Stadsnieuws 1 GELOOF EN WETENSCHAP VIERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT DINSDAG 27 NOVEMBER 1928 BLADZIJDE 1 Uitslaande brand tij de Haarlemsche Scheepsbouw Mij. Moeilijkheden bij het blusschingswerk Verkeersongevallen Aanrijding V „Bloemendaals Bloei" en de Raadhuisbouw Pater Kologriwow over Ruslands jongste geschiedenis STADSSCHOUWBURG Zang en Vriendschap Het Frans Halsmuseum GYMNASTIEK Voor de tweede maal in eenige maanden tijds is gisteravond brand ontstaan bij de Haarlemsche Scheepsbouw Maatschappij, ge legen in den Waarderpolder aan het Noor der Buitenspaarne te Haarlem. Het was een felle brand, zocals wij in langen tijd in Haar lem niet gehad hebben; een brand, welke den hemel in het noord-oosten in hellen gloed zette, zoodat reeds van grooten afstand de' brand te zien was. Om kwart over 4 had het personeel de fabriek verlaten en om 6 uur was de con cierge der fabriek de heer C. de Beer. nog in de koperslagerij der fabriek geweest, welke onmiddellijk nabij de timmerwerkplaats is gelegen, waar de brand is ontstaan. Toen heeft hij niets bijzonders ontdekt. Toevallig ontdekte hij om kwart over 7 den brand, welke ontstaan was in de timmerwerkplaats, waar de machinale houtbewerking geschiedt en de machines, welke daarvoor gebezigd worden, dus opgeslagen zijn. Die machines vertegenwoordigen een groote waarde. On middellijk waarschuwde de heer De Beer de Haarlemsche brandweer en trachtte vervol gens met eigen brandbluschmiddelen het vuur te blusschen. Daarin slaagde hij echter niet, omdat het vuur te snel om zich heen greep, doordat het. gretig voedsel vond in de houtwaren. De loods stond dan ook spoedig aan alle kanten in lichtelaaie. De heer De Beer begreep al spoedig, dat aan redden niet te denken viel. En dit bleek maar al te waar te zijn, toen de Haarlemsche brandweer om streeks 8 uur ten tooneele verscheen. De scheepswerf is bijna niet te bereiken en wie wel eens aan den Zwarteweg is geweest, weet, dat men bijna door den drassigen grond, waardoor een groot aantal greppels loopt, weggezogen wordt. Toen wij op 't tereirn van den brand kwamen, gaf de motorspuit juist met één straal water. Het water moest uit het Spaarne gehaald worden en ongeveer 700 M. slang moest uitgelegd worden alvorens het vuur bestreden kon worden. Slechts de motorspuit kon water geven, want de baby spuit, welke van den Spaamdammerweg af met een pont was overgezet, kon men niet gebruiken. Later kon met drie slangen water gegeven worden. Bijna alle brandweerleden haalden echter natte voeten en daar zoo nu en dan de regen frischjes neerkletterde, wer den zij zooals één hunner zeide „tot op den iraad" nat. Dat bekoelde hun enthousiasme voor het blusschingswerk evenwel niet. Aan vankelijk scheen al hun arbeid vergeefsch. Tegen den grooten vuurpoel stond men eerst machteloos, tt meer, daar de alles vernielen de vlammen oversloegen op het zgn. draad nagelpark en een houtopslagplaats Hoog laaiden de vlammen op en de rossige gloed teekenden zich in wijden omtrek af. Het was een werkelijk schitterend gezicht, dien bran denden vuurhaard van dichtbij te aanschou wen, doch de politie onder leiding van hoofd inspecteur Bos zorgde er uitstekend voor. dat r.iemand de plaats des onheils naderde. Van den Spaamdammerweg had men ook een goed gezicht op den brand, welke van die plaats door talloozen gadegeslagen werd Het was duidelijk te zien, dat van datgene, wat het vuur aantastte, niets gespaard zou blijven. Langen tijd heerschte groot gevaar, dat ook het magazijn in vlammen zou op gaan en de bussen benzinfe, welke daar op- ;eslagen waren, werden ijlings in veiligheid gebracht. Gelukkig kon hier het gevaar be zworen worden en toen bleek het wel, dat bet vuur niet verder om zich heen zou grij pen. Uit de timmerwerkplaats kon gered worden t kostbare materiaal voor den bouw van de Paketboot Generaal van der Heyden. Maar dat was ook alles; verder ging alles ver loren. Dikke, walmende rookwolken stegen ora- noog en werden door den wind, welke geluk- sig gunstig en niet hevig was, weer weggesla gen en beklemden de ademhaling van degenen, iie er dicht bij stonden. De hitte van het vuur was vrij hevig. Langzaam-aan begon de brandweer echter terrein te winnen, doch toen ook kon men bij het schijnsel van het nog oplaaiende vuur de ruïnes zien. Van de timmerloods stond nog slechts een raamlooze zijmuur recht overeind en geleek bij het licht der daarachter spe'ende vlam men een waterleiding uit den Romeinschen tijd. De overige muren waren ingestort of af gebrokkeld. En in de houtopslagplaats bleef het nog lustig branden; daar bleef niets heel En rondom was het een treurige ruïne van steenen. hout en houtmot. Men moeite kon men er zich een weg door banen; de over blijfselen boden een troosteloozen aanblik Eerst sinds kort was de nieuwe timmerloods ;n gebruik genomen en nu brandde zij veer af Toen wij omstreeks half 11 het terrein van den brand verlieten, om met een roeibootje over 't N. Spaarne naar den Spaamdammer weg overgezet te worden, was de brandweer het vuur meester, alhoewel het toen nog lang niet gedoofd was. Gevaar voor uitbreiding bestond niet meer; de timmerloods «as ge heel uitgebrand en ook in de hcmopslag- plaats, welke door eterniet van de loods was afgescheiden, verminderd® het vuur zicht baar. Dat de brandweer onder leiding van haar commandant, jjen heer C. J. v. d. Broek nog langen tijd werkzaam zou moeten zijn, wa-- ei'ht&r wel te voorzien. In den loop van den avond kwamen op het terrein van den brand de wethouders mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen en W. Rooden- burg, alsmede de raadsleden W. J. B. van Liemt en J. G van Kessel. Ook leden van de Bloemendaalsche brandweer waren aan wezig, evenals de leden van den Ongevallen- dienst. Een onzer abonné's schrijft ons nog het volgende Het was omstree*-- 9 uur, toen ik .nij vanuit de stad naar mijn woning in voor malig Schoten begaf. Op het Soendaplein gekomen werd mijn aandacht getrokken door een belrooden gloed, welke in oos telijke richting achter de huizen zichtbaar was. Niet tegenstaande den gestaag neer vallenden regen ging ik zoo sne lmijn voe- voeten mij dragen konden, de richting van het Noorder-Spaarne in, daar het bij -nij vaststond, dat daar ergens een feilen brand woedde. Het bleek toen ook meteen dat ik niet de eenigste was, die op onderzoek uittrok; tientallen gingen eveneens dien kant op en zooals ik uit de gesprekken kon opmaken, was er ewerkelijk brand. Eenmaal aan het Spaarne gekomen, kwam ik tot de ontnuchterende ontdekking, dat er wel brand was, maaraan den overkant Onvergelijkelijk schouwspel! Ongeveer recht tegenover de Floresstraat bevond zich de geweldige vuurmassa, welke scherp tegen den donkeren achtergrond afstak. Dc machtig omhoog kronkelende rookkolom men, fantastisch verlicht door de laaiende vlammen schenen eindeloos groot te zijn, doordat de nog imemr vallende regen de zelfde uitwerking had als mist. Vóór dit grcotsehe en toch zoo verschrik kelijke tooneel, strekte zich het woelende water van het Spaarne uit, waarin het vlammenspel duidelijk weerkaatst werd. Langs den weg naar Spaarndam verdron gen zich, niettegenstaande de koude wind en de voortjagende regen, duizenden men- schen, die in stille bewondering net schouwspel gadesloegen. Op tonnen en kis. ten, op stapels balken, in vensterbanken, op hijscbkranen, overal zag men er zitten of staan, diep gehuld in beschuttende regen jassen of weggescholen onder druipende parapluies. Ht is een mooi gezicht, mar er wordt soms o zoo weinig gedacht aan 'icn- gene wien het lot treft, de waarde van het- j geen daar in vlammen opgaat en aan de moeilijke, koude taak, welke de spuitgasten te vervullen hebben. Ik had daar al eemgen tijd aandachtig i gekeken, toen ik tot de ontdekking kwam, dat een pontje en een roeiboot de verbin. ding met den anderen oever onderhield. In gezelschap van een tweetal agenten van politie, dat mij genadiglijk toestond de reis met hen naar den overkans te maken, be reikte ik den anderen oever. Maar hoe nu bij dn brand te komen? Door den aanhou. denden regen van de iaatste lagen, was het fabrieksterrein herschapen in een gewel dige moddelpoel, welke vrijwel onbegaan baar v/as. Stukken ijzer. hout. balken, etc., lagen zeer talrijk tusschen plassen en mod der, tusschen modder en plassen. Ik moest alle goede geesten te hulp ropn, om zonder modörbad bij den brand te komen. Toen pas kreeg ik een overzicht van den omvang van den vuurgloed. die. aangewekkerd door het westenwindje en niettegenstaande de loffelijke pogingen van onze brandweer, lustig doorbrandde. De groote houtioods van de Haarlemsche Scheepsbouw Maatschappij was reeds een prooi van het vernielend element geworden. Stapels deuren en aéder houtwyrk waren omgezet in brgen vuur, waaruit meters hooge vlammen omhoog kronkelden. De vlak naast gelegen houtioods, waarin zich ook zeer veel hout bevond, kon door het doortastend op treden van onze brandweer gelukkig ge spaard blijven. Het was anders voor onze brandblusschers vast geen makkelijk karwei. De motorspuit, moest, omdat het terrein er zich niet voor leende om dichtbij te komen, van verren afstand het water door de slan gen persen, waardoor zeer veel van de krach' verloren ging. Bij dezen brand bleek het nu eens goed, voor welke moeilijke gevallen men komt te staan, als er geen waterleiding is. Bij een ergelijke fabriek, en vooral op zoo'n afgelegen plaats behoorde men toch zeker er op ingericht te zijn om eventueele voor komende branden, gemakkelijk te kunnen blusschen. De dichte vonkenregen, welke zich over de achtergelegen weilanden verspreidde, kan gelukkig geen schade aanrichtte. Later in den avond kwamen wethouder Heerkens Thijssen en het raadslid van Liemt op het terrein van den brand aan. Ongeveer te kwart over elf, begaf ik' mij weder, verkleumd en gedeeltelijk gerookt, naar huis terug. Was het toeval dat ik den Overtocht per roeiboot, weder in gezelschap van agenten van politie maakte? Maandagavond werd te Hoofddorp, op den hoek van den Hoofdweg en de Concours laan, de heer B. met zijn rijwiel aange reden tJCör een passeerenden auto. Het voorwiel van de fiets werd nagenoeg in elkaar gedrukt, terwijl B. een wond aan een zijner beenen opliep. De politie werd met het gebeurde in ken nis gesteld. Het bleek, dat B. geen licht op had en de bestuurder van den auto hoewel hij meende daartoe niet verplicht te zijn bereid was de geleden schade te vergoeden. Wat er van de timmerloods van de Haarlemsche Scheepsbouwmaatschappij na den brand van overbleef Vrijdagavond werd in hotel „Van ouds 't Raedhuys" te Overveen, de vergadering van de ver. Bloemendaals Bloei gehouden met den heer Ir. Gratama te Amsterdam als spreker over het onderwerp De uitbreiding van Bloemendaal o.m. in verband met den bouw van een nieuw Raadhuis. Hoewel de zaal goed bezet was, hadden we toch een veel talrijker publiek verwacht, in aanmerking nemende de belangrijkheid van de zaak. De belangstelling van gemeentelijke autoriteiten was evenwel groot. Zoo merkten we onder de aanwezigen o.m. op den Burge meester van Bloemendaal Jhr. A. Bas- Backer, de beide wethouders de heeren J. C. Laan en E. W. A. v. Nederhasselt, verder de raadsleden Dr. J. Th. Bornwater, A. J. Prinsenberg, A. J. de Waal-Malefijt, A. Cassée, A. F. Kremer en H. Hogenbirk. Vervolgens verschillende ambtenaren van P. W. van Bloemendaal, w.o. de heer J. de Jong, gemeente-architect. Ook de heeren Muller en Van Asdonk, de beide bekende Bloemendaalsche architecten, dié* indertijd ook een plan voor een raadhuis maakten, behoorden onder het gehoor. De vergadering werd om ruim 8 uur ge opend door den voorzitter van B. B., Mr, J. J. Tijsse, die namens de ver. BI. Bloei de aanwezigen in 't bijzonder B.enW. van Bloe mendaal en de raadsleden welkom heette, en vervolgens, als tolk van 't bestuur in zijn nieu we samenstelling, 't doel der vereeniging en dat van deze vergadering uiteenzette. Spreker memoreerde dus. wat door de ver. B. B. in de laatste jaren werd verricht (ijveren voor totstandkoming Kenn. Ly ceum, aankoop Bloemend. Bosch, aanleg Zeeweg, behoud van postkantoor te Bloe mendaal in kom van 't dorp, etc.). 't Belang rijkste werk in het laatste decennium ver richt, was echter het pogen om de annexatie af te weren. In dit verband memoreerde spr. de energie en de toewijding, daarbij betoond door den overleden voorzitter, Mr. D. E. Leoni. Thans is echter weer de tijd gekomen, aldus spr., om weer op te komen voor den bloei der gemeente. Hoe stellen we ons voor, dat te doen Door als 't ware een staat te willen vormen in den staal en aan 't gemeen tebestuur onzen wil trachten op te dringen In geen geval. Ons streven is, een trait d' union te vormen tusschen bestuurders en bestuurden. Op den Raadhuisbouw komende, erkende spr., dat 't gemeenlebestuur staat voor een moeilijk geval. Er zijn voorstanders van de historische plaats in 't dorp (in den kuil) maar ook van de gronden, eenmaal behoorende tot de iachtgronden van de historische Kamnefaten (den Zeeweg). Wij, aldus spr., zijn niet bevoegd uit te maken, welke plek de meest verkieslijke is. De heer Gratama begon met te verklaren dat hij als outsider en als niet geheel bekend zijnde met Bloemendaal, zich bepalen zou tot een globaal oordeel. Dat een outsider de zaak eens bekijkt, heeft z'n voordeel. Hij immers staat buiten de partijen, staat er frisch voor en geeft eenvoudig een oordeel. Vervolgens gaf spr. een algemeene be schouwing. Niemand zal ontkennen, dat Bloemendaal met z'n „kopjes", z'n Brouwerskolkje, z'n duinen en vele andere mooie plekjes, tot 't schoonste gedeelte van Nederland be hoort. Dat legt den Bloemendaler de ver plichting op, deze schoonheden te bewaren. Want deze schoonheden zijn niet alleen Bloemendaalsch bezit, ze zijn ook nationaal bezit, evenals de „Staalmeesters" van Rem brandt, in 't bezit zijnde van Amsterdam, eigenlijk een algemeen vaderlandsch bezit is. 't Oogenblik, om over deze schoonheden te spreken, is bizonder gunstig, want Bloemen daal staat thans voor groote vraagstukken. Hiervan is de Raadhuisbouw met eens de belangrijkste, wel de meest urgente. Nu is er door vroegere regeerders op architectonisch gebied veel bedorven. Bloemendaal moet thans zorgen, dat 't zijn nog aanwezige schoonheid ongeschonden bewaart. Ook heeft 't er voor te waken, dat groote terreinen, thans nog in bezit van enkele handen en dus nog onbedorven zijnde, als die vrijkomen, verknoeid worden. Tactvolle leiding zal dan noodig zijn, om 't gestyleercte schoon nauw verbonden te doen zijn mfct 't natuur schoon. De plaats van 't nieuwe raadhuis hangt met de verkeerswegen ten nauv/ste tezamen, j Er zullen nieuwe verkeerswegen moeten komen. Want de oude hcofdverkeersweg, de Bloemendaalsche weg, zal in de toekomst geheel onvoldoends zijn. 't Kleine, landelijke Bloemendaal uit de 18de eeuw had een goed karakter door zijn open bebouwing. Men moet verv/onderd zijn over 't bouwtalent van ons voorgeslacht. Spr. heeft nog nooit een architectonisch slecht stuk gezien van vóór 1800. Na 1800 werd er slechts bij uit zondering goed gebouwd. Spreker moest toegeven, dat er den laatsten tijd vooruitgang valt te bespeuren, maar de stedenbouwkunde is nog niet volgroeid. Nu is er een streven, een centrum te be houden in Bloemendaal. Van een centrum is spr. echter niets bekend, want 't karakter van Bloemendaal is de openheid en de villa. Spreker is er voor, alle vraagstukken van raadhuis, politiebureau, school, enz. op te lossen door 't stichten van een centrum. Bloemendaal verkeert in 't bijzonder, en benijdenswaardig geval, dat 't van alles nieuw moet hebben en dus een centrum kan stichten, waarin alle openbare gebouwen bij elkaar kunnen komen. Wat zou dat Amsterdam niet waard zijn Om verschillende redenen, legde spreker uit, is de meest geschikte plaats voor zulk een centrum, het begin van den Zeeweg Maar bij bebouwing moeten de gebouwen van bijzondere waarde zijn. Bij zooveel natuur schoon is de verantwoordelijkheid zeer groot, daar de gebouwen zich bij het landschap moeten aanpassen 't eene moet door 't andere worden onderstreept. Tegen de „Kui" als raadhuisplaats be staan verschillende groote bezwaren de plek is te klein 't is geen organisch hart, ligt bovendien geografisch onjuist, er is slechts 1 toegangsweg, terwijl er minstens 3 noodig zijn, de Bloemendaalsche weg zou geheel veranderd moeten worden, om 't raadhuis een passende, waardige omgeving te bezorgen. De Zeeweg mist al deze ge breken. Spreker is 't dan ook eens met 't raadslid, dat beweerde, dat de toekomst van Bloemendaal culmineert in den Zeeweg, dat aan den Zeeweg 't nieuwe, ruimere Bloemendaal ligt. Is 't mogelijk, vraagt spreker, in de ruime natuur daar een cen trum te stichten. Ja. Maar dan moei 't duin landschap als 't ware een praeludium zijn naar 't centrum, met een „aanloop" van open villabouw langs de toegangswegen. 't Brouwerskolkje moet bij dit centrum betrokken worden en de Elswoutslaan is er niet los van te maken. Maar er moet voor komen worden, dat Jan en alleman aan 't bouwen gaan. Dan krijgen we iets 4 la Rijne- gom. Er moet een speciale commissie komen, die aan het gemeentebestuur leiding zal moeten geven. Vervolgens bespreekt de heer Gratama het plan van bebouwing aan den Zeeweg, gemaakt door den gemeente-architect, den In het gebouw St. Bavo sprak Zondag avond voor de leden van Geloof en Weten, schap Pater Kologriwow S. J. in de Duit- sche taal over het Rusland van Raspoetin tot Lenin. Na de gebruikelijke inleiding door den voorzitter, den heer F. Vorstman, begon spreker de situatie der Russische bevolking uiteen te zetten, zooals die was bij het be gin van den grooten oorlog. Er waren drie groepen: de boeren, 110 millioen menschen, de burgers en de adel. De boeren, tot 1862 lijfeigenen, bezit van de landheeren, die hen konden ruilen voor vee, ter dood kastijden, komen na dat jaar tot een zekere individueele vrijheid, krijgen gebruiksrecht van een zekere hoeveelheid grond, biijven echter economisch afhanke lijk van de groot-grond-bezittende klasse. Die boerenstand, waar haat en jaloezie broeien, zal voor de komende revolutie een krachtige steun worden. De burgerstand, beperkt in getal, wordt, hoe hij zich ook verrijkt in industrie en handel, niet tot de hoogere standen van officieren en staatslieden toegelaten. De adel is arm en leeft op het platteland of is welgesteld en woont in de hoofdsteden en in 't buitenland. Uit die laatste groep komen de officieren en staatslieden voort. Aldus de toestand op 1 Augustus 1914. De keizer aller Russen, Nicolaus II, goed hartig, intelligent man, maar besluiteloos en zonder zelfvertrouwen, diep-godsdienstig, met het hooge besef van zijn waardigheid. De keizerin, wier verlangen, zich aan 't welzijn van 't volk te geven, stuit op de hofconventies, en die een teruggetrokken leven gaat leiden, gewijd aan haar gezin. Het feit van de handoplegging door Ras poetin, die hierdoor haar ziek zoontje Alexis geneest, brengt haar geheel onder den in- vloed van dezen dweper, die in de hof kringen weet door te dringen en ten slotte als autocraat regeert over de keizerin en door haar over den keizer, hetgeen in den oorlog tot een catastrophe zal leiden. Feit na feit gaat Pater Kologriwow de gebeurtenissen der oorlogsjaren na. In 1916 begint alles reeds op den komen, den ondergang te wijzen. Elf millioen man nen aan het front, drie millioen dooden, groote verliezen, slechte proviandeering en zeer ernstig ammunitiegebrek gaan verge zeld van bestuurstroebelen. Raspoetin ver wisselt ieder oogenblik de regeeringsper- sonen, en zijn terreur eindigt eerst, wan. neer een der grootvorsten hem doodt, welke gebeurtenis een groote vreugde wekt. Op 8 Maart 1917 hebben de eerste op stootjes plaats te Petersburg, de 140.000 ie- servlsten die hier en in de omgeving liggen, treden toe tot de oproerlingen. Er vormt zich een provisorische regeering, die den keizer en zijn gezin in een van zijn paleizen gevangen houdt. In den breede en met alle détails vertelt Pater Kologriwow de treurige geschiedenis van het laatste levensjaar der keizerlijke familie en den afschuwelijke moord in den nacht van 16 op 17 Juli 1918, te Jekateri- nenburg Noch de provisorische regeering, noch Kerensky kunnen den toestand meester worden. Het leger is bezig in zijn geheel te deserteeren en heult met den vijand. Er heerschen misverstanden tusschen de regeéring en het volk, en nu is het oogen blik gekomen, dat Lenin optreedt. Lenin, die eigenlijk Wladimir Ulianoff heet, en in de internationale kringen der volgelingen van Marx een groote bekend heid heeft, reist uit Zwitserland naar Rus. land en is besloten met alle middelen de dictatuur van het proletariaat te bewerken. Nu zijn tijd gekomen is, werpt hij .le leus onder het volk: berooft, die u berooven, en binnenkort is de roode regeering een feit, dank vooral aan de medewerking van de Baltische vloot. Lenin regeert! En thans, nu de gedeeltelijke verwezen lijking der idealen van Lenin in het oude Rusland bereikt is? Welke oplossing is er te verwachten in het Russische probleem? Onmogelijk is het, den terugkeer tot het oude régime te bewerkendit zou betee- kenen den heropbouw van het kwaad, dat de oorzaak was der revolutie. Redding ligt voor Rusland slechts in een algeheele geestelijke vernieuwing, in een terugkeer tot God. De grondslag en kracht der Russische sovjet ligt in de wereldomvattende idee, die heel de menschheid wil vereenigen in één proletarische gemeenschap. Deze idee van een communistische inter nationale zal overwinnen of verdwijnen. Een van beide. Immers zou zij niet ver winden en beperkt blijven binnen de gren zen der sovjet-republieken, dan zou dit zoo zeer in strijd zijn met haar predominante eigenschap van universaliteit, dat zij nood zakelijk te niet moet gaan. De grondslagen van het Bolsjewisme nu, zijn het atheïsme en het economische ma terialisme. Het wil de vernietiging der per. soonlijkheid. Dit laatste niet zoozeer als j uitvloeisel van het Marxisme als wel van een zekere Aziatische Boeddhistisch getinte levensbeschouwing, die den Rus eigen is. Een levensbeschouwing, die wil gelijk maken, effenen, een simplicisme zou men het kun. r;en noemen. Voor den Rus in zijn diepste wezen wil het woord waar zijn, dat zegt: de drang Maar één andere universeele idee be staat: die van het Christendom, tegelijk de volledige tegenstelling met de idee der com munistische internationale, want niet- atheïstisch, niet-materialistisch, erkennend de volle waarde der persoonlijkheid, in volle heerlijkheid in den persoon van Christus. Het Bolsjewisme ontsteelt het Christen dom de groote leuzen van vrijheid, gelijk heid en broederschap en geeft er voor in werkelijkheid: slavernij, dictatuur van het proletariaat en onderlingen haat. Spreker ziet de wereld van hedën gesteld voor deze keus: kameraadschap in den Antichrist, of: broederschap in Christus. Er werd zeer enthousiast en langdurig geapplaudisseerd na de prachtige lezing van Pater Kologriwow. Geloof en Wetenschap heeft getoond te beseffen dat adel verplicht. De verdienstelijke vereeniging heeft ons door deze lezing opnieuw in contact ge bracht met en ten levendigste in ons be krachtigd het bewustzijn van dit grootste probleem der huidige maatschappij: Rus land Meer „sub specie aeternitatis" wat er op aarde voorvalt, te bescnouwen. heeft deze avond ons zeer zeker geleerd. De Blauwe Vogel Met een allerliefsten glimlach e ,<n stampvolle zaal heeft Haarlem giste rei -Xvond het wederoptreden van „De Blauwe Vogel" begroet, die thans op een rondvlucht is door Nederland. Haarlem heeft weer kunnen genieten van de sterk melancholische, dan weer fleurige karakteristieke Russische melodiën, van een kleurenharmonie, die wij als gewaagd be schouwen, van dien fraaien zang, waarin dat weeke, soepele timbre zit, waar zoo'n bekoring van uitgaat en last not least van taal, welke men niet verstaat, wat nog een extra verdienste is, daar men dan niet wordt afgeleid door mislukte pogingen om te weten te komen, wat men eigenlijk zingt. We willen dan ook, zonder den heer J. Jushny de pretentie op te dringen, dat hij nu de brenger is van hetgeen men hier in Holland ontbreekt,, hem toch wel de ver zekering geven, dat hij een welkome afwis seling biedt in het ontwakende seizoen programma. De ensceneering van ieder scènebeeld afzonderlijk te beschrijven, achten wij zeer ongewenscht, hetzij voldoende op te merken, dat de regisseur, als met een gouden schaaltje, niet alleen het effect, maar ook de kleur-, lijn- en vlakverdeeling heeft afgewogen. Voorts zat in iedere scène een geestige handeling, een enl ele maal een weemoedige, zooals bij de soldatenvertelling, de laatste accoorden, met de blinde vrouw, en het straatconcertje. Bij deze laatste scène vroegen we ons alleen maar af, of wijlen Pissuisse De Blauwe Vogel heeft zien vliegen, of dat het Vogeltje van boven af onzen eertijdschen kunstenaar heeft begluurd. Bij wijze van entre-acte gaf ook thans weer, wij meenen de concertmeesteres mej. P. Schuster, een van haar sublieme viool- soli, waarvan men onder de diepste stilte genoot. Dit nummer, als we het zoo mogen noemen, behoorde zeker niet tot het geringste van hetgeen geboden werd. Tot de gedeelten, welke ons het meest frappeerden, behoorde vooral het Zwitsersche mechanische huisje, en de Black-White voorstelling. Deze waren kostelijk gevonden, en verschaften ongemeen veel genoegen. Hoezeer we ook genoten hebben, toch kunnen we er, behoudens dus de heerlijke melodiëen, daar wordt men niet gauw moede van, voorloopig weer een poosje tegen. heer De Jong. Spreker vindt dit plan voor treffelijk van opzet, de gedachte daaraan is door spr. niet te verbeteren, hoewe' dit niet zeggen wil, dat hij ook accoord gaat met de détails. Spr. vindt 't plan daaraan zoo voortreffelijk, omdat er rekening is ge- gehouden met verschillende toegangswegen en met den grooten weg voor snelverkeer, welke de regeering zich denkt ten W. van den watertoren. Maar, zegt spr., goed doen of anders niet aan beginnen. Wie moet echter dit werk leiden? B. en W. De Raad? Dienst van P. W. De eersten zeker niet. De ambtenaar van P. W. is ook niet te verkiezen, dan wordt 't werk te persoonlijk. Te verkiezen is een. uitgebreide commissie, dan bestaat er kans, dat er iets groeit, dat over 100 jaar nog mooi is, Sprekers conclusie is deze De Zeeweg is er gekomen met 1 stem meerderheid en dat was een goed werk De Zeeweg is gekozen met 2 stemmen meer derheid, dat is dus dubbel goed. Na de pauze werd een aantal lichtbeelden vertoond, betrekking hebbende op Bloemen daal van vroeger en van thans, 't plan De Jong en gebouwen en complexen van goede en slechte architectuur. Met een woord van dank aan den spreker werd de bijeenkomst door Mr. F. Thijsse gesloten. Commissies voor het eeuwfeest Voor het in 1930 te vieren eeuwfeest van de Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriendschap" is, naar het Maandblad dier vereeniging meldt, een aantal commissies gevormd. Eere-voorzitter van alle commissies is de voorzitter van Zang en Vriendschap, dr. G. E. A. Broese van Groenou. Het cen traal comité wordt gevormd door het bestuur der Liedertafel en het bestuur der eeuwfeest commissie, van welke laatste voorzitter is de heer Th. Wanders, secretaris de heer L Schoorl, 2e secretaris de heer N. Rijken, penningmeester en 2e penningmeester de heeren W. F. Andréa en F. Bley. Verder nemen hierin zitting alle voorzitters der ver schillende commissies. De commissies zijn verder als volgt samengesteld (de volgorde der drie eerste is als voorzitter, secretaris en penningmeester) Commissie voor openbare feestelijkheden optochten enz. E. J. Hoefman, H. T. Groene- veld. A.L C. Smits; verder de heeren F. Bley. P. Baggerman. J. G. Blom. E. G. Martens. Commissie voor de huisvesting en reis- aangelegenhedenJ. H. J. Penders, F. W Grimberg, J. J. Lomans; verder de heeren W. F. Bremer en J. E. Voet. Commissie van voorbereiding voor con certen: J. van Parreeren, H. Dankelman, P. Root: verder de heeren K. Bakker, J van Feggelen, J. Lomans, C. Minderhout. Tentoonstellingscommissie: Jb. v. d. Vel den, C. Doeven, C. J. Roodt; verder de heeren H. C. van Dijk, Th. van Haaren, H. C. Ploeg. PerscommLssfe (gedenkboek, programma's advertenties en reclame)Jb. Kuyper, R Haverschmidt, K. van Eden, verder de heeren H. Pot, F. Primo en N. Rijken. Administratie-commissie: C. Warnier; verder de secretarissen der commissies. Financieele commissie: W. F. Bremer voorzitter; verder W. F. Andréa en de penningmeesters der verschillende commis sies. Commissie voor versieringen: H. de Lugt D. Vring Jr., J. E. Voet; verder de heeren N. J. Kruger, H. T. C. Höck, A. Joustra, M. Valent, G. Capteijn,' M. de Graaf. Tevens is een dames-comité gevormd voor 1930 waarin zitting hebben de dames Ploeg Voet, v. d. Velden, Groeneveld, Muijer, Otto, Bremer. De Ridder, Kranenburg. Een algemeene vergadering van de eeuw feest-commissies wordt gehouden Maandag 26 November, des avonds half negen bij Brinkmann. Het Maandblad van de Liedertafel bevat verder bijdragen over Fred. Roeske, den oud en waarnemend dirigent tijdens de ziekte van den heer Lieven Duvosel, over het door Italiaansche solisten gegeven kunstenaars concert het jubileum van de zangvereeniging Caecilia In Den Haag in verband met het jubileum van Zang en Vriendschap, dat een half jaar eerder valt, een „Kienlied". De heer H. oppert het denkbeeld, een gouden kroontje als dasspeld, of propagandadas- speldje in te voeren, aangekondigd wordt de jaarlijksche kienpartij op 20 December en het volgend concert op 22 Januari 1929 met mej. Hélèna Cals en den heer Renesse als solisten. Bouw eener tentoonstel lingszaal Tot voor kort werd de bovenlichtzaal van het Frans Halsmuseum beschikbaar gesteld voor het houden van tentoonstellingen. De Directeur van dat museum meende echter, dat die zaal niet langer voor tijdelijk gebruik beschikbaar behoorde te worden gesteld, omdat op den duur het steeds verhangen van de zich in de zaal bevindende kunst werken nadeelig voor deze zou blijkken te zijn. Daar naar zijn oordeel aan eene ten toonstellingszaal in deze gemeente zeker behoefte bestaat, stelde hij voor eene der- gelijke zaal achter het museum te doen bou- j wen. Met den Directeur zijn B. en W. van oordeel, dat inderdaad behoefte bestaat aan eene zaal welke aan redelijke eischen vol doet om daarin tentoonstellingen van beel dende kunsten te houden. Eene geschikte gelegenheid om die tentoonstellingen te houden is niet aanwezig, zoodat, gelijk in het adres van hef Comité, aangewezen door in kunst -aangelegenheden belangstellende ingezetenen der gemeente wordt medege deeld, vele belangrijke gebeurtenissen op het gebied der beeldende kunsten, zooa s ten toonstellingen van werken van Jan Toorop, Jan Veth, Floris Vester, Thorn Prikker, e.a., die in andere gemeenten wel aan de inge zetenen konden worden geboden, niet in deze gemeente plaats vonden. B. en W. achten dit, uit een cultureel oogpunt bezien, een groot nadeel en hebben daarom den Directeur van Openbare Wer ken uitgenoodigd een plan voor den bouw eener zaal te ontwerpen. Het door dien Directeur ingezonden plan vordert met inbegrip der aan te i eggen cen trale verwarming, eene uitgaaf van f 27.750, Of bij deze bouwkosten, die bezwaarlijk eenigszins beteekenend zijn te verminderen, eene sluitende exploitatie zal zijn te ver krijgen, moet worden afgewacht. Doch ook bij het verkrijgen eener niet sluitende exploi tatie zijn B. en W. van meening, dat de uit gaaf zeker is gerechtvaardigd. Immers be halve dat daardoor in de behoefte aan ten toonstellingsruimte wordt voorzien, zal als gevolg der stichting bij het Frans Hals museum ook het bezoeken van dat mu seum er door worden bevorderd. DE BONDSWEDSTRIJDEN VAN DEIN D. H. G. B. In de keurige zalen van de St. Josephge- zelJen te Rotterdam, werden Zondag de jaarlijksche Bondswedstrijden gehouden van den D. H. G, B. Ongeveer 700 deelnemers (sters) waren voor dezen kamp ingeschreven en dat het geheel zoo vlot verloopen is, dankt de Rotterdamsche kring aan zijn hoofdleider den Heer Reyns, die zich wederom van zijn beste zijde liet zien. Ook nu waren eenige clubs van buiten het bisdom opgekomen, waarvan S. S. S. Breda al dadelijk een goeden indruk vestigde. „Ursus" slaagde er dit keer niet in den wis- selprijs te winnen en moest den fraaien krans weer afstaan aan Christoforus R'dam. (189 Jé punt). „Ursus" bracht het tot 185 y2 punt, een totaal dat ongetwijfeld beter had moeten zijn. De 2e en 3e graads-vertegenwoordigefS leverden hier niet het gewenschte werk „Leonidas" Schoten behaalde voor de eer ste maal eenige onderscheidingen, waardoor hun vaan voortaan ook kan meeklingelen.' De „Ursus"-dames zagen haar serieuze oefeningen danig beloond met een eersten prijs in den driekamp, benevens een tweeden prijs met eigen gekozen werk. Beide malen scheelde het bitter weinig, zoodat er van een zwaren strijd gesproken dient te worden. De prachtturner Kerkhof van SS.S. Bred3, werd overwinnaar in de tweekamp aan rek en brug. Van Rijn „Ursus" bracht 't bij de loitng om de tweede plaats tot de vierde prijs. A. Verheim „Ursus" werd zevende geplaatst. In het nummer eigen werk zegevierde „Ursus" daarmee een fraaien beker winnende 's Avonds werden door Rector Braakman de prijzen uitgereikt, bij welke gelegenheid een speciaal woordje werd gegeven voor het her leven van de Kath. Voetbalsport in het Bis dom Breda. Rest nog te vermelden dat zeer vele geestelijke adviseurs een kijkje kwamen nemen, een belangstelling welke door de de gymnasten op hoogen prijs werd gesteld. De uitslag waren Vierkamp Heeren (groepen van 6) 1. S. S. S. Breda, 201 1/4 2. K. D. O. A'dam 184 punten; 3 St. Quadratus, Bergen op Zoom 180 punten. (groepen van 12) 1. Christoforus, R'dam 363% 0; 2. D. O. K. Delft, 341 punten, 3 Ursus Haarlem 339 p.' Bondswisselprijs 1. Christoforus, R'dam 1891,2 1 2. Ursus, Haarlem 185 J 2 1 K. D. O. A'dam 184 punten. Personeele prijs, le graad R. van Kerk hof, S. S. S. Breda 351/4 punt. Driekamp Dames (groepen van 6) 1. Jeanne d'Arc. Leiden 130 )4 (groepen van 12) 1. Advends, R'dam 263 2. Achilles A'dam 263 3. O. D. I. A'dam en O. D. O. A'dam 256 4 „Ursus" Haarlem 25514 punten (alle eerste prijzen.) (groepen van 18) 1 Execelsior Schiedam 380)4- Bondswisselprijs (dames) Advendo, R' dam 146)4. Personeele prijs le graad: Mej. L.Bouw- meester Advendo R'dam 28 p. Wedstrijd C (jongens) groepen van 8. 1. Jong leven. A.'dam 49)4 2. W. I. K. R'dam 49 3 Leonidas, Haarlem 45)4. Wedstrijd D. (meisjes) groepen van 6. 1. D. O. L. Alkmaar 37 punten, groepen van 12). 1 Leonidas, Haarlem 50 2. Exselcior, Schiedam 42 punten. Wedstrijd E. (eigen werk Heeren, groepen van 6). 1. K, D. O. A'dam 71 S. S. S. Breda, 67, Jong Leven, A'dam 57 SChristoforus, R'dam. 56. (groepen van 12). Ursus, Haarlem 67 S. M. L. den Haag 47 punten. Wedstrijd F. (groepen van 12 dames, 1* 0. D. I. A'dam 74)4 0; 2. O. D. O. A'dam 67)4 3 Leonidas Haarlem 66 punten, (groe pen van 18) 1 Advendo R'dam 761/2 2 Ursus Haarlem 76 punten. Wedstrijd G. (Hoogspringen Heeren). 1. P. Di ngemans, St. Ouadralus, Bergen op Zoom 1.55 M. 2—7. B. Hoven, K, D. O. Ignatius, A. H. O. A'dam, Vermeulen, Jeanne d'Arc Leiden Walbeek, Excelsior, Schiedam Derksen W. I. K. A'dam M. ten Pas, S. M. L Haag 1.45 M. Wedstrijd H. (Hoogersprihngen daiAes) 1. A. v. Zoon O. D. O. A'dam 1.47 M. 2 R. botes, O. D. I. A'dam 1.44 M. 3 J. Lerger,- O. D. I. A'dam 1.42 M. 4 C Janse Exselsior Schiedam. 139 5 en 6 C. van Loon O. D. O. A'dam en C Mudde, Lec.iidas, Haarlem 1.37 M. Pyramiden 1 S.S.S. Breda, 52 W I. K. R'dam 47 en D. O. S, Gouda 43 punten. Tweekamp Heeren (rek en brug) 1 R. Kerkhof, S. S. S. Breda, 18 C. Kerk hof!, S, S. S. Breda-Stoedelmans, St. Ouadra- tus. Betgen-op-Zoom en H. van Rijn. Ursus Haarlem, 17)/2 punt 5 en 6 Frischen, S.S.S* Breda en Felix, K. D. O. A'dam 17 punten en 8 A Verheem Ursus, Haarlem en Mantsie S.S.S. Breda 16)4 punt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 13