Vijfde vergadering van den Partijraad der R.K. Staatspartij VOOR DE HUISKAMER Voor de Dr. Schaepman-fonds-actie is reeds f 395.471.24 opgebracht DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 24 NOVEMBER 1928 BLADZIJDE 1 Partijbestuur Mededeelingen van het Het Dr. Schaepmanfonds De administratieve dood In de groote zaal van het Jaarbeursge bouw te Utrecht, wordt thans de 5e ver gadering van den Partijraad der R. K. Staatspartij gehouden, die gisteravond aan ving. In zijn openingsrede zeide de voorzitter, mgr. dr. W. H. Nolens, er zeker van te zijn, dat allen het betreuren, dat men hier moet missen den voorzitter van de Staatspartij en vice-voorzitter van den Partijraad. Gelukkig zal, volgens de laaste bericht, de ziekte niet van langen duur zijn. Spr. meent namens allen te spreken, als hij hier de hoop uit drukt, dat de voorzitter van de Staatsparij spoedig in staat zal zijn, zijn werk te her vatten. Spreker wil daarom reeds op aller toestemming beslag leggen om de wenschen voor het spoedig herstel, telegrafisch aan den heer Ruys de Beerenbrouck over te brengen. Het voornaamste punt van deze vergade ring, vervolgt spreker hierop, is de behande ling van het program. Volgens artikel 2 van het reglement, streeft de partij naar he vaststellen van een partijprogram en een kort program van actie. Spreker zal geen verhandeling gaan houden over de vraag of en waarom er een program noodig is. Bij de vraag evenwel of het niet beter zou zijn in enkele woorden een verkiezings leus aan te heffen, wenscht spr. hier een antwoord te geven. In sommige landen is het goed, zegt spr., een dergelijke leus aan te heffen, maar in ons land is dit niet mogelijk. Groote staat kundige vraagstukken zijn hier voorloopig niet aan de orde. Wij hebben hier geen twist over een monarchaal of rep'ublikeinsch stel sel, over algemeen kiesrecht of dergelijke. Vandaar, dat wij hier niet met een verkie- zingskreet voor den dag kunnen komen. Bij de onderscheiding tusschen de ver schillende programs, waarover men theore tisch schoon kan schrijven, doch die in de practijk moeilijk zijn üiteen te houden, zal spr. ook niet uitwijden. In de practijk is het gebleken, dat een program van actie altijd vermengd zal worden met punten, die eigenlijk thuis hooren op een werk program. Voor ons ligt een concreet concept en dat is materiaal voor deze vergadering. Kan dat concept kort genoemd worden, vraagt spreker. Hoe het ook zij, vervolgt spr., dit program van actie heeft de neiging de grenzen van de kortheid te overschrijden. Nu is daarbij nog gekomen een groot aantal amendemen ten. Men zal echter in aanmerking moeten nemen, dat dit program bestemd is, hoog stens vier jaar te leven en daaruit volgt, dat niet aan alle verlangens, daarin uitgedrukt, in een zittingsperiode, doch slechts op den langen duur bevrediging zal worden gege ven. In de practijk kan men niet altijd eerst rekening houden met hetgeen in het program staat. Daarbij zijn er altijd nog aangelegenheden, waarbij rekening moet worden gehouden met de zienswijze van de daarbij betrokken autoriteiten, waarvan de verwezenlijking wel wenschelyk is en voor de hand ligt, maar die in de practijk ook onaf gedaan moeten blijven. Waar dit alles zoo is, mag de vergadering verwachten, dat met de prae-adviezen van het Partijbestuur zooveel mogelijk rekening zal worden gehouden. Bij de algemeene be schouwingen over de staatsbegrooting, ver volgt spr., heb ik in het bijzonder eenige uit. eenzettingen gegeven over verschillende be langrijke punten van ons program; in de kiesvereenigingen is ook dit concept-program besproken en daarbij is het nog in de pers op uitvoerige en deskundige wijze behandeld. Misschien was het wenschelijk, zegt spr., in het vervolg onmiddellijk bü de publicee ring van het concept een korte toelichting te geven. Spr. eindigt met den wensch, dat de be handeling van deze agenda in het goed óverleg moge plaats hebben, waaraan men gewend is in deze zaal. Naar aanleiding van de notulen der partij raadsvergadering van 18 en 19 Mei maakte de heer. v. "cl. Steen (Nijmegen) een opmer king over de redactie van het besluit om trent de inrichting der stembiljetten. Deze kwestie zal nog nader besproken worden. Onder de ingekomen stukken was o.m. ook de motie-Haarlem. De Rijkskieskring-organisatie Haarlem kwam met een motie waarin de hoop werd uitgesproken dat de Katholieke Kamerfractie haar volle medewerking zal verleenen tot het nog in dit jaar verheffen tot wet van het voorstel van wet regelende de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten. De heer Heerkens Thijssen hoopte dat de motie in de Tweede Kamer zou belanden, iets wat niet zou geschieden als zij zonder meer voor kennisgeving wordt aangenomen. De voorzitter zeide, dat dit wetsontwerp de volle aandacht heeft der R. K. fractie. Het is een ontwerp, dat aanleiding geeft tot veel verschil van meening en het dient van alle kanten éoed bekeken te worden. Met de motie voor kennisgeving aan te ne men kna derhalve worden volstaan. Aldus geschiedde. Den Bosch diende een motie in, waarin verzocht werd in 1930 het 48-stelsel in geen geval te verlengen, doch het te vervangen door een, dat waarborgen geeft voor betere resultaten van het onderwijs. De voorzitter verwees naar amendement 111 en in verband met de praeadviezen van het partijbestuur werd besloten het over te ne men. REDE M. VAN HOUT Bij punt 5 sub a der agenda (Mededee- lingen van het Partijbestuur) sprak de ondervoorzitter, de heer M. van Hout, als volgt: Geachte vergadering, Ik behoef u voorzeker niet te zeggen, hoe noode ik hedenavond mijn plicht als onder voorzitter vervul. Ten zeerste betreur ik het, en gij allen met mij dat jhr. Ruys de Beerenbrouck hier niet zélf kan komen om zijn kernachtig woord op de hem eigen kern achtige wijs tot u te richten. Mijn bede is de uwe: dat God onzen onmisbaren voorzitter spoedig volledig herstel van gezondheid moge geven, opdat hij wederom met krachtige hand de teugels moge grijpen van het be stuur der Katholieke Partij-organisatie, en op de komende verkiezingsactie zijn stempel van kloeke energie, van samenbindende en tot eenheid gerichte leiding moge drukken. In tusschen: de mensch wikt, God beschikt. j' katholieken, aanvaarden geen noodlot, maar God's voorzienigheid, die de omstan digheden leidt. De omstandigheden van thans aanvaardend, zullen wij het meest in den geest van den ons allen sympathieken voorzitter handelen, door ieder voor zich zijn plicht te doen ten aanzien van het gewichtige werk, dat voor de deur staat. Zoo is het dan hedenavond mijne taak, aan u eenige mededeelingen te doen namens het Partijbestuur, en namens het bestuur eenige woorden tot u te richten in verband met de op komst zijnde verkiezingsactie. lo. Allereerst dan wil ik uwe aandacht vestigen op het besluit van het Partijbestuur, om in April 1929 wederom te houden onze jaarlijksche Amersfoortsche Bijeenkomst. Op 6 en 7 April a s. zal het gastvrije St. Louis zijn deuren weer wijd openen, en voor de trouwe bezoekers dier bijeenkomsten is een aansporing om aanwezig te zijn volslagen overbodig. Als zij kunnen, dan komen zij! Ditmaal zal gesproken worden over „Cul tuur en Politiek" en over „De staatkundige taak der katholieken in Nederlandsch- Indië." Afgezien van de belangrijkheid dezer on derwerpen, zal de in vriendschappelijke, in tieme sfeer gehouden bijeenkomst ditmaal een nuttige en aangename politieke verpoo- zing zijn te midden van het allicht wat ru moerige en drukke verkiezingswerk, hetwelk dan volop in gang is. Omtrent de sprekers kan het P-B. op het oogenblik tot zijn spijt nog geen mededeeling doen. Daaromtrent zal tijdig in de katho lieke pers worden bericht. 2o. Eveneens is u bekend het besluit van het Partijbestuur om een groote Katholie ke Propaganda-film te laten vervaardigen met het oog op onze propaganda voor 1929. Nadere mededeelingen over opzet en inhoud doe ik u thans niet. Daarmede hoop ik op heilzame wijze uwe nieuwsgierigheid te prikkelen! Laat ik alleen er van zeggen, dat de film zal zijn een machtig en indrukwek kend heldendicht der Roomsche daad, dat niet zal nalaten een geweldigen, diepen in druk te maken. Geen leuzen, geen verkie- zingsfanfaronades, maar „daden" zullen wij doen zien Genoeg daarvan, hier wil ik vooral u allen, leiders in de verschillende party- instanties, in kieskringorganisaties, in plaat selijke kiesvereenigingen, dringend vragen uw volle medewerking te willen verleenen bij de uitvoering van dit grootsche propaganda middel. Straks zal de Centrale leiding u ge gevens vragen, adressen van de kiesvereeni- gingsleiders, gegevens over zalen, over be schikbare toestellen, over mogelijke combi natie van op dit stuk samenwerkende kies vereenigingen. Er zal geschikt en geplooid moeten worden om doelmatige tournées voor de tien films (want er worden tien afdruk ken aangemaakt) te organiseeren. Helpt dan allen mede om dit stukje organisatie goed te doen slagen. Vooral: correspondeert vlug, antwoordt per omgaande, want niets kan een strijdorganisatie meer belemmeren dan laks heid van sommigen, die dan zonder de min ste gewetenswroeging den besten opzet in de war sturen. Vraagt een of ander nuchter man: waar voor zoo'n film. onze menschen stemmen toch wel goed! Dan antwoord ik hem na mens het Partijbestuur: Ook die gelukkig overgroote massa goed stemmende katholieke menschen hebben recht er op, dat hun geest drift wordt aangevuurd tot op haar maxi mum; en dat htm vertrouwen in den Partij raad niet wordt beschaamd, want zij ver wachten van ons de hulpmiddelen in den zwaren strijd, en dat wij niet stil blijven zitten. Het Partijbestuur voelt den plicht, de moderne vindingen der techniek, door God aan de menschen geschonken, niet al leen over te laten aan onze tegenstanders, maar die vindingen ook voor onze zaak te benutten. De aanmaak van de film, onder de kundige leiding van pater Hyacinth Her mans, is in vollen gang. Begin 1929 hoort gij er meer van! 3o. Naast dit propagandamiddel heeft de Partijleiding de verdere propagandistische verkiezingsactie reeds in overweging genomen Hierbij moeten wij twee zaken niet vergeten Eerstens, dat de leiders van Kringorgani saties en plaatselijke kiesvereenigingen, ge lijk ook vroeger het geval was, een groote mate van zelfstandigheid moeten hebben, om naar streek en plaats de meest doelma tige propaganda te voeren. Het Partijbestuur twijfelt er geen oogenblik aan, dat die zelf standigheid ook Uwerzijds gewenscht wordt. Welnu, wij eerbiedigen haar volkomen. Maar het moge der centrale partijleiding vergund worden, dan ook te wijzen op de verantwoor delijkheid welke daaraan tevens is verbon den. Voorts wijs ik er met nadruk op, dat voor zoover er van centraal propaganda- initiatief sprake kan zijn en ongetwij feld zijn er op dit terrein vele mogelijkheden welke onze vrienden in de Kieskringen bui tengewoon zouden waardeeren als steun in hun werk ik wijs er met nadruk op, dat ten deze het gemis aan een Partijbureau aan die mogelijkheden grenzen stelt. Helaas, wil ik er bij voegen. Maar zóó is de huidige toestand. Met nadruk wijs ik er op, omdat er som migen zijn, die meenen, dat na den eersten stormloop voor de actie van het Dr. Schaep- manfonds nu in een ommezien dat Partij bureau er zal zijn. Zoover zijn we nog niet, en de opbouw van het Partijbureau mag geen revolutiebouw zijn. Daarom denkt het P.B. er niet aan vóór de verkiezingen van 1929 met bureau-plannen voor den dag te komen. 4o. Onze Partijorganisatie staat thans reeds midden in de uitvoering van het Kies reglement 1927. De samenvoeging van kies kringen is vastgesteld. Het beredeneerd ver slag daarvan verscheen heden. Dan volgt de candidaatstelling in de kiesvereenigingen van 15 December tot 15 Januari. In Februari de controle der verzamellijsten. In Maart de advies-procedure in de Kringorgamsaties In Mei, vermoedelijk Zondag 5 of 12 Mei a.s., de partijstemming. Over de uitvoering van het Kiesreglement zal van de hand var den Partijsecretaris een populaire uiteenzet-, ting verschijnen met de concrete besluiten van het centraal college als basis. De uitvoering van het Kiesreglement nutte ik, namens het Partijbestuur, met arcoten nadruk aan uwe bijzondere zorg aanbevelen. Die uitvoering vraagt veel werk van U allen en het is alles „vrijwilligerswerk". Maar 't is voor de goede zaak, en dan staat gij allen ge reed om mee te helpen- Tot slot dezer mededeelingen nog twee puntjes. Twee puntjes ter welwillende overweging, van allen, die het goed meenen met onze R. K. Staatspartij. Twee puntjes, ook geheel ik ben er ze ker van m den geest van onzen afwezigen voorzitter, die niet zou nagelaten hebben U er op te wijzen. Daarom mogen dezee vergade ring en het Katholieke kiezersvolk ze ook welwillend van mij aanvaarden. De aanwijzing van candidaten, de geheele procedure van het Kiesreglement, is een moeizaam werk. Niet alleen technisch ge sproken. daar komen we het best doorheen! Maar moeizaam vóóral, omdat het over personen gaat. En laat het ons maar duide lijk zeggen; dan ontstaat altijd de groote kans op moeilijkheden en onaangenaamhe den. Personenkeus geeft nu eenmaal altijd eenigen personenstrijd. Wanneer in dit ver band beslissingen moeten vallen, zal in dit ondermaansche wel nimmer de volle honderd procent van tevredenheid worden bereikt. Wel nimmer zal een Kiesreglement worden verkregen, dat dit ideale resultaat oplevert. Och, laten wij de goede stemming, den goe den geest in onze Partij, thans zoo gelukkig aanwezig, niet verstoren door onze klein- menschelijke onvolkomenheden. Laten wij op waardige wijze, op een wijze die der ka tholieke Staatspartij past, de personenkeus onzer candidaten verrichten. Laten wij elkan der niet grieven of kwetsen, want dat is on christelijk. Laten wij, bij alle verschil van be oordeeling erkennen, en vooral laten wij ter wille onzer Partij, ter wille der goede zaak, ook op zijn tijd een offer weten te brengen. Wij als leden van de groote Volkspartij voor geheel het katholieke volk moeten weten te toonen, dat wü het karakter onzer party ook durven te verwerkelijken Geen eenzydig- heid by groepen of standen, alleen een breede erkenning onzer veelzijdigheid zaj 0ns de kracht onzer eenheid kunnen doen be waren. Dat is het éérste, ik geloof wel het belang rijkste puntje. En het tweede is dit: Vóór de verkiezingen van 1929 komt de Partyraad niet meer bij een. Morgen wordt ons Program vastgesteld. Dan de kiesreglement-procedure. En vóór we het weten staan de midden in den verkie- zingsstryd. Het is nog te vroeg om nu reeds de storm klok te luiden. Maar ik meen toch deze Partijraadsverga dering niet te mogen laten voorbijgaan, zon der een harteiyk woord van aansporing om dien stryd met groote inspanning van alle krachten te stryden. Weest tijdig paraat. Laat U niet door de logheid der groote mas sa meesleepen of beïnvloeden om te zeggen; het is nog tyd genoeg, er is tóch neg geen be langstelling. Dat is de zaak op haar kop zet ten wy moeten juist de belangstelling los zien te slaan Al lykt het aanvankelijk zon der succes, dat geeft niets, wy moeten dóór zetten! En vergeten wy bij onze propaganda vooral toch niet twee belangrijke categorieën: de jeugdige kiezers en de vrouwen. De eer sten, omdat zy 't meest aan de aanvallen onzer tegenstanders zullen blootstaan. De tweeden, omdat zy by volledige mobilisatie ons zulk 'n groote steun zullen zijn en die mobilisatie nu niet altyd even gemakkeiyk is. Het verkiezingsdoel is door het Party- bestuur gesteld: op basis van een pracht-pro- gram, dat morgen wordt vastgesteld, een fractie van ten minste 31, als 't kan 32 zetels! In eensgezinde samenwerking, bezield dooi onze Katholieke idealen, onder Gods Zegen, en daarop vertrouwend en daar om vra gend, gaan wy den stryd in met goeden moed! En hiermede vertrouw ik geheel in den geest van onzen afwezigen voorzitter myne taak als zyn plaatsvervanger te hebben ver vuld. Ik ben er my ten volle van bewust niet te hebben kunnen spreken met die kracht, welke van Jhr. Ruys uitgaat, op grond van zijn persoon en zijn hooge verdiensten. Wil, geachte vergadering, myne woorden aanvaarden in denzelfden geest en met ge- lyke bereidvaardigheid, waarmede Gy an ders des voorzitters woord in u zoudt hebben opgenomen. REDE MR. F. TEUL1NGS Bü de behandeling van agendapunt 5 sub b. (Mededeelingen van het Comité van Ac tie voor het Dr. Schaepmanfonds), sprak het gedelegeerd lid van het Comité van Ac tie, de Partysecretaris mr. Frans Teulings als volgt. Reels sinds lang, en van alle kanten, heeft men uitgezien naar een publicatie van den stand der Actie voor het Dr. Schaepman fonds. Men vroeg er ongeduldig naar! Het Comité van Actie voor h§t Dr. Schaep- manfonds had zich echter, vanaf den aan vang van het werk, voorgenomen geen al gemeen overzicht te geven vóór op de na jaarsvergadering van den Partyraad. Dan zouden tien maand'en zyn verloopen naden eersten bazuinstoot op 13 Januari j.l. En een eerste overzicht zou zyn te geven. Daar is één man in Nederland, aan wien het niet enkel van ganscher harte door een ieder ware gegund, met zekere fierheid en met dankbaar hart deze eerste onthulling te doen, maar die in den meest volstrek ten zin recht daarop had. Zoo spreek ik hier dan namens den man, wiens fel begeesterend initiatief den stoot gaf aan geheel Katholiek Nederland om aan den opbouw van een groot werk met enthousiasme te beginnen; namens hem, die uit liefde voor de goede zaak de actie voor het Dr. Schaepmanfond's in die mate tot zyn persoonlyk ideaal maakte, dat hy, naast en temidden van zyne overvloedige werkzaamheden gedurende maanden al zyn nog beschikbaren tijd opofferde om stad en land persoonlyk af te reizen, om lief en leed van het bedelaarsvak te ondervinden, om te zyn voor deze zaak: de bedelende edelman! Ik spreek hier namens Jhr. Ruys de Beerenbrouck, onzen beminden President, die om betreurde omstandigheden, hier niet aanwezig kan zyn, die nochtans zich tot aan den dag van heden op de hoogte heeft laten stellen van het ingekomen eindbe drag- Onze President houdt niet van iidele loi- tuiting. Maar wü mogen het als een ^beschikking van de Voorzienigheid en als een k-eine .ichfzyde beschouwen, dat zijn betreurde a wezigheid ons de gelegenheid biedt zün toe-- gewüd werken, zyn niets, en ook zichzelf niet ontzienden yver als een licht van on der de korenmaat te halen, en als een tot daden stuwend voorbeeld voor ons allen openiyk te doen uitschynen en te plaatsen in het middenpunt onzer hartelijke en dank bare hulde. Ik moge thans overgaan tot de eerste algemeene mededeelir.g van den stand van de Dr. Schaepmanfonds-actie. OPBRENGST DER DR. SCHAEPMAN FONDS-ACTIE. Aant. stemmen R.-K. Lyst Rijkskieskring 1925 Opbrengst van 13 Januari tot en met 15 Nov. 1928. 's-Hertogenbosch 127.007 f 52.187.72 Tilburg 105.752 f 51.754.50 Amhem-Nymegen 94.003 f 30.869.37 Rotterdam 33.825 f 11.150.— 's-Gravenhage met Loosduinen 36.363 f 31.585.56 Limburg 141.842 f 66.846.— Leiden 40.462 f 12.287.35 Dordrecht 26,262 f 9.577.90 Amsterdam 46.539 f 40.637.50 Helder 41.012 f 19.978.50 Haarlem 39.175 f 22.976 81 Middelburg 18.817 f 950. Utrecht 38.722 f 17.593.25 Leeuwarden 11.329 f 14.542.50 Zwolle 48.393 f 5.822.23 Drente 3.569 f 388.25 Groningen 8.215 f Div. en coupons f 5.051.98 Stichtingskapitaal buitenl. gift, op brengst medailles en liederen, diversen f 1.271.82 Totaal f 395.471.24 Alleen Leeuwarden kwam f 3.213 boven de taxe; alle andere kringen bleven er be neden. Men moet niet meenen, dat dit overzicht, u een volledig beeld geeft van wat in de afgeloopen tien maanden is geschied. Voor eerst hebben wy niet tijdig over alle gege vens kunnen beschikken, zoodat het bijeen gebrachte bedrag feitelyk grooter is dan zoo juist vermeld. Doch zelfs dan nog, geeft het nuchtere cijfer een onvolledig beeld van de onweer staanbare toewyding en activiteit, welke in geheel het land voor dit niet alledaagscne doel zyn aan den dag gelegd. Ik acht het dan ook ondoenbaar bij deze gelegenheid èn de milde gevers, èn de harde werkers èn de onvermoeide propagandisten, èn niet te vergeten de R.K. Pers, naar waar de te danken voor het prachtige werk, dat zy verrichtten. Allen hebben zij aanstonds gehoor gege ven aan den eersten oproep, mede gearbeid' aan de fundamenten en de eerste verdie ping van het Dr. Schaepmanhuis. Zij zouden dat niet met dien ijver heb ben gedaan, indien zy niet volkomen be grepen hadden en doorvoeld, de groote Ka tholieke belangen, die met dit werk zijn ge moeid. Zij hebben derhalve willen werken voor Christus' Zaak en zy maken daardoor aan spraak op eene belooning, welke wij, men schen, niet kunnen geven, slechts kuynen toewenschen, en daarom mogen wij vol staan met te zeggen: God loone het U! Zullen wy ons thans verdiepen in de vraag, of de alom gespannen verwachtin gen door deze eerste meded'eeling van het tot nu bereikte al dan niet zyn bevredigd? Zeker, wy zyn nog niet aan de gevraagde zeven ton. Doch nu wy na tien maanden met deze resultaten naar voren treden, mo gen wy gerust aannemen, het tegendeel ware ongezond pessimisme! dat Katho liek Nederland ons Schaepmanhuis in aan bouw, niet in den steiger zonder dak zal laten staan. Het Party-bestuur heeft inmiddels het Dr. Schaepmanfonds als een volwaardige per- soonlykheid doen erkennen. Op 17 April j.l. is de oprichtingsacte der Stichting „Het Dr. Schaepmanfonds" gepas seerd. Daarmede traden verscheidene organen in werking. Aanstonds werden een 23-tal lei dende figuren uit alle maatschappelyke rangen bereid gevonden naast de 16 Party- bestuursleden het Stichtingsbestuur (gevormd door 't Dagelyksch Bestuur der Party) by te staan in het beheer van het Dr. Schaep manfonds. Daarnaast namen drie heeren, vertrouwd met financieele aangelegenheden, zitting in de Beleggingscommissie, die bedoelt, het Stichtingsbestuur van verplicht advies te dienen ter zake van de belegging en her belegging der gelden. De leden dezer Commissie kwamen reeds eenige malen te samen. Zoo leeft het Dr. Schaepmanfonds onder vertrouwen-wekkende leiding zijn jonge le ven in de stellige hoop, binnen korten tijd en met uw aller medewerking tot een vol wassen, levenskrachtige verschynmg uit te groeien. Met deze korte uiteenzetting bedoelt het Comité van Actie ook het moge open hartig gezegd zoo noodig frissche be langstelling te wekken by hen, die zich op maken voor de tweede étappe, waarmede het werk gaat beëindigd worden. Wy herhalen, dat wij met de cijfers in handen niet vreezen. Wij weten, dat men in alle Kringen nog bezig is met inzamelin gen, zoodat er van eigenlyke achterblijvers niet kan worden gesproken. Juist van die Kieskringen die op deze af rekening nog met een kiem bedrag voor komen, koesteren wij hooge verwachtingen. Eene zaak moet mij nog van het hart. Onder de leerzame ervaringen, welke by de actie zijn opgedaan, is er eene, die ons tot een duidelyke opheldering noopt. Niet voor u, hier aanwezig, maar voor anderen die wellicht in de pers dit woord zullen hooren. In sommige kringen ontmoetten wy vanaf onzen bedelenden President tot den bedelenden propagandist op huisbezoek, deze afwyzende motiveering: voor alle goe de zaken ben ik gaarne bereid het mijne by te dragen, voor St. Vinccntius en St. Elisabeth, voor een altaar, of raam of preekstoel in de kerk, voor de missiën, voor een priester-student, voor den stillen ai me. Maar voor de politiek, daar geef ik geen cent aan! Het waren soms niet de eersten oe bef ten, die zóó redeneerden. Er waren er by, die aangewezen waren in deze actie mede voor te gaan. Hun allen zou ik willen toeroepenoor deelt toch niet zoo oppervlakkig en licht- vRsrdic Ik weet het wel, zy denken aan de klein- menschelijke factoren, die in verkiezingsty- den wel eens om den hoek komen gluren. Zij denken aan al dan niet vermeende aan tasting van eigen belangen, of wat men daarvoor houdt. Doch wü vragen hun: veroordeelt daarom en daarmede onze Katholieke staatkundige actie toch niet. In het cultuurleven van ieder volk speelt de staatkundige, de politieke factor een al lergewichtigste rol. Groote nationale en groote katholieke belangen staan daarbij op het spel. Onze Katholieke Party-organisatie moet haar taak op staatkundig terrein kunrten vervullen. Daarom worden de middelen ge vraagd, door den tegenwoordigen tyd ge- eischt. O zeker, de politiek is niet de eenige, zelfs niet de Voornaamste cultuurfactor. Maar wy katholieken, weten het toch voldoende uit de lessen der historie, dat die cultuurfactor niet ongestraft door ons kan worden ver waarloosd. Laten wij, geachte vergadering, die er van doordrongen zijn dat het werken voor den invloed van het katholieke volksdeel op staatkundig terrein een werk is tot God's eer en tot heil van land en volk, laten wij uit die ervaring de les trekken, dat er nog vele scheeve meeningen recht te zet ten zijn. dat er in menigen kring van het katholieke volk nog veel te doen is aan de vorming van een juist inzicht over de hooge en gewichtige beteekenis van de Katholieke politieke actie. Naast het goed recht van vele andere ka tholieke werken mogen wy evenzeer bena drukken het goed recht en de onmisbaar heid van het katholieke politieke werk. Te lang reeds hield ik u van het verder werk, dat u nog wacht. Ik wil tot slot nog eens duidelijk zeggen, dat deze eerste medfedeeling omtrent de Actie voor ons Partijbureau niet beteekent het einde dier actie. De Partijleiding werkt geen plannen voor het Partybureau uit, vooraleer de grond slag van dat instituut stevig en volledig is gelegd. Het Partijbestuur kome er goed, of 't kome er niet. En voor de laatste keus zullen wy ons niet zien gesteld. Want het katholieke volk van Nederland mag en zal niet rusten vóór het gestelde doel is bereikt. Overal moet de bedelzak voor het Dr Schaepmanfonds zyn rond geweest. Overal moet een ieder de gelegenheid hebben ge had zyn bydrage te storten. Laten de lei ders der Kringcomité's dit tot devies nemen. En wanneer wy dan met de hand op liet hart kunnen juichen over een grootsch werk. dat Katholiek Nederland heeft bijgedragen, dan geven wy u het eindresultaat en zul len wy kunnen juichen over een grootsch werk, dat tot Gods eer is tot stand ge bracht. Aangenomen werd het voorstel van het partybestuur, om te besluiten art. 12 lid 3, sub b4 van het partyreglement aan te vul len met de twee volgende zinsneden: b.b. een door den Senaat aan te wyzen hoogleeraar van de R.K. Handelshoogeschool c.c. een afgevaardigde aan te wijzen uit de R. K. Nationale Federatie van het Wit-Gele Kruis. Het voorstel der rykskieskringorganisatie te Haarlem, luidende: de partyraad besluite prae-advies te doen uitbrengen over het vraagstuk van den vrouwenarbeid voor zoo ver deze het moeilijk maakt voor den jongen man, om een gezin te stichten en voor den man om zyn gezin te onderhouden en dit vraagstuk in behandeling te nemen, werd in handen gesteld van het Partijbestuur en aan dit college verzocht te willen overwegen het daarin omschreven onderwerp in de volgende vierjarige periode te geschikter tyd aan de orde te stellen. De rykskieskringorganisatie Rotterdam deed het voorstel: De Partijraad besluite, dat de R. K. Staatspartij haar medewerking slechts aan die party of partyen verleene, velke voldoende waarborgen geven tot een oarige samenwerking by de volledige ophef fing van alle belemmeringen der missionnee ring in Indië. Het Partijbestuur verwees naa de verklaringen van het Partijbestuur van October 1928, waaruit bleëk welk standpun het ten aanzien van dit voorstel inneemt Het P. B. gaf mitsdien den Partijraad in over veging het voorstel af te wijzen. Besloten werd dit punt te onderzoeken vanneer de heer Terstegen eventueel ter ver gadering aanwezig zal zyn. Bij de rondvraag kwam de heer v. d. Steei op zijn bij de behandeling der notulen geuit bezwaar terug en deed het volgende voorstel De vergadering van den Partijraad spreek als haar meening uit, dat In de vorige ver gadering besloten is, het politiek advies op stembiljet aan te geven alleen door onder streping. Dit voorstel werd met 31 tegen 20 stemmei gn 4 banco, aangenomen. Mr. H A. J. M. Kusters uit Alkmaar dee voorlezing van het volgende protest: „De afgevaardigden naar den Party ra a> van de rijkskieskringen Helder en Haarler stellen er prijs op de navolgende verklarin af te leggen in den Partijraad, het hoogst college van de R. K. Staatsparty, welke vei klaring hun eenstemmige meening omvat. Zij betreuren ten zeerste, dat door he Centraal College aan hun kieskringen toege wezen zyn twee zetels met kwaliteit, die ge heel of nagenoeg geheel vreemd zyn aa: den aard van de bevolking van hun kies kringen en die in het geheel geen rekenin houden met den geest, die onder de bevol king van deze beide kieskringen heersch Zij kunnen verklaren, dat in beide kies kringen door velen ontstemming geuit tegen de toewyding van deze beide kwa üteitszetels en dat het tot de onmogelijk heden moet worden geacht, voor deze beid kwaliteitszetels bij de komende verkiezinge eenig enthousiasme te wekken. Zij meenen met dit eenvoudig protest 1 moeten volstaan, het aan het partybestuu overlatend, te overwegen of alsnog maatrege len getroffen kunnen worden, waardoor ee ernstig nadeel voor de R. K. Staatspart- voorkomen kan worden. Dit protest werd voor kennisgeving aange nomen. Na eenige bespreking werd de vergade ring verdaagd. Nadat hedenmorgen een H. Mis was opgf dragen, waarbij zeer veel leden van de Partyraad tegenwoordig waren werd de vei gadering te 10 uur heropend en werd ee aanvang gemaakt met behandeling van hs concept-program 1929 en de daarop inge diende amendementen. Christ. Haverman, houtkoopman, was tien jaar weduwnaar, toen hy besloot te hertrou wen. Nadat hy een gade had gevonden, die be reid was zyn tweede vrouw te worden, ging hy naar het gemeentehuis, om zyne voor nemens te doen bekend maken en verder de noodige formaliteiten te vervullen. Toen hy binnenkwam, zat de secretaris diep gebogen boven zyn krant. Haverman kuchte eventjes, daarop nog een keer iets luider, maar de ambtenaar ver roerde zich niet. Niet voordat hy het artikel waarmee hy bezig was, had uitgelezen, ver waardigde de ambtenaar zich den bezoeker van uit de hoogte te begroeten, waarop hy waardig en kalm vroeg: „Wat wenscht u?" „Ik wil trouwen." De ambtenaar nam een pen. „Uw namen, voornamen en beroep?" „Christiaan Johannes Haverman." De ambtenaar keek verbaasd op. „Hoe zegt u?" „Christiaan Johannes Haverman." „Dat moet zeker een grap beteekenen," „Hoe zou ik aan een grap kunnen denken?" „Omdat Christiaan Johannes Haverman dood is. Dood en begraven, een half jaar ge leden." „Die is waarachtig goed!" „Het is me volkomen ernst; zyn lük is in het kanaal gevonden. Er werden authen tieke stukken op hem gevonden, die zijn identiteit onomstootelyk hebben vastgesteld. Getuigen hebben hem bovendien herkend De overlydensacte is wettelijk geregistreerd. „Maar drommel, ik ben niet dood en ben nog nooit verdronken." „U vergist u: Christiaan Johannes Haver man is dood; de registers van den burgelij ken stand bevestigen dit en wat mij petreft heb ik me alleen daaraan te houden. Hij liet den houtkoopman ten overvloede het overlijdensregister zien. Onzeker betastte Haverman zichzelf. Hy vroeg zich af, ot hi) misschien was gestorven zonder het zelf gemerkt te hebben. Toch scheen het hem toe, dat hy m leven was. Op weg naar het gemeentehuis had hy een vriend gesproken, die hem hartelyk de hand had gedrukt En de post had hedenmorgen •en „waarschuwing" gebracht van de belas tingen; neen, hij was niet dood. „Secretaris," zei de man, zeer beleefd, „er moet hier een vergissing hebben plaats gehad." „Vergissingen zyn hier uitgesloten; de re gisters van den burgerlyken stand liegen niet." „En toch „Onnoodig nog langer over deze zaken te praten." „Maar toch ben Ik niet dood!" „Voor my bestaat u niet meer dat is vol doende. Aan u, om te bewijzen, dat u niet dood bént. Hier hebt u de overlydensakte." „U hebt niets anders te doen dan die te vernietigen." „Een acte van den burgerlyken stand ver nietigen!" De houtkoopman begon ongerust te wor den. „Hoort u eens, secretaris, u kent mij toch, niet waar! Onlangs heb ik hout aan u ver kocht voor een uitbouw van uw huis. Dat kunt u toch nog niet vergeten zyn." „U gelykt inderdaad wel op Haverman, maar dat verandert aan de zaak niets." „Maar u herkend my?" „Wat bewyst dat? Ik besta uit twee per sonen: mynheer Maassen en den secretaris van het gemeentehuis. Nu is het mogelijk, dat ik Maassen, u herken, maar de secretaris kent u niet en w il u niet kennen, begrijpt u?" „Ik begryp 't niet. Herkent u my, ja of neen?" „Mün persoon herkent u." „Dan ben ik ook niet dood-" „De secretaris van het gemeentehuis her kent u niet; dat is niet 't zelfde." De houtkoopman nam t hoofd tusschen de handen. „Myn hemel," riep hy uit, „mijn hoofd scheurt. En ik wU hertrouwen!" „Onmogelijk." „Hoe is men er toe gekomen den drenkt ling en my voor een en dezelfde persoon aa te zien?" „Uit de stukken op het lyk gevonden „Welke stukken... Ah, nu ben ik er achte Acht maanden geleden heb ik myn portt feuille verloren; nu begrijp ik, waar de vei gissing vandaan komt. U moet dus de foi herstellen." „Dat gaat zoo niet, waarde heer. U bei volgens de wet dood. Een overiydensac vernietigen kan alleen geschieden door et vonnis van den rechter." „Wat moet ik beginnen?" „Dat is uw zaak. Informeert u maar eei elders." „Maar het is toch eenvoudig idioot! A ik dood ben, hoef ik toch geen belastingt meer te betalen." „Bewys, dat u niet dood is." „Hoe?" „Door stukken." „Maar alle donders, ik ben niet dood!" „U bentadministratief dood!" „Maar als ik u nu eens een muilpeer gaf. ik ben immers dood." „Dan zou ik u laten arresteeren." „Dus, dan zou ik niet dood zijn." „Verder praten baat niets. Laat u gerecl telyk in uwe burgerrechten herstellen, ds zullen we verder zien." „Wat moet ik in 's hemelsnaam beginnet M n huwelijk zal er ten slotte nog door In c war loopen....! Ik ken den burgemeester, als ik hem eens ging opzoeken?" „Ga gerust uw gang." De houtkoopman ging heen. Hy liep wai kelend Twyfel was In hem gevaren. Leefc hy werkelyk wel? Hy liep, met verwilderde blik, als een automaat. In deze gesteldhe kwam hy by den burgemeester. „Goeden dag. burgemeester." „Goeden dag, mijnheer Haverman." .,U herkent my dus? Ik ben dus wel Chris Haverman. U vergist u niet?" „Natuuriyk niet, u bent Haverman, c outkoopman." „U moet weten, dat de secretaris beweei dat ik dood ben. Hoe vindt u dat?" „Nog al grappig." „Ik ben nog niet dood." „Zeer zeker niet, wyl u hier bent. Mas waarover kwam u me toch niet spreken." „Over niets anders. Ik ben weduwnas zooals u weet en wensch te hertrouwen. 1 ling naar het gemeentehuis, om m'n stukks in orde te laten brengen. De secretaris ve telt me, dat ik een half jaar geleden gestoi ven ben Dat heb ik te danken aan een dret keling, die een portefeuille door my verlore jij zich droeg." ..Staat uw overlyden in den burgerlijks stand?" „Ik heb het zelf gelezen." „Dat Is een ernstig geval." „De secretaris wil my niet laten trouwe Nu vraag ik u, hem dit te gelasten." „Dat kan niet. Dat zou onwettig zyn." „Ik ben, zooals u my reeds gezegd het niet dood." „Volgens de wet bent u doodJa, n herinner ik me, dat ik uw overiydensac heb geteekend. Om u In het burgerlijk levs te herstellen is een gerechtelyk vonnis no> dig." „Uwe verklaring is toch voldoende." „Neen die is niet voldoende. Ik herken maar de burgemeester kent u niet meer." Met een zacht lijntje werkte de burgi meester den koopman buiten de deur. H was Haverman te moede, of hy dronke was. „Ik ben dood," zei hü, „dat is gek. Ik dacb dat je na je dood geen verdriet of py meer had-" Eer kiantcnventer kwam voorbty; b kocht een tijdschrift. „Vijftien cent," zei de krantenman. „vyftien centik ben dood, ik betas niet." De man riep een agent. De weduwnas nam den agent bij den arm en gaf hem ee opstopper, dat hy midden op de straat neei viel. Haverman schaterlachte. Men arresteerde hem. Hij was gek gewoi den.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 9