DE WAERELD ROND
Tweede blad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - VRIJDAG 14 DECEMBER 1928
BLADZIJDE 2
I
Vi
v f
HUWELIJKSBESLOMMERINGEN IN
KAJA-KAJALAND
Het lijkt wel of 't schrikkeljaar is, zoo
Iruk loopt het hier tegenwoordig met de
aouwlustige paartjes.
Nu schijnt volgens sommige geleerden ver-
iefdheid een goedaardig soort van krankzin
nigheid te zijn, vandaar, dat verliefden nog
Ms eens komiekerig doen en bijdragen le
veren tot de algemeene vroolijkheid.
Een algemeen bekende waarheid is 't bo
vendien, dat een meisjeshart een wispelturig
ding is. 't Lijkt soms wel op een kwispe
lend hondenstaartje! Maar zoo als het hartje
van Walingaw heb ik er nog nooit een zien
kwispelen
Walingaw is een der opbloeiende schoon
heden van ons dorp; en al is ze klein, ze is
dapper bovendien.
Haar moeder is al lang geleden gestorven
en sedert kwamen op haar de zorgen van 't
huishouden neer. Nn is zoo'n Kaja-kaja-huis-
houden wel niet zoo erg omslachtig, maar
Zr moest toch geregeld de sago kloppen en
den dagelijksehen koek poffen voor vader en
twee kleine broertjes. En zorgen leggen
'bod in den knikker en maken jonge men-
•chen ernstig en degelijk.
Papa Obadem, schrijft H. Geurtjes M. S. C.
in „De Koerier", was er dan ook van over
tuigd, dat Walingaw Mangoe gelukkig zou
kunnen maken als ze „voor hem ging zit
ten" (hem trouwde)Ze bleef dan in de naas
te buurt en hoefde dan alleen den sago-koek
een stukje grooter te maken, voor Mangoe
mee. En, zooals het helaas! met zoo weinig
schoone planten gaat, alle belangstellenden
waren 't hiermee roerend eens. Maar ze
hadden nog den tijd, om die plannen te
laten bezinken, want Mangoe was nauwelijks
begonnen met de eerste baardsprietjes te
kweeken.
't Was niettemin dik aan tusschen die twee.
Nog onlangs stiet Walingaw me aan; „Kijk
dat jongmensch daarginds eens, wat die fijn
tjes cocosnooten uit de boomen pijlt; elk schot
is raak!"
Maar wie is dat toch?
Ihaa! gilde ze en weg was ze
Maar, daar kwam het koningtnnefeest en
zooals het voor een groot feest betaamt, werd
er gedanst den heelen nacht door.
Van heinde en verre waren de deelnemers
toegestroomd „als rookwolken" zoo dik en
.de grond was er zwaar van". Maar de hoof
den der jongelui worden door 't feestgejoel
licht en raken op hol,
Nauwelijks kwamen de eerste lichtbundels
den nacht van de lucht vegen, nauwelijks
waren de laatste tromslagen van den dans
weggedreund, of daar stond Jogem voor mijn
neus, gewichtig en geheimzinnig: „Toean, ge
moet niet boos zijn, maar Noewo wil trouwen
met Walingaw. Ze zijn al samen naar San-
gasee.
Maar ge moet het niet verklappen, toean!
We weten wel, ze zijn Christen en 't gaat
illemaal in eer en deugd. We zullen haal
bij de vrouw van den goeroe brengen en over
een paar dagen komen we terug om de zaak
te bepraten en te regelen."
Tja, zei ik, de Belzen beweren, dat lief
de jeuk is aan 't hart en daar helpt geen
krabben aan. Ik beloofde te zwijgen als 't
graf, wêl overtuigd, dat heel de zaak al lang
3en publiek geheim was.
Weldra had ik dan ook Obadem over den
vloer. Neen, dat zou niet gaan, Walingaw
mocht niet buitendorps trouwen, want ze
moest voor hem en de broertjes zorgen.
Akkoord, zei ik, ga dan maar naar het
kantoor en vraagt den toean een soerat en
trek daarmee naar Sangasee, om Walingaw
terug te halen.
Den volgenden morgen kwam de stoet af
Walingaw scheen intusschen wel op azijn
gestaan te hebben en stijf tegen alle redena
ties in, dat ze met niemand ter wereld zou
trouwen dan met Noewo.
Men toonde zich al meegaande, door te zeg
gen, dat als ze dan Mangoe niet wilde, ze ook
Kabol wel kon krijgen. Maar niets hielp; Wa
lingaw bleef stug en onhandelbaar.
Nou, zei ik, gaat dan eerst maar eens
jiiaar den toean van 't kantoor verslag uit
brengen, dan kunnen we daarna maar weer
verder zien, maar Walingaw is nog jong en
als de vader dat eischt, dan moet ze voor-
loopig hier blijven.
Dat waren, volgens de ouden, verstandige
woorden en met lien troost alvast in 't hart
togen ze kantoorwaarts.
Na lang praten kwam men daar overeen
Jat Walingaw dan maar met Jajoe zou trou
wen. Dat die allang stiekum een oogje op
".aar had. werd nu ook van de daken verkon
digd. Ze zou dan Noewo den bons maar
Om de eer aan zich zelf te houden, ver
klaarde Noewo dat ook best te vinden, want
hij had Walingaw alleen maar meegenomen
omdat die zelf zoo aandrong. De ridderlijkheid
zat hem blijkbaar veel dieper in 't bloed dan
de liefde, hetgeen algemeene waardeering
vond.
Roep dan Jajoe maar even, zei ik, dat
ik van hem ook eens verneem, of hij 't ermee
eens is.
In plaats van Jajoe kwam weldra Wadila
rangestoven. Als Wadila 't op haar heupen
reeft, is 't beter uit den weg te gaan; een
lootige meid, met een toethoorntje!
Wacht even toean, zei ze, ze moest even
op asem komen en toen begon het toethoortje
te schetteren: „Neen, Jajoe zou niet komen
die was van haar en wat verbeeldde Walingaw
zich wel, om haar verloofde te paaien? Ze zou
ze breken, die krokodil, diedie
Hou rpaar op, zei ik, ik begrijp het al
ïk zal er voor zorgen dat ze 't te weten komt
Het feest speelt den menschen nog in den
kop, dacht ik; over een paar dagen zijn al
die bevliegingen uit het kwispelende hartje
van Walingaw weggewaaid en kijkt ze weer
hoe fijn Mangoe klappers van de boomen kar
schieten
Terwijl ik nog zoo zat te piekeren, kwam
daar alweer een andere deputatie aan. Je
hebt ais oprecht Kaja-kaja toch je eergevoel
en kunt toch niet alles over je kant later,
gaan
Een troepje mannen en vrouwen stoeberdc
een jonge meid vooruit en mijn voorgalerij op
„Toean" zeiden ze, „hier is Jekola, knip
haar de haarverlengsels af en kleed haar, ze
wil trouwen met Mangoe."
En Walingaw dan??
„Gha! bromden ze, die kijkt naar alle
jongens, dat is uit, die willen we niet."
Waar is Mangoe dan?
„Daarginds achter 't huis".
Verlegen en bedremmeld liet hij er zich
bij sleuren en verklaarde toen heel bedeesd
dat zijn hart „al maar beet naar Jekola" en
naar niemand anders ooit gebeten had.
Jekola zei lekker niks en trok alleen d(
wenkbrauwen hoog op ten teeken van instem-
ning. Maar, toen ze onder ae schaar zat er
een paar andere vrouwen den fraaien afva
van haar hoofd zorgvuldig vergaarden en
samenbundelden, was de verlegenheid alwee
geweken en vertelde ze me, dat ze al een vet
/arken had voor 't aanstaande trouwfeest.
Toen Jekola kaal geschoren was, gaf ik
haar kleeren. Die kabaja zou ze eerst maar
om haar hoofd draaien, want ze voelde zich
heelemaal onwennig, om mét zoo'n kaasbol-
letje door het dorp te wandelen.
Toen kwamMabol even den goeden apostel
uithangen. „Toean 't komt niet te pas, dat
Walingaw met dien Jajoe trouwt, die is de
verloofde van Wadila. Laat Wadila hem ge
rust houden, dien lummel, dat luie varken,
dat niets doet dan deuken in den grond lig
gen. Toean, ik wil met Walingaw trouwen."
Goed, ik zal 't haar voorstellen. Ik heb
er geen bezwaar tegen.
Toen kwam Itani: „Toean, die Mabol dit is
niks voor Walingaw, zoo'n schurftig vel! Hij
is zoo schubbig als een visch! Ik zou me
schamen een meisje te vragen; daarom heb
ik u geneesmiddelen gevraagd en nu is mijn
huid weer zoo glad als een sago-stengel en,
toean, ik wil Walingaw trouwen
Goed, ik zal 't haar voorstellen. Ik vind
het allang goed.
Daags daarna, na de kerk, riep ik Walingaw
even terzij en sprak:
Walingaw, met Jajoe, dat zal niet door
gaan, hoor ik?
„Ik denk er niet aan om Jajoe te trouwen!
dien luiwammes, zoo stom als een schildpad,
hoogstens goed genoeg voor Wadila
Nou, maak je maar geen zorg, daar zijn
nog andere liefhebbers; wat dunkt u van
Mabol?
„Dat schurftig vel?!" Eigenlijk noemde
ze een heel ruigen visch.
Nou, Itim dan, die is weer zoo glad als
een sago-stengel?
„Pheu! toean, ik trouw met Kawam."
Nu raak ik den tel kwijt! Maar als Wa
lingaw met Kawam moet trouwen, dan heeft
het nog even den tijd, want die is om zijn
neus en kin nog zoo glad als een sago-
stengel.
De Duitsche minister van Buitenlandsche Zaken, dr. Stresemann verlaat de Kurzaal na
één der zittingen van den Volkenbondsraad
Het conflict tusschen Paraguay en Bolivia. Onder zorgvuldige bewaking
is Eligio Ayala, dc Paraguaysche gezant van Bolivia, naar zijn land
vertrokken
In tegenwoordigheid van het ministerie heeft te Wcenen de ambts- overdracht plaats gehad tusschen Ilainisch en Op 18 December a.s. viert het echtpaar H. BijrijJ. Honsbeek,
Miklas, den nieuwen president. In het midden de Bondskanselier mgr. dr. Ignaz Seipel Drossestraat 13 te Haarlem, zijn gouden huwelijksfeest
De vergadering van den Raad van den Volkenbond in dc Kurzaal te Lugano. Hierboven
het hotel Splendide, waar de Italiaansche, Spaansche en Fransche afgevaardigden
logeeren
Door de officieren wordt het middagmaal van de soldaten-arbeiders
geproefd (men zie ook rechts)
Sir Austen Chamberlain, de Engelsche minister van Buitenlandsche Zaken
met zijn echtgenoote vóór het Palace-hotel te Lugano, waar hij tijdens de zitting van den Volkenbondsraad logeert
Arbeids-dienstplicht in Bulgarije. Iedere Bulgaar die den twintigjarigen
leeftijd heeft bereikt, is door de wet verplicht, acht maanden in
dienst van den staat te arbeiden aan wegenbouw, kanalisatie, enz.
Hierboven: de toezichthoudende militair brengt het dagelijksch
rapport uit