1
m
NIEUWJAARS-
WENSCHEN
m
IP
m
Ililil
Telegraphisch Weerbericht
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
m
BSHsy.."'sMiii
NIEUWJAARSWENSCH
MAANDAG 24 DECEMBER 1928
KERSTKLOKKEN
v;:
■bsS.
ADVERTENTIEN 35 cL p. regelc,
dit nummer bestaat uitvier bladen
l£N HET KERSTNUMMER UIT 8 PAGINA'S
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17040
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL.
Zalig Kerstfeest!
De toestand van den
Engelschen Koning
Pffll
Het veilingwezen in de
Bloembollenstreek
Het Kerstpostvliegtuig
de PHAEN te Bender Abbas
Brand in de cabine van een
bioscooptheater
De Alkmaarsche martelaren
De auto-controle op Zondag
De nieuwe salarissen bij-
het leger
Een geduchte boete
Het verkenningslicht op
Schiphol
Nederlandsch directorium
Een departement in de kou
Spaansche kunst
Nederlandsch fabrikaat
Voornaamste Nieuws
J. J. WEDER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
Malversaties bij de Shell
te Maastricht
!,B
m•mi
-BUREAUX: NASSAU LAAN 49
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 1 3.25; per post, per kwartaal
1 3.58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruitbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschcn den tekst 60 ct. per regel.
bjj verlies van een hand,
t, flOC bij verlies van een fpn
eew voet of een oog; I lbo.' duim of wijsvinger; 1 iiu." been of arm;
bij 'n breuk van
'"T,abongewillend^verzekerd0voorbeen6 v®r^eke™lgsv°°rwa:arden f Qflflfl - LevenslanSe geheele ongeschiktheid tot werken door f7rn bij een ongeval met f<y" ft
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 üUUU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; I/OO.-doodelijken afloop; ÏZOO."
bij verlies v. een
."anderen vinger.
Een der edelste en scherpste geesten, welke
Katholieke kerk in de vorige eeuw gediend
^bben, de groote Engelsche bekeerling, Kar
saai Newman, heeft in zijn kostelijke ge-
fchriften ook een hoofdstuk nagelaten over;
.the weariness of religion", over „de verve-
"hg van den godsdienst". Deze verhandeling
likt meer nog voor onzen dan voor den tijd
'an den schrijver zelf geschreven. Ontelbaren
toch hebben den godsdienst als iets ver-
boeiends, iets vervelends uit hun leven ver
bannen. Het leven eischt ontspanning na
tenuwspannenden arbeid; pleizier, vermaak
h danszaal, op sportveld, in bioscoop. Gods-
llenst roept gedachten op aan de wijding en
bgetogenheid van een kerk, aan gebed, aan
felfbeheersching, aan versterving in plaats
'an streeling der zinnen. Daarom wekt het
koord godsdienst wrevel en afkeer; het moet
'erbannen worden uit de salons, het moet
Verwijderd blijven van de feestelijke tafels;
foag niet voorkomen in lectuur, welke alleen
^r ontspanning wordt geschreven. Godsdienst
Vou daarbij maar verdeeling van de geesten,
'wist en dispuut verwekken en wij zijn in dit
korte leven nu eenmaal om ons te vermaken,
°tn naast de onvermijdelijke hardheden, welke
het ons opdringt, gezamenlijk zooveel moge
lijk te genieten in spel en dans en vroolijken
kout. Neem zend menschen, van den mo-
flernen tijdgeest bezield, bij elkaar; ge zult
keen moeite hebben om ze aan het disputee-
fen te krijgen over de vraag, wat de grootste
toekomst heeft, het vliegtuig of het lucht
schip; over de kansen van de wereldkam
pioenen in tennis, voetbal, boksen of schaken.
Gy zult er een aantal warm kunnen maken
floor een gewaagde economische of politieke
stelling op te zetten; maar de groote vragen
Van godsdienst en eeuwigheid zullen zij met
een gebaar van afkeer en verveling afwij
ken: dat is ongeloorloofde taal in de groote
levenshal. Trouwens, wat zal men met zulke
Vraagstukken beginnen; voor dispuut en
ftieeningsverschil moet er althans eenige be
langstelling in en eenige kennis van het
Onderwerp zijn. En die ontbreken bij honderd-
Öuizenden van ons geslacht geheel en al,
Wanneer het gaat om God en Kerk, gods-
flienst en eeuwigheid.
Het allerbedroevendste is, te bedenken, dat
flie duizenden moderne heidenen voor het
toeerendeel geloovige ouders of ten minste
grootouders hebben gehad; dat wij daaronder
Ook het verlies van honderden en honderden
katholieke geslachten moeten betreuren. Die
afval is niet opeens gekomen; hij ging en
gaat nog steeds door langs den weg van
groeiende onverschilligheid in alles wat geloof
en goede zeden betreft. Daar is geen geloofs
twijfel, die hen verwart; geen religieus vraag
stuk, dat hun geest verontrust, 'tls enkel de
Verveling, welke de godsdienst hun veroor
zaakt, de moeite van kerkgang, de ernst van
de eeuwige waarheden, de strenge eischen
Van ingetogenheid en zedigheid, die hen den
rug aan God en Kerk doen toekeeren. En die
afval duurt dagelijks voort, wat zeggen wil,
dat de moderne geest, de wuftheid en gods
dienstige onverschilligheid steeds bezig zijn
slachtoffers onder ons te maken; dat zij wo
nen op ons erf, midden onder ons; dat wij,
helaas, allen min of meer door dien tijdgeest
worden aangetast en gevaar loopen te ver
flauwen in onzen ijver voor de hemelsche
zaken, welke onze eerste en voornaamste
zorg moeten hebben.
En ziedaar het nut van de groote feest
dagen, welke de ring van het kerkelijk jaar
regelmatig naar ons toekeert; ziedaar de
weldaad der Kerstklokken, die ook dezen
nacht hun manende klanken zullen doen hoo-
den, ons roepend naar de kribbe van onzen
jonggeboren Verlosser.
O, laten deze stemmen dan ten minste niet
ijdel over onze hoofden heenklinken! lederen
Zondag luidt de kerkklok; iederen Zondag
spreekt Gods woord tot ons uit de Evangeliën
en het woord van den priester. Wij raken er
te gemakkelijk aan gewoon; wanneer wij niet
tegen den sleurgang strijden, wordt ook ons
de godsdienst een verveling. De Kerstklokken
willen ons helpen om los te komen uit die
gevaarlijke stemming. Zij geven ons, waar ons
arm menschenhart zoozeer naar verlangt;
vrede, rust en blijdschap. Hier geen somber
heid en droefgeestigheid; hier niets, wat
drukt efa bezwaart; slechts een uitnoodiging
om te komen aan de wieg van een kind.
En wat is er aantrekkelijker en lieftalliger
dan een kind? De kerken stralen in licht
en luister; er is één jubel van Gloria en
Alleluja. Reeds weken lang heeft de Moeder
kerk ons opgewekt: Verblijdt u in den Heer;
nogmaals zeg ik; verblijdt u! Welnu, de
vreugdedag van Kerstmis is aangebroken;
laten wij de blijdschap als een stroom over ons
heengaan en van den vrede genieten. Maar
laat het zijn ware vreugde en ware vrede!
Dat wij onze Kerstvreugde toch niet zoeken
in het uiterlijke! Dat wij onze huizen versie
ren, onze tafels smukken, den kerstboom
plaatsen, kaarslicht ontsteken en laten flik
keren in vergulde en verzilverde snuisterijen,
't is prijzenswaardig, wanneer dat alles slechts
een symbool is van onze innerlijke overtui
ging, van onzen zielevrede, van onze christe
lijke blijdschap, dathedengeboren
is de Verlosser der mensch-
heid.
Wij moeten onze Kerstvreugde meebrengen
uit de Nachtmis; wanneer er blijdschap uit
onze oogen straalt in deze dagen van vreugde,
dan moet het een weerglans zijn van den
goddelijken straal, dien wij in de Kribbe heb
ben opgevangen. Dan eerst is onze Kerst-
vva<io/1a mwht pn fifirliik: dan eerst is zii
schoon, gelijk alle ware schoonheid, die van
binnen uit ontroert in uiterlijke vormen.
Ziedaar het feest, dat de Kerstklokken
ons dezen nacht verkondigen en dat daar
door een feest voor allen, die van goeden wil
zijn, kan wezen en dat daardoor zoo verschilt
van wereldsche feesten. De vraag is niet, of
onze uiterlijke omstandigheden wel aanlei
ding tot feestvreugde geven; de vraag is niet,
of wij rijk of arm zijn; of wij onze tafels
met zilver kunnen sieren en kostelijke spijzen
kunnen laten aandragen; of wij voor- of
tegenspoed in onze zaken hebben; of de we
reldsche dingen overeenkomstig of tegen
onzen zin en verwachting gaan. Ja, de vraag
is zelfs niet of onze natuur ons drijft om
tranen te storten bij ziekte of lijden of het
heengaan in den dood van dierbaren. Boven
dat alles uit, zelfs boven oorlogsgeruchten
van hebzuchtige heerschers en verdwaasde
volken klinken de tonen van de Kerstklokken,
zingend van vrede op aarde aan de menschen
van goeden wil. Geen omstandigheid is denk
baar, die ons onze Kerstvreugde zou kunnen
ontnemen. Want de blijde tonen der Kerst
klokken behelzen nog altijd de blijde bood
schap der Engelen, dat heden ons geboren is
Emanuel, dat is; God met ons.
God met ons! Ziedaar onze hoop, onze
blijdschap, onze door niets te storen vreugde
en vrede. God met ons, of wij arm of rijk,
ziek of gezond zijn, in voor- of tegenspoed
verkeeren: heden is ons geboren de Christus,
die Gods Zoon is, Die ons verloste uit de
macht des duivels, Die de Hemelpoort voor
ons ontsloot.
Emanuel, zingen de Kerstklokken. God wil
met ons zijn, onder ons wonen; in de ge
daante van een hulpeloos kind kwam Hij tot
ons. „Hij was in de wereld," zegt Joannes,
„en de wereld heeft Hem niet erkend". Helaas
zien wij dat Apostelwoord nog dagelijks be
waarheid om ons heen!
„In Zijn eigendom kwam Hij en de Z ij-
nen hebben Hem niet aange-
n o m e n".
O, laat dit schrikkelijk woord voor ons niet
geschreven zijn! „Maar die Hem aannamen,
gaf Hü de macht om kinderen Gods te wor
den". Laten wij ook tot deze gelukkigen
behooren. Laten wij ook den kleinen Jezus
aannemen, wanneer Hij vannacht weer onder
ons geboren wordt; laten wij Hem meenemen
in ons hart, naar onze woningen; Hem mee
dragen door ons leven. Emanuel, God met
ons! Dat zingen voor ons heden de Kerst
klokken, dat is de beteekenis van onzen
ouden, christelijken wensch:
Het herstel geschiedt uiterst langzaam.
Men seint ons hedenmorgen uit Londen:
De verbetering in den toestand van den
Engelschen koning houdt aan, hoewel in
Hofkringen verklaard word't, dat het herstel
een uiterst langzaam verloop heeft.
Het houden van veilingen is niet van van
daag of gisteren, schrijft het „Kweekersblad"
en we zouden zelfs niet eens precies kunnen
zeggen, wanneer men er mee begonnen is.
Wel weten we, dat er 5 Februari 1637 (dus
bijna 300 jaar geleden), te Alkmaar een
merkwaardige tulpen-veiling gehouden werd
en wel in Nieuwe Schuttersdoelen. De toen
geveilde collectie was afkomstig van Wouter
Barthelmiesz Winckel, in leven kastelein in
de Oude Doelen. De tulpen stonden in een
der tuinen te Alkmaar en werden gepresen
teerd volgens een lijst, waarop de namen en
het gewicht vermeld stonden. De bollen
waren dus voor het planten gewogen en
werden in den winter volgens dat gewicht in
azen verkocht.
Van de soorten, welke op deze veiling ge
plant stonden, waren aquarellen gemaakt,
welke later in het bezit waren van de heeren
W. Schoehuys te Uitgeest en E. H. Krelage
en Zoon te Haarlem.
De geheele veiling bestond uit 68 bollen
en 28500 azen. De 68 bollen werden afzonder
lijk verkocht en de 28500 azen in z.g.n. per-
ceelen, waaronder we verstaan, dat b.v. ver
schillende bolletjes met elkaar per gewicht
van 1000 azen aan den man gebracht werden.
Als we bedenken, dat de grootste bollen even
500 azen wogen, dan begrijpt men, dat een
gewicht van 28500 niet veel beteekent en
misschien op z'n hoogst 100 bollen vertegen
woordigt. Welnu, het totale bedrag van deze
veiling bedroeg 68533.—, terwijl er tevens
nog mondeling uit verkocht was.
1 Admiraal van Enckhuysen, met een
klein afsetje van deselve, te samen
voor 5200.
2 Brabansons, te samen voor 3800.—
Noch aen verscheyden Planten en
Pondtgoedt te samen voor 12467.—
Het Persbureau Vaz Dias meldt:
Bij de K.L.M. is Zondag bericht ontvan
gen uit Bender Abbas, dat de P.H.-A.E.N.
het Kerstvliegtuig naar Ned.-Indië, Zaterdag
uit Bagdad is vertrokken (6.30 uur) en te
11.05 te Bushir is geland, vanwaar het te
12.15 weder vertrokken is en te 16 uur te
Bender Abb«s is aangekomen.
21467
is te samen met het veilingbedrag 90.000
Meerdere van dergelijke veilingen zijn des
tijds, in den windhandel gehouden, en ze
zijn wellicht het begin geweest van de groe
ne veilingen, welke wij thans nog kennen.
In het begin van de vorige eeuw werden
er reeds belangrijke veilingen van Hyacin
ten gehouden. Zoo bracht 23 April 1828
een Hyacinthenveiling van Gebrs. Ven en
Co. te Overveen, van 1499 regels de som van
3877.40 op, dus niet zoo bar.
Zondagmiddag ontstond in de cabine van
het Luxor.theater te Bergen op Zoom brand,
doordat door kortsluiting vonken overspron
gen op de film „De negerhut van Oom Tom".
De rolprent brandde geheel op, terwijl ook
de cabine uitbrandde. De operateur wist
nog bijtijds verscheidene films in veiligheid
te brengen.
Daar de cabine geheel afgezonderd ligt
van de zaal, kon het publiek rustig de zaal
verlaten. Persoonlijke ongelukken hadden dan
ook niet plaats. De brandweer, die spoedig
ter plaatse verscheen, bluschte met een straal
op de waterleiding den brand in de cabine,
rw» schade wordt door verzekering gedekt.
Het proces der Zaligverklaring
Een rede van prof. W. Nolet
Prof. W. Nolet van het Seminarie War
mond heeft voor de vereeniging „Geloof en
Wetenschap" te 's-Gravenhage gesproken
over het proces der Zaligverklaring van de
Alkmaarsche Martelaren.
De Alkmaarsche Martelaren, waarover het
proces loopt, zijn Franciscanen en wel de
Gardiaan van het Minderbroederklooster
Daniël van Aerendonck en zijn gezellen,
Cornelius van Diest, Joannes van Naarden,
Adriaan van Gouda, Ludovicus Voets en
Engelbert van Terburg.
Spr. memoreerde de geschiedenis dezer
martelaren.
De twee voornaamste feiten, welke voor de
zaligverklaring moeten vaststaan, zijn: le.
dat ze om het leven zijn gebracht en 2e. dat
ze om hun geloof ter dood zijn gebracht.
Spr. ging dan na, welke getuigenissen er
voor hun marteldood bestaan. De oudste ge
tuigenis vinden we bij Willem Estius, die in
zijn verhaal over de Martelaren van Gorcum
ook over de Alkmaarsche Martelaren spreekt.
Een ander getuigenis treffen we aan in een
gedichtje van Hendrik van Biester, een
Franciscaan uit Amsterdam. Maar het oor
spronkelijke manuscript of de eerste druk
van dit gedichtje is niet te vinden. Daarom
is deze getuigenis niet volwaardig.
De vorige week heeft spr. echter in het
stadsarchief te Amsterdam nog gevonden een
dagverhaal van de troebelen die zijn voorge
vallen van de jaren 1566 tot 1572. Daarin
wordt o.a. verhaald, dat op St. Jan Baptis
tendag, den 24 Juni 1572 de Geuzen te Enk
huizen vijf minderbroeders hebben opgehan
gen na hun neuzen en ooren te hebben af
gesneden.
Een derde getuigenis vindt men in een
schrjjven van den Pauselijken nuntius, die
van 1607 tot 1617 te Brussel in functie was.
Een vierde getuigenis geeft de geschied
schrijver Brandt, die ons de historie van
Enkhuizen verhaalt. Ofschoon Brandt uit het
verhaal van Seduïius, den provinciaal der
Minderbroeders, de historische waarheid
tracht weg te redeneeren, erkent hij toch,
dat te Enkhuizen eenige Minderbroeders zijn
gedood.
In het jaar 1573 zijn te Alkmaar ook twee
seculiere geestelijken opgehangen en spr.
heeft evenals kapelaan Hosman zijn best ge
daan om ook hen bij dit zaligverklaringspro
ces te betrekken. Maar terwijl er een wolk
van getuigen is voor de Franciscaansche
martelaren, bestaat er omtrent de seculiere
geestelijken, Eilardus van Waterland, en
David Leenders, slechts het verhaal van Pe
trus van Opmeer.
Dit tekort aan getuigenissen is daardoor
te verklaren, dat wat met de Franciscanen
geschied was. hun geheele Orde interesseer
de, terwijl de seculiere geestelijken vrijwel
alleen stonden in dien tijd.
Vervolgens behandelde spr. de verhalen als
getuigenissen voor den marteldood der Alk
maarsche Franciscanen, welke alle zijn terug
te brengen tot twee bronnen n.l. die van
Florentius Leydanus en Petrus van Opmeer.
Uit het getuigenis van Florentius komi
vast te staan, dat de Alkmaarsche Martela
ren voor het geloof zijn gemarteld. Uit Op
meer blijkt dat niet direct. Maar in een
ander geschrift zegt Sedulius, die Opmeei s
werk heeft uitgegeven, toch zeer duidelijk,
dat zij om het geloof in Enkhuizen opgehan
gen zijn en deze verklaring schijnt te steu
nen op de algemeene opinie van zijn tijdge-
nooten.
Spr.'s conclusie is, dat hetgeen voor de
Zaligverklaring allereerst vereischt wordt; n.l.
dat de zes Franciscanen uit Alkmaar zijn op
gehangen om hun geloof, vast staat.
De meening van pastoor van Noort uit
Amsterdam, die promotir fidei, of zooals t
in den volksmond heet, advocaat van den
duivel, was in dit proces, is ook, dat de zaak
der Alkmaarsche martelaren er met vlag en
wimpel door komt.
Op de vragen van den heer Leenstra, be
treffende het nemen van maatregelen tegen
het op Zondag uitoefenen van controle op
auto's en motorrijwielen tot onderzoek van
de rijbewijzen en wegenbelastingkaarten,
heeft de heer De Geer, Minister van Finan
ciën het volgend geantwoord:
1. De controle op auto's en motorrijwielen
voor onderzoek van de rijbewijzen en van
de wegenbelastingkaarten kan op Zondagen
niet geheel worden gemist, omdat op die
dagen vele personen, die men op werkdagen
niet op den weg aantreft, van hun auto
of motorrijwiel gebruik maken.
Indien de contróle der rijbewijzen op Zon
dagen nimmer zou geschieden, zou dit tot
gevolg hebben, dat juist zij, van wie door
ongeoefendheid en woest rijden het meeste
gevaar voor het verkeer is te duchten
een modern soort Zondagsjagers op Zon
dag straffeloos de wegen onveilig zouden
maken.
De controle voor de wegenbelasting kan
evenmin op Zondagen geheel achterwege
blijven, omdat velen uitsluitend of hoofdzake
lijk op die dagen gebruik maken van auto of
motorrijwiel en van de omstandigheid, dat
Zondag niet wordt gecontroleerd, misbruik
zouden kunnen maken door de wegenbelas
ting te ontduiken.
Om bovenbedoelde redenen is op Zondag
18 November j.l. in enkele plaatsen in Fries
land controle gehouden van rijbewijzen en
wegenbelastingkaarten.
2. Uit het bovenstaande moge blijken,
dat de contróle op Zondag niet geheel kan
worden gemist, wil voor den rustigen wan
delaar op dien dag de weg niet onbegaan
baar worden.
vonden in de groote eerezaal en eenige
aangrenzende kleine zalen en waaronder er
zijn van alle groote Spaansche meesters
uit het tijdvak van 1828 tot heden.
De „Avondp." meldt, dat de Commissie
voor Georganiseerd Overleg bij de Land
macht dezer dagen gereed gekomen is met
haai- eenstemmig advies inzake de techni
sche herziening der salarissen. De minister
van Defensie en de voorzitter van de Cen
trale Commissie G. O. hebben zich met de
voorstellen vereenigd. De geheele herziening
zal naar het blad verneemt, ongeveer zes
ton kosten.
De algemeene schalen voor officieren en
onderofficieren zijn vastgesteld als volgt:
Officieren: 2e luit. 2000—2300 (na twee
dienstjaren)le luit. 22004400 (na 18
dienstjaren)kapitein 35005200 (na 26
dienstjaren); majoor 42005900 (na 30
dienstjaren)luit-kolonel 48006400 (11a
32 dienstjaren)kolonel 60007200 (na
34 dienstjaren!generaal 8500; luit.-
generaal 9600.
Onderofficieren; sergeant 10002200 (na
18 dienstjaren); serg. met geschiktheid voor
sergeant-majoor 1002400 (na 20 dienst
jaren): sergeant-majoor 13002650 (na
22 dienstjaren); adjudant-onderofficier
1400—2950 (na 26 dienstjaren).
Voor de Rechtbank te Assen heeft te
recht gestaan J. G. H. de J., koopman te
Groningen, verdacht van het uitlokken van j
vervoer van een groote hoeveelheid ge- j
distilleerd.
De Rijksadvocaat eischte 45.243 boete.
Het O. M. eischte 45.233 boete of 6 maan
den hechtenis.
Het verkenningsiicht op het luchtvaart
terrein Schiphol, bestaande uit een radio
mast, welke over de geheele lengte is voor
zien van witte vaste lichten, is versterkt
door het aanbrengen van elf 3 M. hooge
neon-buizen, welke alle op gelijke hoogte om
den mast heen bevestigd zijn.
De bovenkant der buizen bevindt zich 5 M.
ondhet hoogste punt van. den mast., Wèljc
punt gevormd wordt door den zich op den
mast bevindenden windzak. Op de plaats
waar de neonbuizen zijn aangebracht, zijn
de witte lichten weggenomen.
Indien het verkenningslicht ontstoken is
branden zoowel de witte lichten als het
neonlicht ononderbroken.
Bij den Liturgischen boekhandel E. D.
Baarda, te Amsterdam, is de 15e jaargang
verschenen van het Nederlandsch directo
rium. Behalve voor de vijf bisdommen en
voor de kerken der Franciscanen zijn nu
ook de gegevens voor de Jezuïetenkerken
opgenomen.
j
Zaterdag heerschte aan het departement
van Arbeid aan het Bezuidenhout te Den
Haag een kortstondige opschudding tenge.
volge van een lek in de centrale verwar,
ming. In een der kelders spoot het heete
water uit een der pijpen, dat het een lust
was. Natuurlijk moest de verwarming af
gesloten worden en zat men eenigen tijd in
de kou. Met de reparatiewerkzaamheden
liepen twee der werklieden brandwonden
aan beide handen op.
Ten slotte werd het lek gestopt en was
het euvel uit de wereld.
In het Stedelijk Museum te Amsterdam
is Zaterdagmiddag de tentoonstelling van
Spaansche schilder- en beeldhouwkunst, ge-
organiseerd door het genootschap Spanje—
Spaansch Amerika, en staande onder be
scherming van koning Alfons XIII, die
Maandag te voren in Pulehri Studió ze
's-Gravenhage was gesloten, heropend.
Bij deze heropening in Amsterdam waren
tal van vooraanstaande personen aanwezig,
o.a. de Spaansche gezant, de commissaris
der Koningin in Noord-Holland, de burge
meester van Amsterdam, enz.
De voorzitter van het Genootschap
SpanjeSpaansch Amerika begroette de
aanwezigen en bracht dank aan de Spaan
sche regeering en het Spaansche ministerie
van Schoone Kunsten, vertegenwoordigd
in den persoon van den heer Ortiz
Echague, die alles in het werk had gesteld,
een keurverzameling van de Spaansche
kunst uit het tijdvak 1828—1928 bijeen te
brengen.
Graaf de Pradère, de Spaansche gezant,
herinnerde aan het groote succes, dat de
tentoonstelling te 's-Gravenhage heeft ge
had, verheugde er zich over, dat thans de
tentoonstelling ook in Amsterdam te zien is,
vooral waar het het een verzameling schil
derijen en beeldhouwwerken betreft, die
den Spaanschen kunstenaars eer aandoet.
Spr. prees zich gelukkig, deze tentoonstel
ling te mogen openen in de stad, die zoo
veel onstervelijke kunstenaars heeft voort
gebracht en gaf uiting aan zijn vreugde,
over het feit, dat de Spaansche kunst in
Nederland zooveel geestdrift had verwekt.
Uit naam van den koning van Spanje en
van de Spaansch» regeering verklaarde
hij ten slotte de tentoonstelling voor ge.
ovend.
De gasten bezichtigden vervolgens de ver.
schillende werken, die er plaats hebben ge-
In de December-aflevering van het tijd
schrift der Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" treft, als naar gewoonte, allereerst
onze aandacht de vermelding wat de Ver
eeniging in de laatste maand deed, terwijl
uit de daarna volgende begrooting voor het
jaar 1929 blijkt, dat de Vereeniging wel met
zeer gering egledmiddelen moet werken.
De groote maandelijksche teekening van
Job Denijs geeft een beeld van onze twaalf
de provincie, waaraan Wouter Loeb eenige
dichtregelen wijdt onder het opschrift:
„Zuiderzee zegepraal".
Ir. H. Vos geeft een zeer belangwekkende
beschrijving van de ontwikkeling der
electrotechnische industrie in Nederland,
terwijl de schrijver zijn artikel besluit met
de volgende behartenswaardige woorden:
„Centrales en gemeentebedrijf hebben tot
taak dezen groei te bevorderen, de taak der
idustrie, actief te zijn en op de hoogte
te blijven van de ontwikkeling der electro-
techniek niet alleen, maar mede die ont
wikkeling te leiden. Dan zal blijven gelden,
wat op het oogenblik voor het overgroote
deel geldt van het electrotechnisch mate
riaal, dat betrekken van buitenlandsche
product»»-ommodig,..ia, omdat cie^e.gen in
dustrie het gevraagde kan leveren in de
beste kwaliteit."
De heer ir. L. H. N. Dufour heeft in het
tijdschrift ;,De Ingenieur" gewezen op de
belangrijke plaats, welke Nederland in
neemt op het gebied der radio-industrie;
daar van de zijde van Rijk en Gemeenten
de belangstelling voor dit Nederlandsch
fabrikaat niet steeds zoo wordt geacht, als
te wenschen waren, is in deze aflevering
van Nederlandsch Fabrikaat ook hierop de
aandacht gevestigd.
Ook een uitvoerige beschouwing over het
onderwerp: „De Nederlandsche Zuivelindus
trie. de Algemeens Ned. Zuivelbond en de
Nederl. Boter- en Kaascontröle" zal onge
twijfeld veler belangstelling trekken. Ver
schillende afbeeldingen zijn bij deze beschrij -
ving opgenomen.
Ten slotte zij nog vermeld de verschillen
de vaste rubrieken, za.: Opgave van het
Nederlandsch, industrieel filmmateriaal der
Vereeniging, Exportadressen, Opgave van
fabrikanten, die gerechtigd zijn het bekende
merk „V. N. F." te voeren, enz., terwijl de
Correspondentierubriek aantoont hoe de le
den met de Vereeniging meeleven.
Het Kerst postvliegtuig, de P.H.-A.E.N. is te
Eender Abbas aangekomen.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Eerste Kamer over het wetsontwerp tot wijzi
ging van eenige artikelen der Indische Staats
regeling.
Het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer
is verschenen over het wetsontwerp inzake
toetreding tot het Kellogg-pact.
Verschenen zijn het voorloopig verslag en
de memorie van antwoord op de gemeentc-
begrooting van Haarlem voor 1929.
Verschenen is thans het officieele commu
niqué inzake de vorming der commissie van
deskundigen.
Het gevaar voor verdere ontploffing te Lon
den is geweken.
De toestand in Afghanistan wordt nog niet
rooskleurig geacht.
Gemeld wordt een nieuwe opmarsch van
Boliviaansche troepen.
De toestand van den Engelschen Koning fe
gunstig vooruitgaande, hoewel uiterst lang-
Barometerstand 9 uur v.m.: 773, stilstand
OPTICIENS F ABRI KANTE?'
Yicht op; De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 4.19 uur, overmorgen
om 4.20 uur en Donderdag om 4.21 uur.
12.000 verduisterd
Bij de „Shell" te Maastricht zijn malversa
ties gepleegd. Uit het onderzoek is komen
vast te staan, dat een bedrag van 12000
is verduisterd door zekeren F., wonende te
Maastricht.
F., die depothouder bij de Shell was,
pleegde de verduisteringen door gelden, welke
aan hem werden afgedragen, niet te boe
ken.
Hij zal voor de justitie geleid worden.
Hoogste Barometerstand 778.7 m.M. te
Miinchen.
Laagste Barometerstand 725.3 mM te
Acuryri.
Verwachting: Krachtige tot stormachtige,
ijdelijk afnemende Zuidelijke tot Westelijken
wind, betrokken met eenige regen, later tijde
lijke opklaring. Aanvankelijk veel zachter.
L. S.
Evenals vorige jaren wordt ook dit jaar weder
de gelegenheid geboden tegen vergoeding van
slechts f 0.60 een NIEUWJAARSGROET in de
te plaatsen, welke 5 regels plaatsruimte mag
beslaan. Voor grootere advertentiën wordt voor
eiken regel meer, 15 cent extra berekend.
De abonné's welke van deze meer en meer
gebruikolijke wijze van „wenschen aanbieden"
gebruik willen maken, worden beleefd verzocht
onderstaande bon ten spoedigste duidelijk inge
vuld met toevoeging van faan ons
bureau Nassaulaan 49 Haarlem te doen bezorgen
Ondergeteekende verzoekt plaatsing van onderstaanden
NIEUWJAARSGROET in het nummer van 31 December
Het bedrag ad fgaaf hierbij
S. v. p duidelijk met potlood invullen