ONZE VROUWENRUBRIEK
Iets over jon&ensopvoeding
Damespan talon
Japonnen
Winterhanden en Wintervoeten
en
Ook vaste planten zijn niet
onsterfelijk
St. Nico laas- voorzo r£en
Zaa
jRecepti
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
BLADZIJDE
vouw
4349
Spiegeltje aan den wand
Van bloemen en planten
WÊm.
Wat zal ik geven
In een vorig artikeltje, „Moeder en
Zoon", heb ik al in 't voorbijgaan gewezen
op de beteekenis, die het aankweeken
van den ridderzin voor de opvoeding der
jongens kan hebben. De vader kan dat in
theorie doen, maar de moeder, omdat ze
een vrouw is, in de practijk van eiken
dag: door bij allerlei gelegenheden een
beroep te doen op dat gevoel van ridder
lijkheid bij hun jongens en vooral door te
zorgen, het nooit a£ te stompen door
verkeerd opgevatte zorg en zelfopoffe-
ring. In den graad, waarin in de jongens
jaren door de moeder de ridderzin wordt
aangekweekt, in dien graad zullen haar
zoons later „gentlemen" zijn.
Er zijn tijden geweest, waarin de cultus
der vrouw, in den hoogsten en puursten
zin, een zeer belangrijke rol in de op
voeding der jongens speelde. Ja, die
zuivere vereering werd tot uitgangspunt
bij bet inprenten van alle andere ridder
deugden, die er een natuurlijk uitvloeisel
van werden. Ze had immers niets weeke-
lijks: uit den eerbied voor het goede en
schoone, dat tegelijk zoo weerloos was,
sproot vanzelf de drang tot beschermen
en verdedigen: onverschrokken dapper
heid en trouwe toewijding.
De hemel weet, dat er in onze tegen
woordige samenleving nog even veel be
hoefte bestaat aan ridders naar het hart,
ter verkwikkende afwisseling van de on
genietbare lomperds, die met elke decade
talrijker schijnen te worden.
Bij de moeder moet de eerbied voor
de vrouw beginnen. Zij is de eerste, die
een belangrijke rol speelt in het leven
van den kleinen jongen. Op haar moet
hij zich als 't ware oefenen in ridderzin
en toewijding, en de verhouding, waarin
hij tot haar staat, zal beslissend zijn voor
zijn verder leven.
Een moeder mag dus in haar zelf
verloochening nooit zóó ver gaan, dat ze
baar waardigheid in de oogen van haar
jongens verkleint. Ze mag niet de slavin
van haar kinderen zijn, moet niet altijd
maar klaar staan om in hun geringste
behoeften te voorzien, niet maar steeds
haar eigen wenschen en genoegens achter
stellen bij de hunne, althans niet zóó,
dat ze bemerken, dat zi) dit doet.
Er zijn helaas moeders, die zichzelf in
alles op den voorgrond stellen, die van
alles het beste voor zichzelf opeischen,
die er een overdreven uitgebreide en
kostbare garderobe op na houden, terwijl
haar volwassen dochters, die er even veel.
zoo niet meer recht op hadden, er zoo
aardig mogelijk uit te zien, ztch tevreden
moeten stellen met haar vermaakte af
leggertjes. Dat zijn geen echte moeders
in de lieve, belangelooze beteekenis van
het woord: gelukkig behooren ze tot de
uitzonderingen. Maar haar tegenhangers:
de zielsgoede, volmaakt-onzelfzuchtige
moeders overdrijven helaas weer al te
spoedig in een andere richting: ze
maken zichzelf tot de slavin van haar
m- en kinderen en meenen werkelijk,
nadat ze him niet beter van nut zijn, dan
door op hun wenken te vliegen.
Altijd en overal stelt zoo'n moeder zich-
zelfs op de laatste plaats. Bij het begin
van den maaltijd zoekt ze al spiedend
het minst aanlokkelijke voor zichzelf
uit ,Dat is voor mij," verklaart ze haas
tig ais een ander haar vóór wil zijn. De
staert van d visch, de kapjes van
vleesch en brood, de half-verdroogde
plakjes boterham-worst van den vorigen
dag zijn haar buit, dien ze ijverzuchtig
bewaakt en voor zichzelf opeischt.
Die zelfde trek loopt door heel haar
huishoudelijk bestier. Haar plan, om
voor zichzelf iets nieuws aan ce schaf
fen, wordt onmiddellijk en als vanzelf
sprekend uitgesteld, wanneer er onver
wacht voor de kinderen iets noodig
blijkt. Als het budget uitwijst, dat er op 't
een of ander, onverschillig wat, bezui-
nied dient te worden, dan is moeders per
soon het aangewezen offerlam. Zuinig
heidsmaatregelen worden niet, zooals
rechtvaardig zou zijn, over het geheele
gezin gelijkelijk verdeeld, maar moeder
neemt er persoonlijk den heelen last van
op zich, on< u voorkomen, dat de ande
ren dien voelen. Ze gaa van den stel
regel uit, dat het beter is, dat één
en natuurlijk steeds zijzelf zich héél
erg bekrimpt, dan allen te zamen 'n klein
beetje. En als dit alles steeds een geheim
voor d" huisgenooten kon blijven, dan
zou er nog niet zooveel tegen zijn en zou
de groote opofferingszin der moeder
niet dat irriteerend bijsmaakje van dom
heid en kortzichtigheid nebben. Maar
het blijft voor de anderen niet verbor
gen. Ze merken het heel goed, maar zijn
er van Jongsaf aan zóó aan gewend, dat
ze het natuurlijk vinden en geheel zooals
het behoort. Ze zouden zich misschien
zelfs verongelijkt voelen, als het plotse
ling anders ging.
Wie zich vrijwillig tot dienstbode stem
pelt, wordt als zoodanig behandeld, en
al gauw vindt iedereen het de natuur
lijkste zaak ter wereld, dat moeder de
laatste aai, tafel en in het algemeen de
laatste ir. het gezin is.
Wanneer ze iets ten geschenke krijgt,
jammert ze, dat het veel te mooi en
vee, te veel is, en zonde van het geld,
e, ze is zoo aandoenlijk dankbaar, dat
de gever werkelijk den indruk krijgt,
haa. een ongewone weldaad bewezen te
hebben, en in het vervolg al gauw vindt,
dat iets mooi en goed genoeg is voor
iemand, die zóó weinig eischen stelt.
Een werkelijk verstandig huisvader zal
over het algemeen zijn gezag wel laten
gelden, wanneer de moeder al te vor gaat
in haar wegcijferen van zichzelf. Maar
toch is zelfs de vriendelijkste en goed-
-hartigste man op den duur niet bestand
tegen een voortdurend tegemoetkomen
aan zijn gemakzucht, een onophoudelijk
streven der vrouw om hèm tot het mid
delpunt te maken, waarom alles draalen
moet. Zijn toch al egoïstische natuur
past zich daar maar al te gemakkelijk,
bij aan. Hij kan werkelijk, even goed als
een kieine jongen, „bedorven" worden,
wanneer er onpaedagogisch met hem
wordt omgesprongen. Wanneer zijn
vrouw, eiken keer ais er boven of in een
andere kamer iets gehaald moet worden,
zijn gedienstigheid liefderijk afwijst met
'n: „Blijf jij maar zitten, hoor!" ook wan
neer hij niet moe-gewerkt, maar alleen
maar een beetje lui is, en dan bedrijvig
zeli opspringt, om het te krijgen, zal er,
wanneer ze eens 'n keer niet voortkan
en hem regelrecht zooiets verzoekt, een
uitdrukking van licht-verongelijkte ver
wondering op zjjn gezicht komen, ook al
is hij dadelijk, zonder een woord van on
geduld, bereid. Zóó gauw is hij, in de
fatale beteekenis van het woord, ver
wend! Of wanneer zijn vrouw niet de
kunst verstaat, zijn kleine attenties in
ontvangst te nemen, met die lieftallige
gratie en waardigheid, heel dankbaar en
verrast, maar met toch éven iets van de
prinses, die minzaam een geboden hulde
aanvaardt wanneer ze zich integen
deel gedraagt als een hitje, dat een on
verwacht extraatje in de hand gedrukt
krijgt, omdat ze een uurtje langer geble
ven is, dan zal baar echtgenoot bi) een
voigende gelegenheid al gauw z'n hou
ding van huidebrengenden ridder laten
varen, om bij het aanbieden van z'n
gave 'n beschermend air aan te nemen,
dat neerbuigend-beschermende, dat met
ridderlijkheid niets te maken heeft.
En voor de kinderen is het uit een
opvoedkundig oogpunt fataal, dat alles
te moeten aanzien en zelf te ondervin
den. We behoeven werkelijk niet bang
te zijn, hun te kort te doen, wanneer
we niet alleen gehoorzaamheid eischen,
maar ook verder ailes wat bij onze waar
digheid past: de eereplaats en voorrang
aan tafel, minstens even goede en mooie
kleeding als alle andere huisgenooten en
zelfs die kleine luxe-bezittingen, waarvan
het gemis de hulsmoeder onverbiddelijk
tot sloofje stempelt. Evenmin behoeven
we te vreezen. hun een voorbeeld van
egoïsme te geven, wanneer we zorgen,
alles te hebben, wat ons toekomt; wan
neer we het onszelf onthielden om hun
nentwil, zou er veel meer kans bestaan,
dat we hen opvoedden tot egoïsten. Ze
zullen trouwens niet eens op het idee
komen, dat wij zelfzuchtig zouden zijn,
wanneer we onze waardigheid hooghou
den; kan er iets natuurlijkers voor hen
bestaan dan moeder in alies te laten
voorgaan en zich om strijd te beijveren,
het beste voor haar te veroveren? En we
moeten niet schromen, hun dit zélf te
leeren, al zijn wü schijnbaar de belang
hebbende persoon we moeten zoo doen
voor hun eigen bestwil. We moeten van
onze jongens diensten vragen, hun lee
ren, ons uit eigen beweging alles aan te
dragen en ons kleine bezigheden, die niet
strikt huishoudelijk zijn, uit de hand te
nemen. We behooren niet voor hen op te
staan, als ze Iets noodig hebben, of hun
schoenen te poetsen en hun achter
gelaten rommel op te bergen! Daar be
wijzen we hun heusch geen dienst mee!
Wat zou nuttiger voor hen zijn: dat hun
een beetje moeite bespaard blijft, óf dat
hun karakter in de goede richting ge
vormd wordt?
Kleine pages, toekomstige ridders
moeten we van onze jongens maken, we
moeten hen in onzen dienst moeite laten
doen, die we in ons hart hun misschien
liever zouden besparen, we moeten hun
leeren. ons in alle kleinigheden van het
dagehjksch leven te eeren en te huldigen
naast, niet na hun vader. Zóó bewijzen
we hun pas échte moederliefde, verstan
diger en voor hun heele verdere leven
bruikbaarder dan de kortzichtige ver
goding, die- Zich uit in dwaas uit-den-
weg-ruimen van de kleinste moeililk-
heden. MACHTELD
(heupwijdtc pl.m. 1.10 M.)
Benoodigd: 2 el katoen van 80 c.M.
breedte, 2 el kant van 5 cM. breed, 1 el
stevig elastiek. Om het broekpatroon te
maken, zet men een rechthoek op, die 64
c.M. lang en 80 c.M. breed is, waarna
men het patroon, zooals de teekening
aangeeft, er op teekent. en langs de vaste
lijnen uitknipt; de stippellijnen zijn
slechts hulplijnen. Hetzelfde patroon kunt
ge georuiken voor een directoir-model.
De onderkant blijft dan recht, terwijl men
2 cM. bijknipt voor het zoompje, waar
later het elastiek doorgeregen wordt. Is
de broek geknipt, dan worden eerst de
plooitjes ingestikt. Hiertoe meei ge vanaf
de middenvouw naar rechts 2 c.M., dan
1A CM., 1 y, c.M., 4 c.M., 1H C.M., VA
CM„ naar links precies hetzelfde, waarna
men de plooitjes 10 c.M. lang en 1 m.M.
reed instikt. Do kant wordt ingerim-
Peld, en zoo onder aan den broek gezet,
de rafels naar de goede zijde komen,
worden met een biesje katoen, dat
na afwerking pl.m. 1 c.M. breed is, weg
gewerkt. De voor- en achternaad worden
met een platten naad verbonden, waarna
op dezelfde wijze de ronde naad wordt
gewerkt. Men moet er dan voor zorgen,
dat voor- en achtemaad precies op el
kaar komen. De bovenkant wordt afge
werkt met een schuine bies, welke na
afwerking 2 c.M. breed moet zijn. Alvo
rens de bies tegen den binnenkant van
de pantalon te stikken, maakt men op
één c.M. vanaf den voornaad aan weers
kanten in de bies een knoopsgat in dub
bele stof. Hierdoor wordt dan het elas
tiek geregen. Bij wasschen kan dit dan
gemakkelijk verwijderd worden, wanneer
men aan het eene einde van het elastiek
een knoopje, en aan den anderen kant
'n lusje maakt. Bij directoire-model kan
men den onderkant van de pijpen op ge
lijke wijze als den bovenkant van knoops-
gaatjes voorzien. DINY,
Overname uit deze rubriek zonder schriftelijke toestemming verboden.
a
VJ7C
4374
4376. Japon van fijne wollen stof of
zwarte crêpe-sat.in.
De schuine-tusschengezette banen in
dezelfde stof zijn zeer nieuw.
Voor de fijne plooitjes-bewerking in den
schuin aangezetten rok ontstaat 'n soe
pele draperie. Het ingewerkte punthalsje
is van crêpe-georgette.
4347. Deze Japon heeft eveneens schui
ne tusschengezette banen van dezelfde
stof der japon.
Voor het smalle ceintuurtje valt de ja
pon even blousend. Hals en manchetten
zijn afgezet met galon; een strik van sa
tijn ter garneering.
4349. Zeer chique japon van zijde crêpe.
Het model heeft breede soepele revers.
Van voren vormen de ruim neerhangen-
de paneren een losse tuniek. Vest van de
zelfde crêpe. Banden ter garneering van
crêpe-satin. ANEMOON
GOEDKOOPE KNIPPATRONEN
Vin si onze modellen zijn verkriiebur aan „Hei
Patronen kantoor". Postbus no. t, Haarlem. Onbc-
risneliike coupe. Dameskleeding in de tnaten 88. 96
rX&venwijdu, i f 0.55. Kinderkleding aUeer
voor den in de beschrijving genoemden leeftud
f 0.35. Bij elk patroon handleiding voor bet knipper
en naaien, benevens een verkleinde patroonschets.
Franco toezending, direct na ontvangst van bestel-
iing, met het verschuldigde bedrag aan postzegel'
ingesloten, waarbij vermeld naam en adres, nummei
van het model en het blad, waarin het voorkomt, er
bovenwijdte. Men meet deze maat rondom he
lichaam, recht onder de armen door. gewoon glad
zonder extra toegift.
November is een goede maand om de
vaste planten een verjongingskuur te la
ten ondergaan; en dit werkje moet zeker
alle orie jaren herhaald worden om
de voedselvoorraden in den grond aan te
vullen en te vernieuwen. Als de planten
te lang rail hun lot worden overgelaten
zonder ze op te graven en te scheiden,
raken ze in elkaar verward en de bloemen
ontaarden spoedig. Wanneer het weer
zóó is, dat de grond goed bewerkt kan
worden, moet iedere plant daarom uit
gegraven worden, tot haar rechtmatig
tehuis weer voor haar in orde is ge
bracht.
Spit den grónd minstens twee spaden
diep om, werk door de onderste aarde zoo
veel mogelijk vergane stalmest als u daar
voor beschikbaar hebt. Is dit niet te krij
gen, dan is vergane groenten-afval ook heel
goed, vooral als u er een paar busseltjes
hop-afval dooreen mengt. En dan zou ik
er wat beendermeel aan toevoegen en wat
potasch-sulfaat, allebei heel goede soorten
kunstmest voor de aarde, die meer aan
de oppervlakte ligt. Werk een en ander er
al spittend goed doorheen.
100 gram beendermeel op een vierkan
ten halven meter is zoowat de juiste hoe_
veelheid, maar van het potasch-sulfaat
hebt u maar 25 gram noodig. Deze kunst
mest zal, te zamen met den stalmest of
groenten-afval, den grond weer zijn oude
vruchtbaarheid teruggeven. Neem nu uw
planten uit hun tijdelijk verblijf en splits
ze door de wortels met den scherpen kant
van de spade vaneen te kappen. U hoeft
niet bang te zijn -e daardoor te schaden,
al zouden ze er na de operatie ook wat
kwijnend uitzien.
Ze zullen zich weer spoedig herstellen,
wanneer ze verplant zijn, en den heelen
winter door zullen ze onder den grond
druk in de weer zijn met 't voortbrengen
van nieuwe vezelworteltjes, om de bloe
men van het volgend jaar te voeden.
Veel menschen begaan bü het aanleg
gen van randen vaste planten de fout,
afzonderlijke exemplaren hier en daar
over de heele lengte te verspreiden. Dit
woidt gewoonlijk gedaan om een los ar
tistiek effect te verkrijgen, maar het ge
heel ziet er ten slotte versnipperd en
rommelig uit. Het is veel beter de plan
ten ui driehoeken van drie stuks te zet
ten, op eiken hoek dezelfde variëteit. Op
die manier krijgt men forsche klodders
kleur, in plaats van vereenzaamde vlek
jes, over heel den rand gestippeld. Deze
groepeering van kleur in massa is een
van de eerste beginselen van deskundig
planten, onverschillig of eenjarige, twee
jarige of vaste planten voor het schema
gebezigd worden.
Het oude idee, dat de hoogste planten
achteraan moeten, zoodat ze langzaam
naar voren afloopen tot de allerkleinste,
is ook heelemaal uit den tijd. Wanneer
we maar zorgen, dat een groote plant
niet het uitzicht beneemt op een kleinere,
die terzelfder tijd bloeit, en wanneer we
van die hloeitijden nauwkeurig op de
hcjgte zijn en er goed rekening mee
houoen, is dat gemakkelijk te vermijden,
kunnen we juist alleraardigste effecten
bereiken, door met die oude gewoonte te
breken en b.v. onze stokrozen vlak langs
het pad te planten, met allerlei klein
bont goed tusschen en onder de stam
metjes. Planten, die zich erg in de
breedte ontwikkelen en ware struiken
worden, komen natuurlijk uit den aard
der zaak alleen voor den achtergrond in
aanmerking, maar er is geen enkele
reden, waarom hooge, ranke stengels zon
der veel blad niet vooraan zouden mogen
staan, al steken ze boven meer naar
achter geplante uit!
Het verplanten geeft ons meteen ge
legenheid, groepeeringen, die ons ver
velen, of waarvan we weten, dat ze bij den
bloei een verkeerd effect geven, te ver
anderen. Behalve, dat we onze planten
er een onschatbaren dienst mee bewijzen,
kunnen we op die manier dus nog een
heel nieuwen tuin krijgen op den koop
toe!
CROCUS.
BIETEN
I K.G. bieten
40 gr. boter
Stukje ui
Laurierblad
Kruidnagelen
Wat suiker
Zout, azijn.
Bereiding:
De gekookte bieten zijn gaar gekookt,
doch waar ze meermalen niet door en
door gaar zijn, Is het aan te raden, ze vrij
lang te laten sudderen. Breng zeer weinig
water aan den kook; snipper hierin zeer
fijn gesneden een stuk ui, voeg laurierblad
en kruidnagelen toe. Kook de ui gaar
Ontdoe in dien tijd de bieten van het vel
en snijd ze in zeer dunne plakken. Voeg
ze bij de uien, doe de boter er bij, breng
alles aan de kook. voeg zoo noodig wat
suiker toe en stoof ze lang en zachtjes
op een zeer zacht vuur onder af en toe
omschudden. Is de biet door en door
gaar, voeg dan een scheutje azijn toe
Mocht er na het stoven nog wat vocht
onder zijn, bind dit dan met een weinig
aangemengde aardappelsago.
In moderne tuinen zijn breedere en
smallere randen vaste planten, die elk
jaar uit zichzelf weer opkomen en bloei
en, heel populair. Het is dan ook dank
baar goed, dat erg z'n best doet en heel
fleurig staat, maar de meeste menschen
weten niet, hoeveel mooier en fleuriger ze
nog zouden kunnen zijn, wanneer ze zelf
maar niet het idee fixe hadden, dat vaste
planten heelemaal voor zichzelf kunnen
zorgen. Dat kan ten slotte geen enkele
veredelde plant. We moeten er evengoed
onze aandacht aan schenken als aan
bollen of zaaigoed; de grond, waarin ze
staan, moet op zijn tijd omgespit en oe-
mest worden, willen ze niet alleen elk
jaar krachtiger ooschieten en rijker bloei,
en, maar zelfs in het leven blijven!
We zitten weer volop in 't seizoen voor
deze lastige kwaal, die men bij ondervin
ding kennen moet om er ten volle de
misère van te kunnen beseffen. Voor
komen is'ook hier beter dan genezen,
maar de meeste menschen weten niet. dat
winterhanden en -voeten werkelijk voor
komen kunnen worden, en geen onvermij
delijk gevolg van de invallende winteikou
behoeven te zijn.
Wintervoeten en handen zijn een gevolg
van slechten bloedsomloop en van groote
temperatuurswisselingen, waaraan de
voeten b.v. blootstaan, wanneer men er
in de warme kamer mee op een water
stoof heeft gezeten om dan onmiddellijk
daarna naar buiten te gaan en daar mis
schien geruimen tijd aan een halte te
staan wachten etc. De middelen die ter
voorkoming worden aanbevolen, zijn voor
veel menschen dan ook wel een beetje
wreed. Geen warme kruiken of stoven,
geen strak-sluitende schoenen of krap
zittende handschoenen, geen zijden kou
sen en liefst wollen ondergoed direct op-
het lichaam. Ten slotte is dat, wanneer
men er even aan gewend is, lang zoo erg
niet als 't lijkt; en wollen kousen bestaar.
tegenwoordig, zoowel gekleed-effen als
sportief-gemêleerd, in zulke fijne uitvoe
ringen, dat we heusch niet bevreesd
hoeven te zijn, er lomp of boersch mee uit
te zien, ook al dragen we den heelen win
ter niet anders.
Maar wanneer we niet tot dezen maat
regel yillen overgaan en niet kunnen
scheiden van onze kruiken en stoven,
kunnen we nog wel op een andere
manier het euvel bestrijden, n.l. door
onzen bloedsomloop te hulp te komen
door voet-gymnastiek. Deze oefeningen
moeten 's morgens en 's avonds gedaan
worden, en wanneer we door den dag een
verloren oogenblikje kunnen vinden, is
het heel goed, ze ook dan nog eens te her
halen. We kunnen ze doen zoowel op
kousenvoeten als blootsvoets, maar in
't laatste geval moeten we op een warm
wollig kleedje staan, anders zouden we de
kwaal eer verergeren dan genezen.
We leggen een groot, dik boek op den
grond en gaan staan met de teenen
hierop rustend en de hielen op den vloer,
de voeten aaneengesloten. Dan verheffen
we ons op de teenen, tot de hielen een
heel stuk van den vloer zijn en ons ge
wicht geheel op het boek rust. Doe dit
om te beginnen tien of of twaalf keer
Nog een aardig baby-geschenkje
Baby-mocassins zijn heel duur, wanneer
we ze koopen, en zijn dan meestal nog
niet eens zóó uitgevoerd, als we het wel
zouden wenschen. En toch is er voor den
kleinen peuter, die juist begint te loopen.
moeilijk iets snoezigers denkbaar.
We kunnen ze heel gemakkelijk zeil
maken, sierlijk en heerlijk warm tegelijk
Al wat we noodig hebben, is een stukje
zacht wit leer of peau-de-suède, 40 cM
met-zij. Dat moet bijna even groot wor
den als het leer, wanneer dit uitgelegd is
We beginnen dus aan den teen (het afge
ronde einde) genoeg steken op te zetten
om er bijna de breedte van te bereiken
en meerderen, door ongeveer om den
anderen toer aan het begin en het einde
uit den tweeden en den vóórlaatsten steek
twee steken te breien. Is de voering breed
genoeg, dan wordt met hetzelfde aantal
steken een stuk voortgebreid, tot we aan
lijn A gekomen zijn. Van daar af wordt
heel fijn zwanendons, een knotje fijne
witte wol, waardoor een zijden draad
loopt, en drie dunne breipennen.
Snijd de mocassins uit volgens het hier
onder gegeven patroon. Langs de boven-
lijn moet het leer dubbel gevouwen lig
gen. Natuurlijk moet eerst even worden
nagemeten, of het patroon misschien niet
iets vergroot moet worden; maak daarom
één van de mocassins eerst van stevig
papier in elkaar en pas ze de betreffende
baby aan.
Nu breien we een voerinkje van de wol-
slechts met zooveel steken verder gebreid,
als een van de twee uitstekende stukjes
breed is; de andere steken blijven op de
eene pen; we hebben er nu natuurlijk de
derde bij noodig. Is dit stukje klaar, dan
hechten we de wol weer aan den anderen
kant van de pen, die er nog zit. aan, en
breien het tweede uitstekende stukje. U
ziet, dat dit achtergedeelte van de mocas
sins' op dezelfde manier gebreid wordt als
de vierkante bals van een camissole. Het
tweede voerinkje maken we natuurlijk op
precies dezelfde manier.
Naai nu de ach
terkanten (C) van
het leer aaneen; dit
gebeurt aan dén
verkeerden kant
met fijne, maar
stevige steekjes
witte zij. Daarna
worden de twee B's
op dezelfde manier
op de 2 A's genaaid.
Hecht nu de voe
ring, nadat ze op
dezelfde manier
aaneengenaaid is,
met fijne zoomsteekjes, die niet op den goe
den kant zichtbaar mogen zijn, tegen het
leer. Keer de mocassins om, zoodat de
voering binnenin komt. Een c.M. of zes
van den achternaad (dit hangt van de
grootte van de mocassins af) wordt nu,
ongeveer een halve c.M. onder den rand
van het leer, met een dubbelen zijden
draad geregen, tot men aan den anderen
kant van den teen op denzelfden afstand
van den achternaad gekomen is. Rimpel
het leer heel stijf in, zoodat de teen ver
naar boven omkrult en het model van de
mocassin er duidelijk in komt.
Bij het uitknippen van het patroon zor
gen we. dat er leer genoeg overblijft voor
twee ronde stukjes, wat grooter dan een
rijksdaalder. Op die overgebleven stukjes
borduren we twee kleine ronde
motiefjes of bloemetjes met zij,
in welke kleur we maar willen;
ook goud- of zilverdraad voldoet
allerliefst. We knippen twee cir
kels uit, zorgend, dat het mo
tiefje precies in 't midden daar
van komt. Deze twee cirkeltjes
vormen het „bovenleer" van de
mocassins. Ze worden met den
rand eventjes onder het gerim
peld „hoofdje" van den teen ge
schoven, zoodat dit er dus recht
opstaand bovenuit blijft steken,
en juist op den rijgdraad wor
den ze er stevig tegen genaaid,
voor ongeveer de helft of
een derde van den cirkel. Nu
wordt langs de heele bovenopening (dus
ook langs het vrijgebleven deel van den
cirkel) het zwanendons genaaid en de mo
cassins zijn klaar.
Ik moet er even op wijzen, dat de af
beelding hierboven niet die is van de mo
cassins, die we zoo juist gemaakt hebben.
Ik had er daarvan niet zoo spoedig een
bij de hand en gaf de bovenstaande dus
alleen om een denkbeeld van baby-mocas
sins in 't algemeen te geven. De hier af
gebeelde zijn van boven naar onder om
geslagen en saamgerimpeld om een apart
zooltje en niet van onder naar boven
ing:werkt met een hoofdje en een apar'
ingezet cirkeltje, zooals de onze. Het
hoofdje, dat altijd veel aardiger staat, is
er dus niet op te zien. Maar ik twijfel er
niet aan, of de bovenstaande aanwijzingen
zijn duidelijk genoeg om het gewenschte
resultaat te bereiken Wie het even van
papier probeert, zal zien, hoe eenvoudig
het is.
VETERAAN
achtereen en vaker, wanneer de enkels er
aan gewend zijn. U zult verrast zijn over
de behaaglijke warmte, die er het gevolg
van is.
Er is nog een beter middel en zóó een
voudig, dat ik wed, dat al mijn lezeressen
in een lach schieten, wanneer ze het
lezen. Dat istouwtje springen! Dit is
de kostelijkste oefening ter bevordering
van den bloedsomloop in de voeten, die
maar denkbaar is! Begin met vijf minu
ten eiken avond, in een gang of hal, die
voldoende ruimte biedt, hetzij op kousen
op een looper, hetzij met gymnastiek
schoenen aan op het zeil. Denk er aan,
nooit hakken, hoe laag ook, te dragen, of
u zoudt een leelijken val kunnen doen.
De voeten worden zóó heerlijk warm
van deze sport, dat een kruik meteen
volkomen overbodig wordt!
Dit alles behoort tot de voorzorgs
maatregelen. Maar wat nu te doen. als we
nu eenmaal wintervoeten of -handen
hebben? Ook daar is raad voor. Bij som
mige menschen gaan de zieke plekken
stuk, wat erg veel misère veroorzaakt. Ze
moeten dan heel zorgvuldig schoon ge
houden worden, om alle infectie te voor
komen. Voeg een beetje waterstofpero-
xyde toe aan het water, waarin ze ge-
wasschen worden. Bedek de zieke plek
met een stuk zijden lint. dik besmeerd
met boorzalf en bevestig dat met een
stukje verbandgaas stevig op zijn plaats.
Het is goed, de pijnlijke voeten zoo vaak
mogelijk hoog te leggen op een tweeden
stoel. Ermee bij de kachel te gaan zitten
is natuurlijk uit den booze.
Gewone, niet-open wintervoeten, de
bekende dikke glimmend-roode plekken,
die tegen den avond zoo ondraaglijk be
ginnen te jeuken, worden voor het naar
bed gaan gepenseeld met jodium-tinc-
tuur of ingesmeerd met idox, hetzelfde
praeparaat in zalf-vorm. Geen van beide
mag meer dan eens per dag gebruikt
worden en als regel is om den anderen
dag voldoende om blijvend verlichting te
geven. Een ander goed middel is, de aan
getaste plekken zacht maar stevig te
wrijven en daarna te penseelen met vloei
baar collodion.
Winterhanden worden op dezelfde
manier behandeld als wintervoeten Het
is heel goed, ze meermalen daags zacht te
borstelen met een oud nagelborsteltje,
gedoopt in lauw water, waarin een weinig
borax. EVA.
Oplossingen voor Sint-Nicolaas-problemen
Aan vader: Mooie linnen zakdoeken,
leeren handschoenen, geheel met bont
gevoerd, een kunstnijverheid-blocnote
van bewerkt leer, 'n gouden of zilveren
Eversharp, een losbladig memorandum,
een kantoor-kalender, een leeren voeten
zak met bontvoering, een nieuwe acten-
tasch.
Aan Moeder: Eén luxe-gekieurd ont-
bytlaken met vingerdoekjes, een nieuw
boek van haar lievelingsschrijver, een
snoertje goede imitatie-paarlen, een
nieuw schemerlampje, zes of meer kleine
zelf-geborduurde kleedjes voor onder de
vingerkommetjes. met wol gevoerde
huisschoentjes van satijn of zacht leer,
een nieuwe peignoir, een sterke, maar
mooie portemonnaie.
Aan een getrouwde vriendin: Een kris
tallen spuitflacon, een gezellige tea-cosy,
een koperen of eiken kandelaar een
nieuw kookboek voor fijnere gerechten,
een elegant kapmanteltje met boudoir
mutsje, een paar neel mooie mocassins
van peau-de-suède met echt bont, een
zilveren boekenleggevtje, gramophoon-
platen, als ze een gramophoon beeft.
Aan een zuster: Een manicure-éiuitie.
avondschoentjes, avondtaschje, een zijden
of kasha sjaal, een fleschje goede parfum,
iievslings boeken, 'n aardige sierspeld of
hangertje, zakdoeken-sachet, handschoe
nendoos, luxe naai-nécessaire.
Aan een broer: Etui met gereedschap,
uitgebreid zakmes, sokken, dassen,bril
lantine. losbladig notitieboekje, schrijf
map, zakkam in étui, kleerborstel, zijden
pochettes, cigarettenkoker met initialen,
reis-nécessaire, vulpen, zak-kasregister.
Aan een baby: Zachte wollen beestjes,
wol-met-zijden jasjes, dito wantjes
sokjes, satijnen dekentje met eierdons,
geborduurde sloopjes voor den kinder
wagen, een muziekpop, een klein zilveren
rammelaartje, een zilveren bekertje.
Aan „hèm": Manchetknoopen, een
wandelstok die tegelijk paraplue is. een
leeren combinatiedoos of een van creton
ne. die dassen-, boorden-, handschoenen-
en zakdoekendoos tegelijk is. een lang cl-
garettenpijpje, een garnituur van bijeenbe-
noorende portefeuille, sigarettenkoker en
portemonnaie. een das met bijbehoorende
pochette, een zilveren sigaren-aansteker,
een bureaulampje, een zegelring, een
flesch goede lotion.
VETERAAM