Allerzielen
Gebreid jongenspakje met
slobbroek
x>
Eenvoudige japonnen
Iets over Frambozenstruiken
Euwe handen
Recepten
I
Nieuwe St. Nicolaas-voorzorgen
es
IM
v..
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
BLADZIJDE 2
op-z&tod-, -31
hSZo. 01
O21
OpejzbxL
QjrtjJrtdi
ObuidoeL-
4 7 u.i5.2l-W*M2ff.
r~!~ r-! (T
.1 Jjf
Van Bloemen en Planten
Spiegeltje aan den wand
i
BsÉa
■THitrit rt.p-.re rtibfi^üi topptomnjing verboden.
DE VERJAARDAG DER DOODEN
O, gij, die wij beminden eens,
Wij gre-fen u, vol droef jpweens.
En staan rondom uw graf te gaar,
Op -'t ende van uw stervensjaar!
(Uit „Kerkhof-blommen'
van Guido Gezelle).
November is de maand der dooden!
De ki'le her*rt beeft de groene. bloeien
de aarde gemaakt tot een dorre vallei.
Alle leven is gestorven. Alle bloemen in
onze aardsche tuinen staan nu verwelkt
en dood, en die nog leven, dragen reeds
het gif van den naderenden dood in de
dorre kelken. De boomen schudden de
vergeelde bladeren op de kale paden. De
laatste vruchten worden binnengehaald
Dit is de maand der door'en' 't Is. als
lezen we overal op de ontbladerde boo
men, de leege, kale struiken het „Memento
mori: „Gedenk men' 1at ook gij zult,
sterven En staat er niet van den mensch
geschreven in 't Bock Job, dat al z'n glorie
is als die van een bloem op 't veld; dat
hij ontluikt als 't veldgewas, dat
's morgens openbloelt en eer de avond
valt, reeds is 'verwelkt. (XIV-2).
t Is „Allerzielen", de verjaardag der
dooden, en als vanzelf richten zich onze
schreden naar de ijzeren poort met de
zilveren symbolen: een doodshoofd, ge
schraagd door twee gekruiste knekels; al
trager en trager wordt onze tred bij 't
naderen van die stille dooden-stad, waar
alle leven is gestorven en de dood ons als
het ware tegemoet treedt met den vinger
op den mond, alsof ieder vreemd geluid de
rust der afgestorvenen storen zou! En
als wij daar zijn aangekomen, zuilen we
weer knielen op 't graf van onze dier
baren en weer bidden: Heer, geef hun de
eeuwige ru k :n het eeuwig licht verlichte
hen; dat zij in vrede rusten. En onze be
droefde oogen zullen weer zoeken naar de
zoete namen op de verweerde graf-zerken
die door de wisselende jaargetijden haast
zijn uitgewiseht; die zoete, dierbare namen
van vader, moeder, kind of echtgenoot,
van bruid of broeder; teere, scale namen,
die nog gloeien in ons hart met branden
de letters!
't Is Allerzielen, en velen uit de drukke
stad des levens zullen zich spoeden naar
de groote, zwarte poort met de zilveren
symbolen, naar dat geheimzinnig rijk van
den dood zonder einde, waar de eeuwig
heid met haar ontzettende mysteries om
ons henen waart cn ons als vanzelf de
woorden op de lippen komen, die de kerk
telkens bidt bij de lijkbaar van een over
ledene: tremens factus sum ego et tlmeo.
angst en siddering bevangt mij! Naar
deze stille stad van den dood komen nu
de levenden ter bedevaart naar de dier
bare graven en allen knielen in de stille
straten op de laatste rustplaats van hen,
die ons zijn voorgegaan met het teeken
des geloofs en sluimeren den slaap des
vredes; daar knielt de gesluierde weduwe
naast de treurende bruid; de verlaten
grijsaard naast het schreiende kind; de
troostelooze moeder naast de hulpelooze
wees. Allen bidden hun „requiescat", wat
de fijne priester-dichter, Guido Gezelle,
ons aldus vertolkt:
Rust in vrede, rust in vrede.
Gij, die wand'lend, zijt van hier
Vo u-waarts en voorbij getreden,
Onder Christi Kruis-banier;
Waar geleerdheid niets kan baten,
Weet men Christi lessen niet,
Waar men geld en goed moet laten,
Waar geen schoonheid overschiet.
Moge God u ruste geven,
Die begonnen, die vo'end,
Of die, midden in het leven,
Wakend hebt den dood gekend.
Rust in vrede, rost in vrede,
U nog eens vaarwel gezeid.
Eer ik weg en thuiswaards trede,
Rusttot in der eeuwigheid.
(Kerkhof-blommen)
Allerzielen Is voor ons 'n dag van „rou
wen", maar ook van „roemen" en van
„hopen". Want uit den dood rijst het
leven, het eeuwig leven!
't Is een heer,schend gebruik bij de Ara
bieren, dat zij zich bij 't vallen van den
avond, als de nacht zijn zwarte sluiers
spreidt over de slapende aarde, begeven
naar den stillen tuin. waar hun «"p-torven
bloedverwanten rusten. Daar dwaalt de
Arabier u-en rond door de stille naden
van het dorre dooden-rijk, tot hij zich
eindelijk neerzet op de groeve van een
van z'n dierbaren, bestrooit het graf met
frissche bloemen, welriekenden balsem en
geurige kruiden, en ligt daar roerloos
met 't hoofd op den kouden steen, tot
hii weer opstaat met dezen troostelocwen
afschelds-groet op de bevende lippen:
vaarwel, dierbare schimmen, vaarwel,
mischlen zullen wij elkander nimmer ont
moeten In 't onmetelijk dooden-rijk!
En de moderne heidenen van onzen
tijd, de god-loochenaars van de groote
verlichte wereld, laten hun dooden ver
branden in den gloeienden oven te
„Westerveld" bij 't ruischen van een
zacht-klinkende ..Marehe funèbre" van
Beethoven of Chopin. zy begraven de
asch van hun dierbaren in gouden ur
nen in een bed van frissche rozen, of be
strooien er de zwellende knoppen mee, om
straks in den blocienden bloesem in nieuw
jong leven te worden omgezet, en keeren
huiswaarts met den wanhoopskreet op hun
godslasterende lippen; vaarwel, met den
dood is alles geëindigd, nooit zullen wy
elkander wederzien! Arme heidenen!
wy treuren niet als zij, die geen hoop
hebben! Wij weten onze dooden
levend! Hun laatst vaarwel waar
borgt ons het weerzien aan de verre
kusten der eeuwigheid, wy Jubelen met
den priester het danklied van eeuwige
victorie in de roerend-schoone praefatie
van Allerzielen: „want van uwe geloo-
'vigen. o Heer, wordt het leven slechts
verwisseld, niet weggenomen en nadat het
huis van deze aardsche ballingschap in
puin is gestort, wqrdt in den hemel "n
eeuwige woning voor hem opgetrokken;
zoodat zy, die nu treuren over hun heen
gaan, zich troosten met de beloften der
toekomstige onsterfelijkheid. En daarom
zingen wy met de Engelen en Aarts
engelen, met de Tronen en Heerschap-
püen en met de heele schare van het
hemelseh heir 't loflied uwer glorie zon
der eind."
En laten nu de moderne heidenen hun
dooden verbranden by zachte treurmu
ziek; laat de ongeloovige wereld op 't
graf van den onbekenden soldaat hooge,
marmeren zuilen oprichten, aan welks
voetstuk de bloemen nimmer mogen ver
welken en de lamp nooit uitgedoofd, wij
knielen voor 't kruis van den Heiland
en Verlosser, die met z'n uitgestrekte
armen en doorboorde handen heel dien
stillen doodenakker beheerscht, en onze
tranen droogt met die heeriyke belofte:
Ik ben de verryzenls en het leven, wie
gelooft in Mij, zal eeuwig leven. (Joan.
XI - 25).
O Kruis, daar Christi bloed aan was,
De mensch is licht en broos als glas:
Hij valt, hy breekt; Gij staat en houdt
Omhoog, die op Uw stam vertrouwt.
O, zalig teeken op het graf,
O nooit ontvallen wandelstaf!
(GUIDO GEZELLE).
O. VIS, Rector.
Goes.
Leeftijd 2 jaar; benoodlgd voor het jasje
200 gram en voor het broekje
130 gram sporiwol
Op verzoek van een abonnée geven we
dezen keer een gebreid jongenspakje voor
een tweejarig kind. Het pakje kan vol
gens bijgaand patroon gebreid worden.
A is het voorpand, B is rug (half),
C mouw (half), D kraag (half), E is
opengelegde pyp.
In heen en weer gaande toeren wordt
volgens het patroon gewerkt en de romp
van 't jasje begonnen door 8 toeren te wer
ken, welke aan den goeden kant recht
zijn. Deze 8 toeren worden, wanneer 't jasje
klaar is. naar binnen omgeslagen en
tegengezoomd. Na deze 8 toeren wordt
met den gekleurden band begonnen. Met de
eerste kleur worden 6 toeren gewerkt: 6
steken recht, 6 steken averecht, dan met
de tweede kleur 2 toeren en met de derde
kleur 6 toeren.
Verder wordt met de hoofdkleur steeds
recht gebreid, zoodat er ribben ontstaan.
In het linker-voorpand worden knoops
gaten gebreid. Armsgaten en halsopening
worden volgens het patroon door minde
ring of afkanten gevormd. De zijnaden
en de schouders worden dichtgenaaid. De
mouwen worden bovenaan by het rechte
gedeelte begonnen en naar beneden aan
beide zijden smaller gebreid. De opslag
der mouw wordt 4 recht, 4 averecht, eerst
8 toeren 3e kleur, 4 toeren 2e kleur, 7
toeren le kleur. De kraag wordt van on
der naar boven gebreid. Op de breedte
van het beleg worden steken afgekant en
de gekleurde omslag in volgorde van den
opslag gebreid. De knoopjes worden met
een der afstekende kleuren omhaakt.
Het broekje wordt in 2 gedeelten vol
gens patroon gebreid. Eerst wordt 2 recht
2 averecht de boord gewerkt; dan volgt
1 toer gaatjes: 3 steken recht, omslaan,
2 steken samenbreien. In den volgenden
toer wordt de omslag als steek gebreid.
Het werk wordt nu volgens het patroon
geheel recht voortgezet, waarby aan de
zijkanten eerst gemeerderd, daarna ge
minderd wordt.
Voor de slobkous worden steken afge
kant, terwijl voor het hielstuk aan de
beide zijkanten snel geminderd wordt.
De pypjes worden dichtgenaaid en de
beide gedeelten met voor- en achternaad
aan elkaar verbonden. Door den gaatjes-
toer wordt een gehaakt koordje met
kwasten gehaald. Onder de voeten wor
den lussen genaaid.
31
4546. Japon van Engelsehe flanel of
eenvoudige stof. Blais en schouderstuk-
worden aaneengeknipt, apart opgezet.
'154J.
Gameering bestaat uit kristallen knoc-
pen en gekleurde stiksels.
4547. Japan van wollen stof. Het
model heeft van voren een apart opge
zet schouderstuk.
Schouder en heupstukken zijn bewerkt
met fyne gestikte plooitjes. Kraagje van
wl batist en donkera strik met witte
noppen.
4557. Eenvoudige japon van geruite
wollen stof of flanel. De rok is voor en
achter geplooid. Voor den rok wordt de
ruit schuin genomen. Kraagje en ceintuur
van effen flanel of stof. Jabot en man
chetten van geplisseerde batist.
ANEMOON.
Het Is nu de tyd om vruchtboomen te
planten, en frambozenstruiken maken
i geen uitzondering op den regel. Het is
i eigenlyk een onopgelost raadsel, waarom
er in onze Hollandsche tuinen nog zoo
weinig frambozen gekweekt worden; ze
zyn niet moeilyker te verzorgen dan
kruisbessen of roode bessen, en van de
teere, heerlijke vruchten hebben we zeker
I nog meer pleizier. Wanneer we denken
over een paar nieuwe vruchtenstruiken
voor het volgend jaar, waarom zouden
we 't dan niet eens met frambozen pro-
beeren? Misschien zyn we ook in 't bezit
van een paar kwijnende struiken, die iy-
den onder onoordeelkundige behandeling,
en 't is heusch wel de moeite waard, ze
weer met goede zorgen op te kweeken.
Hun dankbaarheid is zoo spoedig en dui-
deiyk waameembaarl
Met het aanplanten van nieuwe strui
ken moeten we niet langer wachten dan
eind October, want ze moeten den tyd
hebben, goed op hun gemak te komen
vóór de strenge kou invalt.
Wanneer u echter niet van plan bent,
den grond 'n kleinen meter diep om te
spitten en rykeiyk te mesten, doet u beter,
er in 't geheel niet aan te beginnen,
want dit is voor den goeden gang van
zaken absoluut onontbeeriyk.
Frambozen hebben vetten grond noodig,
en veel vocht. Daarom verdient het aan
beveling, ze ergens te planten, waar ze
niet den heelen dag aan de zon zyn
blootgesteld.
Hun wortels dringen heel diep in den
grond en de mest moet daarom ook zoo
diep mogelijk worden ingewerkt. De
beste manier om den grond goed te be
reiden is, een lange strook van ongeveer
1.25 M. breed af te bakenen en daar al
den grond uit te graven tot een diepte
van 90 o.M„ terwijl men de bovenste
aarde aan één kant van de ontstane
greppel en de diepere aarde aan den
anderen kant neerwerpt. Werk den bcdem
van de greppel met de vork goed los en
fijn en spit er zooveel mest doorheen als
u hiervoor kunt afzonderen. Wanneer u
de uitgegraven aarde ln de greppel terug
gooit, werk dan een nieuwen voorraad
mest door elke laag heen, ze goed men
gend, maar de bovenste voet grond on-
middeliyk onder de oppervlakte moet
geen mest bevatten.
Laat den grond zóó ongeveer een week
lang rusten en plant daarna de struiken,
een halven meter uiteen. Als u een tweede
ry wilt maken, moet u daarvoor een
tweede greppel omspitten, waarvan het
middelpunt anderhalven meter van het
middelpunt van de eerste verwijderd ligt.
Dit, omdat er een ruimte tusschen moet
zyn, geUjk aan de hoogte, die de struiken
kunnen bereiken, daar ze anders niet
voldoende licht krygen.
Wanneer u met planten klaar bent,
neem dan een scherp snoeimes of schaar
en snyd alle loten, die dicht bij den
grond staan, onbarmhartig weg. Het ver-
eischt wel een zelfoverwinning, wat het
beteekentgeen frambozen het volgend
Jaar, maar het is het eenig middel om
ten minste ln komende jaren de vruchten
van uw arbeid te plukken. De reden van
deze verminking ls, dat de wortels ln dit
eerste stadium niet de dubbele taak kun
nen vervullen van de stammetjes te dra
gen en tegeiyk nieuwe loten te voeden
om den oogst van het volgend jaar te
dragen. In hun eerste jaar moet u daarom
slechts één van belden van hen verlan
gen.
Onthoud ook, dat u van eiken struik
geen groot aantal loten hoeft te verlan
gen. Kies er twee of hoogstens drie van
de sterkste uit en knip alle andere vug,
zoodra ze een paar centimeter hoog zyn.
Frambozenstruiken houden er niet van,
door den wind heen en weer gezwiept te
worden, en moeten daarom zorgvuldig op
gebonden worden aan twee of drie hori
zontale yzerdraden, die aan paaltjes langs
de ry struiken gespannen worden.
CROCUS
De grieven, die we tegen 't uitzicht van
onze handen hebben, zyn gewooniyk
drieërlei: we klagen over roode, ruwe of
gezwollen handen. We hebben ze graag
slank, blank, glad en zacht. Maar hoe dat
te bereiken, ondanks huiswerk, ondanks
overgevoelige huid in koud weer?
Veel menschen gebruiken allerlei mid
deltjes om de handen wit te maken en
bedenken niet, dat witte handen onbereik
baar zyn, zonder dat we eerst gladde, effen
handen hebben, want juist in de ruwe,
ruige huid zetten zich de bijna onzichtbaar
kleine deeltjes vuil vast, die de hand een
grauw, groezelig aanzien geven. We moe
ten er dus op de eerste plaats voor zorgen,
de hpid'mool effen en gezond te houden,
dan komt de rest vanzelf wel.
De grootste vyandin van gladde, zachte
handen ls de winterkou; handen, die na
het wasschen niet goed worden afge
droogd, gaan, wanneer we ermee buiten
komen, onvermydeiyk springen. De huid
wordt droog en schilferig, hard en stug,
en barst ten slotte op ontelbare plaatsen
open. Het natuuriyk vet van de huid is
opgebruikt en om het euvel te verhelpen,
moeten we ze dus van nieuw vet voorzien.
We hebben daarvoor twee middelen noo
dig: een vaste of vloeibare crème, om ze
's avonds flink te behandelen en een lotion
om ze door den dag na het wasschen in
te wryven.
Hier ls het recept voor de crème, een
taaie zelfstandigheid, die geen was bevat,
waardoor het goede resultaat weer zou
worden tegengewerkt.
Ze bevat juist die oliën, die na ver
schillende proeven in bekende laboratoria
de beste en meest doelmatige zyn geble
ken.
Twee deelen lanoline, 2 deelen oiyfolie,
2 deelen vloeibare gezuiverde petroleum. 2
deelen amandelolie. Vermeng de oliën door
ze zachtjes te verwarmen en dooreen te
roeren. Voeg er dan één deel benzoë-tlnc-
tuur by, en als het mengsel is afgekoeld,
nog een paar druppels van uw geliefkoosd
parfum.
Wryf daarmee de handen eiken avond,
na ze in lauw water met zachte zeep gron
dig gereinigd te hebben, stevig in, zoodat
zooveel mogehjk van de crème door de
huid wordt opgenomen. Daarna wordt nog
een dikke laag aangebracht. Neem een
paar oude wit garen of zyden handschoe
nen, knip uit de palmen een rond stukje
voor ventilatie en slaap met deze hand
schoenen aan. 's Morgens ls alle crème in
de huid getrokken.
Voor overdag maakt u de volgende
vloeistof klaar, die de handen fluweelach
tig zacht zal maken: 1 deel borax, 2 dee
len dragantgom. Meng deze bestanddee-
len dooreen en laat ze 24 uur ln half zoo
veel water staan. Voeg er daarna nog 4
deelen geest van kamfer en 1 deel benzoë-
tinctuur by en genoeg rozenwater om een
flink fleschje vol te maken.
Dit fleschje zet u overdag naast het
fonteintje of den' gootsteen, en telkens
wanneer u met de handen in het water ge
weest is, giet u, na ze zorgvuldig afge
droogd te hebben, een paar druppels eruit
op de handen en wryft ze daar stevig mee
in. Wilt u voor dit laatste middeltje nog
een eenvoudiger recept, neem dan geiyke
deelen glycerine en rozenwater. Dit is een
ietsje plakkerig, maar die kleverigheid
wordt geheel weggenomen, wanneer u aan
het fleschje een theelepel eau-de-cologne
toevoegt, waardoor de handen tevens een
heeriyk frisschen geur krygen.
Zoo zullen we de ruwheid van onze han
den spoedig geheel overwonnen hebben. De
volgende week zal ik u verder vertellen,
hoe u ze blank en fiin kunt houden.
EVA.
KEKRYSOEP
1 L. bouillon van 1 L. water en 2 maggi-
blokjes.
45 gram bloem.
45.gram boter.
1 kleine ui.
2 theelepeltjes kerry.
Stukje Spaansche peper.
1 d. L. melk.
Bereiding:
Snipper het uitje en fruit het met de
kerrv, de Spaansche peper in de boter,
maar zorg, dat de ui licht van kleur blyft.
Voeg dan de bloem toe en roer meel en
boter samen glad. Voeg langzamerhand bij
kleine beetjes, steeds roerende, den bouil
lon toe. Laat do massa na elke toevoeging
telkens doorkoken. Zeef desgav/enscht de
soep in dat geval behoeft de ui niet
fyn gesnipperd te worden maak de
soep op smaak af met zout, voeg zoo
noodig kerry toe. Doe de melk er by,
maar laat deze even mee doorkoken.
HACHéE
(Van resten droog rundvleesch)
400 gram rundvleesch in dobbelsteentjes
gesneden.
5J,£ d.L. verdund mager bruin van jus
(vooral niet te zout, omdat ze nog in
koken moet).
2 uitjes.
2 laurierbladen.
4 kruidnagelen.
Een stukje Spaansche peper.
d. L. azijn.
40 gram bloem.
40 gram vet van jus of boter.
.1 eetlepel soja.
Bereiding:
Fruit de gesnipperde uitjes met de
bloem, de kruiden en de boter mooi goud
bruin van kleur, zender ze te branden.
Voeg op een zacht vuur, steeds roerende,
de jus bij kleine doelen tegelyk toe. Doe
er vervolgens den azijn by en stoof hierin
de dobbelsteentjes vleesch gedurende on
geveer uur. Neem er de kruiden uit en
presenteer er gekookte aardappelen of
ryst by.
JACHTSCHOTEL OF FILOSOOF
(6 personen)
400 gram koud vleesch.
500 gram koude aardappelen.
Twee uien.
4 d.L. (kopjes) bruin van jus, ver
dund met water.
2 d. L. melk.
Vet van jus of boter.
zout-nooi
Bereiding:
Snipper de uien en fruit ze in het
vet van jus of boter lichtbruin, zon
der ze te branden. Voeg de verdunde
jus toe. Hak het vleesch fijn of sniid
het en stoof het met het uitje in de ver
dunde jus.
Verwarm de aardappelen met een wei
nig melk, tot ze door en door warm ge
worden zyn. Stamp ze van het vuur fyn
en vermeng ze met de rest der melk tot
een smeuïge massa. Maak ze op smaak
met zout en desgewenscht wat noot. Leg
in een vuurvasten schotel een laag van
het vleeschmengsel, daarop een laag
aardappel-puree, daarop weer visesch-
mengsel en vul op deze wyze den schotel.
Zorg, dat de breedste laag uit aardappel
puree bestaat. Strijk de massa glad.
strooi er wat paneermeel over, leg hier
en daar een kluitje boter of vet van jus,
maak het schoteltje schoon met de voch
tige punt van een doek en laat het in
den oven door en door warm worden en
er een korstje op komen.
GEBAKKEN GRUTJES
1 L. melk of karnemelk
185 gram boekweitengrutten
iets zout
wat bloem
vet om in te bakken
Bereiding:
Breng de melk met iets zout aan de
koek. Strooi er de grutten in en blijf roe
ren. tot de pap gaar en zeer dik is ge
worden. (De pap is dikker dan een pud
dingmassa). Doe deze "zeer dikke pap in
een met koud water omgespoe den pud
dingvorm of kom. Laat haar koud wor
den. Stort de pudding en snijd er niet te
dunne plakken (pinkdikte) van. Wenteï
ze door bloem. Laat vet in de koekenpan
zóó heet worden, dat er een blauwe
damp af kemt en bak hierin de £rutten
vlug goudbruir aan alle kanten, zonder
ze te branden.
CATHARINA
GOEÖKOOPE KNIPPATRONEN
van al onze modellen riin verkrijgbaar aan „H«
Patronenkantoor", Postbus no. t, Haarlem. Cube
rispelijke coupe. Dameskleeding in de maten 88, 96
104 bovenwijdte, 4 i 0.55. Kinderkleding, alleei
voor den in de beschrijving genoemden leeftijd j
f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor het knippei
en naaien, benevens een verkleinde patroonschets.
Franco toezending, direct na ontvangst van bestel
ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels
ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer
van het model en het blad, waarin het voorkomt, en
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom hei
lichaam, recht onder de armen door, gewoon giad,
zonder extra toegift.
Zelfgemaakte cadeautjes voor heeren
Het is zoo ongezellig, dat we voor heeren
bijna nooit iets weten, dat we zelf kunnen
maken; met de duizend gezellige klun-
geltjes van kant of lint, die ons zelf zoo
welkom zyn. kunnen ze niets beginnen.
Het zyn meestal on-practische, prozaïsche
dingen, die in de termen vallen om eigen
handig door ons gemaakt te worden. Maar
we willen toch ook onze krachten wel eens
beproeven op iets aantrekkeiykers, vooral
waar zelf-gemaakte geschenken toch
altyd de meeste waarde bezitten!
Hier zyn een paar geschenkjes, die
eiken broer, vader of echtvriend welkom
zullen zijn! Vooreerst een gezellige öas-
senhanger ter vervanging van de touwtjes
aan den binnenkant van de kastdeur. Hij
is heel eenvoudig te maken. Neem drie
vier meter dun hoeden-ijzerdraad en wind
dat tot een cirkel van 20 a 25 c.M. door
snee. Omwoel dezen cirkel met watten,
een oud wollen koord of dergelijk mate
riaal en omkleed hem ten slotte met een
breed zyden lint in een mooie donkere
Als de teekening door middel van car
bon-papier op de sjaal is getrokken, werk
dan juist binnen de omtrekken van de
letters en den rand een rygsteekje en vul
kleur, mauve, havana-bruin, loodgrys,
donkerblauw of iets dergelyks. Dit wordt
er omheen geslagen en aan den buiten
kant met een fijn rygsteekje dichtgenaaid
en daarby sterk ingerimpeld. Neem den
haak van een gewonen kleerenhanger en
bevestig die aan het yzerdraad, eer dit
Si-a»
omwoeld en bekleed wordt. Men kan ook
dezen haak eerst met lint omwikkelen.
Het tweede geschenk is een sjaal met
geborduurd monogram, zooals op 't oogen-
blik zoo chic en,modern is. U kunt ófwel
de sjaal klaar koopen of ook ze zelf
maken. Dit borduurwerk leent zich alleen
voor een zijden sjaal; wit, crème of ivoor-
kleur ls 't fljnst, maar we kunnen ook
grijze of beige zy nemen. De borduurztj,
die we gebruiken, moet precies dezelfde
tint hebben.
Het monogram op een heerensjaal kan
het best in een linker-benedenhoek aan
gebracht worden, daar de sjaal gewoonlijk
dubbel om den hals wordt geslagen en
mannen hun sluitingen naar rechts dra
gen. In het afgebeelde monogram zijn de
letters R. T. D. H. dooreengawerkt, maar
één enkele letter ln een cirkel of ruit,
staat ook heel mooi, of twee in een ovaaL
de ruimte .usschen deze rijgsteekjes op
met kettingsteken van dezelfde bor-
duurzy, die u later voor het opwerken ge
bruikt. Maak de richelieu-stokjes, terwyl
u aan het opvullen bezig bent, en span
uw draad tot aan het middenpunt tus
schen de omtreklynen, niet juist tot aan
de omtreklyn, die 't meest naar u toe
ligt. De stokjes zijn dan veel sterker.
Bedek het opvulsel met mooi gelijkmatig
platte-steek-borduurwerk en omzoom
daarna al dit platte-steekwerk aan
weerskanten met heel smalle festonneer-
steekies van zwarte zij, die vlak aaneen
moeten liggen. Daarna kunt u gaan uit
knippen.
Van dezelfde witte borduurzij kunt u
aan een zelf-gemaakte sjaal franje knoo-
pen. Knip uw voorraad in stukjes van 15
c.M.; dan gaat er niets verloren. Neem 12
draadjes voor elk franje-kwastje. Steek
een stalen haaknaald door een der smalle
uiteinden van de sjaal, zoo dicht mogelijk
by den rand, gryp eer. bundeltje draadjes
in het midden en haal ze door het gaatje,
zoodat. u een klein lusje ziet ontstaan.
Haal daarna met de haaknaald de uitein
den (twee bosjes draden dus) door deze
lus, en trek den knoop heel strak aan tot
vlak tegen de sjaal. Breng deze kwastjes
aan beide smalle zijden aan met ongeveer
een centimeter tussclienruimte.
VETERAAN.
EENIGE WENKEN
Het is gemakkeiyk voor het haken en
breien van kleedingstukken een patroon
op ware grootte te gebruiken. Bij gebruik
van fynere of grovere wol dan beschre
ven, zal het aantal opzetsteken een wyzi-
ging ondergaan. Men moet vooral niet te
vast werken, daar er dan te veel van de
soepelheid der wol verloren gaat. Voor
het aan elkaar naaien der deelen wordt
steeds een draad van dezelfde wol ge
bruikt.
Het gebruik der by gaande patronen:
Deze patronen geven verkleind de juiste
maat en vorm aan. De lengte en breedte
zijn in c.M. aangegeven. Het werkstuk
wordt steeds begonnen, waar het woord
opzetsel staat. Voor het maken van het
patroon nemen we een stuk stevig papier,
en geven met puntjes de maten aan. Door
lijnen worden de puntjes verbonden;
daardoor wordt de omtrek van het pa
troon verkregen. Nu kan men steeds het
breiwerk op het patroon leggen (zonder
het te rekken) en het vergelijken. Met
het oog op de rekbaarheid van wollen
kleedingstukken, is het aan te raden het
werk een weinig kleiner te maken dan
het patroon.
De volgende kleuren zijn voor dit jon
genspakje aardig. Hoofdkleur licht lila,
rand grijs, paars en oranje. Hoofdkleur
wit met zacht lila rand. Hoofdkleur licht
grys met paarsen rand.
G. L.