Brieven uit Frankrijk Binnenlandsch Nieuws Geen Cadum Zeep FEUILLETON derde blad Zweden winkeliers PEPERMUNT Marcia de laubly ct NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 14 NOVEMBER 1928 BLADZIJDE 1 Staten Generaal Tweede Kamer Provinciale Staten van Zuid-Holland Christ. Historische Unie Geen succes De verkoop van brood in bakkerijen In de rapporten van onze verkoopers staat dikwijls vermeld :„Kmg pepermunt is een succes voor koopers en verkoopers." Dit geeft inderdaad de werkelijke toestand weer. Rijkscommissie van advies inzake bibliotheekwezen Vervallen verklaard als raadslid wordt door de winkeliers met genoegen verkocht, want de tevredenheid hun ner klanten straalt terug op henzelven. De plannen tot droogmaking der Reeuwijksche en Sluip- wijksche plassen andere zeep wordt zooveel èekocht en éeen enkele is zoo èevraaód bij de beroemde actrices en andere mooie vrouwen van Frankrijk als UIT ONZE OOST Het vee op Bali VRAGEN BUS mm PARIJS, 12 November. Het ministerie gevallen, een nieuw is sa mengesteld, ja, als deze regels u onder de oogen komen, misschien al weer ten val gebracht ook; een sneltrein gederail leerd; een echtgenoote, die haar man ver moord heeft, voor den rechterkort om: het Parijsche seizoen is in vollen gang. Wat het gevallen en het nieuw samen gestelde ministerie betreft, dit blad heeft andere, politiek veel bevoegde medewer kers dan ik, om u te vertellen, dat het niet de eerste keer is dat een Fransch minis terie valtwat dien gederailleerden trein aan gaat, dat is iets dat we, helaas, ook in ons landje kennen, dus daarvoor hebt u geen Parijschen correspondent noodig; maar om eens uit te weiden over die vrouw, die haar man doodgeschoten heeft en die zich ter wijl ze zich voor de rechtbank moet ver antwoorden rustig met haar advocaten onderhoudt, die in d'e beklaagdenbank plaats neemt, elegant en volgens de laatste mode gekleed, kalm en zichzelf volmaakt beheerschend en die straks, of vrijgesproken wordt, of er met eenige jaren gevangenis straf afkomt, over dit speciaal Fransche geval wat uit te weiden, ja, dat is wel de taak van een Parijsch correspondent. „Zwart satijnen hoedje, met breede stroo- ken zwart velours. Rijke mantel van dezelf de kleur, met breeden kraag en met boni gegarneerd. Jong uiterlijk, vrij knap En in dien geest gaat het krantenartikel geruimen tijd voort. Zou men niet denken dat hier een filmactrice besproken wordt in plaats van een moordenares? De naam van het blad, waaruit ik bovenstaande regels vertaald heb, doet weinig ter zake, wan, ongetwijfeld beginnen de artikelen in de andere bladen op ongeveer dezelfde manier. „In de bank der civiele partij nemen een dame en heer, in zwaren rouw, plaats naast Mr. Monira (den officier van justitie). Het zijn de vader en de moeder van het slacht offer." En even verder: „Schijnbaar mees teres over zichzelf, kijkt madame Arnaud de zaal in, praat en glimlacht met haar verdedigers en 't verhoor begint." Dit ont leen ik aan een \andere krant. De rouw van de ouders van den ver moorde, de élegance en d'e kalmte van de moordenares; de verslaggever van het Pa rijsche blad heeft die tegenstelling stellig niet expres zoo duidelijk doen uitkomen. Hij heeft d'e feiten slechts opgesomd zoo ais hij ze waargenomen heeft. Maar dat zulk 'n vrouw al is ze nu elegant en jong en mooi en al wat een vrouw nog meer kan zijn niet gestraft wordt me, de zwaarste straf, is toch wel wat bar. Want deze vrouw heeft haar man niet vermoord in een opwelling van drift, neen, ze is, integendeel, volgens een lang van te voren opgemaakt plan te werk gegaan. Den dag van de misdaad heeft ze zich naar 't gym nasium begeven, waar haar man les gaf. (De vermoorde was leeraax). Toen het slacht offer de school verliet, achtervolgde ze hem en schoot hem in den rug. De ongelukkige stortte voorover, doch toen hij niet onmid dellijk dood bleek, schoot ze ten tweeden maleEn aangezien deze man zijn vrouw niet bedrogen heeft, haar nooit mishandel de en haar ook geen gebrek liet lijden, vraagt »en zicil kier nieuwsgierig af op weiken grond de jury thans de doodstral niet zal uitspreken. Indien een jury al haar voor en haar I heeft, dan blijkt in déze zaak toch Wel heel duidelijk het vele dat er tegen is. Deze vrouw toch, heeft meermalen tot haar echtgenoot gezegd hem te zullen d'ooden, aangezien ze er toch zeker van was vrijge sproken te zullen worden, daar haar mis daad als een misdaad uit liefde (crime pas- sionnel) zou beschouwd worden! Dat „crime passionnel" wordt meer en meer een nationaal gevaar, want om de geringste kleinigheid schiet tegenwoordig de Franqaise haar man dood om zich even -later te hooren vrijspreken: moord uit ja- louzie, uit drift en meer dergelijk fraais.... En de moordenares keert in de maatschap- Pij terug, die haar, de interessante marte lares, met open armen ontvangt, en dat een jong, bloeiend leven plots en ontijdig afge broken is en dat ergens twee oude men- schen tranen storten om hun jongen, die hun zoo wreed ontnomen is, ach, men heeft hier geen tijd om daar aan te denken. Men leeft zoo snel in Farijs! Natuurlijk, we vormen een christelijke maatschappij en straffen om wraak te ne men is onzer onwaardig, maar straffen om ons te verdedigen tegen dergelijke excessen, dat zijn we toch eigenlijk wel aan ons zelf Verplicht. En daarom vind ik zoon jury. althans in het hoffelijke Frankrijk, waar „men" het niet van zich kan verkrijgen, een f Vrouw ter dood te veroordeelen, een w keerde instelling. Vandaag, 11 November, is het tien jaar geleden, dat de wapenstilstand gesloten is. En natuurlijk viert Parijs dit feit en ge denkt het den dag, waarop voor de laatste maal in den wereldoorlog het kanon gebul derd heeft. Maar, zooals met bijna ahe nationale feest- en gedenkdagen, is het ook !het dit „fête de l'armistice" gegaan, d.w.z. tie dag onderscheidt zich nog wel van andere t'a.gen; er wordt bijvoorbeeld niet gewerkt, de openbare' gebouwen vlaggen, er is mu ziek merkwaardig genoeg, militaire mu ziek in de straten enz.; doch het karafc teristieke van den dag gaat meer en meer verloren. De meeste Parijzenaars geven er zich nu al geen rekenschap meer van wat voor feest het vandaag eigenlijk wel is; men is blij met den vrijen dag en moppert als hij zooals thans het geval is op een Zondag valt, maar voor de rest „Heerlijk wonen in Parijs" verzekerden me mijn vrienden en kennissen, toen-ik ze, ver leden week, tijdens een kort bezoek aan Am sterdam, ontmoette. „Heerlijk wonen" en ze waren er van overtuigd het bij het rech te eind te hebben, al hadden ze geen van allen ooit in Parijs gewoond. En, eigenlijk meer om er af te zijn, had ik toegegeven, „ja, het Is er prettig wonen." En nu ben ik weer terug in Parijs. Parijs, met z'n prachtige avenues, z'n groocsche boulevards; Parijs met z'n mooie gebouwen, met z'nmaar ook: Parijs met z'n nau we straatjes en steegjes; z'n oude, vuile woningen; Parijs, stad der tegenstrijdighe den, zooals ik het reeds in zoo menigen brief beschreven heb. Is Parijs modern? „Natuurlijk," hoor ik m'n lezers uitroepen. „Parijs en modern, is dat niet eigenlijk een pleonasme?" Ik geef graag toe, op heel veel gebied is Parijs modem, hoewel lang niet zoo modern, als de vreemdeling geneigd is te veronderstellen. Maar op heel veel gebied is Parijs toch ook hopeloos ouderwetsch! Zoo met de telefoon bijvoorbeeld. Vanmor gen heb ik getelefoneerd en nu, uren later, ben ik er nog zenuwachtig van. Ik vroeg m'n nummer. De telefoonjuffrouw herhaal de het correct. Dat was dus in orde. Tus- schen twee haakjes zij hier opgemerkt, dat de automatische toestellen hier nog geheel onbekend zijn! Hoewel de telefoonjuffrouw m'n nummer dus goed opgenomen had, want hoe zou ze het anders correct herhaald hebben? was de verbinding wanhopig mis. Ik belde af. Trachtte opnieuw aan te vra gen, maar nu kwam de juffrouw niet meer. Dien eenen keer vond ze blijkbaar welle tjes. Ik belde, manoeuvreerde als waanzin nig met den haak. Toen kwam de juffrouw om me te verzoeken me wat kalmer te gedragen. Maar daar bleef het voorloo- pig bij, want toen ik m'n nummer wilde opgeven, was ze al weer verdwenenIk wachtteikwat doet het er alle maal toetenslotte kreeg ik m'n verbin ding, maar twintig minuten te laat en toen, was het kantoor dat ik spreken moest, ge sloten. In Holland hebben we dergelijke toestanden ook gekend, vandaar de moppen waarin telefoonjuffrouwen de hoofdrol len spelen. Maar by ons zyn die moppen al lang verouderd, hier echter, in het „mo derne" Parys, vieren ze nog steeds triomfen met de petroleumverlichting, de woningen zonder waterleiding, de fietslantaarns, dit men bij zijn thuiskomst noodig heeft, om dat de trappen en gangen niet verlicht zijn. En ik denk na over de meening in Hol land, dat het zoo prettig wonen is in Pa rijs. En ja, ondanks alles begrijp me goed, ik houd van mijn land, houd van mijn geboortestad maar ondanks alles, ik vind het prettig in Parijs; niet omdat het zoo modern is, want dat is het niet, tenminste niet meer dan de meeste andere groote ste den, maar omdat het zoo gastvrij is. Wan. de kunst om het den vreemdelingen aan genaam te maken, zich thuis te doen ge voelen, die kunst verstaat Parijs als geen andere stad ter wereld. H. de J. Algcmeene beschouwingen over dc Staats- begrooting 1929 In de vergadering der Tweede Kamer deelde de voorzitter, de hear J. H. Schaper gisteren mede, dat een schrijven was ingeko men, dat de voorzitter der Kamer, Jhr. Mr. Jtuys de Beerenbrouck wegens ongesteldheid heden en eenige volgende dagen verhinderd ia de vergaderingen bij te wonen. Spr. meent de tolk der Kamer te zijn als hij den wensch op een spoedig herstel uitspreekt. De VOORZITTER stelt voor te behande len in avondvergadering na hoofdstuk 3 hoofdstuk 5 en in dagvergadering na de wet op de middelen hoofdstuk 10 der Rijksbe- jrooting, aldus wordt besloten. Vervolgens worden voortgezet de algemeene beschouwingen over de ryksbegrooting voor 1929. De heer VERAART (R. K.) betoogt, dat het parlementaire stelsel geschonden is en vraagt zich af, hoe men tot eerherstel van dat stelsel kan komen. Hy heeft den indruk, dat de coalities hébben afgedaan en dat de oplossing gevonden moet worden in een z.g. oarlementair kabinet. Voor spr. ligt de hoofdzaak in de pro grams. In dit verband moet spr. zeggen, dat de rede van den heer Albarda hem teleur stelde, waar daarin de beschuldiging geuit werd, dat de R. K. Staatsparty haar pro gram had gefatsoeneerd, om aan de wen- schen der twee- andere rechtsche partijen Jegemoet te kunnen komen. Wat is er van deze beschuldiging waar? De heer Albarda miste eenige punten op het program en ver wonderde er zich over, dat niet „onverwijld" -nissievrijheid wordt geëischt. Spreker evenwel meent, dat allerlei adjec tieven in een urgentie-program niet thuis 'oehooren, maar dit is een zeer persooniyke meening van spreker. Men moet in de on verdraagzaamheid van een deel der bevolking jen ernstige moeilijkheid zien, die ervan •moet weerhouden de missievrijheid onver wijld te eischen. De heer Albarda sprak ook van het gezantschap bij den Paus, maar hoe kan men er toch toe komen dit een princi pieel punt van de Katholieke party te noe men? Deze party heeft er geen enkel belang bij. Integendeel, het Is een belang van het geheele Nederlandsche volk, een kwestie van Internationaal fatsoen. De heer ALBARDA (S. D. A. P.). waar om zijn de Katholieke Ministers daarom uit het kabinet geloopen? De heer VERAART: Ik wil zeggen, dat ik daarvoor tot nu toe geen verklaring heb kunnen vinden. Het is een zeer belangrijk punt, maar geen principieel punt. Waarom mveeg de heer Albarda, toen hy toch aan net opsommen van belangrijke punten was over de heele sociale paragraaf van het Ka tholieke program? De heer v. RAPPARD (Lib.) bepleit sa menwerking tusschen landbouw en industrie. De heer KERSTEN (S. G. P.) betoogt, dat de overheid niet regeert bij de gratie des volks, doch bij de gratie Gods. Hij kan zich dan ook niet vereenigen met hen, die, op revolutionnair standpunt staande, klaagden dat de volkswil in deze regeering niet vol doende tot zijn recht komt. Spreker ziet wel een antithese, maar een andere dan de coalitie, de antithese n.l. tusschen hen, die staan tegenover de ordinantiën Gods en hen, die zich daaraan willen onderwerpen. Weliswaar moet de overheid rekening hou den met de rechten en vrijheden van het volk, doch zij heeft zich te richten naar Gods Woord. Een extra-parlementair kabi net is van dezen plicht niet ontheven. Voor het overige acht spreker een extra-parle mentair kabinet beter dan een coalitie-kabi net. Het verheugt spreker, dat hij tot den val daarvan heeft mee gewerkt. De heer Veraart zeide wel, dat het gezantschap bij den Paus geen specifiek roomsch belang was, maar waarom gingen dan vier roomsche ministers heen? De heer VERAART: Omdat dit een be- eediging van den H. Stoel was. De heer KERSTEN: Dan was het gezant schap wel een specifiek roomsch belang Het komt nooit terug, evenmin als de coa litie. Verder somt de heer KERSTEN nog ver schillende grieven op. De heer BULTEN (R.-K.) bespreekt het salarisvraagstuk. Hy betwyfelt of er een op lossing is gevonden, maar hy is er zeker van, dat dit niet het geval is en als hij de pers der ambtenaren leest, weet hij, dat zij niet zullen rusten eer hun recht is gedaan. De heer KORTENHORST (R.-K.l wijst op de evolutie der denkbeelden op het ge bied der handelspolitiek. Spreker wenscht een dubbeltarief, waarin zooveel mogelijk artikelen moeten worden opgenomen, die hier niet worden vervaardigd of artikelen van weelde. Men voere het tarief pas in, als men geen concessies kan verkrijgen. De Re geering behoude steeds de bevoegdheid na de onderhandelingen het tarief te verlagen. De heer J. ter Laan (S.D.A.P.) betoogt, dat de financieele politiek van de Regeering door de christelijke partijen en den Vrij heidsbond is goedgekeurd; de opvolgende vegeeringen hebben een aanslag gedaan op de arbeidende klasse, de benoeming van den heer Fock tot gouverneur-generaal van Ned.- Tndië was een symptoom van deze politiek de korting op de ambtenaarssalarissen, de bezuinigingsmaatregelen eveneens. Steeds werd geschermd met tekorten, maar steeds bleken die tekorten niet aanwezig. Niet per sonen, maar partyen behooren voor deze politiek de volle verantwoordelykheid te dragen, want het zijn ten slotte de partyen, die haar mogelijk hebben gemaakt. De heer SCHOUTEN (A.-R.) betoogt, dat z.i. op te ruime schaal personeel op arbeids contract wordt aangesteld en dringt er op aan, dat daarin spoedig verandering komt Spr. meent voorts, dat de bestemming der saldi niet onttrokken mag worden aan de beschikking door de Staten-Generaal. Verder maakt spr. enkele opmerkingen aan het adres van de heeren Kersten en Lingbeek. De heer LANGMAN (C.-H.) betoogt, dat kerk en volk onlosmakelijk zijn verbonden, doch dat onderscheiden moet worden tus schen beider taak. De overheid moet de kerk financieel steunen, maar elk behouden het eigen terrein. De MINISTER VAN FINANCIëN deelt mee, dat hij achtereenvolgens zal spreken over de positie van het kabinet, het beleid van het kabinet en de financiën, om daarna met een woord van toepassing te eindigen. Spr. breekt zijn rede af. De vergadering wordt tot des avonds ver daagd. De avondvergadering In de avondvergadering, welke onder lei ding stond van dr. J. Th. de Visser als voor zitter, werd begonnen met de behandeling van de begrooting van Buitenlandsche Za ken. De algemeene beraadslagingen worden ge opend. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (lib.) wijst op de beteekenis van den Volkenbond en vraagt opheldering omtrent de oorlogs schade door Nederlanders geleden. Verder vraagt spr. aandacht voor Suriname. De heer L. DE VISSER (C.P.) bespreekt de beteekenis vaa de Unie van Sovjetrepu blieken. Spr. acht het resultaat van het werk van den Volkenbond bedroevend. Ten slotte bepleit spr. zijn politiek standpunt, n.l.: Tndië los van Holland. De heer FLESKENS (R.K.) bespreekt on zen buitenlandschen voorlichtingsdienst, spe ciaal wat den landbouw betreft. Naar spre- ker's meening is deze dienst te eenenmale onvoldoende Het betreft hier voor onzen land- en tuinbouw een kwestie van primair belang. Wat de oorlogsschade betreft, is spr. van oordeel, dat het thans meer dan tijd is dat deze kwestie eindelijk eens tot oplossing wordt gebracht. Ten aanzien van de Belgische kwestie hoopt spr., dat spoedig een bevredigende op- 'ossing zal worden gevonden. Mevrouw BAKKER-NORT (V.D.) brengt de kwestie van de nationaliteit der gehuwde vrouw ter sprake. De heer VLIEGEN (S.D.A.P.) meent, dat le Volkenbond wel degelyk resultaten heeft bereikt. Wat het Kellogg-verdrag betreft, is spr. 'an meening, dat de beteekenis daarvan meer 's, dan zou blijken uit hetgeen op papier staat. '"/g+ ei*» ciancp-fit, hoopt spr., dat ten deze spoedig 'n oplossing zal kunnen worden gevonden, waarmede beide landen accoord kunnen gaan. De heer KNOTTENBELT (Ll'o.) gelooft, dat ten aanzien van de Belgische kwestie de on gerustheid belangrijk is verminderd, en dat het vertrouwen in dezen minister in ruimen kring wordt gedeeld. Toch is de ongerustheid nog niet geheel geweken en met name in Zeeland bestaat nog de vrees, dat een even- tueele oplossing van het vraagstuk onze na tionale belangen zal aantasten. De heer CRAMER (S.D.A.Ph becritiseert de houding van den leider der Nederlandsche delegatie op de opiumconferentie. Nadat ten slotte de minister van Buiten- 'andsche Zaken de verschillende sprekers had beantwoord, werd de begrooting van Buiten landsche Zaken zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna de vergadering tot he denmiddag werd verdaagd. Installatie van twee nieuwe leden Gisteren kwamen de Provinciale Staten van Zuid-Holland In tweede gewone zitting byeen in de vergaderzaal der Eerste Kamer. Nadat de voorzitter, jhr. H. A. van Karne- beek de zitting in naam der Koningin en met gebed had geopend, werd overgegaan tot het trekken der afdeelingen. De voorzitter heeft vervolgens eenige woor den gewijd aan twee leden, die sinds de vo rige zitting aan het college zyn ontvallen en wel de heer van Aalten, die door den dood uit een werkzaam leven is weggenomen en de heer Rutgers, die naar elders is vertrok ken wegens zijn benoeming tot hoogleeraar. Beide heeren hebben het belang van de provincie gedurende vele jaren gediend, de heer Rutge -« sinds 1913 en de heer van Aal- Jen met c>jn kleine onderbreking, sedert 1917. Spr. merkte voorts op, dat beiden een sie raad van de vergadering waren en voor hun belangstelling en toewyding komt hurt de dank der provincie toe, welken spr. by dezen uitte. Hierna werd overgegaan tot de installatie van de opvolgers van genoemde heeren De heer Hogendijk (vacature-Rutgers) legde den eed af, terwijl de heer Schilthuis (vacature-van Aalteni de belofte aflegde. De verschillende agenda-punten werden vervolgens behandeld, overeenkomstig de voorstellen van Ged. Staten. De voorzitter stelde ten slotte voor, dat de Staten opnieuw zouden bijeenkomen op 27 November. De heer van VOORST TOT VOORST (R.K.) achtte een termyn van 14 dagen te kort voor een goede voorbereiding van de voorstellen en stelde voor, de volgende byeen- komst over een maand "te houden. De heer SCHAPER (S.D.) sloot zich hieröy aan. Het voorstel-van Voorst werd ten slotte verworpen met 45 tegen 31 stemmen, waarna de voorzitter de bijeenkomst sloot tot 27 No vember des morgens te 11 uur in het gebouw der Eerste Kamer. Het verluidt, volgens het. Hbld. dat de af- ceeling Rotterdam van de Christelijk-His- torische Unie bij het hoofdbestuur zal aan dringen toe tt staan, dat te Rotterdam voor de a.s. Kamerverkiezingen een afzonderlijke Christelijk-Historische candidatenlijst wordt ingediend. Indien daartoe wordt overgegaan, zal de lijstaanvoerder zijn mr. J. A. de Vis ser, substituut-officier van justitie te Rot terdam en lid van den gemeenteraad aldaar. Mr. J. A. de Visser is een zoon van dr. J Th. de Visser, den oud-minister, thans lid der Tweede Kamer. Naar het „Hbld." van bevoegde zijde zegt te vernemen, zal het in den afgeloopen zomer afgebrande kerkgebouw der Vrije Ka tholieke Kerk op St Michael onder Naarden niet worden herbouwd; men zal het gebouw op korten afstand daarvan blijven gebruiken waar ook nu de Vrije Kath. godsdienstoefe ningen' worden gehouden, en waarschynlijk dit gebouw vergrooten. Het is voorts waar schijnlijk, dat „bisschop" dr. J. I. Wedgwood ons land zal verlaten, hy is door een aan tal vrienden in Engeland aangezocht, om| daar een „centrum" voor het werk van de Theosophical Society te stichten in den geest van St. Michael te Naarden. Dr. Wedgwood zal, waneer dit plan doorgaat (voor een de finitieve beslissing wacht men nog op een antwoord van mevr. Besant, die in Britsch- Indië vertoeft), periodiek de stichting te Naarden blijven bezoeken, bijvoorbeeld een keer per kwartaal. De zaken boteren dus blykbaar bij de Vrye Katholieke Kerk niet by zonder. De Minister van Arbeid, H. en N. heeft aan hoofden of bestuurders van broodbak kerijen in alle gemeenten des Ryks vergund, dat, In afwyking van het bepaalde by ar tikel 35, zesde lid, der Arbeidswet 1919, op Woensdag 5, Maandag 24, Donderdag 27 en Maandag 31 December 1928 deeg of brood, dat na 8 uur des namiddags van den vorigen dag gebakken of opgewarmd is: 1. van half 8 uur des voormiddags af uit het gebouw met aanhoorigheden, waarin zich de broodbakkerij bevindt, wordt vervoerd; 2. van 8 uur des voormiddags af wordt verkocht of afgeleverd. By Kon. besluit is aan dr. T. P. Sevens- ma eervol ontslag verleend als lid der Rijkscommissie van Advies in zake het Bibliotheekwezen, en is als zoodanig be noemd mr. A. J. M. Cornelissen, bibliothe caris der Roomsch-Katholieke Universiteit te Nymegen. Een byvoegsel van het prov. blad van Zuid-Holland bevat het besluit van Ged. Staten, waarbij W. van Gent Jr., te Rid derkerk, vervallen is verklaard van zyn lidmaatschap van den Raad dier gemeente. In de overwegingen, waarop dit besluit berust, wordt o. a. aangevoerd, dat de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h W. van Gent Jr., van welke N. V. W. van Gent als directeur optrad, nota's heeft afgegeven voor leveranties ten behoeve van het Bur- gerlyk Armbestuur en mitsdien van de ge meente Ridderkerk. In deze nota's wordt melding gemaakt van leveranties van kaar ten en enveloppen, alsmede van een dood- Voor H.H. Winkeliers bij: Fa. C. H. S. HEILKER Haarlem kist. Deze laatste kan niet geacht worden door de N. V. te zijn geleverd, daar deze leverantie valt bulten het stastaire doel der N. V., doch door W. van Gent persoonlijk, terwij! deze bij de andere leveranties on- middellyk was betrokken. Naar wij vernemen, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw het inzake de droogmaking der Reeuwyk- sche- en Siuipwyksche Plassen door de commissie-v. d. .Torren uitgebracht rapport opnieuw aan deze commissie ter hand ge steld met het verzoek te willen nagaan, of de 900 per H.A. getaxeerde grond waarde na droogmaking niet te laag moet worden geacht. Een hard stuk zeep.dat tal hal laatste vliesje Gebruikt kan worden 25 Aneta seint uit Soerabaja: Eenige jaren geleden is de aankoop op Bali van vee voor 3uid-West-Celebes begonnen en thans bezit dit gebied reeds een veestapel van ruim dui zend stuks. Als de proef zoo doorgaat, zal volgens de verwachting van den hoofdin specteur van den Veeartseniikundigen Dienst, Makasar geregeld van rundvleesch wordeD voorzien. Vr.: Zijn de volgende loten al uitgeloot? 's Lands Weerbaarheid, Serie 5845 no. 25, Noordhoilandsche Vereeniging „Het Witte Kruis" Amsterdam. Serie 2211 no. 47; Rot- terdamsche Schouwburg R'dam, Serie 1244 no. 42. Antwoord: Nog niet uitgeloot. Vr. van wed. H. V., te B. Tenzy het in het testament nadrukkeiyk vermeld staat, behoeft'niet vastgehouden te worden aan den termijn van drie maanden. Vr.: Wat is geldig volgens de wet: Schuld bekentenis met de hand geschreven en met handschrift onderteekend, of schuldbe kentenis met de machine geschreven en ook met handschrift onderteekend? Antw.: Uw vraag is niet erg duideiyk. Wat voor soort schuldbekentenis is het? Het is best mogelijk, dat zij gezegeld moet zyn. Overigens doet het schrijven of het typen van de schuldbekentenis aan de waarde niet af. Vr.Zijn er in Haarlem ook adressen waar loten verkrijgbaar zijn van de loterij „Stille Armen-Stichting" Rotterdam, tot vorming van een, fonds ter ondersteuning van de con ferentie van den H. Franciscus van Sales? Hoofdprys een heerenhuis ter waarde van 13500. Antw.: Die loten zijn voor zoover ons be kend, niet te Haarlem verkrijgbaar. (Naar het Fransch) „In 't geheel niet!" „Dan zal Marcia ons iets voorzingen Hy stond! op, opende de deur van het ®alon en stak de kaarsen aan. Het ameu blement der zaal bestond, evenals dat der ffitkamer grootendeels uit antieke meubels, daarvan slechts enkele bepaald mooi ge doemd mochten worden, verder uit familie portretten en uit enkele bloemenmandjes, ^aarin frisch, jeugdig groen welig tierde. Gewillig zette Marcia zich aan de piano. „Oom Jan, misschien bezorgt gy uw gast in 't minst geen ontspanning. Hij zaï Jcii wellicht, uit beleefdheid, genoodzaakt «evoeien myn stem te bewonderen, terwyl y reeds de prachtigste stemmen ter we- gehoord heeft." «Onzin, kind! Gij weet zeer goed, dat gij jfin fraaie stem bezit en weinig buitenmeis je zijn in de gelegenheid geweest zulk een 'jht naar waarde te ontwikkelen." «wat zal ik zingen?" de ingeving van je hart!" ant- \dtie Lucie. W/j be§°h en zong een eenvoudig, be- kerrt wijs-ie' hetwelk Luc onmiddeHyk hcr- als zijnde een melodie uit; „Pauvre Jasques", die liefelyke romance die zoowel roerende als wreede herinneringen wext. Hij verwachtte dan ook een eenvoudig, goed uitgevoerd lied te hooren, daar hy reeds uit Marcia's spreken had opgemerkt, dat haar accent zuiver en helder was. Maar een stem, zoo welluidend en vol en tevens zoo natuurlijk en ongekunsteld, had hy niet in haar gezocht, veel minder hopen te vin den en ontroerd luisterde hij toe en tracht te geen toon aan zijn oor te laten ontsnap pen. De woorden ontbraken hem, om Marcia zijnen dank en zyne bewondering te be tuigen, maar zijn blik ontmoette den haren en Marcia gevoelde, hoezeer haar spel hem getroffen had. „Ga door, als ik u vragen mag. Geen stem heeft mij ooit zoo welluidend' toe geschenen als de uwe!" Zij glimlachte. „Misschien zullen myne stukken niet van uwe keuze zijn. Ik houd niet van die ge leerde, hoogdravende romancen, die thans allerwegen in d'e mode zijn, ik geef de voorkeur aan de vroegere melodieën. Of schoon men tegenwoordig niet veel meer op heeft met de Italiaansche muziek, vind ik ze toch altyd nog even mooi!" „Alles, wat u zingt, is mij een genot!..." Zy zong nu een air uit „la Somnam- bula", en de lieftalligheid en eenvoud', waarmede zy dit deed, deed de schoonheid harer stem nog meer uitkomen. Zy wist hare stem uitnemend te beheerschen; niet alleen behoefde d'eze geen enkele maal dooi de piano, die zoo dikwyls steunend tus- schenbeide treedt, aangevuld te worden, maar tevens gevoelde men in haar zang, dat zy een krachtige uitmuntende opleiding had genoten. Aan een uitgezochten smaak paarde zy diep gevoel en' uitdrukking. „Het is iets buitengewoon zeldzaams, dat gy op uwen leeftijd en in uwe omgeving, waar gy zoo ver van de muzikale wereld zijt verwijderd zulk een flink ontwikkelde en reeds zoo goed gevormde stem bezit," zei Luc eindelyk, als uit een zoeten droom ont wakende. „Ik heb reeds verscheidene be roemde zangeressen gehoord, die uitmunt ten in het halen van zware trillers, van lastige klankvormingen, die alle muzikale moeilijkheden met glans wisten te overwin nen, maar nimmer heb ik zulk een magni fieke, zulk een wondervol schoone stem ge hoord." „Marcia heeft het ook byzonder goed ge troffen,'antwoordde mevrouw De Laubly. „Eene der meest beroemde artisten van voor twintig jaar, heeft zich, tengevolge van harde beproevingen, teruggetrokken in het klooster, waar mijn nichtje hare opvoeding genoten heeft. Wel was zij nooit op de planken verschenen, maar toch had zy ver scheidene malen op groote concerten de hoofdrol gespeeld, en haar naam is dan ook vermaard in alle steden van het beschaafd Europa. Zy is eene vrouw van hoog aan zien. Na den dood van haar echtgenoot en van haar eenigst kind heeft zij niet meer in het publiek willen optreden en nu ver toeft zij reeds tien jaar in het klooster, waar zij een eenvoudig vertrek bewoont, terwijl zij uit pure goedheid de -religieuzen en de kinderen, die muzikalen aanleg be zitten, met hare raadgevingen en hare les sen ten dienste staat. Opdat Marcia van deze ongehoopte en voortreffelijke lessen zou kunnen profiteeren is zij een jaar langer op school gebleven." „En nu." voegde mijnheer De Laubly er by, „is het tyd, om ter ruste te gaan. Ik hoop, dat gy voorloopig nog onze gast zult biyven, dan kunt gy naar hartelust van de schoone natuur en de omstreken ge nieten." „Ik kan drie dagen blyven. Myn vader heeft my verzekerd, dat ik, zonder onbe scheiden te zyn, vry aan een Bretonsche kasteel mocht aankloppen en dat men mij daar den toegang niet zou weigeren, maar met liefde zou opnemen." „Eenige dagen voor ons huwelijk zijn wij. gedurende ons kort verblyf in Versailles, door uwen vader zeiven allerhartelykst ont vangen." „Woont gy in Versailles?" riep Marcia uit. „Die stad zou ik zoo gaarne kennen. Wat zou het heerlyk zyn. „Pauvre Jacques" te zingen in de melkery van Trianon." „En met eerbiedige hand het klavier der koningin te bespelenUw oom of uwe tante zullen u daar voorzeker met genoegen vergezellen. Mijn vader bewoont met zyne zuster een oud huis in het quartier Saint- Louis en ik. die in Parys in garnizoen lig, ga hem elke week bezoeken." „Ik heb het te druk, om op reis te gaan, beste Luc," antwoordde mevrouw De Laubly glimlachende. „En neef dan? Zou hy niet voor eene korte wy! het werk kunnen laten rusten? Het zou haar zoo nuttig en zoo aangenaam zijn, Indien zy in Bar ijs de muziek kon genieten, die daar tot den hoogsten trap der volmaaktheid is gestegen!" Marcia's oogen schitterden; dit bemerkte Jan. die haai even aanzag. „Ik kan je niet stellig beloven, lieve," zeide hy, „of ik je ooit het genoegen, om veel schoons te zien en te hooren, zal kunnen ver schaffen. Als de oogst goed uitvalt, zullen wy er nog eens nader over spreken- Ondertus- schen, hoe zoudt gy het vinden, indien wij morgen eens een uitstapje maakten naar Di- nan. Lucie zouden wij niet kunnen dejeu- neeren in „de feeënfontein?" „O, ik zal wel voor alles zorgen," antwoordde Marcia opgewonden. „Slaapt gerust, gy allen, terwijl het déjeuner in de onderaardsche ge westen met zorgvuldige hand zal toebereid wordenIk houd erg veel van uitstapjes in de vrye natuur!" Luc was opgetogen, toen hy haar zoo vroo- lyk en zoo kinderlijk zag. Hy zelf telde niet meer dan twee en twintig jaren, maar ook hij gevoelde zich, niettegenstaande zyn bruinen knevel, zijne indrukwekkende stem en zyne militaire houding duidelyk den man verrie den, nog steeds den ouden, openhartigen, vry - moedigen schooljongen. IV. Toen Luc den volgenden morgen ont waakte stond de zon reeds hoog aan het uit spansel. Voor het venster zyner kamer wiegelde een eik zyne breede bladeren op en neder en tooverde ontelbare, grillige schaduwen op de muren en op den erond. Fluks sprong hij uit ie veren en zag verbaasd rondom zioJa. ba nen. Zijn kamer, die hij gisterenavond Dy het flauwe kaarslicht niet goed had kunnen waarnemen, behaagde hem geheel en al. Zy was laag van plafond, had kleine geruite vensters, en droeg een uitbouw, die als alkoof dienst deed, maar zij was ruim en had iets ongemeens. Deze nieuwe, geheel onbekende omgeving had voor den jeugdigen stedeling, by wien zich echter de Bretonsche afkomst nooit verloochend bad, daar hij met hart en nel de vrye natuur beminde en trouw vast hield aan eenige oude gewoonten en gebrui ken, die van vader op zoon waren overge daan, eene aangename bekoorlijkheid, wel- 'icht omdat zij beantwoordde aan zijne in tiemste gevoelens, omdat zij geheel overeen stemde met zijnen smaak en zyne gesteld heid. De meubels waren oud, hier en daar zelfs verminkt; de latafel, styl Lodewijk XV, stond broederlijk naast een grooten leunstoel, uit den tijd van Lodewijk XII en een rust stoel uit het begin van 't keizerrijk. De dra perie, die de dunne kolommen van 't witge- verfd houten ledikant bedekte, vertoonde nog de flauwe overblijfselen van een eertijds smaakvol gebloemd patroon: terwyi een eikenhouten lambriseering to4; op de helft der hoogte reikte, waren de wanden overigens met een grijsachtig papier behangen, waarop nu eens watervallen, dicht begroeide lanen en schilderachtige terrassen met marmeren trappen, dan weer vrouwen in lange tunica's gehuld en styders met hunne yzeren helmen en oorlogsschilden zich aan het oog voor deden. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9