ONZE VROUWENRUBRIEK Iets over jon&ensopvoeding Damespan talon Japonnen Winterhanden en Wintervoeten en Ook vaste planten zijn niet onsterfelijk St. Nico laas- voorzo r£en Zaa jRecepti DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT BLADZIJDE vouw 4349 Spiegeltje aan den wand Van bloemen en planten WÊm. Wat zal ik geven In een vorig artikeltje, „Moeder en Zoon", heb ik al in 't voorbijgaan gewezen op de beteekenis, die het aankweeken van den ridderzin voor de opvoeding der jongens kan hebben. De vader kan dat in theorie doen, maar de moeder, omdat ze een vrouw is, in de practijk van eiken dag: door bij allerlei gelegenheden een beroep te doen op dat gevoel van ridder lijkheid bij hun jongens en vooral door te zorgen, het nooit a£ te stompen door verkeerd opgevatte zorg en zelfopoffe- ring. In den graad, waarin in de jongens jaren door de moeder de ridderzin wordt aangekweekt, in dien graad zullen haar zoons later „gentlemen" zijn. Er zijn tijden geweest, waarin de cultus der vrouw, in den hoogsten en puursten zin, een zeer belangrijke rol in de op voeding der jongens speelde. Ja, die zuivere vereering werd tot uitgangspunt bij bet inprenten van alle andere ridder deugden, die er een natuurlijk uitvloeisel van werden. Ze had immers niets weeke- lijks: uit den eerbied voor het goede en schoone, dat tegelijk zoo weerloos was, sproot vanzelf de drang tot beschermen en verdedigen: onverschrokken dapper heid en trouwe toewijding. De hemel weet, dat er in onze tegen woordige samenleving nog even veel be hoefte bestaat aan ridders naar het hart, ter verkwikkende afwisseling van de on genietbare lomperds, die met elke decade talrijker schijnen te worden. Bij de moeder moet de eerbied voor de vrouw beginnen. Zij is de eerste, die een belangrijke rol speelt in het leven van den kleinen jongen. Op haar moet hij zich als 't ware oefenen in ridderzin en toewijding, en de verhouding, waarin hij tot haar staat, zal beslissend zijn voor zijn verder leven. Een moeder mag dus in haar zelf verloochening nooit zóó ver gaan, dat ze baar waardigheid in de oogen van haar jongens verkleint. Ze mag niet de slavin van haar kinderen zijn, moet niet altijd maar klaar staan om in hun geringste behoeften te voorzien, niet maar steeds haar eigen wenschen en genoegens achter stellen bij de hunne, althans niet zóó, dat ze bemerken, dat zi) dit doet. Er zijn helaas moeders, die zichzelf in alles op den voorgrond stellen, die van alles het beste voor zichzelf opeischen, die er een overdreven uitgebreide en kostbare garderobe op na houden, terwijl haar volwassen dochters, die er even veel. zoo niet meer recht op hadden, er zoo aardig mogelijk uit te zien, ztch tevreden moeten stellen met haar vermaakte af leggertjes. Dat zijn geen echte moeders in de lieve, belangelooze beteekenis van het woord: gelukkig behooren ze tot de uitzonderingen. Maar haar tegenhangers: de zielsgoede, volmaakt-onzelfzuchtige moeders overdrijven helaas weer al te spoedig in een andere richting: ze maken zichzelf tot de slavin van haar m- en kinderen en meenen werkelijk, nadat ze him niet beter van nut zijn, dan door op hun wenken te vliegen. Altijd en overal stelt zoo'n moeder zich- zelfs op de laatste plaats. Bij het begin van den maaltijd zoekt ze al spiedend het minst aanlokkelijke voor zichzelf uit ,Dat is voor mij," verklaart ze haas tig ais een ander haar vóór wil zijn. De staert van d visch, de kapjes van vleesch en brood, de half-verdroogde plakjes boterham-worst van den vorigen dag zijn haar buit, dien ze ijverzuchtig bewaakt en voor zichzelf opeischt. Die zelfde trek loopt door heel haar huishoudelijk bestier. Haar plan, om voor zichzelf iets nieuws aan ce schaf fen, wordt onmiddellijk en als vanzelf sprekend uitgesteld, wanneer er onver wacht voor de kinderen iets noodig blijkt. Als het budget uitwijst, dat er op 't een of ander, onverschillig wat, bezui- nied dient te worden, dan is moeders per soon het aangewezen offerlam. Zuinig heidsmaatregelen worden niet, zooals rechtvaardig zou zijn, over het geheele gezin gelijkelijk verdeeld, maar moeder neemt er persoonlijk den heelen last van op zich, on< u voorkomen, dat de ande ren dien voelen. Ze gaa van den stel regel uit, dat het beter is, dat één en natuurlijk steeds zijzelf zich héél erg bekrimpt, dan allen te zamen 'n klein beetje. En als dit alles steeds een geheim voor d" huisgenooten kon blijven, dan zou er nog niet zooveel tegen zijn en zou de groote opofferingszin der moeder niet dat irriteerend bijsmaakje van dom heid en kortzichtigheid nebben. Maar het blijft voor de anderen niet verbor gen. Ze merken het heel goed, maar zijn er van Jongsaf aan zóó aan gewend, dat ze het natuurlijk vinden en geheel zooals het behoort. Ze zouden zich misschien zelfs verongelijkt voelen, als het plotse ling anders ging. Wie zich vrijwillig tot dienstbode stem pelt, wordt als zoodanig behandeld, en al gauw vindt iedereen het de natuur lijkste zaak ter wereld, dat moeder de laatste aai, tafel en in het algemeen de laatste ir. het gezin is. Wanneer ze iets ten geschenke krijgt, jammert ze, dat het veel te mooi en vee, te veel is, en zonde van het geld, e, ze is zoo aandoenlijk dankbaar, dat de gever werkelijk den indruk krijgt, haa. een ongewone weldaad bewezen te hebben, en in het vervolg al gauw vindt, dat iets mooi en goed genoeg is voor iemand, die zóó weinig eischen stelt. Een werkelijk verstandig huisvader zal over het algemeen zijn gezag wel laten gelden, wanneer de moeder al te vor gaat in haar wegcijferen van zichzelf. Maar toch is zelfs de vriendelijkste en goed- -hartigste man op den duur niet bestand tegen een voortdurend tegemoetkomen aan zijn gemakzucht, een onophoudelijk streven der vrouw om hèm tot het mid delpunt te maken, waarom alles draalen moet. Zijn toch al egoïstische natuur past zich daar maar al te gemakkelijk, bij aan. Hij kan werkelijk, even goed als een kieine jongen, „bedorven" worden, wanneer er onpaedagogisch met hem wordt omgesprongen. Wanneer zijn vrouw, eiken keer ais er boven of in een andere kamer iets gehaald moet worden, zijn gedienstigheid liefderijk afwijst met 'n: „Blijf jij maar zitten, hoor!" ook wan neer hij niet moe-gewerkt, maar alleen maar een beetje lui is, en dan bedrijvig zeli opspringt, om het te krijgen, zal er, wanneer ze eens 'n keer niet voortkan en hem regelrecht zooiets verzoekt, een uitdrukking van licht-verongelijkte ver wondering op zjjn gezicht komen, ook al is hij dadelijk, zonder een woord van on geduld, bereid. Zóó gauw is hij, in de fatale beteekenis van het woord, ver wend! Of wanneer zijn vrouw niet de kunst verstaat, zijn kleine attenties in ontvangst te nemen, met die lieftallige gratie en waardigheid, heel dankbaar en verrast, maar met toch éven iets van de prinses, die minzaam een geboden hulde aanvaardt wanneer ze zich integen deel gedraagt als een hitje, dat een on verwacht extraatje in de hand gedrukt krijgt, omdat ze een uurtje langer geble ven is, dan zal baar echtgenoot bi) een voigende gelegenheid al gauw z'n hou ding van huidebrengenden ridder laten varen, om bij het aanbieden van z'n gave 'n beschermend air aan te nemen, dat neerbuigend-beschermende, dat met ridderlijkheid niets te maken heeft. En voor de kinderen is het uit een opvoedkundig oogpunt fataal, dat alles te moeten aanzien en zelf te ondervin den. We behoeven werkelijk niet bang te zijn, hun te kort te doen, wanneer we niet alleen gehoorzaamheid eischen, maar ook verder ailes wat bij onze waar digheid past: de eereplaats en voorrang aan tafel, minstens even goede en mooie kleeding als alle andere huisgenooten en zelfs die kleine luxe-bezittingen, waarvan het gemis de hulsmoeder onverbiddelijk tot sloofje stempelt. Evenmin behoeven we te vreezen. hun een voorbeeld van egoïsme te geven, wanneer we zorgen, alles te hebben, wat ons toekomt; wan neer we het onszelf onthielden om hun nentwil, zou er veel meer kans bestaan, dat we hen opvoedden tot egoïsten. Ze zullen trouwens niet eens op het idee komen, dat wij zelfzuchtig zouden zijn, wanneer we onze waardigheid hooghou den; kan er iets natuurlijkers voor hen bestaan dan moeder in alies te laten voorgaan en zich om strijd te beijveren, het beste voor haar te veroveren? En we moeten niet schromen, hun dit zélf te leeren, al zijn wü schijnbaar de belang hebbende persoon we moeten zoo doen voor hun eigen bestwil. We moeten van onze jongens diensten vragen, hun lee ren, ons uit eigen beweging alles aan te dragen en ons kleine bezigheden, die niet strikt huishoudelijk zijn, uit de hand te nemen. We behooren niet voor hen op te staan, als ze Iets noodig hebben, of hun schoenen te poetsen en hun achter gelaten rommel op te bergen! Daar be wijzen we hun heusch geen dienst mee! Wat zou nuttiger voor hen zijn: dat hun een beetje moeite bespaard blijft, óf dat hun karakter in de goede richting ge vormd wordt? Kleine pages, toekomstige ridders moeten we van onze jongens maken, we moeten hen in onzen dienst moeite laten doen, die we in ons hart hun misschien liever zouden besparen, we moeten hun leeren. ons in alle kleinigheden van het dagehjksch leven te eeren en te huldigen naast, niet na hun vader. Zóó bewijzen we hun pas échte moederliefde, verstan diger en voor hun heele verdere leven bruikbaarder dan de kortzichtige ver goding, die- Zich uit in dwaas uit-den- weg-ruimen van de kleinste moeililk- heden. MACHTELD (heupwijdtc pl.m. 1.10 M.) Benoodigd: 2 el katoen van 80 c.M. breedte, 2 el kant van 5 cM. breed, 1 el stevig elastiek. Om het broekpatroon te maken, zet men een rechthoek op, die 64 c.M. lang en 80 c.M. breed is, waarna men het patroon, zooals de teekening aangeeft, er op teekent. en langs de vaste lijnen uitknipt; de stippellijnen zijn slechts hulplijnen. Hetzelfde patroon kunt ge georuiken voor een directoir-model. De onderkant blijft dan recht, terwijl men 2 cM. bijknipt voor het zoompje, waar later het elastiek doorgeregen wordt. Is de broek geknipt, dan worden eerst de plooitjes ingestikt. Hiertoe meei ge vanaf de middenvouw naar rechts 2 c.M., dan 1A CM., 1 y, c.M., 4 c.M., 1H C.M., VA CM„ naar links precies hetzelfde, waarna men de plooitjes 10 c.M. lang en 1 m.M. reed instikt. Do kant wordt ingerim- Peld, en zoo onder aan den broek gezet, de rafels naar de goede zijde komen, worden met een biesje katoen, dat na afwerking pl.m. 1 c.M. breed is, weg gewerkt. De voor- en achternaad worden met een platten naad verbonden, waarna op dezelfde wijze de ronde naad wordt gewerkt. Men moet er dan voor zorgen, dat voor- en achtemaad precies op el kaar komen. De bovenkant wordt afge werkt met een schuine bies, welke na afwerking 2 c.M. breed moet zijn. Alvo rens de bies tegen den binnenkant van de pantalon te stikken, maakt men op één c.M. vanaf den voornaad aan weers kanten in de bies een knoopsgat in dub bele stof. Hierdoor wordt dan het elas tiek geregen. Bij wasschen kan dit dan gemakkelijk verwijderd worden, wanneer men aan het eene einde van het elastiek een knoopje, en aan den anderen kant 'n lusje maakt. Bij directoire-model kan men den onderkant van de pijpen op ge lijke wijze als den bovenkant van knoops- gaatjes voorzien. DINY, Overname uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden. a VJ7C 4374 4376. Japon van fijne wollen stof of zwarte crêpe-sat.in. De schuine-tusschengezette banen in dezelfde stof zijn zeer nieuw. Voor de fijne plooitjes-bewerking in den schuin aangezetten rok ontstaat 'n soe pele draperie. Het ingewerkte punthalsje is van crêpe-georgette. 4347. Deze Japon heeft eveneens schui ne tusschengezette banen van dezelfde stof der japon. Voor het smalle ceintuurtje valt de ja pon even blousend. Hals en manchetten zijn afgezet met galon; een strik van sa tijn ter garneering. 4349. Zeer chique japon van zijde crêpe. Het model heeft breede soepele revers. Van voren vormen de ruim neerhangen- de paneren een losse tuniek. Vest van de zelfde crêpe. Banden ter garneering van crêpe-satin. ANEMOON GOEDKOOPE KNIPPATRONEN Vin si onze modellen zijn verkriiebur aan „Hei Patronen kantoor". Postbus no. t, Haarlem. Onbc- risneliike coupe. Dameskleeding in de tnaten 88. 96 rX&venwijdu, i f 0.55. Kinderkleding aUeer voor den in de beschrijving genoemden leeftud f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor bet knipper en naaien, benevens een verkleinde patroonschets. Franco toezending, direct na ontvangst van bestel- iing, met het verschuldigde bedrag aan postzegel' ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummei van het model en het blad, waarin het voorkomt, er bovenwijdte. Men meet deze maat rondom he lichaam, recht onder de armen door. gewoon glad zonder extra toegift. November is een goede maand om de vaste planten een verjongingskuur te la ten ondergaan; en dit werkje moet zeker alle orie jaren herhaald worden om de voedselvoorraden in den grond aan te vullen en te vernieuwen. Als de planten te lang rail hun lot worden overgelaten zonder ze op te graven en te scheiden, raken ze in elkaar verward en de bloemen ontaarden spoedig. Wanneer het weer zóó is, dat de grond goed bewerkt kan worden, moet iedere plant daarom uit gegraven worden, tot haar rechtmatig tehuis weer voor haar in orde is ge bracht. Spit den grónd minstens twee spaden diep om, werk door de onderste aarde zoo veel mogelijk vergane stalmest als u daar voor beschikbaar hebt. Is dit niet te krij gen, dan is vergane groenten-afval ook heel goed, vooral als u er een paar busseltjes hop-afval dooreen mengt. En dan zou ik er wat beendermeel aan toevoegen en wat potasch-sulfaat, allebei heel goede soorten kunstmest voor de aarde, die meer aan de oppervlakte ligt. Werk een en ander er al spittend goed doorheen. 100 gram beendermeel op een vierkan ten halven meter is zoowat de juiste hoe_ veelheid, maar van het potasch-sulfaat hebt u maar 25 gram noodig. Deze kunst mest zal, te zamen met den stalmest of groenten-afval, den grond weer zijn oude vruchtbaarheid teruggeven. Neem nu uw planten uit hun tijdelijk verblijf en splits ze door de wortels met den scherpen kant van de spade vaneen te kappen. U hoeft niet bang te zijn -e daardoor te schaden, al zouden ze er na de operatie ook wat kwijnend uitzien. Ze zullen zich weer spoedig herstellen, wanneer ze verplant zijn, en den heelen winter door zullen ze onder den grond druk in de weer zijn met 't voortbrengen van nieuwe vezelworteltjes, om de bloe men van het volgend jaar te voeden. Veel menschen begaan bü het aanleg gen van randen vaste planten de fout, afzonderlijke exemplaren hier en daar over de heele lengte te verspreiden. Dit woidt gewoonlijk gedaan om een los ar tistiek effect te verkrijgen, maar het ge heel ziet er ten slotte versnipperd en rommelig uit. Het is veel beter de plan ten ui driehoeken van drie stuks te zet ten, op eiken hoek dezelfde variëteit. Op die manier krijgt men forsche klodders kleur, in plaats van vereenzaamde vlek jes, over heel den rand gestippeld. Deze groepeering van kleur in massa is een van de eerste beginselen van deskundig planten, onverschillig of eenjarige, twee jarige of vaste planten voor het schema gebezigd worden. Het oude idee, dat de hoogste planten achteraan moeten, zoodat ze langzaam naar voren afloopen tot de allerkleinste, is ook heelemaal uit den tijd. Wanneer we maar zorgen, dat een groote plant niet het uitzicht beneemt op een kleinere, die terzelfder tijd bloeit, en wanneer we van die hloeitijden nauwkeurig op de hcjgte zijn en er goed rekening mee houoen, is dat gemakkelijk te vermijden, kunnen we juist alleraardigste effecten bereiken, door met die oude gewoonte te breken en b.v. onze stokrozen vlak langs het pad te planten, met allerlei klein bont goed tusschen en onder de stam metjes. Planten, die zich erg in de breedte ontwikkelen en ware struiken worden, komen natuurlijk uit den aard der zaak alleen voor den achtergrond in aanmerking, maar er is geen enkele reden, waarom hooge, ranke stengels zon der veel blad niet vooraan zouden mogen staan, al steken ze boven meer naar achter geplante uit! Het verplanten geeft ons meteen ge legenheid, groepeeringen, die ons ver velen, of waarvan we weten, dat ze bij den bloei een verkeerd effect geven, te ver anderen. Behalve, dat we onze planten er een onschatbaren dienst mee bewijzen, kunnen we op die manier dus nog een heel nieuwen tuin krijgen op den koop toe! CROCUS. BIETEN I K.G. bieten 40 gr. boter Stukje ui Laurierblad Kruidnagelen Wat suiker Zout, azijn. Bereiding: De gekookte bieten zijn gaar gekookt, doch waar ze meermalen niet door en door gaar zijn, Is het aan te raden, ze vrij lang te laten sudderen. Breng zeer weinig water aan den kook; snipper hierin zeer fijn gesneden een stuk ui, voeg laurierblad en kruidnagelen toe. Kook de ui gaar Ontdoe in dien tijd de bieten van het vel en snijd ze in zeer dunne plakken. Voeg ze bij de uien, doe de boter er bij, breng alles aan de kook. voeg zoo noodig wat suiker toe en stoof ze lang en zachtjes op een zeer zacht vuur onder af en toe omschudden. Is de biet door en door gaar, voeg dan een scheutje azijn toe Mocht er na het stoven nog wat vocht onder zijn, bind dit dan met een weinig aangemengde aardappelsago. In moderne tuinen zijn breedere en smallere randen vaste planten, die elk jaar uit zichzelf weer opkomen en bloei en, heel populair. Het is dan ook dank baar goed, dat erg z'n best doet en heel fleurig staat, maar de meeste menschen weten niet, hoeveel mooier en fleuriger ze nog zouden kunnen zijn, wanneer ze zelf maar niet het idee fixe hadden, dat vaste planten heelemaal voor zichzelf kunnen zorgen. Dat kan ten slotte geen enkele veredelde plant. We moeten er evengoed onze aandacht aan schenken als aan bollen of zaaigoed; de grond, waarin ze staan, moet op zijn tijd omgespit en oe- mest worden, willen ze niet alleen elk jaar krachtiger ooschieten en rijker bloei, en, maar zelfs in het leven blijven! We zitten weer volop in 't seizoen voor deze lastige kwaal, die men bij ondervin ding kennen moet om er ten volle de misère van te kunnen beseffen. Voor komen is'ook hier beter dan genezen, maar de meeste menschen weten niet. dat winterhanden en -voeten werkelijk voor komen kunnen worden, en geen onvermij delijk gevolg van de invallende winteikou behoeven te zijn. Wintervoeten en handen zijn een gevolg van slechten bloedsomloop en van groote temperatuurswisselingen, waaraan de voeten b.v. blootstaan, wanneer men er in de warme kamer mee op een water stoof heeft gezeten om dan onmiddellijk daarna naar buiten te gaan en daar mis schien geruimen tijd aan een halte te staan wachten etc. De middelen die ter voorkoming worden aanbevolen, zijn voor veel menschen dan ook wel een beetje wreed. Geen warme kruiken of stoven, geen strak-sluitende schoenen of krap zittende handschoenen, geen zijden kou sen en liefst wollen ondergoed direct op- het lichaam. Ten slotte is dat, wanneer men er even aan gewend is, lang zoo erg niet als 't lijkt; en wollen kousen bestaar. tegenwoordig, zoowel gekleed-effen als sportief-gemêleerd, in zulke fijne uitvoe ringen, dat we heusch niet bevreesd hoeven te zijn, er lomp of boersch mee uit te zien, ook al dragen we den heelen win ter niet anders. Maar wanneer we niet tot dezen maat regel yillen overgaan en niet kunnen scheiden van onze kruiken en stoven, kunnen we nog wel op een andere manier het euvel bestrijden, n.l. door onzen bloedsomloop te hulp te komen door voet-gymnastiek. Deze oefeningen moeten 's morgens en 's avonds gedaan worden, en wanneer we door den dag een verloren oogenblikje kunnen vinden, is het heel goed, ze ook dan nog eens te her halen. We kunnen ze doen zoowel op kousenvoeten als blootsvoets, maar in 't laatste geval moeten we op een warm wollig kleedje staan, anders zouden we de kwaal eer verergeren dan genezen. We leggen een groot, dik boek op den grond en gaan staan met de teenen hierop rustend en de hielen op den vloer, de voeten aaneengesloten. Dan verheffen we ons op de teenen, tot de hielen een heel stuk van den vloer zijn en ons ge wicht geheel op het boek rust. Doe dit om te beginnen tien of of twaalf keer Nog een aardig baby-geschenkje Baby-mocassins zijn heel duur, wanneer we ze koopen, en zijn dan meestal nog niet eens zóó uitgevoerd, als we het wel zouden wenschen. En toch is er voor den kleinen peuter, die juist begint te loopen. moeilijk iets snoezigers denkbaar. We kunnen ze heel gemakkelijk zeil maken, sierlijk en heerlijk warm tegelijk Al wat we noodig hebben, is een stukje zacht wit leer of peau-de-suède, 40 cM met-zij. Dat moet bijna even groot wor den als het leer, wanneer dit uitgelegd is We beginnen dus aan den teen (het afge ronde einde) genoeg steken op te zetten om er bijna de breedte van te bereiken en meerderen, door ongeveer om den anderen toer aan het begin en het einde uit den tweeden en den vóórlaatsten steek twee steken te breien. Is de voering breed genoeg, dan wordt met hetzelfde aantal steken een stuk voortgebreid, tot we aan lijn A gekomen zijn. Van daar af wordt heel fijn zwanendons, een knotje fijne witte wol, waardoor een zijden draad loopt, en drie dunne breipennen. Snijd de mocassins uit volgens het hier onder gegeven patroon. Langs de boven- lijn moet het leer dubbel gevouwen lig gen. Natuurlijk moet eerst even worden nagemeten, of het patroon misschien niet iets vergroot moet worden; maak daarom één van de mocassins eerst van stevig papier in elkaar en pas ze de betreffende baby aan. Nu breien we een voerinkje van de wol- slechts met zooveel steken verder gebreid, als een van de twee uitstekende stukjes breed is; de andere steken blijven op de eene pen; we hebben er nu natuurlijk de derde bij noodig. Is dit stukje klaar, dan hechten we de wol weer aan den anderen kant van de pen, die er nog zit. aan, en breien het tweede uitstekende stukje. U ziet, dat dit achtergedeelte van de mocas sins' op dezelfde manier gebreid wordt als de vierkante bals van een camissole. Het tweede voerinkje maken we natuurlijk op precies dezelfde manier. Naai nu de ach terkanten (C) van het leer aaneen; dit gebeurt aan dén verkeerden kant met fijne, maar stevige steekjes witte zij. Daarna worden de twee B's op dezelfde manier op de 2 A's genaaid. Hecht nu de voe ring, nadat ze op dezelfde manier aaneengenaaid is, met fijne zoomsteekjes, die niet op den goe den kant zichtbaar mogen zijn, tegen het leer. Keer de mocassins om, zoodat de voering binnenin komt. Een c.M. of zes van den achternaad (dit hangt van de grootte van de mocassins af) wordt nu, ongeveer een halve c.M. onder den rand van het leer, met een dubbelen zijden draad geregen, tot men aan den anderen kant van den teen op denzelfden afstand van den achternaad gekomen is. Rimpel het leer heel stijf in, zoodat de teen ver naar boven omkrult en het model van de mocassin er duidelijk in komt. Bij het uitknippen van het patroon zor gen we. dat er leer genoeg overblijft voor twee ronde stukjes, wat grooter dan een rijksdaalder. Op die overgebleven stukjes borduren we twee kleine ronde motiefjes of bloemetjes met zij, in welke kleur we maar willen; ook goud- of zilverdraad voldoet allerliefst. We knippen twee cir kels uit, zorgend, dat het mo tiefje precies in 't midden daar van komt. Deze twee cirkeltjes vormen het „bovenleer" van de mocassins. Ze worden met den rand eventjes onder het gerim peld „hoofdje" van den teen ge schoven, zoodat dit er dus recht opstaand bovenuit blijft steken, en juist op den rijgdraad wor den ze er stevig tegen genaaid, voor ongeveer de helft of een derde van den cirkel. Nu wordt langs de heele bovenopening (dus ook langs het vrijgebleven deel van den cirkel) het zwanendons genaaid en de mo cassins zijn klaar. Ik moet er even op wijzen, dat de af beelding hierboven niet die is van de mo cassins, die we zoo juist gemaakt hebben. Ik had er daarvan niet zoo spoedig een bij de hand en gaf de bovenstaande dus alleen om een denkbeeld van baby-mocas sins in 't algemeen te geven. De hier af gebeelde zijn van boven naar onder om geslagen en saamgerimpeld om een apart zooltje en niet van onder naar boven ing:werkt met een hoofdje en een apar' ingezet cirkeltje, zooals de onze. Het hoofdje, dat altijd veel aardiger staat, is er dus niet op te zien. Maar ik twijfel er niet aan, of de bovenstaande aanwijzingen zijn duidelijk genoeg om het gewenschte resultaat te bereiken Wie het even van papier probeert, zal zien, hoe eenvoudig het is. VETERAAN achtereen en vaker, wanneer de enkels er aan gewend zijn. U zult verrast zijn over de behaaglijke warmte, die er het gevolg van is. Er is nog een beter middel en zóó een voudig, dat ik wed, dat al mijn lezeressen in een lach schieten, wanneer ze het lezen. Dat istouwtje springen! Dit is de kostelijkste oefening ter bevordering van den bloedsomloop in de voeten, die maar denkbaar is! Begin met vijf minu ten eiken avond, in een gang of hal, die voldoende ruimte biedt, hetzij op kousen op een looper, hetzij met gymnastiek schoenen aan op het zeil. Denk er aan, nooit hakken, hoe laag ook, te dragen, of u zoudt een leelijken val kunnen doen. De voeten worden zóó heerlijk warm van deze sport, dat een kruik meteen volkomen overbodig wordt! Dit alles behoort tot de voorzorgs maatregelen. Maar wat nu te doen. als we nu eenmaal wintervoeten of -handen hebben? Ook daar is raad voor. Bij som mige menschen gaan de zieke plekken stuk, wat erg veel misère veroorzaakt. Ze moeten dan heel zorgvuldig schoon ge houden worden, om alle infectie te voor komen. Voeg een beetje waterstofpero- xyde toe aan het water, waarin ze ge- wasschen worden. Bedek de zieke plek met een stuk zijden lint. dik besmeerd met boorzalf en bevestig dat met een stukje verbandgaas stevig op zijn plaats. Het is goed, de pijnlijke voeten zoo vaak mogelijk hoog te leggen op een tweeden stoel. Ermee bij de kachel te gaan zitten is natuurlijk uit den booze. Gewone, niet-open wintervoeten, de bekende dikke glimmend-roode plekken, die tegen den avond zoo ondraaglijk be ginnen te jeuken, worden voor het naar bed gaan gepenseeld met jodium-tinc- tuur of ingesmeerd met idox, hetzelfde praeparaat in zalf-vorm. Geen van beide mag meer dan eens per dag gebruikt worden en als regel is om den anderen dag voldoende om blijvend verlichting te geven. Een ander goed middel is, de aan getaste plekken zacht maar stevig te wrijven en daarna te penseelen met vloei baar collodion. Winterhanden worden op dezelfde manier behandeld als wintervoeten Het is heel goed, ze meermalen daags zacht te borstelen met een oud nagelborsteltje, gedoopt in lauw water, waarin een weinig borax. EVA. Oplossingen voor Sint-Nicolaas-problemen Aan vader: Mooie linnen zakdoeken, leeren handschoenen, geheel met bont gevoerd, een kunstnijverheid-blocnote van bewerkt leer, 'n gouden of zilveren Eversharp, een losbladig memorandum, een kantoor-kalender, een leeren voeten zak met bontvoering, een nieuwe acten- tasch. Aan Moeder: Eén luxe-gekieurd ont- bytlaken met vingerdoekjes, een nieuw boek van haar lievelingsschrijver, een snoertje goede imitatie-paarlen, een nieuw schemerlampje, zes of meer kleine zelf-geborduurde kleedjes voor onder de vingerkommetjes. met wol gevoerde huisschoentjes van satijn of zacht leer, een nieuwe peignoir, een sterke, maar mooie portemonnaie. Aan een getrouwde vriendin: Een kris tallen spuitflacon, een gezellige tea-cosy, een koperen of eiken kandelaar een nieuw kookboek voor fijnere gerechten, een elegant kapmanteltje met boudoir mutsje, een paar neel mooie mocassins van peau-de-suède met echt bont, een zilveren boekenleggevtje, gramophoon- platen, als ze een gramophoon beeft. Aan een zuster: Een manicure-éiuitie. avondschoentjes, avondtaschje, een zijden of kasha sjaal, een fleschje goede parfum, iievslings boeken, 'n aardige sierspeld of hangertje, zakdoeken-sachet, handschoe nendoos, luxe naai-nécessaire. Aan een broer: Etui met gereedschap, uitgebreid zakmes, sokken, dassen,bril lantine. losbladig notitieboekje, schrijf map, zakkam in étui, kleerborstel, zijden pochettes, cigarettenkoker met initialen, reis-nécessaire, vulpen, zak-kasregister. Aan een baby: Zachte wollen beestjes, wol-met-zijden jasjes, dito wantjes sokjes, satijnen dekentje met eierdons, geborduurde sloopjes voor den kinder wagen, een muziekpop, een klein zilveren rammelaartje, een zilveren bekertje. Aan „hèm": Manchetknoopen, een wandelstok die tegelijk paraplue is. een leeren combinatiedoos of een van creton ne. die dassen-, boorden-, handschoenen- en zakdoekendoos tegelijk is. een lang cl- garettenpijpje, een garnituur van bijeenbe- noorende portefeuille, sigarettenkoker en portemonnaie. een das met bijbehoorende pochette, een zilveren sigaren-aansteker, een bureaulampje, een zegelring, een flesch goede lotion. VETERAAM

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 13