gemeenteraad van zandvoort
GEMEENTERAAD VAN VELSEN
TWEEDE blad
NIEUWE HAARL EMSCHE COURANT
DONDERDAG 20 DECEMBER 1928
LLADZ1JDE 3
Anderhalt uur debat over het politie-corps Op 1 Januari 1930 zal het
kader bestaan uit één inspecteur en één brigadier -Het voormalig
Oude-Mannen- en Vrouwengasthuis is alsnog behouden; B. en W. zullen
nadere besprekingen houden Algemeene beschouwingen over de be
grooting 1929 Scherpe critiek op het gebrek aan homogeniteit in het
college van B. en W. en in den raad
Herdenking van slachtoffers van den jongsten storm Interpellaties over
ontslagaanzeggingen aan personen i 11 tijdelijken gemeente-dienst De
aanzegging geschorst De leve ring van drukwerk aan de gemeente
Een motie van afkeuring
De gemeenteraad van Zandvoort verga
derde gisteravond onder voorzitterschap van
"en burgemeester, den heer H. van Alphen.
De VOORZITTER deelde mede, dat het
*n Zijn bedoeling ligt ook, zoo noodig, Don
derdag- en Vrijdagavond te vergaderen.
Wethouder Padt is wegens ziekte afwezig-
De VOORZITTER deelt mede, dat de
toestand van wethouder Padt gelukkig voor
tgaande is.
Ingekomen stukken
Enkele ingekomen stukken zullen bij de
tegrooting 1929 worden behandeld.
DE POLITIE
Een langdurig debat
In de vorige vergadering van den gemeen
teraad was, in verband met de afwezigheid
Van den burgemeester de behandeling der
kwestie betreffende de politie aangehouden.
Thans kon zij in behandeling komen.
Den raad wordt ter vaststelling aangebo
den eene nieuwe verordening regelende de
'nrichting der gemeentepolitie te Zandvoort.
Volgens die verordening zal het vaste per
soneel, behoudens den commissaris, bestaan
uit 1 inspecteur, 1 adjunct-inspecteur en 12
agenten. Gedurende het badseizoen kunnen
Worden aangesteld ten hoogste 6 tijdelijke
agenten en een tijdelijke klerk. Een dienaar
Van politie moet van 15 September tot 15
April 48 uur per week dienst doen en den
overigen tijd van het jaar 60 uur. Er is een
overgangsbepaling in gemaakt, dat de functie
Van den thans nog in functie zijnden inspec
teur en de functie van Brigadier van politie
gehandhaafd blijven tot 1 Januari 1930. In
bet begeleidend sdhrijven deelen B. en W.
mede, dat de voorzitter in zijn kwaliteit als
Hoofd van de politie geen verantwoordelijk
heid kan aanvaarden, wanneer besloten
Wordt de functie van een inspecteur op te
heffen en die niet aan te vullen door b.v. een
adjunct-inspecteur. Er is de opwachtgeld-
stelling gevraagd van personeel, uit het oog-
Punt van bezuiniging. Maar volgens een be
tekening moet dit duurder worden voor de
gemeente, want in de plaats van degenen,
die op wachtgeld gesteld worden, moet an
der, lager personeel benoemd worden, zoo
dat de gemeente dan èn salaris èn wachtgeld
Zal moeten betalen.
De heer SLEGERS herinnert aan de in
stelling der commissie, waarvan spr. deel uit
maakte. Het is niet mogen gelukken een
eensluidend advies samen te stellen. De mee
ningen zijn verdeeld.
De commissie heeft gemeend iets te kun
nen bereiken door verandering. Spr. gaat
het advies der commissie na.
Spr. zelf meent, dat geleidelijke afvloeiing
hier de voorkeur verdient.
Bovendien is spr. van meening, dat een
brigadier in Zandvoort overbodig is.
De heer DRUIJF betoogt, dat het hier
vooral te doen is, om verlaging der gemeente
uitgaven, zoodat elke gemeente-ambtenaar,
the overbodig is, op wachtgeld gesteld moet
Worden.
Er zijn drie superieuren bij de politie van
wie men, volgens deskundigen, er één op
Wachtgeld kan stellen. Daarmede bereikt
men een bezuiniging van ongeveer f 4000.
Spr. is voor deze oplossing, die belichaamd
is in een door hem ingediend voorstel.
De heer GEERS merkt op, dat er nog
meer motieven zijn, dan de heer Druijf op
merkte.
In het voorstel is het de bedoeling, dat
men aan twee menschen wachtgeld geeft in
*930. Dat lijkt spr. voor de bewuste perso
Pen een marteling.
Steeds staat hun-het wachtgeld voor oogen.
Spr. vindt 't intusschen niet juist een
brigadier-functie op te heffen en een adjunct-
mspecteur aan te stellen. Dit om practische
redenen, Men zou dan hier zoo iets krijgen
van een instituut tot opleiding van politie
mannen.
De goeden zouden dan op den duur ver
dwijnen en men zou hier met de minder goede
krachten blijven zitten. Bovendien kan een
brigadier meer practischen arbeid verrichten.
De heer KONING meent, dat met op
Wachtgeld stelling de belangen der gemeente
tezeer geschaad zouden worden. Daarom
kan spr. zich 't best vereenigen met het
denkbeeld van den voorzitter, nl. om door
afvloeiing bezuiniging te verkrijgen.
De heer FORRER verklaart met het
Voorstel van B. en W. accoord te kunnen gaan,
om door geleidelijke afvloeiing bezuiniging
te bereiken.
Dan kan men zoodoende aan een wacht
geldregeling ontkomen. De beweringen in
tusschen, dat in Zandvoort de onkosten van
het politiecorps te hoog zouden zijn, acht
spr. onjuist.
De heer TERMES merkt op, dat men hier
Piet meer te doen heeft met een voorstel
van zes raadsleden of met een advies der
commissie van onderzoek maar eigenlijk
met een rapport van de superieuren der
Politie. Want de commissie heeft alleen de
superieuren der politie gehoord, maar haar
Werk niet verder uitgestrekt. De arbeid der
Commissie is dus niet volledig geweest.
Spr. is intusschen het eens met het voorsiel
°m op 1 Januari 1930 één der inspecteurs
op wachtgeld ^e stellen.
Intusschen meent spr. dat een brigadier
Piet gemist kan worden.
D» heer DRUIJF meent ook, dat de op
Wachtgeld-stelling kan geschieden op 1 Jan.
H*30. Spr. verzoekt daarom zijn voorstel
^dus te willen lezen, dat één inspecteur
Van politie op wachtgeld worde gesteld per
1 Januari 1930.
Spr. verdedigt dit voorstel en bepleit de
handhaving van een brigadier.
pe heer MOLENAAR meent, dat oogen-
mikkelijke op wachtgeld-stelling voor den
betrokkene fnuikend zou zijn, daar het zijn
kans, om elders benpemd te worden, ver
hindert. Daarom acht spr. het ook beter
e op wachtgeld-stelling te doen ingaan
°P 1930.
s De VOORZITTER antwoordt. Men
Preekt van bezuiniging en daarom zegt men
et voorstel tot op wachtgeld-stelling te
ebben gedaan. Maar het zal den leden
gebleken zijn, dat wel degelijk reeds be
Intusschen heeft spr. de toezegging aan
de commissie gedaan, de superieuren van
het politiecorps in kennis te stellen met de
aanhangige plannen, opdat sommigen van
hen naar een andere betrekking kunnen om
zien. Die toezegging dcet spr. nu ook gestand.
Het gaat nu verder alleen maar om de
vraag op welke wijze nog meer bezuinigd
zal kunnen worden.
Ket beste systeem lijkt spr. de afvloeiing.
Spr. beantwoordt vervolgens enkele op
merkingen. Met vergelijkingen bij andere
gemeenten meet men voorzichtig zijn.
Het karakter van Zandvoort is zeer eigen
aardig. Op zomerdagen zijn er soms *wel
80.000 menschen in de gemeente en dan is
een groot corps noodig.
Dat de kosten der politie zeer hoog zouden
zijn, ontkent spr. Reeds zooveel eenigszins
mogelijk was, is bezuinigd.
Nog verdere inkrimping van het aantal
agenten is onmogelijk.
Spr. bepleit aanneming van de voorge
stelde verordening.
Op wachtgeld-stelling, zooals door den
heer Druyf beoogd, acht spr. hoogst onge-
wenscht. De voorgestelde verprdeningjis
voor de gemeente, zoowel als voer het co ps
en het individu het meest rationeel.
De heer GUNTERS bepleit een tusschen-
voorstel, n.l. de onderhavige verordening
aan te nemen en te bepalen, dat op 1 Januari
1930 het corps zal bestaan uit één inspecteur
één brigadie. en een zeker aantal agenten.
De VOORZITTER verklaart zich daar-
restauratie misschien wel f 30.000 zou moeten
kosten, want, gaat men restaureeren, dan
komt er heel wat kijken en zal de eene
reparatie bij de andere komen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het
huis niet wel productief te maken zal zijn.
Na bespreking wordt met 7 tegen 5 stern
en sociale zorg zal ook "hebben te adviseeren
over de voorstellen betreffende de Kerst-
vacantie en het U.L.O. onderwijs.
Ook spr. heeft het getroffen, dat op de
begrooting posten voorkomen, die reeds tot
twee-driemaal door den Raad zijn afgewezen.
Ten slotte constateert spr. nogmaals, dat
men besloten de kwestie alsnog aan te hou- j de gemeente er met haar financiën toch nog
den, opdat B. en W. zich met Rijk, Provincie, vrij gunstig voorstaat. Is de raad bereid naar
deskundigen en desbetreffende vereem-
gingen kunnen verstaan, of restauratie nog
mogelijk is.
DE GEMEENTEBEGROOTING 1929
Aan de orde komen thans de begrooting
der gemeente voor 1929, de begrootingen
voor de bedrijven en het voorstel tot wijzi
ging van artikel 6 der verordening, regelende
het beheer van het Gemeentelijk Gas- en
Waterleidingbedrijf.
Door Gedeputeerde Staten is de supple-
toire begrooting voor 1928, waarop de rond
103.000 voor aandeel in de kwade posten
j was gebruikt, goedgekeurd, zoodat dit be
drag niet drukt op den dienst 1927, waarop
het eerst was gebracht en waardoor het
nadeelig slot van 1927, waarmede de be
grooting van 1929 begint en 118065.78%
bedroeg, wordt teruggebracht tot pl.m.
15000.
Begonnen wordt met de algemeene be
schouwingen.
De heer SLEGERS opent de rij der spre
kers. Spr. wil vooropstellen niet te zullen
spreken om de zaken nog scherper tegenover
elkaar te stellen, maar alleen om het belang
van de zaken.
Vooreerst de vele minderheidsvoorstellen
in het college van B. en W. Dat pleit niet
voor goede verstandhouding in het college
van B. en W. Spr. wijst er op, dat vele minder-
heidsvoorstellen door den raad worden
aangenomen en zoo komt de leiding van B.
en W. over op den raad. Betreffende de
leiding van den raad zijn eigenaardige dingen
gepasseerd. Spr. herinnert aan het protest
van den heer Elffers en de toelichting door
B. en W. gegeven aan Gedep. Staten, welke
mede niet te kunnen vereenigen, ook de toeiichting in strijd was met de zienswijze
commissaris van politie niet.
Den heer GEERS lijkt het hier voor
den raad feitelijk een onbegonnen zaak om
er nog langer over te praten, want de voor
zitter verklaart maar er zich niet mee te
kunnen vereenigen.
De zaak wordt zoodoende onsympathiek,
want beslist de raad tegen de zienswijze van
den voorzitter, dan dreigt deze natuurlijk
met beroep bij de kroon.
Het gaat hier loch om een practische over
brugging tusschen superieuren en agenten en
die schakel is een brigadier. Spr. verdedigt
Zijn reeds uitgesproken zienswijze
van den raad. Spr. zou gaarne meer homoge
niteit tusschen de wethouders zien. Ook in
den raad mangelt het aan homogeniteit,
in 't bijzonder in de financieele commissie,
waar samenwerking onmogelijk is. Is samen
werking daar nu niet mogelijk? Ze is ver
scheurd door aantijgingen van bedenkelijken
aard. Spr. zou willen, dat hier eens duidelijke
verklaringen van de bewuste commissie
leden kwamen.
Verder bespreekt spr. het verkeer in de
gemeente. De vorige maal heeft spr. tegen
alle verkeer*belemmering gestemd.
r.ATrvAAn j Nu vraagt spr., of 't niet mogelijk is de
1 on ersteunt het j verkeersregelen wat beter en gemakkelijker
voorstel Gunters.
De VOORZITTER meent, dat er een
misverstand heerscht, als er lier gesproken
wordt van een onsympathieke houding van
den voorzitter.
Spr. heeft slechts zijn zienswijze, n.l. het
systeem van afvloeiing verdedigd. Intusschen
zouden zij, die eventueel, indien de raad
daartoe besloot, op wachtgeld gesteld zouden
worden, in beroep bij de kroon gaan en in
dat geval zou spr.'s meening gevraagd wor
den. En in dat geval zou spr. niet schromen
zijn meening omtrent de beste oplossing van
deze kwestie te zeggen.
Na verdere bespreking wordt het voorstei-
Gunters, ondersteund door den heer Mole
naar, aangenomen met 8 tegen 4 stemmen.
Het kader van het politiecorps zal dus met
ingang van 1 Januari 1930 bestaan uit één
inspecteur en één brigadier.
De gewijzigde verordening wordt daarop
goedgekeurd.
Het voormalig Oude Man
nen en Vrouwen Gasthuis
te maken voor inwoner en vreemdeling
Dan behandelt spr. de mutaties bij Publieke
Werken. .Door het heengaan van den ge
meente-architect en anderen, wacht den
wethouder van Publieke Werken een moei
lijke taak. Spr. vraagt daarom den betrokken
wethouder meer vrijheid van handelen in
deze te geven.
Betreffende het onderwijs vraagt spr.
soepelheid in de toepassing, ook voor het
volgend jaar. Het gaat toch ook om den
financieelen toestand. Men moet het onder
wijs toch ook kunnen financieren. Het heeft
spr. bevreemd, dat op de begrooting posten
voorkomen, die reeds eerder door den Raad
werden afgewezen. Spr. herinnert hierbij aan,
den post van f 103.000, die thans, dank zij het
besluit van Ged. Staten van deze begrooting
is afgevoerd.
Er zullen voorstellen komen, die groote
verandering zullen brengen, zooais recognitie
van bedrijven enz.
Komen al die posten, dan zal men nog
hooger uitkomen dan als de f 103.000 op de
best vermogen te bezuinigen, dan is voor
Zandvoort nog een toekomst weggelegd.
Den heer GEERS wil 't voorkomen, dat
ten slotte de inwoners zullen gaan zeggen
Waar gaan we heen. als steeds maar bezui
nigd wordt. Niettegenstaande bezuiniging
zijn den inwoners weer nieuwe lasten opge
legd. Gevolg is vertrek van sommigen uit
de gemeente en daardoor minder inkomsten
belasting. Men hoopt veel van de resultaten
van de financieele verhouding tusschen Rijk
en gemeente. Ma3r wat zal 't baten, als men
niet tracht nog,zooveel mogelijk te bezui
nigen. Het zal voor de inwoners slechts meer
dere lasten beteekenen.
Voorloopig zullen veel lievelingsideeën op
zijde moeten worden gezet, om de bezuini
ging, zooals het voorbereidend onderwijs en
onderwijs in 't algemeen en de volkshuis
vesting Het heeft spr. gespeten, dat de raad
genoodzaakt was besluiten ten opzichte van
het personeel der gemeente te moeten nemen,
die niet aangenaam voor de betrokkenen
waren, maar de noodzaak was er.
Verder wijst spr. op het eigenaardig
karakter der badplaats en het vermaak aan
't strand. Spr. heeft in den afgeloopen zomer
verschillende klachten gehoord over onvol
doende toezicht aan het strand.
Verder moet een b< listingobject gevonden
worden, dat niet op de inwoners drukt, n.l.
de Volksbaden.
Daarvan verwacht spr. veel nut en voor de
gemeente een bron van inkomsten.
Met steunverleening zal zoo zuinig moge
lijk omgegaan moetep worden en zal het
meer in werkverschaffing gevonden moeten
worden. Nog steeds blijft werkverschaffing
uit. Spr. dringt op aanvang daarmee aan,
want Zandvoort is een moeilijke gemeente
voor de arbeiders, wat ook weer op Zand
voort drukt.
Daarom heeft het spr. gespeten dat men
is overgegaan tot den bouw van 16-woningen,
welke niet anders dan een nadeelig saldo
zullen beteekenen.
Spr. geeft ernstig in overweging de ge
meen tewoningen in huurkoop uit te geven.
Ten slotte vraagt spr. een betere verhou
ding in den raad. Ze was tot nog toe niet aan
genaam, er heerschte wantrouwen, ondanks
de meest ernstige bedoelingen. Laat de raad
alle persoonlijke motieven op zijde zetten en
laat men alleen het algemeen belang in 't
oog houden. Dan zal dat alleen zijn in het
waarachtig belang der gemeente.
De heer DRUIJF wijst ook op het gebrek
aan homogeniteit in het college van B. en W.
en het gebrek aan activiteit.
Weth. ZWAAN is dankbaar voor de milde
critiek aan het bedrijf van Publieke Werken
gewijd.
Ni;ts zal spr. te veel zijn om den di;nrt.
zoo goed mogelijk te doen functionneeren
Ook spr. betreurt het gebrek aan homo
geniteit in het college van B. en W. en in den
Raad. Nog nooit heeft spr. zulk een toestand
meegemaakt en deze is zeker niet in het be
lang van de gemeente.
Verder deelt spr. o.m. mede tegenstander
te zijn van overheveling der winsten van de
bedrijven in de gemeentekas, om practische
redenen.
Wat betreft het prise d'eau is in den aanvang
eenige stagnatie bij het graafwerk geweest.
Thans echter gaat het werk zijn normalen
gang.
Ten opzichte van de werkverschaffing
deelt spr. mede, dat, volgens bericht uit
den Haag, werkverschaffing met Rij lessteun
niet eerder mag aanvangen dan na de Feest
dagen, dus met Januari.
De 16 arbeiderswoningen vindt spr. geen
nadeel voor de gemeente. De exploitatie
moet zich zeker dekken. Intusschen is spr.
ook voorstander van het geven in huurkoop.
De VOORZITTER antwoordt op de
opmerkingen van den heer Siegers over zijn
leiding en over het advies aan Gedep. Staten.
Gedep. Staten wisten reeds de meening
van den Raad.'Daarna hebben Gedep. Staten
advies aan spr. gevraagd en spr. heeft daarop
zijn eigen meening kenhaar gemaakt. Dit
was volgens spr. volkomen correct. Dat de
verhoudingen in den Raad minder goed zijn,
daar heeft.spr. ook van gehoord. (Hilariteit).
Wat het verkeer betreft zegt spr. soepele
toepassing der verordering toe.
Verder zegt spr. allen eerbied te hebben
voor de besluiten van den Raad, maar de
vrijheid te behouden zijn persoonlijke mee
ning kenbaar te maken. Wat de reddings
brigade en deMaatschappij betreft, meent
spr. te mogen constateeren, dat aan de uit
rusting niets ontbreekt. Weet men iets, dat
ontbreekt, laat rr.en het spr. dan mededeelen.
Subsidie vindt spr. echter niet noodig.
Wat de volksbaden betreft, spr. is er niet
tegen, maar spr. zou allerminst willen, dat ze
aangemerkt zouden kunnen worden als
concurrentie voor de pachters van het strand.
de publicatie als regel achterwege te laten,
met uitzondering van overtredingen, waarvan
binnen den tijd van 1 laar een herhaling
wordt geconstateerd.
(Deze motie wordt echter mei ondersteund
en komt met in behandeling).
De VOORZITTER antwoordt dat van
hem een toezegging niet is te verwachten.
Wel is spr bereid om aan hef O. M. te vragen
of er werkelijk gevallen van z.g. afkoop voor
komen.
Verlenging huur
B. en W. doen een voorstel tot het ver-
leenen van machtiging tot het verlengen
der huur van tuingrond nabij school G.
Goedgekeurd.
Ontheffing pachtvoorwaarden
Door P. Siksma, pachter van een gedeelte
zeestrand ten zuiden van de Zuidpier is aan
den raad verzocht hem van de nog resteerende
pacht jaren ('29,'30'31) ontheffing .te ver
kenen van de naleving van de betrekke
lijke overeenkomst, omdat hij, tengevolge
der door den laatsten storm geleden schade,
niet meer in staat :s, zijn bedrijf voort te
Zetten.
B. en W. stellen voor, de gevraagde ont
heffing te verkenen.
Goedgekeurd.
Verkoop grond
B. en W. stellen voor aan D. Bus alhier
te verkoopen een gedeelte bouwterrein ter
grootte van ongeveer 525 M2, liggende aan
de J. Kostelijklaan, voor den prijs van 6 per
M2.
Goedgekeurd.
Mededeelingen uit de ge
heime zitting
De VOORZITTER bespreekt hetgeen
in de vorige raadsvergadering werd bespro
ken over hetgeen door den voorzitter zou
zijn medegedeeld in verband met uitlatingen
door den heer Molenaar.
Daarover had de heer Druyf een vraag
gesteld.
De voorzitter merkt in verband daarmee
op, dat het hem gespeten heeft dat men niet
met deze vraag gewacht heeft tot thans. Spjj
deelt het verloop der zaak mede.
Aan den bewusten inspecteur heeft spr.
meegedeeld, dat de heer Molenaar wellicht
nog nadere inlichtingen zou kunnen geven.
De inspecteur sprak den heer Molenaar,
die inlichtingen verstrekte en die ook later
zwart op wit onderteekende, zonder daarte
gen bezwaar te maken.
Wanneer daaruit geconcludeerd wordt,
dat de burgemeester spreekt uit de geheime
vergadering, dan is dat laster.
Spr. heeft geen woord gesproken van het
geen in de bewuste geheime zitting werd
medegedeeld, alken den inspecteur gezegd,
dat o.a. ook de heer Molenaar eenige verkla
ringen zou kunnen afleggen.
Daarna werd de vergadering tot Donderdag
avond verdaagd.
Reeds eenigen tijd geleden besloot de raad begrooting ware gebleven
het oude gebouw van het Oude Mannen- en
Vrouwengasthuis af te breken. Dit besluit
werd niet uitgevoerd, omdat er verzet tegen
kwam van het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, dat historische
waarde aan het gebouw toekende en daarom
op restauratie aandrong. Volgens deakundi-
De heer TERMES wenscht het betoog
van den heer Siegers te ondersteunen, waar
hij spreekt over het gebrek aan homogeniteit
in den raad en in het college van B. en W.
Goede samenwerking is mogelijk.
Spr. herinnert aan de ramp van de
P„Salento" en het gebrek aan samenwerking
gen zouden de kosten van restauratie f 16000 tussc^en de pHatselijke commissie der van de „Amplitudo" welk schip in den jong-
bedragen en deze kosten moesten gedragen Reddingsmaatschappij en de reddingsbri-j sten storm is gebleven
1 1 -r» t-x craHp Tnpn r»n rliprt rlo» .4 a11. T\1T
Gisteravond vergaderde de gemeenteraad
onder voorzitterschap van den burgemeest r.
Afwezig de heeren v. Steen en Krijger.
In Memoriam.
Na opening der vergadering wijdt de
VOORZITTER eenige woorden aan de nage
dachtenis van deljmuidenaren,opvarenden
worden door Rijk, Provincie en Gemeente
De gemeente stelde f 4000 daarvoor be
schikbaar, de provincie weigerde subsidie.
gade. Toen, op dien dag werd dit gebrek
aan samenwerking sterk gedemon-streerd.
Spr. wijst op den grooten ijver en toewij-
Toen kwam de laatste storm en een gedeelte dinS door de Reddingsbrigade getoond en
van het al zeer bouwvallige huis kon hem I vraa§t den voorzitter de samenwerking met
niet weerstaan. De kosten van restauratie j de commissie te oevordcren, anders vreest
zouden nog hooger worden. Ir. van der Steur, i sPr- ernstige gegen
vertegenwoordiger van den minister in zakeHe heer GUNTERS vraagt een enkele
monumenten, stelde een onderzoek in en nu inlichting.
blijkt, dat tegen afbreken geen bezwaar He heer FOKKER bespreekt ook het
meer bestaat. Alleen werd van het Rijk ge- gebrek aan homogeniteit in het college van
vraagd om de eikenhouten deuren en frag- en W. Ook de raad heeft geen last van
menten van bedsteden te koopen. B. en W eenstemmigheid.
stellen den raad daarom voor het gebouw af Spr. meent, dat het gebrek aan homogeni-
te breken en de eikenhouten deuren en de te't 'n college van B, en W. feitelijk ligt in
fragmenten van de bedsteden aan het Rijk te de weinige leiding, welke door dit College
verkoopen voor f 250. wordt gegeven. Geruimen tijd geleden zijn
De Voorzitter zegt, dat het afgeloopen
jaar donkere schaduwen over deze gemeente
heeft geworpen.
het betalen der plaatselijke loonen. Het
college zou deze actie steunen. Dit adres
had dus achterwege kunnen blijven.
Spr. heeft deze aangelegenheid nog niet
in het college besproken. Het standpunt
van het college is dat de zaak via de vereeni-
ging van Nederlandsche gemeenten be
handeld moet worden.
Overeenkomstig het advies vap B. en W.
wordt hierna besloten.
Ingekomen is voorts een adre van de
directie der Kon. Ned. Hoogovens en Staal
fabrieken, houdende verzoek met de gemeen-
Dezen middag had het gemeentebestuur te Beverwijk een regeling te treffen omtrent
gestaan aan de groeve van een verdienstelijk de toelating van leerlingen uit deze gemeente,
ambtenaar en in een vorige vergadering had I woonachtig ten noorden van het Noordzee-
spr. nog woorden aan de nagedachtenis van kanaal, tot de openbare scholen voor L. O.
ingezetenen, die in den storm waren om-1 aan de Schoollaan en voor U.L.O. aan de
gekomen, gesproken. Spr. had gehoopt, dat 1 Ackerendamlaan te Beverwijk
Toekenning vergoeding
B. en W. stellen voor aan de leden der
schouwcommissie een vergoeding toe te
kennen van 2.50 voor elke schouw inclusief
herschouw.
Goedgekeurd.
Voor de emigratie
B. en W. vragen den raad voor 1929 'n
crediet van 500 teneinde in voorkomende
gevallen een bijdrage in de zeepassage-kosten
van emigranten naar Canada te kunnen
verleenen.
Goedgekeurd.
Benoemingen
Benoemd worden
tot leden van de Algemeen Burgerlijke
instelling van maatschappelijk hulpbetoon
de heeren H. Mulder en J. Melgerd
tot lid van de R. K, burgerlijke instelling
van maatschappelijk hulpbetoon de heer
N. C. Hin;
tot lid der commissie van toezicht op de
R.H.3.S. de heer L. Poortenaar
tot lid der commissie van toezicht op de
Visscherijschool de heer F. Klercq
tot leden der commissie van toezicht op
het L. O.
a. voor de groep ouders van kinderen
op hijzondere scholen de heer L. W Kuiper
b. voor de groep meerderjarige onder
wijzers der openbare scholen de heer G.
Klimp
c. voor de groep meerderjarige onderwij
zers bijzondere scholen de heeren P. C,
Grimbergen, IJmuiden, G. Severs, IJmui-
den en P. de Jong, Velsen.
d. voor de groep overige meerderjarige
inwoners de heer W. A. Groenendaal, IJmui
den.
Interpellaties
De heer VISSER komt terug op zijn
schriftelijke vragen aan B. en W. inzake
de kwestie in de Coöp. Arbeiderswoning
bouwvereeniging. Spr. houdt staande dat
de besluiten in de betrokken vergaderingen
onwettig zijn geweest en het huishoudelijk
reglement niet is nageleefd.
De wethouder, de heer SCHILLING,
betoogt uitvoerig dat de besluiten inderdaad
volkomen wettig zijn geweest.
Nadat hierover uitvoerig van gedachten
is gewisseld zegt de heer Visser dat zijn
fractie het beschouwd heeft als gaande tegen
de partij der S.D.A.P.
De VOORZITTER ontkent dat zulks
het geval is geweest.
De kwestie van de ont
slag-aanzegging aan het
tijdelijk personeel
Door den heer GROENEVELD was
verzocht om eenige vragen te mogen stellen
naar aanleiding van het in uitzicht gestelde
ontslag van eenige personen, welke in dienst
van de gemeente zijn.
Door den heer VERMEULEN waren,
ten aanzien van dezelfde kwestie, de volgende
vragen gesteld
le. Willen B. en W. den Raad overleggen
het Arbeidscontract zooals dit aan de werk-
.uinigd is. Het corps is toch reeds belangrijk
J! aantal gereduceerd. Het systeem briga-
k'ers èn adjunct-inspecteurs acht spr. over-
Meer resultaat verwacht spr. van adjunct-
LSPccteurs en inspecteurs, maar niet van
'fiadrtrs.
De heer ELFFERS zou het jammer vin
den, als het huis werd afgebroken. Spr.
vraagt, hoeveel de restauratie thans zou moe
ten bedragen.
Spr. vraagt B. èn W. alsnog pogingen te
willen doen, om dit mooie huis te behouden
en te onderzoeken, hoeveel voor restauratie
noodig zou zijn.
De heer MOLENAAR spreekt in denzelf
den geest.
De heer FORRER ondersteunt hef verzoek
van den heer Elffers,
De heer TERMES zal zijn stem aan het
voorstel van B. en W. geven.
De heer FRAENKEL is eveneens voor
afbraak. Op de openkomende plek zal een
mooi parkeerterrein voor auto's ingericht
kunnen worden.
Weth. ZWAAN deelt het verloop der zaak
mede. Een commissie van regeeringswege
heeft het gebouw gezien en de indruk was,
dat de restauratie wel f 20.000 zou kosten.
De commissie zou adviseeren het huis maar
los te laten. Van regeeringswege is dus geen
steun te verwachten, zoodat afbraak de
eenige oplossing is.
De heer ELFFERS stelt voor er bij het
rijk op aan te dringen bij te dragen in restau
ratiekosten.
Men zou voorloopig met eenige onkosten
het gebouw wel behoorlijk kunnen herstellen.
De heer FORRER dringt er op aan, ad
vies te vragen'van de vereenigingen „Heem
schut" en „Hendrick de Keijzer". Indien de
raad zou besluiten to| afbraak, zou spr. in
beroep glan bij Gedep. Staten.
De heer GEERS vraagt of het huis dusda
nig gerestaureerd kan worden, dat het pro
ductief kan worden gemaakt.
Om zekerheid te hebben kan spr. zich
met de zienswijze van den heer Elffers
vereenigen.
Blijkt echter, dat het gebouw niet produc-
met spoed voorstellen toegezegd van de zijde
van B. en W. aangaande het georganiseerd
overleg. Maar daarop wacht de raad nog
steeds.
Spr. herinnert verder aan den penibelen
toestand der gemeentefinanciën. Verschil
lende belastingen, door spr. voorgesteld,
zouden wellicht eenige verlichting hebben,
gebracht ze zijn echter niet aangenomen
Spr. behandelt de kwestie der reddings
brigade en dringt aan op medewerking van
gemeentewege, om het reddingsmateriaal te
completeeren.
De raad van Zandvoort moet een besluitArbeids-Secretariaat „IJmuiden", den IJmui-
nemen om zoowel aan de Noord- en Zuid j der Bestuurdersbond, den Chr. Bestuurders-
Holl. Reddingsmaatschappij als aan de bond en den R.K. Bestuurdersbond 'te
Reddingsbrigade een subsidie te geven. IJmuiden, houdende verzoek, bij de Ver-#
Wat het onderwijs betreft bestrijdt spr. eeniging van Nederlandsche Gemeenten de
het betoog van den heer Siegers. r.oodige stappen te doen, opdat door haar
Ten slotte hoopt spr., dat deze begrooting bij de Regeering wordt aangedrongen op
een inzet moge zijn voor betere samenwer- ie opneming van de verplichting tot het
het daarbij kon blijven, doch het heeft he
laas niet zoo mogen zijn.
Nog een achttal IJmuidenaren is in den
storm gebleven, waardoor rouw gebracht is
in de gezinnen, waar tevergeefs op hun thuis
komst is gewacht.
Spr. verzocht om door eenigé oogen-
blikken stilte een blijk te geven van hulde
aan de nagedachtenis van de omgekomenen,
van deelneming met het leed der betrokken
families.
De raad, welke de woorden van den vopr-
zitter staande heeft aangehoord, voldeed
aan het verzoek
Hierna wordt met de behandeling der
agendapunten begonnen.
Ingekomen stukken
Arbeidsvoorwaarden bij werken voor
de gemeente Bjj den gemeenteraad is
ingekomen een adres namens het Plaatselijk
king tusschen de raadsleden onderling.
De heer MOLENAAR vindt algemeene
beschouwingen een moeilijke taak, gezien
den hopeloozen toestand in het college van
3. en W.
Spr. bèspreekt het gebrek aan homogeni
teit.
Verder vraagt spr., hoe het staat met den
bouw van het prise d'eau voor de eigen
waterleiding.
Over onderwijs en sociale zorg zou spr.
gaarne spreken, doch de betrokken wethou
der is niet aanwezig. Spr. kondigt een
voorstel aan om een commissie van bijstand
voor onderwijs en sociale zorg in te stellen.
Verder bespreekt spr. den financieelen
toestand der gemeente.
betalen van plaatselijk geldende loonen in
de besteksbepalingen voor uit te voeren
werken 2e dwingend-verklaring van be
palingen der wet op het Arbeidscontract.
B. en W. stellen voor, het adres in hunne
handen te stellen ter afdoening.
Voorts is ingekomen een adres namens
het Bestuur van het R.K. Lyceum te Haar
lem, houdende verzoek, ook met dat Bestuur
een regeling te treffen rot toelating uit deze
gemeente op den vo?t als'met het Gym-
nacium en het Lyceum te Haarlem en het
Kennemer Lyceum te Bloemendaal is ge
sloten.
In handen van B. en W. gesteld om advies.
De heer VISSER vraagt ten aanzien van
het eerste adres of B. en W. deze zaak reeds
(In harden van B. en W. gesteld om advies), lieden in tijdelijken dienst ter teekening is
Eveneens wordt in handen van B. en W.
gesteld om advies een adres van het Bestuur
voorgelegd
2e. Willen B. en W. den Raad overleggen
van de Vereeniging voor Christelijk onder- de lijst met de namen der werklieden die
wijs te IJmuiden, namens den Kerkeraad j voor onderteekening van dat contract in
der Ned. Hervormde Kerk aldaar, houdende aanmerking kwamen, met vermelding van
verzoek aan genoemde vereeniging, overeen- den tijd dien deze menschen in Gemeente-
komstig artikel 74 der Lager-onderwijswet
1929, uit de gemeentekas de benoodigde
gelden te verstrekken voor verbouw van
hare school aan de James Wattstraat en het
verharden van de speelplaats bij die school
en voor de stichting van een bijzondere
lagere school te IJmuiden.
dienst hebben gewerkt
3e. Welke rechten hebben deze menschen
moeten prijsgeven met het oog op de bepa
lingen der Pensioenwet
4e. In hoeverre zijn deze menschen op
ander gebied dan dat der Pensioenrechten
j in minder conditie gekomen, b.v. opzeggings
termijn, periodieke verhoogingen, e.d.
De publicatie van vcroordeelingen 5e. In hoeverre zijn deze menschen in
In verband met de in de raadsvergaderingminder conditie gekomen ten aanzien van
van 11 September 1928 door het lid van den
Raad, den heer H. Homburg, gehouden
interpellatie betreffende publiceering van
verooreeelingen ingevolge de Warenwet en
de terzake door den heer F, P. Vermeulen
gedane vragen, zijn bij de stukken ter inzage
gelegd de minuten der van 1 Januari af
gedane publicaties.
Naar aanleiding van deze mededeeling
van B. en W. herinnert de heer HOMBURG
er aan, dat hij desdjds gezegd heef. dat de
publicaties eenzijdig geschiedden. Hoewel
B. en W. zeggen dat een „vaste lijn" werd
de rechten voortspruitende uit het Werk
liedenreglement
6e. Met welke opzeggingstermijnen is
aan deze menschen of een deel hunner ont
slag verleend, en om welke reden is dat ont
slag aangezegd
De wethouder, de heer DUNNEBIER
beantwoordt allereerst de vragen van den
heer Vermeulen.
Spr. deelt mede^ dat B. en W. bereid
zijn om de twee eerstgenoemde verzoeken
in e willigen.
Ten aanzien van de derde vraag meenen
gevolgd, meent spr. dat deze lijn wel eens B. en W. goed te doen nogmaals de aandacht
wat krom loopt. Er zijn 8 publicaties geschied 1 te vestigen op het besluit, om met het tijde
in 23 maanden. Dit lijkt erg gunstig doch lijk personeel een overeenkomst aan te gaan.
spr. heeft bemerkt, dat er in tal van gevallen B. en W. stonden voor de keus of de lasten
geen publicatie is geschied. Daarmede wordtder pensioenbet2Üng op zich te nemen, of
Een slechten indruk maakt het naar bui- j hebben behandeld en welk standpunt zij
ten, steeds maar in de prae-adviezen van ten opzichte van deze zaak innemen
B. en W. 'te lezen de financieele toestand
van de gemeente is uitermate slecht.
Toch meent spr., dat de financieele toe-
tief te maken is, dan kan spr. restauratiestand niet zoo slecht is, als men veelal wel
niet sanctionneercn. meent te moeten constateeren.
De heer SLEGERS is bevreesd, dat De te benodmen commissie van onderwijs
De wethouder, de heer SCHILLING
antwoordt dat de aannemers van Rijks
werken probeeren de loonen beneden het
plaatselijk peil te houden. Spr. heeft toen
aan de organisaties verzocht bij de regeering
een onrecht gedaan aan degenen, van wiens
geval wel is gepubliceerd. Spr. vraagt of het
niet billijker is om die publicatie „als regel"
achterwege te laten, vooral ook omdat het
„afkoop systeem", waarbij iemand met dub
beltjes zijn veroordeeling kan afkoopen en
daardoor de gemeente het recht van publi
catie ontneemt, bestaat.
De VOORZITTER antwoordt, dat publi
catie niet geschiedi in gevallen, welke met
direct invloed uitoefenen op de volksge
zondheid. Wil de raad alles publiceeren,
dan kan hij daartoe besluiten.
De heer VISSER meent dat alle gevallen
gepubliceerd moeten worden.
de menschen voor den tijd van een maand
te ontslaan of een overeenkomst met hen aan
te gaan. Deze laatste oplossing achtten B. en
W. de beste. Zij hebben geen uitzicht op
een vaste aanstelling.
Ten opzichte van de twee volgende vragen
deelt spr mede, dat de betrokkenen in geen
enkel opzicht in een mindere positie zijn
gekomen.
De opzeggingstermijn is een maand voor
de personen, die langer dan een jaar on
afgebroken in diensl waren en een week voor
hen, die korter in dienst zijn
De heer GROENEVELD betreurt het,
dat arbeiders ontslagen worden, terwijl er
De heer HOMBURG is het niet te doen nog werk is. Spr. doet een beroep op B. en W.
om ie knoeiers te steunen. Het gaat er 0111
de onbillijkheid weg te nemen tegenover
aan te dringen op verplichtend stellen van I anderen. Spr. stelt een motte voor, bedoelende
om ze aan het werk te houden, zoolang er
gelegenheid is.
De heer VERMEULEN zegt, dat dc