Buitenlandsch Nieuws
FEUILLETON
Tien jaren Republiek Oostenrijk
De uitbarsting van de Etna
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
MAANDAG 12 NOVEMBER 1928
BLADZIJDE
12 November 1928
mmk
MARCIA DE LAUBLY
J
BLAD
test-"
CiTAMt
va^\eV\er\
Het jonge staatswezen van de Duitschers
in Oostenrijk heeft een korte, maar veelbe
wogen geschiedenis achter den rug. De si
tuatie van de Oostenrijksche Duitschers
was aan het eind van den oorlog heel v at
moeilijker dan die van hun broeders in hec
Duitsche Rijk. Daar immers moest een be
staand groot staatswezen weer opgericht
worden, terwijl het economische lichaam
van het oude Oostenrijk-Hongarüe defini
tief was uiteengevallen en de Duitschers in
Oostenrijk voor de taak kwamen te staan, j
binnen de grenzen van hun volksgebied, die
tot daar aan toe nooit hadden bestaan, een j
geheel nieuwen staat van het begin af aan j
op te bouwen. De aaneensluiting van "11e
Duitschers in één enkelen staat, wat zou
natuurlijker zijn geweest, is in die beslis
sende oogenblikken, ondanks den goeden en
emstigen wil, niet tot stand gekomen. Er
bleef dus niets anders over, dan den moei.
Ujker en langeren weg naar hetzelfde doel
in te slaan.
Op 21 October 1918 kwamen de Rijks
raadsafgevaardigden van het Duitsche rest.
Oostenrijk bijeen voor een voorloopige Na.
tionale Vergadering. Deze benoemde, als het
eerste nieuw-Oostenrijksche regeeringsgezag.
een Staatsraad, die uit drie voorzitters en
twintig leden bestond. Staatskanselier werd
de sociaal-democraat dr. Karl Renner. Kei
zer Karei deed vrijwillig afstand op
12 November; hierop volgde de eigenlijke
geboorte van den nieuwen staat met de
verklaring: Duitsch-Oostenrijk is een de.
mocratische republiek en een bestanddeel
van de Duitsche republiek. Maar reeds het
feest bij de geboorte had geeri ongestoord
verloop. Links-radicale elementen, ware
roode gardes volgens Moskousch voorbeeld,
scheurden de witte streep uit de nieuwe
rood-wit-roode nationale vlag; geweersal
vo's tegen het Parlement en een mislukte
bestorming van de Nationale Vergadering
volgden.
Deze 'stumperachtige nabootsing van de
Fransche revolutie mislükte, evenals latere
pogingen van dien aard, die binnen den tijd
van een jaar werden ondernomen. Ze moes
ten met menschenlevens worden betaald.
Al deze pogingen, een „Putsch" tot stand
te brengen, wortelden echter niet In het
Duitsche volk van Oostenrijk. In het jaar
1919 waren de draden, die naar de Hongaar,
sche radenregeering waren gesponnen, even
duidelijk te herkennen als andere buiten-
landsche invloeden bij de onlusten van 15
Juli 1927.
Op den eigenlijken achtergrond van deze
dagen is nog geen licht geworpen.
Tegen de aanvallen van de uiterste linker
zijde op den jongen staat werd indertijd
geen sterke dam opgeworpen. De machte
loosheid van binnen hield nauw verband
met die van buiten. Het moet nu nog als
een wonder worden beschouwd hoewel de
onderlinge naijver van de buurstaten hier
toe ook veel hebben bijgedragen dat de
bodem van den nieuwen Oostenrijkschen
staat bijna geheel ls bewaard gebleven voor
vijandelijke invallen.
Om de innerlijke structuur van Oostenrijk
te verklaren, waaruit de politieke situatie,
voor zoover ze numeriek is vast te stellen,
bijna vanzelf ls voortgevloeid, moet er op
worden gewezen, dat Weenen in het begin
bijna een derde deel van de bevolking van
Duitsch-Oostenrijk omvatte. Sedert het
Burgerland in 1921 is teruggewonnen, is de
verhouding 1.86 tot 6.5 millioen in het ge
heel. De overwegende invloed van de groote
stad heeft de macht van de sociaal-demo-
ratie gevestigd, die sedert het bestaan van
gn staat altijd ongeveer 40 pCt. van de
imen der kiezers voor zich heeft,
or de christelijk-socialen worden ze
yenwicht gehouden, terwijl de andere
Marxistische partijen de rest in beslag
het algemeene beeld sedert de eerste
tr, voor de constitueerende Nationale
ping, in Februari 1919. Deze gaf op
;:Der van het jaar den Staatskanse-
Renner volmacht, het vredesver-
i St. Germain te onderteekenen. Dit
verdrag beroofde de Duitschers in Oostenrijk
definitief van de gemeenschap met hun
vroegere Duitsche staatsgenooten in Zuid-
Tirol, Zuid-Karinthië, Zuid-Stiermarken
deelen van het noordelijke Beneden-Oos
tenrijk, Bohemen, Moravië en Silezië en ont
rukte hun die stukken van den over-ouden
Duitschen vokisbonden, die de meeste
waarde hadden. Maar de onderteekening van
het verdrag van St. Germain was onvermij
delijk; dit bewijst de bedevaart, die de
staatskanselier in december 1919 naar Parijs
heeft ondernomen, om hulp te zoeken tegen
den hongersnood in Oostenrijk. Pas in- den
loop van 1920 werd de situatie weer eenigs-
zins verdraaglijk. Het spreekt vanzelf, dat
zulke toestanden niet bevorderlijk waren
voor de interne politieke zuivering. De eerste
Oostenrijksche regeeringen hebben eigenlijk
alleen geworsteld voor het leven van hun
volk, van een aanzien in het buitenland was
er geen sprake. In den herfst van 1920
traden de sociaaldemocraten uit de regee
ring en hebben er sedert cfien tijd niet meer
aan deelgenomen. Van te voren was er een
groot gedeelte van de grondwet nog onder
dak gebracht.
In December 1920 werd Oostenrijk in den
Volkenbond opgenomen. In het daarop vol
gende jaar heeft de „Anschluss"-beweging
zich geweldig baan gebroken; de volksstem
mingen in Tirol en Salzburg leverden een
overweldigend resultaat op ten gunste van
de vereeniging in één enkelen Duitschen
staat. De stemming in Stiermarken werd
alleen belet door de dreigementen van
buitenlandsche regeeringeh. Een verandering
in de regeering bracht in 1922 dr. Ignaz
Seipel op den post van kanselier. De Oosten
rijksche valuta stond op het punt in den
afgrond te verzinken; een algemeene chaos
stond voor de deur. Toen verklaarde dr.
Seipel de Oostenrijksche kwestie als een
Europeesche. Hij ondernam reizen naar
Praag, Berlijn en Verona en kon in October
1922 in Genève het protocol ondsrteekenen,
dat niet alléén de waarborg van den Vol
kenbond bevatte voor de politieke onafhan
kelijkheid en territoriale onschendbaarheid
van Oostenrijk, maar ook de goedkeuring
voor heb opnemen van de Volkenbond
leening. Maar er kon nog altijd geen sprake
zijn van een rustigen opbouw-arbeid in
Oostenrijk; de mislukte franc-speculatie Vfen
zekere economische kringen wierp in het
begin van 1924 sombere schaduwen op het
land. In Juni volgde de aanslag van een
fanaticus op dr. Seipel, die dan in het
najaar zich terugtrok van de leiding der
regeering. In de volgende twee jaren werd
de financieele controle van den Volkenbond
over Oostenrijk beperkt en dan later opge
heven. Maar het economische leven kwam
nog altijd niet tot rust, de storingen van
den normalen toestand hadden te diep inge
grepen. Ineenstortingen van banken dwon
gen de regeering tusschenbeide te komen
en staatshulp te verleenen.
De herfst van 1926 ziet dr. Seipel weer aan
het hoofd der regeering. Terwijl hij in 1922
Oostenrijk heeft gered van den ondergang
in financieel en economisch opzicht, en de
saneeringsactie met behulp van den Vol
kenbond heeft doorgezet, had hij in Juli 1927
nog eens gelegenheid, om een intern^ poli
tieke katastrophe te voorkomen. Zijn koel
bloedige houding op de beide dagen van den
opstand, 15 en 16 Juli, heeft de laatste
poging naar de revolutie bezworen. Den 7den
October 1928, toen in Wiener-Neustadt de
vijandelijke opmarsch van rechts en van
links plaats vond, heeft Seipel het volle
herstel van het staatsgezag, zonder bloed
vergieten, kunnen bewijzen.
Een overzicht over de tien jaar Republiek
Oostenrijk toont aan, dat deze staat, die zoo
dikwijls problematisch wordt genoemd, in
het teeken staat van een wel langzamen,
maar toch aanhoudenden opgang, nadat de
grondslagen konden worden gelegd voor
zijn herstel. Het is niet te loochenen, dat de
naam Seipel onscheidbaar verbonden is met
dezen opbouw-arbeid, die in den waren zin
van het woord een Europeesch werk kan
worden genoemd.
Connaught, de Cenotaph en legde een
prachtigen krans van de bekende Vlaamsche
kunstpapavers, die speciaal op 11 November
verkocht worden, aan den voet neer. Daar
na trad de hertog van York naar voren en
legde er zijn eigen bloemen neer, alsmede
voor zijn afwezigen breeder, den prins vair
Wales, en voor de andere leden der ko
ninklijke familie.
Vervolgens werden bloemen neergelegd
door minister-president Baldwin, door den
leider der Labourpartij MacDonald, door
Lloyd George namens de liberale party en
door vertegenwoordigers van de dominions
van Indië, van de. koloniën en protectoraten
en afgevaardigden van het leger, de vloot,
de luchtmacht èn de koopvaardijvloot.
Vuurpijlen kondigden aan, dat het 11 uur
was. Twee minuten lang heerschte er het
diepste stilzwijgen en liet de reusachtige
menigte, die rondom de Cenotaph was op
gesteld geen geluid hooren. In de geheele
metropolis, waar gewoonlijk het leven en
liet rumoer ononderbroken de straten vul
len, heerschte thans het diepste stilzwijgen.
Gedurende deze twee minuten stond het ge
heele reusachtige verkeer van de machtige
Mgr. Dr. Ignaz Sclpel
DE HERDENKING VAN DEN
WAPENSTILSTAND
LONDEN, 11 November. (V. D.). Door het
feit, dat de 10de herdenkingsdag van het
sluiten van den wapenstilstand op Zondag
viel, was de belangstelling en de deelneming
grooter dan in de voorafgaande jaren het
geval was. De verschillende kerkdiensten
en de twee minuten stilte waren ceremoniën,
die een groote menigte naar de plaatsen
waar de herdenkingsdienst zou worden ge
houden, trok en de straten in de omgeving
daarvan waren dan ook zwart van de men-
schen.
Het hoogtepunt der herdenking was de
ceremonie bij de Cenotaph in Whitehall,
waar ook de koning aan deel nam. Reeds
vroeg in den lAorgen had zich hier volk uit
alle deelen van Londen en uit de provincie
verzameld. Rondom de Cenotaph stelden
zich detachementen op van vertegenwoor
digers van het leger, de vloot, de lucht
macht, de koopvaardijvloot en van oud-
strijders. Aan den overkant verschenen op
het balcon van het Ministerie van Binnen-
landsche zaken koningin Mary en andere
leden van de koninklijke familie. Even oor
11 uur naderde de koning, vergezeld van
den hertog van York en prins Arthur of
wereldstad stil en staakte een elk de werk
zaamheden, waar hij juist mee bezig was.
Het einde van de twee minuten van stilte
werd aangekondigd door trompetblazers van
de Royal Air Force. Een korte kerkdienst,
die geleid werd door den Bisschop van Lon
den, werd met gezang geopend. Een reveil
le van de hoornblazers der Royal Air Force
weerklonk en met het zingen van het volks
lied werd de plechtigheid besloten. De oud
strijders trokken daarna in dubbele rijen
langs de Cenotaph, gevolgd door de offi-
cieele deputaties, waarvan de meeste kran
sen neerlegden. Daarna trok een onafzien
bare menigte in twee rijen, rechts en links
van het gedenkteeken langs. De stroom
bewoog zich langzaam langs Whitehall en
kransen en bloemen werden aan den voet
van het gedenkteeken neergelegd. Onderwijl
was in de Westminster Abbey een büzon-
dere dienst begonnen en waren kransen ge
legd op het graf van den Onbekenden Sol-
f daat.
De 10de verjaardag van den Wapenstil
stand werd voorts in het geljeele Britsche
Rijk, in de koloniën en in de Britsche Do
minions met groote plechtigheid herdacht.
De lavastroom op weg naar zee.
De hoofdstroom van den lavastroom is
thans over de spoorbrug van Mascali ver
der gedrongen, zcodat de spoorverbinding
CataniaMessina, ook hier verbroken is. Hij
beweegt zich in de richting van Carrabba,
vanwaar hij waarsehynlijk naar zee zal
stroomen. Een andere arm van den lava
stroom beweegt zich in de richting van
Nunziata.
Een nieuwe krater.
In het gebied van de uitbarsting van den
Etna heeft zich een nieuwe krater geopend,
waaruit rosse lavamassa's stroomen.
De lavastroom heeft thans een breedte
van meer den 1 K.M. en is verscheidene
meters hoog.
Naar de directeur van het observatorium
van den Etna meedeelt is volgens zijn over
tuiging pas een derde deel der verzamelde
lavamassa's uit de krater weggestroomd'.
Mussolini heeft alle particuliere inzame
lingen ten behoeve van de slachtoffers der
uitbarsting verboden en er daarbij op ge
wezen, dat het kabinet zal beslissen over de
beschikbaarstelling van de noodzakelijke
middelen.
Meer dan 4000 vluchtelingen.
De Italiaansehe bladen melden dat op
grond eener eerste telling het aantal vluch
telingen uit de bedreigde plaatsen by den
Etna ongeveer 4300 bedraagt.
De staat heeft een som van 25.000 lire ter
beschikking gesteld van de bedreigde bevol
king.
De bevoegde autoriteiten werken een plan
uit voor den onmidu'eliijken wederopbouw
van Mascali.
De uitbarsting van de Etna
ROME, 11 Nov. V. D. Het is thans
de beurt van het kleine stadje Carrabba,
met zijn 4000 inwoners, om weggevreten te
worden door den ontzaglijken muil van den
vlammenden draak, welke gevormd wordt
door steeds nieuwe lavastroomen uit de
flank van den Etna. Wanneer de hiflsche,
onderaardsche kracht zich thans handhaaft,
zal Carrabba tegen morgenavond, te zamen
met Mascali en Nunziata, beuoo.'en tot die
bevolkingscentra, die nog slechts in dff her
innering bestaan. Op het oogenblik kruipt
het afschuweiyke, vurige monster voort tot
op 30 voet van de hoofdstraat van het stadje,
alles voor zich wegvegende.
De groote lavastroom, welke den geheelen
dag door den vallenden regen groote wol
ken stoom verwekte, heeft thans een snel
heid van ongeveer 4 Meter per uur, on
geveer dezelfde dus als gedurende de drie
laatste dagen. De hoofdstroom, welke voort
durend als kleine voelhorens nevenstroompjes
uitzendt, heeft een hoogte van ongeveer
vijftig tot zestig voet en veegt alles voor
zich uit, wat hy op zijr weg ontmoet. De
steepen muren, welke langs de Siciliaansehe
wegen staan, worden als broodkorsten weg-
gekruimeld en de sinaasappelboschjes ver
teerd als malsche grassen. De lavastroom ls
bij een breedte van büna een mijl, zoo
hoog, dat de muren van ae hoogste huizen
langzaam overstroomd worden.
Tenzy echter de monstrueuze stroom een
zywaartsche zwenking maakt, hoopt men,
dat Carrabba de laatste der steden zal zijn,
die geofferd moeten worden. Toch wordt
iedere mogelijke voorzorgsmaatregel getrof
fen en alles is in gereedheid voor de ont
ruiming van Santa Maria Strada en de
(Naar het Fransch)
„Ik moet u tot mün spüt zeggen, dat
uw brief niet aangekomen is. Wellicht komt
hy morgen of overmorgen!" voegde zy er
vergoeiykend by.
Thans waren zij den tuin genaderd. De
jonge man bleef staan.
„Ik durf niet binnengaan," zei hij, zicht
baar teleurgesteld. „Zouêfc gij zoo goed wil
len zijn mij den weg te wyzen die naar het
dorp voert. Ik zal tot morgen wachten, om
my op een beter gekozen uur aan te mel
den
„Hoe komt gy daarbij! De familie van
irnjn oom en tante is ons altyd welkom,
op welk uur dan ook."
„De familie," herhaalde hij levendig.
Haastig zocht hy iets in zijne zakken,
bleef even achter en haalde Marcia in op
't oogenblik, dat zy den tuin binnentrad.
In de ééne hand hield hy een visitekaartje
en in de andere een brandenden lucifer.
„Tante Sidonie verzekerde my, dat ik er
uitzag als een schooier," sprak hij wreve
lig. „Wilt gij mü het pleizier doen mijn
naamkaartje te lezen voor ik dezen drempel
overschrijd, juffrouw?"
Maar Marcia lette niet zoozeer op het
kaartje, dat zyn titel als militair vermeld
de, als wel op het aangename jonge gelaat
véór haar, dat door het flauwe licht zicht
baar werd. Zij behoefde het niet gelezen
te hebben, want alles in hem verried den
officier en de uitdrukking zijner oogen was
op dit oogenblik zoo oprecht en tévens zoo
grappig, dat Marcia hartelpk lachen moest.
„Dat is overbodig, gy ziet er in 't ge
heel niet schooierachtig uitKom bin
nen," voegde zü er by, een weinig bevreesd,
daar hy aanstalten maakte, om terug te
keeren, „oom en tante zouden 't my nooit
vergeven, dat ik zoo weinig gastvry was ge
weest."
Nog bedacht Luc zich. Hij voelde, dat
hy een gek figuur sloeg, zooals hy daar
stond met den brandenden lucifer in de
een» hand en in de andere zyn naamkaar
tje, waar hu op 't oogenblik geen weg mee
wist. Zyn blik ontmoette dien van Marcia
en hy kon niet nalaten met haar vrooiyk
gelach in te stemmen.
Eene schaduw verscheen aan het venster
der eetkamer en Lucie riep op eenigszans
verwytenden toon:
„Kindlief, wat zyt gy lang weggebleven.
Wu waren reeds ongerust enzy zweeg,
toen zy bemerkte, dat Marcia niet alleen
was.
„Lucie," hervatte Marcia vroolük, „gij en
oom verdienen waariyk een standje, omdat
gij mij niet. beter op de hoogte hebt ge
houden van onze familieleden. Ik heb op
't punt gestaan één uwer neven uwe wo
ning te ontzeggen, hetgeen waarlijk wel
treurig zou geweest zijn op den laten avond,
daar hy in de herberg voorzeker fameus
honger zou hebben geleden, terwijl hier
Zij dacht aan den eierkoek, die den
eenigsten schotel van het souper uitmaakte
en wist niet hoe te vervolgen.
Jan en Lucie stonden aan den met rozen
begroeiden "ingang en beiden traden, ge
heel verbaasd, den vreemde tegemoet.
„Kom binnen en wees welkom, wie gü
ook zijn moogt", sprak mynheer De Laubly,
terwijl hy hem glimlachend de deur der eet
kamer aanwees, die eenig licht wierp in den
donkeren gang.
Luc hield nog altyd zün kaartje in de
hand. Hij was nog jong genoeg, om by
elke gelegenheid te kleuren en ook nu ver
spreidde zich een donker rood over zijn ge
laat, toen hij bemerkte, dat aller oogen op
hem gericht waren.
„Sta my toe, u mijne identiteit te bewü-
zen, die geloof ik door mejuffrouw eenigs-
zins betwüfeld werd," stamelde hy, terwijl
hij Marcia een blik toewierp, die oprechte
bewondering te kennen gaf. „Ik maak een
reisje door Bretagne en mün vader heeft mU
aanbevolen bü u gastvryheid te zoeken en
willicht was myne verwachting te stout,
toen ik hoopte u aan den trein te .vinden?
lagere buurten van Giarre. Voor zoover men
thans echter oordeelen kan, zal de stroom,
wanneer Carrabba eenmaal gepaseerd is,
in zee stroomen, die slechts op een afstand
van een paar honderd meter ligt. Alle voor
spellingen zijn echter hoogst onzeker, omdat
het zeer wel mogelyk is, dat ergens uit een
der zyden van den hoofdstroom langs den
berghelling nieuwe zijstroomen breken.
Het duistere, sombere weer van heden
gaf een bijzonder onheilspellend aspect aan
het geteisterde landschap, waar boven den
vuurstroom groote, mistige stoomwolken
hingen. De wind huilde byna den geheelen
dag over den Eetna en woei slechts nu en
dan de donkere wolken uiteen, zoodat de
groote, witte sneeuwbanken te zien kwamen,
welke de hooge hellingen bedekken.
De krater, waaruit de onheilbrengende
vuurstroom te voorschün welt, ligt n.l.
slechts halverwege de helling van den berg,
terwijl verscheidene kraters allemaal onge
veer op dezelfde hoogte liggen, zoodat de
lava lager te zamen stroomt in een grooten
vloed.
Juist voor het donker worden nam de rook
en dampwolk, die boven den lavastroom hing,
den vorm aan van een leikleurig gordijn, dat
evenwijdig hing met de zee. Toen, terwijl
het donker werd, nam dit gordijn de teerste
kleuren aan beginnende bij bleekrose, dat
geleidelijk tot diepe roode tinten wegdonker-
de, totdat het vlammend rood was gewor
den. Deze gloeiende kleur hield het den ge
heelen nacht.
In alle kerken der omgeving werd vandaag
een speciale mis gelezen en vurige gebeden
gedaan voor het kalmeeren van da woede
van den Etna, welks uitbarsting thans reeds
negen dagen duurt. In Catania werd de ce
remonie van het ten toon spreiden van den
sluier van Sinte Agaila gehouden. De vurige
geloofszin van de honderden aanwe
zigen kwam tot uiing in de bykans beate
gelaatsuitdrukking van hen, die hoopten on
danks alles. Daar het vandaag Zondag was,
kwamen duizenden en duizenden toeschou
wers van het geheele eiland Sicilië en het
Zuidelijk Italië naar de plaats des onhsils
Zij arriveerden in alle mogeiyke vehikels,
die in alle stadia van ontbinding verkeerden
De eenige modderige weg, welke naar den
kop van den lavastroom leidt, werd zoo hope
loos verstoet, dat de indruk niet veel ver
schilde van een weg aan het westelijk front
tey tijde van den grooten oorlog.
In de eene richting gingen de sightseers,
terwijl de andere richting genomen werd
dcor de stroomen vluchtelingen, die het laat
ste hunner aardsche bezittingen meedroegen
waaronder er waren die kuikens en konijnen
meedroegen. Sommigen droegen zelfs takken
met halfvolgroeide citroenen, die zij van de
boomen geplukt hadden, welke spoedig daar
na verdwenen waren.
Gelijk altijd in dergeiyke omstandigheden,
gaan alle mogeiyke veronderstellingen rond,
welke gewoonlijk op bijgeloof baseeren.
Vandaag deed de ronde, dat vele inboor
lingen vast overtuigd zün, dat de lava zal
blijven stroomen. totdat het vasteland be
reikt is en Sicilië aldus aan het vasteland
van Italië gekoppeld is.
Over het geheel heeft de bevolking en ook
zij die alles wat zü bezaten verloren hebben,
de ramp met een Stoïcynsche kalmte op
genomen. De gevallen, dat men vrouwen
of mannen ziet schreien over de donkere
vooruitzichten zijn uiterst zeldzaam.
De materieele schade kan op net oogen
blik nog niet geschat worden, doch is zooder
eenigen twyfel grooter dan oorspronkelijk
gedacht werd. Behalve drie bloeiende ste
den is voor altyd vernield op zijn minst een
duizendtal van de vruchtbaarste avcn van
het Siciliaansehe land, waar rijke sinaasap
pelen- citroen.- en olijfaanplantingen ston
den, benevens rijke wijga&rden en sappige
moestuinen. Niet alleen de oogst van dit jaar
is heen, maar het land zelf is voor minstens
een kwart eeuw onbruikbaar geworden
Bovendien. i« buiten het eigenlijk eruptie-
gebied nog groote schade toegebracht door
dat de lava vele irrigatiesystemen verwoest
heeft, waarvan het land ongeveer afhanke
lijk is. En nog duurt de stroom voort.
EEN REGEERING-POINCARé GEVORMD
De voorloopige samenstelling.
PARIJS, 11 Nov. Na een gespre-
king in het ministerie van financiën, die
V/2 uur duurde, bereikte Poincaré heden
middag eindelijk overeenstemming over de
vorming van een nieuw kabinet.
De voorloopige lijst van het nieuwe mi
nisterie, waarin nog slechts de plaatsen
voor Landbouw en voor Pensioenen onbezet
zyn, is als volgt samengesteld: Minister
president Poincaré, buitenlandsche zaken
Briand, financiën Cheron, binnenlandsche
zaken Tardieu, justitie Barthou, onderwüs
Maraud, oorlof Painlevé, marine Leygues,
openbare werken Forgeot, arbeid Loueheur
en koloniën Maginot.
Toen Poincaré te 18.30 het ministerie ver
liet, antwoordde hij op de vraag, waarom hu
da portefeuille voor financiën neerlegde,
met de mededeeling, dat hu waarschynlük
tijdens de voor Frankrijk zoo gewichtige
onderhandelingen over het herstelvraagstuk
Parijs zou moeten verlaten en naar Beriyn
gaan. Op een vraag betreffende den steun
van het Parlement, antwoordde Poincaré:
„Wij rekenen op den goeden wil van allen,
aangezien wij niemand zullen aanvallen."
Hedenavond te 9 uur zal Poinqaré de be
sprekingen voortzetten, teneinde het minis
terie te completeeren.
PARIJS, 11 November Hedenavond
werden de nog onbezette plaatsen in her
nieuw gevormde ministerie Poincaré ais
volgt bezet: Minister van handel Bonnefous
van Luchtvaart Eynac, van Landbouw Hen-
nessy, van Pensioenen Anteriou, staatsse
cretaris Oberkirch, van Arbeid Germain
Martin Ptt. Lichamelüke Opvoeding Henri
Paté en Openbaar Ond'erwys André Poneet.
DE VLUCHT VAN DEN EX-KEIZER
Een toelichting van rijkspresïdent
von Hindenburg
De „Kreuzzeitung" publiceert de volgende
verklaring van rijkspresident von Hinden
burg:
In het artikel „In het hoofdkwartier op
9 November" in het „Berl. Tageblatt' van
9 Nov. 1.1. beweert een voormalig Pruisisch
officier dat Z. M. de keizer en koning in
overhaaste vlucht en uitsluitend gehoor ge
vend aan de wenschen zijner omgeving en
de zorg voor zün persoon naar Nederland is
vertrokken.
Ik verwijs hiertegenover naar de in de
„Kreuzztg." van 27 Juli 1919 gepubliceerde
gemeenschappelijke verklaring van General-
oberst v. Plessen, staatssecretaris v. Hintze,
de generaals baron v. Marschall en graaf von
der Schulenburg en van ondergeteekende.
Uit deze verklaring biykt onomstooteiyk,
dat het besluit van den keizer op raad van
mü en van anderen eerst na een püniyken
zielestrijd is genomen en ten uitvoer ge
bracht', om de voortzetting van den oorlog of
een burgeroorlog te vermüden en daardoor
het vaderland nood en ellende te besparen,
(get.) Von Hindenburg.
NOODLOTTIGE VAL.
De Amerikaansche bankier Leonard Kee-
sing Ij by zün terugkeer van een rit in den
Tiergarten te Beriyn in de nabyheid van
het Brandenburger Tor van zyn paard ge
vallen. Hy is in bewusteloozen toestand naar
het ziekenhuis gebracht. Men vreest voor
een ernstige hersenschudding. Het paard
ging op hol, werd door een taxi aangere
den en moest worden afgemaakt.
De heer Keesing, van Nederlandsche af
komst, woont te Brooklyn, doch logeerde de
laatste weken in Hotel Esplanade te Beriyn.
ERNSTIG SPOORWEGONGELUK.
Dertig tot vijftig gewonden.
In 'den nacht van Vrijdag op Zaterdag is
een ernstig spoorwegongeluk gebeurd bij
Stanislau (Polen) waardoor 30 tot 50 per
sonen gewond werden. Een uit Stanislau
komende personentrein reed op een van
Kolomea komenden personentrein, die by
Chreplin stond. Er heerschte een dikke mist
en de seinen waren r.let duidelijk te zien.
De gevolgen van de botsing waren noodlot
tig. De locomotief en verscheidene wagens
van den uit Stanislau komenden trein wer
den geheel verbrijzeld. Zes personen wer
den zwaar gewond, twee verkeeren in le
vensgevaar." Van de gewonden behooren er
zes tot het spoorwegpersoneel.
HET NIEUWE ROEMEENSCHE MINIS
TERIE.
Een kabinct-Manlu.
Maniu werd Zaterdag door den regent-
schapsraad ontvangen, die met hem een
bespreking van twee uur had. De minister-
lüst werd volledig goedgekeurd.
De menigte bereidde den nieuwen minis
ter-president by het verlaten van het paleis
een geestdriftige ovatie.
De samcnselling van het ministerie.
Tot het onder voorzitterschap van Maniu
uit leden der nationale boerenpartij ge
vormde kabinet behooren o.a.:
Binnenlandsche Zaken: Vaida.
Buitenlandsche Zaken: Professor Mlroe-
nescoe.
Financiën: Popovici.
Oorlog: generaal Cikoski.
Onderwüs: prof. Coestakescoe.
Openbare Werken: Halippa.
Landbouw en Domeinen: Mihalachi.
Justitie: Junian.
Nijverheid en Handel: Madgearoe.
Als ministers zonder portefeuille behoor-
ren tot het kabinet vertegenwoordigers van
Zevenburgen en de Boekowina.
De nieuwe Roemeensehe Ministerpresident
Maniu, de leider der nationale Boerenpartij.
Bovendien, werden een aantal ondermi
nisters benoemd.
Van de leden van het nieuwe kabinet ko
men er vijf uit Zevenburgen, evenals twee
ministers zonder portefeuille. Een minister
komt uit Bessarabië, een uit de Boekowina.
de overigen komen uit Oud-Roemenië.
Het nieuwe kabinet heeft den eed afge
legd in handen van den regen tschapgraaA
De „Staatscourant" bevatte een bericht
tot parlementsontbinding. De verkiezingen
voor de Kamer zullen op 12 December a*),
die voor d'en Senaat op 15 December ge
houden worden. Het nieuwe parlement zal
op 22 December byeenkomen.
EEN REDE VAN KELLOGG
NEW-YORK, 11 Nov. Ter gelegenhefct
van de herdenking van den wapenstilstand
heeft staatssecretaris Kellogg Zondagmiddag
een rede gehouden, welke in hoofdzaak go-
wul was aan het probleem der verzekering
van den wereldvrede en aan de gedachte
van internationale arbitrage.
In zün rede zeide Kellog o.a.: De beste weg
tot het afschaffen van den oorlog als middel,
tot regeling van internationale geschillen is Ti
uitbreiden van de idee der arbitrage. Wan
neer er volkeren tot het besluit zullen kornet
dat er geen oorlog meer mag komen, behoefd
men niet meer bang te zijn voor oorlog.
Met behulp van de arbitrage kan men den
wereldvrede verkrügen. De arbitrage kan
echter alleen dan goed functionneeren, wan
neer de volkeren bezield zyn door een on-
voorwaardelijken wil tot vrede. Kellogg wees
er op. dat in talrüke landen over nieuwe
arbitrageverdragen onderhandeld is. In
Middel- en Zuid-Amerika hebben practisch
alle landen een algemeen verzoeningsverdrag
met de V. S. onderteekend. De onderteeke
naars hiervan verplichten zich om, ingeval
conflicten niet lang diplomatieken weg kun
nen worden opgelost, ze aan een verzoenings
gerechtshof voor te leggen.
Waarschünlijk heeft de arbitragegedachte
in geen deel der wereld zoo groote vorde
ringen gemaakt als in Midden- en Zuid-
Amerika en zeker is in geen deel der wereld
de vredesbeweging sterker, en ten gevolg
daarvan het gevaar van het uitbreken van
oorlogen geringer. Het feit, dat het ondanks
de vele verdragen toch nog tot den wereld
oorlog gekomen was behoef.t niemand te
ontmoedigen. De idee der arbitrage heeft
heden vaster voet dan ooit tevoren.
In het verder verloop van zyn rede spreekt
Kellogg dan nog over de onderhandelingen
welke later tot het sluiten van het anti-
oorlogsverdrag leidden. Zün verwachtingen
waren overtroffen. Reeds 58 staten hebben
het verdrag onderteekend, of hun toetreding
bekend gemaakt.
Over Vi-(: KeUo«nael toIvo en Ho vrftflïT-
dit een land verhinderde zich in geval van
een aanval te verdedigen, zeide Kellogg, dat
hü zich niet kon voorstellen, dat iemand
van meening was dat een land van zün
recht op verdediging zou worden berroofd.
Het bleef aan iederen staat te beslissen
of de omstandigheden het wenschelijk maak
ten, in den oorlog te treden. Kellogg was
niet van meening, dat het anti-oorlogsver
drag Amerika in Europeesche aangelegen
heden zou verwikkelen. De V. S. konden zich
niet van te voren verplichten hun strijd
krachten te gebruiken tegen een andere
natie der wereld, wanneer deze ue overeen
komst mocht verbreken.
Persoonlijk was Kellogg van meening, dat
de vaak verkondigde opinie, als zou Amerika
geen interesse hebben voor Europeesche of
andere internationale aangelegenheden, om
dat het het Verdrag van Versailles niet
goedgekeurd had, niet juist was.
DE PRESIDENTSVERKIEZING
De eindcijfers
Bü de verkiezing voor het president
schap zijn volgens de jongste berichten rond
21.450.000 stemmen op Hoover en 15.500.000
op Smith uitgebracht.
HOOVER OP REIS
President Coolidge heeft verklaard, dat hü
toestemming heeft gegeven om den Ameri-
kaanschen kruiser „Maryland" ter beschik
king van Hoover te stellen voor zijn aange
kondigd bezoek aan Midden-Amerika.
BOM ONTPLOFT TE BUENOS AIRES
Bij de kathedraal; een doode
Naar uit Buenos Aires gemeld wordt, vond
een politie-agent Zaterdagmorgen een bom
in een koffer voor den ingang van de ka
thedraal. De agent droeg den koffer met de
bom ongeveer 30 M. ver weg om de laatste
te onderzoeken. Daarbü ontplofte de bom,
waardoor een persoon gedood werd. De be
lendende gebouwen kregen schade.
Dicht bij de Flores-kerk werd een tweede
bom gevonden, die echter tijdig kon ont
laden wprden.
Maar 't schijnt dat mün brief niet tot u is
gekomen. Herinnert gij mijner nog, nicht?"
„Ik, ik heb u niet vergeten, al is het ook
lang geleden dat gü ons een bezoek bracht
en
„Het is niet noodig u aan te kondigen bij
eene tante, gü zijt ons altyd van harte wel
kom," viel Jan hem in de rede en drukte
hem hartelijk de hand.
„Alleen in zooverre was het noodig ge
weest", voegde zyne vrouw er vriendeiyk
bü, „dat wij dan gezorgd zouden hebben
voor een rytuig en ook voor een beter sou
per dan hetgeen u nu wacht!"
„Wees daaromtrent gerust, ik heb groo
ten trek en ben met alles tevreden", riep
hij uit, thans' geheel op zijn gemak gesteld.
Hij gevoelde, dat hij geheel en al hier
thuis was en hij nam dus bereidwillig den
stoel aan, dien Jan hem glimlachend aan
bood.
Ook Lueie scheen zeer ingenomen te zün
met den nieuwe gast. Maar Marcia, die haar
door en door kende, bemerkte wel, hoe zü
zichzelve geweld moest doen, om bedaard
te bluven: zij zag het zenuwachtig trekje
om haren mond en met volle tegenwoordig
heid van geest beproefde zij hare tante
zoo goed mogelijk uit de verlegenheid te
redden.
„Kom Lucie", zegt zij, ,,<vil je mü even
helpen, om een bouquet te maken van
deze bloemen, ik zal heusch zorgen, dat
het niet al te laat wordt voor 't souper!"
Gaarne maakte Lucie van deze gelegen
heid gebruik om het vertrek te verlaten,
gevolgd door Marcia, In de gang gekomen,
blyven beiden staan. Somber en terneer
geslagen ziet Lucie voor zich uit, Marcia
daarentegen is een en al vroolijkheid.
„Zeg Marcia, waar hebt gij dezen neef toch
ontmoet, die mij morgen zeer welkom zoude
zün maar dien ik, van mün standpunt als
vrouw des huizes, beschouwd, vanavond
liever niet ontvangen zou hebben."
„Ik ontmoette hem in de laan", 'ant
woordde Marcia, die haar uiterste best deed
haar lachlust te bedwingen. „Maar maak je
maar niet ongerust, als je <jp mij geheel
wilt rekenen, zal Ik zorgen, dat alles goed
gaat."
„Maar kindlief, ik vertrouw je wel, maar
wie geeft my de zekerheid omtrent je be
kwaamheid?"
,De omstandigheid," antwoordde Marcia
plechtig „Zie Je Lucie, ik ben nu eenmaal
geknipt voor de omstandigheden, zooals men
zegt. Ge kent al mijne hoedanigheden nog
niet, neen bij tooverslag komen zü te voor
schijn, indien de omstandigheden ze ver-
eischen.
„Genoeg gekheid, Marcia! Jan zorgt voor
de kinderen. Mathurine is bezig aan het
bakken er is hier niets meer in huis en hü
heeft zelve gezegd grooten eetlust te
hebben."
„Welnu, ga vast dekken'en zorg, dat hü
hem voor een kwartiertje vergeet."
En terwül zy de jonge vrouw, half gerust
gesteld, half onbeslist, aan haar lot over
laat, loopt zü fluks de gang door en treedt
d" slecht verlichte keuken binnen, waar een
oude meid voor het vuur staat te bakken.
„Mathurine, wij hebben een onverwachten
gast gekregen, een neef die omvalt van den
honger!"
„Welnu, er zijn eierkoeken in overvloed,"
zeide Mathurine doodbedaard. „Zie maar
eens hier, hoeveel ik er reeds heb en er k
nog een massa deeg over!"
„Dat is niet voldoendeMaak gatn?
een soep klaar en een omelette!"
„Eene soep! Jeanne is bü de kinderen;
Jacques, die den geheelen dag op het veld
gewerkt, heeft, ls naar bed gegaan en ik
moet op de kachel letten!"
„Dat weet lk allemaal, maar ik zelf zal
de soep bereiden,"sprak Marcia zoo onge
woon kalm, alsof deze bedaardheid haar
moeiluk afging.
Mathurine keerde zich om en keek haar
ongeloovig aan.
„GÜ?"
„Ja, ik, Mathurine; vertel mü maar eens
wat men het best in korten tyd kan toe
bereiden?"
Mathurine bleef haar nog aanstaren
sloeg eindeiyk geloof aan hare woordei
en antwoordde kortaf:
„Een broodsoep!"
(Wordt vervolgd)