DE ONGEZIENE WERELD
OF HET LEVEN NA
DEN DOOD
FEUILLETON
Buitenlandsch Nieuws
■en-vefiftauiè c/e -fuuxl
VIERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1928
BLADZIJDE 1
MARCIA DE LAUBLY
GEMENGDE BUITENL.
BERICHTEN
VERKEER EN POSTERIJEN
Het gesprekken-tarief voor
de telefoon
De terugbetaling van Indisch
luchtrecht
XXXII
God, bestuurder van hemel en aarde.
Het Mysterie van het leed.
Chateaubriand heeft eens dit droeve von
nis over den mensch geveld: O, homme, tu
n'es qu'un songe rapide, un reve doulou
reux; O, mensch, ge zijt slechts een vluch
tige leugen en een pijnlijke droom!
Er wordt veel, ontzettend veel geleden op
de wereld! Er wordt geleden in de harten
en in de huizen der menschen! Haast ach
ter iedere deur, waar menschen wonen,
wordt geleden en gestreden. Haast in ieder
huis waar menschen in- en uitgaan, ont
moeten wij het leed! Het leed volgt den
mensch op z'n weg van wieg tot graf!
Geregeld als ons dagelijksch brood, zegt
Job, is ons leed!
Sinds de gulden poort van het Paradijs
is dichtgevallen achter den opstandigen,
eersten mensch, sindsdien gaat z'n weg
door een donker dal van tranen, en wondt
hij maar al te dikwijls z'n moede voeten
aan de scherpe doornen langs den stoffi-
gen weg van 't dagelijksch leven. Ja, sinds
dien gaat het leed voor hem uit, en zet zich
neer met den arme aan den leegen haard,
met den hongerige aan den schamelen disch,
met den zieke aan 't ziekbed.
Het leed! O, ge kunt 't hooren in 't hul
peloos schreien van het pasgeboren kind,
en in de verzuchtingen van den eenzamen
grijsaard, die alleen op de wereld staat! Ge
kunt 't hooren in de wanhoopskreten van
arme weezen, op 't pas gedolven graf van va
der of moeder, ge kunt 't hooren in 't zacht
gekreun van zieken of gewonden, die naar
den dood verlangen en maar niet sterven
kunnen en in de laatste afscheidswoor
den van den stervende, die, o, zoo graag zou
blijven leven, maar weet, dat hij sterven
moet!
't Leed! O, ge kunt 't lezen op de bleeke
uitgeteerde gezichten van zooveel arme kin
deren, in de achterbuurten onzer grootste
den, maar ook op 't vale, gerimpelde gezicht
van de oude, arme weduwvrouw, die ergens,
eenzaam en verlaten, haar laatste zon-looze
dagen slijt, op 'n donkere zolderkamer, en
wat droog brood kruimelt om haar honger
te stillen! Ge kunt 't lezen in zooveel moe
de, vochtige oogen van voorbijgangers, op
hoeken van pleinen en straten! 't Staat
overal met vlammende, letters geschreven!
Op de kale wanden van de arbeiderswoning,
waar moeder en kinderen stil gebrek lijden,
omdat vader zoo weinig verdient; op de kil
le, bleeke wanden van iedere zieken-kamer,
waar alle hoop op herstel voorgoed ge
weken is! Op de grauwe, donkere muren
van iedere sterfkamer, waar de dood zoo
even 'n dierbaar leven heeft gedoofd!
Ja, het leed staat geschreven op het voor
hoofd, haast van iederen mensch; boven de
deur van haast iedere woning! Het stapelt
zich op tot aan Gods stralende sterren! De
tranen, die de kinderen der menschen schrei
en in dit droevig dal der ballingschap, zou
den de wateren van al de zeeën wel buiten
haar oevers kunnen doen treden! Hun
smart-kreten zouden de blauwe luchten wel
kunnen doen scheuren! O, mensch, gij zfjt
slechts een pijnlijke droom.
Vanwaar, waartoe, waarom al dat leed?
Zooals het kwaad en de zonde blijft ook
onheil en lijden een geheim, dat enkel in 't
licht van een andere wereld geheel en al
opgeklaard kan worden. Wetenschap en
wijsbegeerte schieten hier te kort!
Toen de vrienden van Job zagen, hoe die
groote, geduldige lijder door God met ram
pen werd geslagen, bleven zij, staat er, ze
ven dagen sprakeloos naast hem neerzitten,
en durfden den mond niet openen, niet we
tend hoe hem te troosten. (Job. 1-13)
Bij den ondergang van Troje schildert
de heidensche dichter Virgilius ons de
vrouwen, gezeten aan het strand der zee,
droevig zwijgend, de oogen vol tranen, met
strakken blik gevestigd op de donkere gol
ven in het verschiet.
Ziedaar de mensch onder de slagen van
de smart!
Er is er slechts één hier beneden, die ant
woord kan geven op al de bittere „waar-
oms" waarop de mensch z'n rood-be-
schreide oogen blind staart; die troostend
z'n hand kan leggen op 't moede hoofd van
hem, die lijdt, en zoete woorden van hoop
kan fluisteren in de bange ziel van den
leed-drager! De Godsdienst! Alleen de god
delijke openbaring vermag het donkere
raadsel der smart te ontsluieren, en in de
17—4
diepe wonde, die ze slaat, den balsem van
den troost te storten. Zij alleen vermag van
den ongehouwen steen des lijdens, van een
steen des aanstoots, 'n bruikbaren bouwsteen,
ja, een hoeksteen te maken, dien men in het
gebouw des levens metselen kan!
Als God zoo eindeloos goed is, waarom
dan al dat leed onder de kinderen der men
schen?
Ik vroeg het eens aan een grijsaard, die
veel leed had gedragen, zeg Bougaud, en
hij antwoordde mij o, nooit zal ik den
klank in die stem vergeten: „Wel, mijn
zoon, juist omdat Hij zoo goed is!"
Uit goedheidMaar dat klinkt als een
godslastering zult ge zeggen! Ja, uit goed
heid! Of kan men niet met opzet en be
wust iemand doen lijden, dien men innig
lief heeft? Ja, kan men hem zelfs in som
mige omstandigheden niet des te meer doen
lijden, naarmate men hem meer bemint?
Ziet dat kind, dat daar speelt aan den
rand van den afgrond! Het wil een veel
kleurige bloem plukken, een vlinder na
zetten en juicht van pret! Maar zie, plot
seling grijpen twee bezorgde moederhanden
net vast en rukken het met geweld terug.
Het kind schreit en heeft smart. Waarom?
Omdat de moeder het zoo lief heeft?
In den beginne, onder de boomen van
het Eden, was er slechts liefde en dat was
voldoende, want de liefde is de kortste weg
naar het hart van God. Ware de liefde niet
verflauwd in de schaduw van het Paradijs,
de smart zou nooit bestaan hebben. Maar
wie weet niet, dat de liefde, na den zondi
gen afval van den eersten mensch, niet
krachtig genoeg is, om door den sluier der
schepselen heen op te klimmen tot den
Schepper en Heer van alle dingen? Die
laaiende liefde-vlam is in zoo menig broos
n.enschenhart geheel gedoofd, en Jezus de
goddelijke Liefde-koning wil .ze weer doen
opvlammen: „Ik ben een vuur komen bren
gen uit den hemel naar de aarde, en Ik wil
dat 't ontstoken worde! „Nu is er op de door
God vervloekte aarde nog slechts de smart
om dat verflauwde, gedoofde liefde-vuur
weer te doen oplaaien. Want de smart lau-
tert, verlicht, reinigt, verheft en veredelt
'n menschenhart! De smart is de hemel-
sche vleugel, waarop de mensch zich ver
heft uit het slijk der aarde naar de hemel-
sche paleizen! De smart voert naar God!
Zelfs een Nietzsche kon schrijven: „Weet
gij dan niet, dat de tucht van het leed en
alleen deze tucht de menschheid omhoog
heeft gestuwd?" (Jenseits von Gut und
Böse, blz. 180)
Tegenspoed is het zielevoedsel voor edele
ziele, zegt Seneca terecht.
Hoe dikwijls werd alles gewonnen, als alles
verloren scheen?
Zonder leed wordt niemand geadeld!
De Fransche dichter Musset zegt zoo raak:
L'homme est un apprenti, la douleur est
son maitre: de mensch is een leerling en
de smart is z'n meester.
Iemand, die inderdaad groot wil zijn,
schrijft Dr. van Ginneken, moet het lijden
aandurven, moet zich met z'n lippen wagen
aan den wrangen lijdenskelk.
Je mehr der Stahl geglutet
Je besser ist das Schwert;
Je mehr das Herz geblutet
Je grosser ist sein Wert.
zong Rossiger, de Oostenrijksche dichter
en menschenkenner, voor een vriend van
hem, in den wereld-oorlog gewond.
Hoe meer 't staal gloeit
Des te beter zwaard;
Hoe meer 't harte bloedt
Des te grooter zijn waarde.
„Sahst du nie die Schönheid im Augenblicke
des Leidens
Niemals hast du die Schönheid gesehn,
meende Schiller.
„Zaagt ge de schoonheid niet in oogenbiik-
ken van leed, Dan hebt ge haar nimmer aan
schouwd."
En Guido Gezelle?
Het leven isgeen vrede alhier,
Geen wapenstilstand vragen
Het leven isde kruisbanier
Tot in Gods handen dragen!
Welnu dan kan dit onze conclusie zijn:
De lijdensnacht kan geen schaduw werpen
op Gods wijze voorzenigheid. Leed en smart
zijn gevolgen der zonde; God heeft ze niet
geschapen; in het oorspronkelijk scheppings
plan vinden we ze niet terug; de vrije wil van
het schepsel heeft ze opgeroepen en God
laat ze toe zooals het kwaad. Hij heeft ze
niet gemaakt maar maakt ze dienstbaar voor
Zijn doeleinden en 's menschen eeuwige be
stemming. als boete voor den zondaar en
redding der menschen, want 't leed is Gods
Heraut, die den gevallen mensch naar boven
wijst. Het leed is als een diep, donker, roer
loos water, onder welks zwarten, schijnbaar
dooden spiegel een klare frissche levens
stroom welt, die ontspringt aan de eeuwige
bronnen van het leven zonder end!
Het leed is 'n lichtende fakkel, in onze
bloedende handen, voor ons zeiven en voor
anderen op den bangen, engen weg naar den
hemel; zoodat iedere kruisweg, waarlangs
een menschenleven heentrekt, de kortste en
veiligste weg is, die op den blinkenden he-
mel-poort uitkomt, en aan de scherpste door
nen, in dit droevig ballingsoord, de schoon
ste hemel-rozen bloeien. Dat wist de zwaar
beproefde Vondel al toen hij dichtte:
De schoonste roode rozen bloeien op geen
Griekschen berg, o, neen,
Maar'op den kruisberg, hard van steen!
En welken weg de mensch, op zoek naar
God, ook insla, steeds zal hij uitkomen op
Golgotha, van welks bovenmenschelijke
hoogte dat heilig teeken de volheid der eeu
wen en der volkeren beheerscht, en den ho
rizon verspert. En van welk punt in de ruimte
de mensch zich ook keert, naar dien geheim-
zinnigen heuvel, met zijn bloedige balken, al
tijd zal hij dat kruis omhoog zien rijzen en
in het hart van dat kruis, 'n bloedroode vlek
van een doodgemarteld Lichaam, het Li
chaam van dien eeuwig stervenden Gekruiste,
die ons met Zijn uitgebreide doorspijkerde
armen beschermt en verlost. In Cruce Sal us!
In ons kruis, ons heil! Per aspera ad astra:
door 't leed naar de glorie boven de sterren!
Goes C. VIS, Rector.
HET CONFLICT IN DE IJZERINDUSTRIE
De houding der werkgevers
BERLIJN, 23 Nov. Het bestuur van de
Vereeniging van Duitsche Werkgeversorgani
saties en het presidium van het Rijks-
verbond der Duitsche industrie, hebben
heden een gemeenschappelijke vergadering
gehouden ter bespreking van den toestand,
ontstaan in de ijzer- en scheepsbouwindusirie
ten gevolge van de hangende conflicten.
De in de arbitrale uitspraak voor de ijzer
industrie vastgestelde loonsverhouding be-
teekent een belangrijke stijging van de pro
ductiekosten en dientengevolge een verhoo
ging der ijzerprijzen, welke een ernstig ge
vaar voor het geheele prijsniveau in Duitsch-
land met zich mee brengt. Een verdere stij
ging van het prijsniveau moet onder alle
omstandigheden verhinderd worden. De ont
wikkeling van de prijzen is niet alleen van
belang voor de onmiddellijk daarbij betrok
ken industrie, doch voor de positie van
Duitschland op de wereldmarkt en daar
door voor het geheele volk van be
slissende beteekenis. Een ontwikkeling, die
geen rekening houdt met den algemeenen
economischen toestand en met de concur-
rentie-mogelijkheid van de toch reeds door
gebrek aan kapitaal, hooge rentevoet en an
dere verplichtingen zwaar belaste industrie,
benadeelt ten slotte evenzeer de arbeiders als
de ondernemingen. De houding van de onder
nemers in het huidige conflict dient ter ver
mijding van dit gevaar. Daarom moet htet
geheele Duitsche volk van de verantwoorde
lijkheid voor de ontwikkeling van den toe
stand bewust zijn.
De Vereeniging van Duitsche Werkgevers
organisaties en het Rijksverbond der Duit
sche industrie stellen zich, in het volle be
wustzijn van de beteekenis van het conflict
voor de geheele Duitsche welvaart, achter
de Noordwestelijke groep van de Vereeniging
van Duitsche ijzer- en staalindustrieelen.
Beide organisaties hebben besloten de
werkgevers der Noordwestelijke groep met
alle daartoe geschikte middelen te steunen.
Dezelfde houding nemen de Vereeniging
van Duitsche werkgevers-organisaties en het
Rijksverbond der Duitsche industrie aan ten
opzichte van den strijd in de scheepsbouw-
industrie. Beide organisaties sluiten zich na
mens de geheele Duitsche industrie aan bij
de verklaring van het Verbond van Duitsche
metaalindustrieelen voor de werkgevers in de
scheepsbouwindustrie.
DE ZIEKTE VAN DEN ENGELSCHEN
KONING.
LONDEN, 23 Nov. (V. D.) Hedenavond is
het volgende bulletin met betrekking tot de
ziekte van den koning gepubliceerd: „De ko
ning heeft den dag kalmer doorgebracht,
de temperatuur is lager, de congestie van
de long is hetzelfde."
Toestand iets verergerd.
LONDEN, 23 Nov. (V. D.) Blijkens het uit
gegeven ziektebulletin heeft de Koning een
onrustigen nacht doorgebracht. De longaan
doening heeft zich iets uitgebreid.
Eenigszins verergerd
Het laatste bulletin bericht dat de toe
stand van 's konings longen eenigszins ver
slechterd is. De temperatuur is 101.
Verder zegt het bulletin dat de koning een
onrustigen nacht heeft doorgebracht, doch
zijn krachten heeft behouden.
EEN SCHANDAAL AAN „FINANCIëN"?
Honderd mïllioen aan den fiscus onthouden
De „Volonté", het blad van Caillaux, dat
niet bepaald reden heeft om de huidige
Fransche regeering welgezind te zijn, komt
met een verhaal aan, volgens hetwelk een
bedrag van meer dan honderd millioen aan
den fiscus zou zijn onthouden, waarbij een
der directies van het ministerie van finan
ciën zou betrokken zijn.
Een maatschappij, welker aandeelen, hoe
wel te Parijs uitgegeven, bijna alle in han
den zijn van den stichter, iemand van Ne-
derlandsche afkomst, stichtte in 1925 een fi
liaal. Besloten werd aan de aandeelhouders
gratis winstbewijzen te geven in het nieuwe
BIJ VERSTOPPING, spijsverteringsstorin
gen, maagbranden, congesties, algemeen
gevoel van onwel zijn, neme men 's ochtends
op de nuchtere maag een glas natuurlijk
„Frans-Josef'-bitterwater. Volgens de in
klinieken voor inwendige ziekten opgedane
ervaringen is het „FRANZ-JOSEF"-water
een uiterst weldoend afvoermiddel. (Adv.)
filiaal. Toen hiervoor registratiekosten moes
ten worden betaald werden de bewijzen
door de maatschappij op 10 francs getaxeerd
en werd er volgens dit cijfer belasting voor
betaald. Op vordering der administratie van
de registratie en het zegel verhoogde de
maatschappij de taxatie harer winstbewijzen,
lie zij besloot op 25 francs te ramen en zij
betaalde de aanvullende rechten.
Dit geschiedde echter schier clandestien
en met medeplichtigheid van eenige ambte
naren, want er bestond in het dossier een
formeel besluit van het ministerie van fi
nanciën dat de winstbewijzen op 1500 francs
moesten worden getaxeerd. Toen een en an
der ontdekt werd, besloot de directie van de
betrokken afdeeling het in werkelijkheid aan
de schatkist verschuldigde bedrag, zonder er
den minister in te kennen, in stilte binnen
te krijgen. Een der schuldigen nam zonder
meer ontslag en aan de maatschappij werd
beduid dat de administratie alsnog het ver
schuldigde zou innen.
De rechten, de betaald moeten worden voor
240.000 winstbewijzen bedragen met de boe
ten niet minder dan honderd millioen. De
werkelijke schuldige is volgens de „Volonté"
degeen die er voordeel van heeft gehad, daar
hij meer dan driekwart der aandeelen bezit,
en wiens vermogen op meer dan een milliard
wordt geraamd.
STORM BOVEN LONDEN
LONDEN, 23 Nov. Evenals een week
geleden woedde ook vandaag weer een hevige
storm, gepaard' gaande met regenbuien, bo
ven Engeland. Vooral boven Londen had de
storm groote kracht en werd soms een snel
heid gemeten van 80 mijl per uur. De
luchtdiensten tusschen Engeland en het
continent zijn gestaakt, hoewel vanmorgen
vroeg o'e vliegtuigen nog volgens het dienst
rooster vertrokken. Ook de zie is zeer ruw
en de meeste vaartuigen op de kust trach
ten een haven te bereiken. Verscheidene
schepen hebben om assistentie verzocht. De
reddingsboot en van Ramsgat; en een aan
tal andere plaatsen zijn uitgevaren om in
nood verkeerend'e vissclicrs te helpen.
SCHIPBREUK VAN HET DUITSCHE
S.S. „HEKitE4WIJK".
LONDEN, 23 Nov. (V. D.) Het stoomschip
„Transylvania" seinde hedenavond, dat het
vrachtschip „Herrenwijk" uit Lubeck zich
midden op den Atlantischen Oceaan in zin
kenden toestand bevond. De „Transylvania"
heeft zich naar de plaats van het zinkende
schip begeven, maar kon tengevolge van de
hooge zeeën geen booten uitzetten. Ook het
stoomschip „Regina" van de White Star
Line, waarop Chamberlain huiswaarts keert,
had de noodsignalen opgevangen en zich
naar de „Herrenwijk" begeven, waar zij d'e
„Transylvania" aantrof, die seinde, dat men
geen hulp noodig had waarop de „Regina"
haar reis naar Engeland voortzette. Later
op den avond werd een radiogram ontvan
gen van 't Deensche schip „Estonia", waar
in werd medegedeeld, dat zij 13 man van de
„Herrenwijk" had gered en nog op zoek was
naar het wrak van de Duitsche vrachtboot.
HET DUITSCHE MEMORANDUM.
BERLIJN. 23 Nov. (V. D.) De Duitsche
diplomatieke vertegenwoordigers zullen zor
gen in de hoofdsteden en de bij de herstel-
kwestie betrokken regeeringen het memo
randum overhandigen, waarin het herstel-
vraagstuk, van Duitsch standpunt bezien,
behandeld wordt.
DE ONTWAPENING EN DE TAAK VAN
DE KERK
De gep. Britsche vice-admiraal Drury-Lo-
we valt in de „Manch. Guard." den inzender
bij, van wiens betoog over de taak van de
kerk om de leiding te nemen voor een volks
beweging tot het geven van een opdracht
aan de regeering teneinde over te gaan tot
een drastische beperking van de bewapening,
wij melding maakten. Zonder zulk een man
daat, verklaart de zee-officier, zal de zaak
waarschijnlijk overgelaten blijven aan de
deskundigen, en dezen zijn, trouwens in alle
oprechtheid, overtuigd dat reeds ontwapend
is tot het laagste punt, hetwelk vereenigba ar
is met de nationale veiligheid in oorlogstijd.
Deze vier woordjes, zoo gaat de heer Dru-
ry-Lowe dan voort, vormen de geheele moei
lijkheid. De deskundigen moeten denken in
oorlogsverhoudingen. Nieuwe besprekingen
zijn onmogelijk, indien de regeering er even
zoo over blijft denken. Eindelooze formules
zijn voorgesteld, maar zij zullen nooit succes
hebben, omdat zij nooit den deskundigen
kunnen voldoen, die in oorlogsverhoudingen
denken.
De tijd is echter aangebroken om in vre-
desverhoudingen te denken, ons grondend op
de gesloten verdragen. Indien de staatslie
den van de groote maritieme mogendheden
maar eens bij elkaar wilden komen om de
ontwapening uit dat oogpunt onbelemmerd
door deskundigen te bespreken, dan zou ver
dere beperking gemakkelijk te bereiken zijn.
De wereld zou heel wat veiliger zijn. in
dien de bewapeningen verminderd waren tot
de mate, waarbij elke plotselinge en succes
volle aanval onmogelijk zou zijn.
„De tijd is aangebroken voor een volks
mandaat aan de regeering, vóórdat nieuwe
vlootprogramma's ontworpen worden."
„Wil de kerk de leiding nemen?"
ZWEEDSCH SCHIP IN NOOD
Het Zweedsche s.s. „Vlrgilia" verkeert in
zinkenden toestand op 40 mijlen ten W. van
Leixoes. Het heeft om hulp gevraagd, die
onderweg is.
De schepen, die uitgevaren waren om hulp
te bieden aan het in nood verkeerende s.s.
„Virgilia", zijn onverrichterzake terugge
keerd. Zij hebben van het schip geen spoor
ontdekt. De laatste, meededeelingen van het
schip waren 's morgens om 11 te Lavadouros
opgenomen.
De campagne tegen de Londensche
nachtclubs Verbanning op groote
schaal?
Scotland Yard voert een rustelooze cam
pagne tegen de Londensche nachtclubs. Deze
campagne heeft reeds tot gevolg gehad, dat
eenige dezer clubs hun deuren gesloten heb
ben. De minister van Buitenlandsche Zaken
heeft, in verband hiermede verklaard, dat
het vermoeden bestaat, dat het vele geld. in
het bezit van bepaalde politiebeambten aan
getroffen, afkomstig is van buitenlandsche
jigenaars van nachtclubs. De „Daily Chro
nicle" verneemt thans, dat het waarschijn
lijk is, dat niet minder dan tweehonderd
van deze buitenlanders, van wie vele rijk
aards zijn, die in het West End en in sport
kringen bekende mannen zijn, over de grens
zullen worden gezet. Een aantal hunner zal
jen zachten wenk krijgen, dat op hun ver
blijf in Engeland niet langer prijs wordt ge
steld.
Taxi op hoJ
Woensdagavond is te Berlijn een station-
neerende taxi op hol gegaan. De chauffeur
wilde zijn wagen, met ingeschakelden motor,
enkele meters vooruitduwen. Plotseling ont
snapte te wagen hem en vloog in snel tempo
vooruit, een trottoir op en een winkelkast in,
na een heer en dame overreden te hebben.
De brandweer moest den wagen, die zich
geheel had vastgewerkt, uit zijn positie be
vrijden
Om wille van de, mode
Een 13-jarig meisje uit Marcilly (in het
departement Seine et Marne wilde kortge
knipt haar hebben, maar vader wilde er niet
van weten. Op een dag, dat haar ouders niet
thuis waren, knipte zij zichzelf het haar
af en deed een verhaal dat twee zigeuner-
vrouwen, die in de buurt vertoefden, haar
met geweld van haar vlechten hadden ont
daan De gendarmerie werd in de zaak ge
moeid, en spoorde de beide vrouwen op,
tegenover wie het meisje haar verhaal vol
hield. Ten slotte viel zij echter door de mand.
Zij zal vervolgd worden wegens haar valsche
aangifte.
De trek naar de steden
Groote belangstelling is in heel Italië ge
wekt door een dagbladartikel, geschreven
door Mussolini, handelende over den trek der
plattelandsbevolking naar de steden. Dege
land terug te keeren, tenzij zij in de steden
trekken en waarvan lijsten zijn aangelegd,
zullen worden uitgenoodigd naar het platte-
lad terug te keeren, tenzij zij in de steden
vast werk hebben gevonden.
Rusland
Er is in den laatsten tijd veel geschreven,
dat het godsdienstig bewustzijn in Rusland
ondanks de onderdrukking door de regeering
overal weer opnieuw frisch leven begint te
vertoonen. Zelfs het officieele Sovjetorgaan
kan zulks niet meer ontkennen. Volgens een
opgave van de Izwestia zijn er op het oogen-
blik in Rusland weer 50.000 kerken waarin
geregeld godsdienstige bijeenkomsten plaat
hebben en waar door meer dan 300.000 be
dienaren van verschillende godsdienstige
belijdenissen geestelijke oefeningen verrient
worden, terwijl er bovendien nog ongeveer
100.000 kloosterlingen in Rusland verblijf
houden. Het zijn officieele cijfers van het
Russische regeeringsorgaan, die wij niet kon
den controleeren. doch die wij toch sterk
overdreven achten. Buitendien bevat de
Izwestia 'n bericht waaruit blijkt dat de
christelijke jeugdorganisaties zeer sterk in
aantal toenemen en dat zij bij het volk in
hoog aanzien staan, terwijl de vereeniging
van Godloochenaars langzamerhand in le
dental achteruit gaat. Deze vereeniging van
Godloochenaars heeft ook op de Pressa te
Keulen in het paviljoen der Sovjets een
geweldige anti-godsdienstige propaganda ge
maakt; nu komt het officieele regeerings
orgaan verklaren, dat het Russische Sovjet-
bestuur part noch deel heeft aan de anti
godsdienstige propaganda die daar gevoerd
is De regeering zal ook a&n den geregeiden
vertrouwelijken omgang tusschen de platte
landsbevolking en de geestelijkheid die men
overal druk kan waarnemen geen moeilijk
heden in den weg leggen.
De Russische bladen bevatten tegenwoor
dig geregeld enkele berichten over 't ont
staan van nieuwe godsdienstige genootschap
pen. In sommige kranten wordt er zelfs een
afzonderlijke rubriek aan gewijd.
De Baptisten werken er met veel succes:
in de laatste weken werden zij door de
regeering zeer welwillend behandeld. In Si
berië geven zij een dagblad uit, dat 60.000
abonné's heeft. In verschillende plaatsen
hebben zij aan de arbeiders de noodige mid
delen verschaft om kerken te bouwen.
In Nowosibirsk is een sekte ontstaan, die
de leer van Marx wil aanpassen bij het
christendom.
Alles wijst er intusschen op dat het Sov-
jetbestuur zelf begint in te zien, dat zijn
poging opi den godsdienst te vernietigen en
uit te rc een groote mislukking is ge
worden.
Spanje
Van oudsher hebben de Maria-congrega-
ties in Spanje een belangrijke plaats inge
nomen in het openbare leven der katholie
ken. Het schijnt dat deze invloed gedurende
de laatste jaren nog aanmerkelijk gestegen
is. De „Estrella del Mar", het hoofdorgaan
der „Confederacion nacional de las Congre-
gationes Marianas" geeft een overzicht van
den groei der laatste jaren.
In 1921 werd de „Confederacion Nacional
gesticht en op 1 Januari 1928 telde zij 201
afdeelingen met 34.261 leden, en thans, 10
maanden later, reeds 503 congregaties met
79.839 ledén. Bij een vluchtig overzicht bleek,
dat de provincie Vasco-Navara vooraan
staat met 143 congregaties en 25.785 leden.
Tripolls
24 November a.s. zal de plechtige inwijding
plaats hebben van de prachtige nieuwe
kathedraal van Tripolis. In het feestcomité
he'oben de voornaamste autoriteiten zitting
genomen o.a. Mgr. Tcnizza, Bisschop van
Tripolitanië, Zijn Excellentie Federazoni,
minister van Koloniën en de Gouverneur van
Tripolis Graaf De Bono.
De stoomvaartmaatschappijen hebben ex
tra-booten ingelegd in hun dienst die van
Napels uit de feestgangers naar Afrika
zullen brengen.
Een adres van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Rijnland
Door de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Rijnland te Leiden is aan het
Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie
een adres verzonden, waarin o.a. op princi-
pieele wijze stelling wordt genomen tegen
den theoretischen opzet van het door het
Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie
voorgestelde gesprekkentarief.
De Kamer had gaarne gezien, dat in de
voorstellen ook was opgenomen:
a. het overschakelen van telefoonge
sprekken
b. de kostenberekening van een inter-
locaal gesprek na de eerste drie minuten, en
c. uitbreiding van het aantal streek-
netten.
Het gesprekkentarief heeft -echter de In
stemming der Kamer niet kunnen verwer
ven.
De uitbreiding van het aantal abonné's
zal op billijker wijze zijn te bereiken door
verlaging van het vaste abonnements-tarief.
Verder worden verschillende bezwaren
tegen de thoretische motiveering van het
gesprekkentarief ingebracht.
De Kamer acht het voorgestelde gesprek
kentarief onbillijk en onrechtvaardig. De zoo
gewenschte verlaging van het vaste abon
nementstarief is daarentegen noodzakelijk
en rationeel.
Daardoor zal tevens een der belangrijkste
doeleinden van het Hoofdbestuur kunnen
worden bereikt, n.l„ dat velen, die slechts
een beperkt gebruik van de telefoon
zullen maken, door de te hooge tarieven
nie meer zullen v orden weerhouden om zich
te doen aansluiten.
De Indische postadministratie is bereid
het luchtrecht van de correspondentie, wel
ke wegens plaatsgebrek niet met het vlieg
tuig, dat 7 November van Batavia vertrok
en 16 dezer te Amst nrcïam aankwam, kon
worden medegegeven, doch met het, ss. ,Ra-
tria" verzonden moest worden, aan dé af
zenders terug te betalen.
Voor <Je geadresseerden, die zich daartoe
niet rechtstreeks met de afzenders Willen
verstaan, zal de Nederlandsche postdienst
daarbij decverlangd zijn tusschenkomst ver-
leenen. Het publiek kan daartoe zijn aan
vragen richten tot het kantoor der posterijen
in de woonplaats onder overlegging van den
briefomslag of de briefkaart, welke alscfan
door de Nederlandsche aan de Indische ad.-
ministratie zullen worden doorgezonden.
De aandacht wordt er op gevestigd, dal
uiteraard naam en adres van den af zend ef
op de bewijsstukken vermeld moet zijn.
(Naar het Fransch)
15
Marcia wist niets anders te zeggen Zij
gevoelde, hoe zij van 't hoofd tot de voeten
werd opgenomen en hoe er nauwkeurig
acht werd geslagen ook op de geringste
bijzonderheden van haar toilet. En daar de
eerste indruk, die Marcia van iemand ont
ving, voldoende was om zich al of niet tot
dien persoon aangetrokken te voelen, be
merkte zij met leedwezen, dat zij niet al te
best met Juliane zou sympathiseeren. Toch
was deze zeer welwillend jegens haar ge
stemd en deed zij haar best Marcia op haar
gemak te stellen.
„Als juffrouw De Laubly een kopje thee
verlangt, moogt gij wel zorgen, dat zij er
hlet al te lang op behoeft te wachten,"
sprak Juliane tot de kamenierster.
Marcia stond verbluft over die plotselinge
verandering van stem en over den gestren-
Sen en barschen toon, waarop Juliane de
oude vrouw aansprak.
„Ik ga dadelijk, juffrouw, „antwoordde
y Tnaai" ook zij was veranderd, zij betoonde
-ïch zeer eerbiedig, maar haar glimlach
es verdwenen en had plaats gemaakt voor
iets gedwongens.
Om zich uit deze pijnlijke omstandigheid
te redden, ging Marcia zich haastig van
haar hoed en mantel ontdoen, terwijl juf
frouw Juliane ondertusschen, als vrouw des
huizes, alles met de grootste nauwgezetheid
naging. Daarna wendde zij zich tot Marcia,
die machinaal haar coiffure in orde bracht.
„Misschien vindt u het prettiger voorloo-
pig alleen te zijn? Men zal u aanstonds
uwen koffer brengenEn Guillemette zal
zorgen, dat er iemand is, om u te helpen..."
„Zal ik mijn oom dan niet spreken voor
vanavond?"
Marcia meende op te merken, hoe Julia-
ne's lippen zich zenuwachtig samentrokken
en hoe de zachte uitdrukking harer oogen
bij deze vraag geheel verdween.
„Oom wordt niet gaarne gestoord op dit
uur," antwoordde zij koeltjes. „Even voor
het diner verlaat hij zijne kamer en dan
kunt gij hem vinden in de bibliotheek, zoo
gij wilt
„Hoe laat gaat men aan tafel?"
„Om half achtAls gij naar beneden
wilt gaan, kunt gij mij buiten vindenIk
wilde u nog even zeggen, dat het hier de
gewoonte is een weinig toilet te maken voor
het diner. Oom verlangt geen al te gekleede
toiletten, maar toch moet men, hem en
zijne gasten ter eere, er netjes uitzien."
Ware Juliane een ander meisje geweest,
ongetwijfeld zou Marcia haar verzocht heb
ben een gepaste japon uit te kiezen, maar
iets in hare persoonlijkheid weerhield haar
om vertrouwelijk en intiem haar deze vraag
te stellen..
„Ik dank u zeerIk ben een beetje
vermoeid en zal tot aan het diner op mijne
kamer blijven."
„Neemt gij 't mij niet kwalijk, dat ik nu
naar de gasten terugkeer?"
„Neen, volstrekt niet!
Juliane lachte haar vriendin toe en ver
liet het vertrek tot Marcia's groote verlich
ting. Weldra kwam Guillemette terug, ge
volgd door twee bedienden, die den koffer
droegen. In haar hand hield zij een presen
teerblaadje, waarop een ouderwetsche zil
veren trekpot, een melkkannetje van Sak
sisch porcelein, een soortgelijk kopje eri
schoteltje en een schaaltje met smakelijke
koekjes haar toelachten.
„Mag ik uw koffer openmaken, juffrouw
Marcia?"
„Neen, dank u, ik zou mij schamen, u die
moeite aan te doen, ik ben gewend geheel
voor mij zelve te zorgen."
„Neen, gij zult hier net zoo goed bediend
worden als de andere dames: juffrouw Ju
liane zou zelve ook niet voor hare kleeren
zorgen, ofschoon zij hoogstwaarschijnlijk
vroeger nooit zooveel dienstboden zal gehad
hebben als zij nu te harer beschikking
heeftGeef mij uw sleutel en gebruik op
uw gemak de theeik zal voor alles zor-
gen
Gaarne had Marcia willen weten, hoe
Guillemette over Juliane dacht. Maar be
halve dat zij te bescheiden en te welopge
voed was, om een dienstbode, al had deze
dan ook haar geheele leven bij haar oom
gediend, uit te hooren, bemerkte zij maar a
te goed, dat de oude vrouw Juliana niet zeer
genegen was en voor geen geld ter wereld
had Marcia haar in dit gevoel willen ver
sterken. Alles wel beschouwd, was het zeer
natuurlijk, dat een oude vrouw in t huis
waar zij zoo lang gediend had, met goed
schiks de bevelen aannam van een jong
meisje dat hier pas sinds kort was, maar
niettemin mocht deze gezindheid van Guil
lemette geenszins invloed uitoefenen op het
oordeel van Maricia over Juliane. Hoe gaar
ne zou zij veel van 't jonge meisje hebben
gehouden en hoe zou dan haar verblijf al
hier veraangenaamd zijn!
Een uur later was alles reeds in de kast
opgeborgen en ging zij zich kleeden. Zij
bleef volhouden en weigerde Guillemette
haar hierbij behulpzaam te zijn, zij kapte
zich eenvoudig, doch smaakvol, en besloot
haar mousselinen kleedje, dat Lucie met
rood lint gegarneerd had aan te doen. Een
blik in den spiegel verzekerde haar, dat er
niets aan haar tollet ontbrak en gerust
gesteld en tevreden sprak zij tot zichzelve:
„Ik draag weliswaar geen zijde of fluweel,
maar ik ben nog jong genoeg, om dat niet
noodig te hebben!"
Zij was zeer voldaan met zichzelve, niet
uit zelfbehagen of pure ijdelheid, maar om
dat zij in het bewustzijn harer schoonheid
en bevalligheid de kracht putte die zij he
denavond noodig zou hebben.
Daarna volgde zij met een lichte huivering
den wijzer der penduleEén oogenblik
kwam het in haar op Juliane te verzoeken,
of zij haar wilde komen halen, ten einde
zich niet geheel alleen in een wildvreemde
omgeving te begeven. Maar dan zou Juliane
bemerken, dat zij daartegen opzag, en dat
wilde zij niet, neen! Niemand zou behoeven
te weten welke angstige oogenblikken zij
hier doorbracht, niemand zou zij hare ge
voelens openbaren! Zij probeerde te lezen,
maar het wilde niet, zij trachtte een hand
werkje te doen om den tijd te korten, die
haar hoe langer hoe zwaarder begon te val
len... De wijzer had de 7 reeds gepasseerd.
Zou zij nu aanstonds naar beneden gaan en
moedig haar oom onder de oogen treden, of
zou zij wachten tot het laatste oogenblik.
om zoodoende slechts zeer kort mpt hem
alleen te zijn? Eindelijk kwam Guillemette
haar uit de besluiteloosheid redden met de
boodschap dat mijnheer haar in de biblio
theek wachtte.
„Ik zal u derwaarts geleiden." sprak zij
bemoedigend, „u moet niet bang ziin, juf
frouw Marcia. ik geloof vast, dat mijnheel
nog steeds veel van uw moeder houdt en gij
gelijkt zoo sprekend op haar!"
Marcia haastte zich de knoopjes harer
handschoenen dicht te doen en vastberaden
volgde zij Guillemette, de lippen vast tegen
elkander geklemd en haar uiterste best i
doende hare kalmte te bewaren, opdat nie
mand zoude bemerken, hoe vreeselijk zij
tegen deze ontmoeting opzag.
VIII
Guillemette hield stil voor een der deu
ren, die op de vestibule uitkwamen.
„Nu moet u deze twee kamers doorloopen.
Juffrouw, en dan staat u voor de deur der
bibliotheek."
Even hield zij hare hand op den knop der
deur gedrukt. Zou er iemand in de zaal zijn
en zou zij geheel alleen de nieuwsgierige
blikken dier vreemden moeten doorstaan?
Doch dadelijk hernam zij hare ferme hou
ding en het hoofd recht op trad zij binnen.
Welk een verlichting! Niemand bevond
zich in de groote leunstoelen uit den tijd
van Lode-vijk XVI, geen sterveling zat aan
de vlerkante tafel, met kranten en illustra
ties bezaaid, geen mensch voor de vensters,
waar canapé's en lichte leunstoeltjes tot
een tête-a-téte uitnoodlgden. Marcia haalde
vrijer adem en een oogenblik bleef zij staan,
vol bewondering voor de prachtige wit
houten meubels, de kostbare wandtapijten,
de groote spiegels, met bloemen omkranst.
(Wordt vervolgd.)