Binnenlandsch Nieuws
VOOR DE HUISKAMER
derde blad
De candïdaatstelling voor de
Tweede Kamer
rA&M
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DONDERDAG 20 DECEMBER 1928
BLADZIJDE 2
Bezetting der kwaliteitszetels
Staten-Generaal
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Ruwe
Handen
Nieuwe trajectkaarten op de
Ned. Spoorwegen
Corruptie in het gasbedrijf
Zullen de Jurgensfabrieken
te Oss gesloten worden?
De verlaging van accijns
op gedistilleerd
Procedure in Kantongerecht
De Hoevensche Beemden
zullen ontwaterd worden
Twaalf millioen aan voor
schotten als steun voor
woningbouw
Mr. D. Fock, candidaat
voor de Tweede Kamer
De S. D.A.P. en de Kamer
verkiezingen
Grieven over de uitvoering
der Zuiderzeesteunwet
L0U15 DQBBELFSANN-R01TERDAIT
Borgstelling vervallen
De wijziging der Invalidi
teitswet
LEGER EN VLOOT
Luitenant-generaal
Muller Massis neemt te
Amersfoort afscheid
Hij, zij en de onbekende
Prof. Veraart te 's-Gravenhage
candidaat gesteld.
Te 's-Gravenhage heeft vergaderd de R.K
Kiesvereeniging, parochie van de H. Fa
milie, aldaar, onder voorzitterschap van den
heer W. J. van Dijk.
Op voorstel van het bestuur besloot de
vergadering een telegram te zenden aan
jhr. mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck, waarin
Z. Exc. een spoedig en algeheel herstel werd
toegewenscht.
Daarna ontspon zich een langdurige dis- j
cussie over de candïdaatstelling. j
Besloten werd voor den kwaliteitszetel voor
oinnenlandsch bestuur candidaat te stellen
mr. Ch. Ruijs de Beerenbrouck, met als
plaatsvervangers mr. Kropman (Amsterdam!
en mr. T. v. d. Oever en ir. M. Bongaerts.
beiden Den Haag.
Over den kwaliteitszetel voor arbeidszaken
die mede toegewezen ls aan de drie hoofd
steden, ontstond een ernstig meeningsver-
schil.
Een der aanwezigen verdedigde het stand
punt van het R. K. Werkliedenverbond.
De voorzitter verdedigde in den breede de
zienswijze van het bestuur en wees er op, dat
de afdeeling gerust haar gang kan gaan en
prof. Veraart candidaat stellen, omdat vol
gens hem het dagelijksch bestuur van de
Staatspartij verzuimd heeft een spoedeischen-
de vergadering te beleggen, terwijl boven
dien de eisch van het Katholiek Werklieden
verbond in strijd is met het Katholiek sen
timent en veel weg heeft van een klassen
strijd.
Een motie-van de Ende luidde als volgt:
„De Katholieke Kiesvereeniging, afdeeling
L„ kennis genomen hebbende van de om
schrijving van de kwaliteitszetels voor
arbeidszaken, acht zich verplicht prof.
Veraart niet in aanmerking te doen komen
voor dezen kwaliteitszetel in de groep kies
kring Amsterdam, Den Haag en Rotter
dam", werd met drie stemmen voor ver
worpen.
Hierna werd prof. Veraart candidaat ge
steld. voor den tweeden kwaliteitszetel en als
plaatsvervanger de heer L. F. Guit.
Hierna werden in alphabetische volgorde
de voglende personen gecandideerd voor
de overige plaatsen:
Mr. Andreolie, Den Haag: G. Bulten,
Voorhout; A. Conijn, Doetinchem; mr. Go-
zeling. Amsterdam; mr. Hellenberg Hubar,
Rijswijk; J. D. de Koh, Loosduinen; J. Lam-
booy. Den Haag; J. Loerakker, Hoofddorp;
M. van Poel Helmond; A. Serrarens, Utrecht;
prof. dr. Alph. Steger, Heemstede.
Actie van den R.K. Middenstand
voor een vrijen zetel
Te Utrecht is, naar de Msb. verneemt, een
vergadering gehouden door de voormannen
van biina alle R K. Middenstandsvereenigin-
?en ter bespreking van de Tweede Kamer
verkiezingen in 1929. Besloten werd zoo mo
gelijk met een eigen candidaat uit te komen
voor een vrijen zetel. Als candidaat werd ge
noemd mr. J. A. G. van Hellenberg Hubar,
te Rijswijk.
Pe R. K. Staatspartij en de
Katholieke democraten
In een vergadering van de R.K. Werk
lieden vereeniging te Arnhem heeft de heer
A. C. de Bruin, lid van het dagelijksch be
stuur der Staatsparty en voorzitter van het
R.K. Werkliedenverbond gesproken over de
RK. Staatspartij en de Katholieke demo
craten. Spr. definieerde het begrip demo
cratie en beantwoordde daarop de vraag
of de katholieke democraten in de R. K.
Staatsparty en met deze partij goed en met
enthousiasme en uit volle overtuiging kun
nen deelnemen aan den verkiezingsstrijd,
met een volmondig ja.
Allereerst wijdde spr. aandacht aan het
partij-programma, waaraan thans, na de
vaststelling, de toekomstige leden van de
Eerste en Tweede Kamer moreel en formeel
gehouden zijn. Spr. wees er op, dat er geen
politieke strekking lag in de wijziging, welke
men waarneemt in het eerste punt, waar
thans gesproken wordt van de handhaving
en doorvoering van de beginselen van Katho
liek (vroeger heette het „Christeiyk") Staat
kundige beginselen. Onjuist achtte spr. de
houding van hen die om politieke redenen
bevreesd waren voor deze zeer logische wij
ziging. Terloops behandelt spr. enkele spe
ciale punten.
Ten opzichte van het hoofdstuk Arbeid
merkte spr. op, dat de arbeiders verlangd
hebben, dat het program zich duidelijk voor
de publiek-rechtelijke bedrijfsorganisatie
zou uitspreken.
'Naar spr.'s oordeel eisch het program 1929
zeer beslist de publiekrechteiyke bedrijfs
organisatie voor bedrijven, waar dat mogelijk
is, als de typografie, de metaalnijverheid,
meubelindustrie. De bedoeling van het pro
gram is, dat de overheid organen instelt,
die de regeering van advies zullen dienen
ter zake, organen ook met uitvoerende be
voegdheid (die ouderdomswet enz. zullen
kunnen uitvoeren) organen die geschillen,
daarover ontstaan kunnen beslechten.
Spr. spoorde de arbeiders aan door hard
werk en studie zich te ontwikkelen voor de
komende taak.
Spr. vestigde de aandacht op tal van
goede punten in dat hoofdstuk, welke de
democraten volkomen bevredigden.
Wat de uitvoering aanging, merkte spr.
op, dat men niet te veel het oor moet
leenen aan de bewering, dat er van dit
program niets komt als de Staatsparty gaat
samenwerken met een conservatieve party.
Spr. wydde daarna aandacht aan de kwes
tie der kwaliteits- en vrije zetels, een zaak
die thans ook door Albarda wordt geprezen.
Spr wees op de zeer democratische manier
van candidaatstelling; van het aantal stem
men hangt alles af. Ook ten opzichte van
de kwaliteitszetels is het kiezerscorps vry
„in de levering van den persoon."
Nog een andere reden noemde spr. op om
voor de R.K. Staatsparty te werken: de
grootste kans op reaiiseering van de ver
langens. Spr. wees er op, dat de R.K. Staats
partij de machtigste party is, haar fractie
heeft dus wel invloed: de strijd der een
lingen heeft geen resultaat,
Spr. wees op de katholieke levensbeschou
wing; culmineerend in de beantwoording der
vraag; waartoe zijn we op aarde. Daaraan
is inhaerent de R. K. Wereldbeschouwing.
Door de R. K. Staatsparty is dapper mee
gestreden in den cultuurstrydhaar ver
tegenwoordigers in de kamer hebben buiten
gewoon groote cultuurgoederen bereikt. Is
het werken der democraten in de Staats
party niet waarlyk het werken voor God?
Indien de R. K. Staatspartij verstrekt uit
den stryd komt en. haar program kan reali-
seeren. zal een belangryke stap gedaan zyn
in de richting van het ideaal: de maat-
schappy gebasseerd op Christeiyk solidaris-
me.
Naar aanleiding van deze rede ontstond
gedachtenwisseling, waarby o.m. inlichtingen
jrerden gevraagd over de kwestie-Veraart.
In zyn antwoord wees de heer de Bruyn
er in verband met de kwaliteitszetels op,
dat men met de moeilijkheid zat om de
theorie te doen aanpassen aan de prakiyk.
Met of zonder kwaliteitszetels valt het niet
mee, aldus spreker, om iemand die lang
als Kamerlid zit, niet ipeer te candideeren;
doch de kiezers hebben volle vrijheid.
De moeilykheid besprekende inzake het
geschil-Veraart, zeide spreker, dat het niet
gemakkelyk is om over oe zaak in het open
baar te spreken. Deze moeilykheid zou niet
gerezen zijn, als de heer Veraart tydig de
consequenties had ingezien. Het Centraal
College meende vier kwaliteitszetels te moe
ten bestemmen voor menschen, die praktisch,
en theoretisch de arbeiders-vraagstukken en
-beweging kennen. Voor een van deze zetels
komt de heer Veraart niet in aanmerking,
wel voor den kwaliteitszetel voor sociaal-
economische vraagstukken in Overijsel, doch
daar prefereert men zoo goed als zeker mr.
Aalberse. Aanvankelijk was de heer Veraart
van meening, dat er 3 kwaliteitszetels
moesten zyn voor arbeidszaken en 2 voor
sociaal-economische, zaken n.l. één voor
Overysel, en één voor den Haag.
Nu echter anders is beslist en er maar één
kwaliteitszetel is bestemd voor sociaal-eco
nomie en 4 voor de arbeiders, eischt de heer
Veraart opeens een arbeiderszetel. Spreker
wenschte thans als lid van de arbeidersbe
weging te spreken: de arbeiders willen deze
zetels niet geven aan anderen dan aan hun
eigen mannen. Spreker was er van over
tuigd, dat het belang der party ernstig zou
worden geschaad, als de zaak niet verloo-
pen zou, zooals het Centraal College bepaald
had. Spreker zeide, dat er overigens geen
sprake was van een geschil. Want het Cen
traal College beslist alleen en zelfstandig.
Men heeft, aldus spreker, gezegd, dat het
Centraal College de kwestie van de kwali
teitszetels onder druk van vermoeidheid
heeft afgehandeld, doch spreker wist, dat
zulks niet waar was. Jhr. Ruys was zeer
verheugd over het resultaat.
Spr. kan zich wel voorstellen, dat prof.
Veraart een arbeiderszetel wenschte, maar
hij heeft absoluut geen overleg gepleegd. Hij
heeft alleen gezegd: die zetel is voor my.
Spreker wees er nog op, dat men de drie
groote steden gecombineerd had om hier een
tegenwicht tegen de socialisten te krygen.
Er dienen dus de mannen der arbeiders op
die lyst voor te komen. Men vraagt te veel
van de arbeiders, aldus spreker, als men hen
vraagt voor prof. Veraart de mannen op te
offeren, die uit en door de arbeiders voort
gekomen, door hen worden vertrouwd, al
smaalt „De Morgen" hen dan ook als vrij
gestelden. Natuurlyk „vrijgestelde", dat is
het teeken van vertrouwensman te zijn. Spr.
hoopt van harte, dat prof. Veraart in de
Kamer zou komen op een vrijen zetel, die
een even volwaardige zetel is als de kwali
teitszetel.
In aansluiting aan de candidaatstelling
van Prof. Veraart voor den kwaliteitszetel
voor arbeidszaken in de kiesvereeniging.
waarvan de secretaris van het kringbestuur
voorzitter is en mede in aansluiting aan het
geen prof. Veraart aan „de Residentiebode"
heeft medegedeeld, verneemt de „Msb." nog,
dat hij san alle voorzitters van de R.K.
's-Gravenhaagsche kiesvereenigingen geiyk-
tydig met zyn bedanken voor het dagelyksch
bestuur van de Staatsparty een brief heeft
geschreven.
In dit schrijven deelt hy mede, zich niet
te hoog te voelen voor een vryen zetel, maar
dat hy op dit oogenblik geen andere can-
didatuur zal aanvaarden dan die voor de
kwaliteit arbeiderszaken en arbeidersbewe
ging, waarvoor hy de kwaliteiten bezit, zich
beroepende op het inzicht van zijn medebe
stuurders. Hy meent, dat deze zetel hem met
het volle recht toekomt en hij zal daarom
rustig afwachten, of het centraal college den
moed zal hebben hem daarvoor te diskwali-
ficeeren. Zijn candidaatstellen voor die kwa
liteit op voorstel van zijn secretaris is dus het
inzetten van den persoonlijken strijd.
In de vergadering der Eerste Kamer
kwamen gisteren een aantal kleinere wets
ontwerpen aan de orde, om. betreffende
naturalisatie. By de wetsontwerpen aan
gaande naturalisatie betoogde de heer DE
GIJSELAAR (C.H.), dat men de naturalisa
tie-aanvragen veel beter moet onderzoeken.
Weliswaar is het voor menschen die nergens
genaturaliseerd zijn moeilijk, omdat zij geen
pas kunnen krygen, maar daarvoor kan de
Volkenbond misschien voorzieningen treffen.
Spr. wyst op de naturalisatieaanvragen door
Duitscher die een tweeden naam willen aan
nemen, hetgeen tegenwoordig in Duitschland
zeer in de mode is.
De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer
DONNER, gelooft, dat door de woorden var.
den heer De Gijselaar by verschillende gele
genheden wordt voorkomen het gevaar, dat
dit werk sleur wordt.
Daarna werden alle wetsontwerpen zonder
hoofdelijke stemming aangenomen en de
vergadering tot 27 December a s. verdaagd.
DE INDISCHE BEGROOTING
In de vergadering der Tweede Kamer
vroeg gisteren de heer KORTENHORST
CR. K.) een interpellatie aan over de plan
nen van het hoofdbestuur der P. T. T. tot
wyziging van de locale en interlocale tele
foontarieven.
Op dit verzoek wordt heden beslist.
Daarna werd voortgezet de behandeling
der Indische begrooting.
De heer VAN BOETZELAER (C.H.) ge
looft niet, dat de heer Cramer zijn Indischen
partygenooten een dienst heeft bewezen met
het houden van een rede als hij gisteren
deed .Met de door hem ingediende moties kan
spr. hem niet gelukwenschen.
Spr. wUst op het bezwaar tegen behande
ling van deze. begrooting aan het einde van
den begrootings-arbeid als de Kamer aan het
einde harer krachten raakt. Hy hoopt dat als
n indië volgens de nieuwe regeling de be
handeling later plaats heeft, die begrooting
ier niet meer voor Kerstmis zal worden af-
-edaan. Öok ten aanzien van Indië is begin
selvastheid in de leiding noodig. Daarom
ls het ook voor Indië beter, dat er zoo
spoedig mogelijk een parlementair kabinet
komt.
De heer VAN BOETZELAER bespreekt
voorts de positie van den Volksraad. Voor hef
instellen van eilandenressorten had spr. veel
gevoeld, maar daartoe had dan moeten wor
den overgegaan vóór de instelling van den
centralen Volksraad. Thans is verwezenlijking
van dit denkbeeld slechts in een verre toe
komst mogelijk. Toch moet spr. toegeven dat
de critiek van den heer Colijn op den Volks
raad sterk staat. Een staatscommissie acht
spr. op dit oogenblik niet gewenscht. De
kwestie van art. 177 is in de Kamer ieder
jaar besproken. Bij de bestrijding van dit
artikel wordt door de Katholieken als argu
ment de missievryheid naar voren gebracht,
als zouden degenen, die op behoud van dit
artikel prys stellen, tegen missievryheid zijn.
Dit is niet juist. Spr. zou dus willen voor
stellen het woord missievrijheid in dit ver
band niet meer te bezigen. Hier en daar zal
de regeering dubbele zending moeten blijven
verbieden uit vrees voor wanordelijkheden.
De heer L. DE VISSER (C.P.) 'herinnert
aan zijn protest van andere jaren, tegen het
feit, dat ten nadeele van het Indonesische
volk telken jare de Indische begrooting er
doorgejast" wordt door een parlement van
onbevoegden. Thans ls dat protest in ver
zwakten vorm ook van andere zijde ge
hoord.
Spr. komt vervolgens op de interneering in
'-et Boven-Digoelkarro. Daar is een burgerlijk
journalist geweest, die heeft aangetoond hoe
het daar is. Het is sprekers grief tegen de
regéering, dat zij hem niet heeft willen toe
staan naar Indië toe te gaan om een onder
zoek in te stellen. Het is er heel bar, ondanks
het feit, dat de minister het als een soort
vacantie-oord voorstelt. De heer de Visser
spreekt voorts over smerigheden der regee
ring bij de v/reedheden ter onderdrukking
van den opstand op Sumatra's Westkust.
De VOORZITTER kan het woord „smerig
heden" niet toelaten omdat de heer De Visser
het verband tusschen wreedheden en verant-
woordig der regeering niet heeft aange
toond.
De heer DE VISSER wyst verder op den
grondroof in Indië, de onrechtmatigheden
ten aanzien van belastingen en het erfpacht
stelsel. Be petroleum heeft een belasting van
T/< cent per liter", waarmee de bevolking
wordt uitgezogen ten bate van het olie
kapitaal.
Spr. dient ten slotte een motie in waarin
dezelfde wenschen worden uitgesproken als
de heer Cramer in zijn moties heeft be
lichaamd.
Deze motie wordt gelijktydig behandeld.
De heer KNOTTEBELT (V. B.) wijst er op,
dat de tegenwoordige welvaart in Ned. Indië
in de eerste plaats is te danken aan den Hol-
landschen ondernemingsgeest en de Hol-
landsche toewijding. Hij licht dit met eenige
cijfers toe. Het is z.i. nutteloos te vragen wat
gebeuren moet als Indië zichzelf zal kunnen
regeeren. Deze tijd ligt in een al te verre
toekomst. Bij de handhaving van het gezag
kan veel overgelaten worden aan de ambte
naren bij het binnenlandsch bestuur. Een
vaste gedragslijn voor geheel Indië is niet
vast te stellen. Sprekers indruk is, dat het
Binnenlandsch bestuur de macht geheel in
handen heeft en voldoende waakzaamheid in
acht neemt.
Voorts pleit spr. voor steun aan de inland-
sche en Eurcpeesche cultures.
De heer JOEKES (V. D.) wijst er op, dat
de productenhuishouding in Indië gaande
weg is omgezet in een geld-huishouding. Dit
proces is hier en daar gestuit op de traditie
door het niet voldoende rekening houden
met het eigenaardig Oostersche. Zending en
inmenging van particulieren hebben ook
storend gewerkt. De vraag of het algemeen
belang gediend is door het Nederlandsch
bestuur is door de ondervinding in de laatste
decennia beantwoord.
Spr. vindt het wel ergerniswekkend, dat
een man als de heer De Visser op durft ko
men voor de rechten der Indische bevolking
waar toch zijn geestverwanten in Indië met
schoonschijnende leuzen en bedrleglyke prac-
tyken 't onontwikkelde volk opzweepen en
dryven tot middelen, die zich noodwendig tot
dat volk zelf moeten keeren en het daglicht
niet kunnen zien.
De verbreiding van Christelijk geloof ziet
spr. niet als een oplossing voor het koloniale
vraagstuk. De igen godsdienst acht spr. voor
velen van groot belang en het geven van
Christelijk onderwijs op de scholen zou z.i.
getuigen van weinig wijs beleid.
De motie-De Visser kan spr. niet aanvaar
den, evenals de moties-Cramer betreffende
de amnestie en opheffing van liet internee-
ringskamp. Wel wenscht hy een afzonderlijk
onderzoek naar de mogelijkheid, dat on
recht is begaan aan enkelen.
Daarna wordt de vergadering tot heden
verdaagd.
Met ingaïig van 1 Jan. 1929 worden naar
de Vrwts meldt, op de Nederlandsche Spoor
wegen nieuwe trajectkaarten ingevoerd, wel
ke slechts één maand geldig zijn. De geldig
heid kan ingaan op eiken dag (dus niet
meer alleen op den lsten eener maand).
De prijs bedraagt per tariefkilometer:
eerste klasse 1.08; tweede klasse 084;
derde klasse 0.60, met opwaartsche af
ronding van de prijzen op geheele guldens
en met een minimum van 9, 7, 5 resp.
voor 1ste, 2de en 3de klasse.
De waarborgsom bedraagt f 1 voor elke
klasse.
Een trajectkaart wordt onmiddellijk na
inlevejing der aanvraag gereed gemaakt en
afgegeven, indien de geldigheid denzelfden
dag aanvangt; Indien de geldigheid later in-
zaat, mag de kaart niet eerder dan op den
eersten dag van geldigheid afgegeven wor
den.
Model en formaat zyn vereenvoudigd.
De kwestie te Vught
Gisteren heeft de gemeenteraad van Vught
in een besloten zitting een motie aangeno
men. waarin in aansluitng op een 24
November 1927 aangenomen beslut om den
gasdirecteur wegens het aannemen van z.g.
„steekgeldên" voorloopig nog n'et te ont-
slaan, hoewel het zeer laakbare van de han
deling van den directeur werd erkend de
heer J. Homoet wegens de ambitie en den
ijver, waarmede hy het directeurschap ver
vult, in zijn functie wordt gehandhaafd,
omdat de raad van oordeel was, dat de direc
teur door het eerstgenoemde raadsbesluit vol
doende was gestraft.
kerste bron te kunnen mededeelen, dat het
bericht van het „Hbld." volgens hetwelk mr.
D. Fock zich bereid had verklaard een can-
didatuur voor de Tweede Kamer in den
Rijkskieskring 's-Gravenhage te aanvaarden,
volmaakt onjuist is.
Ongeveer een jaar reeds heeft het gerucht
van overplaatsing der fabriek van de firma
Jurgens naar Rotterdam boven Oss gehan
gen. Van tyd tot tijd werd personeel over
geplaatst naar de nieuwe fabriek, doch on
danks dat, bleef de bevolking de stille hoop
koesteren, dat het gevreesde vertrek, dat
aanzienlijke nadeelige gevolgen voor Oss met
zich brengt, niet zou plaats hebben. Deze
week is aan de meeste arbeiders en opzich
ters, die niet worden overgenomen, het ont
slag aangezegd en thans wordt beweerd, dat
begin Maart de fabriek gesloten zal worden.
De gemeente Oss zal de zorg voor ongeveer
400 werkloozen krijgen, meldt „De Tijd".
In een adres aan de Tweede Kamer wijst
de Centrale Vereeniging voor den Gedistil-
leerdhandel er op, dat, nu de accynsverlaging
in uitzicht kwam, berekend werd, dat de
minimum-prijs van het gedistilleerd per glas
in volkszaken op 0.16 zou moeten worden
gesteld en de slijtersprijs op 2.70 per liter.
In de duurdere zaken zou natuurlijk de glas-
prijs hooger dienen gesteld te worden.
De bewering, als zou by accynsver
laging de Centr. Ver. voor den Gedlstilleerd-
handel beoogen een prijsverlaging tegen te
gaan en dus de accynsverlaging geheel aan
den handel ten goede te doen komen, is van
eiken grond ontbloot.
Komen de voornemens dezer organisatie
tot uitvoering, dan zal aan het publiek ten
volle de accijnsverlaging ten goede kunnen
komen.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag nopens het ont
werp van wet houdende bepalingen betref
fende de procedure in kantongerechtzaken.
De meening van eenige leden, als zou
het ontwerp ten opzichte der zaakwaarnemers
niet ver genoeg gaan. omdat ook niet pre
ventief tegen de zaakwaarnemers kan wor
den opgetreden, kan de minister niet dee-
len. Van den aanvang toch heeft de minis
ter zich op het standpunt gesteld, dat het
niet gewenscht is de controle op de zaak
waarnemers zoo op te zetten, dat het be
roep van zaakwaarnemer een wettelyk stem
pel krygt.
De party, wier gemachtigde wordt ge
weigerd, kan, als zy tegenwoordig is, zelf
optreden en verschynt dus ln persoon. In
dat geval is er dus geen sprake van, dat de
niet-toelating wordt opgevat als een verstek
iatfn gaan.
Het heemraadschap van „De Hoevensche
Beemden", heeft te Hoeven vergaderd over
het plan varL de Nederlandsche Heide-
Maatschappij, in samenwerking met genoemd
waterschap en de commissie voor werkverrui
ming in West-Brabant ontworpen ter ont
watering van de Hoevensche beemden.
Met 136 tegen 65 stemmen werden aan
vaard het rapport behoorende by het plan
van verbetering van den waterafvoer, de
staat van kunstwerken behoorende by dit
plan en de begrooting van kosten.
Pe Minister van Arbeid, Handel en Ny-
verheid heeft aan de gemeentebesturen een
circulaire gezonden, waarby wordt medege
deeld, dat het in het voornemen der Re
geering ligt om wanneer de Ryks&egroo-
ting voor het jaar 1929 bij de wet zal zyn
vastgesteld voor dat jaar voor woningwet
voorschotten weder een bedrag van f 12
millioen beschikbaar te stellen en voorts een
bedrag van f 80.000 voor het verleenen van
jaarlij'ksche bijdragen tct dekking van 50
pet. van het op de exploitatie der voor krot
opruiming gebouwde woningen te lyd'en te
kort.
De bepalingen, ter zake opgenomen in de
aanschrijvingen van 17 Maart 1926, 9 Juni
1926 31 Maart 1927 en 12 Maart 1928, zul
len ook voor het jaar 1929 gelden.
Naar het „Hbld." verneemt, heeft mr. D.
Fock, voorzitter van den Vrijheidsbond, zich
thans in beginsel bereid verklaard, een can-
didatuur te aanvaarden voor de Tweede
Kamer ln den Rijkskieskring 's-Gravenhage
en de daarmede verbonden Rijkskieskringen.
Onjuist
„Het Vaderland" zegt echter, uit de ze-
Groslijsten
„Het Volk" meldt:
Overeenkomstig1 de nieuwe bepalingen van
het reglement kwam Zondag 16 dezer in
„Krasnapolsky" te Amsterdam de Partyraad
van de S.D.A.P. in zijn nieuwe samenstel-
J ling byeen, ter vaststelling van de groslysten
i voor de Tweede Kamer.
I Voor de verschillende kieskringen werden
de volgende lijsten samengesteld, waarover
het referendum moet plaats vinden:
Leeuwarden: 1. Mr. W. Sannes, 2. P. Hiem-
stra, 3. H. de Boer, 4. K. Vorrink, 5. L. v.
d. Wal, 6. J. IJtsma.
Groningen: 1. J. H. Schaper, 2. mevr. de
Vries-Bruins, 3. D. Bartels, 4. K. de Jonge,
5. B. H. Bredman, 6. mevr. Mansholt
Andreae.
Assen: 1. A. v. d. Heide, 2. K. Brok, 3. J.
Meertens, 4. H. Sikkens, 5. L. C. A. Franken.
Zwolle; 1. J. W. Albarda, 2. W. v. d. Sluis.
3. A. Leendertz—Ladenius, 4. van Ruyven, 5.
Bevers, 6. Rengelink," 7. I-I. J. J. Eichelsheim,
8. Beerentz.
Arnhem—Nymegen1. A. B. Kleerekoper,
2. H. v. Braambeek, 3. L. J. Faber, 4. mevr.
Weersmavan Duin, 5. F. S. Noordhoff, 6.
M. Rademakers.
Utrecht: 1. Dr. Th. V. d. Waerden, 2. B. J.
J. Weykamp, 3. J. J. Reynders, 4. R. v. Gaas
beek, 5. L. WoltersArnolli.
Haarlem—Helder1. Mr. J. E. W. Duys, 2.
Ch G. Cramer, 3. C. Thomassen, 4. J, E.
Stokvis, 5. F. v. d. Walle, 6. W. v. d. Vall,
7. .A. de Vries. 8. P. Zeeman, 9. F. v. Meurs
DordrechtRotterdam: 1. J. ter Laan, 2. S.
Groeneveg, 3. J. v. Zadelhoff, 4. J. Brauti-
gam, 5. A. B. de Zeeuw, 6. van der Houven,
7. J. A. Bergmeijer, 8. P. de Bruyn, 9. J. J.
Spronkers, 10. Mr. Donkers.
TilburgDen Bosch: Middelburg en Maas
tricht: 1. W. H. Vliegen, 2. W. Drop, 3. C.
Woudenberg, 4. A. M. Overhoff, 5. P. G.
Gruys, 6. Pieters.
Den HaagLeiden: 1. K. ter Laan, 2. A.
W. IJzerman, 3. W. Drees, 4. W. v. d. Sluis,
5. K. R. v. Staal, 6. F. S. Noordhoff.
Amsterdam: 1. A. H. Gerhard, 2. J. v. d.
Tempel, 3. E. Kupers, 4. Mr. Dr. G. v. d.
Bergh, 5. Alida de Jong. 7. S. R. de Miranda,
7. Th. Thijssen, 8. Ed. Polak, 9. S. de Wolff,
10. B. C. Franke, 11. P. v. Eek, 12. P. Kies.
Een vergadering van Zniderreevisschers.
In een te Anna Paulowna gehouden ver
gadering van Zuiderzeevisschers, is groote
ontstemming uitgesproken over den gerin
gen voortgang, die inzake de in uitzicht ge
stelde wyzigingen in de Zuiderzeesteunwet
valt te bespeuren. Als gevolg van het feit,
dat er in de Generale Commissie drie, op
vattingen tot uiting zyn gekomen, kon van
een adres moeiiyk worden gesproken en
kon de Minister zijn standpunt nog niet be
palen en nog nader overlég met de com
missie moet plaats hebben. Ook werden de
bedragen der hier en daar verleende ultkee-
ringen van f 1f 5 per week aan scherpe
critiek onderworpem Na uitgebreide discus
sies werd besloten een deputatie naar de
Generale Commissie af te vaardigen, ten
einde aan te dringen op ruime en spoedige
hulp bij inrichting van een nieuw bedrijf en
aan te dringen voor hen, die tijdeiyk nog
kunnen blijven visschen op een regeling van
bevissching die ratloneele bevissching mo-
gsiyk maakt en roofvlssoherij voorkomt.
is een baaisnee.xoo
heerlijk van geuren
smaak als 11 nog
n ooit gerookt heeft.
evenwel niet de middelen ter beschikking
tot dekking van deze kostenverhooging.
De Minister van Waterstaat brengt ter
kennis, dat by Koninklijk Besluit Tan
3 December j.l. is bepaald, dat alle in het
Aanbestedingsreglement 1919" voorko
mende bepalingen, omtrent de regeling van
de borgstelling met ingang van 1 Januari
1929 komen te vervallen, met dien verstan
de, dat tusschen de artikelen 13 en 14 een
nieuw artikel wordt ingelascht, luidende:
„Onze Minister is bevoegd, indien en
voor zoover daartoe naar zyn oordeel aan
leiding bestaat, aan gunning van het werk
de voorwaarde te verbinden, dat de aan
nemer vooraf zekerheid stelt voor de na
koming van alle verplichtingen, welke, in
gevolge de bepalingen van het bestek of
de overeenkomst op hem mochten komen
te rusten. Hij bepaalt tevens den vorm en
het bedrag der zekerheid: dit bedrag zal
een tiende van de aannemingssom niet
overschrijden.
Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer
Verscheen is de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer nopens het wetsontwerp tot wyzi
ging der Invaliditeitswet.
Naar het gevoelen van den Minister kan
met de voorgestelde yerhooging van de
de loongrens tot 2ÖOO worden volstaan.
Personen, die na hun 35ste levensjaar
voor het eerst in loondienst treden, biyven,
zooals in het Voorloopig Verslag der Tweede
wordt opgemerkt onverzekerd, ook al zou
den zy naar hun maatschappelyke positie
aan de verzekering behoefte hebben. Daar
in ligt ongetwyfeld een aan het stellen van
een leeftydsgrens verbonden nadeel, zoowel
voor de betrokken arbeiders, alsook anders
zins. De Minister heeft echter geen voor
stel kunnen doen tot verhooging van de
leeftydsgrens.
Verhooging van de leeftijdsgrens tot byv.
45 jaar, met toekenning aan de verzeker
den wier verzekering na het 35ste levens
jaar is ingegaan van dezelfde uitkeeringen
als waarop de overige verzekerden aan
spraak kunnen maken, aan welke oplossing
de Minister vérre de voorkeur zou geven,
maakt blijkens een door den wiskundigen
adviseur der Bank uitgevoerde berekening,]
verhooging der Staatsbydrage, bedoeld in
artikel 20 der Invaliditeitswet, met een
bedrag van omstreeks 1,000,000 per Jaar
noodig. Aan den Minister staan thans
Gisteren heeft de aftredende commandant
van het veldleger, luit.-gen. Muller Massis,
afscheid genomen van alle in Amersfoort ln
garnizoen liggende troepen. Op het terrein
van de wapenschouwing, de Vlasakkers,
waren opgesteld het vijfde, zestiende, acht
tiende en een en twintigste regiment infan
terie, onder commando van luit.-kolonel J.
A. Pet, de cavallerie onder commando van de
kolonel Pabst, terwyi de artillerie gecom
mandeerd werd door luit.-kolonel I. Bessem.
De geheele wapenschouwing stond onder
commando van den kolonel der artillerie, jhr.
Röell. In de staf van den commandant van
het veldleger bevonden zich o.a. de inspec
teur der cavallerie gen.-majoor Van Mens
en Quanjer, commandant der vierde divisie.
Na het openen van den ban wees de gen.
Muller Massis in een korte toespraak den
officieren op den eed, afgelegd aan hun
vaandel. Hy verzocht den onderofficieren de
officieren in hun taak te steunen, terwyl hij
de manschappen herinnerde aan de krijgs
tucht en hen opwekte hun millitaire plichten
met lust waar te nemen. De generaal ein
digde zyn rede, waarbij de verschillende
vaandels en ook de standaard tegenover hem
waren opgesteld, met een driewerf hoera op
de koningin.
Daarna bracht de muziek van de achtste
infanterie-brigade het „Wilhelmus" ten ge-
hoore. Met een défilé van alle troepen langs
den scheidenden generaal werd deze plech
tigheid besloten.
Voor wie aan de waarheid van deze ge
schiedenis twyfelen mocht, zij gezegd, dat zy
zich vorige week te Beriyn heeft afgespeeld.
Althans het naspel: de rechtszitting.
Een jeugdige bedriegster wenschte zich op
een goeden dag eens fyn in de kleeren te
steken.
Zij besloot by haar inkoopen een of anderen
vorm van „koop zonder betaling" toe te
passen.
Daartoe sloeg zy een Beriynsch adresboek
op en zocht daarin een naam op, die haar
een waarborg toescheen voor een zekeren
financieelen welstand.
Op dezen naam vulde zy een legitimatie-
kaart in, ging daarmee gewapend winkelen
en kocht, wat haar hart begeerde. Haar man
laten we zeggen mynheer Muller zou
betalen. Dat was de naam, dien zy aan het
adresboek ontleend had.
Het tweede bedryf van deze geschiedenis
speelde zich af ten huize van mynheer Mul
ler.
Op zekeren dag keek mevrouw Muller de
post na, die voor haar man was gekomen en
vond daaronder een brief van een firma,
specialiteit in elgante dameskleeding, haar
niet onbekend.
Ongeduldig wachtte zy op de thuiskomst
van haar man.
Deze kwam, opende aanstonds den brief en
las het volgende:
Zeer geachte Heer,
By het nazien onzer boeken, bemerkten
wy, dat ten uwen name nog een post open
staat van 360 Mark (volgde specificatie),
die nog niet betaald is. Wij verzoeken u be
leefd, ons hiervoor remise te doen toekomen.
Hoogachtend,
Mijnheer Muller keek, of hij t in Keulen
hoorde donderen.
Hij zei alleen:
„Daar begrijp ik totaal niets van."
Maar mevrouw Muller was niet dezelfde
meening toegedaan.
„Maar ik begryp het des te beter. Ja, als
ik geld vraag, danMaar voor zoo
iemand
Verder bracht zij het niet, aangezien
ze op dat oogenblik een f'auwte kreeg.
Zooals reeds by den aanvang verzekerd:
het merkwaardige van deze geschiedenis is,
dat zij waar is.
De bedriegster stond vorige week voor den
rechter en mijnheer Muller, d'.e ais getuige
gedagvaard was, kortte zich den tyd door in
de wachtkamer liet ongeluk, dat hem was
overkomen, te verhalen:
„Myn vrouw gelooft my niet. Ik heb ze be
zworen, dat ik onschuldig ben. Ik heb ge.
1 smeekt, gebedeld. Ik heb gezegd: wacht tot de
zaak voorkomt. Dan zal het bewys van myn
onschuld geleverd worden. Mijn vrouw heeft
geantwoord: „Ja. daar zal het geleverd wor.
den!" Vandaag nu komt de zaak in behan
deling. Mijn vrouw loopt als een brie6chende
leeuwin in de gang ch? en neer. Maar als ik
straks als getuige het woord krijg, zal !k
de beklaagde ongezouten het onbehooriyke
van haar handelwyze te verstaan geven. Ik
heb verschillende punten, die ik achtereen
volgens zal behandelen, genoteerd. Wat "n
laagheid! Het Beriynsche adresboek is erg
lyvig. Waarom moet dat schepsel nu pre
cies myn naam uitzoeken? Mijn huise.
lijk leven is er totaal door bedorven.
Bodet"
De bode keek nameiyk even om het hoekje
van de deur.
,3ode, ben ik al aan de beurt?"
Want mynheer Muller werd ongedul
dig. Wat men hem niet kwalyk ln**
nemen
Ten slotte kwam mynheer Muller aan de
beurt.
De deurwaarder riep de getuigen op.
Mynheer Muller ging binnen. Hij ging met
langzame, plechtige schreden op den rechter
toe, om op die manier nog even tijd te heb
ben, de verschillende punten te repeteeren.
„U bent mijnheer Muller?" vroeg de
rechter.
„Dat ben ik," klonk kortaf en wrevelig het
antwoord.
„Neemt u daar dan plaats. Uwe getuigen
verklaringen hebben wy laten vervallen."
Tableau
Daar ging het programma met de verschil
lende punten!
„Mynheer de presidentving, na een
diepe ademhaling de getuige aan.
„Neemt u plaats, alsjeblieft, daar links.
Het geval is voldoende duidelijk."
Mynheer Muller viel als machteloos op zjjn
zitplaats neer.
„Alles is duidelyk, voldoende duideUjk
mompelde hy. „En mijn onschuld dan? Is
die voldoende duidelyk? Wat zal myn vrouw
nu wel zeggen?"
Toch werd de onverkwikkelijke geschiedenis
nog ontward.
Beklaagde stond plotseling op en vroeg:
„Die mijnheer daar, is dat mijnheer Mul
ler?"
„Ja wel, die ben ik," bevestigde mynheer
Muller, en wierp een blik van verwijt op de
vraagster naar links en nog een blik van
bitter verwijt naar achter, naar een dame, die
zich onder de toeschouwers bevond
Uit de vraag van de beklaagde was wel
overduidelijk gebleken, dat ze mynheer Mul
ler niet kende, en dat hij haar dus niet voor
360 Mark kleeding had kunnen koopen.
Eer en geluk waren gered bij de familie
Muller.
Tien maanden was het vonnis voor be
klaagde, die meer op haar kerfstok bleek te
hebben dan het geval Muller.
De rechter vermoedde niet, welke tragiek
zich tydens de behandeling van de zaak van
de oplichtster bovendien nog in de 2aal af
speelde, en de lezers zullen met verbazing
uit het geval constateeren, wat 'n mensch al
niet gebeuren kan, en alle vrouwen dien
moeten inzien, hoe onschuldig de mannen
zijn en hoe vaak hun om-echt wordt aange
daan.