1 m NIEUWJAARS- WENSCHEN m IP m Ililil Telegraphisch Weerbericht NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT m BSHsy.."'sMiii NIEUWJAARSWENSCH MAANDAG 24 DECEMBER 1928 KERSTKLOKKEN v;: ■bsS. ADVERTENTIEN 35 cL p. regelc, dit nummer bestaat uitvier bladen l£N HET KERSTNUMMER UIT 8 PAGINA'S TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17040 AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL. Zalig Kerstfeest! De toestand van den Engelschen Koning Pffll Het veilingwezen in de Bloembollenstreek Het Kerstpostvliegtuig de PHAEN te Bender Abbas Brand in de cabine van een bioscooptheater De Alkmaarsche martelaren De auto-controle op Zondag De nieuwe salarissen bij- het leger Een geduchte boete Het verkenningslicht op Schiphol Nederlandsch directorium Een departement in de kou Spaansche kunst Nederlandsch fabrikaat Voornaamste Nieuws J. J. WEDER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem Malversaties bij de Shell te Maastricht !,B m•mi -BUREAUX: NASSAU LAAN 49 Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 1 3.25; per post, per kwartaal 1 3.58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet. Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschcn den tekst 60 ct. per regel. bjj verlies van een hand, t, flOC bij verlies van een fpn eew voet of een oog; I lbo.' duim of wijsvinger; 1 iiu." been of arm; bij 'n breuk van '"T,abongewillend^verzekerd0voorbeen6 v®r^eke™lgsv°°rwa:arden f Qflflfl - LevenslanSe geheele ongeschiktheid tot werken door f7rn bij een ongeval met f<y" ft ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 üUUU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; I/OO.-doodelijken afloop; ÏZOO." bij verlies v. een ."anderen vinger. Een der edelste en scherpste geesten, welke Katholieke kerk in de vorige eeuw gediend ^bben, de groote Engelsche bekeerling, Kar saai Newman, heeft in zijn kostelijke ge- fchriften ook een hoofdstuk nagelaten over; .the weariness of religion", over „de verve- "hg van den godsdienst". Deze verhandeling likt meer nog voor onzen dan voor den tijd 'an den schrijver zelf geschreven. Ontelbaren toch hebben den godsdienst als iets ver- boeiends, iets vervelends uit hun leven ver bannen. Het leven eischt ontspanning na tenuwspannenden arbeid; pleizier, vermaak h danszaal, op sportveld, in bioscoop. Gods- llenst roept gedachten op aan de wijding en bgetogenheid van een kerk, aan gebed, aan felfbeheersching, aan versterving in plaats 'an streeling der zinnen. Daarom wekt het koord godsdienst wrevel en afkeer; het moet 'erbannen worden uit de salons, het moet Verwijderd blijven van de feestelijke tafels; foag niet voorkomen in lectuur, welke alleen ^r ontspanning wordt geschreven. Godsdienst Vou daarbij maar verdeeling van de geesten, 'wist en dispuut verwekken en wij zijn in dit korte leven nu eenmaal om ons te vermaken, °tn naast de onvermijdelijke hardheden, welke het ons opdringt, gezamenlijk zooveel moge lijk te genieten in spel en dans en vroolijken kout. Neem zend menschen, van den mo- flernen tijdgeest bezield, bij elkaar; ge zult keen moeite hebben om ze aan het disputee- fen te krijgen over de vraag, wat de grootste toekomst heeft, het vliegtuig of het lucht schip; over de kansen van de wereldkam pioenen in tennis, voetbal, boksen of schaken. Gy zult er een aantal warm kunnen maken floor een gewaagde economische of politieke stelling op te zetten; maar de groote vragen Van godsdienst en eeuwigheid zullen zij met een gebaar van afkeer en verveling afwij ken: dat is ongeloorloofde taal in de groote levenshal. Trouwens, wat zal men met zulke Vraagstukken beginnen; voor dispuut en ftieeningsverschil moet er althans eenige be langstelling in en eenige kennis van het Onderwerp zijn. En die ontbreken bij honderd- Öuizenden van ons geslacht geheel en al, Wanneer het gaat om God en Kerk, gods- flienst en eeuwigheid. Het allerbedroevendste is, te bedenken, dat flie duizenden moderne heidenen voor het toeerendeel geloovige ouders of ten minste grootouders hebben gehad; dat wij daaronder Ook het verlies van honderden en honderden katholieke geslachten moeten betreuren. Die afval is niet opeens gekomen; hij ging en gaat nog steeds door langs den weg van groeiende onverschilligheid in alles wat geloof en goede zeden betreft. Daar is geen geloofs twijfel, die hen verwart; geen religieus vraag stuk, dat hun geest verontrust, 'tls enkel de Verveling, welke de godsdienst hun veroor zaakt, de moeite van kerkgang, de ernst van de eeuwige waarheden, de strenge eischen Van ingetogenheid en zedigheid, die hen den rug aan God en Kerk doen toekeeren. En die afval duurt dagelijks voort, wat zeggen wil, dat de moderne geest, de wuftheid en gods dienstige onverschilligheid steeds bezig zijn slachtoffers onder ons te maken; dat zij wo nen op ons erf, midden onder ons; dat wij, helaas, allen min of meer door dien tijdgeest worden aangetast en gevaar loopen te ver flauwen in onzen ijver voor de hemelsche zaken, welke onze eerste en voornaamste zorg moeten hebben. En ziedaar het nut van de groote feest dagen, welke de ring van het kerkelijk jaar regelmatig naar ons toekeert; ziedaar de weldaad der Kerstklokken, die ook dezen nacht hun manende klanken zullen doen hoo- den, ons roepend naar de kribbe van onzen jonggeboren Verlosser. O, laten deze stemmen dan ten minste niet ijdel over onze hoofden heenklinken! lederen Zondag luidt de kerkklok; iederen Zondag spreekt Gods woord tot ons uit de Evangeliën en het woord van den priester. Wij raken er te gemakkelijk aan gewoon; wanneer wij niet tegen den sleurgang strijden, wordt ook ons de godsdienst een verveling. De Kerstklokken willen ons helpen om los te komen uit die gevaarlijke stemming. Zij geven ons, waar ons arm menschenhart zoozeer naar verlangt; vrede, rust en blijdschap. Hier geen somber heid en droefgeestigheid; hier niets, wat drukt efa bezwaart; slechts een uitnoodiging om te komen aan de wieg van een kind. En wat is er aantrekkelijker en lieftalliger dan een kind? De kerken stralen in licht en luister; er is één jubel van Gloria en Alleluja. Reeds weken lang heeft de Moeder kerk ons opgewekt: Verblijdt u in den Heer; nogmaals zeg ik; verblijdt u! Welnu, de vreugdedag van Kerstmis is aangebroken; laten wij de blijdschap als een stroom over ons heengaan en van den vrede genieten. Maar laat het zijn ware vreugde en ware vrede! Dat wij onze Kerstvreugde toch niet zoeken in het uiterlijke! Dat wij onze huizen versie ren, onze tafels smukken, den kerstboom plaatsen, kaarslicht ontsteken en laten flik keren in vergulde en verzilverde snuisterijen, 't is prijzenswaardig, wanneer dat alles slechts een symbool is van onze innerlijke overtui ging, van onzen zielevrede, van onze christe lijke blijdschap, dathedengeboren is de Verlosser der mensch- heid. Wij moeten onze Kerstvreugde meebrengen uit de Nachtmis; wanneer er blijdschap uit onze oogen straalt in deze dagen van vreugde, dan moet het een weerglans zijn van den goddelijken straal, dien wij in de Kribbe heb ben opgevangen. Dan eerst is onze Kerst- vva<io/1a mwht pn fifirliik: dan eerst is zii schoon, gelijk alle ware schoonheid, die van binnen uit ontroert in uiterlijke vormen. Ziedaar het feest, dat de Kerstklokken ons dezen nacht verkondigen en dat daar door een feest voor allen, die van goeden wil zijn, kan wezen en dat daardoor zoo verschilt van wereldsche feesten. De vraag is niet, of onze uiterlijke omstandigheden wel aanlei ding tot feestvreugde geven; de vraag is niet, of wij rijk of arm zijn; of wij onze tafels met zilver kunnen sieren en kostelijke spijzen kunnen laten aandragen; of wij voor- of tegenspoed in onze zaken hebben; of de we reldsche dingen overeenkomstig of tegen onzen zin en verwachting gaan. Ja, de vraag is zelfs niet of onze natuur ons drijft om tranen te storten bij ziekte of lijden of het heengaan in den dood van dierbaren. Boven dat alles uit, zelfs boven oorlogsgeruchten van hebzuchtige heerschers en verdwaasde volken klinken de tonen van de Kerstklokken, zingend van vrede op aarde aan de menschen van goeden wil. Geen omstandigheid is denk baar, die ons onze Kerstvreugde zou kunnen ontnemen. Want de blijde tonen der Kerst klokken behelzen nog altijd de blijde bood schap der Engelen, dat heden ons geboren is Emanuel, dat is; God met ons. God met ons! Ziedaar onze hoop, onze blijdschap, onze door niets te storen vreugde en vrede. God met ons, of wij arm of rijk, ziek of gezond zijn, in voor- of tegenspoed verkeeren: heden is ons geboren de Christus, die Gods Zoon is, Die ons verloste uit de macht des duivels, Die de Hemelpoort voor ons ontsloot. Emanuel, zingen de Kerstklokken. God wil met ons zijn, onder ons wonen; in de ge daante van een hulpeloos kind kwam Hij tot ons. „Hij was in de wereld," zegt Joannes, „en de wereld heeft Hem niet erkend". Helaas zien wij dat Apostelwoord nog dagelijks be waarheid om ons heen! „In Zijn eigendom kwam Hij en de Z ij- nen hebben Hem niet aange- n o m e n". O, laat dit schrikkelijk woord voor ons niet geschreven zijn! „Maar die Hem aannamen, gaf Hü de macht om kinderen Gods te wor den". Laten wij ook tot deze gelukkigen behooren. Laten wij ook den kleinen Jezus aannemen, wanneer Hij vannacht weer onder ons geboren wordt; laten wij Hem meenemen in ons hart, naar onze woningen; Hem mee dragen door ons leven. Emanuel, God met ons! Dat zingen voor ons heden de Kerst klokken, dat is de beteekenis van onzen ouden, christelijken wensch: Het herstel geschiedt uiterst langzaam. Men seint ons hedenmorgen uit Londen: De verbetering in den toestand van den Engelschen koning houdt aan, hoewel in Hofkringen verklaard word't, dat het herstel een uiterst langzaam verloop heeft. Het houden van veilingen is niet van van daag of gisteren, schrijft het „Kweekersblad" en we zouden zelfs niet eens precies kunnen zeggen, wanneer men er mee begonnen is. Wel weten we, dat er 5 Februari 1637 (dus bijna 300 jaar geleden), te Alkmaar een merkwaardige tulpen-veiling gehouden werd en wel in Nieuwe Schuttersdoelen. De toen geveilde collectie was afkomstig van Wouter Barthelmiesz Winckel, in leven kastelein in de Oude Doelen. De tulpen stonden in een der tuinen te Alkmaar en werden gepresen teerd volgens een lijst, waarop de namen en het gewicht vermeld stonden. De bollen waren dus voor het planten gewogen en werden in den winter volgens dat gewicht in azen verkocht. Van de soorten, welke op deze veiling ge plant stonden, waren aquarellen gemaakt, welke later in het bezit waren van de heeren W. Schoehuys te Uitgeest en E. H. Krelage en Zoon te Haarlem. De geheele veiling bestond uit 68 bollen en 28500 azen. De 68 bollen werden afzonder lijk verkocht en de 28500 azen in z.g.n. per- ceelen, waaronder we verstaan, dat b.v. ver schillende bolletjes met elkaar per gewicht van 1000 azen aan den man gebracht werden. Als we bedenken, dat de grootste bollen even 500 azen wogen, dan begrijpt men, dat een gewicht van 28500 niet veel beteekent en misschien op z'n hoogst 100 bollen vertegen woordigt. Welnu, het totale bedrag van deze veiling bedroeg 68533.—, terwijl er tevens nog mondeling uit verkocht was. 1 Admiraal van Enckhuysen, met een klein afsetje van deselve, te samen voor 5200. 2 Brabansons, te samen voor 3800.— Noch aen verscheyden Planten en Pondtgoedt te samen voor 12467.— Het Persbureau Vaz Dias meldt: Bij de K.L.M. is Zondag bericht ontvan gen uit Bender Abbas, dat de P.H.-A.E.N. het Kerstvliegtuig naar Ned.-Indië, Zaterdag uit Bagdad is vertrokken (6.30 uur) en te 11.05 te Bushir is geland, vanwaar het te 12.15 weder vertrokken is en te 16 uur te Bender Abb«s is aangekomen. 21467 is te samen met het veilingbedrag 90.000 Meerdere van dergelijke veilingen zijn des tijds, in den windhandel gehouden, en ze zijn wellicht het begin geweest van de groe ne veilingen, welke wij thans nog kennen. In het begin van de vorige eeuw werden er reeds belangrijke veilingen van Hyacin ten gehouden. Zoo bracht 23 April 1828 een Hyacinthenveiling van Gebrs. Ven en Co. te Overveen, van 1499 regels de som van 3877.40 op, dus niet zoo bar. Zondagmiddag ontstond in de cabine van het Luxor.theater te Bergen op Zoom brand, doordat door kortsluiting vonken overspron gen op de film „De negerhut van Oom Tom". De rolprent brandde geheel op, terwijl ook de cabine uitbrandde. De operateur wist nog bijtijds verscheidene films in veiligheid te brengen. Daar de cabine geheel afgezonderd ligt van de zaal, kon het publiek rustig de zaal verlaten. Persoonlijke ongelukken hadden dan ook niet plaats. De brandweer, die spoedig ter plaatse verscheen, bluschte met een straal op de waterleiding den brand in de cabine, rw» schade wordt door verzekering gedekt. Het proces der Zaligverklaring Een rede van prof. W. Nolet Prof. W. Nolet van het Seminarie War mond heeft voor de vereeniging „Geloof en Wetenschap" te 's-Gravenhage gesproken over het proces der Zaligverklaring van de Alkmaarsche Martelaren. De Alkmaarsche Martelaren, waarover het proces loopt, zijn Franciscanen en wel de Gardiaan van het Minderbroederklooster Daniël van Aerendonck en zijn gezellen, Cornelius van Diest, Joannes van Naarden, Adriaan van Gouda, Ludovicus Voets en Engelbert van Terburg. Spr. memoreerde de geschiedenis dezer martelaren. De twee voornaamste feiten, welke voor de zaligverklaring moeten vaststaan, zijn: le. dat ze om het leven zijn gebracht en 2e. dat ze om hun geloof ter dood zijn gebracht. Spr. ging dan na, welke getuigenissen er voor hun marteldood bestaan. De oudste ge tuigenis vinden we bij Willem Estius, die in zijn verhaal over de Martelaren van Gorcum ook over de Alkmaarsche Martelaren spreekt. Een ander getuigenis treffen we aan in een gedichtje van Hendrik van Biester, een Franciscaan uit Amsterdam. Maar het oor spronkelijke manuscript of de eerste druk van dit gedichtje is niet te vinden. Daarom is deze getuigenis niet volwaardig. De vorige week heeft spr. echter in het stadsarchief te Amsterdam nog gevonden een dagverhaal van de troebelen die zijn voorge vallen van de jaren 1566 tot 1572. Daarin wordt o.a. verhaald, dat op St. Jan Baptis tendag, den 24 Juni 1572 de Geuzen te Enk huizen vijf minderbroeders hebben opgehan gen na hun neuzen en ooren te hebben af gesneden. Een derde getuigenis vindt men in een schrjjven van den Pauselijken nuntius, die van 1607 tot 1617 te Brussel in functie was. Een vierde getuigenis geeft de geschied schrijver Brandt, die ons de historie van Enkhuizen verhaalt. Ofschoon Brandt uit het verhaal van Seduïius, den provinciaal der Minderbroeders, de historische waarheid tracht weg te redeneeren, erkent hij toch, dat te Enkhuizen eenige Minderbroeders zijn gedood. In het jaar 1573 zijn te Alkmaar ook twee seculiere geestelijken opgehangen en spr. heeft evenals kapelaan Hosman zijn best ge daan om ook hen bij dit zaligverklaringspro ces te betrekken. Maar terwijl er een wolk van getuigen is voor de Franciscaansche martelaren, bestaat er omtrent de seculiere geestelijken, Eilardus van Waterland, en David Leenders, slechts het verhaal van Pe trus van Opmeer. Dit tekort aan getuigenissen is daardoor te verklaren, dat wat met de Franciscanen geschied was. hun geheele Orde interesseer de, terwijl de seculiere geestelijken vrijwel alleen stonden in dien tijd. Vervolgens behandelde spr. de verhalen als getuigenissen voor den marteldood der Alk maarsche Franciscanen, welke alle zijn terug te brengen tot twee bronnen n.l. die van Florentius Leydanus en Petrus van Opmeer. Uit het getuigenis van Florentius komi vast te staan, dat de Alkmaarsche Martela ren voor het geloof zijn gemarteld. Uit Op meer blijkt dat niet direct. Maar in een ander geschrift zegt Sedulius, die Opmeei s werk heeft uitgegeven, toch zeer duidelijk, dat zij om het geloof in Enkhuizen opgehan gen zijn en deze verklaring schijnt te steu nen op de algemeene opinie van zijn tijdge- nooten. Spr.'s conclusie is, dat hetgeen voor de Zaligverklaring allereerst vereischt wordt; n.l. dat de zes Franciscanen uit Alkmaar zijn op gehangen om hun geloof, vast staat. De meening van pastoor van Noort uit Amsterdam, die promotir fidei, of zooals t in den volksmond heet, advocaat van den duivel, was in dit proces, is ook, dat de zaak der Alkmaarsche martelaren er met vlag en wimpel door komt. Op de vragen van den heer Leenstra, be treffende het nemen van maatregelen tegen het op Zondag uitoefenen van controle op auto's en motorrijwielen tot onderzoek van de rijbewijzen en wegenbelastingkaarten, heeft de heer De Geer, Minister van Finan ciën het volgend geantwoord: 1. De controle op auto's en motorrijwielen voor onderzoek van de rijbewijzen en van de wegenbelastingkaarten kan op Zondagen niet geheel worden gemist, omdat op die dagen vele personen, die men op werkdagen niet op den weg aantreft, van hun auto of motorrijwiel gebruik maken. Indien de contróle der rijbewijzen op Zon dagen nimmer zou geschieden, zou dit tot gevolg hebben, dat juist zij, van wie door ongeoefendheid en woest rijden het meeste gevaar voor het verkeer is te duchten een modern soort Zondagsjagers op Zon dag straffeloos de wegen onveilig zouden maken. De controle voor de wegenbelasting kan evenmin op Zondagen geheel achterwege blijven, omdat velen uitsluitend of hoofdzake lijk op die dagen gebruik maken van auto of motorrijwiel en van de omstandigheid, dat Zondag niet wordt gecontroleerd, misbruik zouden kunnen maken door de wegenbelas ting te ontduiken. Om bovenbedoelde redenen is op Zondag 18 November j.l. in enkele plaatsen in Fries land controle gehouden van rijbewijzen en wegenbelastingkaarten. 2. Uit het bovenstaande moge blijken, dat de contróle op Zondag niet geheel kan worden gemist, wil voor den rustigen wan delaar op dien dag de weg niet onbegaan baar worden. vonden in de groote eerezaal en eenige aangrenzende kleine zalen en waaronder er zijn van alle groote Spaansche meesters uit het tijdvak van 1828 tot heden. De „Avondp." meldt, dat de Commissie voor Georganiseerd Overleg bij de Land macht dezer dagen gereed gekomen is met haai- eenstemmig advies inzake de techni sche herziening der salarissen. De minister van Defensie en de voorzitter van de Cen trale Commissie G. O. hebben zich met de voorstellen vereenigd. De geheele herziening zal naar het blad verneemt, ongeveer zes ton kosten. De algemeene schalen voor officieren en onderofficieren zijn vastgesteld als volgt: Officieren: 2e luit. 2000—2300 (na twee dienstjaren)le luit. 22004400 (na 18 dienstjaren)kapitein 35005200 (na 26 dienstjaren); majoor 42005900 (na 30 dienstjaren)luit-kolonel 48006400 (11a 32 dienstjaren)kolonel 60007200 (na 34 dienstjaren!generaal 8500; luit.- generaal 9600. Onderofficieren; sergeant 10002200 (na 18 dienstjaren); serg. met geschiktheid voor sergeant-majoor 1002400 (na 20 dienst jaren): sergeant-majoor 13002650 (na 22 dienstjaren); adjudant-onderofficier 1400—2950 (na 26 dienstjaren). Voor de Rechtbank te Assen heeft te recht gestaan J. G. H. de J., koopman te Groningen, verdacht van het uitlokken van j vervoer van een groote hoeveelheid ge- j distilleerd. De Rijksadvocaat eischte 45.243 boete. Het O. M. eischte 45.233 boete of 6 maan den hechtenis. Het verkenningsiicht op het luchtvaart terrein Schiphol, bestaande uit een radio mast, welke over de geheele lengte is voor zien van witte vaste lichten, is versterkt door het aanbrengen van elf 3 M. hooge neon-buizen, welke alle op gelijke hoogte om den mast heen bevestigd zijn. De bovenkant der buizen bevindt zich 5 M. ondhet hoogste punt van. den mast., Wèljc punt gevormd wordt door den zich op den mast bevindenden windzak. Op de plaats waar de neonbuizen zijn aangebracht, zijn de witte lichten weggenomen. Indien het verkenningslicht ontstoken is branden zoowel de witte lichten als het neonlicht ononderbroken. Bij den Liturgischen boekhandel E. D. Baarda, te Amsterdam, is de 15e jaargang verschenen van het Nederlandsch directo rium. Behalve voor de vijf bisdommen en voor de kerken der Franciscanen zijn nu ook de gegevens voor de Jezuïetenkerken opgenomen. j Zaterdag heerschte aan het departement van Arbeid aan het Bezuidenhout te Den Haag een kortstondige opschudding tenge. volge van een lek in de centrale verwar, ming. In een der kelders spoot het heete water uit een der pijpen, dat het een lust was. Natuurlijk moest de verwarming af gesloten worden en zat men eenigen tijd in de kou. Met de reparatiewerkzaamheden liepen twee der werklieden brandwonden aan beide handen op. Ten slotte werd het lek gestopt en was het euvel uit de wereld. In het Stedelijk Museum te Amsterdam is Zaterdagmiddag de tentoonstelling van Spaansche schilder- en beeldhouwkunst, ge- organiseerd door het genootschap Spanje— Spaansch Amerika, en staande onder be scherming van koning Alfons XIII, die Maandag te voren in Pulehri Studió ze 's-Gravenhage was gesloten, heropend. Bij deze heropening in Amsterdam waren tal van vooraanstaande personen aanwezig, o.a. de Spaansche gezant, de commissaris der Koningin in Noord-Holland, de burge meester van Amsterdam, enz. De voorzitter van het Genootschap SpanjeSpaansch Amerika begroette de aanwezigen en bracht dank aan de Spaan sche regeering en het Spaansche ministerie van Schoone Kunsten, vertegenwoordigd in den persoon van den heer Ortiz Echague, die alles in het werk had gesteld, een keurverzameling van de Spaansche kunst uit het tijdvak 1828—1928 bijeen te brengen. Graaf de Pradère, de Spaansche gezant, herinnerde aan het groote succes, dat de tentoonstelling te 's-Gravenhage heeft ge had, verheugde er zich over, dat thans de tentoonstelling ook in Amsterdam te zien is, vooral waar het het een verzameling schil derijen en beeldhouwwerken betreft, die den Spaanschen kunstenaars eer aandoet. Spr. prees zich gelukkig, deze tentoonstel ling te mogen openen in de stad, die zoo veel onstervelijke kunstenaars heeft voort gebracht en gaf uiting aan zijn vreugde, over het feit, dat de Spaansche kunst in Nederland zooveel geestdrift had verwekt. Uit naam van den koning van Spanje en van de Spaansch» regeering verklaarde hij ten slotte de tentoonstelling voor ge. ovend. De gasten bezichtigden vervolgens de ver. schillende werken, die er plaats hebben ge- In de December-aflevering van het tijd schrift der Vereeniging „Nederlandsch Fa brikaat" treft, als naar gewoonte, allereerst onze aandacht de vermelding wat de Ver eeniging in de laatste maand deed, terwijl uit de daarna volgende begrooting voor het jaar 1929 blijkt, dat de Vereeniging wel met zeer gering egledmiddelen moet werken. De groote maandelijksche teekening van Job Denijs geeft een beeld van onze twaalf de provincie, waaraan Wouter Loeb eenige dichtregelen wijdt onder het opschrift: „Zuiderzee zegepraal". Ir. H. Vos geeft een zeer belangwekkende beschrijving van de ontwikkeling der electrotechnische industrie in Nederland, terwijl de schrijver zijn artikel besluit met de volgende behartenswaardige woorden: „Centrales en gemeentebedrijf hebben tot taak dezen groei te bevorderen, de taak der idustrie, actief te zijn en op de hoogte te blijven van de ontwikkeling der electro- techniek niet alleen, maar mede die ont wikkeling te leiden. Dan zal blijven gelden, wat op het oogenblik voor het overgroote deel geldt van het electrotechnisch mate riaal, dat betrekken van buitenlandsche product»»-ommodig,..ia, omdat cie^e.gen in dustrie het gevraagde kan leveren in de beste kwaliteit." De heer ir. L. H. N. Dufour heeft in het tijdschrift ;,De Ingenieur" gewezen op de belangrijke plaats, welke Nederland in neemt op het gebied der radio-industrie; daar van de zijde van Rijk en Gemeenten de belangstelling voor dit Nederlandsch fabrikaat niet steeds zoo wordt geacht, als te wenschen waren, is in deze aflevering van Nederlandsch Fabrikaat ook hierop de aandacht gevestigd. Ook een uitvoerige beschouwing over het onderwerp: „De Nederlandsche Zuivelindus trie. de Algemeens Ned. Zuivelbond en de Nederl. Boter- en Kaascontröle" zal onge twijfeld veler belangstelling trekken. Ver schillende afbeeldingen zijn bij deze beschrij - ving opgenomen. Ten slotte zij nog vermeld de verschillen de vaste rubrieken, za.: Opgave van het Nederlandsch, industrieel filmmateriaal der Vereeniging, Exportadressen, Opgave van fabrikanten, die gerechtigd zijn het bekende merk „V. N. F." te voeren, enz., terwijl de Correspondentierubriek aantoont hoe de le den met de Vereeniging meeleven. Het Kerst postvliegtuig, de P.H.-A.E.N. is te Eender Abbas aangekomen. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot wijzi ging van eenige artikelen der Indische Staats regeling. Het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer is verschenen over het wetsontwerp inzake toetreding tot het Kellogg-pact. Verschenen zijn het voorloopig verslag en de memorie van antwoord op de gemeentc- begrooting van Haarlem voor 1929. Verschenen is thans het officieele commu niqué inzake de vorming der commissie van deskundigen. Het gevaar voor verdere ontploffing te Lon den is geweken. De toestand in Afghanistan wordt nog niet rooskleurig geacht. Gemeld wordt een nieuwe opmarsch van Boliviaansche troepen. De toestand van den Engelschen Koning fe gunstig vooruitgaande, hoewel uiterst lang- Barometerstand 9 uur v.m.: 773, stilstand OPTICIENS F ABRI KANTE?' Yicht op; De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 4.19 uur, overmorgen om 4.20 uur en Donderdag om 4.21 uur. 12.000 verduisterd Bij de „Shell" te Maastricht zijn malversa ties gepleegd. Uit het onderzoek is komen vast te staan, dat een bedrag van 12000 is verduisterd door zekeren F., wonende te Maastricht. F., die depothouder bij de Shell was, pleegde de verduisteringen door gelden, welke aan hem werden afgedragen, niet te boe ken. Hij zal voor de justitie geleid worden. Hoogste Barometerstand 778.7 m.M. te Miinchen. Laagste Barometerstand 725.3 mM te Acuryri. Verwachting: Krachtige tot stormachtige, ijdelijk afnemende Zuidelijke tot Westelijken wind, betrokken met eenige regen, later tijde lijke opklaring. Aanvankelijk veel zachter. L. S. Evenals vorige jaren wordt ook dit jaar weder de gelegenheid geboden tegen vergoeding van slechts f 0.60 een NIEUWJAARSGROET in de te plaatsen, welke 5 regels plaatsruimte mag beslaan. Voor grootere advertentiën wordt voor eiken regel meer, 15 cent extra berekend. De abonné's welke van deze meer en meer gebruikolijke wijze van „wenschen aanbieden" gebruik willen maken, worden beleefd verzocht onderstaande bon ten spoedigste duidelijk inge vuld met toevoeging van faan ons bureau Nassaulaan 49 Haarlem te doen bezorgen Ondergeteekende verzoekt plaatsing van onderstaanden NIEUWJAARSGROET in het nummer van 31 December Het bedrag ad fgaaf hierbij S. v. p duidelijk met potlood invullen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1