Vijfde vergadering van den
Partijraad der R.K. Staatspartij
VOOR DE HUISKAMER
Voor de Dr. Schaepman-fonds-actie is reeds
f 395.471.24 opgebracht
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1928
BLADZIJDE 1
Partijbestuur
Mededeelingen van het
Het Dr. Schaepmanfonds
De administratieve dood
In de groote zaal van het Jaarbeursge
bouw te Utrecht, wordt thans de 5e ver
gadering van den Partijraad der R. K.
Staatspartij gehouden, die gisteravond aan
ving.
In zijn openingsrede zeide de voorzitter,
mgr. dr. W. H. Nolens, er zeker van te zijn,
dat allen het betreuren, dat men hier moet
missen den voorzitter van de Staatspartij en
vice-voorzitter van den Partijraad. Gelukkig
zal, volgens de laaste bericht, de ziekte niet
van langen duur zijn. Spr. meent namens
allen te spreken, als hij hier de hoop uit
drukt, dat de voorzitter van de Staatsparij
spoedig in staat zal zijn, zijn werk te her
vatten. Spreker wil daarom reeds op aller
toestemming beslag leggen om de wenschen
voor het spoedig herstel, telegrafisch aan
den heer Ruys de Beerenbrouck over te
brengen.
Het voornaamste punt van deze vergade
ring, vervolgt spreker hierop, is de behande
ling van het program. Volgens artikel 2
van het reglement, streeft de partij naar
he vaststellen van een partijprogram en een
kort program van actie. Spreker zal geen
verhandeling gaan houden over de vraag of
en waarom er een program noodig is.
Bij de vraag evenwel of het niet beter
zou zijn in enkele woorden een verkiezings
leus aan te heffen, wenscht spr. hier een
antwoord te geven.
In sommige landen is het goed, zegt spr.,
een dergelijke leus aan te heffen, maar in
ons land is dit niet mogelijk. Groote staat
kundige vraagstukken zijn hier voorloopig
niet aan de orde. Wij hebben hier geen twist
over een monarchaal of rep'ublikeinsch stel
sel, over algemeen kiesrecht of dergelijke.
Vandaar, dat wij hier niet met een verkie-
zingskreet voor den dag kunnen komen.
Bij de onderscheiding tusschen de ver
schillende programs, waarover men theore
tisch schoon kan schrijven, doch die in de
practijk moeilijk zijn üiteen te houden, zal
spr. ook niet uitwijden. In de practijk is
het gebleken, dat een program van actie
altijd vermengd zal worden met punten,
die eigenlijk thuis hooren op een werk
program.
Voor ons ligt een concreet concept en
dat is materiaal voor deze vergadering. Kan
dat concept kort genoemd worden, vraagt
spreker.
Hoe het ook zij, vervolgt spr., dit program
van actie heeft de neiging de grenzen van
de kortheid te overschrijden. Nu is daarbij
nog gekomen een groot aantal amendemen
ten. Men zal echter in aanmerking moeten
nemen, dat dit program bestemd is, hoog
stens vier jaar te leven en daaruit volgt, dat
niet aan alle verlangens, daarin uitgedrukt,
in een zittingsperiode, doch slechts op den
langen duur bevrediging zal worden gege
ven. In de practijk kan men niet altijd
eerst rekening houden met hetgeen in het
program staat. Daarbij zijn er altijd nog
aangelegenheden, waarbij rekening moet
worden gehouden met de zienswijze van de
daarbij betrokken autoriteiten, waarvan de
verwezenlijking wel wenschelyk is en voor de
hand ligt, maar die in de practijk ook onaf
gedaan moeten blijven.
Waar dit alles zoo is, mag de vergadering
verwachten, dat met de prae-adviezen van
het Partijbestuur zooveel mogelijk rekening
zal worden gehouden. Bij de algemeene be
schouwingen over de staatsbegrooting, ver
volgt spr., heb ik in het bijzonder eenige uit.
eenzettingen gegeven over verschillende be
langrijke punten van ons program; in de
kiesvereenigingen is ook dit concept-program
besproken en daarbij is het nog in de pers op
uitvoerige en deskundige wijze behandeld.
Misschien was het wenschelijk, zegt spr.,
in het vervolg onmiddellijk bü de publicee
ring van het concept een korte toelichting te
geven.
Spr. eindigt met den wensch, dat de be
handeling van deze agenda in het goed
óverleg moge plaats hebben, waaraan men
gewend is in deze zaal.
Naar aanleiding van de notulen der partij
raadsvergadering van 18 en 19 Mei maakte
de heer. v. "cl. Steen (Nijmegen) een opmer
king over de redactie van het besluit om
trent de inrichting der stembiljetten. Deze
kwestie zal nog nader besproken worden.
Onder de ingekomen stukken was o.m. ook
de motie-Haarlem.
De Rijkskieskring-organisatie Haarlem
kwam met een motie waarin de hoop werd
uitgesproken dat de Katholieke Kamerfractie
haar volle medewerking zal verleenen tot het
nog in dit jaar verheffen tot wet van het
voorstel van wet regelende de financieele
verhouding tusschen Rijk en Gemeenten.
De heer Heerkens Thijssen hoopte dat de
motie in de Tweede Kamer zou belanden,
iets wat niet zou geschieden als zij zonder
meer voor kennisgeving wordt aangenomen.
De voorzitter zeide, dat dit wetsontwerp de
volle aandacht heeft der R. K. fractie. Het is
een ontwerp, dat aanleiding geeft tot veel
verschil van meening en het dient van alle
kanten éoed bekeken te worden.
Met de motie voor kennisgeving aan te ne
men kna derhalve worden volstaan.
Aldus geschiedde.
Den Bosch diende een motie in, waarin
verzocht werd in 1930 het 48-stelsel in geen
geval te verlengen, doch het te vervangen
door een, dat waarborgen geeft voor betere
resultaten van het onderwijs.
De voorzitter verwees naar amendement 111
en in verband met de praeadviezen van het
partijbestuur werd besloten het over te ne
men.
REDE M. VAN HOUT
Bij punt 5 sub a der agenda (Mededee-
lingen van het Partijbestuur) sprak de
ondervoorzitter, de heer M. van Hout, als
volgt:
Geachte vergadering,
Ik behoef u voorzeker niet te zeggen, hoe
noode ik hedenavond mijn plicht als onder
voorzitter vervul. Ten zeerste betreur ik het,
en gij allen met mij dat jhr. Ruys de
Beerenbrouck hier niet zélf kan komen om
zijn kernachtig woord op de hem eigen kern
achtige wijs tot u te richten. Mijn bede is de
uwe: dat God onzen onmisbaren voorzitter
spoedig volledig herstel van gezondheid moge
geven, opdat hij wederom met krachtige
hand de teugels moge grijpen van het be
stuur der Katholieke Partij-organisatie, en
op de komende verkiezingsactie zijn stempel
van kloeke energie, van samenbindende en
tot eenheid gerichte leiding moge drukken.
In tusschen: de mensch wikt, God beschikt.
j' katholieken, aanvaarden geen noodlot,
maar God's voorzienigheid, die de omstan
digheden leidt. De omstandigheden van
thans aanvaardend, zullen wij het meest in
den geest van den ons allen sympathieken
voorzitter handelen, door ieder voor zich
zijn plicht te doen ten aanzien van het
gewichtige werk, dat voor de deur staat.
Zoo is het dan hedenavond mijne taak,
aan u eenige mededeelingen te doen namens
het Partijbestuur, en namens het bestuur
eenige woorden tot u te richten in verband
met de op komst zijnde verkiezingsactie.
lo. Allereerst dan wil ik uwe aandacht
vestigen op het besluit van het Partijbestuur,
om in April 1929 wederom te houden onze
jaarlijksche Amersfoortsche Bijeenkomst. Op
6 en 7 April a s. zal het gastvrije St. Louis
zijn deuren weer wijd openen, en voor de
trouwe bezoekers dier bijeenkomsten is een
aansporing om aanwezig te zijn volslagen
overbodig. Als zij kunnen, dan komen zij!
Ditmaal zal gesproken worden over „Cul
tuur en Politiek" en over „De staatkundige
taak der katholieken in Nederlandsch-
Indië."
Afgezien van de belangrijkheid dezer on
derwerpen, zal de in vriendschappelijke, in
tieme sfeer gehouden bijeenkomst ditmaal
een nuttige en aangename politieke verpoo-
zing zijn te midden van het allicht wat ru
moerige en drukke verkiezingswerk, hetwelk
dan volop in gang is.
Omtrent de sprekers kan het P-B. op het
oogenblik tot zijn spijt nog geen mededeeling
doen. Daaromtrent zal tijdig in de katho
lieke pers worden bericht.
2o. Eveneens is u bekend het besluit van
het Partijbestuur om een groote Katholie
ke Propaganda-film te laten vervaardigen
met het oog op onze propaganda voor 1929.
Nadere mededeelingen over opzet en inhoud
doe ik u thans niet. Daarmede hoop ik op
heilzame wijze uwe nieuwsgierigheid te
prikkelen! Laat ik alleen er van zeggen, dat
de film zal zijn een machtig en indrukwek
kend heldendicht der Roomsche daad, dat
niet zal nalaten een geweldigen, diepen in
druk te maken. Geen leuzen, geen verkie-
zingsfanfaronades, maar „daden" zullen wij
doen zien
Genoeg daarvan, hier wil ik vooral u
allen, leiders in de verschillende party-
instanties, in kieskringorganisaties, in plaat
selijke kiesvereenigingen, dringend vragen
uw volle medewerking te willen verleenen bij
de uitvoering van dit grootsche propaganda
middel. Straks zal de Centrale leiding u ge
gevens vragen, adressen van de kiesvereeni-
gingsleiders, gegevens over zalen, over be
schikbare toestellen, over mogelijke combi
natie van op dit stuk samenwerkende kies
vereenigingen. Er zal geschikt en geplooid
moeten worden om doelmatige tournées voor
de tien films (want er worden tien afdruk
ken aangemaakt) te organiseeren. Helpt dan
allen mede om dit stukje organisatie goed
te doen slagen. Vooral: correspondeert vlug,
antwoordt per omgaande, want niets kan een
strijdorganisatie meer belemmeren dan laks
heid van sommigen, die dan zonder de min
ste gewetenswroeging den besten opzet in de
war sturen.
Vraagt een of ander nuchter man: waar
voor zoo'n film. onze menschen stemmen
toch wel goed! Dan antwoord ik hem na
mens het Partijbestuur: Ook die gelukkig
overgroote massa goed stemmende katholieke
menschen hebben recht er op, dat hun geest
drift wordt aangevuurd tot op haar maxi
mum; en dat htm vertrouwen in den Partij
raad niet wordt beschaamd, want zij ver
wachten van ons de hulpmiddelen in den
zwaren strijd, en dat wij niet stil blijven
zitten. Het Partijbestuur voelt den plicht,
de moderne vindingen der techniek, door
God aan de menschen geschonken, niet al
leen over te laten aan onze tegenstanders,
maar die vindingen ook voor onze zaak te
benutten. De aanmaak van de film, onder
de kundige leiding van pater Hyacinth Her
mans, is in vollen gang. Begin 1929 hoort gij
er meer van!
3o. Naast dit propagandamiddel heeft de
Partijleiding de verdere propagandistische
verkiezingsactie reeds in overweging genomen
Hierbij moeten wij twee zaken niet vergeten
Eerstens, dat de leiders van Kringorgani
saties en plaatselijke kiesvereenigingen, ge
lijk ook vroeger het geval was, een groote
mate van zelfstandigheid moeten hebben,
om naar streek en plaats de meest doelma
tige propaganda te voeren. Het Partijbestuur
twijfelt er geen oogenblik aan, dat die zelf
standigheid ook Uwerzijds gewenscht wordt.
Welnu, wij eerbiedigen haar volkomen. Maar
het moge der centrale partijleiding vergund
worden, dan ook te wijzen op de verantwoor
delijkheid welke daaraan tevens is verbon
den.
Voorts wijs ik er met nadruk op, dat
voor zoover er van centraal propaganda-
initiatief sprake kan zijn en ongetwij
feld zijn er op dit terrein vele mogelijkheden
welke onze vrienden in de Kieskringen bui
tengewoon zouden waardeeren als steun in
hun werk ik wijs er met nadruk op, dat
ten deze het gemis aan een Partijbureau
aan die mogelijkheden grenzen stelt. Helaas,
wil ik er bij voegen. Maar zóó is de huidige
toestand.
Met nadruk wijs ik er op, omdat er som
migen zijn, die meenen, dat na den eersten
stormloop voor de actie van het Dr. Schaep-
manfonds nu in een ommezien dat Partij
bureau er zal zijn. Zoover zijn we nog niet,
en de opbouw van het Partijbureau mag geen
revolutiebouw zijn. Daarom denkt het P.B. er
niet aan vóór de verkiezingen van 1929 met
bureau-plannen voor den dag te komen.
4o. Onze Partijorganisatie staat thans
reeds midden in de uitvoering van het Kies
reglement 1927. De samenvoeging van kies
kringen is vastgesteld. Het beredeneerd ver
slag daarvan verscheen heden. Dan volgt de
candidaatstelling in de kiesvereenigingen van
15 December tot 15 Januari. In Februari
de controle der verzamellijsten. In Maart
de advies-procedure in de Kringorgamsaties
In Mei, vermoedelijk Zondag 5 of 12 Mei
a.s., de partijstemming. Over de uitvoering
van het Kiesreglement zal van de hand var
den Partijsecretaris een populaire uiteenzet-,
ting verschijnen met de concrete besluiten
van het centraal college als basis.
De uitvoering van het Kiesreglement nutte
ik, namens het Partijbestuur, met arcoten
nadruk aan uwe bijzondere zorg aanbevelen.
Die uitvoering vraagt veel werk van U allen
en het is alles „vrijwilligerswerk". Maar 't is
voor de goede zaak, en dan staat gij allen ge
reed om mee te helpen-
Tot slot dezer mededeelingen nog twee
puntjes.
Twee puntjes ter welwillende overweging,
van allen, die het goed meenen met onze
R. K. Staatspartij.
Twee puntjes, ook geheel ik ben er ze
ker van m den geest van onzen afwezigen
voorzitter, die niet zou nagelaten hebben U
er op te wijzen. Daarom mogen dezee vergade
ring en het Katholieke kiezersvolk ze ook
welwillend van mij aanvaarden.
De aanwijzing van candidaten, de geheele
procedure van het Kiesreglement, is een
moeizaam werk. Niet alleen technisch ge
sproken. daar komen we het best doorheen!
Maar moeizaam vóóral, omdat het over
personen gaat. En laat het ons maar duide
lijk zeggen; dan ontstaat altijd de groote
kans op moeilijkheden en onaangenaamhe
den. Personenkeus geeft nu eenmaal altijd
eenigen personenstrijd. Wanneer in dit ver
band beslissingen moeten vallen, zal in dit
ondermaansche wel nimmer de volle honderd
procent van tevredenheid worden bereikt.
Wel nimmer zal een Kiesreglement worden
verkregen, dat dit ideale resultaat oplevert.
Och, laten wij de goede stemming, den goe
den geest in onze Partij, thans zoo gelukkig
aanwezig, niet verstoren door onze klein-
menschelijke onvolkomenheden. Laten wij
op waardige wijze, op een wijze die der ka
tholieke Staatspartij past, de personenkeus
onzer candidaten verrichten. Laten wij elkan
der niet grieven of kwetsen, want dat is on
christelijk. Laten wij, bij alle verschil van be
oordeeling erkennen, en vooral laten wij ter
wille onzer Partij, ter wille der goede zaak,
ook op zijn tijd een offer weten te brengen.
Wij als leden van de groote Volkspartij
voor geheel het katholieke volk moeten weten
te toonen, dat wü het karakter onzer party
ook durven te verwerkelijken Geen eenzydig-
heid by groepen of standen, alleen een
breede erkenning onzer veelzijdigheid zaj 0ns
de kracht onzer eenheid kunnen doen be
waren.
Dat is het éérste, ik geloof wel het belang
rijkste puntje.
En het tweede is dit: Vóór de verkiezingen
van 1929 komt de Partyraad niet meer bij
een. Morgen wordt ons Program vastgesteld.
Dan de kiesreglement-procedure. En vóór we
het weten staan de midden in den verkie-
zingsstryd.
Het is nog te vroeg om nu reeds de storm
klok te luiden.
Maar ik meen toch deze Partijraadsverga
dering niet te mogen laten voorbijgaan, zon
der een harteiyk woord van aansporing om
dien stryd met groote inspanning van alle
krachten te stryden. Weest tijdig paraat.
Laat U niet door de logheid der groote mas
sa meesleepen of beïnvloeden om te zeggen;
het is nog tyd genoeg, er is tóch neg geen be
langstelling. Dat is de zaak op haar kop zet
ten wy moeten juist de belangstelling los
zien te slaan Al lykt het aanvankelijk zon
der succes, dat geeft niets, wy moeten dóór
zetten! En vergeten wy bij onze propaganda
vooral toch niet twee belangrijke categorieën:
de jeugdige kiezers en de vrouwen. De eer
sten, omdat zy 't meest aan de aanvallen
onzer tegenstanders zullen blootstaan. De
tweeden, omdat zy by volledige mobilisatie
ons zulk 'n groote steun zullen zijn en die
mobilisatie nu niet altyd even gemakkeiyk is.
Het verkiezingsdoel is door het Party-
bestuur gesteld: op basis van een pracht-pro-
gram, dat morgen wordt vastgesteld, een
fractie van ten minste 31, als 't kan 32
zetels!
In eensgezinde samenwerking, bezield dooi
onze Katholieke idealen, onder Gods Zegen,
en daarop vertrouwend en daar om vra
gend, gaan wy den stryd in met goeden
moed!
En hiermede vertrouw ik geheel in den
geest van onzen afwezigen voorzitter myne
taak als zyn plaatsvervanger te hebben ver
vuld.
Ik ben er my ten volle van bewust niet te
hebben kunnen spreken met die kracht,
welke van Jhr. Ruys uitgaat, op grond van
zijn persoon en zijn hooge verdiensten.
Wil, geachte vergadering, myne woorden
aanvaarden in denzelfden geest en met ge-
lyke bereidvaardigheid, waarmede Gy an
ders des voorzitters woord in u zoudt hebben
opgenomen.
REDE MR. F. TEUL1NGS
Bü de behandeling van agendapunt 5 sub
b. (Mededeelingen van het Comité van Ac
tie voor het Dr. Schaepmanfonds), sprak
het gedelegeerd lid van het Comité van Ac
tie, de Partysecretaris mr. Frans Teulings
als volgt.
Reels sinds lang, en van alle kanten, heeft
men uitgezien naar een publicatie van den
stand der Actie voor het Dr. Schaepman
fonds. Men vroeg er ongeduldig naar!
Het Comité van Actie voor h§t Dr. Schaep-
manfonds had zich echter, vanaf den aan
vang van het werk, voorgenomen geen al
gemeen overzicht te geven vóór op de na
jaarsvergadering van den Partyraad. Dan
zouden tien maand'en zyn verloopen naden
eersten bazuinstoot op 13 Januari j.l. En
een eerste overzicht zou zyn te geven.
Daar is één man in Nederland, aan wien
het niet enkel van ganscher harte door een
ieder ware gegund, met zekere fierheid en
met dankbaar hart deze eerste onthulling
te doen, maar die in den meest volstrek
ten zin recht daarop had.
Zoo spreek ik hier dan namens den man,
wiens fel begeesterend initiatief den stoot
gaf aan geheel Katholiek Nederland om
aan den opbouw van een groot werk met
enthousiasme te beginnen; namens hem,
die uit liefde voor de goede zaak de actie
voor het Dr. Schaepmanfond's in die mate
tot zyn persoonlyk ideaal maakte, dat hy,
naast en temidden van zyne overvloedige
werkzaamheden gedurende maanden al zyn
nog beschikbaren tijd opofferde om stad en
land persoonlyk af te reizen, om lief en
leed van het bedelaarsvak te ondervinden,
om te zyn voor deze zaak: de bedelende
edelman! Ik spreek hier namens Jhr. Ruys
de Beerenbrouck, onzen beminden President,
die om betreurde omstandigheden, hier niet
aanwezig kan zyn, die nochtans zich tot
aan den dag van heden op de hoogte heeft
laten stellen van het ingekomen eindbe
drag-
Onze President houdt niet van iidele loi-
tuiting.
Maar wü mogen het als een ^beschikking
van de Voorzienigheid en als een k-eine
.ichfzyde beschouwen, dat zijn betreurde a
wezigheid ons de gelegenheid biedt zün toe--
gewüd werken, zyn niets, en ook zichzelf
niet ontzienden yver als een licht van on
der de korenmaat te halen, en als een tot
daden stuwend voorbeeld voor ons allen
openiyk te doen uitschynen en te plaatsen
in het middenpunt onzer hartelijke en dank
bare hulde.
Ik moge thans overgaan tot de eerste
algemeene mededeelir.g van den stand van
de Dr. Schaepmanfonds-actie.
OPBRENGST DER DR. SCHAEPMAN
FONDS-ACTIE.
Aant. stemmen
R.-K. Lyst
Rijkskieskring 1925 Opbrengst
van 13 Januari tot en met 15 Nov. 1928.
's-Hertogenbosch 127.007 f 52.187.72
Tilburg 105.752 f 51.754.50
Amhem-Nymegen 94.003 f 30.869.37
Rotterdam 33.825 f 11.150.—
's-Gravenhage met
Loosduinen 36.363 f 31.585.56
Limburg 141.842 f 66.846.—
Leiden 40.462 f 12.287.35
Dordrecht 26,262 f 9.577.90
Amsterdam 46.539 f 40.637.50
Helder 41.012 f 19.978.50
Haarlem 39.175 f 22.976 81
Middelburg 18.817 f 950.
Utrecht 38.722 f 17.593.25
Leeuwarden 11.329 f 14.542.50
Zwolle 48.393 f 5.822.23
Drente 3.569 f 388.25
Groningen 8.215 f
Div. en coupons f 5.051.98
Stichtingskapitaal buitenl. gift, op
brengst medailles en liederen,
diversen f 1.271.82
Totaal f 395.471.24
Alleen Leeuwarden kwam f 3.213 boven
de taxe; alle andere kringen bleven er be
neden.
Men moet niet meenen, dat dit overzicht,
u een volledig beeld geeft van wat in de
afgeloopen tien maanden is geschied. Voor
eerst hebben wy niet tijdig over alle gege
vens kunnen beschikken, zoodat het bijeen
gebrachte bedrag feitelyk grooter is dan zoo
juist vermeld.
Doch zelfs dan nog, geeft het nuchtere
cijfer een onvolledig beeld van de onweer
staanbare toewyding en activiteit, welke in
geheel het land voor dit niet alledaagscne
doel zyn aan den dag gelegd.
Ik acht het dan ook ondoenbaar bij deze
gelegenheid èn de milde gevers, èn de harde
werkers èn de onvermoeide propagandisten,
èn niet te vergeten de R.K. Pers, naar waar
de te danken voor het prachtige werk, dat
zy verrichtten.
Allen hebben zij aanstonds gehoor gege
ven aan den eersten oproep, mede gearbeid'
aan de fundamenten en de eerste verdie
ping van het Dr. Schaepmanhuis.
Zij zouden dat niet met dien ijver heb
ben gedaan, indien zy niet volkomen be
grepen hadden en doorvoeld, de groote Ka
tholieke belangen, die met dit werk zijn ge
moeid.
Zij hebben derhalve willen werken voor
Christus' Zaak en zy maken daardoor aan
spraak op eene belooning, welke wij, men
schen, niet kunnen geven, slechts kuynen
toewenschen, en daarom mogen wij vol
staan met te zeggen: God loone het U!
Zullen wy ons thans verdiepen in de
vraag, of de alom gespannen verwachtin
gen door deze eerste meded'eeling van het
tot nu bereikte al dan niet zyn bevredigd?
Zeker, wy zyn nog niet aan de gevraagde
zeven ton. Doch nu wy na tien maanden
met deze resultaten naar voren treden, mo
gen wy gerust aannemen, het tegendeel
ware ongezond pessimisme! dat Katho
liek Nederland ons Schaepmanhuis in aan
bouw, niet in den steiger zonder dak zal
laten staan.
Het Party-bestuur heeft inmiddels het Dr.
Schaepmanfonds als een volwaardige per-
soonlykheid doen erkennen.
Op 17 April j.l. is de oprichtingsacte der
Stichting „Het Dr. Schaepmanfonds" gepas
seerd.
Daarmede traden verscheidene organen in
werking. Aanstonds werden een 23-tal lei
dende figuren uit alle maatschappelyke
rangen bereid gevonden naast de 16 Party-
bestuursleden het Stichtingsbestuur (gevormd
door 't Dagelyksch Bestuur der Party) by
te staan in het beheer van het Dr. Schaep
manfonds.
Daarnaast namen drie heeren, vertrouwd
met financieele aangelegenheden, zitting in
de Beleggingscommissie, die bedoelt, het
Stichtingsbestuur van verplicht advies te
dienen ter zake van de belegging en her
belegging der gelden.
De leden dezer Commissie kwamen reeds
eenige malen te samen.
Zoo leeft het Dr. Schaepmanfonds onder
vertrouwen-wekkende leiding zijn jonge le
ven in de stellige hoop, binnen korten tijd
en met uw aller medewerking tot een vol
wassen, levenskrachtige verschynmg uit te
groeien.
Met deze korte uiteenzetting bedoelt het
Comité van Actie ook het moge open
hartig gezegd zoo noodig frissche be
langstelling te wekken by hen, die zich op
maken voor de tweede étappe, waarmede het
werk gaat beëindigd worden.
Wy herhalen, dat wij met de cijfers in
handen niet vreezen. Wij weten, dat men in
alle Kringen nog bezig is met inzamelin
gen, zoodat er van eigenlyke achterblijvers
niet kan worden gesproken.
Juist van die Kieskringen die op deze af
rekening nog met een kiem bedrag voor
komen, koesteren wij hooge verwachtingen.
Eene zaak moet mij nog van het hart.
Onder de leerzame ervaringen, welke by
de actie zijn opgedaan, is er eene, die ons
tot een duidelyke opheldering noopt. Niet
voor u, hier aanwezig, maar voor anderen
die wellicht in de pers dit woord zullen
hooren.
In sommige kringen ontmoetten wy
vanaf onzen bedelenden President tot den
bedelenden propagandist op huisbezoek,
deze afwyzende motiveering: voor alle goe
de zaken ben ik gaarne bereid het mijne
by te dragen, voor St. Vinccntius en
St. Elisabeth, voor een altaar, of raam of
preekstoel in de kerk, voor de missiën, voor
een priester-student, voor den stillen ai me.
Maar voor de politiek, daar geef ik geen
cent aan!
Het waren soms niet de eersten oe bef
ten, die zóó redeneerden. Er waren er by,
die aangewezen waren in deze actie mede
voor te gaan.
Hun allen zou ik willen toeroepenoor
deelt toch niet zoo oppervlakkig en licht-
vRsrdic
Ik weet het wel, zy denken aan de klein-
menschelijke factoren, die in verkiezingsty-
den wel eens om den hoek komen gluren.
Zij denken aan al dan niet vermeende aan
tasting van eigen belangen, of wat men
daarvoor houdt.
Doch wü vragen hun: veroordeelt daarom
en daarmede onze Katholieke staatkundige
actie toch niet.
In het cultuurleven van ieder volk speelt
de staatkundige, de politieke factor een al
lergewichtigste rol. Groote nationale en
groote katholieke belangen staan daarbij op
het spel.
Onze Katholieke Party-organisatie moet
haar taak op staatkundig terrein kunrten
vervullen. Daarom worden de middelen ge
vraagd, door den tegenwoordigen tyd ge-
eischt.
O zeker, de politiek is niet de eenige, zelfs
niet de Voornaamste cultuurfactor. Maar wy
katholieken, weten het toch voldoende uit
de lessen der historie, dat die cultuurfactor
niet ongestraft door ons kan worden ver
waarloosd.
Laten wij, geachte vergadering, die er van
doordrongen zijn dat het werken voor den
invloed van het katholieke volksdeel op
staatkundig terrein een werk is tot God's
eer en tot heil van land en volk, laten
wij uit die ervaring de les trekken, dat er
nog vele scheeve meeningen recht te zet
ten zijn. dat er in menigen kring van het
katholieke volk nog veel te doen is aan de
vorming van een juist inzicht over de hooge
en gewichtige beteekenis van de Katholieke
politieke actie.
Naast het goed recht van vele andere ka
tholieke werken mogen wy evenzeer bena
drukken het goed recht en de onmisbaar
heid van het katholieke politieke werk.
Te lang reeds hield ik u van het verder
werk, dat u nog wacht.
Ik wil tot slot nog eens duidelijk zeggen,
dat deze eerste medfedeeling omtrent de
Actie voor ons Partijbureau niet beteekent
het einde dier actie.
De Partijleiding werkt geen plannen voor
het Partybureau uit, vooraleer de grond
slag van dat instituut stevig en volledig is
gelegd.
Het Partijbestuur kome er goed, of 't kome
er niet.
En voor de laatste keus zullen wy ons
niet zien gesteld. Want het katholieke volk
van Nederland mag en zal niet rusten vóór
het gestelde doel is bereikt.
Overal moet de bedelzak voor het Dr
Schaepmanfonds zyn rond geweest. Overal
moet een ieder de gelegenheid hebben ge
had zyn bydrage te storten. Laten de lei
ders der Kringcomité's dit tot devies nemen.
En wanneer wy dan met de hand op liet
hart kunnen juichen over een grootsch werk.
dat Katholiek Nederland heeft bijgedragen,
dan geven wy u het eindresultaat en zul
len wy kunnen juichen over een grootsch
werk, dat tot Gods eer is tot stand ge
bracht.
Aangenomen werd het voorstel van het
partybestuur, om te besluiten art. 12 lid 3,
sub b4 van het partyreglement aan te vul
len met de twee volgende zinsneden:
b.b. een door den Senaat aan te wyzen
hoogleeraar van de R.K. Handelshoogeschool
c.c. een afgevaardigde aan te wijzen uit de
R. K. Nationale Federatie van het Wit-Gele
Kruis.
Het voorstel der rykskieskringorganisatie
te Haarlem, luidende: de partyraad besluite
prae-advies te doen uitbrengen over het
vraagstuk van den vrouwenarbeid voor zoo
ver deze het moeilijk maakt voor den jongen
man, om een gezin te stichten en voor den
man om zyn gezin te onderhouden en dit
vraagstuk in behandeling te nemen, werd in
handen gesteld van het Partijbestuur en aan
dit college verzocht te willen overwegen het
daarin omschreven onderwerp in de volgende
vierjarige periode te geschikter tyd aan de
orde te stellen.
De rykskieskringorganisatie Rotterdam
deed het voorstel: De Partijraad besluite, dat
de R. K. Staatspartij haar medewerking
slechts aan die party of partyen verleene,
velke voldoende waarborgen geven tot een
oarige samenwerking by de volledige ophef
fing van alle belemmeringen der missionnee
ring in Indië. Het Partijbestuur verwees naa
de verklaringen van het Partijbestuur van
October 1928, waaruit bleëk welk standpun
het ten aanzien van dit voorstel inneemt
Het P. B. gaf mitsdien den Partijraad in over
veging het voorstel af te wijzen.
Besloten werd dit punt te onderzoeken
vanneer de heer Terstegen eventueel ter ver
gadering aanwezig zal zyn.
Bij de rondvraag kwam de heer v. d. Steei
op zijn bij de behandeling der notulen geuit
bezwaar terug en deed het volgende voorstel
De vergadering van den Partijraad spreek
als haar meening uit, dat In de vorige ver
gadering besloten is, het politiek advies op
stembiljet aan te geven alleen door onder
streping.
Dit voorstel werd met 31 tegen 20 stemmei
gn 4 banco, aangenomen.
Mr. H A. J. M. Kusters uit Alkmaar dee
voorlezing van het volgende protest:
„De afgevaardigden naar den Party ra a>
van de rijkskieskringen Helder en Haarler
stellen er prijs op de navolgende verklarin
af te leggen in den Partijraad, het hoogst
college van de R. K. Staatsparty, welke vei
klaring hun eenstemmige meening omvat.
Zij betreuren ten zeerste, dat door he
Centraal College aan hun kieskringen toege
wezen zyn twee zetels met kwaliteit, die ge
heel of nagenoeg geheel vreemd zyn aa:
den aard van de bevolking van hun kies
kringen en die in het geheel geen rekenin
houden met den geest, die onder de bevol
king van deze beide kieskringen heersch
Zij kunnen verklaren, dat in beide kies
kringen door velen ontstemming geuit
tegen de toewyding van deze beide kwa
üteitszetels en dat het tot de onmogelijk
heden moet worden geacht, voor deze beid
kwaliteitszetels bij de komende verkiezinge
eenig enthousiasme te wekken.
Zij meenen met dit eenvoudig protest 1
moeten volstaan, het aan het partybestuu
overlatend, te overwegen of alsnog maatrege
len getroffen kunnen worden, waardoor ee
ernstig nadeel voor de R. K. Staatspart-
voorkomen kan worden.
Dit protest werd voor kennisgeving aange
nomen.
Na eenige bespreking werd de vergade
ring verdaagd.
Nadat hedenmorgen een H. Mis was opgf
dragen, waarbij zeer veel leden van de
Partyraad tegenwoordig waren werd de vei
gadering te 10 uur heropend en werd ee
aanvang gemaakt met behandeling van hs
concept-program 1929 en de daarop inge
diende amendementen.
Christ. Haverman, houtkoopman, was tien
jaar weduwnaar, toen hy besloot te hertrou
wen.
Nadat hy een gade had gevonden, die be
reid was zyn tweede vrouw te worden, ging
hy naar het gemeentehuis, om zyne voor
nemens te doen bekend maken en verder
de noodige formaliteiten te vervullen.
Toen hy binnenkwam, zat de secretaris
diep gebogen boven zyn krant.
Haverman kuchte eventjes, daarop nog
een keer iets luider, maar de ambtenaar ver
roerde zich niet. Niet voordat hy het artikel
waarmee hy bezig was, had uitgelezen, ver
waardigde de ambtenaar zich den bezoeker
van uit de hoogte te begroeten, waarop hy
waardig en kalm vroeg:
„Wat wenscht u?"
„Ik wil trouwen."
De ambtenaar nam een pen.
„Uw namen, voornamen en beroep?"
„Christiaan Johannes Haverman."
De ambtenaar keek verbaasd op.
„Hoe zegt u?"
„Christiaan Johannes Haverman."
„Dat moet zeker een grap beteekenen,"
„Hoe zou ik aan een grap kunnen denken?"
„Omdat Christiaan Johannes Haverman
dood is. Dood en begraven, een half jaar ge
leden."
„Die is waarachtig goed!"
„Het is me volkomen ernst; zyn lük is in
het kanaal gevonden. Er werden authen
tieke stukken op hem gevonden, die zijn
identiteit onomstootelyk hebben vastgesteld.
Getuigen hebben hem bovendien herkend
De overlydensacte is wettelijk geregistreerd.
„Maar drommel, ik ben niet dood en ben
nog nooit verdronken."
„U vergist u: Christiaan Johannes Haver
man is dood; de registers van den burgelij
ken stand bevestigen dit en wat mij petreft
heb ik me alleen daaraan te houden.
Hij liet den houtkoopman ten overvloede
het overlijdensregister zien.
Onzeker betastte Haverman zichzelf. Hy
vroeg zich af, ot hi) misschien was gestorven
zonder het zelf gemerkt te hebben. Toch
scheen het hem toe, dat hy m leven was.
Op weg naar het gemeentehuis had hy een
vriend gesproken, die hem hartelyk de hand
had gedrukt En de post had hedenmorgen
•en „waarschuwing" gebracht van de belas
tingen; neen, hij was niet dood.
„Secretaris," zei de man, zeer beleefd,
„er moet hier een vergissing hebben plaats
gehad."
„Vergissingen zyn hier uitgesloten; de re
gisters van den burgerlyken stand liegen
niet."
„En toch
„Onnoodig nog langer over deze zaken te
praten."
„Maar toch ben Ik niet dood!"
„Voor my bestaat u niet meer dat is vol
doende. Aan u, om te bewijzen, dat u niet
dood bént. Hier hebt u de overlydensakte."
„U hebt niets anders te doen dan die te
vernietigen."
„Een acte van den burgerlyken stand ver
nietigen!"
De houtkoopman begon ongerust te wor
den.
„Hoort u eens, secretaris, u kent mij toch,
niet waar! Onlangs heb ik hout aan u ver
kocht voor een uitbouw van uw huis. Dat
kunt u toch nog niet vergeten zyn."
„U gelykt inderdaad wel op Haverman,
maar dat verandert aan de zaak niets."
„Maar u herkend my?"
„Wat bewyst dat? Ik besta uit twee per
sonen: mynheer Maassen en den secretaris
van het gemeentehuis. Nu is het mogelijk,
dat ik Maassen, u herken, maar de secretaris
kent u niet en w il u niet kennen, begrijpt
u?"
„Ik begryp 't niet. Herkent u my, ja of
neen?"
„Mün persoon herkent u."
„Dan ben ik ook niet dood-"
„De secretaris van het gemeentehuis her
kent u niet; dat is niet 't zelfde."
De houtkoopman nam t hoofd tusschen de
handen.
„Myn hemel," riep hy uit, „mijn hoofd
scheurt. En ik wU hertrouwen!"
„Onmogelijk."
„Hoe is men er toe gekomen den drenkt
ling en my voor een en dezelfde persoon aa
te zien?"
„Uit de stukken op het lyk gevonden
„Welke stukken... Ah, nu ben ik er achte
Acht maanden geleden heb ik myn portt
feuille verloren; nu begrijp ik, waar de vei
gissing vandaan komt. U moet dus de foi
herstellen."
„Dat gaat zoo niet, waarde heer. U bei
volgens de wet dood. Een overiydensac
vernietigen kan alleen geschieden door et
vonnis van den rechter."
„Wat moet ik beginnen?"
„Dat is uw zaak. Informeert u maar eei
elders."
„Maar het is toch eenvoudig idioot! A
ik dood ben, hoef ik toch geen belastingt
meer te betalen."
„Bewys, dat u niet dood is."
„Hoe?"
„Door stukken."
„Maar alle donders, ik ben niet dood!"
„U bentadministratief dood!"
„Maar als ik u nu eens een muilpeer gaf.
ik ben immers dood."
„Dan zou ik u laten arresteeren."
„Dus, dan zou ik niet dood zijn."
„Verder praten baat niets. Laat u gerecl
telyk in uwe burgerrechten herstellen, ds
zullen we verder zien."
„Wat moet ik in 's hemelsnaam beginnet
M n huwelijk zal er ten slotte nog door In c
war loopen....! Ik ken den burgemeester,
als ik hem eens ging opzoeken?"
„Ga gerust uw gang."
De houtkoopman ging heen. Hy liep wai
kelend Twyfel was In hem gevaren. Leefc
hy werkelyk wel? Hy liep, met verwilderde
blik, als een automaat. In deze gesteldhe
kwam hy by den burgemeester.
„Goeden dag. burgemeester."
„Goeden dag, mijnheer Haverman."
.,U herkent my dus? Ik ben dus wel Chris
Haverman. U vergist u niet?"
„Natuuriyk niet, u bent Haverman, c
outkoopman."
„U moet weten, dat de secretaris beweei
dat ik dood ben. Hoe vindt u dat?"
„Nog al grappig."
„Ik ben nog niet dood."
„Zeer zeker niet, wyl u hier bent. Mas
waarover kwam u me toch niet spreken."
„Over niets anders. Ik ben weduwnas
zooals u weet en wensch te hertrouwen. 1
ling naar het gemeentehuis, om m'n stukks
in orde te laten brengen. De secretaris ve
telt me, dat ik een half jaar geleden gestoi
ven ben Dat heb ik te danken aan een dret
keling, die een portefeuille door my verlore
jij zich droeg."
..Staat uw overlyden in den burgerlijks
stand?"
„Ik heb het zelf gelezen."
„Dat Is een ernstig geval."
„De secretaris wil my niet laten trouwe
Nu vraag ik u, hem dit te gelasten."
„Dat kan niet. Dat zou onwettig zyn."
„Ik ben, zooals u my reeds gezegd het
niet dood."
„Volgens de wet bent u doodJa, n
herinner ik me, dat ik uw overiydensac
heb geteekend. Om u In het burgerlijk levs
te herstellen is een gerechtelyk vonnis no>
dig."
„Uwe verklaring is toch voldoende."
„Neen die is niet voldoende. Ik herken
maar de burgemeester kent u niet meer."
Met een zacht lijntje werkte de burgi
meester den koopman buiten de deur. H
was Haverman te moede, of hy dronke
was.
„Ik ben dood," zei hü, „dat is gek. Ik dacb
dat je na je dood geen verdriet of py
meer had-"
Eer kiantcnventer kwam voorbty; b
kocht een tijdschrift.
„Vijftien cent," zei de krantenman.
„vyftien centik ben dood, ik betas
niet."
De man riep een agent. De weduwnas
nam den agent bij den arm en gaf hem ee
opstopper, dat hy midden op de straat neei
viel. Haverman schaterlachte.
Men arresteerde hem. Hij was gek gewoi
den.