Binnenlandsch Nieuws FAAM VOOR DE HUISKAMER TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT DONDERDAG 22 NOVEMBER 1928 BLADZIJDE 2 Staten Generaal Tweede Kamer Herziening der Gemeentewet De rechtsverhoudingen van Handelsagenten en Handelsreizigers Behouden natuur- en stedenschoon Besmettelijke ziekten De gesties van sommige advocaten Besmetverklaring DE STAATS BEGROOTING 1929 De cijfers duiden het anders uit De Ned. centrale vereeniging tot bestrijding der tuberculose Intellectueele samenwerking De financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten De Centrale Filmkeuring Jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck L0U8S D0B8ELMANN-ROTTERDAM De instelling van een wegenpolitie bepleit Drinkwaterleiding „De Tien Gemeenten" Annie Bij den aanvang der vergadering van de Tweede Kamer werd gisterenmiddag op voor stel van den voorzitter, den heer Schaper, be sloten na de begrooting van Arbeid te be handelen het wetsontwerp tot verlenging van den geldigheidsduur van het opschor tingswetje betreffende de vaccinatie. Aan de orde was daarna de stemming over het artikel betreffende de vrijwillige burger wachten en den vrijwilligen landstorm. Het artikel werd aangenomen met 44 tegen 23 stemmen. Daarna werd voortgezet de behandeling der begrooting van Arbeid, Handel en Nij verheid. De heer KORTENHORST (R. K.) be spreekt het economisch beleid van den Mi nister. Spr. wijst op de organisatie door het Rijk van belangengemeenschappen door vo rige ministeries ondernomen, hij doelt hier o m. op de Staatscommissie voor de econo mische politiek en is van meening, dat deze commissie het bedrijfsleven heeft belemmerd. Deze commissie onderzoekt nog steeds ver schillende zaken, waaromtrent de Minister reeds tot een oordeel gekomen is. De taak van den Minister is niet alleen het contact, te onderhouden met de verschil lende commissies, maar ook o.a. het steunen van verschillende takken van volksbestaan. Het apparaat om geschikte handelsverdra gen te kunnen sluiten, nl. het dubbel tarief, ontbreekt nog altijd. De publicaties over onze nijverheid zijn zeer onvoldoende. Tal van beunhazen hebben zich geworpen op de pu blicatie van allerlei gegevens en hebben daarmede geldelijke bedoelingen. Het ware beter als de Regeering deze voorlichting ter hand nam. Het departement van Buitenl. Zaken heeft zijn persdienst, waarom niet het departement van Arbeid, Handel en Nijver heid? Naast deze publiciteit is er nog een interessante taak weggelegd voor den Minis ter, die naar spreker's meening al te lijdelijk is tegenover de economische kwes ties, die de Volkenbond opwerpt. Die econo mische kwesties schijnen te veel verlegd te zijn naar Buitenlandsche Zaken. Is de invloed, die van den minister uitgaat bij het sluiten van handelstractaten wel overheerschend of hebben andere departe menten meer invloed dan hij? Ook is de in vloed van Handel en Nijverheid niet groot genoeg bij verschillende financieele ontwer pen. Dit is om. het geval geweest bij de wegenbelasting, waarbil toch de handel zeer nauw betrokken was. Hetzelfde geldt bij Wa- terstaatsontwerpen. aanleg van kanalen, wij ziging van post- en telefoontarieven enz. Het wetsontwerp op de naamiooze vennootschap pen was er een voorbeeld van, dat in het kabinet over dezen minister wordt heenge- loopen. Is het contact t-sschen de verschil lende afdeelingen op 's m-.iisters departement ook wel effectief genoeg? Spr. hoopt in ieder geval, dat in de toekomstige regeering de in vloed van den minister van Handel en Nij verheid vee! grooter zal zijn dan thans het geval is. De heer JOEKES (V. D.) dient een motie in. waarin een onderzoek wordt gewaagd naar een middel waardoor een iaarliiksche vacantie voor hen, die in loondienst zijn, met behoud van loon, wordt bevorderd. De motie-Joekes zal op een nader te be palen dag worden behandeld. De heer BOON (V. B.) acht het zeer be- rijpelijk, dat de minister zich blijft verzetten tegen ratificatie van de conventie van Washington. De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.) zegt dat men niet rechtvaardig is als men den minister onvruchtbaarheid verwijt en wijst op de vele onderwerpen die deze minis ter aan de orde heeft gesteld. Spr. bespreekt verder de medezeggenschap. De Minister van Arbeid. Handel en Nijver heid, de heer SLOTEMAKER DE BRUiNE. meent dat de heer Drop geen rekening heeft gehouden met de financieele en economische omstandigheden van de laatste tijden. Men kan aan iederen minister van financiën en aan iederen minister van arbeid de vraag stellen hoe het onder deze omstandigheden en met zulke eischen, welke allemaal gesteld zijn. nog goed financieren is. Den heer Braat deelt spr. mede, dat de invaliditeitspremles noodig zijn om de obligo's der fondsen te dekken. De heer Drop zeide. dat er vele klachten zijn van de bakkers, de slagers en de typografen over de slechte toepassing van de arbeidswet. Spr. betreurt, dat deze geval len niet in zijn kabinet zijn behandeld, zij waren voor spr. nieuw. Met de invoering van de arbeidswet moet men toch rekenen met een noodzakelijken stilstand met het oog op den toestand van het bedrijfsleven. Men moet ook een open oog er voor hebben, dat de arbeidswet meer en meer wordt toegepast naarmate het be drijf ziCh herstelt. Aan de orde ls ook ge steld de regeling der werktijden van winkel personeel. De samenkoppeling van winkel sluiting en werktijdenbesluit acht spr. nood zakelijk met het oog op de contróle en om zoo ver mogelijk te kunnen gaan. Er is over geklaagd, dat de minister niet heeft voorge steld bescherming van volwassenen in den landbouw. Voor een minister ls echter niet alleen noodig voortvarendheid, maar ook be leid. Er is langen tijd niets gebeurd en thans stelt spr; 2/3 voor. Er is dus z.i. reden tot eenige waardeering. Spr. erkent de mogelijkheid van vacantie voor den loonarbeider, doch acht den tijd voor wettelijke regeling nog niet gekomen. Wat betreft de Instelling van een commis sie voor de onvolwaardige arbeidskrachten is spr. reeds bezig een lijst van leden samen te stellen en een opdracht te formuleeren. Spr. komt nu tot de bedrijfsorganisatie, op welk terrein hij de critiek van den heer Kui per ontmoet. Hij zou niet doortastend zijn. Spr. echter wijst op hetgeen tot stand is ge bracht en deelt mee dat de arbeidsbemidde- lingswet vandaag of morgen komt. Wat de bedrijfsorganisatie betreft conclu deert spr.. dat de heer Kuiper, blijkens het prae-advies aan den Partijraad van de R. K. Staatspartij in 1928, even voorzichtig is als spr. Over het betoog van den heer Kortenhorst heeft spr. zich verbaasd, vooral omdat het werd gehouden in het vierde jaar van de minlsterieele periode en omdat het eigenlijk het geheele kabinet gold. Over hetgeen in den Ministerraad wordt besproken kan spr. niets meedeelen, maar de feiten bewijzen, dat spr 's departement bij economische aange legenheden wel degelijk invloed uitoefent. De kwestie der voorlichting zal spr. onderzoe ken. Aan zijn departement is een zeer nauwe samenwerking tusschen de afdeelingen. De algemeene beschouwingen worden ge sloten. Bij de afdeeling Arbeid voert mej. Meijer (R. K.) het woord. Spr. wenscht goed aan vangsonderwijs voor blinden, waarvoor leer plicht niet mogelijk is, daar het aantal blin den klein is en de scholen dus tot enkele centra moeten blijven beperkt. De overheid kan het onderwijs mogelök en gemakkelijk maken, o.a. door subsicwe aan internaten per dag en per kind. Spr. heeft het altijd betreurd, dat het vakonderwijs voor blinden niet wordt gesubsidieerd op den voet van het nijverheidsonderwijs. Een verkoopcentrale voor de producenten door blinden vervaardigd zou een uitstekend afzetgebied kunnen vinden in het rijksinkoopbureau. De heer LOERAKKER (R. K.) dringt aan op regeling van den arbeidsduur voor vol wassen landarbeiders. Nadeelige gevolgen voor het bedrijf zijn daarvan niet te ver wachten. De vergadering wordt te 6 uur verdaagd tot Donderdag 1 uur. BU de Tweede Kamer ingediend Thans is bij de Tweede Kamer een wets ontwerp ingediend tot herziening van de Gemeentewet. Aan de Memorie van Toelichting is het volgende ontleend In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de afdeeling der Tweede Kamer naar aanleiding van Hoofd stuk V der Staatsbegrooting voor 1928 deelde de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw mede, dat het in zijn voornemen lag het ontwerp, ingediend bij Koninklijke Boodschap van 17 Juli 1923 In te trekken onder gelijktijdige indiening van een nieuw ontwerp tot wijziging en aanvulling der Gemeentewet. Reden hiervan is, dat juist de belang rijkste wijzigingen van dit wetsontwerp niet diermate noodzakelijk worden geacht, dat zij verandering van het beproefde stelsel dei- Gemeentewet zouden wettigen. Overigens ls een dankbaar gebruik ge maakt van de vele verbeteringen, die het ontwerp-Ruys de Beerenbrouck in overwe ging gaf- Ook waar het in een beginsel-kwestie, als die van benoembaarheid van vrouwen, partij koos, is dit ontwerp gevolgd. Slechts op twee punten zijn de ontworpen regelingen van groote beteekenis door geheel andere ver vangen. Het betreft de samenwerking tus schen de gemeenten en de vereeniging en splitsing van gemeenten en andere wijziging harer grenzen. Zooals in de bedoelde Memorie van Ant woord als bekend is gememoreerd, heeft de Minister aanvankelijk tot drie, later uitge breid tot vijf burgemeesters het verzoek ge richt om, met een hoofdambtenaar van zijn departement, voorstellen te doen nopens wet telijke regeling van samenwerking van ge meenten. Nadat bedoelde burgemeesters hun advies hadden uitgebracht, heeft de Minis ter hen nader uitgenoodigd hem van voorlichting te dienen nopens de vraag, of nu de bepalingen betreffende samenwerking van gemeenten aan een herziening worden onderworpen, de voor de grenswijzigingen geldende wettelijke regeling ongewijzigd kan blijven De Minister heeft gemeend, den met groote bereidwilligheid en uitmuntende zaakkennis door bedoelde burgemeesters verrichten arbeid, behoudens enkele afwijkingen van ondergeschikt belang, ten grondslag te mogen leggen aan zijn voorstellen ten deze. Over het ontwerp ls het advies van Gede puteerde Staten der onderscheidene provin ciën en van de Vereeniging var» Nederland- sche Gemeenten ingewonnen. In toenemende mate wordt in het gemeentelijk leven behoefte gevoeld aan samenwerking tusschen gemeentebesturen. Het gebied der samenwerking wordt voornamelijk beheerscht door de artikelen 121 en 122 der Gemeentewet. Wat den inhoud der te treffen regeling betreft, heeft de Minister zich op het standpunt gesteld, dat de wet zelve slechts een minimum-inhoud moet aangeven. De richtlijnen hebben ten doel te waar borgen, dat de rechten en belangen der onderscheidene samenwerkende gemeenten nauwkeurig en billijk tegen elkander worden afgewogen (getuige b.v. de bepaling, dat de verschillende gemeenten In den regel in het gemeenschappelijk bestuur moeten zijn ver tegenwoordigd) en er tegen te waken, dat de commissie c.q. het zelfstandig lichaam met zijn eigen orgaan aan de zelfstandige rechten der onderscheidene gemeentebestu ren zou tekort doen In zeer vele gevallen zal ongetwijfeld de gemeenschappelijke regeling door vrijwillige samenwerking van de daarbij betrokken gemeentebesturen tot stand worden ge bracht. Doch het zal ook voorkomen, dat één of meer gemeentebesturen de gevraagde medewerking niet wenschen te verleenen. De vraag of in zoodanig geval de medewerking door een hooger gezag moet kunnen worden afgedwongen, beantwoordt de minister be vestigend evenals deze andere vraag of dat hooger gezag tevens de bevoegdheid moet hebben om bij de vaststelling van een intercommunale regeling af te wijken van het ontwerp, dat de gemeente of gemeenten, van welke het Initiatief uitging, hadden opgemaakt. Een algemeen ongunstigen indruk nopens de toepassing der preventieve hechtenis heeft de minister niet verkregen Wat de wet op de naamiooze vennoot schappen betreft, is spoedig te verwachten 't advies der commissie, die onderzoekt de kwestie der publicatie van de jaarstukken met het oog op besloten- of familie-vennoot schappen. Na ontvangst hiervan zal de mi nister onverwijld zijn standpunt bepalen. Wat betreft den verkoop op afbetaling denkt de minister zich een regeling niet in dien zin, dat huurkoop wordt verboden, doch zoodanig, dat bezwaren zooveel mogelijk wor den ondervangen Als een voornaam bezwaar wordt terecht aangevoerd, dat den huurkoo- per alles zonder vergoeding weer kan wor den ontnomen op het oogenblik, dat hij, na lang voortgezette afbetaling, voor een klein deel In gebreke blijft. De minister neemt deze materie in verdere studie. Dee instiling van een commissie tot her ziening var» het fiscaal strafrecht en straf procesrecht is eerstdaags te verwachten. Wat den stemplicht aangaat, deelt de mi nister mede: In 1927 zijn over het geheele land schuldig verklaarde ter zake van kieswetovertredingen 2529 mannen en 3863 vrouwen, onder wie resp. 197 mannen en 298 vrouwen, die werden schuldig verklaard zonder oplegging van eenige straf. Een transactie werd aangegaan door 1008 mannen en 2395 vrouwen. Deze cijfers, verstrekt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, zijn niet volledig, omdat in 1927 niet alle zaken afliepen. een vereeniging, die voor 189 plus 81 kin deren zorgt, in de oogen van het groote publiek met den eerepaim gaat strijken, dan mag het publiek ook wel eens vernemen, aan wier hoede eenige duizenden kinderen wor den beschouwd. De minister van Justitie deelt In de Memo rie van Antwoord op het V.V. der Tweede Kamer Inzake 'de Justitie-begrooting mede, dat, wat aangaat het als wensehelijk voorge stelde verbod om reizigers uitsluitend tegen provisie in dienst te nemen, hij nog gelegenheid hoopt te vinden de indiening van een wets ontwerp betreffende de rechtsverhoudigen van handelsagenten en handelsreizigers te bevorderen. Daardoor komt ook de kwestie van de provisie aan de orde, al is hiermede niet gezegd, dat een verbod als hiervoren bedoeld, in het ontwerp zal worden voorge steld De gemeenteraad van Delft heeft thans, nadat ongeveer 7 uur over dit onderwerp was gedebatteerd, met 16 tegen 13 stemmen be sloten niet tot demping van het Achterom over te gaan. Tegen deze plannen hadden vele vereeni- gingen In den lande tot behoud van natuur - en stedenschoon met adressen geprotesteerd. In Stci-t. 228 wordt medegedeeld eene op gave van het aantal aangegeven gevallen van besmettelijke ziekten, over de week van 11 tot en met 17 November 1928. In deze week werd afgeleverd: door de entstofinrichting te Amsterdam koepokstof voor 499 personen; te Rotterdam voor 112 personen: te Groningen voor 4 personen; totaal voor «15 rersonen. In de week van 11 tot en met 17 Novem ber 1928 zijn geen gevallen van encephalitis na inenting ter kennis van het Staaatstoe- zicht op de Volksgezondheid gekomen. Een medcdeeling van den minister van Justitie De minister van Justitie deelt in de Me morie van Antwoord op het V, V. der Twee de Kamer betreffende de Justitie-begroo ting mede, dat ook hij niet zonder bezorgd heid heeft gezien, dat in den laatsten tijd op de gestie van advocaten bedenking moest vallen. Men hoede zich echter voor genera lisatie. Een ontwerp van een nieuw reglement met de bedoeling om de tucht en discipline over de advocaten meer effectief te maken, is in vergevorderden staat van voorbereiding. De Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid, overwegende, dat volgens ingeko men ambtsberichten, gevallen van pest zijn voorgekomen te Beyrouth (Syrië), heeft de haven Beyrouth (Syrië) besmet verklaard wegens pest. Memorie van Antwoord inzake het Hoofdstuk: Justitie Aan de Memorie van Antwoord op het V.V. der Tweede Kamer inzake de Justitiebegroo- ting voor 1929, wordt het volgende ontleend: Van de instemming, betuigd met de aange kondigde herziening van het huwelijksgoe derenrecht, nam de minister met voldoening kennis. Dat echter het Inzicht van den mi nister in de „eischen van den tijd" op dit stuk niet overeenstemt met dat, hetwelk wordt ontwikkeld door de leden, die ln de herziening van het huwelijksgoederenrecht, mede de verhouding van de ouders tot de kinderen willen betrekken, hebben deze le den niet ten onrechte verondersteld. De mi nister sluit zich liever aan bij de leden, die eerbiediging van de Christelijke grondslagen van het huwelijk vooropstellen en op de wenschelijkheid van de handhaving van de eenheid van het huwelijk vooropstelden en op de wenschelijkheid van de handhaving van de eenheid van het huwelijk wezen. Bin nen dit laatste kader kan intusschen vallen een herziening van de bepalingen omtrent de handelingsonbevoegdheid van het ge huwde vrouw Mede biedt de herziening van het huwelijksgoederenrecht een goede ge legenheid bepalingen in overweging te nemen ter snellere verwezenlijking van den plicht van den man in de huishoudelijke behoeften te voorzien. Voorts is m de lün van de in het rapport van den Nationalen Vrouwenraad kenbaar gemaakte wenschen zeer binnenkort de in diening te verwachten van een ontwerp tot herziening van de procedure inzake den uit- keeringsplicht ingevolge de artikelen 344, a en f, van het Burgerlijk Wetboek. Als er sprake is van verzorging der mis deelde of misdadige jeugd, heeft iedereen, aldus „de TUd" terstond de woorden: „pro Juventute" op de lippen, 't Is alsof de ver eeniging van dezen naam het leeuwenaan deel dier verzorging op haar schouders heeft. De cijfers duiden het evenwel anders uit. De „Statistiek van de toepassing der kin derwetten over het jaar 1926" bevat o.a. een staatje, aangevend, wat de vijf grootste vereenigingen op dat gebied presteeren. Daaruit blijkt, dat toen verzorgd werden door: Voogdij- Regeerings- kinderen kinderen R.K. Ver. „Liefdewerk v. Kinderbescherming" (54 afdeelingen): 4109 164 Ver. „Klnderzorg" (21 afdeelingen)2176 6 Ver. tot Steun van ver waarloosden en geval lenen (hoofdbestuur en 29 afdeelingen): 605 13 „Pro Juventute" (14 afdeelingen): 189 81 Ver. tot opvoeding van halfverweesde, ver waarloosde kinderen ln het hulsgezin (8 afdeelingen)140 Een eenvoudige optelling leert ons, dat het „Liefdewerk voor Kinderbescherming" dat een onderafdeeling is der St. Vincen- tiusvêreenlging, in zijn eentje meer kinde ren verzorgt dan de vier andere samen. De totalen zijn resp. 4109 tegen 3110 en 163 te gen 100. Nu gunnen wij „Pro Juventute" gaarne zijn roem, maar we meenden toch even te mogen belichten, dat van andere zijde ook nog wel wat voor de jeugd gedaan wordt. Bescheidenheid is een schoone deugd, maar als de beoefening daarvan hiertoe voert, dat- Het zilveren jubileum Te 's-Gravenhage is gisteren het congres ter gelegenheid van het 25.jarig bestaan van de Nederlandsche centrale Vereeniging tot bestrijding der tuberculose gehouden, on der voorzitterschap van arts J. D. Hefting. Het congres werd bijgewoond in de eer ste plaats door H. M. de Koningin-Moeder, die van het begin af beschermvrouwe van de vereeniging is geweest. Voorts waren aanwezig de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, prof. Slote- maker de Bruine, de burgemeester van 's-Gravenhage, mr. J. A. N. Patijn, de sc ore taris-genei-aal van het departement van Arbeid, H. en N., mr. Scholtens, de dir;c- teur-generaal van de Volksgezondheid, dr. Lietaert Peerbolte, generaal.majoor Schrij ver, Inspecteur van den Geneeskundigen Dienst der Landmacht, dr. N. M. Josephus jitta, professoren Nolen, Aldershoff, Baart de la Faille e.a. en als vertegenwoordiger van het buitenland dr. F. Humbert, adj- secretaris-generaal van de Union Interna tionale contre la Tuberculose, uit Parijs, dr. A. H. Macpherson, medical super intendant (Engeland), dr. Evrot, adj. chrec- teur van het comité national de défense contre la tuberculose (Frankrijk), dr. J. Os. tenfeld, dii-ecteur van de Deensche Tuber, culosebestrijdingsvereeniging en dr. Helm, secretaris-generaal van het Duitsche Cen traal Comité tot bestrijding der tuberculose. De voorzitter der vereeniging, de heer J. D. Hefting, heette de aanwezigen har. tèlijk welkom en sprak zijn bijzondere waardeering uit over de aanwezigheid van H. M. de Koningin-Moeder, beschermvrouwe der Vereeniging. Hij herinnerde aan het vele dat door de Koningin-Moeder is gedaan ten bate der tuberculosebestrijding en vertrouwde op haar verderen steun. Vei'der verwelkomde hij den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid en andere autoriteiten. Thans zijn ruim 700 vereenigingen en ongeveer 150 andere instellingen aangeslo ten bij de Nederlandsche Centrale Vereeni. ging tot bestrijding der tuberculose, waartoe het oorspronkelijke Nederlandsche Centraal Comité werd omgevormd. Vervolgens voerde de Minister van Ar- beid, Handel en Nijverheid, prof. Slotema. ker de Bruine het woord. Spr. deelde o.m. mede, dat bij koninklijk besluit van 12 November de voorzitter arts J. D. Hefting, en de secretaris, dr. J. B. van Gils, zijn benoemd tot officier in de Oranje Nassau-orde als waardeering voor den ar- heid van /deze functionarissen en van de geheele Centrale Vereeniging. Nadat nog verschillende sprekers het woerd gevoerd hadden, hield prof. dr. W. Nolen een voordracht over het verleden der tuberculosebestrijding. Het congres werd daarna geschorst. Te twee uur werd de bijeenkomst her opend. Het woord werd gevoerd door dr. B. H Vos, geneesheer-dirceteur van het Sanato rium te Hellendoorn, die een voordracht hield over Het heden der tuberculosebestrijding. Ten slotte heeft dr. W. Bronkhorst, ge neesheer-directeur van het Sanatorium „Berg en Bosch" te Apeldoorn een voor dracht gehouden over:* De toekomst der tuberculosebestrijding in Nederland. De deelnemers aan het congres werden te 5 uur namens den Minister van Arbeid, H. eh N.. die in verband met de Kamerzitting verhinderd wasaanwezig te zijn, ontvangen op het Departement door den secretaris generaal mr. A. L. Scholtens. Onder de ge- tioodigden bevonden zich de voorzitter der Eerste Kamer en de oud-gouverneur-generaal van Ned.-Indië. mr. D. Fock en voorts ver scheidene hoofdambtenaren van de depar tementen van Arbeid en Onderwijs. Verder de oud-minister van Arbeid, H. en N. Ir. van IJsstelsteyn. Mr. Scholtens herinnerde met een enkel woord aan hetgeen de Centrale Vereeniging tot op heden heeft weten te bereiken. Spr. hoopte, dat bij het 50-jarig bestaan der vereeniging de sterfte der tuberculose tot nul zal zijn gereduceerd. De voorzitter, de heer Hefting, dankte met een kort woord en uitte de hoop, dat de goede samenwerking met de Overheid mag worden bestendigd. De Nederlandsche commissie voor intel lectueele samenwerking heeft dezer dagen te 's-Gravenhage een algemeene vergadering gehouden. De commissie besloot o m. op verzoek der C.I.C.I.. waaraan dit onderwerp door den Volkenbond is opgedragen, haar aandacht te gaan wijden aan maatregelen, waardoor het onderwijs over het werk en het doel van den Volkenbond op de Nederlandsche scho len kan worden bevorderd; en verder om een klein geschrifje uit te geven over het werk der Nederlandsche Commissie in denzelfden trant, waarin dit door de Amerikaansche commissie is gedaan. De vergadering werd bijgewoond door dr. J. E. baron De Vos van Steenwijk, chef der afdeeling natuurwetenschappen aan het I.I.C.I., te Parijs. Een plan van den wethouder van financiën te Emmen De heer Gorter, wethouder van financiën van Emmen heeft, om tegemoet te komen aan de gemeenten, die thans reeds ondraag lijke belastingen moeten heffen, met instem ming van B. en W-, een plan ontworpen tot verstrekking van een nooduitkeering gedu rende de jaren 1929 en 1930 aan gemeenten die meer belasting heffen dan Batenburg, dat no. 950 op de ranglijst van den belasting druk heeft. Dit cijfer is gekomen, omdat dan de geleidelijke stijging in eens piramidaal wordt. De heer Gorter wenscht, dat de 133 gemeenten, die een hooger rangnummer heb ben dan Batenburg en waarvan 25 in Drente liggen, een gelijke belasting te doen heffen als Batenburg. Het bedrag wat zij door die verlaging minder zouden ontvangen, ver strekt het Rijk. De kosten bedragen per jaar rond 1.700.000. Wanneer men no. 950 vervangt door 1000, de gemeente Doetinchem, zullen de kosten per jaar ongeveer een mil- lioen gulden bedragen. Het in het voornemen van het gemeente bestuur van Emmen ernstige pogingen te doen bij de autoriteiten, om langs dezen weg de moeilijke positie van vele gemeenten ver beterd te krijgen. De nooduitkeering zou slechts moeten gelden totdat de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeen ten gewijzigd is. Van 12 tot 17 November zijn 107958 meter fiim gekeurd. Nieuwe producties: gekeurd: 71 films, lengte 43492 meter, 7 coupures in titels en scènes. Toegelaten A (voor alle leeftijden); Journaals, actualiteiten, sport, prop., landen en steden, 38 films, lengte 11830 meter. Kleine films a 2 acten) meest komische, 19 films, lengte 5829 meter). Groote films (hoofdnum mers), 2 films, lengte 3118 meter. Toegelaten B (boven 14 jaar): kleine films (1 a 2 acten) 2 films, lengte 1140 meter. Groote films (hoofdnummers) films, lengte 15020 meter. Toegelaten C (boven 18 jaar). Kleine films (1 k 2 acten) 1 film, lengte 809 meter. Groote films (hoofdnummers) 3 films, lengte 5746 meter Oude producties. Gekeurd: 63 films, lengte 64466 meter. 2 coupures in titels. Toegelaten A (voor alle leeftijden) Journaals ed., 20 films, lengte 7958 meter. Kleine films (1 a 2 acten) 15 films, lengte 7160 meter. Groote (hoofdnummers) en films, lengte 15020 meter, Toegelaten B (boven 14 jaar): Kleine films, k 2 acten) 1 film, lengte 809 meter. Groote Groote films (hoofdnummers 14 films, lengte 24070 meter. Toegelaten C (boven 18 jaar): films (hoofdnummers) 5 films, lengte 10217 meter. Reclame gekeurd: Vele duizenden foto's en lito's Aangaande den toestand van jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, wordt thans gemeld, dat de Ingrijpende nier-operatie gisteren heeft plaats gehad. De toestand van den patiënt is naar omstandigheden bevre digend. Het bevinden bij de operatie geeft alle hoop, dat jhr. Ruys de Beerenbrouck na herstel, weer tot volle functie in staat zal zijn. beteekent: voor iveinig geld de beste baaitabak. Overtuigt li daarvan siever geworden verkeer in de naaste toe komst nog in belangrijke mate zal toenemen in intensiviteit. Dit snel toegenomen verkeer stelt hooger eischen aan het toezicht langs de wegen en maakt een aantal voorschriften noodig, die het verkeer regelen en de veiligheid ervan bevorderen. Het ls noodig, dat de vertegenwoordigers van het gezag, die op de orde en de veiligheid op den weg hebben toe te zien, zich op dit gebied specialiseeren. Een goed en door de weggebruikers met aandrang aanbevolen middel daartoe zou zijn de instelling van een afzonderlijke wegenpolitie. Behalve dat daardoor een juiste toepassing van de verkeersvoorschriften zou worden verkregen, waardoor het verkeer en de vei ligheid op den weg zouden worden gebaat, kan ook van een Wegenpolitie een opvoeden de werking uitgaan, daar zij er toe zal kun nen bijdragen, weggebruikers de orde en tucht te leeren, die voor een veilig verkeer onmisbaar zijn en dezen de beteekenis en de bedoeling der verkeersvoorschriften beter te doen begrijpen. Om deze redenen achtten de weggebrui kers het instellen van een Wegenpolitie zeer gewenscht en op grond van deze overweging heeft het „P. C. W." zich met een adres ge richt tot den minister van Justitie met ver zoek het instellen van een Wegenpolitie wel te wili»n bevorderen. Het P. C. W. schrijft: De invoering van de Wegenbelastingwet stelt de overheid ln staat op grooter schaal dan voorheen werken tot wegenverbetering te doen uitvoeren, en nu er met de geleidelijke verbetering van het wegennet een begin is gemaakt, moet er rekening mede worden ge houden, dat het ln de laatste jaren in ten- Gisteren heeft te Zoetermeer de officieele opening plaats gehad van de drinkwater leiding der Stichting Drinkwaterleiding „De Tien Gemeenten". Behalve het bestuur der stichting waren aanwezig de burgemeesters, wethouders en velé raadsleden der aangesloten gemeenten, de Commissaris der Koningin in deze pro vincie Jhr. Mr. Dr. H. A. van Karnebeek, leden van Ged. Staten. Zij woonden beiden in hetzelfde huis de casslère van den grooten Bazar en de jon ge beambte aan do stedelijke spaai'bank hij vond zichzelf eigenlijk heelemaal zoo jong niet meer... Zoo was het heel natuur lijk, dat zij elkaar beter leerden kennen Zijn kamer lag beneden vlak naast den ingang... zij had haar kamertje heelemaal boven op de bovenste verdiepingeen zolderkamertje... schertsend noemde men dat de „vierde" verdiepingEn toch, merkwaardig genoeg... zij ontmoetten el kander bijna iederen dag... 's morgens heel vroeg... Hi) zag er gewoonlijk nog slaperig nit... had zich vlug moeten aankleeden... haastig zijn ontbijt moeten gebruiken... en daarom was zijn humeur niet altijd goed!... Zij zag er eiken morgen even frlsch uit altijd even wakker en bij de hand. Het was haar aan te zien, dat zij reeds gerulmen tijd in betrekking was en op een bepaalden klokslag niets anders behoefde te doen, dan rustig haar hoed op te zettenZe was niet zoo heel jong meertegen de dertig... slank... donker... met een uitdruk king van wilskracht in haar oogenzij wist wat zij wilde.... Zoo ging een jaar voorbij en men was nog niet verder gekomen dan tot een vluch tig, oppervlakkig gesprek over het weer later over hun werkzaamheden... die had den bi) beiden immers 'n zekere overeen komst, zij ontvingen beiden geld! Toen kwam er een kleine schelding. Annie We- berstein ging met al de winkelbedienden uit den Bazar een uitstapje maken en Edwin Herber maakte evenals ieder jaar een tocht in de Beiersche alpen. Behalve dezen tocht had hij in den loop van het Jaar nog eenige avonturen gehad, want dat beschouwde hij als een soort plicht voor een jongen man in zijne positie En zoo was hij er langzamerhand toe ge komen om Annie ook dit gedeelte van zijn avonturen oprecht en kameraadschappelijk te vertellen Op zekeren dag kwam hij tot de ontdek king dat Annie ongeveer alles van hem wist en hij feitelijk van haar niets. Het kwam hem ook niet ln de gedachte om An nie eens uit te noodlgen om 's avonds eens aan zijn amusementen deel te nemen. Zij zag er immers altijd zoo eenvoudig en don ker gekleed uithet leek wel een uniform dat in den Bazar voorgeschreven was Ook Zondags merkte hij niet veel verschil op. Hij sprak haar daarover ten slotte eens. „Ja", zei ze langzaam, „het ls waar, wat u zegt Ik verzorg mijn uiterlijk in zooverre mijn betrekking dit eischt. En ook ben ik er op uit om geld te sparen dat echter niet ln de spaarkas van ons huls en ook niet in de uwe terecht komt... Maar dat zal u wei nig Interesseeren... en dat zal het trouwens niemand... en het is ook niet noodig!" Dat was duidelijk genoeg. Wanneer An nie Weberstein bedoeld had, de nieuwsgie righeid van haar huisgenoot op te wekken, dan had zij niet beter kunnen doen. Het ging ten laatste zoover, dat hij bij een in formatiebureau om inlichtingen vroeg over haar en hare familie, Wat hij hoorde was wel treurig, maar het bevredigde toch zijne nieuwsgierigheid niet. Het meisje was 27 Jaar oud en had geen ouders meer, noch broers of zusters. De vader was reeds 10 jaar geleden gestorven, ten gevolge van een ongelukkigen val. Met het geld dat de moe der als schadeloossteling ontving, had zij waarschijnlijk de opvoeding van hare doch ter bekostigd. Zij stierf vijf jaar geleden tijdens een typhusepidemie. De dochter, die haar diploma boekhouden behaald had, werd als casslère aangesteld In den bazar „Feodoor" en had daar een betrekking die goed betaald werd. Zij leefde zeer terug getrokken, maar er was niets ten nadeele van haar bekend. Dus ook niets... dat was weer weggegooid geld. Nu legde Edwin Herber het er op aan om te weten te komen waar Annie Zondags heenging. „Ik word nog een detective", dacht hij, „alleen om er maar van overtuigd te zijn, dat er niets geheimzinnigs achter haar schuilt". Het wa3 een van die mooie late herfst dagen dat men een oogenblik den indruk krijgt dat het nog zomer is... Het zonnet» scheen warm... en dat op een Zondag na Allerzielen... de dauwdruppels waren des morgens en des avonds door duizenden fijne herfstdraden verbonden en de zon deed ze schitteren als edelsteenen... Daar ontmoet te hij Annie juist toen hü het met zichzelf nog niet eens was, wat hij dezen namid dag zou beginnen... En toen WOhg hij haar of hij mee mocht gaan. Zij zag er veel chi quer uit dan anders... ze droeg een nieuwen mantel... dat dacht hij ten minste... ze had een aardig hoedje op, dat haar buitenge woon goed stond Zü keek hem aan. Jk vrees, dat mijn wandeling u niet zoo erg goed zal bevallen. Ik ga namelijk naar het kerkhof." „Waarom niet? Ik heb nog niemand op het kerkhof. Heel mijn naaste familie leeft nog. Dan maakt een kerkhof vanzelf nog niet zoo'n Indruk." Zij zuchtte. „Dan bent u gelukkiger dan ik. U wilt dus werkelijk met mij daarheen gaan? Het is mi) goed. Ik wil u gaarne me- denemen. Ieder mensch heeft toch wel eens behoefte om zijn hart eens uit te storten. Mijn goede hospita is een rechtschapen vrouw Maar er is toch heel veel, wat zij niet begrijpt... En boeken vervelen soms..." „En een wandeling naar het kerkhof vroo- HJkt u dus weer op?" „Ja, dat maakt me zelfs trotsch. Ik ben (Jaar grondbezitster geworden. Een heel klein tuintje behoort mi) daar toe... het is een bezit, waarvoor ik lang gestreden heb! Juist toen mijn moeder stierf was het de tijd van de inflatie van het papieren geld, dat vrijwel waardeloos was. Ik had geen gedachte aan een eigen graf. En nu word ik voortdurend gepijnigd door het idee: Op zekeren dag zult ge nog eens op die plaats komen waar Je moeder begraven is, je.moe- de»% die je toch zoo innig liefhebt... en zij zal er niet meer zijn! Een ander heeft het recht dat graf te versieren en er kransen te leggen! Van dat oogenblik af heb ik iederen cent bewaard, zoolang tot ik geld genoeg zou hebben voor een eigen graf voor moe der. Ik had geen enkel ander verlangen, geen ander doel... het ls overal kerkhof... en versleren der graven is ten slotte maar iets uiterlijks... maar ik b« dit werk iederen dagmaand na maandjaar in jaar uit... ik heb toch niets anders op de wereld als dit En nu is moeders graf mijn tuin... ik beschouw dit als mijn tehuis..." „Ja, het was werkelijk een tuin, mooi en goed verzorgd... Geen prachtige zerk... al les echter mooi en voornaamEn toen Edwin Herber de stralende vreugde in de oogen der dochter zag, toen kwam zij hem eensklaps veel schooner voor dan alle bloe men, waaromheen hy tot nu toe gefladderd had... van de eene naar de andere... Hij voelde het nu, zyn hart had slechts op de eene gewacht, die hem vasten steun en lei ding kon geven. „Annie", zei hU op den terugweg. „Ik geloof dat ik altyd op den verkeerden weg gegaan en allerlei domheden uitgehaald heb tot ik ten laatste op dezen Zondag hierheen gevoerd werd. En er is ook veel waarvoor ik een bepaalde collega om vergiffenis moet vragen... Maar wanneer z»j wilde inzien dat zy door de Goddeiyke Voorzienigheid be stemd was om milne vrouw te worden, dan zou ik alle mogeiyke moeite doen, om te zor gen, dat zy niet alleen een eigen tuintje, maar een eigen tehuis met een tuin zou krygen. Want ik weet nu, dat er geen en kele vrouw ter wereld, voor iemand, dien zij liefhad, zou kunnen zorgen, als jij, Annie"... En daar was Annie het volkomen mee eens.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 6