Stadsnieuws
1
GELOOF EN WETENSCHAP
VIERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
DINSDAG 27 NOVEMBER 1928
BLADZIJDE 1
Uitslaande brand
tij de Haarlemsche
Scheepsbouw Mij.
Moeilijkheden bij het
blusschingswerk
Verkeersongevallen
Aanrijding
V
„Bloemendaals Bloei" en
de Raadhuisbouw
Pater Kologriwow over Ruslands jongste geschiedenis
STADSSCHOUWBURG
Zang en Vriendschap
Het Frans Halsmuseum
GYMNASTIEK
Voor de tweede maal in eenige maanden
tijds is gisteravond brand ontstaan bij de
Haarlemsche Scheepsbouw Maatschappij, ge
legen in den Waarderpolder aan het Noor
der Buitenspaarne te Haarlem. Het was een
felle brand, zocals wij in langen tijd in Haar
lem niet gehad hebben; een brand, welke den
hemel in het noord-oosten in hellen gloed
zette, zoodat reeds van grooten afstand de'
brand te zien was.
Om kwart over 4 had het personeel de
fabriek verlaten en om 6 uur was de con
cierge der fabriek de heer C. de Beer. nog in
de koperslagerij der fabriek geweest, welke
onmiddellijk nabij de timmerwerkplaats is
gelegen, waar de brand is ontstaan. Toen
heeft hij niets bijzonders ontdekt. Toevallig
ontdekte hij om kwart over 7 den brand,
welke ontstaan was in de timmerwerkplaats,
waar de machinale houtbewerking geschiedt
en de machines, welke daarvoor gebezigd
worden, dus opgeslagen zijn. Die machines
vertegenwoordigen een groote waarde. On
middellijk waarschuwde de heer De Beer de
Haarlemsche brandweer en trachtte vervol
gens met eigen brandbluschmiddelen het
vuur te blusschen. Daarin slaagde hij echter
niet, omdat het vuur te snel om zich heen
greep, doordat het. gretig voedsel vond in de
houtwaren. De loods stond dan ook spoedig
aan alle kanten in lichtelaaie. De heer De
Beer begreep al spoedig, dat aan redden niet
te denken viel. En dit bleek maar al te waar
te zijn, toen de Haarlemsche brandweer om
streeks 8 uur ten tooneele verscheen. De
scheepswerf is bijna niet te bereiken en wie
wel eens aan den Zwarteweg is geweest, weet,
dat men bijna door den drassigen grond,
waardoor een groot aantal greppels loopt,
weggezogen wordt. Toen wij op 't tereirn van
den brand kwamen, gaf de motorspuit juist
met één straal water. Het water moest uit
het Spaarne gehaald worden en ongeveer
700 M. slang moest uitgelegd worden alvorens
het vuur bestreden kon worden. Slechts de
motorspuit kon water geven, want de baby
spuit, welke van den Spaamdammerweg af
met een pont was overgezet, kon men niet
gebruiken. Later kon met drie slangen water
gegeven worden. Bijna alle brandweerleden
haalden echter natte voeten en daar zoo nu
en dan de regen frischjes neerkletterde, wer
den zij zooals één hunner zeide „tot op den
iraad" nat. Dat bekoelde hun enthousiasme
voor het blusschingswerk evenwel niet. Aan
vankelijk scheen al hun arbeid vergeefsch.
Tegen den grooten vuurpoel stond men eerst
machteloos, tt meer, daar de alles vernielen
de vlammen oversloegen op het zgn. draad
nagelpark en een houtopslagplaats Hoog
laaiden de vlammen op en de rossige gloed
teekenden zich in wijden omtrek af. Het was
een werkelijk schitterend gezicht, dien bran
denden vuurhaard van dichtbij te aanschou
wen, doch de politie onder leiding van hoofd
inspecteur Bos zorgde er uitstekend voor. dat
r.iemand de plaats des onheils naderde. Van
den Spaamdammerweg had men ook een
goed gezicht op den brand, welke van die
plaats door talloozen gadegeslagen werd
Het was duidelijk te zien, dat van datgene,
wat het vuur aantastte, niets gespaard zou
blijven. Langen tijd heerschte groot gevaar,
dat ook het magazijn in vlammen zou op
gaan en de bussen benzinfe, welke daar op-
;eslagen waren, werden ijlings in veiligheid
gebracht. Gelukkig kon hier het gevaar be
zworen worden en toen bleek het wel, dat
bet vuur niet verder om zich heen zou grij
pen.
Uit de timmerwerkplaats kon gered worden
t kostbare materiaal voor den bouw van de
Paketboot Generaal van der Heyden. Maar
dat was ook alles; verder ging alles ver
loren.
Dikke, walmende rookwolken stegen ora-
noog en werden door den wind, welke geluk-
sig gunstig en niet hevig was, weer weggesla
gen en beklemden de ademhaling van degenen,
iie er dicht bij stonden. De hitte van het
vuur was vrij hevig. Langzaam-aan begon
de brandweer echter terrein te winnen, doch
toen ook kon men bij het schijnsel van het
nog oplaaiende vuur de ruïnes zien.
Van de timmerloods stond nog slechts een
raamlooze zijmuur recht overeind en geleek
bij het licht der daarachter spe'ende vlam
men een waterleiding uit den Romeinschen
tijd. De overige muren waren ingestort of af
gebrokkeld. En in de houtopslagplaats bleef
het nog lustig branden; daar bleef niets heel
En rondom was het een treurige ruïne van
steenen. hout en houtmot. Men moeite kon
men er zich een weg door banen; de over
blijfselen boden een troosteloozen aanblik
Eerst sinds kort was de nieuwe timmerloods
;n gebruik genomen en nu brandde zij
veer af
Toen wij omstreeks half 11 het terrein van
den brand verlieten, om met een roeibootje
over 't N. Spaarne naar den Spaamdammer
weg overgezet te worden, was de brandweer
het vuur meester, alhoewel het toen nog lang
niet gedoofd was. Gevaar voor uitbreiding
bestond niet meer; de timmerloods «as ge
heel uitgebrand en ook in de hcmopslag-
plaats, welke door eterniet van de loods was
afgescheiden, verminderd® het vuur zicht
baar. Dat de brandweer onder leiding van
haar commandant, jjen heer C. J. v. d. Broek
nog langen tijd werkzaam zou moeten zijn,
wa-- ei'ht&r wel te voorzien.
In den loop van den avond kwamen op het
terrein van den brand de wethouders mr. J.
N. J. E. Heerkens Thijssen en W. Rooden-
burg, alsmede de raadsleden W. J. B. van
Liemt en J. G van Kessel. Ook leden van
de Bloemendaalsche brandweer waren aan
wezig, evenals de leden van den Ongevallen-
dienst.
Een onzer abonné's schrijft ons nog het
volgende
Het was omstree*-- 9 uur, toen ik .nij
vanuit de stad naar mijn woning in voor
malig Schoten begaf. Op het Soendaplein
gekomen werd mijn aandacht getrokken
door een belrooden gloed, welke in oos
telijke richting achter de huizen zichtbaar
was. Niet tegenstaande den gestaag neer
vallenden regen ging ik zoo sne lmijn voe-
voeten mij dragen konden, de richting van
het Noorder-Spaarne in, daar het bij -nij
vaststond, dat daar ergens een feilen brand
woedde.
Het bleek toen ook meteen dat ik niet de
eenigste was, die op onderzoek uittrok;
tientallen gingen eveneens dien kant op en
zooals ik uit de gesprekken kon opmaken,
was er ewerkelijk brand.
Eenmaal aan het Spaarne gekomen,
kwam ik tot de ontnuchterende ontdekking,
dat er wel brand was, maaraan den
overkant
Onvergelijkelijk schouwspel! Ongeveer
recht tegenover de Floresstraat bevond zich
de geweldige vuurmassa, welke scherp tegen
den donkeren achtergrond afstak. Dc
machtig omhoog kronkelende rookkolom
men, fantastisch verlicht door de laaiende
vlammen schenen eindeloos groot te zijn,
doordat de nog imemr vallende regen de
zelfde uitwerking had als mist.
Vóór dit grcotsehe en toch zoo verschrik
kelijke tooneel, strekte zich het woelende
water van het Spaarne uit, waarin het
vlammenspel duidelijk weerkaatst werd.
Langs den weg naar Spaarndam verdron
gen zich, niettegenstaande de koude wind
en de voortjagende regen, duizenden men-
schen, die in stille bewondering net
schouwspel gadesloegen. Op tonnen en kis.
ten, op stapels balken, in vensterbanken, op
hijscbkranen, overal zag men er zitten of
staan, diep gehuld in beschuttende regen
jassen of weggescholen onder druipende
parapluies. Ht is een mooi gezicht, mar er
wordt soms o zoo weinig gedacht aan 'icn-
gene wien het lot treft, de waarde van het- j
geen daar in vlammen opgaat en aan de
moeilijke, koude taak, welke de spuitgasten
te vervullen hebben.
Ik had daar al eemgen tijd aandachtig i
gekeken, toen ik tot de ontdekking kwam,
dat een pontje en een roeiboot de verbin.
ding met den anderen oever onderhield. In
gezelschap van een tweetal agenten van
politie, dat mij genadiglijk toestond de reis
met hen naar den overkans te maken, be
reikte ik den anderen oever. Maar hoe nu
bij dn brand te komen? Door den aanhou.
denden regen van de iaatste lagen, was het
fabrieksterrein herschapen in een gewel
dige moddelpoel, welke vrijwel onbegaan
baar v/as. Stukken ijzer. hout. balken, etc.,
lagen zeer talrijk tusschen plassen en mod
der, tusschen modder en plassen. Ik moest
alle goede geesten te hulp ropn, om zonder
modörbad bij den brand te komen. Toen
pas kreeg ik een overzicht van den omvang
van den vuurgloed. die. aangewekkerd
door het westenwindje en niettegenstaande
de loffelijke pogingen van onze brandweer,
lustig doorbrandde.
De groote houtioods van de Haarlemsche
Scheepsbouw Maatschappij was reeds een
prooi van het vernielend element geworden.
Stapels deuren en aéder houtwyrk waren
omgezet in brgen vuur, waaruit meters hooge
vlammen omhoog kronkelden. De vlak naast
gelegen houtioods, waarin zich ook zeer veel
hout bevond, kon door het doortastend op
treden van onze brandweer gelukkig ge
spaard blijven. Het was anders voor onze
brandblusschers vast geen makkelijk karwei.
De motorspuit, moest, omdat het terrein er
zich niet voor leende om dichtbij te komen,
van verren afstand het water door de slan
gen persen, waardoor zeer veel van de krach'
verloren ging. Bij dezen brand bleek het nu
eens goed, voor welke moeilijke gevallen men
komt te staan, als er geen waterleiding is.
Bij een ergelijke fabriek, en vooral op zoo'n
afgelegen plaats behoorde men toch zeker
er op ingericht te zijn om eventueele voor
komende branden, gemakkelijk te kunnen
blusschen.
De dichte vonkenregen, welke zich over de
achtergelegen weilanden verspreidde, kan
gelukkig geen schade aanrichtte.
Later in den avond kwamen wethouder
Heerkens Thijssen en het raadslid van
Liemt op het terrein van den brand aan.
Ongeveer te kwart over elf, begaf ik' mij
weder, verkleumd en gedeeltelijk gerookt,
naar huis terug.
Was het toeval dat ik den Overtocht per
roeiboot, weder in gezelschap van agenten
van politie maakte?
Maandagavond werd te Hoofddorp, op den
hoek van den Hoofdweg en de Concours
laan, de heer B. met zijn rijwiel aange
reden tJCör een passeerenden auto.
Het voorwiel van de fiets werd nagenoeg
in elkaar gedrukt, terwijl B. een wond aan
een zijner beenen opliep.
De politie werd met het gebeurde in ken
nis gesteld.
Het bleek, dat B. geen licht op had en de
bestuurder van den auto hoewel hij
meende daartoe niet verplicht te zijn
bereid was de geleden schade te vergoeden.
Wat er van de timmerloods van de Haarlemsche Scheepsbouwmaatschappij na den
brand van overbleef
Vrijdagavond werd in hotel „Van ouds 't
Raedhuys" te Overveen, de vergadering van
de ver. Bloemendaals Bloei gehouden met
den heer Ir. Gratama te Amsterdam als
spreker over het onderwerp De uitbreiding
van Bloemendaal o.m. in verband met den
bouw van een nieuw Raadhuis.
Hoewel de zaal goed bezet was, hadden we
toch een veel talrijker publiek verwacht, in
aanmerking nemende de belangrijkheid van
de zaak. De belangstelling van gemeentelijke
autoriteiten was evenwel groot. Zoo merkten
we onder de aanwezigen o.m. op den Burge
meester van Bloemendaal Jhr. A. Bas-
Backer, de beide wethouders de heeren
J. C. Laan en E. W. A. v. Nederhasselt,
verder de raadsleden Dr. J. Th. Bornwater,
A. J. Prinsenberg, A. J. de Waal-Malefijt, A.
Cassée, A. F. Kremer en H. Hogenbirk.
Vervolgens verschillende ambtenaren van
P. W. van Bloemendaal, w.o. de heer J. de
Jong, gemeente-architect. Ook de heeren
Muller en Van Asdonk, de beide bekende
Bloemendaalsche architecten, dié* indertijd
ook een plan voor een raadhuis maakten,
behoorden onder het gehoor.
De vergadering werd om ruim 8 uur ge
opend door den voorzitter van B. B., Mr,
J. J. Tijsse, die namens de ver. BI. Bloei de
aanwezigen in 't bijzonder B.enW. van Bloe
mendaal en de raadsleden welkom heette, en
vervolgens, als tolk van 't bestuur in zijn nieu
we samenstelling, 't doel der vereeniging en
dat van deze vergadering uiteenzette.
Spreker memoreerde dus. wat door de
ver. B. B. in de laatste jaren werd verricht
(ijveren voor totstandkoming Kenn. Ly
ceum, aankoop Bloemend. Bosch, aanleg
Zeeweg, behoud van postkantoor te Bloe
mendaal in kom van 't dorp, etc.). 't Belang
rijkste werk in het laatste decennium ver
richt, was echter het pogen om de annexatie
af te weren. In dit verband memoreerde spr.
de energie en de toewijding, daarbij betoond
door den overleden voorzitter, Mr. D. E.
Leoni. Thans is echter weer de tijd gekomen,
aldus spr., om weer op te komen voor den
bloei der gemeente. Hoe stellen we ons voor,
dat te doen Door als 't ware een staat te
willen vormen in den staal en aan 't gemeen
tebestuur onzen wil trachten op te dringen
In geen geval. Ons streven is, een trait d'
union te vormen tusschen bestuurders en
bestuurden. Op den Raadhuisbouw komende,
erkende spr., dat 't gemeenlebestuur staat
voor een moeilijk geval. Er zijn voorstanders
van de historische plaats in 't dorp (in den
kuil) maar ook van de gronden, eenmaal
behoorende tot de iachtgronden van de
historische Kamnefaten (den Zeeweg). Wij,
aldus spr., zijn niet bevoegd uit te maken,
welke plek de meest verkieslijke is.
De heer Gratama begon met te verklaren
dat hij als outsider en als niet geheel bekend
zijnde met Bloemendaal, zich bepalen zou
tot een globaal oordeel. Dat een outsider de
zaak eens bekijkt, heeft z'n voordeel. Hij
immers staat buiten de partijen, staat er
frisch voor en geeft eenvoudig een oordeel.
Vervolgens gaf spr. een algemeene be
schouwing.
Niemand zal ontkennen, dat Bloemendaal
met z'n „kopjes", z'n Brouwerskolkje,
z'n duinen en vele andere mooie plekjes,
tot 't schoonste gedeelte van Nederland be
hoort. Dat legt den Bloemendaler de ver
plichting op, deze schoonheden te bewaren.
Want deze schoonheden zijn niet alleen
Bloemendaalsch bezit, ze zijn ook nationaal
bezit, evenals de „Staalmeesters" van Rem
brandt, in 't bezit zijnde van Amsterdam,
eigenlijk een algemeen vaderlandsch bezit
is. 't Oogenblik, om over deze schoonheden te
spreken, is bizonder gunstig, want Bloemen
daal staat thans voor groote vraagstukken.
Hiervan is de Raadhuisbouw met eens de
belangrijkste, wel de meest urgente. Nu is
er door vroegere regeerders op architectonisch
gebied veel bedorven. Bloemendaal moet
thans zorgen, dat 't zijn nog aanwezige
schoonheid ongeschonden bewaart. Ook
heeft 't er voor te waken, dat groote terreinen,
thans nog in bezit van enkele handen en dus
nog onbedorven zijnde, als die vrijkomen,
verknoeid worden. Tactvolle leiding zal
dan noodig zijn, om 't gestyleercte schoon
nauw verbonden te doen zijn mfct 't natuur
schoon.
De plaats van 't nieuwe raadhuis hangt
met de verkeerswegen ten nauv/ste tezamen, j
Er zullen nieuwe verkeerswegen moeten
komen. Want de oude hcofdverkeersweg,
de Bloemendaalsche weg, zal in de toekomst
geheel onvoldoends zijn. 't Kleine, landelijke
Bloemendaal uit de 18de eeuw had een goed
karakter door zijn open bebouwing. Men
moet verv/onderd zijn over 't bouwtalent
van ons voorgeslacht. Spr. heeft nog nooit
een architectonisch slecht stuk gezien van
vóór 1800. Na 1800 werd er slechts bij uit
zondering goed gebouwd. Spreker moest
toegeven, dat er den laatsten tijd vooruitgang
valt te bespeuren, maar de stedenbouwkunde
is nog niet volgroeid.
Nu is er een streven, een centrum te be
houden in Bloemendaal. Van een centrum
is spr. echter niets bekend, want 't karakter
van Bloemendaal is de openheid en de villa.
Spreker is er voor, alle vraagstukken van
raadhuis, politiebureau, school, enz. op te
lossen door 't stichten van een centrum.
Bloemendaal verkeert in 't bijzonder, en
benijdenswaardig geval, dat 't van alles nieuw
moet hebben en dus een centrum kan stichten,
waarin alle openbare gebouwen bij elkaar
kunnen komen. Wat zou dat Amsterdam
niet waard zijn
Om verschillende redenen, legde spreker
uit, is de meest geschikte plaats voor zulk
een centrum, het begin van den Zeeweg
Maar bij bebouwing moeten de gebouwen
van bijzondere waarde zijn. Bij zooveel natuur
schoon is de verantwoordelijkheid zeer groot,
daar de gebouwen zich bij het landschap
moeten aanpassen 't eene moet door 't
andere worden onderstreept.
Tegen de „Kui" als raadhuisplaats be
staan verschillende groote bezwaren de
plek is te klein 't is geen organisch hart,
ligt bovendien geografisch onjuist, er is
slechts 1 toegangsweg, terwijl er minstens
3 noodig zijn, de Bloemendaalsche weg zou
geheel veranderd moeten worden, om 't
raadhuis een passende, waardige omgeving
te bezorgen. De Zeeweg mist al deze ge
breken. Spreker is 't dan ook eens met
't raadslid, dat beweerde, dat de toekomst
van Bloemendaal culmineert in den Zeeweg,
dat aan den Zeeweg 't nieuwe, ruimere
Bloemendaal ligt. Is 't mogelijk, vraagt
spreker, in de ruime natuur daar een cen
trum te stichten. Ja. Maar dan moei 't duin
landschap als 't ware een praeludium zijn
naar 't centrum, met een „aanloop" van
open villabouw langs de toegangswegen.
't Brouwerskolkje moet bij dit centrum
betrokken worden en de Elswoutslaan is er
niet los van te maken. Maar er moet voor
komen worden, dat Jan en alleman aan 't
bouwen gaan. Dan krijgen we iets 4 la Rijne-
gom. Er moet een speciale commissie komen,
die aan het gemeentebestuur leiding zal
moeten geven.
Vervolgens bespreekt de heer Gratama
het plan van bebouwing aan den Zeeweg,
gemaakt door den gemeente-architect, den
In het gebouw St. Bavo sprak Zondag
avond voor de leden van Geloof en Weten,
schap Pater Kologriwow S. J. in de Duit-
sche taal over het Rusland van Raspoetin
tot Lenin.
Na de gebruikelijke inleiding door den
voorzitter, den heer F. Vorstman, begon
spreker de situatie der Russische bevolking
uiteen te zetten, zooals die was bij het be
gin van den grooten oorlog.
Er waren drie groepen: de boeren, 110
millioen menschen, de burgers en de adel.
De boeren, tot 1862 lijfeigenen, bezit van
de landheeren, die hen konden ruilen voor
vee, ter dood kastijden, komen na dat jaar
tot een zekere individueele vrijheid, krijgen
gebruiksrecht van een zekere hoeveelheid
grond, biijven echter economisch afhanke
lijk van de groot-grond-bezittende klasse.
Die boerenstand, waar haat en jaloezie
broeien, zal voor de komende revolutie een
krachtige steun worden.
De burgerstand, beperkt in getal, wordt,
hoe hij zich ook verrijkt in industrie en
handel, niet tot de hoogere standen van
officieren en staatslieden toegelaten.
De adel is arm en leeft op het platteland
of is welgesteld en woont in de hoofdsteden
en in 't buitenland. Uit die laatste groep
komen de officieren en staatslieden voort.
Aldus de toestand op 1 Augustus 1914.
De keizer aller Russen, Nicolaus II, goed
hartig, intelligent man, maar besluiteloos
en zonder zelfvertrouwen, diep-godsdienstig,
met het hooge besef van zijn waardigheid.
De keizerin, wier verlangen, zich aan
't welzijn van 't volk te geven, stuit op de
hofconventies, en die een teruggetrokken
leven gaat leiden, gewijd aan haar gezin.
Het feit van de handoplegging door Ras
poetin, die hierdoor haar ziek zoontje Alexis
geneest, brengt haar geheel onder den in-
vloed van dezen dweper, die in de hof
kringen weet door te dringen en ten slotte
als autocraat regeert over de keizerin en
door haar over den keizer, hetgeen in den
oorlog tot een catastrophe zal leiden.
Feit na feit gaat Pater Kologriwow de
gebeurtenissen der oorlogsjaren na.
In 1916 begint alles reeds op den komen,
den ondergang te wijzen. Elf millioen man
nen aan het front, drie millioen dooden,
groote verliezen, slechte proviandeering en
zeer ernstig ammunitiegebrek gaan verge
zeld van bestuurstroebelen. Raspoetin ver
wisselt ieder oogenblik de regeeringsper-
sonen, en zijn terreur eindigt eerst, wan.
neer een der grootvorsten hem doodt, welke
gebeurtenis een groote vreugde wekt.
Op 8 Maart 1917 hebben de eerste op
stootjes plaats te Petersburg, de 140.000 ie-
servlsten die hier en in de omgeving liggen,
treden toe tot de oproerlingen. Er vormt
zich een provisorische regeering, die den
keizer en zijn gezin in een van zijn paleizen
gevangen houdt.
In den breede en met alle détails vertelt
Pater Kologriwow de treurige geschiedenis
van het laatste levensjaar der keizerlijke
familie en den afschuwelijke moord in den
nacht van 16 op 17 Juli 1918, te Jekateri-
nenburg
Noch de provisorische regeering, noch
Kerensky kunnen den toestand meester
worden. Het leger is bezig in zijn geheel te
deserteeren en heult met den vijand.
Er heerschen misverstanden tusschen de
regeéring en het volk, en nu is het oogen
blik gekomen, dat Lenin optreedt.
Lenin, die eigenlijk Wladimir Ulianoff
heet, en in de internationale kringen der
volgelingen van Marx een groote bekend
heid heeft, reist uit Zwitserland naar Rus.
land en is besloten met alle middelen de
dictatuur van het proletariaat te bewerken.
Nu zijn tijd gekomen is, werpt hij .le
leus onder het volk: berooft, die u berooven,
en binnenkort is de roode regeering een
feit, dank vooral aan de medewerking van
de Baltische vloot.
Lenin regeert!
En thans, nu de gedeeltelijke verwezen
lijking der idealen van Lenin in het oude
Rusland bereikt is?
Welke oplossing is er te verwachten in
het Russische probleem?
Onmogelijk is het, den terugkeer tot het
oude régime te bewerkendit zou betee-
kenen den heropbouw van het kwaad, dat
de oorzaak was der revolutie.
Redding ligt voor Rusland slechts in een
algeheele geestelijke vernieuwing, in een
terugkeer tot God.
De grondslag en kracht der Russische
sovjet ligt in de wereldomvattende idee,
die heel de menschheid wil vereenigen in
één proletarische gemeenschap.
Deze idee van een communistische inter
nationale zal overwinnen of verdwijnen.
Een van beide. Immers zou zij niet ver
winden en beperkt blijven binnen de gren
zen der sovjet-republieken, dan zou dit zoo
zeer in strijd zijn met haar predominante
eigenschap van universaliteit, dat zij nood
zakelijk te niet moet gaan.
De grondslagen van het Bolsjewisme nu,
zijn het atheïsme en het economische ma
terialisme. Het wil de vernietiging der per.
soonlijkheid. Dit laatste niet zoozeer als j
uitvloeisel van het Marxisme als wel van een
zekere Aziatische Boeddhistisch getinte
levensbeschouwing, die den Rus eigen is. Een
levensbeschouwing, die wil gelijk maken,
effenen, een simplicisme zou men het kun.
r;en noemen.
Voor den Rus in zijn diepste wezen wil
het woord waar zijn, dat zegt: de drang
Maar één andere universeele idee be
staat: die van het Christendom, tegelijk de
volledige tegenstelling met de idee der com
munistische internationale, want niet-
atheïstisch, niet-materialistisch, erkennend
de volle waarde der persoonlijkheid, in
volle heerlijkheid in den persoon van
Christus.
Het Bolsjewisme ontsteelt het Christen
dom de groote leuzen van vrijheid, gelijk
heid en broederschap en geeft er voor in
werkelijkheid: slavernij, dictatuur van het
proletariaat en onderlingen haat. Spreker
ziet de wereld van hedën gesteld voor deze
keus:
kameraadschap in den Antichrist,
of: broederschap in Christus.
Er werd zeer enthousiast en langdurig
geapplaudisseerd na de prachtige lezing van
Pater Kologriwow.
Geloof en Wetenschap heeft getoond te
beseffen dat adel verplicht.
De verdienstelijke vereeniging heeft ons
door deze lezing opnieuw in contact ge
bracht met en ten levendigste in ons be
krachtigd het bewustzijn van dit grootste
probleem der huidige maatschappij: Rus
land
Meer „sub specie aeternitatis" wat er op
aarde voorvalt, te bescnouwen. heeft deze
avond ons zeer zeker geleerd.
De Blauwe Vogel
Met een allerliefsten glimlach e ,<n
stampvolle zaal heeft Haarlem giste rei -Xvond
het wederoptreden van „De Blauwe Vogel"
begroet, die thans op een rondvlucht is door
Nederland.
Haarlem heeft weer kunnen genieten van
de sterk melancholische, dan weer fleurige
karakteristieke Russische melodiën, van een
kleurenharmonie, die wij als gewaagd be
schouwen, van dien fraaien zang, waarin
dat weeke, soepele timbre zit, waar zoo'n
bekoring van uitgaat en last not least van
taal, welke men niet verstaat, wat nog een
extra verdienste is, daar men dan niet wordt
afgeleid door mislukte pogingen om te
weten te komen, wat men eigenlijk zingt.
We willen dan ook, zonder den heer J.
Jushny de pretentie op te dringen, dat hij
nu de brenger is van hetgeen men hier in
Holland ontbreekt,, hem toch wel de ver
zekering geven, dat hij een welkome afwis
seling biedt in het ontwakende seizoen
programma.
De ensceneering van ieder scènebeeld
afzonderlijk te beschrijven, achten wij zeer
ongewenscht, hetzij voldoende op te merken,
dat de regisseur, als met een gouden schaaltje,
niet alleen het effect, maar ook de kleur-,
lijn- en vlakverdeeling heeft afgewogen.
Voorts zat in iedere scène een geestige
handeling, een enl ele maal een weemoedige,
zooals bij de soldatenvertelling, de laatste
accoorden, met de blinde vrouw, en het
straatconcertje. Bij deze laatste scène vroegen
we ons alleen maar af, of wijlen Pissuisse
De Blauwe Vogel heeft zien vliegen, of dat
het Vogeltje van boven af onzen eertijdschen
kunstenaar heeft begluurd.
Bij wijze van entre-acte gaf ook thans
weer, wij meenen de concertmeesteres mej.
P. Schuster, een van haar sublieme viool-
soli, waarvan men onder de diepste stilte
genoot. Dit nummer, als we het zoo mogen
noemen, behoorde zeker niet tot het geringste
van hetgeen geboden werd.
Tot de gedeelten, welke ons het meest
frappeerden, behoorde vooral het Zwitsersche
mechanische huisje, en de Black-White
voorstelling. Deze waren kostelijk gevonden,
en verschaften ongemeen veel genoegen.
Hoezeer we ook genoten hebben, toch
kunnen we er, behoudens dus de heerlijke
melodiëen, daar wordt men niet gauw moede
van, voorloopig weer een poosje tegen.
heer De Jong. Spreker vindt dit plan voor
treffelijk van opzet, de gedachte daaraan
is door spr. niet te verbeteren, hoewe' dit
niet zeggen wil, dat hij ook accoord gaat met
de détails. Spr. vindt 't plan daaraan zoo
voortreffelijk, omdat er rekening is ge-
gehouden met verschillende toegangswegen
en met den grooten weg voor snelverkeer,
welke de regeering zich denkt ten W. van
den watertoren.
Maar, zegt spr., goed doen of anders
niet aan beginnen. Wie moet echter dit werk
leiden? B. en W. De Raad? Dienst van
P. W. De eersten zeker niet. De ambtenaar
van P. W. is ook niet te verkiezen, dan wordt
't werk te persoonlijk. Te verkiezen is een.
uitgebreide commissie, dan bestaat er kans,
dat er iets groeit, dat over 100 jaar nog mooi is,
Sprekers conclusie is deze
De Zeeweg is er gekomen met 1 stem
meerderheid en dat was een goed werk De
Zeeweg is gekozen met 2 stemmen meer
derheid, dat is dus dubbel goed.
Na de pauze werd een aantal lichtbeelden
vertoond, betrekking hebbende op Bloemen
daal van vroeger en van thans, 't plan De
Jong en gebouwen en complexen van goede
en slechte architectuur.
Met een woord van dank aan den spreker
werd de bijeenkomst door Mr. F. Thijsse
gesloten.
Commissies voor het eeuwfeest
Voor het in 1930 te vieren eeuwfeest van
de Koninklijke Liedertafel „Zang en
Vriendschap" is, naar het Maandblad dier
vereeniging meldt, een aantal commissies
gevormd. Eere-voorzitter van alle commissies
is de voorzitter van Zang en Vriendschap,
dr. G. E. A. Broese van Groenou. Het cen
traal comité wordt gevormd door het bestuur
der Liedertafel en het bestuur der eeuwfeest
commissie, van welke laatste voorzitter is de
heer Th. Wanders, secretaris de heer L
Schoorl, 2e secretaris de heer N. Rijken,
penningmeester en 2e penningmeester de
heeren W. F. Andréa en F. Bley. Verder
nemen hierin zitting alle voorzitters der ver
schillende commissies. De commissies zijn
verder als volgt samengesteld (de volgorde
der drie eerste is als voorzitter, secretaris en
penningmeester)
Commissie voor openbare feestelijkheden
optochten enz. E. J. Hoefman, H. T. Groene-
veld. A.L C. Smits; verder de heeren F. Bley.
P. Baggerman. J. G. Blom. E. G. Martens.
Commissie voor de huisvesting en reis-
aangelegenhedenJ. H. J. Penders, F. W
Grimberg, J. J. Lomans; verder de heeren
W. F. Bremer en J. E. Voet.
Commissie van voorbereiding voor con
certen: J. van Parreeren, H. Dankelman,
P. Root: verder de heeren K. Bakker, J van
Feggelen, J. Lomans, C. Minderhout.
Tentoonstellingscommissie: Jb. v. d. Vel
den, C. Doeven, C. J. Roodt; verder de heeren
H. C. van Dijk, Th. van Haaren, H. C. Ploeg.
PerscommLssfe (gedenkboek, programma's
advertenties en reclame)Jb. Kuyper, R
Haverschmidt, K. van Eden, verder de heeren
H. Pot, F. Primo en N. Rijken.
Administratie-commissie: C. Warnier;
verder de secretarissen der commissies.
Financieele commissie: W. F. Bremer
voorzitter; verder W. F. Andréa en de
penningmeesters der verschillende commis
sies.
Commissie voor versieringen: H. de Lugt
D. Vring Jr., J. E. Voet; verder de heeren
N. J. Kruger, H. T. C. Höck, A. Joustra, M.
Valent, G. Capteijn,' M. de Graaf.
Tevens is een dames-comité gevormd voor
1930 waarin zitting hebben de dames Ploeg
Voet, v. d. Velden, Groeneveld, Muijer,
Otto, Bremer. De Ridder, Kranenburg.
Een algemeene vergadering van de eeuw
feest-commissies wordt gehouden Maandag
26 November, des avonds half negen bij
Brinkmann.
Het Maandblad van de Liedertafel bevat
verder bijdragen over Fred. Roeske, den oud
en waarnemend dirigent tijdens de ziekte van
den heer Lieven Duvosel, over het door
Italiaansche solisten gegeven kunstenaars
concert het jubileum van de zangvereeniging
Caecilia In Den Haag in verband met het
jubileum van Zang en Vriendschap, dat een
half jaar eerder valt, een „Kienlied". De
heer H. oppert het denkbeeld, een gouden
kroontje als dasspeld, of propagandadas-
speldje in te voeren, aangekondigd wordt de
jaarlijksche kienpartij op 20 December en
het volgend concert op 22 Januari 1929 met
mej. Hélèna Cals en den heer Renesse als
solisten.
Bouw eener tentoonstel
lingszaal
Tot voor kort werd de bovenlichtzaal van
het Frans Halsmuseum beschikbaar gesteld
voor het houden van tentoonstellingen. De
Directeur van dat museum meende echter,
dat die zaal niet langer voor tijdelijk gebruik
beschikbaar behoorde te worden gesteld,
omdat op den duur het steeds verhangen
van de zich in de zaal bevindende kunst
werken nadeelig voor deze zou blijkken te
zijn. Daar naar zijn oordeel aan eene ten
toonstellingszaal in deze gemeente zeker
behoefte bestaat, stelde hij voor eene der-
gelijke zaal achter het museum te doen bou- j
wen.
Met den Directeur zijn B. en W. van
oordeel, dat inderdaad behoefte bestaat aan
eene zaal welke aan redelijke eischen vol
doet om daarin tentoonstellingen van beel
dende kunsten te houden. Eene geschikte
gelegenheid om die tentoonstellingen te
houden is niet aanwezig, zoodat, gelijk in
het adres van hef Comité, aangewezen door
in kunst -aangelegenheden belangstellende
ingezetenen der gemeente wordt medege
deeld, vele belangrijke gebeurtenissen op het
gebied der beeldende kunsten, zooa s ten
toonstellingen van werken van Jan Toorop,
Jan Veth, Floris Vester, Thorn Prikker, e.a.,
die in andere gemeenten wel aan de inge
zetenen konden worden geboden, niet in
deze gemeente plaats vonden.
B. en W. achten dit, uit een cultureel
oogpunt bezien, een groot nadeel en hebben
daarom den Directeur van Openbare Wer
ken uitgenoodigd een plan voor den bouw
eener zaal te ontwerpen.
Het door dien Directeur ingezonden plan
vordert met inbegrip der aan te i eggen cen
trale verwarming, eene uitgaaf van f 27.750,
Of bij deze bouwkosten, die bezwaarlijk
eenigszins beteekenend zijn te verminderen,
eene sluitende exploitatie zal zijn te ver
krijgen, moet worden afgewacht. Doch ook
bij het verkrijgen eener niet sluitende exploi
tatie zijn B. en W. van meening, dat de uit
gaaf zeker is gerechtvaardigd. Immers be
halve dat daardoor in de behoefte aan ten
toonstellingsruimte wordt voorzien, zal
als gevolg der stichting bij het Frans Hals
museum ook het bezoeken van dat mu
seum er door worden bevorderd.
DE BONDSWEDSTRIJDEN VAN DEIN
D. H. G. B.
In de keurige zalen van de St. Josephge-
zelJen te Rotterdam, werden Zondag de
jaarlijksche Bondswedstrijden gehouden van
den D. H. G, B. Ongeveer 700 deelnemers
(sters) waren voor dezen kamp ingeschreven
en dat het geheel zoo vlot verloopen is, dankt
de Rotterdamsche kring aan zijn hoofdleider
den Heer Reyns, die zich wederom van zijn
beste zijde liet zien.
Ook nu waren eenige clubs van buiten het
bisdom opgekomen, waarvan S. S. S. Breda
al dadelijk een goeden indruk vestigde.
„Ursus" slaagde er dit keer niet in den wis-
selprijs te winnen en moest den fraaien krans
weer afstaan aan Christoforus R'dam. (189 Jé
punt). „Ursus" bracht het tot 185 y2 punt,
een totaal dat ongetwijfeld beter had moeten
zijn. De 2e en 3e graads-vertegenwoordigefS
leverden hier niet het gewenschte werk
„Leonidas" Schoten behaalde voor de eer
ste maal eenige onderscheidingen, waardoor
hun vaan voortaan ook kan meeklingelen.'
De „Ursus"-dames zagen haar serieuze
oefeningen danig beloond met een eersten
prijs in den driekamp, benevens een tweeden
prijs met eigen gekozen werk. Beide malen
scheelde het bitter weinig, zoodat er van een
zwaren strijd gesproken dient te worden.
De prachtturner Kerkhof van SS.S. Bred3,
werd overwinnaar in de tweekamp aan rek en
brug. Van Rijn „Ursus" bracht 't bij de loitng
om de tweede plaats tot de vierde prijs. A.
Verheim „Ursus" werd zevende geplaatst.
In het nummer eigen werk zegevierde
„Ursus" daarmee een fraaien beker winnende
's Avonds werden door Rector Braakman de
prijzen uitgereikt, bij welke gelegenheid een
speciaal woordje werd gegeven voor het her
leven van de Kath. Voetbalsport in het Bis
dom Breda. Rest nog te vermelden dat zeer
vele geestelijke adviseurs een kijkje kwamen
nemen, een belangstelling welke door de
de gymnasten op hoogen prijs werd gesteld.
De uitslag waren
Vierkamp Heeren (groepen van 6) 1.
S. S. S. Breda, 201 1/4 2. K. D. O. A'dam
184 punten; 3 St. Quadratus, Bergen op Zoom
180 punten.
(groepen van 12) 1. Christoforus, R'dam
363% 0; 2. D. O. K. Delft, 341 punten, 3
Ursus Haarlem 339 p.'
Bondswisselprijs 1. Christoforus, R'dam
1891,2 1 2. Ursus, Haarlem 185 J 2 1 K. D. O.
A'dam 184 punten.
Personeele prijs, le graad R. van Kerk
hof, S. S. S. Breda 351/4 punt.
Driekamp Dames (groepen van 6) 1.
Jeanne d'Arc. Leiden 130 )4 (groepen van 12)
1. Advends, R'dam 263 2. Achilles A'dam
263 3. O. D. I. A'dam en O. D. O. A'dam
256 4 „Ursus" Haarlem 25514 punten (alle
eerste prijzen.) (groepen van 18) 1 Execelsior
Schiedam 380)4-
Bondswisselprijs (dames) Advendo, R'
dam 146)4.
Personeele prijs le graad: Mej. L.Bouw-
meester Advendo R'dam 28 p.
Wedstrijd C (jongens) groepen van 8.
1. Jong leven. A.'dam 49)4 2. W. I. K.
R'dam 49 3 Leonidas, Haarlem 45)4.
Wedstrijd D. (meisjes) groepen van 6.
1. D. O. L. Alkmaar 37 punten, groepen van
12). 1 Leonidas, Haarlem 50 2. Exselcior,
Schiedam 42 punten.
Wedstrijd E. (eigen werk Heeren, groepen
van 6). 1. K, D. O. A'dam 71 S. S. S. Breda,
67, Jong Leven, A'dam 57 SChristoforus,
R'dam. 56.
(groepen van 12). Ursus, Haarlem 67 S. M.
L. den Haag 47 punten.
Wedstrijd F. (groepen van 12 dames, 1*
0. D. I. A'dam 74)4 0; 2. O. D. O. A'dam
67)4 3 Leonidas Haarlem 66 punten, (groe
pen van 18) 1 Advendo R'dam 761/2 2 Ursus
Haarlem 76 punten.
Wedstrijd G. (Hoogspringen Heeren).
1. P. Di ngemans, St. Ouadralus, Bergen op
Zoom 1.55 M. 2—7. B. Hoven, K, D. O.
Ignatius, A. H. O. A'dam, Vermeulen, Jeanne
d'Arc Leiden Walbeek, Excelsior, Schiedam
Derksen W. I. K. A'dam M. ten Pas, S. M. L
Haag 1.45 M.
Wedstrijd H. (Hoogersprihngen daiAes)
1. A. v. Zoon O. D. O. A'dam 1.47 M. 2 R.
botes, O. D. I. A'dam 1.44 M. 3 J. Lerger,-
O. D. I. A'dam 1.42 M. 4 C Janse Exselsior
Schiedam. 139 5 en 6 C. van Loon O. D. O.
A'dam en C Mudde, Lec.iidas, Haarlem 1.37
M.
Pyramiden 1 S.S.S. Breda, 52 W I. K.
R'dam 47 en D. O. S, Gouda 43 punten.
Tweekamp Heeren (rek en brug)
1 R. Kerkhof, S. S. S. Breda, 18 C. Kerk
hof!, S, S. S. Breda-Stoedelmans, St. Ouadra-
tus. Betgen-op-Zoom en H. van Rijn. Ursus
Haarlem, 17)/2 punt 5 en 6 Frischen, S.S.S*
Breda en Felix, K. D. O. A'dam 17 punten
en 8 A Verheem Ursus, Haarlem en Mantsie
S.S.S. Breda 16)4 punt.