VROUWENRUBRIEK 3 Moeder en Zoon Complets voor den Winter Kussen in den Tunischen haak- steek met verschillende kleuren wol Nagel verzorg ing Recepten Bollen op glazen St. Nicolaas-voorzorgen a 'iW-V V 1I8I- r&:siss:ïiss ï.ïs* •-**»**» :qi. av BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT BLADZIJDE 7 z~. O 6 7 Spiegeltje aan den wand Van bloemen en planten Voor '72 Baby gist'-. V-" I it -fff SffftïrSSSilt: g iSSSiifll Overname uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden. In de verhouding tusschen moeder en zoon zien we heel dikwijls het innigste, dat tusschen ouders en kinderen kan bestaan tot uiting komen, veel meer dan tusschen moeder en dochter. Theoretisch gesproken zouden er bijna geen twee men- schen zoozeer aan elkaar gehecht moeten zijn als deze laatsten: behalve dat ze elkaar als moeder en kind al zoo na staan, zijn ze beiden vrouwen, en hun gevoelens, opvattingen en levensbeschouwingen moe ten dus wel nauw verwant zijn. En toch staan tallooze moeders en dochters, hoe onafscheidelijk ook voor het oog, veel verder van elkaar af dan vele moeders en zoons, die, hoewel ze elkaar lang zoo vaak niet zien, soms zelfs ver van elkaar wonen, zich toch veel nauwer verbonden, veel inniger verwant voelen. De reden, waarom de verhouding tus schen moeder en zoon dikwijls zooveel har telijker, ik zou bijna zeggen, zooveel idyl- lischer, zooveel poëtischer is, ligt erg voor de hand en is heelemaal geen ingewikkeld probleem. Die voortdurende kleine wrijvin gen. die tusschen moeders en bij haar in wonende dochters bestaan, dat gewicht- hechten aan nietigheden en blijven-zeuren over kleine grieven allemaal dingen die heiaas 'n specialiteit van ons vrouwen zijn doen, veel meer dan vermoed wordt, af aan de hartelijke stemming van behaag lijkheid tdie in 't dagelijksch leven tusschen huisgenooten heerschen kan. En met de jongens komen zulke humeur-bedervende vinnigheidjes van jcngsaf aan al weinig of niet voor. Ze mogen al eens onderhan den genomen worden en dan soms niet al te zachtzinnig reageeren, maar hun uit vallen, weer even gauw vergeten, geven toch geen aanleiding tot die blijvende weóerzijdsche prikkelbaarheid, die in 'n samenleving van vrouwen onderling zoo dikwijls de atmosfeer bederven. Jongens worden door de moeder veel minder beknord en bestraft op de echte vit-manier. die tot tegenspraak en opstan digheid prikkelt. Kleine vergrijpen in den geest van stukgevallen kous-knieën of ge scheurde kleeren worden aan de jongens, omdat ze nu eenmaal wilde jongens zijn, veel eerder vergeven dan aan meisjes, die wijzer en verantwoordelijker worden geacht; en het vonnis voor ernstiger ongerechtigheden wordt gewoonlijk opge schort tot de zaak aan vader is voorge legd en overgedragen. Moeder en zoon hebben minder kleine grieven tegen elkaar dan moeder en doch ter, heel hun leven door. En misschien schuilt in die prozaïsche omstandigheid het geheele geheim van de liefelijke poëzie hunner verhouding. De kloof tusschen zijn eigen generatie en die zijner ouders voelt tr jongen veel minder hinderlijk dan het meisje. Ver ouderde opvattingen bij zijn moeder druk ken hem niet zoo, omdat hl) er in zijn opvoeding f. rnmiddellijk de gevolgen van on'' uvir.d' zooals zijn zuster. Hij ver langt in zi n moeder, die immers een vrouw is. ocn t dat volkomen deelen in zijn opvattingen dat meeleven met zijn gedaehtengang, dat de jonge vrouw van tegenwoordig zoozeer in haar mist. De echte moedertrots gaat bijna altijd Uit naar den zoon, vóoral wanneer hij wat ouder wordt,'en dat maakt ook alweer, dat hij het nogal gemakkelijk bij haar heeft en het haar spoedig naar den zin kan maken. De eenvoudige moeder heeft' voor haar veelal meer ontwikkelde zoon een onbegrensde bewondering, meent, <Jat hij zich in niets kan vergissen en 't zelf wel steeds 't beste weet. Zij laat dan ook gewillig en met een soort deemoed zijn eigen zaken geheel aan hem over, wat hem tegenover haar in een veel onafhan kelijker en daardoor al gauw gemoedelij ker en prettiger verhouding plaatst, dan een dochter, wier meerdere de moeder zich levenslang blijft voelen, terecht of ten on rechte. en over wie ze blijft moederen en dikwijls „bazen", ook al is de jongere vrouw zelf hulsmoeder en den middelbaren leeftijd al genaderd. Beweegt de zoon zich op terreinen, waar de moeder hem niet volgen kan, dan dwingt dit haar slechts bewondering af en wordt 't voor haar een bron van eerbiedigen trots doet de dochter hetzelfde, dan staat haar van de moeder gewoonlijk slechts critiek en hoofdschuddende vergelijkingen met eigen jeugd te wachten, en haar „nieuwerwetsche bevliegingen" ontmoeten in plaats van bewondering slechts de nuchterste koel heid. Ligt hieraan in 't geheim misschien de waarheid ten gronde, dat geen enkele vrouw zich door een jongere overvleugeld wenscht te zien, terwijl ze tegen de meer dere prestaties van een man met rustige waardeering en zonder eenige afgunst kan opzien? Maar we zullen ons niet in dergelijke bespiegelingen verliezen. Het is van prac- tisch nut, er eens over na te denken, hoe we moeten doen, om voor onzen jongen levenslang die hoog-vereerde, op de han den gedragen moeder te zijn, die de dich ters bezongen hebben, en die voor alle edele menschenharten de belichaming is der hoogste en zuiverste menschelijke liefde. We bereiken dat alleen, door in alles, van onzen levenswandel en onze grond beginselen tot onze eenvoudigste dagelijk- sche gedragingen toe, een ideaal van vrouwelijkheid voor hem te blijven. Ik wil 't hier niet eens uitvoeriger hebben over ons goede voorbeeld, zóó vanzelfsprekend is het, dat we, waar 't om groote princi- pieele dingen gaat, er voor zorgen, dat onze zoon niets dan goeds en rechtvaar digs van ons leeren kan. Maar er is meer. Het zijn alweer die kleine, schijnbaar on beduidende dagelijksche dingen, die van zoo vèr-strekkende beteekenis kunnen zijn. Niets ondermijnt een ideaal zóózeer, vooral bij jonge menschen, als die onop- houdelijk-optredende, irriteerende kleine vlekjes en foutjes; bittere of ruwe woor den, 'n heel menschelijk tekort aan zelf- beheersching nu en dan. kleinzielige kop- pigheidjes, aanstellerijtjes of gezeur. Zelfs een vereering, op veel dieper liggende deugden gebaseerd, is bij een opgroeiend kind niet bestand tegen die telkens voor komende kleine ergernissen, waarvan de schuld absoluut bij ons ligt! Maar ernstiger nog dan deze kleine zwakheden is een fout, die juist uit de allerbeste bedoelingen voortkomt en waaraan vele van de beste en meest op offerende moeders zich schuldig maken. Dat is; het in overmaat van moederlijk altruïsme zichzelf zóóver wegcijferen en bij de huisgenooten achterstellen, dat we bij onze opgroeiende jongens alle kiemen van ridderzin moedwillig verstikken, in plaats van deze, als een machtigen hulpfactor in de opvoeding, zorgvuldig aan te kwee ken. Ik zal 't daar een volgenden keer nog eens uitvoeriger over hebben. Want we zien dit verschijnsel om ons heen niet maar hier en daar, maar overal waar een werkelijk zorgvolle moeder haar geest van zelfopoffering en dienende liefde uitleeft. Hoe beter ze 't meent, hoe onpaedagogi- scher ze op dat punt te werk gaat tot haar eigen nadeel in later jaren en, wat misschien meer indruk op haar maakt, tot innerlijke schade van haar jongen, dien ze met zooveel bezorgdheid verlangde te koesteren en van allés het beste te geven. Maar de moeder, die al die klippen heeft weten te omzeileh! Wat een won der van sterke liefde, v'an geloof en ver trouwen en vergevingsgezindheid ls ze niet! Wat zelfs de vrouw den man, die haar voor heel het leven van alle men schen het naast is, soms niet vermag te vergeven, weet zijn moeder nog te ver ontschuldigen. „Ik zal meer medelijden met u hebben dan een moeder," zegt God zélf in de H. Schrift, Hij wist, dat geen vergelijking dieper indruk kon maken. „Geen liefde komt Gods liefdg nader" dan die van de trouwe vrouw voor haar innig-geliefden man; maar geen barmhartigheid komt Gods barmhartigheid meer nabij dan die van een medelijdende moeder! MACHTELD Benoodigd van iedere kleur 2 kluwen, van groen 1 kleur Het kussen is 50 cM. in het vierkant. De kleuren van de wol zijn beige, paars, lichtgroen, zwart en oranje. B. p 0 0 B P Zsi G z« p 6 P B O 2> ii G ~P Z-, 3 B 6 P 6 'O <9 f <f J /o /O y Ter verduidelijking geven we een pa- troonteekening van het kussen. Het aan tal steken en toeren is in cijfers aange duid. De verschillende kleuren worden aan gegeven in letters. B is beige. P is paats, G is lichtgroen. Z is zwart, O is oranje. We nemen stevige 4-draads wol en ge bruiken een lange aluminium-haaknaald met knopje op het eind (haaknaald no. Z'/.). Op deze naald kunnen alle 100 steken gehaakt worden. Voor dames, die den Tunischen haaksteek nog niet kennen, volgt hiér de beschrijving. We beginnen met de beige wol en haken 100 ketting- steken; hierop worden de Tunische ste ken gewerkt. Deze steek bestaat uit twee toeren. Den eersten toer werken we, alsof we vaste steken moeten haken, 'we gaa,i echter niet verder dan de helft van den steek, dus als volgt: insteken, de naald door een 1 kettingsteek halen. iSÜiËM No. 4317. Mantel van velours de laine. De vorm is recht, op den rug een halve ceintuur. De nad'en op mantel, mouwen en zakken vormen de gameering. Col van vosbont. De revers zijn evenals de geheele ja pon van lichte crêpe laine. No. 4319. Chic complet. Mantel van Engelsche geruite stof. De ceintuur op den rug wordt door de inkepingen gehaald. De japon heeft schuine tusschenge- zette banen en is evenals de revers uit gevoerd in een lichte kleur fijne wollen stof. No. 4318. Complet laatste model. De mantel van velours de laine is ge garneerd met smalle bontranden, welke alle bij de zakgarneering puntig loo- pen. Japon van marocain, hier bestaat de gameering uit aangeknipte patten, vastgehouden door 'n kristallen knoop. ANEMOON We houden hierbij dus alle lussen, die we maken, op de naald, 't ls wel aan te raden de steken flink hoog op te halen. Zijn we aan 't eind van de kettingsteken gekomen en hebben we dus 100 lussen op de haakpen, dan werken we van links naar rechts den tweeden toer. Hierbij haken we de tweede helft van den vasten steek, d.i. omslaan, den draad door 2 lussen halen. De 3e toer is gelijk aan den eersten, we nemen nu echter in plaats van den kettingsteek de staande lus op. Hebben we 8 toeren met de beige wol gehaakt, dan komen we aan den toer, waarin we beige, oranje, paars, zwart, groen, zwart, paars, oranje, beige moeten gebruiken. Eerst haken we 20 steken met de beige wol; deze draad blijft aan het werk han gen. Nu beginnen we met oranje wol en haken 10 steken, laten daarna den draad los en beginnen met paars, hiervan 8 ste ken; er volgen dan 8 steken zwart. 8 ste ken groen, 8 steken zwart, 8 steken paars, 10 steken oranje en aan het eind weer 20 steken beige. Bij het terughaken der steken gebrui ken we voor beige lussen den Deigen draad, bij de oranje lussen den oranje- draad enz. De draden behoeven dus alleen af en aangehecht te worden, als de kleuren verspringen. Is het haakwerk klaar, dan Met het zacht en blank houden van de handen zelf zijn we nog niet klaar; de nagels zijn van nog veel meer belang. De toestand van onze nagels geeft den graad van onze beschaving te kennen, vergeten we dat niet! En dat heeft niets te maken met huiswerk of financieele omstandig heden: geen waarlijk beschaafde vrouw zal duiden, dat haar hageïs er vuil en onsma kelijk uitzien; ze zal zich liever alle moge lijke moeite en tijdverlies getroosten om ze in orde te houden. Ik moet beginnen met u ernstig te waarschuwen teg^p de mooie manicure- étultjes In alle mogelijke uitvoeringen, die een heel arsenaal van geniepige metalen haakjes, piekjes en schoffeltjes bevatten. Stuk voor stuk zijn het ondingen. Een vijltje is het eenige metalen voorwerp, waarmee we onze nagels mogen aanraken! De meeste menschen hebben de totaal verkeerde gewoonte, de nagelriemen, na ze i netjes neergedrukt en losgepeuterd te heb- I ben, met een schaartje weg te knippen en meenen dan nog, dat ze 't keurig in orde hebben gemaakt. Het mooie resultaat duurt niet langer dan enkele dagen; dan wordt de afgeknipte nagelriem harder, droger en oneffener dan ooit. Nooit of te nimmer mag van den nagelriem iets wor den weggeknipt of gesneden. Het los hou den en terugdrukken na het wasschen is echter ook niet voldoende. We moeten hem met een goed nagelwater in orde houden. Een puntig, maar niet te scherp toegespitst houtje wordt in het nagelwater gedoopt, een heel klein stukje watten wordt er om heen gedraaid, 't wordt weer ingedoopt en daarna gaan we ermee over en tusschen eiken nagelriem, dezen zacht terugduwend. Alle oude, droge velletjes komen dan mee. Daarna worden de handen in lauw water gewasschen. Het is een erg primitieve gewoonte, de nagels eens per week te knippen. Ze moe ten om den dag met het vijltje even inge kort worden en dan met een stukje aller fijnst schuurpapier (dat verkrijgbaar is in den vorm van een vijltje) glad bijgewerkt, wat het werk van een oogenblik is. j De mooiste vorm van nagels is; zacht- afgerond en iets boven den vingertop uit- stekend. Heel stompe, plompe vingers kun nen er echter aanmerkelijk beter uitzien, wanneer de nagels vrij lang en eenigs- zins puntig gedragen worden. Ze moeten dan echter onberispelijk schoon en gaaf worden gehouden, anders is het middel erger dan de kwaal! Velen hebben erg doffe, vale nagels van nature, die er heel wat aantrekkelijker uit gaan zien, wanneer ze een weinigje gepolijst worden. Dit is echter een teer punt. Sommige menschen slagen er in, met een klein beètje onschuldige nagellak zoo iets afzichtelijks tot stand te brengen, dat iemand met wat beter smaak er let terlijk onpasselijk van wordt. Wie rïiet heel handig is, doet beter, een vast glans- poedersteentje te gebruiken, dat zoo zacht is als krijt en dat langs den polissoir of den bal van de hand wordt gestreken, waarover dan de nagels vlug en licht heen en weer gewreven worden. Zoo verkrijgt men een zachten, volkomen natuurlijken glans, die helaas met wasschen weer ver dwijnt, zoodat 't eigenlijk voor dagelijksch gebruik onbegonnen werk is met deze ma nier van polijsten. Vloeibaar nagellak geeft een levendiger glans, die een week of langer blijft, zonder zich aan water of wat ook te storen. Maar we moeten er uiterst voorzichtig mee omgaan om een werkelijk gedistingeerd resultaat te krijgen. We moeten op de eerste plaats zorgen, een heel goed merk te koopen; alleen de beste soorten verkleuren en barsten niet. De nagelriemen moeten heel goed los zijn en de nagels volkomen schoon en glad. Daarna wordt dan met een penseeltje de lak heel dun en gelijkmatig van onder naar boven uitgestreken, zonder den nagel riem te raken. Na een halve minuut is de nagel droog. Ik zou iedereen aanraden, naturel-lak te nemen en geen donker-rose of iets derge lijks. Alleen heel blanke, fijne handen met zeer smalle nagels kunnen die diepe kleur hebben zonder belachelijk te worden. Het oude laagje lak moet steeds ver wijderd worden, eer het nieuwe wordt aangebracht. Dit kan gebeuren met de lak zelf, die er overheen wordt gestreken en dan vlug afgeveegd. Maar er bestaat ook een aparte vloeistof om de lak weg te nemen. Nagels die brokkelig zijn of voortdurend nijnagels vormen, kunnen we verbeteren, door ze eiken avond vijf minuten in warme olijfolie te laten weken, de 'olie te laten intrekken en daarna in plaats van de vin gers af te vegen, een paar gazen nacht handschoenen te dragen, zooals ik in een vorig artikeltje al aanried. EVA wordt dit aan den verkeerden kant, met een vochtlgen doek erop, uitgestreken. Dit gehaakte overtrek staat bijzonder goed op een kussen van paars satinet. SELDERIJSOEP Een kleine knolselderij. 1H L. water 50 gram bloem 50 gram boter 2 maggi-blokjes foelie fijngehakte peterselie 1 eidooier zout Bereiding: Snijd de selderijknol in plakken van 'n pink dikte, schil ze dik af (een bruin randje geeft aan, hoe dik de schil moet zijn). Snijd de plakken in reepjes en deze in nette blokjes. Wasch :e en kook ze gaar in het kokende water mef een stukje foelie. Smelt de boter, veeg de bloem toe en roer dit samen tot een gladde massa. Voeg langzamerhand, steeds roerende, het koude nat toe en laat de soep 5 a 10 minuten doovkoken Verwijder de foelie, doe de bouillonblokjes er in en roer, tot deze zijn opgelost. Doe er de stukjes selderijknol in en maak de soep af met zout en peterselie. Roer den eidooier in een soepterrine, voeg hierbii steeds roerende, eerst voorzichtig en langzaam, later sneller, de kokende soep. VANILLEVLA MET BITTERKOEKJES. L. melk. y, stukje vanille. 1 eidooier. 20 gram maizena. 40 gram suiker. 1 ons bitterkoekjes. Lékkere frissche jam. Bereiding: Roer de Suiker en maizena dooreen. Doe den eidooier er bij, roer dit samen en voeg zoo noodig wat koude melk toe, tot het een volkomen gladde massa wordt. Verdun dit met koude melk. tot ze dun vloeibaar is geworden. Trek de overige melk met de va nille. Breng haar vervolgens aan de kook. Doe de melk voorzichtig by de ei- massa; doe alles terug in de pan en laat de vla roerende binden en gaar worden. Verwijder de vanille. Leg de bitterkoek jes, die even in de kokende melk geweekt zyn, in een vlaschaaltje. Bestrijk ze met jam en giet de vla, wanneer ze half afgekoeld is, onder af en toe roeren, om het vormen van een vlies te voorkomen, over de bitterkoekjes. N. B. Men kan ook laag om laag, bit terkoekjes en vla in 't vlaschaaltje doen, mits de bovenste laag uit vla bestaat. Er is niets zoo opwekkend en voorjaars achtig als bloeiende hyacinthen in de vensterbank, in 't hartje van den winter. De mooiste bloeiende plant, bij den bloe mist gekocht, vermag ons er niet half zoo biy van te overtuigen, dat de lente toch weer in aantocht is, als die zelf gekweekte, vroegste voorjaarsbloemen. Hyacinthen leenen zich verreweg 't best voor 't trekken op glazen. De tulpglaasjes, die men vroeger ook wel zag, verdwijnen hoe langer hoe meer. Wanneer we de bollen koopen, moeten we ons goed overtuigen, dat. ze door en door droog en gaaf zijn. De glazen, die we gebruiken, moeten van boven goed den. bol omsluiten, zoodat deze, wanneer de zware bloem soms hoog opschiet, minder gauw kan kantelen. De koker, die voor de wortels bestemd is, moet byna even breed zijn als het A-el waar de bol op rust en niet naar bovtti al te smal toeloopen. Wanneer we den bol opzetten, vullen we het glas niet tot aan den onderkant van den bol, maar tot ongeveer een centi meter daar beneden. De worteltjes speuren zelf het water wel en komen omlaag; zou het water echter den bol raken, of, erger nog, dien gedeeltelijk omspoelen, dan zal er heusch niets van onze kweekerij terecht komen! Ook bij het verzetten moeten we er goed op letten, dat het water niet door schommelen tegen den bol komt en dezen nat maakt. De glazen met bollen worden daarna in een droge, donkere kast gezet; 's nachts moet die openstaan om wat versche lucht in te laten. De tijd, dien ze daarin moeten doorbrengen, is niet nauwkeurig op te geven. Sommige menschen laten ze er op den dag af zes weken in staan en halen ze daarna eruit, onverschillig, hoever ze ge vorderd zijn. Dat is niet juist. Het hangt vaak af Van het soort bollen, en ook is de eene bol soms onverklaarbaar achterlijk bij den anderen vergeleken. Als regel-kan men de bollen in het daglicht brengen, wanneer de wortels den bodem van het glas rakén en de bloem zich flink gezet heeft. Het is goed, de bollen niet onmiddellijk in een warme kamer te zetten, maar ze een paar overgangsdagen te geven in de keuken of in een kamer, waar maar enkele uren per dag gestookt wordt. Terwijl de bollen in de kast staan, moe ten we ze elke week eens zorgvuldig in- specteeren. Dikwijls blijkt dan. ondanks al onze voorzorgen, de onderkant van den bol toch vochtig geworden of zelfs be schimmeld te z(jn. Droog de natte plek met een zacht flanellen doekje, niet wrij vend, maar heel zachtjes: drukkend, en leg den bol een dag op zijde in het glas, zoodat de lucht bij den onderkant kan komen en dezen drogen. De worteltjes moeten echter zooveel mogelijk in het water blijven hangen. De bloem schiet later soms zóó hoog op en wordt zóó zwaar, dat de heele bol in het glas kantelt. Dit kan men verhelpen door, wanneer 't zoover is, een gewoon mantel-loodje met twee gaatjes aan den onderkant van den bol in 't midden tus schen de worteltjes te bevestigen met twee kleine kopspijkertjes. Naast den bloemstengel zelf steken we een stevige breinaald in den bol, waaraan de bloem tros opgebonden wordt. Men behoeft niet bezorgd te zijn, den bol daarmee te scha den; die houdt het wel uit zoolang de bloei duurt en op glazen in bloei getrokken bollen zijn toch niet meer geschikt om het volgend jaar opnieuw gebruikt te worden, zoodat ze, eenmaal uitgebloeid, rustig kunnen worden weggegooid. CROCUS GOEDKOOPE KNIPPATRONEN van al onze modellen zijn verkrijgbaar aan „Het Patronenkantoor", Postbus no. I, Haarlem. Onbe rispelijke coupe. Dameskleeding in de maten 88. 96, 104 bovenwijdte, 4 f 0.55. Kinderkleeding, alleen voor den in de beschrijving genoemden leeftijd 1 f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor het knippen en naaien, benevens een verkleinde pa troon schets. Franco toezending, direct na ontvangst van bestel ling, met het verschuldigde bedrag aan postzegels ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummer van het model en het blad, waarin het voorkomt, en bovenwijdte. Men meet deze maat rondom hel lichaam, recht onder de armen door. gewoon glad zonder extra toegift, De weg naar het hart van de moe der gaat over het kind; en voor onze getrouwde vriendin, die zoo'n klein peu- tertje bezit, of mogelijk binnenkort be zitten zal, is er daarom geen aardiger en meer welkom cadeautje te beden ken dan een echt aar.trekkeiyk baby artikeltje. Deze slabbetjes met gehaakte inzet- seïtjes zijn wel heel fijn en apart en weer eens iets anders dan de eeuwig met kruissteek gewerkte. We gebrui ken het hecl-fijne, zijde-ach;ige D. M C.-haakgaren, no. 80 of 100, en een sta len haakpen no. 12. «8- - Voor het inzetseltje met de kuiken tjes zetten we 65 lossen op. 1ste toer; 1 stokje (st.) in de 8ste losse .(IJ, ver der steeds 2 1., 1 st. Hierdoor ontstaan 20 open hokjes (0. h.). 2de en 3de toer: als toer 1; steeds aan 't eind omdraaien met 5 1. 4de toer: 5 o. h., 4 st., waardoor een gevuld hokje (g. h.) ontstaat, 14 o. h. 5de toer: II o. h., 5 g. h., 4 o. h, 6de toer: 3 o. h., 2 g. h„ 1 o. h., 5 g. h„ 9 o. h. 7de toer; 8 o. h., 9 g. h„ 3 o. h. 8ste toer; 3 o. h„ 5 g. h., 2 o. h., 3 g. h., 3 o. h„ 1 g. h., 3 o. h. 9de toer: 3 o. h., 1 g. h„ 2 o. h., 3 g. h., 1 o. h„ 6 g. h., 4 o. h. 10de toer; 6 o. h., 4 g. h., 1 o. h., 6 g. h., 3 o. h. 11de toer; 6 o. h., 3 g. h., 1 oil., 4 g. h., 6 o. h. 12de toer; 6 o. h., 4 g. h„ 1 0. h., 3 g. h., 6 o. h. 13de toer: 3 o. h., 1 g. h„ 1 o. h., 9 g. h., 6 o. h. 14de toer: 7 o. h„ 6 g. h„ 2 o. h., 1 g. h., 4 o. h. 15de toer; 8 o. h., 5 g. h., 7 o. h. 16de toer; 7 0. h., 3 g. h., 10 o. h. 17de tot en met 21ste toer; 20 o. li. 22ste toer als 4de toer. En zoo voort. Het patroontje m§t de huisjes en boompjes wordt als volgt bewerkt: 59 1. opzetten. 1ste toer; 1 st. in de 8ste 1., verder steeds 2 1., 1 st., tot er 18 open hokjes zijn. 2de en 3de toer: 18 o. h. 4de toer: 8 o. h., 3 g. h., 7 o. h. 5de toer: 2 o. h„ 1 g. h„ 4 o. h., 5 g. h„ 6 o. h. 6de toer: 4 0. h., 7 g. h., 4 0. h.„ 1 g. h„ 2 o. h. 7de toer: 2 o. h., 14 g. h„ 2 o. h. 8ste toer als 6de; 9de toer als 5de; 10de toer als 4de; 11de, 12de en 13de toer: 18 te? 1 st., 1 g. h„ 3 o. h., 3 g. h., 3 0. h. 17da toer: 3 o. h., 3 g. h„ 3 o. h., 1 g. h., 1 st. I 1„ 3 g. h. 4 o. h. 18de toer: 4 o. h„ 3 g. h., 1 1., 1 st., 7 g. h., 3 o. h„ 19de toer: 3 o- h., 2 st., 1 1., 6 maal 1 St., 1 1., 2 g. h„ 1 st., 1 1., 3 g. h., 4 o. h. 20ste ■mmaiü Urn hi* toer ais 19de, maar m omgekeerde volgorde; 21ste toer geheel als 19de toer; 22ste toer als 18de toer; 23ste toer als 17dê; 24ste als 16de; 25ste als 15de; 26ste als 14de; 27ste, 28ste en 29ste toer: 18 o. h. 30ste toer als 4de toer. En zoo voort. Wanneer haakwerk en slabbetje beide klaar zijn, gaan we het haakwerk inzetten. Dit is een heel precies werkje, wil na het wasschen een en ander niet leelijk scheef gaan trekken. De vakkun dige manier is als v-olgt; Leg het slabbetje (dat zooveel moge lijk op den draad genaaid moet zijn) plat uit op een strijkplank, waarover een dik stuk deken is gelegd, waarin w»> bij het spannen spelden rechtop kunnen o. h. 14de toer: 6 o. h., 1 g. h„ 11 0. h. 15de toer: 3 o.h., 7 g. h., 1 st., 1 1., 2 g. h., 5 o.h. 16de toer: 2 o. h„ 5 g. h., I steken. Span het haakwerk op het slab betje, juist zooalshet moet komen, en steek langs alle randen ervan spelden, een ell. van elkaar. Trek nu langs het haakwerk een zacht potloodlijntje, heel precies op deD draad. Neem het haak werk weg en merk den 5den of 6den I draad (dit hangt af van de grofheid van het linnen) buiten de potloodstreep, aan alle vier de kanten. Deze draden werden uitgetrokken, maar niet tot de randen van het slabbetje, slechts in een recht hoek, die overal hetzelfde aantal draden grooter is dan de potlood-rechthoek, wérk nu aan den goeden kant in fes- tonneersteken, steeds instekend in den uitgetrokken draad en uitkomend op de pohoodlijn. Het koordje der festonneer- steken komt natuurlek aan de binnen zijde van den rechthoek. Is dit gebeurd, knip dan den rechthoek binnen het fes- tonnecrwerk uit; er is nu een opening, die precies even groot is als het haak werk. Vouw het inzetseltje precies in tweeën om het juiste midden te weten, hecht dit in het midden van den gefes- tonneevden bovenrand vast, er voor zor gend, dat de hoeken overal goed passet). Naai het haakwerk nu aan den ver keerden kant met heel fijne steekjes vast, telkens één draadje van het haak werk en één van het festonneerwerk opnemend. Pers het werk daarna op, waardoor de naaisteekjes onzichtbaar worden,, en het zal er aan den verkeer den kant even keurig uitzien als boven op. VETERAAN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 14