mm
Verzoek aan onze Adverteerders
Is partij-groepeering naar godsdienstige
beginselen voor de Katholieken overal
aangewezen r
k:
Telegraphisch Weerbericht
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN
VRIJDAG 26 OCTOBER 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 16996
i: i oUuli.
Hoog bezoek aan de
N.V. Drukkerij
„De Spaarnestad"
Met dezen verzoeken wij onzen Heeren Adverteerders hun
speciaal voor de Vrijdag, en Zaterdagnummers bestemde
advertentiën EEN DAG TE VOREN te willen toezenden.
Bij tijdige inzending heeft U de zekerheid dat aan de uitvoering
en samenstelling van Uw advertentiën de grootst mogelijke
zorg wordt besteed, hetgeen bij late bezorging niet altijd kan
worden gegarandeerd.
Vrijdag en Zaterdag kunnen na 9 uur slechts bij uitzondering
advertentiën worden aangenomen.
DE DIRECTIE.
Een magistraten-familie
Voornaamste Nieuws
Het Lorentz - gedenkteeken
Het Katholieke vereenigings-
leven in het bisdom
Haarlem
Door de lucht naar
Indië
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
heeft een desinfecteerende
werking, voorkomt tandaanslag, heeft
frisschen mond en zuiveren adem.
[BUREAUX: NASSAU LAAN 43
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal i 3.25; per post, per kwartaal
f 3.58 bij vooruitbetaling.
1
t ADVERTENTIEN 35 ct.p. regel,,
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
.elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regel. n
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzeKermgsvcorwaaraen 'J f; o n fa
Levenslange geneeie ongesehiatheid tot werken door f^Cfl oij een ongeval met fO.-vfl
i; 1 wU." doodelijken afloop; 1 ZoU.'
bij verlies van een band, flOC bij verbes vab een f*Cft bij 'n breuk vanf 1(| bij verlies v. een
een voet of een oog; 1 IZU." duim of wijsvinger; 1 JU.' been of arm; 1 vJ.'anderen vinger.
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 ÜUUU." verlies van beide armen, belde beenen of beide oogen; 11 «JU."" doodelijken afloop; 1£«!U ."een voet of een oog; 11£U." duim of wijsvinger; ldU.' been of arm
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN AO F RFCBTEN. GESCHIEDEN UITER!JAK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL.
(Ingezonden)
In „de Maasbode" van 23 October j.l.
(Avondblad) treffen wij een artikel aan van
de hand des heeren P. K., over staatkundige
groepeering en over datgene wat Amerika en
Engeland volgens den schrijver op dit ge
bied zouden te leeren geven.
In dit artikel wordt de aandacht geves
tigd op twee feiten, welke op zichzelf juist
zijn, n.l. dat Al. Smith als candidaat voor
het presidentschap in de Vereenigde Staten
fel bestreden wordt om zijn katholiciteic en
dat er op het gebied van de schoolwetge
ving in Engeland, ook ten aanzien van
katholiek onderwijs, nog een schromelijke
ongelijkheid bestaat.
Hieruit wil de schrijver dan blijkbaar con-
cludeeren, dat deze feiten een gevolg zijn
van de omstandigheid, dat de katholieken
zoowel in Engeland als in Amerika in staat
kundig opzicht niet naar godsdienstige be
ginselen zijn gegroepeerd. Hij is blijkbaar
van oordeel, dat het ook in die landen wel
tot een groepeering volgens godsdienstige
beginselen zal moeten komen en hij ziet in
zijn verbeelding reeds de eerste teekenen
van een op handen zijnde wijziging in het
standpunt der katholieken in die landen.
Hij eindigt zijn beschouwing met den na
volgenden zin: „Zij (dat zijn de gebeurtenis
sen, die P. K. elders meent waar te nemen)
bewijzen, dat hetgeen in ons land door ver-
vooruitziende katholieke staatslieden gedaan
werd (op het punt van groepeering naar
godsdienstige beginselen), goed werk is ge
weest."
Met dezen laatsten zin, voor zoover daarin
betoogd wordt, dat wij in Nederland goed
deden ons op staatkundig gebied naar gods
dienstige beginselen te organiseeren, gaan
wij onvoorwaardelijk accoord.
Maar dit is dan ook vrijwel het eenige
in het Maasbode-artikel, waarmee wij ons
vereenigen kunnen.
In de eerste plaats hebben wij bezwaar
tegen de motiveering.
Uit het feit der bestrijding van Smith en
verder uit het feit, dat het op onderwijsge
bied in Engeland lang geen koek en ei is,
wordt hier de conclusie getrokken, dat de
groepeering der katholieken in die landen
niet deugt.
Het zou een heel klein kunstje zijn, om
.daarnaast deze redeneering te plaatsen; In
Nederland ontbreken missie-vrijheid, proces
sievrijheid, contact met het vaticaan, vrij
heid voor den priester bij een huwelijk in
extremis, daaruit blijkt, dat de groepeering
der katholieken in Nederland niet deugt.
Deze redeneering zou evenzeer onjuist zijn,
als de redeneering van „de Maasbode" ten
aanzien van Engeland en Amerika.
De vraag is immers veel meer; hoe zou de
toestand in Engeland en Amerika nu zijn,
wanneer de katholieken daar naar gods
dienstige beginselen waren gegroepeerd? Zou
de toestand dan beter zijn? Indien men
deze vraag bevestigend kan beantwoorden,
staat men sterk in zijn betoog ten gunste
eener andere partijgroepeering. Maar daar
van is in het Maasbode-artikel zelfs geen
sprake.
In Nederland is de toestand geheel an
ders, daar kan men wel met de feiten in de
hand aantoonen, dat het er veel slechter
voor ons zou hebben uitgezien, wanneer wij
staatkundig niet zuiver katholiek waren ge
organiseerd. Maar men vergete niet, dat wij
hier te lande min of meer een uitzonderlijke
positie innemen; Nederland is nagenoeg het
eenige land ter wereld, waar men op poli
tiek terrein ééne enkele Katholieke groe
peering kent.
Nu zien wij den toestand internationaal
geheel anders dan P. K.; wij zien volstrekt
geen gebeurtenissen in aantocht, welke er op
zouden wijzen, dat men elders voornemens
zou zijn van gedragslijn te veranderen, zelfs
meenen wij duidelijk waar te nemen, dat
Rome, groepeering als in Nederland op grond
van de omstandigheden en als uitzondering
volkomen billijkende, toch allerminst zou be-
geeren, dat deze noodzakelijke uitzondering
regel werd.
Wat „de Maasbode" blijkbaar wenscht,
lijkt ons niet in overeenstemming met de
lijn, welke Rome zelf herhaaldelijk heeft
aangegeven.
Wij meenen dat Rome in het algemeen
wenscht een bloeiende katholieke actie, een
leekenapostolaat, maar ook een afzijdig blij
ven van den godsdienst inzake politiek. Dit
belet natuurlijk niet, dat de katholiek zich
moet verweren, daar waar de politiek met
verkeerde oogmerken het altaar zou naderen.
Trouwens, wanneer men weet, met welke
schandelijke practijken de verkiezings-eam-
pagnes ln Amerika doorgaans gepaard gaan,
kan men het toch waarlijk niet betreuren,
dat een zoodanige campagne niet in eenig
opzicht aan den katholieken godsdienst als
zoodanig is gelieerd.
Men vindt dit interessante vraagstuk ook
behandeld ln een kort geleden, onder den
titel „Zwischen Kirche nnd Welt", versche
nen bewerking van geschriften van wijlen
den vermaarden pastoor dr. Karl Neundör-
fer van Mainz. In dit boek vindt men be
langrijke mededeelingen, juist over de lan
den, waarover P. K. in zijn artikel spreekt,
doch in flagrant tegenovergestelde richting.
De Kerk bemoeit zich niet met zuiver-
politieke en zuiver-economische vraagstuk
ken. Leo XIII schreef daarover:
„Wanneer het over zuiver-politieke vraag
stukken gaat, over den besten vorm der
Regeering, over het een of ander systeem
van -burgerlijk bestuur, dan zijn meenings-
verschillen in alle eere geoorloofdEn het
kan aan geen t.wijfel onderhevig zijn, dat
het zonder de rechten van rechtvaar
digheid en waarheid aan te tasten geoor
loofd is, te streven naar de verwezenlijking
van die gedachten, van welke men overtuigd
is, dat zij krachtiger dan andere het alge
meen welzijn zullen dienen." (Osservatore
Romano 10 April 1926).
Op 26 Februari 1926 schreef de Osservatore
Romano:
„Het is een fundamenteele waarheid, dat
er op het gebied der politiek, evenals op dat
der economie, vele vraagstukken bestaan en
vele handelingen voorkomen van techni-
schen en tactischen aard, waarbij geen mo-
reele beginselen en godsdienstige belangen
betrokken zijn; bovendien zijn er nog
andere vraagstukken, welke daarmee
slechts een zoozeer verwijderd verband
houden, dat ervan niet publiek blijkt. Deze
vraagstukken geven daarom de gelegenheid
tot vrije discussie en tot meeningsverschil
len ook onder katholieken en kunnen dik
wijls aanleiding geven tot scheuring, welke
te vermijden ware. Deze vraagstukken en
handelingen vormen de onderwerpen, waar
omtrent de partijen bevoegd zijn."
Wel kan in een bepaald geval bijv. wan
neer er beslist een kerkelijke strijd op poli
tiek terrein wordt gevoerd natuurlijk voor
den katholiek de plicht ontstaan om zuiver
politieke overtuigingen en doeleinden achter
te stellen bij de bescherming van de
bedreigde kerk.
„De katholiek, die voor de Kerk strijdt,
die ook zeer goed aan het partijleven kan
deelnemen, leeft echter onder een discipli
nair verband, hetwelk de volkomen overeen
stemming van zijn politiek optreden met zijn
geloof, met de katholiek-sociale doctrine en
met de hoogste geestelijke doeleinden, naar
welke de kerk de maatschappij leidt, verze
kert." (Osservatore Romano, 11 April 1926).
Volgens de meer aangehaalde Osservatore
Romano van 10 April 1926 schreef Leo XIII;
XlIIe:
„De Kerk zelf in de paim twisten te trek
ken en te trachten zich van hare hulp te
bedienen, om een gemakkelijker overwinning
over den eigen tegenstander te behalen, is
een aanmatigend gebruik van den gods
dienst."
Kardinaal Ferrata, gedurende vele jaren,
onder Leo XIII, nuntius te Parijs, sprak het
eens publiek uit; „Gelijk eens het pausdom
ten tijde der absolute monarchie verhinderde,
dat de Kerk tot een zaak van den Staat
werd, moet zij nu onder de heerschappij
der democratie verhinderen, dat zij en hare
belangen partijzaken worden."
Hij formuleerde het voornaamste begin
sel der Kerk tegenover alle partijen als volgt:
„Het zielenheil staat boven de partijbelan
gen."
Meermalen wordt de behoefte aan een
katholiek eenheidsfront op politiek gebied
bepleit met het argument, dat de kerkelijke
vrijheden der katholieken en de godsdien
stige belangen steeds worden bedreigd en dat
men hieraan alleen weerstand kan bieden
door een politiek eenheidsfront. Hiertegen
over valt op te merken, dat de H. Stoel nog
kort geleden met alle scherpte den eisch om
zich boven de partijen te houden heeft voor
geschreven voor een land, dat juist te mid
den van een zwaren godsdienststrijd staat,
n.l. voor Mexico. Op 2 Februari 1926 schreef
Paus Pius XI aan het Mexicaansche episco
paat: „Wij richten in de eerste plaats ons
vaderlijk woord tot u, om u die onderrichtin
gen te geven, welke gij in de tegenwoordige
moeilijkheden van ons verwacht en welke
men kan samenvatten in de vermaning om
eendrachtig en gedisciplineerd te werken
aan de katholieke actie onder de geloovi-
gen, welke aan Uwe herderlijke zorgen zijn
toevertrouwd. Wij spraken van katholieke
actie, want in de moeilijke verhoudingen,
waarin gij U bevindt, is het meer dan ooit
noodzakelijk, dat Gij zoowel als Uwe geheele
geestelijkheid en de katholieke vereenigingen,
U geheel houdt buiten elke politieke partij,
ook om den tegenstanders geen voorwendsel
te geven, Uw geloof met de een of andere
partij, of met den een of anderen hartstocht
te verwisselen. Daarom moeten in de repu
bliek Mexico de katholieken als zoodanig
geen partij vormen, welke zich katholiek
noemt; vooral de bisschoppen en de pries
ters en Wij weten dat zij dat reeds op
prijzenswaardige wijze doen moeten zich
bij geen politieke partij aansluiten, noch aan
partijbladen meewerken; hun ambt is immers
noodzakelijk een algemeen ambt.'
Deze aanwijzingen werden door de Mexi
caansche bisschoppen opgevolgd in hun
herderlijk schrijven van 21 April 1926. Daarin
zeggen zij: „Op sociaal en economisch gebied
worden de katholieken aangespoord trouw
te blijven aan de encyclieken „Immortale
Dei" en „Rerum Novarum" en er steeds voor
te zorgen, dat alle organisaties, welke op
dit gebied werkzaam zijn, zich ten strengste
buiten en boven de politieke partijen hou
den, zooals de H. Vader Pius XI het be
veelt."
Overal waar wij de blikken wenden, ont
waren wij een zekere angstvalligheid om de
belangen van godsdienst en politiek niet te
vermengen.
Dit zien wij zoowel te Rome als bij de
hooge kerkelijke vertegenwoordigers in de
verschillende landen. Van eene verandering
van richting, welke „de Maasbode" in dit
opzicht schijnt te bespeuren, ontdekken wij
bij de kerkelijke overheid niets.
In ons land is een andere weg proefhou
dend juist gebleken; die weg zal natuurlijk
in de naaste toekomst blijven bewandeld,
maar er lijkt ons geen sprake van, dat de
Nederlandscheuitzondering, welke hier eene
gelukkige is, ook in het buitenland ingang
zal vinden.
Zijn zaligheid Mgr. Paul Pierre XIII Ter zian, patriarch van Cilicië, bracht heden
morgen oen bezoek aan de N.V. Drukkerij „De Spaamcstad".
Bovenstaande foto werd. genomen in de directiekamer.
In 't midden Mgr. Terzian, rechts van hem de directeuren, de heeren L. M. Weterings
en C. Ooms, links zijn waarnemend secreta ris, de weleerw. heer P. Kedidjian uit Parijs
en de heeren W. de Ruij#r en W. Boogaard.
Hedenmorgen bracht Zijne Zaligheid Mgr.
Paul Pierre XIII Terzian, patriarch van
Cilicië, een bezoek aan de N. V. Drukkerij
„De Spaarnestad".
De hooge bezoeker, een eerbiedwaardige,
doch nog zeer krachtige verschijning, on
danks zijn 75-jaren, was vergezeld van zijn
waarnemend secretaris, den Weleerw. heer P.
Kédidjian uit Parijs en van de heeren W.
de Ruijter en W. Boogaard. De directie van
de Spaarnestad ontving de gasten in de
directiekamer, waar Z. Z. allereerst met
veel liefde over zijn Armeniërs vertelde en
het doel van zijn komst in Nederland uit-
QQp
Daarna werden onze gebouwen bezich
tigd en het machtige bedrijf in oogenschouw
genomen.
Z. Z. was vol lof en bewondering over wat
hij te zien kreeg en sprak schertsend de
hoop uit, dat het comité er in zou slagen
voor hem in Syrië nog eens zoo'n drukkerij
te bouwen.
Bij het afscheid voerde de secretaris van
Mgr. het woord en zeide oa. dat Mgr. en
spr. missionarissen zijn. De Pers heeft de
zelfde zending te vervullen, maar niet ge
noeg kan bewonderd worden de wijze waarop
de Pers in Nederland die roeping ver.
vult.
Wat de bezoekers hedenmorgen daarvan
zagen, had hen in die overtuiging versterkt.
De heer Weterings beantwoordde de vrien
delijke toespraak en beloofde Mgr. allen
steun in de uitgaven van „De Spaarne
stad".
Heden zou Mgr. nog bezoeken afleggen bij
den Hoogeerw. heer Plebaan L. A. A. M.
Westerwoudt en bij den heer J. W. A.
Beijnes.
Dinsdag heeft Z. Z. een bezoek gebracht
bij Z. D. H. Mgr. Aengenent, den Bisschop
van Haarlem, Die den hoogen kerkvorst
met veel liefde ontving en met belangstel
ling van zijn mededeelingen kennis nam.
Zijn groote sympathie uitte onze Bisschop
o.m. door het geven van een ruime gift
voor het mooie werk van den Cilicischen Pa
triarch.
Ter publicatie liet Mgr. Terzian ons deze
mededeeling achter;
Sedert de droevige gebeurtenissen van 1914
en nadat Wij hadden gezien, welke betreu
renswaardige verwoestingen in ons arm
Patriarchaat waren aangericht, hebben Wij
met veel kommer gewacht op het herstel van
onze Armeensche Hiërarchie, die reeds
eeuwenlang in het Oosten zooveel diensten
aan de Heilige Kerk had bewezen. En Wij
zijn niet bedrogen geworden in onze stellige
hoop en ons vast vertrouwen op God..
Op den 6en Mei van dit jaar 1928 had te
Rome onze Bisschopsvergadering plaats. Daar
hadden Wij het geluk en de groote vreugde,
herhaaldelijk de heilige, apostolische en be
moedigende woorden te mogen hooren van
onzen H. Vader Pius XI, en dagelijks de wijze
raadgevingen en vaderlijke opwekkingen te
ontvangen van onzen Doorluchtigen voor
zitter, Kardinaal Louis Sincero, secretaris
van de H. Congregatie der Oostersche Kerk
Aldus is in ons Patriarchaat de kerkelijke
regeling hersteld; eerstens doordat onze
Patriarchale Zetel werd overgebracht van
Constar.tinopel naar Beyrouth in Syrië; en
vervolgens, doordat voor de opengevallen
zetels nieuwe Patriarchale Vicarissen en uit
stekende Bisschoppen werden benoemd.
Nadat Wij wettelijk w ven georganiseerd
konden Wij eindelijk terugkeeren naar onze
nieuwe Zetelstad, ten einde daar onze Curie
te vormen en het zoo langbegeerde Werk op
nieuw te beginnen, ten bate van onze t>.erk
en geheel ons Volk, en aldus, met de genade
Gods, het onze bij te dragen tot de eenheid
der Katholieke Kerk.
Het is dus onze plicht, getrouw de be
palingen na te komen van onze Synode van
1911 en van bovengenoemde vergadering en
al e offers te brengen, die van ons gevraagd
worden, om trouw te zijn aan onze zending
en onze herderlijke plichten. Wij zullen wer-
i ken en lijden, te zamen met onze hoogwaar-
j dige Aartsbisschoppen en Bisschoppen met
i onze hooggeachte missionarissen, met onze
j zoo uitstekende Reguliere en Seculiere Gees-
i telijkheid, met onze goede Armeensche kloos
terzusters; zij allen toch zijn ware belijders
van het Geloof in het Oosten en waardige
kinderen van een voorgeslacht, waaruit reeds
eeuwenlang martelaren zijn voorgekomen.
Echter is het ons onmogelijk schadever
goeding te krijgen voor onze kerkelijke goe
deren in Turkije, die verwoest, verbrand of
in beslag genomen zijn; onze geloovigen, even
eens van al hun bezittingen beroofd en uit
I hun haardsteden verdreven, zijn niet meer in
staat de aangerichte schade M herstellen en
de kosten van den eerediehst tfl dragen. Zoo
blijft ons dan voor de oprichting van ons
patriarchaat in Syrië geen ander middel
over, dan onze toevlucht te nemen tot de
liefdadigheid van onze vrienden en weldoe
ners in de landen der christenheid.
Daarom hebben Wij dan ook, ondanks
onzen hoogen leeftijd, zelf deze lange, moei
zame reis ondernomen, voorzien van den
Zegen van onzen H. Vader den Paus, en vol
vertrouwen op den bijstand Gods en de
vronie gevoelens van uw medelijdend hart.
Vóór alles is er noodig:
lo. Een Patriarchale Residentie te
Beyrouth;
2o. Een Kathedrale Kerk;
3o. Een Weeshuis en een Moederhuis voor
onze Kloosterzusters, zonder nog te spreken
van de dringende behoeften onzer zoo dood
arme missies.
Uit dankbaarheid zullen wij eiken
dag voor u bidden in het H. Misoffer, terwijl
ook in onze weeshuizen en andere inrichtin
gen veel voor u zal worden gebeden.
Terwijl wij reeds nu de hemelsche zegenin
gen v. Jezus' Goddelijk Hart afsmeeken over
u en de uwen, bieden wij u de verzekering
aan van onze hoogachting en innige dank
baarheid.
PAUL PIERRE XIII TERZIAN
Patriarche Arm. de Cilicië.
■■■■■■■■II!
MiiiHimnnHcmmimiiimum:
De nieuwe burgemeester van Hillegom.
Na de levensbijzonderheden van mr. D. F.
Pont, welke wij gisteren publiceerden, heb
ben wij in een onderhoud met den nieuwen
burgemeseter van Hillegom een en ander
vernomen over zijn inzichten en ideeën ten
opzichte van het burgemeestersambt en het
geen hij in Uithoorn als hoofd der gemeente
heeft bereikt.
Mr. D. F. Pont, is, hoewel hij zich aange
trokken gevoelde tot de ambtelijke loop
baan, niet van den beginne af den weg
ingeslagen die naar de magistraten-kamer
leidt. Na beëindiging van zijn rechtskundige
studies te Leiden, trad mr. Pont in dienst
der Amsterdamsche Bank, waar hij spoedig
werd aangesteld als secretaris der directie,
zooals wij reeds in het nummer van giste
ren mededeelden. Niettemin behoeft het
geen verwondering te verwekken, dat mr.
Pont de ambtelijke loopbaan ambieerde. Hij
stamt uit een magistraten-familie. Sinds
ongeveer 1500 reeds zijn de voorvaders
van den nieuwen burgemeester van Hille
gom, burgemeester van Edam geweest. Zij
bekleedden deze functie tot omstreeks 1749.
„Daarna", vertelde mr. Pont in een onder
houd, dat hij ons in zijn woning te Uithoorn
toestond, „zijn verschillende leden der fa
milie Pont burgemeester geweest van Me-
demblik en Alkmaar, waar tot omstrèeks
1900 de heer A. Maclaine Pont burgemeester
is geweest.
De functie aan de Amsterdamsche Bank,
ofschoon op zich zeer mooi, voldeed mij niet,
waarom ik den raad opvolgde van prof.
Krabbe, die mij reeds gedurende mijn stu
dietijd te Leiden voor de ambtelijke loop
baan geanimeerd had, en op de secretarie
van Halfweg kwam. Daarna ben Ik werk
zaam geweest bij Publieke Werken te Am
sterdam, onder leiding van den tegenwoor-
digen gemeente-secretaris Roovers. Bij mijn
eerste sollicitatie naar een burgemeesters
plaats had ik succes, en ik. werd benoemd
te Uithoorn."
„Hebt u bepaalde plannen en Inzichten
omtrent uw nieuwe standplaats?"
„Ofschoon ik nu meer omtrent Hillegom I
weet dan indertijd omtrent Uithoorn, kan
ik natuurlijk geen bepaalde opinie over
Hillegom hebben. De benoeming is me aan-j
genaam, omdat Hillegom'n flinke, floriccante
gemeente is. In zoo'n gemeente moet het
prettig arbeiden zijn. Ik heb naar de va
cante plaats gesolliciteerd en natuurlijk
doet het aangenaam aan als men uit de
vele sollicitanten benoemd wordt."
Uit den loop van het gesprek bleek
voorts, dat mr. Pont, die Katholiek is
het standpunt inneemt, dat een burgemees
ter boven de partijen staat. Er is slechts
één uitgangspunt en één leidraad: het be
lang van gemeente en ingezetenen.
„Heeft, na nu uw goede administratieve
opleiding het burgemeestersambt u voldoe
ning geschonken?"
„Ja, er is in de drie jaar; dat ik burge
meester van Uithoorn ben geweest, zeer
veel hier bereikt. Om een idee te geven
van de werkzaamheden, welke een ge
meente als Uithoorn medebrengt diene, dat
jaarlijks 7000 a 8000 brieven de secretarie
verlaten. In December 1927 werd hier het
Openbaar Slachthuis geopend waar per
week ongeveer 500 varkens en 100 runderen
worden geslacht, ook voor den export. Een
ander belangrijk feit was de overdracht van
de waterleiding aan het Provinciaal Bedrijf.
Met ingang van 1 October j.l. hebben wij
voorts het Electriciteitsbedrijf overgedragen
aan het P. E. N. Ofschoon het gemeentelijk
bedrijf in gunstigen toestand was, heb ik er
sterk voor geijverd het aan het P. E N.
over te dragen, omdat dit een zeer goed
aanbod deed en de verlaging der tarieven
aanstaande was, welke nu 1 Jan. a.s. In
gaat. Ongeveer alle verordeningen zijn ver
anderd en aan de tijdsomstandigheden
aangepast"
Burgemeester Pont heeft in Uithoorn ten
slotte steeds op de bres gestaan voor de
aesthetische belangen der gemeente. Geen
monument van schoonheid t en historische
waarde zal hij, indien eenigszins mogelijk,
verloren laten gaan. Ieder bouwplan voor
Uithoorn werd om advies naar Heemschut
of een dergelijk lichaam gezonden.
Een belangrijke bijdrage van
H. K. H. Prinses Juliana
H. K. H. Prinses Juliana heeft een be
langrijke bijdrage geschonken aan het Na
tionaal Lorentz-Gomité, dat zich ten doel
stelt een gedenkteeken op te richten ter na
gedachtenis van Prof. Dr. Lorentz.
In verband met de nieuwe Synode is. naar
„St. Bavo" meldt, door Z. D. H. den Bisschop
van Haarlem Ingesteld eene Sub-Commissie
van de reeds ingestelde Synode-Commissie
met de opdracht advies uit te brengen over
alle bepalingen betreffende het katholieke
vereenigingsleven; tot voorzitter dezer Sub-
Commissie is benoemd de Weleerw. heer J. B
M. Timp en tot leden de Weleerw. rectoren
J. P. J. Kok en J. F. A Bots.
De Tweede Kamer heeft gisteren behan"
deld de interpellatie-v. d. Heuvel over den
toestand van de suikerindustrie en een in
terpellatie Drop over de toestanden in het
mijnbedrijf.
De Internationale Roode Kruis-conferentle
te 's-Gravenhage.
Verschenen is het Voorloopig verslag over
het hoofdstuk Arbeid, Handel en Nijverheid
der Staatsbegrooting 1929.
De gisteravond gehouden ledenvergadering
der S. D. A. P. heeft besloten, dat in het
Amsterdamsche college van B. en W. geen
sociaal-democraat zal zitting nemen.
H. K. H. Prinses Juliana heeft een belang
rijke bijdrage geschonken voor het op te
richten" Lorentz-gedenkteeken.
De H-NAFD, het zwaar beschadigde
vierde postvliegtuig, is naar Batavia opge
zonden.
De misdadiger Heidger, die gearresteerd is,
is gisteravond aan hartverlamming overle
den.
Brand in de kathedraal te Doornik.
Onweer in Italië; overstroomingen ln Zuid-
Tlrol.
Barometerstand 9 uur v.m.: 756. Achteruit.
OPTICIENS FABRIKANTE»
Licht op De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 5.10.
Verwachting: Matige tot krachtigen,
tijdelijk wellicht stormachtigen Zuid-Ooste
lijken tot Zuid-Westelijken wind, betrokken
of zwaar bewolkt, waarschijnlijk regenbuien,
weinig verandering in temperatuur.
De beschadigde H.-N.A.F.D
wordt naar Batavia verzon
den.
Een Keuter-telegram uit Rangoon ver
zonden, meldt, dat de H.-N.A.F.D., het vierde
van de vliegtuigen, dat op weg was naar
Nederlandsch-Indië, en dat 15 October bij
het opstijgen door het wegzakken in de mod
der ernstig beschadigd werd., gisteren met
gedemon teerden motor per schip naar Bata- een neer lij ken smaak en geeft een
via is gezonden.
By de aankomst van de „Graf Zeppelin" op Lakehurst. Dr. Eckener, de commandant
Rosen da hl en andere officieren slaan de enthousiaste begroeting der menigte gade*