LEEKEPREEKEN
1
S
f
VerhuizingenperAuto envolg-
tapissières worden geheelmet
eigen personeel uitgevoerd.
BUREAUX:NASSAULAAN4$
ADVERTENT I EN 35 ct. p. regef
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
EN HET GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
ZATERDAG 20 OCTOBER 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16991
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL.
Ons beursoverzicht
gratis toegezonden.
wordt op aanvrage
Wetenschappelijke voor
drachten over het
Katholicisme
Het 100-jarig bestaan der
Koninklijke Militaire
Academie te Breda
De Staatsbegrooting
1929
Het Voorloopig Verslag der
afdeelingen
Dr. F. J. M. de Waele
Kapitein Mac Donald
verloren
Na den Oceaantocht
van de „Graf Zeppelin"
Een verklaring van minister
Greszinski
f 112.000 boete
Aankoopen uit de Collectie
Six door de Gemeente
Amsterdam
Vondelherdenking aan de
R.K. Universiteit
Een wekelijksche rustdag
voor musici
Voornaamste Nieuws
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
De V.A.R.A. vraagt uit
breiding van den zendtijd
N.V. MEUBELTRANSPORT MIJ.
V/H VAN HULST
Alexanderpl. 1-25 lüiaerien Heemskerkslr. 25a
Telefoon No. 13866 (drielijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal
f 3.58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, t—-4 regels 60 ct- p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel.
Alle abonné's op dit blad zijn Ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f3000.-
Levenslange geneeie ongeschiktheid tot wei'Hen door fVCft DU een ongeval met l O O bij verlies van een nand, fTOE W) verlies van een (Cf| bij 'n breuk van f J O
tegem ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 U U U." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; 1 ÜU.~ doodelijken afloop; 1Z «JU. "een voet of een oog; 1 duim of wijsvinger; lull, been of arm; 1 tu.'anderen vinger.
bij verlies v. ee»
258
KUNST EN KUNSTENAAR
Er is moed toe noodig om over politiek
en haar beoefenaars te schrijven, zeiden wij
een vorigen keer, althans, wanneer men ob
jectief een eerlijke meening wil weergeven.
Nog veel meer kost het, om een bespreking
over den kunstenaar te beginnen. Immers,
het is niet wel mogelijk om deze belangrijke
figuur in onze samenleving te schilderen,
zonder over de kunst zelf te spreken. Kunst
met een groote en kleine letter! Hoeveel
biblotheken zijn daarover al vol geschreven?
Hoeveel definities zijn er al niet beproefd
om het begrip „kunst" in te vangen? Alle
eeuwen door heeft de mensch zich in kunst
beschouwingen verdiept; hebben de men-
schen onderling gedisputeerd, vaak heftig
op het ruziemaken af, over de vraag: of dit
of dat als kunstwerk moet worden be
schouwd; of deze of gene school, deze of
gene theorie aanspraak mocht maken op
verwantschap met de Muzen.
Merkwaardig verschijnsel! Er zijn kunste
naars en kunstwerken aan te wijzen, die in
de geschiedenis een zigzaglijn afteekenen
van roem en smaad. De eene eeuw werden
zij hemelhoog verheerlijkt als Goddelijke
scheppingen, een volgend geslacht wierp ze
neer als waardeloos maakwerk. Velen loopen
daarom rond met de berustende idee: over
kunst valt, evenals over smaak, niet te
twisten. Wanneer zij dan in de kunst maar
hun eigen smaak volgen, zijn zij althans ver
standiger, dan zij, die zich het hoofd warm
maken en slapelooze nachten doorbrengen,
om hun meening omtrent de waarde van een
bepaalde kunsttheorie of van een bepaald
kunstwerk ingang te doen vinden; verstan
diger ook dan zij, die in de kunst een ze
kere mode volgen en zich bij den boven-
drij venden stroom van den dag aansluiten,
of dan zij, die evenals we dat op politiek
terrein gezien hebben zich van heel de
kunst afwenden en haar werkelijke waarde
in twijfel trekken, omdat zij zooveel mee-
ningsverschil, zooveel strijd, zoo weinig hou
vast vinden.
Twee vragen rijzen voor ons, die wij mo
gen beantwoorden, alvorens iets over den
kunstenaar zelf en zijn plaats in ons leven
te zeggen; welke waarde moeten wij aan
de kunst in het, algemeen hechten en hoe
vinden wij den weg in al de tegenstrijdige
meeningen, welke over de kunst in al haar
verschillende uitingen heerschen?
Een leven zonder kunst is arm. Vanzelf
sprekend kan de mensch, die nooit eenige
ontroering door muziek, of woord-, of beeld
kunst In zich laat wekken, zijn eeuwige be
stemming bereiken. Zulke dorre zielen be
staan wellicht, ofschoon haar aantal niet
groot zal zijn. Want ook de minst ontvanke
lijke mensch wordt op een bepaald oogen-
blik nog getroffen door de grootschheid van
een met sterren bezaaiden winterhemel, in
welks diep blauw de zilveren maansikkel
spelevaart; of wel de prille pracht van een
appelboom in vollen bloesem trekt plots zijn
aandacht, wanneer een donkere lenten-
hemel eindelijk is vaneengescheurd en de
gouden zon door witte wolken boort. Of het
is de indrukwekkende zee, of wel een ander
natuurwonder; het is haast onaannemelijk,
dat er eenig mensch bestaat, die van heel de
schepping om ons heen nooit eenige ont
roering ondergaat.
En wanneer iedereen dat toegeeft, dan zijn
er misschien, die vragen: maar wat heeft
dit met de vraag omtrent de waarde van
de kunst in ons leven en met de kunst in
het algemeen te maken? Wel, hier ligt juist
de sleutel voor al ons vragen en peinzen
over kunst en kunsttheorieën. Gods schoon
heid straalt uit in de schepping. De natuur
is het grootste meesterwerk, dat wü ons
kunnen denken; het is de kunst van den
volmaakten kunstenaar; en: alle ware kunst
moet haar uitgang vinden in en terugkeeren
tot de natuur en haar Schepper: God. Zoo
beschouwd, is kunst een machtige factor in
ons leven en kan zij in hooge mate ons
helpen in het vervullen van onzen groot
sten en voornaamsten plicht: God dienen
en Hem verheerlijken.
goede en ware kunst bestaanbaar, die niet
onmiddellijk van God spreekt of zich dienst
baar maakt aan den godsdienst. Maar wij.
christenen, doen het best, om ten deze niet'te
dwalen, altijd bij het bespreken of beschou
wen van kunst en kunstenaars die groote
lijn van den oorsprong en de roeping der
kunst vast te houden; dan zullen wjj op dit
glibberige terrein de minste kans hebben
uit te glijden.
Dit toch staat wel vast: wanneer kunst
niet onmiddellijk en ook niet indirect tot God
is terug te leiden, is het geen ware kunst:
dat is valschheid en bedrog. Een schilderij,
met een verrukkelijk landschap; een por
tret, waaruit een menschenziel eerlijk tot ons
spreekt; een gedicht, waarin een zuivere ziel
jubelt of schreit, kan hooge kunst zijn. De
kunstenaar toch heeft daarin gezocht naar
een uitbeelding van waarheid en schoonheid
en geeft aldus zij het onvolmaakt een
afspiegeling van de Waarheid en de
Schoonheid, God zelf. En aldus zal zijn kunst
werk en de ontroering, welke hij daarmee
wekt in iedere zuivere menschenziel, indirect
meewerken tot de verheerlijking van den
Schepper.
Daaruit volgt tevens, dat alle kunst valsch
moet zijn en dwalen, welke de natuur los
laat en zich verslingert aan allerlei probeer
sels. De kunstgeschiedenis is de beste leer
school van de kracht en de zwakheid van
den mensch. Zoolang hij zijn blik gericht
houdt op het eeuwige, of althans de gescha
pen natuur als voorbeeld blijft nemen, schept
hij waardevolle producten, die de eeuwen
trotseeren. Zoodra hij zichzelf tot middel
punt kiest en de natuur als model buiten
sluit, vervalt hü tot belachelijke dwaasheden,
die hem bespottelijk maken in de oogen van
alle weidenkenden en die hem voor alle
komende geslachten stempelen met het tee-
ken van schande, 't Is bedroevend, te
zien, hoe somtijds duizenden als kunst heb
ben aanbeden en In hun wansmaak hebben
verheerlijkt, wat voor het tribunaal van eer
lijke kunstrechters als grove dwaling moet
worden afgewezen. Natuurlijk hebben al die
dwalenden nooit het zuivere genot gesmaakt,
dat echte schoonheidsontroering wekken
kan. Valsche kunst rooft den menschen een
groot stuk rijkdom, dat de Schepper voor
ons in de natuur en in de overige uitstraling
van Zijn Wezen heeft weggelegd.
Natuurlijk blijft, ook na deze korte uiteen
zetting, nog veel te vragen over; kan een
slecht mensch dan geen kunstenaar zijn? Is
de uiting van een genie, die godloochenaar
of ernstig twijfelaar is, dan geen kunst?
Waaraan kan ik dan de echte kunst her
kennen?En zooveel vragen meer. Wij
komen daarop nog terug, wanneer wij den
kunstenaar zelf beschouwen.
Voor heden was het ons slechts te doen
om enkele hoofdbeginselen vast te stellen,
welke bij alle praten over kunst zoo vaak
uit het oog worden verloren, waarom ook
onder christenen op dit punt zoo menigmaal
wordt gedwaald, en wij ook velen der onzen
tot wansmaak, ja tot zondige voorkeur zien
vervallen.
Wie dit voor oogen houdt in de kunst;
Gods verheerlijking het doel, direct of wel
indirect, en de natuur het ons door den
Schepper gegeven model, die zal in keuze en
oordeel over kunst en kunstenaar niet zoo
licht geheel en al dwalen. Zelfs de eenvou
dige mensch late zich niet door hooghartige
„kunstkenners" afwijzen, alsof „de Kunst" te
dienen, te genieten en te begrijpen slechts
het voorrecht van enkele uitverkorenen zou
zijn. Met een waarlijk groot kunstwerk moet
het in zekeren zin gaan als met den Schep
per zelf; een Thomas van Aquine of een
Augustinus mogen zich met een duizeling
wekkende vlucht van hun genialen geest
in het Eeuwige Wezen verdiepen, ook het
arme moedertje, dat knielend mediteert bij
de Godslamp, bewondert op haar beurt en
op haar wijze Gods grootheid en goed
heid en neemt uit haar beschouwing troost
en kracht mee. Zoo moet een waar kunst
werk niemand afstooten, niemand aangrijn-
Dat heeft de Kerk te allen tijde be- zen ais een Sfinx.
grepen en in een kunstzinnige liturgie, in
tempelbouw- en in schilderkunst, in beeld-
houw- en kunstnaaldwerk, In muziek
en zang steeds Gods glorie gezocht en ge
poogd om de menschenziel uit het aard-
sche tot het hemelsche te verheffen. Niet
altijd heeft die kerkelijke kunst even hoog
gestaan; ook daarin heeft het menschelijk-
onvolmaakte maar al te dikwijls gesproken;
ook daarin hebben zich vaak wansmaak en
misvattingen doen gelden; ook de kerkelijke
kunst ontkwam niet alijd aan een ver
keerden waan van den dag. Maar als geheel
genomen en breed beschouwd in heel de ge
schiedenis, heeft zij een schitterend ver
leden, was haar pogen edel en spreken nog
ontelbare uitingen tot ons van ontróerenden
vroomheidszin en heerlijke overgave van de
grootste genieën aan het idee om het men-
schelijke kunnen, om den scheppenden geest
in dienst te stellen van den roem van God.
Moet dan alle kunst, om goede kunst te
zijn en waarde te hebben voor ons leven,
in verband met den godsdienst worden ge-
Kunst moge moeilijk te definieeren zijn,
wanneer wij maar vasthouden aan deze
groote normen, dan kunnen wij ons wachten
voor bedrog, hetwelk, bewust en onbewust,
nergens meer gepleegd wordt dan op dit ter
rein.
HOMO SAPIENS.
Prof. J. P. Verhaar, van Warmond, houdt
dit jaar wederom een reeks wetenschappe
lijke voordrachten over het Katholicisme
in het Klein-Auditorium der Universiteit
te Leiden (Rapenburg 73).
Dorderdagavond werd de eerste voor
dracht gehouden over het Paradijsverhaal.
De volgende voordracht, welke handelt
over Der Menschheid Zondeval, zal gehou
den worden op Donderdag 1 November, des
bracht? Neen; niet onmiddellijk; er is ook avonds om 8 uur.
Het gala-feest
Het Koninklijk bezoek gaf gisteren aan de
feesten te Breda een bijzonder cachet.
Na de herdenkingsstond in de Groote Kerk
reed de Kon. Familie met haar gevolg naar
de grens der gemeente Breda, waar de Kon.
trein met het salonrijtuig was gestalion-
neerd. De dichte menigte, die op en in de
omgeving der markt de plechtigheid in de
kerk had kunnen volgen door de Megavox
van Philips, brak los in onbedaarlijk gejubel,
toen de Koninklijke bezoekers de kerk ver
lieten. Het gejuich plantte zich voort van
straat tot straat en vriendelijk beantwoord
den de leden van het Koninklijk Huis de
geestdriftige betuigingen van de Oranjeliefde
der burgers.
Nadat in het salonrijtuig de lunch was ge
bruikt, keerde de stoet wederom naar de stad
terug om op het terrein der K. M. A. het
groote militaire feest bij te wonen.
De tribunes op het feestterrein waren vol
gestroomd. Bij de aankomst van den Kon.
stoet werd op de tribune, waar de zetels voor
de vorstelijke personen stonden, de Konink
lijke standaard geheschen. De stafmuziek zet
te het Wilhelmus in, terwijl allen zich van
hun zitplaatsen verhieven. Alvorens het
eigenlijk militair schouwspel een aanvang
nam, inspecteerde H. M. het cadettenkorps
en liet zij de leeraren der K. M. A. aan zich
voorstellen.
De cadetten defileerden daarop voor de
tribune der Koninklijke gasten, terwijl intus-
schen het veld voor de spelen in gereedheid
werd gebracht.
Hèt militaire feest opende met een schitt'».
rend nummer carousselrijden door oud-ca
detten. Dan werden door de cadetten athle-
tiekoefeningen: springen, discus- en speer
werpen, estafettenloop, uitgevoerd.
Een nummer, dat buitengewone belang
stelling trok,was het springen door de
Olympiaderuiters van Voorst van Zijp, Pa-
hud de Mortagnes en de Kruyff. Ook werd
het opslaan van een boschbivak en een over
rompeling te zien gegeven met nog een oor
logsfragment. Het slot was een apotheose,
een tableau de la troupe, waarbij de gym
nasten op het veld de letters K. M. A.
vormden.
Om half vier liep het groote schouwspel af
en begaf de Kon. Familie met haar gevolg
zich naar het gebouw der K. M. A., waar
de thee werd gebruikt en H. M. zich eern-
gen tijd onderhield met de leeraren en den
senaat der cadetten. Verder werd het Aca
demiegebouw bezichtigd, waarbij H. M. in al
les belang bleek te stellen, zoodat geruimen
tijd werd vertoefd in de slaapzalen, keu
kens en vooral in het historisch museum.
Na dit bezoek werd wederom langs den
kortsten weg gereden naar de plaats waar
het salonrijtuig was gestationneerd. Ook op
dezen tocht werd de Kon. Familie door de in
dichte rijen langs de straten staande burgers
en vreemdelingen geestdriftig toegejuicht.
Des avonds te kwart over acht had in de
groote zaal van de Vereeniging „Concordia"
een galafeest plaats voor reünisten en ge-
noodigden. Ook Z. K. H. Prins Hendrik en
Z. Exc. Minister Lambooy woonden dit feest
Het begon met een hulde aan Z. M. Ko
ning Willem I, den stichter en aan Z. K- H.
Prins Frederik der Nederlanden, den grooten
beschermer der K. M. A. Het symphonie-
orkest van het zesde regiment infanterie nad
het eerste deel van den feestavond voor zijn
rekening genomen.
Het tweede gedeelte was een historiespel
van de K. M. A.
In de stad werden op verschillende punten
wederom muziekuitvoeringen gegeven, die,
wijl het weer zich thans uitstekend hield,
groote belangstelling trokken.
De drukte in de stad was enorm en dui
zenden verdrongen zich in de versierde stra
ten om de feestelijke verlichting te bewon
deren.
De ontvangst van H. M. de
Koningin ten Stadhuize
Bij de ontvangst van H. M. de Koningin
ten Stadhuize hedenmiddag te 1 uur hiela
burgemeester Van Sonsbeeck een rede, waar
in hij H. M., Z. K. H. den Prins en H. K.
H. de Prinses het welkom toeriep en een
woord van dank voor het bezoek van H. M.,
waarvan de tijding met opgetogenheid dooi
de bevolking was ontvangen.
De burgemeester herinnerde aan het be
zoek van H. M. met haar Kon. Moeder op
25 September 1894 en het bezoek op 1 Juli
1905 met Harer Majesteits hooggeërden Ge
maal en sprak de verwachting uit, dat de
19de en 20ste October 1928 evenzeer in blijde
herinnering zullen blijven voortleven door
de eerste intrede van H. K. H. de Prinses.
Door dit bezoek worden de banden door En-
gelberts huwelijk tusschen Breda en het huis
Nassau gelegd en door de Prinsen van
Oranje bevestigd, zoo mogelijk nog nauwer
aangehaald.
Alhoewel de stad Breda in uiterlijk en
aard is veranderd sedert 1828, het jaar,
waarin de K. M. A. werd gesticht, een trek
van haar karakter blijft ongewijzigd, n.l.
haar verknochtheid aan Oranje en haar
liefde voor Hare Majesteit. Namens den ge
meenteraad en namens de bevolking dankte
de Burgemeester H. M. nogmaals voor dit
bezoek en besloot zijn rede met een heil-
wensch voor de Koninklijke bezoekers en
een „Leve de Koningin".
Thans is verschenen het Voorloopig Ver
slag over het eerste Hoofa'stuk der Staats
begrooting 1929.
Verscheidene leden waren met den te-
genwoordigen gang van zaken niet tevre
den en betreurden het, dat een parlemen
tair kabinet ontbreekt. Na de ervaring met
het tegenwoordige intermezzo-kabinet op
gedaan, is d'e wensch tot terugkeer naar 'n
parlementair kabinet steeds levendiger ge
worden. De Staten-Generaal, zoo werd be
toogd, schijnen niet veel meer geworden dan
een adviseerend College. Het Parlement
loopt gevaar d'e positie te verliezen, die het
in een representatieve volksregeering behoort
in te nemen.
De grief van vele leden was, dat niet ge
streefd wordt naar herstel van hetgeen
door de bezuiniging was afgebroken.
Waren de meeste leden voorstanders van
het wederoptrecTen van een parlementair
kabinet na de verkiezingen, over de wijze
waarop dit zou kunnen worden bereikt, lie
pen de meeningen uiteen. Volgens verschei
dene leden zou een nieuw parlementair ka
binet moeten berusten op een gezonden
grondslag, maar voorshands zal de vor
ming daarvan zonder een of andere coa
litie niet mogelijk zijn. Volgens deze leden
is voor de vorming van een democratische
meerderheid de med'ewerking van de katho
lieke staatspartij of van een belangrijk ge
deelte daarvan nog onontbeerlijk. De prac-
tijk in andere landen heeft volgens hen
geleerd, dat tijdelijke samenwerking tus
schen Katholieken en sociaal-democraten
zeer wel mogelijk is.
Van sociaal-democratische zijde zou men
bereid zijn op bepaalde voorwaarden een
parlementair-democratisch kabinet te hel
pen vormen.
Andere leden merkten op, dat de com
binatie van d'e zoogenaamde democratische1
elementen niet zoo eenvoudig is als hier
boven wordt voorgesteld.
Verscheiden leden gaven de voorkeur aan
een rechts parlementair kabinet. De laatstee
drie jaar zijn leerzaam geweest; zij toonen
aan, hoe het gaat wanneer de coalitie er
niet is.
Verscheiden leden vestigden met betrek
king tot den financieelen toestand de aan
dacht op het naar hun meening overdre-
ve pessimisme, dat sinds 1922 heeft ge-
heerscht.
Verder is verschenen het Voorloopig Ver
slag over Hoofdstuk III (Buitenlandsche
Zaken) der Staatsbegrooting voor 1929.
Gevraagd werd of de minister mededee-
ling kan doen van den stand van zaken
met betrekking tot onze verhouding tot
België.
Men sprak de hoop uit, dat een algemeen
bevredigende regeling zal tot stand komen.
Te meer is zulks, naar men opmerkte, ge-
wenscht, wijl daarna zal kunnen worden
voorzien in de leemte, die bestaat doordat
Nederland naast de arbitrage- en verzoe
ningsverdragen, welke het met verscheide
ne, waaronder zeer ver af gelegen, landen
heeft, zulk een verdrag met het aangren
zende België mist.
Dr. F. J. M. de Waele, benoemd lector
in de klassieke archeologie aan de R. K.
Universiteit te Nijmegen, die a.s. Maandag
22 October zijn inaugureele les heeft aange
kondigd, is ernstig ongesteld, zoodat hij
genoodzaakt is, het begin zijner colleges uit
te stellen.
Tot heden is te Londen nbg geen enkel
bericht ontvangen van commandant Mac
Donald, die Woensdagmiddag van St. Johns
is vertrokken voor een vlucht over den
Oceaan. Aangenomen wordt, dat zijn ben
zinevoorraad thans uitgeput is en gevreesd
wordt, dat hij verloren is.
De „New-York Times" publiceert een ver
klaring van den Pruisischen minister voor
binnenlandsche zaken, Greszinski, waarin
deze mededeelt, dat hij tot zijn spijt had
bemerkt, dat de mededeelingen, die hij 'na
aankomst van de „Graf Zeppelin" te Lake-
hurst aan eenige persvertegenwoordigers
had gedaan, over de voorvallen bij de lan
ding in Duitschland en Amerika, op een
wijze waren uitgelegd, die niet overeenkwam
met zijn bedoelingen, noch met de woorden,
die hij gebruikt had. Als er iets verkeerd is
gegaan, heeft hij dat van den aanvang af
als een toevallig en voorbijgaand incident
beschouwd, dat niet als typeerend voor de
Amerikaansche politie mag worden gezien.
Dr. Eckener over de startplaats
in Duitschland.
Een W. B.-telegram uit Berlijn meldt:
Naar aanleiding van de berichten om
trent de pogingen van dr. Eckener tot het
instellen van een geregeld luchtscheepvaart-
verkeer tusschen Duitschland en Amerika,
in verband waarmede hij den aanleg van
een startterrein bij Bazel heeft aanbevolen,
verneemt een correspondentie-bureau van
den directeur-generaal van het Zeppelin-
concern, Kommerzienrat Colsmann, te
Friedrichshafen, dat deze plaats minder
geschikt is als startplaats voor groote ver-
keersluchtschepen daar het circa 400 M. boven
de oppervlakte der zee ligt, waardoor de
stjjgkracht der luchtschepen er yier ton
minder zou bedragen, dan op lager gelegen
terrein, wat vooral voor zwaargeladen ver-
keersluchtschepen, van groot gewicht zou
zijn.
Een luchtscheepvaarthaven bijv. ten N.
van Freiburg Zou dus als uitgangspunt van
het transatlantisch luchtverkeer vlak bij
Bazel, een der voornaamste Europeesche
spoorwegkruispunten, liggen.
De terugtocht
V. D. meldt uit New-York:
Na het dejeuner in het Witte Huls, begaf
dr. Hugo Eckener zich naar de particuliere
woning van den candidaat voor het presi
dentschap der republiek, Hoover, en vandaar
naar het departement van Marine.
Vervolgens legde hij bezoeken af op het
departement van Oorlog en Handel. In een
onderhoud gaf dr. Eckener te kennen, dat
hij er op rekent, op 27 October voor den
terugtocht naar Duitschland te kunnen
starten.
Zaterdag zal hij zich naar Adron (Ohio)
begeven, alwaar het hoofdkantoor van de
Goodyear-Zeppelin-Company gelegen is, om
daarna via Chicago naar Lakehurst terug
te keeren.
Dr. Eckener hoopt, dat de noodzakelijk
geworden reparaties aan het luchtschip
alsdan geëindigd zullen zijn, opdat hij spoe
dig naar St. Louis zal kunnen vliegen.
Ook wil hij per luchtschip een bezoek
brengen aan het Middenwesten der V. S„
o.m. Chicago, Cleveland en andere steden,
om dan Donderdag naar Lakehurst terug te
keeren.
De voorbereidingen voor den terugtocht
naar Duitschland, zullen alsdan onverwijld
begonnen worden.
Dr. Eckener bezoekt het Graf
van den Onbekenden Soldaat.
Tijdens zijn bezoek aan Washington, heeft
dr. Eckener een bezoek gebracht aan het
Graf van den Onbekenden Soldaat, waarop
hij een kranslegging verrichtte, terwijl een
troependetachement eerbewijzen bracht.
De rechtbank te Middelburg heeft Vrij
dag 'A. W. de V. schipper te Alkemade, die
werd betrapt op frauduleuzen invoer van 3600
L. spiritus te Hansweert, veroordeeld tot 50
boete subs. 10 dagen hechtenis en nog
112.266 boete of 6 maanden hechtenis met
verbeurdverklaring van het schip. Er was
voor 22.000 aan accijns ontdoken wanneer
de invoer zou zijn gelukt.
Na ampele discussie heeft de gemeente
raad van Amsterdam gisteravond goedge
keurd de voordracht om 16.000 ter be
schikking van B. en W. te stellen voor de
teekening van Rembrandt voor het schilderij
,De Aratomische les van Dr. Johan Dey-
man" en heeft de Raad bekrachtigd den
aankoop van het schilderij van Pieter de
Hoogh, voorstellende een Hollandsch Bin
nenhuis, voor den som van 140.000 gulden,
met veilingkosten voor 154.000 aangekocht
uit de collectie Six.
Naar wij vernemen zijn er plannen in be
werking om den 5 Februari 1929, den 250sten
verjaardag van Vondels dood, aan de Nij-
I meegsche Universiteit plechtig te herdenken.
Tegelijkertijd met de akademische gedaclri
1 tenisviering zal de Openbare Leeszaal, onder
leiding van de directrice, mej. M. Daniëls, een
Vondel-tentoonstelling organiseeren.
Het hoofdbestuur van den Nederland-
schen Toonkunstenaarsbond heeft aan de
Tweede Kamer een adres gezonden, waar
in wordt verzocht haar medewerking tever-
leenen aan de totstandkoming van een be
paling, die de verzekering van een weke-
lükschen rustdag voor musici zal mogelijk
maken.
De Tweede Kamer heeft behandeld het
wetsontwerp inzake heffing van mijnrecht.
De Engelsche vlieger capt. Macdonald,
die van New-Fouhdland startte voor een
Oceaanvlueht, wordt als verloren beschouwd.
Men heeft niets meer van hem vernomen.
Dr. I. H. J. Vos heeft bedankt als wet
houder van Amsterdam, in verband met zijn
benoeming tot lid der Tweede Kamer.
Het 100-jarig bestaan der
Militaire Academie te Breda.
Koninklijke
Verschenen is het voorloopig verslag over
het eerste hoofdstuk der Staatsbegrooting
1929.
Een advies van de subcommissie voor de
technische salarisherziening der burgerlijke
rijksambtenaren.
Mr. dr. C. C. Geertsema. t
Het gouden jubileum der Middelbare
Technische School „Amsterdam".
In den afgeloopen nacht heeft te 's-Her.
togenbosch een ernstige vechtpartij plaats
gehad, waarbij een man gedood werd en
twee personen werden gewond. De daders
zijn gearresteerd.
Naar Aneta nit Ned. Indië meldt, is Ikam-
pek door hevigen storm, slagregen en on-
weder ernstig geteisterd.
De instorting te Vincennes. Nadere bij
zonderheden. Thans 7 lijken geborgen. Nog
zestien arbeiders zouden onder het pain zijn
begraven.
Churchill naar Parijs vertrokken voor een
samenspreking met Poincaré en Parker
Gilbert.
Graaf Bethlen zou om gezondheidsredenen
wenschen af te treden.
De Australische havenstaking geëindigd.
Barometerstand 9 uur vm.: 7.50, vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Licht op De lantaarns moeten morgen
opgestoken worden om 5.22 uur; overmorgen
om 5.20 uur.
De eerw. Zuster TersUia (in de wereld mej.
M. v. Riek te Hillegom) heeft haar zilveren
kloosterjubileum gevierd
Naar het Volk verneemt, heeft het be
stuur van de V. A. R. A. aan den Minister
van Waterstaat het verzoek gericht te
mogen beschikken over de middagzenduren
op den Hilversumschen zender, die thans
nog niet bezet zijn. De V. A. R. A. wil op
deze uren een goed programma uitzenden.
Verder heeft de V. A. R. A. aan den
A. V. R. O. medegedeeld, dat zij bereid is
met den A. V. R. O. en voor gezamenlijke
rekening, de schooluitzendingen voor de
openbare scholen te verzorgen.
Voor deze schooluitzendingen heeft de
V. A. R. A. de medewerking van den Bond
van Ned. Onderwijzers verzocht en verkre
gen.
Inmiddels heeft de V. A. R. A. aan den
Minister van .Waterstaat den wensch ken
baar gemaakt in de thans onbezette och
tenduren over eenigen tijd te mogen be
schikken voor het doen van schooluitzen
dingen.
Den Haag Haarlem
Tel. 13052 Tel. 15166
f