Binnenlandsch Nieuws
Gemengd Nieuws
VOOR DE HUISKAMER
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRIJDAG 7 DECEMBER 1928
BLADZIJDE 2
Staten-Generaal
Tweede Kamer
De Staatsbegrooting 1929
De Tweede Kamer
verkiezingen
Prinses Juliana en een reis
naar Indië
Het stemmen bij volmacht
De inbraken in Noord-
Brabant
O
Uit den boom gevallen
Overreden en gedood
Door de duisternis misleid?
De onderhandelingen tus
schen Nederland en België
Het Zuiderzeefonds
„Gratis boeken"
Gemeente-archieven in
gevaar
De ziektegevallen aan boord
van de „Insulinde"
In een staaldraad bekneld
.Het ernstig ongeluk te
Midden-Beemster
Een trommel met f 40.000
gestolen
Door een vrachtauto
overreden
Een onbetrouwbaar reiziger
Door de tram gegrepen
en gedood
Het telegram
Het vooroefenings-instituut
De begrooting van onderwas
In de vergadering der Tweede Kamer werd
gisteren voortgezet de behandeling der be
grooting van onderwijs, kunsten en weten
schappen.
Aan de orde is ds afdeeling Hooger Onder
wijs.
Mevr. VAN ITTALLIE VAN EMBDEN
(V.D.) pleit voor een bescheiden autonomie
der universiteiten, hetgeen ten goede zal
komen aan de „efficiency".
Mej. WESTERMAN (V. B.) dankt den
minister voor de toezegging, dat een onder
zoek zal worden ingesteld naar misbruiken
bij de vivisectie.
De heer TILANU3 (C.H.) meent, dat de
ontwikkeling van ons hooger onderwijs moet
leiden tot een wijziging van de Hooger
Onderwijswet. Spr. denkt aan te toeneming
van het aantal studenten, de instelling van
bijzondere leerstoelen enz.
Spr. maakt bezwaar tegen de uitgetrokken
subsidie van 10.000 voor de R.K. Handels-
hoogeschool te Tilburg.
De heer LINGBEEK (H.G.S.P.) zegt, dat
velen in den lande met ergernis en droef
heid ontwaren, dat het protestantsche Ne
derland ten gevolge van de coalitie-politiek
meer en meer verroomscht is. Dat ziet men
nu k ook in de oprichting van katholieke
hoogescholen. Terwijl de Vrije Universiteit
geen subsidie geniet en van collecten moet
bestaan, krijgen de katholieke hoogescholen
groote sommen. Thans is weer 10.000 gulden
uitgetrokken voor de katholieke handelshoo-
geschool te Tilburg.
De heer MOLLER (R.K.) bestrijdt den
heer Tilanus en zegt, dat ieder wetenschap
pelijk onderzoek moet plaats hebben op den
grondslag van de Christelijke waarheid.
Den heer Lingbeek merkt spr. op, dat hij
ontkent, dat er een protestantsch karakter
van onze natie zou zijn of zou zijn geweest.
Wel is er een gereformeerde overheersching
geweest, maar van een protestantsch karak
ter is geen sprake.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.K.)
meent, dat er naast de handelshoogesehool
in Rotterdam als handelscentrum, plaats is
voor een school in Tilburg als industriecen
trum. Spr, wijst op het gesprokene bi) de
opening der school, ook door prof. Drucker.
den rector te Rotterdam. De waardeering
was algemeen. Na 15 maanden bestaat de
goede verhouding tusschen Tilburg en de
andere instellingen van hooger onderwijs
nog steeds. Het eerste bezwaar Is hier in de
Kamer gehoord. Spr. betreurt het, omdat het
den indruk kan vestigen, dat onze Zuide
lijke provinciën weder worden achtergesteld.
De heer ZIJLSTRA (A.R.) bestrijdt den
heer Tilanus. De eenheid in de wetenschap
kan alleen bevorderd worden, als men zich
stelt op den dieperen grondslag. Spr. acht
het inconsequent, wel subsidie te vragen voor
bijzonder lager en middelbaar onderwijs,
maar niet voor bijzonder hooger onderwijs.
De heer OUD (V.B.) zegt, dat de vrijzinnig-
democraten hun stem aan het subsidie-voor
stel voor de R.K. handelshoogesehool te
Tilburg niet zullen geven. De zaak staat bij
het hooger onderwijs heel anders dan bij
het middelbaar en lager onderwijs.
De heer ALBARDA (S.D.A.P.) sluit zich
aan bij ds leden, die hebben verklaard, dat
de totstandkoming der pacificatie niet beslist
over de verhoudingen bij andere takken van
onderwijs dan lager onderwijs. Bij die andere
takken van onderwijs dan lager onderwijs
worden steeds incidenteeie beslissingen geno
men. Voor deze beslissing kunnen de conse
quenties vele zijn. Als deze subsidie wordt
toegestaan, is er straks geen reden en geen
recht, subsidie te onthouden voor een R.K.
Technische Hoogeschool ,een R.K. Landbouw-
hoogeschool, een Christelijke Handelshooge
sehool enz.
De heer SCHOKKING (C.H.) bestrijdt
eveneens den post voor de katholieke han
delshoogesehool. Ons kleine land kan zoo-
vele hoogescholen ook niet lijden en spr. wil
geen meerdere verdeeldheid in ons volk
brengen. De kwestie moet als geheel wor
den bezien.
Minister WASZINK beantwoordt de spre
kers.
Wat de subsidieering van de R.K. Han
delshoogesehool te Tilburg betreft, deze
hoogeschool is wettelijk niet geregeld. Wan
neer men echter den eisch ging stellen, dat
die regeling eerst moet geschieden, dan zou
men dit standpunt ook moeten hebben in
genomen ten aanzien van de Handelshooge
sehool te Rotterdam, die reeds jarenlang
wordt gesubsidieerd. Spr. vertrouwt daarom,
dat de Kamer der. post van 10.000 voor
de Tilburgsche Handelshoogesehool zal goed
keuren.
Bij art. 35 (subsidie R.K. Handelshooge
sehool) licht de heer HEEMSKERK (A.R.)
zijn stem toe. Spr. constateert, dat de mi
nister he' hem zoo moeilijk mogelijk heeft
gemaakt, om voor te stemmen. Spr. zal dit
doen om billijkheldsgronden in verband met
Rotterdam.
De heer TILANUS (C.H.) motiveert even
eens zijn stem tegen het subsidie, op zake
lijke gronden.
De subsidiepost wordt met 45 tegen 34
stemmen verworpen.
Voer de Katholieken en de Anti-Revolu-
tiennairen, behalve prof. Visscher.
Aan de orde is de afdeeling voorbereidend
hooger en middelbaar onderwijs.
De heer GERHARD (S.D.A.P.) brengt het
herstel van het toelatingsexamen tot de mid
delbare school ter sprake en vraagt nadere
toelichting. Hij acht het voorts onjuist, dat
de leeraren in lichamelijke opvoeding in sa
laris achtergesteld blijven ten opzichte van
de andere leeraren en bepleit algeheele sa
larisverbetering.
De heer OUD (V.D.) is eveneens van mee
ning, dat de salarieering der leeraren ver
betering behoeft.
Mej. WESTERMAN (V.B.) acht beperking
van de subsidieering van nieuwe R.K. mid
delbare scholen gewenscht.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.K.) er
kent, dat het voor den minister moeilijk is,
om te beoordeelen, welke bij zondere middel
bare scholen voor subsidieering in aanmer
king komen. De Joodsche H.B.S. en het
Theosofisch Lyceum hebben daar mede
recht i p. Dat het laatstgenoemde lyceum die
subsid lering nog niet heeft verkregen, kan
ook w •den toegeschreven aan de omstandig
heid, i »t het pas sedert 1927 bestaat. Vele
katho ;ke middelbare scholen hebben jaren
op sv .idieering moeten wachten.
De h?er AMENT (R.K.) wenscht voor het
landt idhuishoudonderwijs uitbreiding der
Inspectie.
Te ruim kwart over zes wordt de verga-
derin s c horst tot des avonds 8 uur.
Avondvergadering
In de avondvergadering werd de behan
deling van ue Waterstaatsbegrooting voort
gezet
Bij de af.: cling Luchtvaart merkt de heer
E .uu t1 V B op, dat bij Nota
vut- csteid, om an
Rij .„.noofe.u *-'-t 2S.5Q0. B(j spr. en
ook bij andere leden heeft deze wijze van
wijziging van de begrooting den indruk ge
maakt, alsof de Kamer overrompeld is ge
worden. Deze post had direct op de begroo
ting moeten worden gebracht of hij had bij
afzonderlijk wetsontwerp moeten worden
voorgesteld. Dan had de zaak ten minste in
de afdeelingen kunnen worden behandeld,
hetgeen tnans niet het geval Is geweest.
De minister merkt in de Nota van Wijzi
ging op, dat het hier een zeer eenvoudige
quaestie betreft. Maar wanneer dat zoo is.
dan is er one absoluut niet zco'n groote
haast met de behandeling er van.
Er zal een nieuwe Rijksluchtvaartdienst
worden ingesteld, waaronder ook de dien
sten van andere departementen zullen wor
den ondergebracht. Dit nu acht spr. ten
zeerste ongewenscht, waarbij hij er op wijst,
dat de bestaande toestand aan alle eischen
voldoet en in het geheel geen verandering
behoeft
Voorts is spr. van meening, dat de Kamer
te dezen aanzien het advies van de Staats
commissie vcor de Luchtvaart behoort te
kennen.
Spr. dringt daarom met alle kracht aan
om de voorgestelde wijziging weer in te
trekken, aangezien deze zaak niet rijp is
voor behandeling.
Wanneer de minister aan dezen aandrang
niet mocht willen voldoen, zal spr. een amen
dement indienen.
Eenige leden voeren hi denzelfden geest
het woord, waarop de minister van Water
staat het bij Nota van Wijziging gedane
voorstel zegt terug te nemen.
Bij de afdeeling Spoor- en Tramwegen
worden de tarieven besproken en de posi
tie van de A TO.
De heer VAN BRAAMBEEK (S.D.AP.)
constateert, dat het verbroken contact tus
schen de vereeniging van werkgevers op
Tramweggebied en het hoofdbestuur der
Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegpersoneel
nog steeds niet is hersteld. In deze zaak
komt in het geheel geen verandering en
daarom is het noodzakelijk, dat de minister
haar eens krachtig aanpakt. Met de door
den minister voorgenomen „moederlijke
zachtheid" komen we er niet.
Spr. dient een motie in, waarbij de Kamer
den minister uitnoódigt, de noodige stappen
te 'doen voor het herstel van het gewenschte
contact.
Op voorstel van den VOORZITTER wordt
besloten de motie gelijktijdig met deze af
deeling te behandelen.
De heer ARTS (R.K. Volkspartij) sluit
zich aan bij de heeren Bakker en Hermans
inzake de uitkeering in eens aan het spoor
wegpersoneel. Spr. dringt voorts aan op ver
beteringen van de onhoudbare verkeerstoe-
standen bij de spoorwegovergangen bij Eind
hoven en Tilburg.
De hoer WINTERMANS (R.K.) merkt op,
dat er bij den spoorwegovergang bij Eind
hoven toestanden bestaan, welke met alle
verkeerseischen spotten Daarin dient dan
ook dringend verandering te worden ge
bracht. Eindhoven moet van deze belemme
ring in het verkeer en in zijn ontwikke
ling bevrijd worden, en naar sprekers mee
ning is zulks te bereiken door verhooging
van den spoorweg.
De heer OUD (V.D.) bespreekt de exploi
tatie en de tarieven.
Na verdere besprekingen wordt de verga
dering tot heden verdaagd.
leg van militairen der weermacht, inzake
voorstellen tot herziening der salarisregeling
voor het militair personeel, waaraan de re
geering gevolg zal kunnen geven.
Memorie van antwoord over het
hoofdstuk: Defensie.
Verschenen is de memorie van antwoord
op het Voorloopig Verslag over het hoofd
stuk: Defensie der Staatsbegrooting 1929.
De minister wijst op grond van eenige
becijferingen af het verwijt van verschei
dene leden, als zou er geen ernstig streven
bij het Kabinet bestaan om op militair ge
bied te bezuinigen.
Zeemacht
De minister ontkent, dat het marinebëèld
beheerd zou worden door overwegingen,
welke uitgaan boven de bescheiden doelstel
ling, die met het oog op de positie van het
Rijk noodzakelijk is.
Over den aanbouw gedurende de volgende
parlementaire periode zal de in 1929 optre
dende regeering zich hebben uit te spreken;
deze regeering mag in haar handelingen
niet beïnvloed worden door mecjedeelingen
ten deze van het tegenwoordige kabinet.
Bepaalde plannen om te zorgen, dat in de
toekomst steeds schepen beschikbaar zijn
voor vlagvertoon, bestaan er niet en aan
bouw van schepen, speciaal met dat doel,
heeft nooit in de bedoeling gelegen. Wel zal
getracht worden van de oefenings- en an
dere reizen voor vlagvertoon nut te trekken;
de minister meent, dat op alleszins vol
doende wijze daarin voorzien kan worden.
Overbrenging van het loodswezen naar
het departement van Waterstaat zal niet
geschieden; de bestaande toestand blijft ge
handhaafd. De minister is voornemens het
daarheen te lelden, dat Zaandam als loóds-
standplaats wordt opgeheven en de dienst
naar Amsterdam overgebracht.
Landmacht
Bij de oefeningen op grooter schaal vol
deed de geoefendheid bij de infanterie aan
redelijk te stellen eischen; over het alge
meen mag met voldoening worden terug
gezien op hetgeen ten aanzien van geoefen-
heid, marschprestaties, marschtucht en dis
cipline bereikt is. Het optreden van de re
serve-officieren toonde vooruitgang, verge
leken met voorgaande jaren.
In "'s ministers standpunt, ten aanzien van
herhalingsoefeningen is geen wijziging ge
komen. Er is voor het tegenwoordige
geen aanleiding maatregelen te nemen
met betrekking tot de aanvulling van
het beroepskader beneden den rang van of
ficie;. De gedurende de laatste jaren duide
lijk merkbare vooruitgang in geschiktheid
heeft grond voor de verwachting, dat het
verlofskader berekend zal zijn voor de taak,
welke het in oorlogstijd zal hebben te ver
vullen. De uitbreiding van het aantal vlieg
tuigen heeft de volle aandacht van den mi
nister, zij moet evenwel verband houden
met d® vorming van het voor de bemanning
der beschikbare vliegtuigen noodige getal
vliegers.
Het ligt in de bedoeling, ook in de vol
gende jaren de ter aanvulling van het jaar-
Üjkseh verloop aan beroepsofficieren, be-
tioodigde plaatsen open te stellen; daartoe
zal gemiddeld gerekend moeten worden op
31 plaatsen bij do infanterie, drie bij de ca
valerie, twaalf bij de artillerie, vier bij de
genie en vier bij de militaire administratie
Nadat het wetsontwerp tot regeling van
den rechtstoestand der burgerambtenaren
evenwel tot wet zal zjjn verheven, zal wor
den overwogen of en zoo ja, in hoeverre
een afzonderlijke rechtstoestandwet voor
"Militairen noodiq zal zijn. Binnenkort is te
•rrwaebten een eenstemmig advies der
Commission voor het Georganiseerd Over-
Ljjst der Ned. Christ. Arbeiderspartij
Voor de Tweede-Kamerverkiezing is door
de Ned. Chr. Arbeiderspartij de officieele lijst
vastgesteld waarop de volgende namen in
juiste volgorde voorkomen: 1. N. Dekker, lid
van den gemeenteraad, te Hilversum; 2. D.
v. Asselt, lid van den gemeenteraad te
Veenendaal; 3. L. v. d. Velden, partij
secretaris, te Hilversum; 4. E. v. d. Meyden,
lid van den gemeenteraad te Ede; 5. M. N. v
Vulpen, te Hilversum; 6. J. Haverlach, te
Hilversum; 7. A. v. d. Weerd, lid van den
Raad, te Veenendaal; 8. F. Voorn te Hilver
sum.
Het plan wordt nog overwogen
In verband met de reis van prins Leopold
van België en prinses Astrid naar Indië
schrijft de „Locomotief" dat een bezoek aan
Ned Indië van een of meer leden van ons
koninklijk huis in geenen deele uitgesloten is.
Het verblijf van baron Van Hardenbroek,
eenigen tijd geleden, meld verband met de
overweging van een reis van H. K. H. Prin.
ses Juliana naar Indië. De wenschelijkheid
werd erkend, dat prinses Juliana in ieder
geval eerst haar studiën zou voltooien; uiter.
aard moet bij een dergelijke beslissing met
vele omstandigheden rekening worden ge
houden. Dat dit het geval is en dat de ern
stige overweging hiervan moet voorafgaan
aan het besluit tot een bezoek van prinses
Juliana aan Ned. Indië moet bedacht worden
niet in de laatste plaats door hen die als
ieder goed Staatsburger zich oprecht zou.
den verheugen indien de overwegingen in.
derdaad tot een bezoek leiden."
Vragen van den heer van den Heuvel aan
minister Kan.
Het Tweede-Kamerlid de heer Van den
Heuvel heeft den minister van Birmen-
landsche Zaken en Landbouw de volgende
vragen gesteld:
Is het a'en minister bekend, dat sommige
gemeentebesturen ten aanzien van het ver
krijgbaar stellen van formulieren om bij vol
macht te stemmen op het standpunt staan,
deze formulieren alleen verkrijgbaar te stel
len voor de ingezetenen hunner gemeente,
terwijl andere gemeentebesturen voor ieder,
die een aanvraag doet, deze formulieren
verkrijgbaar stellen?
Is <fe minister niet van oordeel, dat
laatstgenoemde opvatting de meest juiste is,
omdat zoowel de wet van 21 Juli 1928 als
het K. B. van 27 Aug. geen enkele be
paling inhouden, welke grond geeft voor de
beperkter opvatting, bedoeld! in het eerste
geval van voorgaande vraag?
Indien de minister de tweede vraag be
vestigend mocht beantwoorden, is hij dan
bereid, den gemeentebesturen hiervan me-
dedeeltng te doen?
Is de minister ook bereid, bij het geven
van een antwoord op dit laatste, in overwe
ging te nemen alle bezwaren, welke er voor
schippers uit voortvloeien, dat zij alleen in
hun woonplaats, waar zij bijna nooit ver
toeven op uren, waarop de secretarie ge
opend is, bedoelde formulieren kunnen ver
krijgen?
tot schade van de groote historische waarde
van de gemeente-archieven.
De Archief-commissie, ingesteld door de
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten,
heeft daarom gemeend de vraag onder de
oogen te moeten zien, welke eischen zjjn te
stellen aan papier en inkt om eenigen
waarborg te verkrijgen voor de duurzaam
heid van geschriften, bestemd voor de
gemeente-archieven.
De beschouwingen dier Archief-commissie,
op een enkel punt aangevuld als door den
algemeenen Rijksarchivaris in overweging
gegeven, zijn in de circulaire opgenomen.
De commissie geeft in die beschouwingen
een uiteenzetting van de gevallen, waarin
zij gebruikmaking van de verschillende pa
piersoorten aanbeveelt,
Ket gebruik van inkt maakt nog een
onderzoek uit in de commissie.
Een vraag van d enheer Deckers aan den
Minister van Justitie
Het Tweede-Kamerlid de heer Deckers
heeft den Minister van Justitie de volgende
vraag gesteld:
Is de minister bereid te doen onderzoe
ken of het groot aantal inbraken, waardoor
den laatsten tijd Noord-Oostelijk Noord.Bra.
bant onveilig wordt gemaakt, het niet roo.
dig doet zijn, dat de in die streek gesta-
tionneerde politiemacht wordt versterkt?
Gisteren is bij het zagen van takken te
Nieuwerkerk aan den IJssel de 64-jarige D.
van Hoevelaken uitgegleden en uit een boom
gevallen. Hij werd dood opgenomen.
Gisteren is ds 52-jarige opzichter van
den gemeentereinigingsdienst te Tilburg B.
van Eyk in de Zomerstraat aldaar door een
vrachtauto van den Rijks-Waterstaat over
reden en gedood. De man was ongehuwd.
Te Steenderen is uit een overstroomd wei
land aan den Dierenschen weg het lijk op
gehaald van de 23-jarige J. O. V. aldaar,
die sedert j.l. Zondag werd vermist. Ver
moedelijk is zij, door de duisternis misleid,
te water geraakt en verdronken.
Een uiteenzetting van minister Hijinans
De Belgische minister van buitenlandsche
zaken Hijmans heeft, naar een B. T. A.-
telegram uit Brussel meldt, gistermorgen in
de commissies voor de buitenlandsche za
ken uit den Senaat en de Kamer een uit
eenzetting gegeven, uitsluitend betrekking
hebbend op de Nederlandsch-Belgische
kwestie. Na een kort overzicht van d'e voor
geschiedenis, besprak de minister de aspec
ten der voornaamste hangende problemen
met name de verbinding tussohen Antwer
pen en den Rijn en de scheepvaart op de
Schelde. De uiteenzetting verkreeg de al-
gemeene goedkeuring der beide commissies.
Er ontspon zich een gedachtenwisseling, die
op 19 December zal worden voortgezet.
Verhooging met ruim 15.6 millioen
p-»u wetsontwerp tot wijziging
der begrooting van het Zuiderzeefonds -oor
1928.
Aangezien de snellere uitvoering meer
werk vordert in korter tijd en hoogere uitga
ven, alsook stjjg.ng van arbeidsloonen, de
uitvoeringskosten verhoogen, wordt art. 13
(derde termijn van de np f 90 millioen
geraamde kosten van de werken voor de
afsluiting der Zuiderzee) verhoogd met a
ijs millioen tot ruim 14 millioen en
art. 14 (indijking en droogmaking van den
Noord-Westelijken polder, Wieringermeer)
van ruim 11 millioen tot bijna 20>£
millioen.
Het eindcijfer der begrooting wordt ver
hoogd met 15.622.000
Het bestuur van den Nederlandschen Uit
geversbond verzoekt het volgende mede te
deelen
De uitgeversbond heeft het vorige jaar de
aandacht gevestigd op een wijze van aankon
digen van boeken, welke niet door den beugel
kon. Dezelfde practijk wordt voortgezet. Zoo
worden in verschillende bladen en tijd
schriften weer reeksen boeken aangekondigd,
welke dg vevkooner geheel kosteloos aan
biedt. Een bestelbriefje is daaronder gedrukt,
waarbij men banden bestelt; een prijs is
daarbij niet vermeld. Men verbindt zich dus
tot het voldoen van een bedrag, waarvan men
de hoegrootheid niet kent. Men is geneigd
tot de bestelling over te gaan. daar de boe
ken heeten geheel kosteloos geleverd te wor
den' men v -c' echter, dat de banden, het
binden en een bijdrage in d'' „algemeene on
kosten" in rekening worden gebracht en dat
die kosten in den regel vrij hoog oploopen.
Dergelijke aankondigingen zijn misleidend,
gaan althans in tegen de goede gebruiken,
welke in de uitgeverij en in den boekhandel
als regel gelden.
Deze misstand is in nader onderzoek; het
bestuur van den Nederlandschen Uitgevers
bond vindt wellicht aanleiding daarop na
der terug te komen.
Door gebruik van minderwaardig papier
en slechte inktsoorten
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft een circulaire gericht
tot de gemeentebesturen in welke hij
schrijft, dat het gebruik van minderwaardig
papier en slechte inktsoorten de laatste jaren
in bedenkelijke mate is toegenomen, zulks
Ministerieel antwoord op de vragen van den
heer Albarda
De heeren van der Vegte en Koningsber
gen, ministers van Waterstaat en van Kolo
niën hebben op de vragen van den heer
Albarda in verband met de onlangs aan
boord van de „Insulinde" voorgekomen
ziektegevallen, o.m. het volgende geantwoord:
1. De ondergeteekenden hebben eer.
onderzoek ingesteld naar het voorkomen van
een besmettelijke keelziekte aan boord van
het s.s, „Insulinde" van den Rotterdamschen
Lloyd op de uitreis naar Indië. Dit onderzoek
heeft de berichten bevestigd, dat inderdaad
onder de opvarenden van genoemd stoom
schip een groot aantal gevallen van keel
ziekte is voorgekomen, welke ziekte, gezien
de snelle verbreiding over de opvarenden, als
van besmetteüjken aard dient beschouwd te
worden.
2. Volgens de van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandseh-Indië ontvangen
mededeelingen is het schip, alvorens de
terugreis naar Nederland te ondernemen, te
Soerabaja afdoende ontsmet. Dat niettegen
staande deze ontsmetting opnieuw een aan
tal gevallen van een zelfde besmettelijke
ziekte zich hebben voorgedaan, mag met
groote mate van waarschijnlijkheid worden
toegeschreven aan het aan boord aanwezig
zijn van ziektekiemdragers onder de be
manning.
3. Volgens de voor Nederlandsch-Indië
geldende bepalingen was niemand verplicht
de bevoegde autoriteiten aldaar van het
voorkomen dezer ziektegevallen kennis te
geven. Dat die niet eigener beweging is ge
schied, mag worden toegeschreven aan het
feit, dat, voor zoover bij de aankomst te
Tandjong priok bekend, aan de gedurende
de reis voorgekomen ziekte-gevallen geen
kwaadaardig karakter kon worden toege
kend.
4. Het eerste gedeelte van deze vraag (of
het toezicht van regeeringswege onvoldoende
is geweest) wordt ontkennend beantwoord.
Betreffende het tweede gedeelte moet worden
opgemerkt, dat de noodzakelijkheid van
nieuwe wettelijke voorschriften ten deze nog
niet is gebleken. Vanwege de Indische Regee
ring is aan de in Indië gevestigde of ver
tegenwoordigde scheepvaartmaatschappijen
verzocht om voortaan dadelijk bij aankomst
van een schip in een Nederlandsch-Indische
haven aan den havenarts kennis te geven
van elke ziekte aan boord, die een eenigszins
verdacht infectieus karakter vertoont en in
epidemischen vorm optreedt, ook al is op de
ziekte, de quarantaine- of de epidemie
ordonnantie niet van toepassing. Voorts is
hier te lande met de directie van den Rot
terdamschen Lloyd nader overleg gepleegd
en dit overleg heeft er toe geleid, dat de Lloyd
en de gemeentelijke geneeskundige dienst te
Rotterdam een regeling hebben getroffen,
hierin bestaande, dat de Lloyd den gemeen
telijken geneeskundigen dienst opgaven en
gegevens betreffende het aangemonsterde
personeel toezendt, waarna de dienst onder
zoekt of dat personeel kans op besmetting
oplevert. Pogingen worden ir> het werk ge
steld om met andere daarvoor in aanmerking
komende scheepvaartmaatschappijen, te Rot
terdam en te Amsterdam gevestigd, een soort
gelijke regeling te treffen. Eerst wanneer
dit overleg mocht falen, kan de vraag worden
overwogen, of een ingrijpen langs wettelijken
weg noodzakelijk is.
De 17-jarige knecht van den vischhande-
laar W. Roskam van Zwartsluis geraakte
Woensdagmiddag te Follega (Fr.) bij het
vastzetten van de motorboot met zijn voet
in een staaldraad bekneld, waardoor de voet
werd verbrijzeld. De jongeman is naar het
Ziekenhuis te Sneek vervoerd.
Omtrent het ernstig auto-ongeluk, dat
gistei .norgen te Midden-Beemster gebeurde
en waarbij een menschenleven te betreuren
is, verneemt het Hbld. nader, dat de hee
ren De Leeuw, vader en zoon, veekoopers
te Amsterdam, zich gistermorgen in de
vroegte per auto op weg begaven naar de
markt te Schagen. Het voornemen was ge
weest de reis per trein te doen, doch daar
zij zich voor den markttrein naar Behagen
verlaat hadden, besloten zij per auto te
gaan.
Op den Middenweg bij Midden-Beemster,
vlak bij de boerderij van den heer Tuijn,
moest de auto de 22-jarige zoon Salomon
zat aan het stuur voor een vrachtauto,
die langs den weg stond, uitwijken. De
toestand van den Middenweg is na het on
gunstige weer van den laatsten tijd slecht
te noemen; vooral de klei van den weg
berm had den niet al te breeden weg voor
auto's slecht berijdbaar gemaakt.
De auto week uit, slipte en sloeg over
den kop de sloot in. Voorbijgangers snelden
toe en het gelukte den vader op het droge
te brengen. Een kussen uit den auto was te
gen den zoon gevallen, waardoor deze aan
het oog der omstanders werd onttrokken.
Dr. Veening uit Midden-Beemster was
onmiddellijk ter plaatse en paste op den
vader die inmiddels bij den heer Tuijp
was binnengedragen kunstmatige adem
haling toe. Toen de heer De Leeuw bij
'kennis kwam, vroeg dr. Veening of zich nog
meer personen in den auto bevonden, waar
op de heer De Leeuw meedeelde, dat zijn
zoon ook in den auto zat. Men is toen on
middellijk gaan kijken en vond den zoon
die echter reeds was overleden. Het lijk werd
naar het Gemeenteziekenhuis in Midden-
Beemster gebracht.
De dieven poogden brand te stichten.
Te Woensel zijn dieven door een dakraam
binnengeklommen in de woning van den
heer de Vries, oud-burgemeester van Woen
sel. Zij zijn regelrecht op de kleerenkast
afgegaan en hebben daaruit een trommel
met f 40.000 aan effecten en baar geld me
degenomen. Daarop zijn zij vertrokken, na
eerst nog een vuurtje in de kast aangelegd
te hebben. De kleeren hebben echter geen
vlam gevat, doch slechts gesmeuld.
De inbraak moet geschied zijn tusschen
half zes en half zeven, toen de heer de
Vries afwezig was.
Van de daders nog geen spoor.
Gistermiddag is door de politie in ver
band met dezen diefstal gearresteerd een
zekere W. v. B., die naast den heer de Vries
woont. In zijn woning werd het kistje met
het geld en de effecten gevonden. Hij heeft
een volledige bekentenis afgelegd.
Te Amsterdam is op de Plantage Muider-
gracht nabij de Plantage Badlaan te om
streeks 5 uur een 66-jarige dame mevr. Bos-
Visser, door een vrachtauto overreden en
gedood. Zij wilde de straat oversteken, toen
de auto naderde, waarvan zij het signaal,
doordat zij doof was, niet had gehoord. De
chauffeur remde uit alle macht, maar kon
niet meer verhinderen, dat het wiel over het
slachtoffer heenging. Zwaar verminkt werd
zij per autobrancard van den G. G. D. naai
het Ned. Isr. Ziekenhuis vervoerd, waar zjj
bij aankomst bleek te zijn overleden.
Gisteren heeft een koopman in margarine,
uit de Groote Draaisteeg te Rotterdam,
aangifte gedaan, dat een reiziger te zijnen
nadeele gedurende de laatste twee jaar
1300 zou hebben verduisterd. Deze reiziger
is een z.g. stadsreiziger, die ook de gelden
voor de door hem geplaatste posten int; met
deze gelden heeft hij particuliere schulden
betaald. De reiziger is in bewaring gesteld.
Te Zwijndrecht is gisteren de 66-jarige
tuinman A. Huizer achter zijn woning, het
voormalige tolhuis, langs den Rijksstraatweg
RijsoordDordrecht, door de stoomtram van
de Rotterdamsche Tramweg Mij. gegrepen en
bijna onmiddellijk gedood.
Het Tweede-Kamerlid, de heer Deckers,
heeft den Minister van Defensie de volgende
vragen gesteld:
Is het juist, dat van de twaalf vrijwilli
gers der klasse Vaals van het vooroefenings.
instituut, die op 25 en 26 October 1928 deel
namen aan het examen voor het behalen
van het bewijs van voorgeoefendheid, geen
enkele aan de gestelde eischen heeft vol
daan, zoodat tien hunner onvoorwaardelijk
zijn afgewezen en twee zich aan een her
examen moeten onderwerpen?
Zoo ja, is de Minister dan bereid, een
onderzoek te doen instellen naar de oor
zaken van dezen teleurstellenden uitslag,
en daarbij ook te doen nagaan de omstan
digheden, waaronder, en de wijze, waarop
het examen werd afgenomen?
Toen Karei Karelse van het station terug
kwam, zei hij tot zijn vrouw dat zij een ge
weldige domheid hadden begaan.
„Waarom informeerde mevrouw Ka
relse belangstellend.
„Omdat wij vandaag geen vacantie heb
ben genomen."
Zijn vrouw was verontwaardigd. „Vacan
tie Vandaag Schaam je, Karei. Zou jij
vandaag ongestoord kunnen genieten
Mevrouw's voosheid kwam voort uit het
feit dat Karei Karelse junior dien dag een
examen moest afleggen, een zeer gewichtig
examen, een zwaar examen en een examen
waarvan zeer veel afhing. Karelse-vader had
het de laatste maanden aan familie, collega's
en vrienden honderdmaal verteld; zijn zoon
studeerde en zwoegde voor een buitengewoon
belangrijk examen, voor een diploma dat
hem overal in de wereld zou omhoog bren
gen en de prachtigste perspectieven opende
Maar hij vertelde er niet bij dat Karelse-
zoon zelf het examen veel te lichtvaardig
had beschouwd en zeer weinig kans had het
gewichtige diploma te verkrijgen.
Karelse-vader had de laatste weken, nog
ijveriger dan zijn zoon, het programma be
studeerd en de opgaven nagekeken, welke
vroegere examinandi hadden moeten oplos
sen. Hij informeerde viermaal per dag of
zijn zoon klaar was voor de krachtproef en
welk resultaat hij verwachtte. Hij en zijn
vrouw waren zenuwachtiger en gejaagder
dan de candidaat; hun slaap werd door het
examen gestoord en hun eetlust leed er onder,
terwijl Karelse-zoon 's morgens herhaalde
lijk geroepen moest worden en at als een
ploegpaard.
Nu was de dag er. die, zooals Karelse
stellig meende, een feestdag zou worden. Hij
had zijn zoon naar den trein gebracht en
hem telkens op het hart gedrukt, onmiddel
lijk een telegram uit de examenstad te zenden;
hij moest den uitslag zoo spoedig mogelijk
weten. Karelse voorzag dat hij dien dag niet
den rechten werklust had; het examen leidde
zijn aandacht af. Hij was te ongedurig om
kalm achter zijn grootboek te zitten.
Daarom had hij vacantie willen hebben;
hoe meer afleiding hoe beter, maar hij had
geen vacantie en dus stapte Karelse naar zijn
kantoor met het stellige voornemen om zoo
ingespannen mogelijk te werken. Hij wilde
en moest het examen vergeten.
Natuurlijk waren zijn gedachten geen oo-
genblik bij de cijfers. Hij gaf het boek aan
den assistent-boekhouder en nam zelf min
der belangrijk werk. Een dag als deze was
uitgezocht om grove fouten tc maken. Om
elf uur keek hij uit het raam, of er misschien
een telegrambesteller kwam. Als Karei Karel
se junior een voordeelig nummer had getrok
ken, en bij de eerste ploeg der candidaten was
ingedeeld, zou hij om half elf gereed zijn;
want dit examen, het mondeling gedeelte,
duurde slechts kort.
Karelse-vader hoopte vurig dat hij he
telegram op kantoor zou ontvangen, om het
daar te lezen en achteloos te vertellen, als
iemand zou vragen of er slecht nieuws was
„Goed nieuws, hoor. Mijn iongen is vandaag
in Utrecht om examen re doen, een zwaar
examen. Hij telegrafeert me dat hij geslaagd
is met een compliment van de examen-com
missie." Hij zou dadelijk den loopjongen naar
den banketbakker sturen om pasteitjes te
halen de baas was op reis en in zijn
koker waren de sigaren van feest-kwaliteit,
om de heele boekhouding in de vreugde te
laten deelen. Als chef van de afdeeling was je
dat verplicht; het maakte een goeden indruk,
meende Karelse.
Er kwam geen telegram. „Dan ligt het
thuis op mij te wachten," dacht Karelse, toen
hij om twaalf uur naar de koffietafel wandelde.
Maar zijn vrouw ontving hem met haar meest
alledaagsche gezicht; dus nog geen nieuws.
Toen hij nauwelijks op kantoor terug was,
bracht de jongste bediende hem een telegram,
Karelse peuterde zenuwachtig met een schaar
om het open te scheuren en las een spoed-
order van den afwezigen patroon. In zijn
teleurstelling vergat Karelse bijna om de
order te laten uitvoeren.
Vijf minuten later kwam er weer een tele
gram, aan den boekhouder persoonlijk ge
richt. Karelse was overtuigd dat hij nu toch
het nieuws uit Utrecht zou vernemen en las
tot zijn verwondering „Arriveer om half zes.
Blijf drie dagen." Toen zag hij pas dat het
telegram was onderteekend door zijn broer;
dat beteekende een logeerpartij van zijn oud
sten broer met vijf lastige kinderen.
Het humeur van Karelse daalde lichtelijk,
hetgeen de jongste bediende onmiddellijk
gewaar werd. Het daalde nog meer toen na
een half uur geroepen werd: „Meneer Karelse,
telefoon uit Utrecht," en hij niet met zijn
Zoon sprak zooals hij stellig verwachtte maar
met een klant, die mopperde over een te laat
uitgevoerde order.
Het gesprek was nauwelijks geëindigd,
toen hij weer aan de telefoon werd geroepen,
weer uit Utrecht. Het was de baas zelf, die
hem order gaf onmiddellijk naar Rotterdam
te reizen om een spoedeischende zaak af te
handelen. Karelse was woedend, maar hij
behield toch zijn tegenwoordigheid van geest.
Hij zond een uitvoerig telegram naar het ge
bouw in Utrecht, waar het examen gehouden
werd, om zijn zoon te instrueeren een even
tueel telegram naar het station van Rotterdam
te zenden. Want Karelse wilde in elk geval zoo
spoedig mogelijk nieuws weten.
Werkelijk hoorde hij, zoodra bij in Rotter
dam was aangekomen, zijn naam over het
perron schreeuwen. Het was een telegrambe
steller, die bij den uitgang brulde „Tele
gram voor Karelse 11"
„Hier dat telegram," zei Karelse.
„Is u Karelse
„Ja."
„Karei Karelse
„Ja."
„Alstublieft."
Karelse nam het telegram aan en gaf he,
onmiddellijk terug. Het was Kareisen. Hij
verwenschte voor de eerste maal zijn tame
lijk algemeenen naam en had spijt van de
groote fooi, die hij den besteller had gegeven.
Toen hij 's avonds na een onpleizierige reis
thuis was, kwamen er nog twee telegrammen.
Maar niet hét telegram. Karelse, die anders
nooit telegrammen ontving, kwam in een
opstandige bui en behandelde de bestellers
of het zijn doodsvijanden waren.
Ondanks alles was Karelse overtuigd dat
zijn zoon in Utrecht een gloriedag had beleefd.
In die overtuiging opende hij ook het tele
gram, het zooveelste van dien dag, dat om 7
uur werd bezorgd.
Karei Karelse junior had één woord}»
gesend Gezakt.