen. Den Haag Haarlem Tel. 13052 Tel. 15166 f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1