Buitenlandsch Nieuws FEUILLETON Tien jaren Republiek Oostenrijk De uitbarsting van de Etna NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 12 NOVEMBER 1928 BLADZIJDE 12 November 1928 mmk MARCIA DE LAUBLY J BLAD test-" CiTAMt va^\eV\er\ Het jonge staatswezen van de Duitschers in Oostenrijk heeft een korte, maar veelbe wogen geschiedenis achter den rug. De si tuatie van de Oostenrijksche Duitschers was aan het eind van den oorlog heel v at moeilijker dan die van hun broeders in hec Duitsche Rijk. Daar immers moest een be staand groot staatswezen weer opgericht worden, terwijl het economische lichaam van het oude Oostenrijk-Hongarüe defini tief was uiteengevallen en de Duitschers in Oostenrijk voor de taak kwamen te staan, j binnen de grenzen van hun volksgebied, die tot daar aan toe nooit hadden bestaan, een j geheel nieuwen staat van het begin af aan j op te bouwen. De aaneensluiting van "11e Duitschers in één enkelen staat, wat zou natuurlijker zijn geweest, is in die beslis sende oogenblikken, ondanks den goeden en emstigen wil, niet tot stand gekomen. Er bleef dus niets anders over, dan den moei. Ujker en langeren weg naar hetzelfde doel in te slaan. Op 21 October 1918 kwamen de Rijks raadsafgevaardigden van het Duitsche rest. Oostenrijk bijeen voor een voorloopige Na. tionale Vergadering. Deze benoemde, als het eerste nieuw-Oostenrijksche regeeringsgezag. een Staatsraad, die uit drie voorzitters en twintig leden bestond. Staatskanselier werd de sociaal-democraat dr. Karl Renner. Kei zer Karei deed vrijwillig afstand op 12 November; hierop volgde de eigenlijke geboorte van den nieuwen staat met de verklaring: Duitsch-Oostenrijk is een de. mocratische republiek en een bestanddeel van de Duitsche republiek. Maar reeds het feest bij de geboorte had geeri ongestoord verloop. Links-radicale elementen, ware roode gardes volgens Moskousch voorbeeld, scheurden de witte streep uit de nieuwe rood-wit-roode nationale vlag; geweersal vo's tegen het Parlement en een mislukte bestorming van de Nationale Vergadering volgden. Deze 'stumperachtige nabootsing van de Fransche revolutie mislükte, evenals latere pogingen van dien aard, die binnen den tijd van een jaar werden ondernomen. Ze moes ten met menschenlevens worden betaald. Al deze pogingen, een „Putsch" tot stand te brengen, wortelden echter niet In het Duitsche volk van Oostenrijk. In het jaar 1919 waren de draden, die naar de Hongaar, sche radenregeering waren gesponnen, even duidelijk te herkennen als andere buiten- landsche invloeden bij de onlusten van 15 Juli 1927. Op den eigenlijken achtergrond van deze dagen is nog geen licht geworpen. Tegen de aanvallen van de uiterste linker zijde op den jongen staat werd indertijd geen sterke dam opgeworpen. De machte loosheid van binnen hield nauw verband met die van buiten. Het moet nu nog als een wonder worden beschouwd hoewel de onderlinge naijver van de buurstaten hier toe ook veel hebben bijgedragen dat de bodem van den nieuwen Oostenrijkschen staat bijna geheel ls bewaard gebleven voor vijandelijke invallen. Om de innerlijke structuur van Oostenrijk te verklaren, waaruit de politieke situatie, voor zoover ze numeriek is vast te stellen, bijna vanzelf ls voortgevloeid, moet er op worden gewezen, dat Weenen in het begin bijna een derde deel van de bevolking van Duitsch-Oostenrijk omvatte. Sedert het Burgerland in 1921 is teruggewonnen, is de verhouding 1.86 tot 6.5 millioen in het ge heel. De overwegende invloed van de groote stad heeft de macht van de sociaal-demo- ratie gevestigd, die sedert het bestaan van gn staat altijd ongeveer 40 pCt. van de imen der kiezers voor zich heeft, or de christelijk-socialen worden ze yenwicht gehouden, terwijl de andere Marxistische partijen de rest in beslag het algemeene beeld sedert de eerste tr, voor de constitueerende Nationale ping, in Februari 1919. Deze gaf op ;:Der van het jaar den Staatskanse- Renner volmacht, het vredesver- i St. Germain te onderteekenen. Dit verdrag beroofde de Duitschers in Oostenrijk definitief van de gemeenschap met hun vroegere Duitsche staatsgenooten in Zuid- Tirol, Zuid-Karinthië, Zuid-Stiermarken deelen van het noordelijke Beneden-Oos tenrijk, Bohemen, Moravië en Silezië en ont rukte hun die stukken van den over-ouden Duitschen vokisbonden, die de meeste waarde hadden. Maar de onderteekening van het verdrag van St. Germain was onvermij delijk; dit bewijst de bedevaart, die de staatskanselier in december 1919 naar Parijs heeft ondernomen, om hulp te zoeken tegen den hongersnood in Oostenrijk. Pas in- den loop van 1920 werd de situatie weer eenigs- zins verdraaglijk. Het spreekt vanzelf, dat zulke toestanden niet bevorderlijk waren voor de interne politieke zuivering. De eerste Oostenrijksche regeeringen hebben eigenlijk alleen geworsteld voor het leven van hun volk, van een aanzien in het buitenland was er geen sprake. In den herfst van 1920 traden de sociaaldemocraten uit de regee ring en hebben er sedert cfien tijd niet meer aan deelgenomen. Van te voren was er een groot gedeelte van de grondwet nog onder dak gebracht. In December 1920 werd Oostenrijk in den Volkenbond opgenomen. In het daarop vol gende jaar heeft de „Anschluss"-beweging zich geweldig baan gebroken; de volksstem mingen in Tirol en Salzburg leverden een overweldigend resultaat op ten gunste van de vereeniging in één enkelen Duitschen staat. De stemming in Stiermarken werd alleen belet door de dreigementen van buitenlandsche regeeringeh. Een verandering in de regeering bracht in 1922 dr. Ignaz Seipel op den post van kanselier. De Oosten rijksche valuta stond op het punt in den afgrond te verzinken; een algemeene chaos stond voor de deur. Toen verklaarde dr. Seipel de Oostenrijksche kwestie als een Europeesche. Hij ondernam reizen naar Praag, Berlijn en Verona en kon in October 1922 in Genève het protocol ondsrteekenen, dat niet alléén de waarborg van den Vol kenbond bevatte voor de politieke onafhan kelijkheid en territoriale onschendbaarheid van Oostenrijk, maar ook de goedkeuring voor heb opnemen van de Volkenbond leening. Maar er kon nog altijd geen sprake zijn van een rustigen opbouw-arbeid in Oostenrijk; de mislukte franc-speculatie Vfen zekere economische kringen wierp in het begin van 1924 sombere schaduwen op het land. In Juni volgde de aanslag van een fanaticus op dr. Seipel, die dan in het najaar zich terugtrok van de leiding der regeering. In de volgende twee jaren werd de financieele controle van den Volkenbond over Oostenrijk beperkt en dan later opge heven. Maar het economische leven kwam nog altijd niet tot rust, de storingen van den normalen toestand hadden te diep inge grepen. Ineenstortingen van banken dwon gen de regeering tusschenbeide te komen en staatshulp te verleenen. De herfst van 1926 ziet dr. Seipel weer aan het hoofd der regeering. Terwijl hij in 1922 Oostenrijk heeft gered van den ondergang in financieel en economisch opzicht, en de saneeringsactie met behulp van den Vol kenbond heeft doorgezet, had hij in Juli 1927 nog eens gelegenheid, om een intern^ poli tieke katastrophe te voorkomen. Zijn koel bloedige houding op de beide dagen van den opstand, 15 en 16 Juli, heeft de laatste poging naar de revolutie bezworen. Den 7den October 1928, toen in Wiener-Neustadt de vijandelijke opmarsch van rechts en van links plaats vond, heeft Seipel het volle herstel van het staatsgezag, zonder bloed vergieten, kunnen bewijzen. Een overzicht over de tien jaar Republiek Oostenrijk toont aan, dat deze staat, die zoo dikwijls problematisch wordt genoemd, in het teeken staat van een wel langzamen, maar toch aanhoudenden opgang, nadat de grondslagen konden worden gelegd voor zijn herstel. Het is niet te loochenen, dat de naam Seipel onscheidbaar verbonden is met dezen opbouw-arbeid, die in den waren zin van het woord een Europeesch werk kan worden genoemd. Connaught, de Cenotaph en legde een prachtigen krans van de bekende Vlaamsche kunstpapavers, die speciaal op 11 November verkocht worden, aan den voet neer. Daar na trad de hertog van York naar voren en legde er zijn eigen bloemen neer, alsmede voor zijn afwezigen breeder, den prins vair Wales, en voor de andere leden der ko ninklijke familie. Vervolgens werden bloemen neergelegd door minister-president Baldwin, door den leider der Labourpartij MacDonald, door Lloyd George namens de liberale party en door vertegenwoordigers van de dominions van Indië, van de. koloniën en protectoraten en afgevaardigden van het leger, de vloot, de luchtmacht èn de koopvaardijvloot. Vuurpijlen kondigden aan, dat het 11 uur was. Twee minuten lang heerschte er het diepste stilzwijgen en liet de reusachtige menigte, die rondom de Cenotaph was op gesteld geen geluid hooren. In de geheele metropolis, waar gewoonlijk het leven en liet rumoer ononderbroken de straten vul len, heerschte thans het diepste stilzwijgen. Gedurende deze twee minuten stond het ge heele reusachtige verkeer van de machtige Mgr. Dr. Ignaz Sclpel DE HERDENKING VAN DEN WAPENSTILSTAND LONDEN, 11 November. (V. D.). Door het feit, dat de 10de herdenkingsdag van het sluiten van den wapenstilstand op Zondag viel, was de belangstelling en de deelneming grooter dan in de voorafgaande jaren het geval was. De verschillende kerkdiensten en de twee minuten stilte waren ceremoniën, die een groote menigte naar de plaatsen waar de herdenkingsdienst zou worden ge houden, trok en de straten in de omgeving daarvan waren dan ook zwart van de men- schen. Het hoogtepunt der herdenking was de ceremonie bij de Cenotaph in Whitehall, waar ook de koning aan deel nam. Reeds vroeg in den lAorgen had zich hier volk uit alle deelen van Londen en uit de provincie verzameld. Rondom de Cenotaph stelden zich detachementen op van vertegenwoor digers van het leger, de vloot, de lucht macht, de koopvaardijvloot en van oud- strijders. Aan den overkant verschenen op het balcon van het Ministerie van Binnen- landsche zaken koningin Mary en andere leden van de koninklijke familie. Even oor 11 uur naderde de koning, vergezeld van den hertog van York en prins Arthur of wereldstad stil en staakte een elk de werk zaamheden, waar hij juist mee bezig was. Het einde van de twee minuten van stilte werd aangekondigd door trompetblazers van de Royal Air Force. Een korte kerkdienst, die geleid werd door den Bisschop van Lon den, werd met gezang geopend. Een reveil le van de hoornblazers der Royal Air Force weerklonk en met het zingen van het volks lied werd de plechtigheid besloten. De oud strijders trokken daarna in dubbele rijen langs de Cenotaph, gevolgd door de offi- cieele deputaties, waarvan de meeste kran sen neerlegden. Daarna trok een onafzien bare menigte in twee rijen, rechts en links van het gedenkteeken langs. De stroom bewoog zich langzaam langs Whitehall en kransen en bloemen werden aan den voet van het gedenkteeken neergelegd. Onderwijl was in de Westminster Abbey een büzon- dere dienst begonnen en waren kransen ge legd op het graf van den Onbekenden Sol- f daat. De 10de verjaardag van den Wapenstil stand werd voorts in het geljeele Britsche Rijk, in de koloniën en in de Britsche Do minions met groote plechtigheid herdacht. De lavastroom op weg naar zee. De hoofdstroom van den lavastroom is thans over de spoorbrug van Mascali ver der gedrongen, zcodat de spoorverbinding CataniaMessina, ook hier verbroken is. Hij beweegt zich in de richting van Carrabba, vanwaar hij waarsehynlijk naar zee zal stroomen. Een andere arm van den lava stroom beweegt zich in de richting van Nunziata. Een nieuwe krater. In het gebied van de uitbarsting van den Etna heeft zich een nieuwe krater geopend, waaruit rosse lavamassa's stroomen. De lavastroom heeft thans een breedte van meer den 1 K.M. en is verscheidene meters hoog. Naar de directeur van het observatorium van den Etna meedeelt is volgens zijn over tuiging pas een derde deel der verzamelde lavamassa's uit de krater weggestroomd'. Mussolini heeft alle particuliere inzame lingen ten behoeve van de slachtoffers der uitbarsting verboden en er daarbij op ge wezen, dat het kabinet zal beslissen over de beschikbaarstelling van de noodzakelijke middelen. Meer dan 4000 vluchtelingen. De Italiaansehe bladen melden dat op grond eener eerste telling het aantal vluch telingen uit de bedreigde plaatsen by den Etna ongeveer 4300 bedraagt. De staat heeft een som van 25.000 lire ter beschikking gesteld van de bedreigde bevol king. De bevoegde autoriteiten werken een plan uit voor den onmidu'eliijken wederopbouw van Mascali. De uitbarsting van de Etna ROME, 11 Nov. V. D. Het is thans de beurt van het kleine stadje Carrabba, met zijn 4000 inwoners, om weggevreten te worden door den ontzaglijken muil van den vlammenden draak, welke gevormd wordt door steeds nieuwe lavastroomen uit de flank van den Etna. Wanneer de hiflsche, onderaardsche kracht zich thans handhaaft, zal Carrabba tegen morgenavond, te zamen met Mascali en Nunziata, beuoo.'en tot die bevolkingscentra, die nog slechts in dff her innering bestaan. Op het oogenblik kruipt het afschuweiyke, vurige monster voort tot op 30 voet van de hoofdstraat van het stadje, alles voor zich wegvegende. De groote lavastroom, welke den geheelen dag door den vallenden regen groote wol ken stoom verwekte, heeft thans een snel heid van ongeveer 4 Meter per uur, on geveer dezelfde dus als gedurende de drie laatste dagen. De hoofdstroom, welke voort durend als kleine voelhorens nevenstroompjes uitzendt, heeft een hoogte van ongeveer vijftig tot zestig voet en veegt alles voor zich uit, wat hy op zijr weg ontmoet. De steepen muren, welke langs de Siciliaansehe wegen staan, worden als broodkorsten weg- gekruimeld en de sinaasappelboschjes ver teerd als malsche grassen. De lavastroom ls bij een breedte van büna een mijl, zoo hoog, dat de muren van ae hoogste huizen langzaam overstroomd worden. Tenzy echter de monstrueuze stroom een zywaartsche zwenking maakt, hoopt men, dat Carrabba de laatste der steden zal zijn, die geofferd moeten worden. Toch wordt iedere mogelijke voorzorgsmaatregel getrof fen en alles is in gereedheid voor de ont ruiming van Santa Maria Strada en de (Naar het Fransch) „Ik moet u tot mün spüt zeggen, dat uw brief niet aangekomen is. Wellicht komt hy morgen of overmorgen!" voegde zy er vergoeiykend by. Thans waren zij den tuin genaderd. De jonge man bleef staan. „Ik durf niet binnengaan," zei hij, zicht baar teleurgesteld. „Zouêfc gij zoo goed wil len zijn mij den weg te wyzen die naar het dorp voert. Ik zal tot morgen wachten, om my op een beter gekozen uur aan te mel den „Hoe komt gy daarbij! De familie van irnjn oom en tante is ons altyd welkom, op welk uur dan ook." „De familie," herhaalde hij levendig. Haastig zocht hy iets in zijne zakken, bleef even achter en haalde Marcia in op 't oogenblik, dat zy den tuin binnentrad. In de ééne hand hield hy een visitekaartje en in de andere een brandenden lucifer. „Tante Sidonie verzekerde my, dat ik er uitzag als een schooier," sprak hij wreve lig. „Wilt gij mü het pleizier doen mijn naamkaartje te lezen voor ik dezen drempel overschrijd, juffrouw?" Maar Marcia lette niet zoozeer op het kaartje, dat zyn titel als militair vermeld de, als wel op het aangename jonge gelaat véór haar, dat door het flauwe licht zicht baar werd. Zij behoefde het niet gelezen te hebben, want alles in hem verried den officier en de uitdrukking zijner oogen was op dit oogenblik zoo oprecht en tévens zoo grappig, dat Marcia hartelpk lachen moest. „Dat is overbodig, gy ziet er in 't ge heel niet schooierachtig uitKom bin nen," voegde zü er by, een weinig bevreesd, daar hy aanstalten maakte, om terug te keeren, „oom en tante zouden 't my nooit vergeven, dat ik zoo weinig gastvry was ge weest." Nog bedacht Luc zich. Hij voelde, dat hy een gek figuur sloeg, zooals hy daar stond met den brandenden lucifer in de een» hand en in de andere zyn naamkaar tje, waar hu op 't oogenblik geen weg mee wist. Zyn blik ontmoette dien van Marcia en hy kon niet nalaten met haar vrooiyk gelach in te stemmen. Eene schaduw verscheen aan het venster der eetkamer en Lucie riep op eenigszans verwytenden toon: „Kindlief, wat zyt gy lang weggebleven. Wu waren reeds ongerust enzy zweeg, toen zy bemerkte, dat Marcia niet alleen was. „Lucie," hervatte Marcia vroolük, „gij en oom verdienen waariyk een standje, omdat gij mij niet. beter op de hoogte hebt ge houden van onze familieleden. Ik heb op 't punt gestaan één uwer neven uwe wo ning te ontzeggen, hetgeen waarlijk wel treurig zou geweest zijn op den laten avond, daar hy in de herberg voorzeker fameus honger zou hebben geleden, terwijl hier Zij dacht aan den eierkoek, die den eenigsten schotel van het souper uitmaakte en wist niet hoe te vervolgen. Jan en Lucie stonden aan den met rozen begroeiden "ingang en beiden traden, ge heel verbaasd, den vreemde tegemoet. „Kom binnen en wees welkom, wie gü ook zijn moogt", sprak mynheer De Laubly, terwijl hy hem glimlachend de deur der eet kamer aanwees, die eenig licht wierp in den donkeren gang. Luc hield nog altyd zün kaartje in de hand. Hij was nog jong genoeg, om by elke gelegenheid te kleuren en ook nu ver spreidde zich een donker rood over zijn ge laat, toen hij bemerkte, dat aller oogen op hem gericht waren. „Sta my toe, u mijne identiteit te bewü- zen, die geloof ik door mejuffrouw eenigs- zins betwüfeld werd," stamelde hy, terwijl hij Marcia een blik toewierp, die oprechte bewondering te kennen gaf. „Ik maak een reisje door Bretagne en mün vader heeft mU aanbevolen bü u gastvryheid te zoeken en willicht was myne verwachting te stout, toen ik hoopte u aan den trein te .vinden? lagere buurten van Giarre. Voor zoover men thans echter oordeelen kan, zal de stroom, wanneer Carrabba eenmaal gepaseerd is, in zee stroomen, die slechts op een afstand van een paar honderd meter ligt. Alle voor spellingen zijn echter hoogst onzeker, omdat het zeer wel mogelyk is, dat ergens uit een der zyden van den hoofdstroom langs den berghelling nieuwe zijstroomen breken. Het duistere, sombere weer van heden gaf een bijzonder onheilspellend aspect aan het geteisterde landschap, waar boven den vuurstroom groote, mistige stoomwolken hingen. De wind huilde byna den geheelen dag over den Eetna en woei slechts nu en dan de donkere wolken uiteen, zoodat de groote, witte sneeuwbanken te zien kwamen, welke de hooge hellingen bedekken. De krater, waaruit de onheilbrengende vuurstroom te voorschün welt, ligt n.l. slechts halverwege de helling van den berg, terwijl verscheidene kraters allemaal onge veer op dezelfde hoogte liggen, zoodat de lava lager te zamen stroomt in een grooten vloed. Juist voor het donker worden nam de rook en dampwolk, die boven den lavastroom hing, den vorm aan van een leikleurig gordijn, dat evenwijdig hing met de zee. Toen, terwijl het donker werd, nam dit gordijn de teerste kleuren aan beginnende bij bleekrose, dat geleidelijk tot diepe roode tinten wegdonker- de, totdat het vlammend rood was gewor den. Deze gloeiende kleur hield het den ge heelen nacht. In alle kerken der omgeving werd vandaag een speciale mis gelezen en vurige gebeden gedaan voor het kalmeeren van da woede van den Etna, welks uitbarsting thans reeds negen dagen duurt. In Catania werd de ce remonie van het ten toon spreiden van den sluier van Sinte Agaila gehouden. De vurige geloofszin van de honderden aanwe zigen kwam tot uiing in de bykans beate gelaatsuitdrukking van hen, die hoopten on danks alles. Daar het vandaag Zondag was, kwamen duizenden en duizenden toeschou wers van het geheele eiland Sicilië en het Zuidelijk Italië naar de plaats des onhsils Zij arriveerden in alle mogeiyke vehikels, die in alle stadia van ontbinding verkeerden De eenige modderige weg, welke naar den kop van den lavastroom leidt, werd zoo hope loos verstoet, dat de indruk niet veel ver schilde van een weg aan het westelijk front tey tijde van den grooten oorlog. In de eene richting gingen de sightseers, terwijl de andere richting genomen werd dcor de stroomen vluchtelingen, die het laat ste hunner aardsche bezittingen meedroegen waaronder er waren die kuikens en konijnen meedroegen. Sommigen droegen zelfs takken met halfvolgroeide citroenen, die zij van de boomen geplukt hadden, welke spoedig daar na verdwenen waren. Gelijk altijd in dergeiyke omstandigheden, gaan alle mogeiyke veronderstellingen rond, welke gewoonlijk op bijgeloof baseeren. Vandaag deed de ronde, dat vele inboor lingen vast overtuigd zün, dat de lava zal blijven stroomen. totdat het vasteland be reikt is en Sicilië aldus aan het vasteland van Italië gekoppeld is. Over het geheel heeft de bevolking en ook zij die alles wat zü bezaten verloren hebben, de ramp met een Stoïcynsche kalmte op genomen. De gevallen, dat men vrouwen of mannen ziet schreien over de donkere vooruitzichten zijn uiterst zeldzaam. De materieele schade kan op net oogen blik nog niet geschat worden, doch is zooder eenigen twyfel grooter dan oorspronkelijk gedacht werd. Behalve drie bloeiende ste den is voor altyd vernield op zijn minst een duizendtal van de vruchtbaarste avcn van het Siciliaansehe land, waar rijke sinaasap pelen- citroen.- en olijfaanplantingen ston den, benevens rijke wijga&rden en sappige moestuinen. Niet alleen de oogst van dit jaar is heen, maar het land zelf is voor minstens een kwart eeuw onbruikbaar geworden Bovendien. i« buiten het eigenlijk eruptie- gebied nog groote schade toegebracht door dat de lava vele irrigatiesystemen verwoest heeft, waarvan het land ongeveer afhanke lijk is. En nog duurt de stroom voort. EEN REGEERING-POINCARé GEVORMD De voorloopige samenstelling. PARIJS, 11 Nov. Na een gespre- king in het ministerie van financiën, die V/2 uur duurde, bereikte Poincaré heden middag eindelijk overeenstemming over de vorming van een nieuw kabinet. De voorloopige lijst van het nieuwe mi nisterie, waarin nog slechts de plaatsen voor Landbouw en voor Pensioenen onbezet zyn, is als volgt samengesteld: Minister president Poincaré, buitenlandsche zaken Briand, financiën Cheron, binnenlandsche zaken Tardieu, justitie Barthou, onderwüs Maraud, oorlof Painlevé, marine Leygues, openbare werken Forgeot, arbeid Loueheur en koloniën Maginot. Toen Poincaré te 18.30 het ministerie ver liet, antwoordde hij op de vraag, waarom hu da portefeuille voor financiën neerlegde, met de mededeeling, dat hu waarschynlük tijdens de voor Frankrijk zoo gewichtige onderhandelingen over het herstelvraagstuk Parijs zou moeten verlaten en naar Beriyn gaan. Op een vraag betreffende den steun van het Parlement, antwoordde Poincaré: „Wij rekenen op den goeden wil van allen, aangezien wij niemand zullen aanvallen." Hedenavond te 9 uur zal Poinqaré de be sprekingen voortzetten, teneinde het minis terie te completeeren. PARIJS, 11 November Hedenavond werden de nog onbezette plaatsen in her nieuw gevormde ministerie Poincaré ais volgt bezet: Minister van handel Bonnefous van Luchtvaart Eynac, van Landbouw Hen- nessy, van Pensioenen Anteriou, staatsse cretaris Oberkirch, van Arbeid Germain Martin Ptt. Lichamelüke Opvoeding Henri Paté en Openbaar Ond'erwys André Poneet. DE VLUCHT VAN DEN EX-KEIZER Een toelichting van rijkspresïdent von Hindenburg De „Kreuzzeitung" publiceert de volgende verklaring van rijkspresident von Hinden burg: In het artikel „In het hoofdkwartier op 9 November" in het „Berl. Tageblatt' van 9 Nov. 1.1. beweert een voormalig Pruisisch officier dat Z. M. de keizer en koning in overhaaste vlucht en uitsluitend gehoor ge vend aan de wenschen zijner omgeving en de zorg voor zün persoon naar Nederland is vertrokken. Ik verwijs hiertegenover naar de in de „Kreuzztg." van 27 Juli 1919 gepubliceerde gemeenschappelijke verklaring van General- oberst v. Plessen, staatssecretaris v. Hintze, de generaals baron v. Marschall en graaf von der Schulenburg en van ondergeteekende. Uit deze verklaring biykt onomstooteiyk, dat het besluit van den keizer op raad van mü en van anderen eerst na een püniyken zielestrijd is genomen en ten uitvoer ge bracht', om de voortzetting van den oorlog of een burgeroorlog te vermüden en daardoor het vaderland nood en ellende te besparen, (get.) Von Hindenburg. NOODLOTTIGE VAL. De Amerikaansche bankier Leonard Kee- sing Ij by zün terugkeer van een rit in den Tiergarten te Beriyn in de nabyheid van het Brandenburger Tor van zyn paard ge vallen. Hy is in bewusteloozen toestand naar het ziekenhuis gebracht. Men vreest voor een ernstige hersenschudding. Het paard ging op hol, werd door een taxi aangere den en moest worden afgemaakt. De heer Keesing, van Nederlandsche af komst, woont te Brooklyn, doch logeerde de laatste weken in Hotel Esplanade te Beriyn. ERNSTIG SPOORWEGONGELUK. Dertig tot vijftig gewonden. In 'den nacht van Vrijdag op Zaterdag is een ernstig spoorwegongeluk gebeurd bij Stanislau (Polen) waardoor 30 tot 50 per sonen gewond werden. Een uit Stanislau komende personentrein reed op een van Kolomea komenden personentrein, die by Chreplin stond. Er heerschte een dikke mist en de seinen waren r.let duidelijk te zien. De gevolgen van de botsing waren noodlot tig. De locomotief en verscheidene wagens van den uit Stanislau komenden trein wer den geheel verbrijzeld. Zes personen wer den zwaar gewond, twee verkeeren in le vensgevaar." Van de gewonden behooren er zes tot het spoorwegpersoneel. HET NIEUWE ROEMEENSCHE MINIS TERIE. Een kabinct-Manlu. Maniu werd Zaterdag door den regent- schapsraad ontvangen, die met hem een bespreking van twee uur had. De minister- lüst werd volledig goedgekeurd. De menigte bereidde den nieuwen minis ter-president by het verlaten van het paleis een geestdriftige ovatie. De samcnselling van het ministerie. Tot het onder voorzitterschap van Maniu uit leden der nationale boerenpartij ge vormde kabinet behooren o.a.: Binnenlandsche Zaken: Vaida. Buitenlandsche Zaken: Professor Mlroe- nescoe. Financiën: Popovici. Oorlog: generaal Cikoski. Onderwüs: prof. Coestakescoe. Openbare Werken: Halippa. Landbouw en Domeinen: Mihalachi. Justitie: Junian. Nijverheid en Handel: Madgearoe. Als ministers zonder portefeuille behoor- ren tot het kabinet vertegenwoordigers van Zevenburgen en de Boekowina. De nieuwe Roemeensehe Ministerpresident Maniu, de leider der nationale Boerenpartij. Bovendien, werden een aantal ondermi nisters benoemd. Van de leden van het nieuwe kabinet ko men er vijf uit Zevenburgen, evenals twee ministers zonder portefeuille. Een minister komt uit Bessarabië, een uit de Boekowina. de overigen komen uit Oud-Roemenië. Het nieuwe kabinet heeft den eed afge legd in handen van den regen tschapgraaA De „Staatscourant" bevatte een bericht tot parlementsontbinding. De verkiezingen voor de Kamer zullen op 12 December a*), die voor d'en Senaat op 15 December ge houden worden. Het nieuwe parlement zal op 22 December byeenkomen. EEN REDE VAN KELLOGG NEW-YORK, 11 Nov. Ter gelegenhefct van de herdenking van den wapenstilstand heeft staatssecretaris Kellogg Zondagmiddag een rede gehouden, welke in hoofdzaak go- wul was aan het probleem der verzekering van den wereldvrede en aan de gedachte van internationale arbitrage. In zün rede zeide Kellog o.a.: De beste weg tot het afschaffen van den oorlog als middel, tot regeling van internationale geschillen is Ti uitbreiden van de idee der arbitrage. Wan neer er volkeren tot het besluit zullen kornet dat er geen oorlog meer mag komen, behoefd men niet meer bang te zijn voor oorlog. Met behulp van de arbitrage kan men den wereldvrede verkrügen. De arbitrage kan echter alleen dan goed functionneeren, wan neer de volkeren bezield zyn door een on- voorwaardelijken wil tot vrede. Kellogg wees er op. dat in talrüke landen over nieuwe arbitrageverdragen onderhandeld is. In Middel- en Zuid-Amerika hebben practisch alle landen een algemeen verzoeningsverdrag met de V. S. onderteekend. De onderteeke naars hiervan verplichten zich om, ingeval conflicten niet lang diplomatieken weg kun nen worden opgelost, ze aan een verzoenings gerechtshof voor te leggen. Waarschünlijk heeft de arbitragegedachte in geen deel der wereld zoo groote vorde ringen gemaakt als in Midden- en Zuid- Amerika en zeker is in geen deel der wereld de vredesbeweging sterker, en ten gevolg daarvan het gevaar van het uitbreken van oorlogen geringer. Het feit, dat het ondanks de vele verdragen toch nog tot den wereld oorlog gekomen was behoef.t niemand te ontmoedigen. De idee der arbitrage heeft heden vaster voet dan ooit tevoren. In het verder verloop van zyn rede spreekt Kellogg dan nog over de onderhandelingen welke later tot het sluiten van het anti- oorlogsverdrag leidden. Zün verwachtingen waren overtroffen. Reeds 58 staten hebben het verdrag onderteekend, of hun toetreding bekend gemaakt. Over Vi-(: KeUo«nael toIvo en Ho vrftflïT- dit een land verhinderde zich in geval van een aanval te verdedigen, zeide Kellogg, dat hü zich niet kon voorstellen, dat iemand van meening was dat een land van zün recht op verdediging zou worden berroofd. Het bleef aan iederen staat te beslissen of de omstandigheden het wenschelijk maak ten, in den oorlog te treden. Kellogg was niet van meening, dat het anti-oorlogsver drag Amerika in Europeesche aangelegen heden zou verwikkelen. De V. S. konden zich niet van te voren verplichten hun strijd krachten te gebruiken tegen een andere natie der wereld, wanneer deze ue overeen komst mocht verbreken. Persoonlijk was Kellogg van meening, dat de vaak verkondigde opinie, als zou Amerika geen interesse hebben voor Europeesche of andere internationale aangelegenheden, om dat het het Verdrag van Versailles niet goedgekeurd had, niet juist was. DE PRESIDENTSVERKIEZING De eindcijfers Bü de verkiezing voor het president schap zijn volgens de jongste berichten rond 21.450.000 stemmen op Hoover en 15.500.000 op Smith uitgebracht. HOOVER OP REIS President Coolidge heeft verklaard, dat hü toestemming heeft gegeven om den Ameri- kaanschen kruiser „Maryland" ter beschik king van Hoover te stellen voor zijn aange kondigd bezoek aan Midden-Amerika. BOM ONTPLOFT TE BUENOS AIRES Bij de kathedraal; een doode Naar uit Buenos Aires gemeld wordt, vond een politie-agent Zaterdagmorgen een bom in een koffer voor den ingang van de ka thedraal. De agent droeg den koffer met de bom ongeveer 30 M. ver weg om de laatste te onderzoeken. Daarbü ontplofte de bom, waardoor een persoon gedood werd. De be lendende gebouwen kregen schade. Dicht bij de Flores-kerk werd een tweede bom gevonden, die echter tijdig kon ont laden wprden. Maar 't schijnt dat mün brief niet tot u is gekomen. Herinnert gij mijner nog, nicht?" „Ik, ik heb u niet vergeten, al is het ook lang geleden dat gü ons een bezoek bracht en „Het is niet noodig u aan te kondigen bij eene tante, gü zijt ons altyd van harte wel kom," viel Jan hem in de rede en drukte hem hartelijk de hand. „Alleen in zooverre was het noodig ge weest", voegde zyne vrouw er vriendeiyk bü, „dat wij dan gezorgd zouden hebben voor een rytuig en ook voor een beter sou per dan hetgeen u nu wacht!" „Wees daaromtrent gerust, ik heb groo ten trek en ben met alles tevreden", riep hij uit, thans' geheel op zijn gemak gesteld. Hij gevoelde, dat hij geheel en al hier thuis was en hij nam dus bereidwillig den stoel aan, dien Jan hem glimlachend aan bood. Ook Lueie scheen zeer ingenomen te zün met den nieuwe gast. Maar Marcia, die haar door en door kende, bemerkte wel, hoe zü zichzelve geweld moest doen, om bedaard te bluven: zij zag het zenuwachtig trekje om haren mond en met volle tegenwoordig heid van geest beproefde zij hare tante zoo goed mogelijk uit de verlegenheid te redden. „Kom Lucie", zegt zij, ,,<vil je mü even helpen, om een bouquet te maken van deze bloemen, ik zal heusch zorgen, dat het niet al te laat wordt voor 't souper!" Gaarne maakte Lucie van deze gelegen heid gebruik om het vertrek te verlaten, gevolgd door Marcia, In de gang gekomen, blyven beiden staan. Somber en terneer geslagen ziet Lucie voor zich uit, Marcia daarentegen is een en al vroolijkheid. „Zeg Marcia, waar hebt gij dezen neef toch ontmoet, die mij morgen zeer welkom zoude zün maar dien ik, van mün standpunt als vrouw des huizes, beschouwd, vanavond liever niet ontvangen zou hebben." „Ik ontmoette hem in de laan", 'ant woordde Marcia, die haar uiterste best deed haar lachlust te bedwingen. „Maar maak je maar niet ongerust, als je <jp mij geheel wilt rekenen, zal Ik zorgen, dat alles goed gaat." „Maar kindlief, ik vertrouw je wel, maar wie geeft my de zekerheid omtrent je be kwaamheid?" ,De omstandigheid," antwoordde Marcia plechtig „Zie Je Lucie, ik ben nu eenmaal geknipt voor de omstandigheden, zooals men zegt. Ge kent al mijne hoedanigheden nog niet, neen bij tooverslag komen zü te voor schijn, indien de omstandigheden ze ver- eischen. „Genoeg gekheid, Marcia! Jan zorgt voor de kinderen. Mathurine is bezig aan het bakken er is hier niets meer in huis en hü heeft zelve gezegd grooten eetlust te hebben." „Welnu, ga vast dekken'en zorg, dat hü hem voor een kwartiertje vergeet." En terwül zy de jonge vrouw, half gerust gesteld, half onbeslist, aan haar lot over laat, loopt zü fluks de gang door en treedt d" slecht verlichte keuken binnen, waar een oude meid voor het vuur staat te bakken. „Mathurine, wij hebben een onverwachten gast gekregen, een neef die omvalt van den honger!" „Welnu, er zijn eierkoeken in overvloed," zeide Mathurine doodbedaard. „Zie maar eens hier, hoeveel ik er reeds heb en er k nog een massa deeg over!" „Dat is niet voldoendeMaak gatn? een soep klaar en een omelette!" „Eene soep! Jeanne is bü de kinderen; Jacques, die den geheelen dag op het veld gewerkt, heeft, ls naar bed gegaan en ik moet op de kachel letten!" „Dat weet lk allemaal, maar ik zelf zal de soep bereiden,"sprak Marcia zoo onge woon kalm, alsof deze bedaardheid haar moeiluk afging. Mathurine keerde zich om en keek haar ongeloovig aan. „GÜ?" „Ja, ik, Mathurine; vertel mü maar eens wat men het best in korten tyd kan toe bereiden?" Mathurine bleef haar nog aanstaren sloeg eindeiyk geloof aan hare woordei en antwoordde kortaf: „Een broodsoep!" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 10