Binnenlandsch Nieuws
FAAM
VOOR DE HUISKAMER
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT DONDERDAG 22 NOVEMBER 1928
BLADZIJDE 2
Staten Generaal
Tweede Kamer
Herziening der
Gemeentewet
De rechtsverhoudingen van
Handelsagenten en
Handelsreizigers
Behouden natuur- en
stedenschoon
Besmettelijke ziekten
De gesties van sommige
advocaten
Besmetverklaring
DE STAATS
BEGROOTING 1929
De cijfers duiden het
anders uit
De Ned. centrale vereeniging
tot bestrijding der
tuberculose
Intellectueele samenwerking
De financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeenten
De Centrale Filmkeuring
Jhr. mr. Ch. Ruys de
Beerenbrouck
L0U8S D0B8ELMANN-ROTTERDAM
De instelling van een
wegenpolitie bepleit
Drinkwaterleiding
„De Tien Gemeenten"
Annie
Bij den aanvang der vergadering van de
Tweede Kamer werd gisterenmiddag op voor
stel van den voorzitter, den heer Schaper, be
sloten na de begrooting van Arbeid te be
handelen het wetsontwerp tot verlenging
van den geldigheidsduur van het opschor
tingswetje betreffende de vaccinatie.
Aan de orde was daarna de stemming over
het artikel betreffende de vrijwillige burger
wachten en den vrijwilligen landstorm.
Het artikel werd aangenomen met 44 tegen
23 stemmen.
Daarna werd voortgezet de behandeling
der begrooting van Arbeid, Handel en Nij
verheid.
De heer KORTENHORST (R. K.) be
spreekt het economisch beleid van den Mi
nister. Spr. wijst op de organisatie door het
Rijk van belangengemeenschappen door vo
rige ministeries ondernomen, hij doelt hier
o m. op de Staatscommissie voor de econo
mische politiek en is van meening, dat deze
commissie het bedrijfsleven heeft belemmerd.
Deze commissie onderzoekt nog steeds ver
schillende zaken, waaromtrent de Minister
reeds tot een oordeel gekomen is.
De taak van den Minister is niet alleen
het contact, te onderhouden met de verschil
lende commissies, maar ook o.a. het steunen
van verschillende takken van volksbestaan.
Het apparaat om geschikte handelsverdra
gen te kunnen sluiten, nl. het dubbel tarief,
ontbreekt nog altijd. De publicaties over onze
nijverheid zijn zeer onvoldoende. Tal van
beunhazen hebben zich geworpen op de pu
blicatie van allerlei gegevens en hebben
daarmede geldelijke bedoelingen. Het ware
beter als de Regeering deze voorlichting ter
hand nam. Het departement van Buitenl.
Zaken heeft zijn persdienst, waarom niet het
departement van Arbeid, Handel en Nijver
heid? Naast deze publiciteit is er nog een
interessante taak weggelegd voor den Minis
ter, die naar spreker's meening al te
lijdelijk is tegenover de economische kwes
ties, die de Volkenbond opwerpt. Die econo
mische kwesties schijnen te veel verlegd te
zijn naar Buitenlandsche Zaken.
Is de invloed, die van den minister uitgaat
bij het sluiten van handelstractaten wel
overheerschend of hebben andere departe
menten meer invloed dan hij? Ook is de in
vloed van Handel en Nijverheid niet groot
genoeg bij verschillende financieele ontwer
pen. Dit is om. het geval geweest bij de
wegenbelasting, waarbil toch de handel zeer
nauw betrokken was. Hetzelfde geldt bij Wa-
terstaatsontwerpen. aanleg van kanalen, wij
ziging van post- en telefoontarieven enz. Het
wetsontwerp op de naamiooze vennootschap
pen was er een voorbeeld van, dat in het
kabinet over dezen minister wordt heenge-
loopen. Is het contact t-sschen de verschil
lende afdeelingen op 's m-.iisters departement
ook wel effectief genoeg? Spr. hoopt in ieder
geval, dat in de toekomstige regeering de in
vloed van den minister van Handel en Nij
verheid vee! grooter zal zijn dan thans het
geval is.
De heer JOEKES (V. D.) dient een motie
in. waarin een onderzoek wordt gewaagd
naar een middel waardoor een iaarliiksche
vacantie voor hen, die in loondienst zijn, met
behoud van loon, wordt bevorderd.
De motie-Joekes zal op een nader te be
palen dag worden behandeld.
De heer BOON (V. B.) acht het zeer be-
rijpelijk, dat de minister zich blijft verzetten
tegen ratificatie van de conventie van
Washington.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.)
zegt dat men niet rechtvaardig is als men
den minister onvruchtbaarheid verwijt en
wijst op de vele onderwerpen die deze minis
ter aan de orde heeft gesteld. Spr. bespreekt
verder de medezeggenschap.
De Minister van Arbeid. Handel en Nijver
heid, de heer SLOTEMAKER DE BRUiNE.
meent dat de heer Drop geen rekening heeft
gehouden met de financieele en economische
omstandigheden van de laatste tijden. Men
kan aan iederen minister van financiën en
aan iederen minister van arbeid de vraag
stellen hoe het onder deze omstandigheden
en met zulke eischen, welke allemaal gesteld
zijn. nog goed financieren is. Den heer Braat
deelt spr. mede, dat de invaliditeitspremles
noodig zijn om de obligo's der fondsen te
dekken. De heer Drop zeide. dat er vele
klachten zijn van de bakkers, de slagers en
de typografen over de slechte toepassing van
de arbeidswet. Spr. betreurt, dat deze geval
len niet in zijn kabinet zijn behandeld, zij
waren voor spr. nieuw.
Met de invoering van de arbeidswet moet
men toch rekenen met een noodzakelijken
stilstand met het oog op den toestand van
het bedrijfsleven. Men moet ook een open
oog er voor hebben, dat de arbeidswet meer
en meer wordt toegepast naarmate het be
drijf ziCh herstelt. Aan de orde ls ook ge
steld de regeling der werktijden van winkel
personeel. De samenkoppeling van winkel
sluiting en werktijdenbesluit acht spr. nood
zakelijk met het oog op de contróle en om
zoo ver mogelijk te kunnen gaan. Er is over
geklaagd, dat de minister niet heeft voorge
steld bescherming van volwassenen in den
landbouw. Voor een minister ls echter niet
alleen noodig voortvarendheid, maar ook be
leid. Er is langen tijd niets gebeurd en thans
stelt spr; 2/3 voor. Er is dus z.i. reden tot
eenige waardeering.
Spr. erkent de mogelijkheid van vacantie
voor den loonarbeider, doch acht den tijd
voor wettelijke regeling nog niet gekomen.
Wat betreft de Instelling van een commis
sie voor de onvolwaardige arbeidskrachten
is spr. reeds bezig een lijst van leden samen
te stellen en een opdracht te formuleeren.
Spr. komt nu tot de bedrijfsorganisatie, op
welk terrein hij de critiek van den heer Kui
per ontmoet. Hij zou niet doortastend zijn.
Spr. echter wijst op hetgeen tot stand is ge
bracht en deelt mee dat de arbeidsbemidde-
lingswet vandaag of morgen komt.
Wat de bedrijfsorganisatie betreft conclu
deert spr.. dat de heer Kuiper, blijkens het
prae-advies aan den Partijraad van de R. K.
Staatspartij in 1928, even voorzichtig is als
spr.
Over het betoog van den heer Kortenhorst
heeft spr. zich verbaasd, vooral omdat het
werd gehouden in het vierde jaar van de
minlsterieele periode en omdat het eigenlijk
het geheele kabinet gold. Over hetgeen in
den Ministerraad wordt besproken kan spr.
niets meedeelen, maar de feiten bewijzen, dat
spr 's departement bij economische aange
legenheden wel degelijk invloed uitoefent.
De kwestie der voorlichting zal spr. onderzoe
ken. Aan zijn departement is een zeer nauwe
samenwerking tusschen de afdeelingen.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten.
Bij de afdeeling Arbeid voert mej. Meijer
(R. K.) het woord. Spr. wenscht goed aan
vangsonderwijs voor blinden, waarvoor leer
plicht niet mogelijk is, daar het aantal blin
den klein is en de scholen dus tot enkele
centra moeten blijven beperkt. De overheid
kan het onderwijs mogelök en gemakkelijk
maken, o.a. door subsicwe aan internaten
per dag en per kind. Spr. heeft het altijd
betreurd, dat het vakonderwijs voor blinden
niet wordt gesubsidieerd op den voet van het
nijverheidsonderwijs. Een verkoopcentrale
voor de producenten door blinden vervaardigd
zou een uitstekend afzetgebied kunnen vinden
in het rijksinkoopbureau.
De heer LOERAKKER (R. K.) dringt aan
op regeling van den arbeidsduur voor vol
wassen landarbeiders. Nadeelige gevolgen
voor het bedrijf zijn daarvan niet te ver
wachten.
De vergadering wordt te 6 uur verdaagd
tot Donderdag 1 uur.
BU de Tweede Kamer ingediend
Thans is bij de Tweede Kamer een wets
ontwerp ingediend tot herziening van de
Gemeentewet.
Aan de Memorie van Toelichting is het
volgende ontleend
In de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag van de afdeeling der
Tweede Kamer naar aanleiding van Hoofd
stuk V der Staatsbegrooting voor 1928 deelde
de Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw mede, dat het in zijn voornemen
lag het ontwerp, ingediend bij Koninklijke
Boodschap van 17 Juli 1923 In te trekken
onder gelijktijdige indiening van een nieuw
ontwerp tot wijziging en aanvulling der
Gemeentewet.
Reden hiervan is, dat juist de belang
rijkste wijzigingen van dit wetsontwerp niet
diermate noodzakelijk worden geacht, dat zij
verandering van het beproefde stelsel dei-
Gemeentewet zouden wettigen.
Overigens ls een dankbaar gebruik ge
maakt van de vele verbeteringen, die het
ontwerp-Ruys de Beerenbrouck in overwe
ging gaf-
Ook waar het in een beginsel-kwestie, als
die van benoembaarheid van vrouwen, partij
koos, is dit ontwerp gevolgd. Slechts op twee
punten zijn de ontworpen regelingen van
groote beteekenis door geheel andere ver
vangen. Het betreft de samenwerking tus
schen de gemeenten en de vereeniging en
splitsing van gemeenten en andere wijziging
harer grenzen.
Zooals in de bedoelde Memorie van Ant
woord als bekend is gememoreerd, heeft de
Minister aanvankelijk tot drie, later uitge
breid tot vijf burgemeesters het verzoek ge
richt om, met een hoofdambtenaar van zijn
departement, voorstellen te doen nopens wet
telijke regeling van samenwerking van ge
meenten. Nadat bedoelde burgemeesters hun
advies hadden uitgebracht, heeft de Minis
ter hen nader uitgenoodigd hem van
voorlichting te dienen nopens de vraag, of
nu de bepalingen betreffende samenwerking
van gemeenten aan een herziening worden
onderworpen, de voor de grenswijzigingen
geldende wettelijke regeling ongewijzigd kan
blijven
De Minister heeft gemeend, den met groote
bereidwilligheid en uitmuntende zaakkennis
door bedoelde burgemeesters verrichten
arbeid, behoudens enkele afwijkingen van
ondergeschikt belang, ten grondslag te mogen
leggen aan zijn voorstellen ten deze.
Over het ontwerp ls het advies van Gede
puteerde Staten der onderscheidene provin
ciën en van de Vereeniging var» Nederland-
sche Gemeenten ingewonnen.
In toenemende mate wordt in het
gemeentelijk leven behoefte gevoeld aan
samenwerking tusschen gemeentebesturen.
Het gebied der samenwerking wordt
voornamelijk beheerscht door de artikelen
121 en 122 der Gemeentewet.
Wat den inhoud der te treffen regeling
betreft, heeft de Minister zich op het
standpunt gesteld, dat de wet zelve slechts
een minimum-inhoud moet aangeven.
De richtlijnen hebben ten doel te waar
borgen, dat de rechten en belangen der
onderscheidene samenwerkende gemeenten
nauwkeurig en billijk tegen elkander worden
afgewogen (getuige b.v. de bepaling, dat de
verschillende gemeenten In den regel in het
gemeenschappelijk bestuur moeten zijn ver
tegenwoordigd) en er tegen te waken, dat
de commissie c.q. het zelfstandig lichaam
met zijn eigen orgaan aan de zelfstandige
rechten der onderscheidene gemeentebestu
ren zou tekort doen
In zeer vele gevallen zal ongetwijfeld de
gemeenschappelijke regeling door vrijwillige
samenwerking van de daarbij betrokken
gemeentebesturen tot stand worden ge
bracht. Doch het zal ook voorkomen, dat
één of meer gemeentebesturen de gevraagde
medewerking niet wenschen te verleenen. De
vraag of in zoodanig geval de medewerking
door een hooger gezag moet kunnen worden
afgedwongen, beantwoordt de minister be
vestigend evenals deze andere vraag of dat
hooger gezag tevens de bevoegdheid moet
hebben om bij de vaststelling van een
intercommunale regeling af te wijken van
het ontwerp, dat de gemeente of gemeenten,
van welke het Initiatief uitging, hadden
opgemaakt.
Een algemeen ongunstigen indruk nopens
de toepassing der preventieve hechtenis heeft
de minister niet verkregen
Wat de wet op de naamiooze vennoot
schappen betreft, is spoedig te verwachten 't
advies der commissie, die onderzoekt de
kwestie der publicatie van de jaarstukken
met het oog op besloten- of familie-vennoot
schappen. Na ontvangst hiervan zal de mi
nister onverwijld zijn standpunt bepalen.
Wat betreft den verkoop op afbetaling
denkt de minister zich een regeling niet in
dien zin, dat huurkoop wordt verboden, doch
zoodanig, dat bezwaren zooveel mogelijk wor
den ondervangen Als een voornaam bezwaar
wordt terecht aangevoerd, dat den huurkoo-
per alles zonder vergoeding weer kan wor
den ontnomen op het oogenblik, dat hij, na
lang voortgezette afbetaling, voor een klein
deel In gebreke blijft. De minister neemt deze
materie in verdere studie.
Dee instiling van een commissie tot her
ziening var» het fiscaal strafrecht en straf
procesrecht is eerstdaags te verwachten.
Wat den stemplicht aangaat, deelt de mi
nister mede:
In 1927 zijn over het geheele land schuldig
verklaarde ter zake van kieswetovertredingen
2529 mannen en 3863 vrouwen, onder wie
resp. 197 mannen en 298 vrouwen, die werden
schuldig verklaard zonder oplegging van
eenige straf. Een transactie werd aangegaan
door 1008 mannen en 2395 vrouwen. Deze
cijfers, verstrekt door het Centraal Bureau
voor de Statistiek, zijn niet volledig, omdat
in 1927 niet alle zaken afliepen.
een vereeniging, die voor 189 plus 81 kin
deren zorgt, in de oogen van het groote
publiek met den eerepaim gaat strijken, dan
mag het publiek ook wel eens vernemen, aan
wier hoede eenige duizenden kinderen wor
den beschouwd.
De minister van Justitie deelt In de Memo
rie van Antwoord op het V.V. der Tweede
Kamer Inzake 'de Justitie-begrooting mede,
dat, wat aangaat het als wensehelijk voorge
stelde verbod om reizigers uitsluitend tegen
provisie in dienst te nemen, hij nog gelegenheid
hoopt te vinden de indiening van een wets
ontwerp betreffende de rechtsverhoudigen
van handelsagenten en handelsreizigers te
bevorderen. Daardoor komt ook de kwestie
van de provisie aan de orde, al is hiermede
niet gezegd, dat een verbod als hiervoren
bedoeld, in het ontwerp zal worden voorge
steld
De gemeenteraad van Delft heeft thans,
nadat ongeveer 7 uur over dit onderwerp was
gedebatteerd, met 16 tegen 13 stemmen be
sloten niet tot demping van het Achterom
over te gaan.
Tegen deze plannen hadden vele vereeni-
gingen In den lande tot behoud van natuur -
en stedenschoon met adressen geprotesteerd.
In Stci-t. 228 wordt medegedeeld eene op
gave van het aantal aangegeven gevallen van
besmettelijke ziekten, over de week van 11
tot en met 17 November 1928.
In deze week werd afgeleverd: door de
entstofinrichting te Amsterdam koepokstof
voor 499 personen; te Rotterdam voor 112
personen: te Groningen voor 4 personen;
totaal voor «15 rersonen.
In de week van 11 tot en met 17 Novem
ber 1928 zijn geen gevallen van encephalitis
na inenting ter kennis van het Staaatstoe-
zicht op de Volksgezondheid gekomen.
Een medcdeeling van den minister van
Justitie
De minister van Justitie deelt in de Me
morie van Antwoord op het V, V. der Twee
de Kamer betreffende de Justitie-begroo
ting mede, dat ook hij niet zonder bezorgd
heid heeft gezien, dat in den laatsten tijd op
de gestie van advocaten bedenking moest
vallen. Men hoede zich echter voor genera
lisatie.
Een ontwerp van een nieuw reglement met
de bedoeling om de tucht en discipline over
de advocaten meer effectief te maken, is in
vergevorderden staat van voorbereiding.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, overwegende, dat volgens ingeko
men ambtsberichten, gevallen van pest zijn
voorgekomen te Beyrouth (Syrië), heeft de
haven Beyrouth (Syrië) besmet verklaard
wegens pest.
Memorie van Antwoord inzake het
Hoofdstuk: Justitie
Aan de Memorie van Antwoord op het V.V.
der Tweede Kamer inzake de Justitiebegroo-
ting voor 1929, wordt het volgende ontleend:
Van de instemming, betuigd met de aange
kondigde herziening van het huwelijksgoe
derenrecht, nam de minister met voldoening
kennis. Dat echter het Inzicht van den mi
nister in de „eischen van den tijd" op dit
stuk niet overeenstemt met dat, hetwelk
wordt ontwikkeld door de leden, die ln de
herziening van het huwelijksgoederenrecht,
mede de verhouding van de ouders tot de
kinderen willen betrekken, hebben deze le
den niet ten onrechte verondersteld. De mi
nister sluit zich liever aan bij de leden, die
eerbiediging van de Christelijke grondslagen
van het huwelijk vooropstellen en op de
wenschelijkheid van de handhaving van de
eenheid van het huwelijk vooropstelden en
op de wenschelijkheid van de handhaving
van de eenheid van het huwelijk wezen. Bin
nen dit laatste kader kan intusschen vallen
een herziening van de bepalingen omtrent
de handelingsonbevoegdheid van het ge
huwde vrouw Mede biedt de herziening van
het huwelijksgoederenrecht een goede ge
legenheid bepalingen in overweging te nemen
ter snellere verwezenlijking van den plicht
van den man in de huishoudelijke behoeften
te voorzien.
Voorts is m de lün van de in het rapport
van den Nationalen Vrouwenraad kenbaar
gemaakte wenschen zeer binnenkort de in
diening te verwachten van een ontwerp tot
herziening van de procedure inzake den uit-
keeringsplicht ingevolge de artikelen 344, a
en f, van het Burgerlijk Wetboek.
Als er sprake is van verzorging der mis
deelde of misdadige jeugd, heeft iedereen,
aldus „de TUd" terstond de woorden: „pro
Juventute" op de lippen, 't Is alsof de ver
eeniging van dezen naam het leeuwenaan
deel dier verzorging op haar schouders
heeft.
De cijfers duiden het evenwel anders uit.
De „Statistiek van de toepassing der kin
derwetten over het jaar 1926" bevat o.a.
een staatje, aangevend, wat de vijf grootste
vereenigingen op dat gebied presteeren.
Daaruit blijkt, dat toen verzorgd werden
door:
Voogdij- Regeerings-
kinderen kinderen
R.K. Ver. „Liefdewerk
v. Kinderbescherming"
(54 afdeelingen): 4109 164
Ver. „Klnderzorg" (21
afdeelingen)2176 6
Ver. tot Steun van ver
waarloosden en geval
lenen (hoofdbestuur
en 29 afdeelingen): 605 13
„Pro Juventute" (14
afdeelingen): 189 81
Ver. tot opvoeding van
halfverweesde, ver
waarloosde kinderen
ln het hulsgezin (8
afdeelingen)140
Een eenvoudige optelling leert ons, dat
het „Liefdewerk voor Kinderbescherming"
dat een onderafdeeling is der St. Vincen-
tiusvêreenlging, in zijn eentje meer kinde
ren verzorgt dan de vier andere samen. De
totalen zijn resp. 4109 tegen 3110 en 163 te
gen 100.
Nu gunnen wij „Pro Juventute" gaarne
zijn roem, maar we meenden toch even te
mogen belichten, dat van andere zijde ook
nog wel wat voor de jeugd gedaan wordt.
Bescheidenheid is een schoone deugd, maar
als de beoefening daarvan hiertoe voert, dat-
Het zilveren jubileum
Te 's-Gravenhage is gisteren het congres
ter gelegenheid van het 25.jarig bestaan
van de Nederlandsche centrale Vereeniging
tot bestrijding der tuberculose gehouden, on
der voorzitterschap van arts J. D. Hefting.
Het congres werd bijgewoond in de eer
ste plaats door H. M. de Koningin-Moeder,
die van het begin af beschermvrouwe van
de vereeniging is geweest.
Voorts waren aanwezig de Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid, prof. Slote-
maker de Bruine, de burgemeester van
's-Gravenhage, mr. J. A. N. Patijn, de sc
ore taris-genei-aal van het departement van
Arbeid, H. en N., mr. Scholtens, de dir;c-
teur-generaal van de Volksgezondheid, dr.
Lietaert Peerbolte, generaal.majoor Schrij
ver, Inspecteur van den Geneeskundigen
Dienst der Landmacht, dr. N. M. Josephus
jitta, professoren Nolen, Aldershoff, Baart
de la Faille e.a. en als vertegenwoordiger
van het buitenland dr. F. Humbert, adj-
secretaris-generaal van de Union Interna
tionale contre la Tuberculose, uit Parijs,
dr. A. H. Macpherson, medical super
intendant (Engeland), dr. Evrot, adj. chrec-
teur van het comité national de défense
contre la tuberculose (Frankrijk), dr. J. Os.
tenfeld, dii-ecteur van de Deensche Tuber,
culosebestrijdingsvereeniging en dr. Helm,
secretaris-generaal van het Duitsche Cen
traal Comité tot bestrijding der tuberculose.
De voorzitter der vereeniging, de heer
J. D. Hefting, heette de aanwezigen har.
tèlijk welkom en sprak zijn bijzondere
waardeering uit over de aanwezigheid van
H. M. de Koningin-Moeder, beschermvrouwe
der Vereeniging.
Hij herinnerde aan het vele dat door de
Koningin-Moeder is gedaan ten bate der
tuberculosebestrijding en vertrouwde op
haar verderen steun.
Vei'der verwelkomde hij den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid en andere
autoriteiten.
Thans zijn ruim 700 vereenigingen en
ongeveer 150 andere instellingen aangeslo
ten bij de Nederlandsche Centrale Vereeni.
ging tot bestrijding der tuberculose, waartoe
het oorspronkelijke Nederlandsche Centraal
Comité werd omgevormd.
Vervolgens voerde de Minister van Ar-
beid, Handel en Nijverheid, prof. Slotema.
ker de Bruine het woord.
Spr. deelde o.m. mede, dat bij koninklijk
besluit van 12 November de voorzitter arts
J. D. Hefting, en de secretaris, dr. J. B. van
Gils, zijn benoemd tot officier in de Oranje
Nassau-orde als waardeering voor den ar-
heid van /deze functionarissen en van de
geheele Centrale Vereeniging.
Nadat nog verschillende sprekers het
woerd gevoerd hadden, hield prof. dr. W.
Nolen een voordracht over het verleden
der tuberculosebestrijding.
Het congres werd daarna geschorst.
Te twee uur werd de bijeenkomst her
opend.
Het woord werd gevoerd door dr. B. H
Vos, geneesheer-dirceteur van het Sanato
rium te Hellendoorn, die een voordracht
hield over
Het heden der tuberculosebestrijding.
Ten slotte heeft dr. W. Bronkhorst, ge
neesheer-directeur van het Sanatorium
„Berg en Bosch" te Apeldoorn een voor
dracht gehouden over:*
De toekomst der tuberculosebestrijding in
Nederland.
De deelnemers aan het congres werden te
5 uur namens den Minister van Arbeid, H.
eh N.. die in verband met de Kamerzitting
verhinderd wasaanwezig te zijn, ontvangen
op het Departement door den secretaris
generaal mr. A. L. Scholtens. Onder de ge-
tioodigden bevonden zich de voorzitter der
Eerste Kamer en de oud-gouverneur-generaal
van Ned.-Indië. mr. D. Fock en voorts ver
scheidene hoofdambtenaren van de depar
tementen van Arbeid en Onderwijs. Verder
de oud-minister van Arbeid, H. en N. Ir. van
IJsstelsteyn.
Mr. Scholtens herinnerde met een enkel
woord aan hetgeen de Centrale Vereeniging
tot op heden heeft weten te bereiken.
Spr. hoopte, dat bij het 50-jarig bestaan
der vereeniging de sterfte der tuberculose
tot nul zal zijn gereduceerd.
De voorzitter, de heer Hefting, dankte met
een kort woord en uitte de hoop, dat de
goede samenwerking met de Overheid mag
worden bestendigd.
De Nederlandsche commissie voor intel
lectueele samenwerking heeft dezer dagen te
's-Gravenhage een algemeene vergadering
gehouden.
De commissie besloot o m. op verzoek der
C.I.C.I.. waaraan dit onderwerp door den
Volkenbond is opgedragen, haar aandacht
te gaan wijden aan maatregelen, waardoor
het onderwijs over het werk en het doel van
den Volkenbond op de Nederlandsche scho
len kan worden bevorderd; en verder om een
klein geschrifje uit te geven over het werk
der Nederlandsche Commissie in denzelfden
trant, waarin dit door de Amerikaansche
commissie is gedaan.
De vergadering werd bijgewoond door dr.
J. E. baron De Vos van Steenwijk, chef der
afdeeling natuurwetenschappen aan het
I.I.C.I., te Parijs.
Een plan van den wethouder van financiën
te Emmen
De heer Gorter, wethouder van financiën
van Emmen heeft, om tegemoet te komen
aan de gemeenten, die thans reeds ondraag
lijke belastingen moeten heffen, met instem
ming van B. en W-, een plan ontworpen tot
verstrekking van een nooduitkeering gedu
rende de jaren 1929 en 1930 aan gemeenten
die meer belasting heffen dan Batenburg,
dat no. 950 op de ranglijst van den belasting
druk heeft. Dit cijfer is gekomen, omdat dan
de geleidelijke stijging in eens piramidaal
wordt. De heer Gorter wenscht, dat de 133
gemeenten, die een hooger rangnummer heb
ben dan Batenburg en waarvan 25 in Drente
liggen, een gelijke belasting te doen heffen
als Batenburg. Het bedrag wat zij door die
verlaging minder zouden ontvangen, ver
strekt het Rijk. De kosten bedragen per jaar
rond 1.700.000. Wanneer men no. 950
vervangt door 1000, de gemeente Doetinchem,
zullen de kosten per jaar ongeveer een mil-
lioen gulden bedragen.
Het in het voornemen van het gemeente
bestuur van Emmen ernstige pogingen te
doen bij de autoriteiten, om langs dezen weg
de moeilijke positie van vele gemeenten ver
beterd te krijgen. De nooduitkeering zou
slechts moeten gelden totdat de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de gemeen
ten gewijzigd is.
Van 12 tot 17 November zijn 107958 meter
fiim gekeurd.
Nieuwe producties: gekeurd: 71 films,
lengte 43492 meter, 7 coupures in titels en
scènes. Toegelaten A (voor alle leeftijden);
Journaals, actualiteiten, sport, prop., landen
en steden, 38 films, lengte 11830 meter. Kleine
films a 2 acten) meest komische, 19 films,
lengte 5829 meter). Groote films (hoofdnum
mers), 2 films, lengte 3118 meter. Toegelaten
B (boven 14 jaar): kleine films (1 a 2 acten)
2 films, lengte 1140 meter. Groote films
(hoofdnummers) films, lengte 15020 meter.
Toegelaten C (boven 18 jaar). Kleine films (1
k 2 acten) 1 film, lengte 809 meter. Groote
films (hoofdnummers) 3 films, lengte 5746
meter
Oude producties. Gekeurd: 63 films, lengte
64466 meter. 2 coupures in titels. Toegelaten
A (voor alle leeftijden) Journaals ed., 20
films, lengte 7958 meter. Kleine films (1 a 2
acten) 15 films, lengte 7160 meter. Groote
(hoofdnummers) en films, lengte 15020 meter,
Toegelaten B (boven 14 jaar): Kleine films,
k 2 acten) 1 film, lengte 809 meter. Groote
Groote films (hoofdnummers 14 films, lengte
24070 meter. Toegelaten C (boven 18 jaar):
films (hoofdnummers) 5 films, lengte 10217
meter.
Reclame gekeurd: Vele duizenden foto's
en lito's
Aangaande den toestand van jhr. mr. Ch.
Ruys de Beerenbrouck, wordt thans gemeld,
dat de Ingrijpende nier-operatie gisteren
heeft plaats gehad. De toestand van
den patiënt is naar omstandigheden bevre
digend. Het bevinden bij de operatie geeft
alle hoop, dat jhr. Ruys de Beerenbrouck na
herstel, weer tot volle functie in staat zal
zijn.
beteekent:
voor iveinig geld
de beste baaitabak.
Overtuigt li daarvan
siever geworden verkeer in de naaste toe
komst nog in belangrijke mate zal toenemen
in intensiviteit.
Dit snel toegenomen verkeer stelt hooger
eischen aan het toezicht langs de wegen en
maakt een aantal voorschriften noodig, die
het verkeer regelen en de veiligheid ervan
bevorderen.
Het ls noodig, dat de vertegenwoordigers
van het gezag, die op de orde en de veiligheid
op den weg hebben toe te zien, zich op dit
gebied specialiseeren. Een goed en door de
weggebruikers met aandrang aanbevolen
middel daartoe zou zijn de instelling van een
afzonderlijke wegenpolitie.
Behalve dat daardoor een juiste toepassing
van de verkeersvoorschriften zou worden
verkregen, waardoor het verkeer en de vei
ligheid op den weg zouden worden gebaat,
kan ook van een Wegenpolitie een opvoeden
de werking uitgaan, daar zij er toe zal kun
nen bijdragen, weggebruikers de orde en
tucht te leeren, die voor een veilig verkeer
onmisbaar zijn en dezen de beteekenis en de
bedoeling der verkeersvoorschriften beter te
doen begrijpen.
Om deze redenen achtten de weggebrui
kers het instellen van een Wegenpolitie zeer
gewenscht en op grond van deze overweging
heeft het „P. C. W." zich met een adres ge
richt tot den minister van Justitie met ver
zoek het instellen van een Wegenpolitie wel
te wili»n bevorderen.
Het P. C. W. schrijft:
De invoering van de Wegenbelastingwet
stelt de overheid ln staat op grooter schaal
dan voorheen werken tot wegenverbetering te
doen uitvoeren, en nu er met de geleidelijke
verbetering van het wegennet een begin is
gemaakt, moet er rekening mede worden ge
houden, dat het ln de laatste jaren in ten-
Gisteren heeft te Zoetermeer de officieele
opening plaats gehad van de drinkwater
leiding der Stichting Drinkwaterleiding „De
Tien Gemeenten".
Behalve het bestuur der stichting waren
aanwezig de burgemeesters, wethouders en
velé raadsleden der aangesloten gemeenten,
de Commissaris der Koningin in deze pro
vincie Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek,
leden van Ged. Staten.
Zij woonden beiden in hetzelfde huis
de casslère van den grooten Bazar en de jon
ge beambte aan do stedelijke spaai'bank
hij vond zichzelf eigenlijk heelemaal zoo
jong niet meer... Zoo was het heel natuur
lijk, dat zij elkaar beter leerden kennen
Zijn kamer lag beneden vlak naast den
ingang... zij had haar kamertje heelemaal
boven op de bovenste verdiepingeen
zolderkamertje... schertsend noemde men
dat de „vierde" verdiepingEn toch,
merkwaardig genoeg... zij ontmoetten el
kander bijna iederen dag... 's morgens heel
vroeg... Hi) zag er gewoonlijk nog slaperig
nit... had zich vlug moeten aankleeden...
haastig zijn ontbijt moeten gebruiken... en
daarom was zijn humeur niet altijd goed!...
Zij zag er eiken morgen even frlsch uit
altijd even wakker en bij de hand. Het was
haar aan te zien, dat zij reeds gerulmen
tijd in betrekking was en op een bepaalden
klokslag niets anders behoefde te doen,
dan rustig haar hoed op te zettenZe
was niet zoo heel jong meertegen de
dertig... slank... donker... met een uitdruk
king van wilskracht in haar oogenzij
wist wat zij wilde....
Zoo ging een jaar voorbij en men was
nog niet verder gekomen dan tot een vluch
tig, oppervlakkig gesprek over het weer
later over hun werkzaamheden... die had
den bi) beiden immers 'n zekere overeen
komst, zij ontvingen beiden geld! Toen
kwam er een kleine schelding. Annie We-
berstein ging met al de winkelbedienden uit
den Bazar een uitstapje maken en Edwin
Herber maakte evenals ieder jaar een tocht
in de Beiersche alpen.
Behalve dezen tocht had hij in den loop
van het Jaar nog eenige avonturen gehad,
want dat beschouwde hij als een soort plicht
voor een jongen man in zijne positie
En zoo was hij er langzamerhand toe ge
komen om Annie ook dit gedeelte van zijn
avonturen oprecht en kameraadschappelijk
te vertellen
Op zekeren dag kwam hij tot de ontdek
king dat Annie ongeveer alles van hem
wist en hij feitelijk van haar niets. Het
kwam hem ook niet ln de gedachte om An
nie eens uit te noodlgen om 's avonds eens
aan zijn amusementen deel te nemen. Zij
zag er immers altijd zoo eenvoudig en don
ker gekleed uithet leek wel een uniform
dat in den Bazar voorgeschreven was
Ook Zondags merkte hij niet veel verschil
op.
Hij sprak haar daarover ten slotte eens.
„Ja", zei ze langzaam, „het ls waar, wat
u zegt Ik verzorg mijn uiterlijk in zooverre
mijn betrekking dit eischt. En ook ben ik er
op uit om geld te sparen dat echter niet
ln de spaarkas van ons huls en ook niet in
de uwe terecht komt... Maar dat zal u wei
nig Interesseeren... en dat zal het trouwens
niemand... en het is ook niet noodig!"
Dat was duidelijk genoeg. Wanneer An
nie Weberstein bedoeld had, de nieuwsgie
righeid van haar huisgenoot op te wekken,
dan had zij niet beter kunnen doen. Het
ging ten laatste zoover, dat hij bij een in
formatiebureau om inlichtingen vroeg over
haar en hare familie, Wat hij hoorde was
wel treurig, maar het bevredigde toch zijne
nieuwsgierigheid niet. Het meisje was 27
Jaar oud en had geen ouders meer, noch
broers of zusters. De vader was reeds 10
jaar geleden gestorven, ten gevolge van een
ongelukkigen val. Met het geld dat de moe
der als schadeloossteling ontving, had zij
waarschijnlijk de opvoeding van hare doch
ter bekostigd. Zij stierf vijf jaar geleden
tijdens een typhusepidemie. De dochter, die
haar diploma boekhouden behaald had,
werd als casslère aangesteld In den bazar
„Feodoor" en had daar een betrekking die
goed betaald werd. Zij leefde zeer terug
getrokken, maar er was niets ten nadeele
van haar bekend.
Dus ook niets... dat was weer weggegooid
geld. Nu legde Edwin Herber het er op aan
om te weten te komen waar Annie Zondags
heenging.
„Ik word nog een detective", dacht hij,
„alleen om er maar van overtuigd te zijn,
dat er niets geheimzinnigs achter haar
schuilt".
Het wa3 een van die mooie late herfst
dagen dat men een oogenblik den indruk
krijgt dat het nog zomer is... Het zonnet»
scheen warm... en dat op een Zondag na
Allerzielen... de dauwdruppels waren des
morgens en des avonds door duizenden fijne
herfstdraden verbonden en de zon deed ze
schitteren als edelsteenen... Daar ontmoet
te hij Annie juist toen hü het met zichzelf
nog niet eens was, wat hij dezen namid
dag zou beginnen... En toen WOhg hij haar
of hij mee mocht gaan. Zij zag er veel chi
quer uit dan anders... ze droeg een nieuwen
mantel... dat dacht hij ten minste... ze had
een aardig hoedje op, dat haar buitenge
woon goed stond
Zü keek hem aan. Jk vrees, dat mijn
wandeling u niet zoo erg goed zal bevallen.
Ik ga namelijk naar het kerkhof."
„Waarom niet? Ik heb nog niemand op
het kerkhof. Heel mijn naaste familie leeft
nog. Dan maakt een kerkhof vanzelf nog
niet zoo'n Indruk."
Zij zuchtte. „Dan bent u gelukkiger dan
ik. U wilt dus werkelijk met mij daarheen
gaan? Het is mi) goed. Ik wil u gaarne me-
denemen. Ieder mensch heeft toch wel eens
behoefte om zijn hart eens uit te storten.
Mijn goede hospita is een rechtschapen
vrouw Maar er is toch heel veel, wat zij
niet begrijpt... En boeken vervelen soms..."
„En een wandeling naar het kerkhof vroo-
HJkt u dus weer op?"
„Ja, dat maakt me zelfs trotsch. Ik ben
(Jaar grondbezitster geworden. Een heel
klein tuintje behoort mi) daar toe... het is
een bezit, waarvoor ik lang gestreden heb!
Juist toen mijn moeder stierf was het de
tijd van de inflatie van het papieren geld,
dat vrijwel waardeloos was. Ik had geen
gedachte aan een eigen graf. En nu word
ik voortdurend gepijnigd door het idee: Op
zekeren dag zult ge nog eens op die plaats
komen waar Je moeder begraven is, je.moe-
de»% die je toch zoo innig liefhebt... en zij
zal er niet meer zijn! Een ander heeft het
recht dat graf te versieren en er kransen te
leggen! Van dat oogenblik af heb ik iederen
cent bewaard, zoolang tot ik geld genoeg
zou hebben voor een eigen graf voor moe
der. Ik had geen enkel ander verlangen,
geen ander doel... het ls overal kerkhof...
en versleren der graven is ten slotte maar
iets uiterlijks... maar ik b« dit werk
iederen dagmaand na maandjaar
in jaar uit... ik heb toch niets
anders op de wereld als dit En
nu is moeders graf mijn tuin... ik beschouw
dit als mijn tehuis..."
„Ja, het was werkelijk een tuin, mooi en
goed verzorgd... Geen prachtige zerk... al
les echter mooi en voornaamEn toen
Edwin Herber de stralende vreugde in de
oogen der dochter zag, toen kwam zij hem
eensklaps veel schooner voor dan alle bloe
men, waaromheen hy tot nu toe gefladderd
had... van de eene naar de andere... Hij
voelde het nu, zyn hart had slechts op de
eene gewacht, die hem vasten steun en lei
ding kon geven.
„Annie", zei hU op den terugweg. „Ik
geloof dat ik altyd op den verkeerden weg
gegaan en allerlei domheden uitgehaald heb
tot ik ten laatste op dezen Zondag hierheen
gevoerd werd. En er is ook veel waarvoor
ik een bepaalde collega om vergiffenis moet
vragen... Maar wanneer z»j wilde inzien dat
zy door de Goddeiyke Voorzienigheid be
stemd was om milne vrouw te worden, dan
zou ik alle mogeiyke moeite doen, om te zor
gen, dat zy niet alleen een eigen tuintje,
maar een eigen tehuis met een tuin zou
krygen. Want ik weet nu, dat er geen en
kele vrouw ter wereld, voor iemand, dien zij
liefhad, zou kunnen zorgen, als jij, Annie"...
En daar was Annie het volkomen mee
eens.