Binnenlandsch Nieuws VOOR DE HUISKAMER derde blad De candïdaatstelling voor de Tweede Kamer rA&M NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DONDERDAG 20 DECEMBER 1928 BLADZIJDE 2 Bezetting der kwaliteitszetels Staten-Generaal Eerste Kamer Tweede Kamer Ruwe Handen Nieuwe trajectkaarten op de Ned. Spoorwegen Corruptie in het gasbedrijf Zullen de Jurgensfabrieken te Oss gesloten worden? De verlaging van accijns op gedistilleerd Procedure in Kantongerecht De Hoevensche Beemden zullen ontwaterd worden Twaalf millioen aan voor schotten als steun voor woningbouw Mr. D. Fock, candidaat voor de Tweede Kamer De S. D.A.P. en de Kamer verkiezingen Grieven over de uitvoering der Zuiderzeesteunwet L0U15 DQBBELFSANN-R01TERDAIT Borgstelling vervallen De wijziging der Invalidi teitswet LEGER EN VLOOT Luitenant-generaal Muller Massis neemt te Amersfoort afscheid Hij, zij en de onbekende Prof. Veraart te 's-Gravenhage candidaat gesteld. Te 's-Gravenhage heeft vergaderd de R.K Kiesvereeniging, parochie van de H. Fa milie, aldaar, onder voorzitterschap van den heer W. J. van Dijk. Op voorstel van het bestuur besloot de vergadering een telegram te zenden aan jhr. mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck, waarin Z. Exc. een spoedig en algeheel herstel werd toegewenscht. Daarna ontspon zich een langdurige dis- j cussie over de candïdaatstelling. j Besloten werd voor den kwaliteitszetel voor oinnenlandsch bestuur candidaat te stellen mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck, met als plaatsvervangers mr. Kropman (Amsterdam! en mr. T. v. d. Oever en ir. M. Bongaerts. beiden Den Haag. Over den kwaliteitszetel voor arbeidszaken die mede toegewezen ls aan de drie hoofd steden, ontstond een ernstig meeningsver- schil. Een der aanwezigen verdedigde het stand punt van het R. K. Werkliedenverbond. De voorzitter verdedigde in den breede de zienswijze van het bestuur en wees er op, dat de afdeeling gerust haar gang kan gaan en prof. Veraart candidaat stellen, omdat vol gens hem het dagelijksch bestuur van de Staatspartij verzuimd heeft een spoedeischen- de vergadering te beleggen, terwijl boven dien de eisch van het Katholiek Werklieden verbond in strijd is met het Katholiek sen timent en veel weg heeft van een klassen strijd. Een motie-van de Ende luidde als volgt: „De Katholieke Kiesvereeniging, afdeeling L„ kennis genomen hebbende van de om schrijving van de kwaliteitszetels voor arbeidszaken, acht zich verplicht prof. Veraart niet in aanmerking te doen komen voor dezen kwaliteitszetel in de groep kies kring Amsterdam, Den Haag en Rotter dam", werd met drie stemmen voor ver worpen. Hierna werd prof. Veraart candidaat ge steld. voor den tweeden kwaliteitszetel en als plaatsvervanger de heer L. F. Guit. Hierna werden in alphabetische volgorde de voglende personen gecandideerd voor de overige plaatsen: Mr. Andreolie, Den Haag: G. Bulten, Voorhout; A. Conijn, Doetinchem; mr. Go- zeling. Amsterdam; mr. Hellenberg Hubar, Rijswijk; J. D. de Koh, Loosduinen; J. Lam- booy. Den Haag; J. Loerakker, Hoofddorp; M. van Poel Helmond; A. Serrarens, Utrecht; prof. dr. Alph. Steger, Heemstede. Actie van den R.K. Middenstand voor een vrijen zetel Te Utrecht is, naar de Msb. verneemt, een vergadering gehouden door de voormannen van biina alle R K. Middenstandsvereenigin- ?en ter bespreking van de Tweede Kamer verkiezingen in 1929. Besloten werd zoo mo gelijk met een eigen candidaat uit te komen voor een vrijen zetel. Als candidaat werd ge noemd mr. J. A. G. van Hellenberg Hubar, te Rijswijk. Pe R. K. Staatspartij en de Katholieke democraten In een vergadering van de R.K. Werk lieden vereeniging te Arnhem heeft de heer A. C. de Bruin, lid van het dagelijksch be stuur der Staatsparty en voorzitter van het R.K. Werkliedenverbond gesproken over de RK. Staatspartij en de Katholieke demo craten. Spr. definieerde het begrip demo cratie en beantwoordde daarop de vraag of de katholieke democraten in de R. K. Staatsparty en met deze partij goed en met enthousiasme en uit volle overtuiging kun nen deelnemen aan den verkiezingsstrijd, met een volmondig ja. Allereerst wijdde spr. aandacht aan het partij-programma, waaraan thans, na de vaststelling, de toekomstige leden van de Eerste en Tweede Kamer moreel en formeel gehouden zijn. Spr. wees er op, dat er geen politieke strekking lag in de wijziging, welke men waarneemt in het eerste punt, waar thans gesproken wordt van de handhaving en doorvoering van de beginselen van Katho liek (vroeger heette het „Christeiyk") Staat kundige beginselen. Onjuist achtte spr. de houding van hen die om politieke redenen bevreesd waren voor deze zeer logische wij ziging. Terloops behandelt spr. enkele spe ciale punten. Ten opzichte van het hoofdstuk Arbeid merkte spr. op, dat de arbeiders verlangd hebben, dat het program zich duidelijk voor de publiek-rechtelijke bedrijfsorganisatie zou uitspreken. 'Naar spr.'s oordeel eisch het program 1929 zeer beslist de publiekrechteiyke bedrijfs organisatie voor bedrijven, waar dat mogelijk is, als de typografie, de metaalnijverheid, meubelindustrie. De bedoeling van het pro gram is, dat de overheid organen instelt, die de regeering van advies zullen dienen ter zake, organen ook met uitvoerende be voegdheid (die ouderdomswet enz. zullen kunnen uitvoeren) organen die geschillen, daarover ontstaan kunnen beslechten. Spr. spoorde de arbeiders aan door hard werk en studie zich te ontwikkelen voor de komende taak. Spr. vestigde de aandacht op tal van goede punten in dat hoofdstuk, welke de democraten volkomen bevredigden. Wat de uitvoering aanging, merkte spr. op, dat men niet te veel het oor moet leenen aan de bewering, dat er van dit program niets komt als de Staatsparty gaat samenwerken met een conservatieve party. Spr. wydde daarna aandacht aan de kwes tie der kwaliteits- en vrije zetels, een zaak die thans ook door Albarda wordt geprezen. Spr wees op de zeer democratische manier van candidaatstelling; van het aantal stem men hangt alles af. Ook ten opzichte van de kwaliteitszetels is het kiezerscorps vry „in de levering van den persoon." Nog een andere reden noemde spr. op om voor de R.K. Staatsparty te werken: de grootste kans op reaiiseering van de ver langens. Spr. wees er op, dat de R.K. Staats partij de machtigste party is, haar fractie heeft dus wel invloed: de strijd der een lingen heeft geen resultaat, Spr. wees op de katholieke levensbeschou wing; culmineerend in de beantwoording der vraag; waartoe zijn we op aarde. Daaraan is inhaerent de R. K. Wereldbeschouwing. Door de R. K. Staatsparty is dapper mee gestreden in den cultuurstrydhaar ver tegenwoordigers in de kamer hebben buiten gewoon groote cultuurgoederen bereikt. Is het werken der democraten in de Staats party niet waarlyk het werken voor God? Indien de R. K. Staatspartij verstrekt uit den stryd komt en. haar program kan reali- seeren. zal een belangryke stap gedaan zyn in de richting van het ideaal: de maat- schappy gebasseerd op Christeiyk solidaris- me. Naar aanleiding van deze rede ontstond gedachtenwisseling, waarby o.m. inlichtingen jrerden gevraagd over de kwestie-Veraart. In zyn antwoord wees de heer de Bruyn er in verband met de kwaliteitszetels op, dat men met de moeilijkheid zat om de theorie te doen aanpassen aan de prakiyk. Met of zonder kwaliteitszetels valt het niet mee, aldus spreker, om iemand die lang als Kamerlid zit, niet ipeer te candideeren; doch de kiezers hebben volle vrijheid. De moeilykheid besprekende inzake het geschil-Veraart, zeide spreker, dat het niet gemakkelyk is om over oe zaak in het open baar te spreken. Deze moeilykheid zou niet gerezen zijn, als de heer Veraart tydig de consequenties had ingezien. Het Centraal College meende vier kwaliteitszetels te moe ten bestemmen voor menschen, die praktisch, en theoretisch de arbeiders-vraagstukken en -beweging kennen. Voor een van deze zetels komt de heer Veraart niet in aanmerking, wel voor den kwaliteitszetel voor sociaal- economische vraagstukken in Overijsel, doch daar prefereert men zoo goed als zeker mr. Aalberse. Aanvankelijk was de heer Veraart van meening, dat er 3 kwaliteitszetels moesten zyn voor arbeidszaken en 2 voor sociaal-economische, zaken n.l. één voor Overysel, en één voor den Haag. Nu echter anders is beslist en er maar één kwaliteitszetel is bestemd voor sociaal-eco nomie en 4 voor de arbeiders, eischt de heer Veraart opeens een arbeiderszetel. Spreker wenschte thans als lid van de arbeidersbe weging te spreken: de arbeiders willen deze zetels niet geven aan anderen dan aan hun eigen mannen. Spreker was er van over tuigd, dat het belang der party ernstig zou worden geschaad, als de zaak niet verloo- pen zou, zooals het Centraal College bepaald had. Spreker zeide, dat er overigens geen sprake was van een geschil. Want het Cen traal College beslist alleen en zelfstandig. Men heeft, aldus spreker, gezegd, dat het Centraal College de kwestie van de kwali teitszetels onder druk van vermoeidheid heeft afgehandeld, doch spreker wist, dat zulks niet waar was. Jhr. Ruys was zeer verheugd over het resultaat. Spr. kan zich wel voorstellen, dat prof. Veraart een arbeiderszetel wenschte, maar hij heeft absoluut geen overleg gepleegd. Hij heeft alleen gezegd: die zetel is voor my. Spreker wees er nog op, dat men de drie groote steden gecombineerd had om hier een tegenwicht tegen de socialisten te krygen. Er dienen dus de mannen der arbeiders op die lyst voor te komen. Men vraagt te veel van de arbeiders, aldus spreker, als men hen vraagt voor prof. Veraart de mannen op te offeren, die uit en door de arbeiders voort gekomen, door hen worden vertrouwd, al smaalt „De Morgen" hen dan ook als vrij gestelden. Natuurlyk „vrijgestelde", dat is het teeken van vertrouwensman te zijn. Spr. hoopt van harte, dat prof. Veraart in de Kamer zou komen op een vrijen zetel, die een even volwaardige zetel is als de kwali teitszetel. In aansluiting aan de candidaatstelling van Prof. Veraart voor den kwaliteitszetel voor arbeidszaken in de kiesvereeniging. waarvan de secretaris van het kringbestuur voorzitter is en mede in aansluiting aan het geen prof. Veraart aan „de Residentiebode" heeft medegedeeld, verneemt de „Msb." nog, dat hij san alle voorzitters van de R.K. 's-Gravenhaagsche kiesvereenigingen geiyk- tydig met zyn bedanken voor het dagelyksch bestuur van de Staatsparty een brief heeft geschreven. In dit schrijven deelt hy mede, zich niet te hoog te voelen voor een vryen zetel, maar dat hy op dit oogenblik geen andere can- didatuur zal aanvaarden dan die voor de kwaliteit arbeiderszaken en arbeidersbewe ging, waarvoor hy de kwaliteiten bezit, zich beroepende op het inzicht van zijn medebe stuurders. Hy meent, dat deze zetel hem met het volle recht toekomt en hij zal daarom rustig afwachten, of het centraal college den moed zal hebben hem daarvoor te diskwali- ficeeren. Zijn candidaatstellen voor die kwa liteit op voorstel van zijn secretaris is dus het inzetten van den persoonlijken strijd. In de vergadering der Eerste Kamer kwamen gisteren een aantal kleinere wets ontwerpen aan de orde, om. betreffende naturalisatie. By de wetsontwerpen aan gaande naturalisatie betoogde de heer DE GIJSELAAR (C.H.), dat men de naturalisa tie-aanvragen veel beter moet onderzoeken. Weliswaar is het voor menschen die nergens genaturaliseerd zijn moeilijk, omdat zij geen pas kunnen krygen, maar daarvoor kan de Volkenbond misschien voorzieningen treffen. Spr. wyst op de naturalisatieaanvragen door Duitscher die een tweeden naam willen aan nemen, hetgeen tegenwoordig in Duitschland zeer in de mode is. De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer DONNER, gelooft, dat door de woorden var. den heer De Gijselaar by verschillende gele genheden wordt voorkomen het gevaar, dat dit werk sleur wordt. Daarna werden alle wetsontwerpen zonder hoofdelijke stemming aangenomen en de vergadering tot 27 December a s. verdaagd. DE INDISCHE BEGROOTING In de vergadering der Tweede Kamer vroeg gisteren de heer KORTENHORST CR. K.) een interpellatie aan over de plan nen van het hoofdbestuur der P. T. T. tot wyziging van de locale en interlocale tele foontarieven. Op dit verzoek wordt heden beslist. Daarna werd voortgezet de behandeling der Indische begrooting. De heer VAN BOETZELAER (C.H.) ge looft niet, dat de heer Cramer zijn Indischen partygenooten een dienst heeft bewezen met het houden van een rede als hij gisteren deed .Met de door hem ingediende moties kan spr. hem niet gelukwenschen. Spr. wUst op het bezwaar tegen behande ling van deze. begrooting aan het einde van den begrootings-arbeid als de Kamer aan het einde harer krachten raakt. Hy hoopt dat als n indië volgens de nieuwe regeling de be handeling later plaats heeft, die begrooting ier niet meer voor Kerstmis zal worden af- -edaan. Öok ten aanzien van Indië is begin selvastheid in de leiding noodig. Daarom ls het ook voor Indië beter, dat er zoo spoedig mogelijk een parlementair kabinet komt. De heer VAN BOETZELAER bespreekt voorts de positie van den Volksraad. Voor hef instellen van eilandenressorten had spr. veel gevoeld, maar daartoe had dan moeten wor den overgegaan vóór de instelling van den centralen Volksraad. Thans is verwezenlijking van dit denkbeeld slechts in een verre toe komst mogelijk. Toch moet spr. toegeven dat de critiek van den heer Colijn op den Volks raad sterk staat. Een staatscommissie acht spr. op dit oogenblik niet gewenscht. De kwestie van art. 177 is in de Kamer ieder jaar besproken. Bij de bestrijding van dit artikel wordt door de Katholieken als argu ment de missievryheid naar voren gebracht, als zouden degenen, die op behoud van dit artikel prys stellen, tegen missievryheid zijn. Dit is niet juist. Spr. zou dus willen voor stellen het woord missievrijheid in dit ver band niet meer te bezigen. Hier en daar zal de regeering dubbele zending moeten blijven verbieden uit vrees voor wanordelijkheden. De heer L. DE VISSER (C.P.) 'herinnert aan zijn protest van andere jaren, tegen het feit, dat ten nadeele van het Indonesische volk telken jare de Indische begrooting er doorgejast" wordt door een parlement van onbevoegden. Thans ls dat protest in ver zwakten vorm ook van andere zijde ge hoord. Spr. komt vervolgens op de interneering in '-et Boven-Digoelkarro. Daar is een burgerlijk journalist geweest, die heeft aangetoond hoe het daar is. Het is sprekers grief tegen de regéering, dat zij hem niet heeft willen toe staan naar Indië toe te gaan om een onder zoek in te stellen. Het is er heel bar, ondanks het feit, dat de minister het als een soort vacantie-oord voorstelt. De heer de Visser spreekt voorts over smerigheden der regee ring bij de v/reedheden ter onderdrukking van den opstand op Sumatra's Westkust. De VOORZITTER kan het woord „smerig heden" niet toelaten omdat de heer De Visser het verband tusschen wreedheden en verant- woordig der regeering niet heeft aange toond. De heer DE VISSER wyst verder op den grondroof in Indië, de onrechtmatigheden ten aanzien van belastingen en het erfpacht stelsel. Be petroleum heeft een belasting van T/< cent per liter", waarmee de bevolking wordt uitgezogen ten bate van het olie kapitaal. Spr. dient ten slotte een motie in waarin dezelfde wenschen worden uitgesproken als de heer Cramer in zijn moties heeft be lichaamd. Deze motie wordt gelijktydig behandeld. De heer KNOTTEBELT (V. B.) wijst er op, dat de tegenwoordige welvaart in Ned. Indië in de eerste plaats is te danken aan den Hol- landschen ondernemingsgeest en de Hol- landsche toewijding. Hij licht dit met eenige cijfers toe. Het is z.i. nutteloos te vragen wat gebeuren moet als Indië zichzelf zal kunnen regeeren. Deze tijd ligt in een al te verre toekomst. Bij de handhaving van het gezag kan veel overgelaten worden aan de ambte naren bij het binnenlandsch bestuur. Een vaste gedragslijn voor geheel Indië is niet vast te stellen. Sprekers indruk is, dat het Binnenlandsch bestuur de macht geheel in handen heeft en voldoende waakzaamheid in acht neemt. Voorts pleit spr. voor steun aan de inland- sche en Eurcpeesche cultures. De heer JOEKES (V. D.) wijst er op, dat de productenhuishouding in Indië gaande weg is omgezet in een geld-huishouding. Dit proces is hier en daar gestuit op de traditie door het niet voldoende rekening houden met het eigenaardig Oostersche. Zending en inmenging van particulieren hebben ook storend gewerkt. De vraag of het algemeen belang gediend is door het Nederlandsch bestuur is door de ondervinding in de laatste decennia beantwoord. Spr. vindt het wel ergerniswekkend, dat een man als de heer De Visser op durft ko men voor de rechten der Indische bevolking waar toch zijn geestverwanten in Indië met schoonschijnende leuzen en bedrleglyke prac- tyken 't onontwikkelde volk opzweepen en dryven tot middelen, die zich noodwendig tot dat volk zelf moeten keeren en het daglicht niet kunnen zien. De verbreiding van Christelijk geloof ziet spr. niet als een oplossing voor het koloniale vraagstuk. De igen godsdienst acht spr. voor velen van groot belang en het geven van Christelijk onderwijs op de scholen zou z.i. getuigen van weinig wijs beleid. De motie-De Visser kan spr. niet aanvaar den, evenals de moties-Cramer betreffende de amnestie en opheffing van liet internee- ringskamp. Wel wenscht hy een afzonderlijk onderzoek naar de mogelijkheid, dat on recht is begaan aan enkelen. Daarna wordt de vergadering tot heden verdaagd. Met ingaïig van 1 Jan. 1929 worden naar de Vrwts meldt, op de Nederlandsche Spoor wegen nieuwe trajectkaarten ingevoerd, wel ke slechts één maand geldig zijn. De geldig heid kan ingaan op eiken dag (dus niet meer alleen op den lsten eener maand). De prijs bedraagt per tariefkilometer: eerste klasse 1.08; tweede klasse 084; derde klasse 0.60, met opwaartsche af ronding van de prijzen op geheele guldens en met een minimum van 9, 7, 5 resp. voor 1ste, 2de en 3de klasse. De waarborgsom bedraagt f 1 voor elke klasse. Een trajectkaart wordt onmiddellijk na inlevejing der aanvraag gereed gemaakt en afgegeven, indien de geldigheid denzelfden dag aanvangt; Indien de geldigheid later in- zaat, mag de kaart niet eerder dan op den eersten dag van geldigheid afgegeven wor den. Model en formaat zyn vereenvoudigd. De kwestie te Vught Gisteren heeft de gemeenteraad van Vught in een besloten zitting een motie aangeno men. waarin in aansluitng op een 24 November 1927 aangenomen beslut om den gasdirecteur wegens het aannemen van z.g. „steekgeldên" voorloopig nog n'et te ont- slaan, hoewel het zeer laakbare van de han deling van den directeur werd erkend de heer J. Homoet wegens de ambitie en den ijver, waarmede hy het directeurschap ver vult, in zijn functie wordt gehandhaafd, omdat de raad van oordeel was, dat de direc teur door het eerstgenoemde raadsbesluit vol doende was gestraft. kerste bron te kunnen mededeelen, dat het bericht van het „Hbld." volgens hetwelk mr. D. Fock zich bereid had verklaard een can- didatuur voor de Tweede Kamer in den Rijkskieskring 's-Gravenhage te aanvaarden, volmaakt onjuist is. Ongeveer een jaar reeds heeft het gerucht van overplaatsing der fabriek van de firma Jurgens naar Rotterdam boven Oss gehan gen. Van tyd tot tijd werd personeel over geplaatst naar de nieuwe fabriek, doch on danks dat, bleef de bevolking de stille hoop koesteren, dat het gevreesde vertrek, dat aanzienlijke nadeelige gevolgen voor Oss met zich brengt, niet zou plaats hebben. Deze week is aan de meeste arbeiders en opzich ters, die niet worden overgenomen, het ont slag aangezegd en thans wordt beweerd, dat begin Maart de fabriek gesloten zal worden. De gemeente Oss zal de zorg voor ongeveer 400 werkloozen krijgen, meldt „De Tijd". In een adres aan de Tweede Kamer wijst de Centrale Vereeniging voor den Gedistil- leerdhandel er op, dat, nu de accynsverlaging in uitzicht kwam, berekend werd, dat de minimum-prijs van het gedistilleerd per glas in volkszaken op 0.16 zou moeten worden gesteld en de slijtersprijs op 2.70 per liter. In de duurdere zaken zou natuurlijk de glas- prijs hooger dienen gesteld te worden. De bewering, als zou by accynsver laging de Centr. Ver. voor den Gedlstilleerd- handel beoogen een prijsverlaging tegen te gaan en dus de accynsverlaging geheel aan den handel ten goede te doen komen, is van eiken grond ontbloot. Komen de voornemens dezer organisatie tot uitvoering, dan zal aan het publiek ten volle de accijnsverlaging ten goede kunnen komen. Verschenen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag nopens het ont werp van wet houdende bepalingen betref fende de procedure in kantongerechtzaken. De meening van eenige leden, als zou het ontwerp ten opzichte der zaakwaarnemers niet ver genoeg gaan. omdat ook niet pre ventief tegen de zaakwaarnemers kan wor den opgetreden, kan de minister niet dee- len. Van den aanvang toch heeft de minis ter zich op het standpunt gesteld, dat het niet gewenscht is de controle op de zaak waarnemers zoo op te zetten, dat het be roep van zaakwaarnemer een wettelyk stem pel krygt. De party, wier gemachtigde wordt ge weigerd, kan, als zy tegenwoordig is, zelf optreden en verschynt dus ln persoon. In dat geval is er dus geen sprake van, dat de niet-toelating wordt opgevat als een verstek iatfn gaan. Het heemraadschap van „De Hoevensche Beemden", heeft te Hoeven vergaderd over het plan varL de Nederlandsche Heide- Maatschappij, in samenwerking met genoemd waterschap en de commissie voor werkverrui ming in West-Brabant ontworpen ter ont watering van de Hoevensche beemden. Met 136 tegen 65 stemmen werden aan vaard het rapport behoorende by het plan van verbetering van den waterafvoer, de staat van kunstwerken behoorende by dit plan en de begrooting van kosten. Pe Minister van Arbeid, Handel en Ny- verheid heeft aan de gemeentebesturen een circulaire gezonden, waarby wordt medege deeld, dat het in het voornemen der Re geering ligt om wanneer de Ryks&egroo- ting voor het jaar 1929 bij de wet zal zyn vastgesteld voor dat jaar voor woningwet voorschotten weder een bedrag van f 12 millioen beschikbaar te stellen en voorts een bedrag van f 80.000 voor het verleenen van jaarlij'ksche bijdragen tct dekking van 50 pet. van het op de exploitatie der voor krot opruiming gebouwde woningen te lyd'en te kort. De bepalingen, ter zake opgenomen in de aanschrijvingen van 17 Maart 1926, 9 Juni 1926 31 Maart 1927 en 12 Maart 1928, zul len ook voor het jaar 1929 gelden. Naar het „Hbld." verneemt, heeft mr. D. Fock, voorzitter van den Vrijheidsbond, zich thans in beginsel bereid verklaard, een can- didatuur te aanvaarden voor de Tweede Kamer ln den Rijkskieskring 's-Gravenhage en de daarmede verbonden Rijkskieskringen. Onjuist „Het Vaderland" zegt echter, uit de ze- Groslijsten „Het Volk" meldt: Overeenkomstig1 de nieuwe bepalingen van het reglement kwam Zondag 16 dezer in „Krasnapolsky" te Amsterdam de Partyraad van de S.D.A.P. in zijn nieuwe samenstel- J ling byeen, ter vaststelling van de groslysten i voor de Tweede Kamer. I Voor de verschillende kieskringen werden de volgende lijsten samengesteld, waarover het referendum moet plaats vinden: Leeuwarden: 1. Mr. W. Sannes, 2. P. Hiem- stra, 3. H. de Boer, 4. K. Vorrink, 5. L. v. d. Wal, 6. J. IJtsma. Groningen: 1. J. H. Schaper, 2. mevr. de Vries-Bruins, 3. D. Bartels, 4. K. de Jonge, 5. B. H. Bredman, 6. mevr. Mansholt Andreae. Assen: 1. A. v. d. Heide, 2. K. Brok, 3. J. Meertens, 4. H. Sikkens, 5. L. C. A. Franken. Zwolle; 1. J. W. Albarda, 2. W. v. d. Sluis. 3. A. Leendertz—Ladenius, 4. van Ruyven, 5. Bevers, 6. Rengelink," 7. I-I. J. J. Eichelsheim, 8. Beerentz. Arnhem—Nymegen1. A. B. Kleerekoper, 2. H. v. Braambeek, 3. L. J. Faber, 4. mevr. Weersmavan Duin, 5. F. S. Noordhoff, 6. M. Rademakers. Utrecht: 1. Dr. Th. V. d. Waerden, 2. B. J. J. Weykamp, 3. J. J. Reynders, 4. R. v. Gaas beek, 5. L. WoltersArnolli. Haarlem—Helder1. Mr. J. E. W. Duys, 2. Ch G. Cramer, 3. C. Thomassen, 4. J, E. Stokvis, 5. F. v. d. Walle, 6. W. v. d. Vall, 7. .A. de Vries. 8. P. Zeeman, 9. F. v. Meurs DordrechtRotterdam: 1. J. ter Laan, 2. S. Groeneveg, 3. J. v. Zadelhoff, 4. J. Brauti- gam, 5. A. B. de Zeeuw, 6. van der Houven, 7. J. A. Bergmeijer, 8. P. de Bruyn, 9. J. J. Spronkers, 10. Mr. Donkers. TilburgDen Bosch: Middelburg en Maas tricht: 1. W. H. Vliegen, 2. W. Drop, 3. C. Woudenberg, 4. A. M. Overhoff, 5. P. G. Gruys, 6. Pieters. Den HaagLeiden: 1. K. ter Laan, 2. A. W. IJzerman, 3. W. Drees, 4. W. v. d. Sluis, 5. K. R. v. Staal, 6. F. S. Noordhoff. Amsterdam: 1. A. H. Gerhard, 2. J. v. d. Tempel, 3. E. Kupers, 4. Mr. Dr. G. v. d. Bergh, 5. Alida de Jong. 7. S. R. de Miranda, 7. Th. Thijssen, 8. Ed. Polak, 9. S. de Wolff, 10. B. C. Franke, 11. P. v. Eek, 12. P. Kies. Een vergadering van Zniderreevisschers. In een te Anna Paulowna gehouden ver gadering van Zuiderzeevisschers, is groote ontstemming uitgesproken over den gerin gen voortgang, die inzake de in uitzicht ge stelde wyzigingen in de Zuiderzeesteunwet valt te bespeuren. Als gevolg van het feit, dat er in de Generale Commissie drie, op vattingen tot uiting zyn gekomen, kon van een adres moeiiyk worden gesproken en kon de Minister zijn standpunt nog niet be palen en nog nader overlég met de com missie moet plaats hebben. Ook werden de bedragen der hier en daar verleende ultkee- ringen van f 1f 5 per week aan scherpe critiek onderworpem Na uitgebreide discus sies werd besloten een deputatie naar de Generale Commissie af te vaardigen, ten einde aan te dringen op ruime en spoedige hulp bij inrichting van een nieuw bedrijf en aan te dringen voor hen, die tijdeiyk nog kunnen blijven visschen op een regeling van bevissching die ratloneele bevissching mo- gsiyk maakt en roofvlssoherij voorkomt. is een baaisnee.xoo heerlijk van geuren smaak als 11 nog n ooit gerookt heeft. evenwel niet de middelen ter beschikking tot dekking van deze kostenverhooging. De Minister van Waterstaat brengt ter kennis, dat by Koninklijk Besluit Tan 3 December j.l. is bepaald, dat alle in het Aanbestedingsreglement 1919" voorko mende bepalingen, omtrent de regeling van de borgstelling met ingang van 1 Januari 1929 komen te vervallen, met dien verstan de, dat tusschen de artikelen 13 en 14 een nieuw artikel wordt ingelascht, luidende: „Onze Minister is bevoegd, indien en voor zoover daartoe naar zyn oordeel aan leiding bestaat, aan gunning van het werk de voorwaarde te verbinden, dat de aan nemer vooraf zekerheid stelt voor de na koming van alle verplichtingen, welke, in gevolge de bepalingen van het bestek of de overeenkomst op hem mochten komen te rusten. Hij bepaalt tevens den vorm en het bedrag der zekerheid: dit bedrag zal een tiende van de aannemingssom niet overschrijden. Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer Verscheen is de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot wyzi ging der Invaliditeitswet. Naar het gevoelen van den Minister kan met de voorgestelde yerhooging van de de loongrens tot 2ÖOO worden volstaan. Personen, die na hun 35ste levensjaar voor het eerst in loondienst treden, biyven, zooals in het Voorloopig Verslag der Tweede wordt opgemerkt onverzekerd, ook al zou den zy naar hun maatschappelyke positie aan de verzekering behoefte hebben. Daar in ligt ongetwyfeld een aan het stellen van een leeftydsgrens verbonden nadeel, zoowel voor de betrokken arbeiders, alsook anders zins. De Minister heeft echter geen voor stel kunnen doen tot verhooging van de leeftydsgrens. Verhooging van de leeftijdsgrens tot byv. 45 jaar, met toekenning aan de verzeker den wier verzekering na het 35ste levens jaar is ingegaan van dezelfde uitkeeringen als waarop de overige verzekerden aan spraak kunnen maken, aan welke oplossing de Minister vérre de voorkeur zou geven, maakt blijkens een door den wiskundigen adviseur der Bank uitgevoerde berekening,] verhooging der Staatsbydrage, bedoeld in artikel 20 der Invaliditeitswet, met een bedrag van omstreeks 1,000,000 per Jaar noodig. Aan den Minister staan thans Gisteren heeft de aftredende commandant van het veldleger, luit.-gen. Muller Massis, afscheid genomen van alle in Amersfoort ln garnizoen liggende troepen. Op het terrein van de wapenschouwing, de Vlasakkers, waren opgesteld het vijfde, zestiende, acht tiende en een en twintigste regiment infan terie, onder commando van luit.-kolonel J. A. Pet, de cavallerie onder commando van de kolonel Pabst, terwyi de artillerie gecom mandeerd werd door luit.-kolonel I. Bessem. De geheele wapenschouwing stond onder commando van den kolonel der artillerie, jhr. Röell. In de staf van den commandant van het veldleger bevonden zich o.a. de inspec teur der cavallerie gen.-majoor Van Mens en Quanjer, commandant der vierde divisie. Na het openen van den ban wees de gen. Muller Massis in een korte toespraak den officieren op den eed, afgelegd aan hun vaandel. Hy verzocht den onderofficieren de officieren in hun taak te steunen, terwyl hij de manschappen herinnerde aan de krijgs tucht en hen opwekte hun millitaire plichten met lust waar te nemen. De generaal ein digde zyn rede, waarbij de verschillende vaandels en ook de standaard tegenover hem waren opgesteld, met een driewerf hoera op de koningin. Daarna bracht de muziek van de achtste infanterie-brigade het „Wilhelmus" ten ge- hoore. Met een défilé van alle troepen langs den scheidenden generaal werd deze plech tigheid besloten. Voor wie aan de waarheid van deze ge schiedenis twyfelen mocht, zij gezegd, dat zy zich vorige week te Beriyn heeft afgespeeld. Althans het naspel: de rechtszitting. Een jeugdige bedriegster wenschte zich op een goeden dag eens fyn in de kleeren te steken. Zij besloot by haar inkoopen een of anderen vorm van „koop zonder betaling" toe te passen. Daartoe sloeg zy een Beriynsch adresboek op en zocht daarin een naam op, die haar een waarborg toescheen voor een zekeren financieelen welstand. Op dezen naam vulde zy een legitimatie- kaart in, ging daarmee gewapend winkelen en kocht, wat haar hart begeerde. Haar man laten we zeggen mynheer Muller zou betalen. Dat was de naam, dien zy aan het adresboek ontleend had. Het tweede bedryf van deze geschiedenis speelde zich af ten huize van mynheer Mul ler. Op zekeren dag keek mevrouw Muller de post na, die voor haar man was gekomen en vond daaronder een brief van een firma, specialiteit in elgante dameskleeding, haar niet onbekend. Ongeduldig wachtte zy op de thuiskomst van haar man. Deze kwam, opende aanstonds den brief en las het volgende: Zeer geachte Heer, By het nazien onzer boeken, bemerkten wy, dat ten uwen name nog een post open staat van 360 Mark (volgde specificatie), die nog niet betaald is. Wij verzoeken u be leefd, ons hiervoor remise te doen toekomen. Hoogachtend, Mijnheer Muller keek, of hij t in Keulen hoorde donderen. Hij zei alleen: „Daar begrijp ik totaal niets van." Maar mevrouw Muller was niet dezelfde meening toegedaan. „Maar ik begryp het des te beter. Ja, als ik geld vraag, danMaar voor zoo iemand Verder bracht zij het niet, aangezien ze op dat oogenblik een f'auwte kreeg. Zooals reeds by den aanvang verzekerd: het merkwaardige van deze geschiedenis is, dat zij waar is. De bedriegster stond vorige week voor den rechter en mijnheer Muller, d'.e ais getuige gedagvaard was, kortte zich den tyd door in de wachtkamer liet ongeluk, dat hem was overkomen, te verhalen: „Myn vrouw gelooft my niet. Ik heb ze be zworen, dat ik onschuldig ben. Ik heb ge. 1 smeekt, gebedeld. Ik heb gezegd: wacht tot de zaak voorkomt. Dan zal het bewys van myn onschuld geleverd worden. Mijn vrouw heeft geantwoord: „Ja. daar zal het geleverd wor. den!" Vandaag nu komt de zaak in behan deling. Mijn vrouw loopt als een brie6chende leeuwin in de gang ch? en neer. Maar als ik straks als getuige het woord krijg, zal !k de beklaagde ongezouten het onbehooriyke van haar handelwyze te verstaan geven. Ik heb verschillende punten, die ik achtereen volgens zal behandelen, genoteerd. Wat "n laagheid! Het Beriynsche adresboek is erg lyvig. Waarom moet dat schepsel nu pre cies myn naam uitzoeken? Mijn huise. lijk leven is er totaal door bedorven. Bodet" De bode keek nameiyk even om het hoekje van de deur. ,3ode, ben ik al aan de beurt?" Want mynheer Muller werd ongedul dig. Wat men hem niet kwalyk ln** nemen Ten slotte kwam mynheer Muller aan de beurt. De deurwaarder riep de getuigen op. Mynheer Muller ging binnen. Hij ging met langzame, plechtige schreden op den rechter toe, om op die manier nog even tijd te heb ben, de verschillende punten te repeteeren. „U bent mijnheer Muller?" vroeg de rechter. „Dat ben ik," klonk kortaf en wrevelig het antwoord. „Neemt u daar dan plaats. Uwe getuigen verklaringen hebben wy laten vervallen." Tableau Daar ging het programma met de verschil lende punten! „Mynheer de presidentving, na een diepe ademhaling de getuige aan. „Neemt u plaats, alsjeblieft, daar links. Het geval is voldoende duidelijk." Mynheer Muller viel als machteloos op zjjn zitplaats neer. „Alles is duidelyk, voldoende duideUjk mompelde hy. „En mijn onschuld dan? Is die voldoende duidelyk? Wat zal myn vrouw nu wel zeggen?" Toch werd de onverkwikkelijke geschiedenis nog ontward. Beklaagde stond plotseling op en vroeg: „Die mijnheer daar, is dat mijnheer Mul ler?" „Ja wel, die ben ik," bevestigde mynheer Muller, en wierp een blik van verwijt op de vraagster naar links en nog een blik van bitter verwijt naar achter, naar een dame, die zich onder de toeschouwers bevond Uit de vraag van de beklaagde was wel overduidelijk gebleken, dat ze mynheer Mul ler niet kende, en dat hij haar dus niet voor 360 Mark kleeding had kunnen koopen. Eer en geluk waren gered bij de familie Muller. Tien maanden was het vonnis voor be klaagde, die meer op haar kerfstok bleek te hebben dan het geval Muller. De rechter vermoedde niet, welke tragiek zich tydens de behandeling van de zaak van de oplichtster bovendien nog in de 2aal af speelde, en de lezers zullen met verbazing uit het geval constateeren, wat 'n mensch al niet gebeuren kan, en alle vrouwen dien moeten inzien, hoe onschuldig de mannen zijn en hoe vaak hun om-echt wordt aange daan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 10