S
Het handelsverkeer tusschen Nederland
en Oost-Indië
Toch standenver
tegenwoordiging
Telegraphisch Weerbericht
.BUREAUXNASSAULAAN49
ADVERTENTIE!* 35 ct. p. regels
dit nummer bestaat uit drie bladen
VRIJDAG 28 DECEMBER 1928
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17012
srzexera voor een der ro.gende uitkeeringen; 1 JUUU.' verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen; I DU.~doodelüken afloop; I ZSU.'een voet of
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLTES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL.
Nieuwjaarsreceptie bij
Z.D.H. Mgr. J. D. J. Aengenent
De terugreis van de „Graf Zeppelin" erkent als
wereldrecord
Uit de R.K. Staatspartij
M. VAN HOUT, wnd.-voorzitter.
FRANS TEULINGS, secretaris.
Commander Byrd heeft de
ijszöne bereikt
Het Kerstpostvliegtuig
naar Indië
De E. S. M. bestaat
25 jaar
Voornaamste Nieuws
Barometeistand 9 uur vun. 7.60. Achteruit.
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlem
Licht op. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om: 4.22.
Benoemingen
Noodlottige vechtpartij te
Vierlingsbeek
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentsc* .ppen: per week 25 ct.; per
Kwart-'3.25; per post, per kwartaal
f -S-58 bij vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD.ADVERTEN
TIES. 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruilbeL
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
3 tusscben den tekst 60 ct. per regeL
tegen ongevaRen^verzekerd" voo^e^n6 der V^eKe'""^^'«Karaen fQijfifl Levenslange geneeie ungescniktheid tot werken d001'f7Cft dü een ongeval met fOjifl bij vernes vat
van een hand,
een oog;
l, flOC by verlies van een fCfl btj 'n breuk van fin bij verlies r. een
1 l£u.' duim of wijsvinger; 1 JU.' been of arm; 1 4U.'anderen vinger.
Voor enkele dagen terug werd door den oud-
Minister van IJsselsteiJn voor de Vereeniging
v&n Actieve Handelspolitiek eene rede gehou
den over bovenstaand onderwerp, waarvan wij
den hoofdinhoud vonden weergegeven in „De
Nederlandsche Mercuur" van 13 dezer.
Het onderwerp van den heer Van IJssel
steijn Is weliswaar niet bepaald gloednieuw,
maar toch achten wij het van genoegzaam
belang om ook hier daarover een enkel
"oord te zeggen.
De oud-Minister leidt zijn beschouwingen
in met het volgende staatje, aangevende, in
Procenten van de waarde, de toename van
den invoer in Ned.-Indië over het tijdvak
1913—1916.
Nederland 4.8
Groot-Brittannië 39.
België 100.
Duitschland 169.
Frankrijk 200.—
ItaliëZwitseland 460.
Ver. Staten van N. Amerika 720.
Japan voerde in 1926 13 x zooveel in als in
1913 en wel voor 82 millioen gulden, aizoo
meer dan de helft van Nederland, dat voor
152 millioen gulden invoerde.
Van de ingevoerde textielgoederen was in
1913 nog ruim 28% afkomstig uit Nederland,
terwjjl dit percentage in 1927 tot nauwelijks
5 is gedaald.
Van de ingevoerde borden en aardewerk
kwam in 1913 54% uit het moederland, terwijl
dit percentage in 1927 is gedaald tot 4
Deze cjjfers spreken inderdaad een duide
lijke taal.
Nu moeten wij uitdrukkelijk vooropstellen,
dat het voor een land, hetwelk den invoer
voor een belangrijk deel in handen heeft, veel
moeilijker is om zijn hoog percentage te hand
haven, dan zulks het geval is voor landen
Welke tot dusver weinig invoerden.
Wij gelooven voorts, dat hier de grootste
concurrentie dreigt van de ziide van Japan,
China en Engelsch-Indië en wel om twee
redenen, door den heer Van IJsselsteijn aan
gegeven.
De eerste reden is de veel gunstiger ligging
van die landen ten aanzien van Oost-Indië.
Voor enkele tientallen jaren terug was daar
geen moderne industrie van eenige beteekenis
te ontdekkefl." NU stonden wij voor het feit,
dat menigmaal de grondstoffen voor allerlei
af te werken producten eerst moesten worden
getransporteerd naar het Westen; daar wer
den zij bewerkt en dan gingen zij naar het
Oosten terug.
Dat was, wel beschouwd, toch feitelijk een
abnormale toestand, waaraan ongetwijfeld in
toenemende mate 'n einde begint te komen, nu
daar in het Oosten ook moderne industrieën
zijn ontstaan, welke de vergelijking met die
van het Westen kunnen doorstaan. Men kan
dit voor het moederland betreuren, doch zal
hierin, wil men onbevangen oordeelen,
moeten zien een terugkeer naar meer normale
verhoudingen.
De tweede reden is van ietwat pijnlijker
aard; zij betreft nJ. het feit, dat van een
eenigszins behoorlijke sociale wetgeving in
die Oostelijke landen, welke ons het scherpst
beconcurreeren, nauwelijks sprake is.
Dit lijkt ons een overgangstoestand te zijn,
waaraan zoodra mogelijk een einde behoort
te komen. Zoodra de ook daar te lande op
komende arbeidersbeweging aan invloed zal
hebben gewonnen, zal die gelegenheid tot
concurrentie gaandeweg verminderen. Bo
vendien zullen alle zeilen moeten worden bij
gezet, opdat wij langs den weg der internatio
nale arbeidsconferenties zoodra mogelijk ko
men tot een uniforme regeling van interna
tionalen aard op het gebied van den arbeid.
Dit alles zal echter niet kunnen beletten,
dat die landen met hun gunstige ligging in
verband met de transportkosten en met hun
In volle opkomst zijnde moderne groot
industrie, ons steeds sterk zullen blijven be
concurreeren. Dit is een feit, dat niet valt
weg te redeneeren.
Nu mogen wij echter niet uit het oog ver
liezen, dat de gunstige omstandigheden dier
Oostelijke landen ten opzichte van Indië ook
aan de bevolking van Insulinde ten goede ko
men.
WU denken hier nu in de eerste plaats aan
de gunstige ligging van die landen en de on
gunstige ligging van Nederland.
Wat de Westersche landen, in het boven
staande staatje opgenomen, betreft, is de
toestand natuurlijk geheel anders. Daar zijn
de kosten van vervoer ongeveer even hoog
als van Nederland uit en ook daar bestaat
een sociale wetgeving ongeveer gelijk aan de
onze.
Het cijfer van Amerika kunnen wij voor een
oogenbllk laten rusten, omdat het hoofdza
kelijk de automobiel-industrie betreft, welke
hier geheel ontbreekt en die invoer ons dus
geen kwaad doet.
Wat overigens de Westèrsche landen be
treft mogen wij niet vergeten, dat een zeer
beperkte invoer bij bepaalde conjunctuur-om
standigheden betrekkelijk spoedig met een
groot percentage wordt verhoogd.
Nu hebben deze cijfers ons inderdaad wel
tets te zeggen en In de eerste plaats wel, dat
wy op ons qui-vive dienen te zijn en dat wij
®1 onze energie in de waagschaal zullen heb
ben te werpen.
Wij zouden echter voorop willen stellen,
dat wij als koloniseerende mogendheid niet
te hoog mogen mikken bij het nastreven van
materieele voordeelen uit ons koloniaal be
wind.
Er lijkt ons niets tegen, dat wü tegen
over de taak van beschaving, welke wij in dat
verre land sinds eeuwen vervullen, ook zekere
stoffelijke voordeelen uit deze relatie voort
vloeiend, genieten, mits er maar van geen
misbruik sprake zij, mits men maar geen
voordeelen tracht te oehalm, welke met de
belangen van Indië zelf strijdig zijn.
Nu herinnert de heer Van IJsselsteijn aan
de afschaffing in 1872 van de differentieele
invoerrechten in Indië en wijst er op, dat
sindsdien de invoer van Nederland in Indië
en omgekeerd die van Indië in Nederland
volkomen op één lijn wordt gesteld met dien
uit het buitenland Het normale invoerrecht
voor iedereen in Indië beloopt 12%. Nu wil
de heer van IJsselsteijn weer verschil gaan
maken tusschen goederen, welk in Nederland
uit Indië en in Indië uit Nederland komen, en
alle overige goederen door de instelling van
een lager tarief.
Wij kunnen voor deze gedachte vooralsnog
niet warm loopen. Het eerste motief is, dat
de grondwet sinds 1922 Indië niet meer als
een kolonie beschouwt, maar als een deel van
het Koninkrijk! Dit motief van den inleider
is heel aardig gevonden; alleen is het wat
al te naïef, want Indië is en blijft toch altijd
een „bijzonder" deel van het koninkrijk.
Van volkomen gelijkstelling over de geheele
linie is toch immers geen sprake!
Trouwens, wanneer die algeheele gelijk
stelling er zou zijn, dan zou de inconsequen
tie zfjn, dat de invoerrechten over en weer
geheel worden afgeschaft, maar dat durft
ook de heer van IJsselsteijn niet aan. Hij
pleit alleen voor de wederkeerige verminde
ring van invoerrechten in Nederland (voor
Industrie-producten) en in Indië ivoor Ne-
deriandsche-producten). Consequent is het
allerminst.
Vervolgens gelooven wij, dat de invoering
van de differentiatie ons internationale ver
wikkelingen zou kunnen brengen. Ons Indië
is een begeerenswaardig bezit voor velen. In
de buitenlandsche politiek heeft men het den
laatsten tijd voortdurend over „vrijers", wel
nu, ook voor de Indische bruid zijn er „vrij
ers" te over. Het invoeren van een gediffe
rentieerd recht zou zeker de concurrentie-mo-
gelükheden van anderen beperken; maar zou
den tegelijkertijd de wrijvingen met die an
deren voor ons niet toenemen en zou de be-
geerigheid in dezelfde mate groeien?
Wat zouden nu de economische gevolgen
zijn van een lager recht van Indische pro
ducten in Nederland? Een grooter winst voor
een aantal cultuurmaatschappijen in Indië,
dus voor een beperkt aantal Nederlanders,,
want dat daarvan rechtstreeks veel voordeel
voor de Indische of voor de Nederlandsche
bevolking het geval zou zijn, gelooven we
niet.
Een zelfde verschijnsel zouden we omge
keerd zien ten aanzien van den invoer uit
Nederland in Indië, m.a.w. dat men hier vöor
ultuurmaatschappijen zou moeten lezen:
export-industrieën. Van algemeene belangen
lijkt ons hier slechts in beperkte mate
kwestie.
Ons voor deze niet-algemeene belangen aan
het gevaar van internationale verwikkelingen
bloot te stellen, zou ons niet juist toeschijnen.
Maar er is nog een ander bezwaar; de
schatkisten van Nederland en van Oost-Indië
zouden belangrijke bronnen van inkomsten
derven, welke weer door de bevolking resp.
van moederland en overzeesche gewesten,
zouden moeten worden aangevuld.
De heer Van IJsselsteln zegt wel, dat die
tonnen niet hoog zullen loopen, maar hier
is hij opnieuw inconsequent. Want als die
bedragen niet veel beloopen, dan zullen zij
voor het beoogde doel ook weinig nut af
werpen en dan zou het al zeer ongemoti
veerd zijn, om ter wille van zulke beperkte
bedragen het gevaar van internationale moei
lijkheden te willen loopen!
De heer Van IJsselsteijn wijst voorts op
't voorbeeld, dat deEngelsche dominions ons
geven. Dit is inderdaad juist, maar wil nog
niet zeggen, dat wij ons alles kunnen per-
mitteeren, wat Engeland zich veroorlooft.
Engeland en Amerika sluiten hun grenzen
hermetisch voor vreemde arbeidskrachten.
Zou Nederland ongestraft dit voorbeeld
kunnen volgen? Wij wagen het ernstig dit
te betwijfelen. Zoo gelooven wij ook, dat
het kleine Nederland zich niet ongestraft het
voorbeeld van het groote Engeland ten aan
zien van het gedifferentieerde invoerrecht
voor het handelsverkeer tusschen moederland
en overzeesche gewesten zou kunnen toestaan.
Wij meenen dan ook, dat tegen het denk
beeld van den heer Van IJsselsteijn verschil
lende bezwaren zijn in te brengen.
Eenerzijds zullen wij in de ongunstiger ge
worden omstandigheden noodgedwongen moe
ten berusten, anderzijds zullen wij al onze
energie moeten aanwenden om konkurrenz-
fahig te blijven, waartoe ook een goede in
ternationale arbeidswetgeving veel kan bij
dragen.
De politiek moet uit de vak- en standsor
ganisaties geweerd blijven zoo heeft het
steeds geheeten.
En toen dit wijze woord indertijd verge
ten dreigde te worden, verscheen er een bis
schoppelijk vermaan om het allen politici van
alle standen en rangen nog eens extra in
te scheppen!
Sinds echter de kwaliteitszetels uitgevon
den zijn en vooral, sinds de vraag urgent
aan de orde kwam, welke en hoeveel
personen de kwaliteitszetels moesten gaan
bezetten, schijnt het wel zeer moeilijk ge
worden te zijn, de oude wijsheid ook prak
tisch volkomen in eere te houden.
't Zijn allemaal dingen van den dag,
welke wij ons in dit verband herinneren;
Nauwelijks was het bekend, dat Prof Ver
aart als arbeidskundige niet uitgeschakeld
wenschte te worden voor den in de groote
steden ter beschikking gestelden zetel voor
genoemde deskundigheid, of de voorzitter
van het R. K. Werkliedenverbond besprak
deze aangelegenheid zeer uitvoerig in een
vergadering van zijn organisatie en zegde
daar aan, dat alleen zij, die uit den arbei
dersstand waren voortgekomen en in de
arbeidersbeweging hun ontwikkeling hadden
verkregen, de voor deze deskundigheid aan
gewezen zetels zouden mogen innemen.
Dezer dagen gaf het bestuur der R. K.
Werkgeversvereniging in een uitvoerig be
toog in de pers te verstaan, dat genoemd be
stuur allesbehalve tevreden was over de
wjjze, waarop de kwaliteitszetels verdeeld
zijn, en werd in den breede de wenschelijk-
heid en de billijkheid van twee werkge
versafgevaardigden bepleit.
En ook de R. K. Middenstand bleef, als
organisatie, niet achter; namens de organi
satie toch gaf mr. Bach in de pers uiting
aan bepaalde middenstandsgrieven ten aan.
zien van den te candldeeren of niet te
candideeren persoon, en kooals bekend is
werden hier en daar reeds vergaderingen
gehouden van „Hanze"-voorzitters, die voor
den middenstand een bepaalde gedragslijn
uitstippelden.
Formeel gesproken zijn ai deze gedragin
gen natuurlijk absoluut fout:
de politiek moet in de kiesvereeniging, en
niet in de vak- en standsorganisatie behan
deld en beslecht worden.
Men mag echter niet vergeten, dat men
door het beginsel van kwaliteitszetels offi
cieel te erkennen bij de partijverkiezings-
pr^cedure onwillekeurig ook iets van de
vak. en standsorganisaties in de politiek er.
kende en dat dus eenige soepelheid in ae
toepassing der oude wijze spreuk thans niet
langer pntoeiaatbaar genoemd kan wor
den.
Wanneer met eenige soepelheid in de toe
passing daarvan, bereikt kan worden, dat
onze politieke eenheid tegenover den tegen
stander behouden en nog versterkt wordt,
dan zal een ieder, wien het hooge belang
onzer Staatspartij ter harte gaat, deze soe
pelheid gaarne op den koop toe nemen.
Dit beteekent, natuurlijk geenszins dat
iedere stand of groep den door hem ge-
wenschten(?) candidaat aan heel het
Roomsche kiezersvolk zou mogen decretee-
ren, noch ook, dat men in vak- en stands
organisatie de zaak zou mogen uitmaken.
Volgens het nieuwe kiesreglement ztin het
de gezamenlijke kiezers, die te beslissen heb
ben over de personen der candidaten.
Het komt er intusschen maar op aan,
dat men als kiezer de meening en het ver
langen van standen of groepen, waartoe
men zelf niet behoort, zooveel mogelijk wil
eerbiedigen, en dat men. zoo noodig, in het
algemeen belang een offertje weet te bren
gen.
Gaat men ook binnen de grenzen der
eigen partij de standenpolitiek al te zeer
op de spits drijven, dan kan het niet anders,
of een onderlinge verwijdering om van
erger nog maar niet te spreken moet
daarvan het gevolg zijn.
't Is ook thans al weer niet de letter van
het kiesreglement, die den goeden uitslag be
paalt, maar de geest, waarin het reglement
wordt beleefd en toegepast.
En wie zou er, na de viering van het
Kerstfeest, waarbij wij ons allen zoo heer
lijk één gevoeld hebben, het reglement niet
gaarne in goeden, vreedzamen geest willen
toepassen!
Wie zou er, gedachtig oiute heerlijke een
heid bij het Kerstfeest, niet gaarne in
dien noodig een offertje willen brengen!
Op Nieuwjaarsdag zal Z. D. H. Monseig
neur J. D. Aengenent bezoek ontvangen
van EE. Zusters en Leeken van 12—1 uur en
van de EE. Geestelijkheid van 1—2 uur.
Uit Berlijn wordt gemeld:
Volgens een mededeeling van den Dult-
schen „Luftrat" heeft de Fédération Aéro-
nautique den terugtocht van het Duitsche
m w i
luchtschip „Graf Zeppelin" van Lakehurst
(Amerika) naar Frtedrichshafen thans offi
cieel erkend als wereldrecord van de klasse
B. (luchtschepen).
Het nieuwe vaandel der Maria-Congregaties
in de parochie der Kathedraal te Haarlem,
dat Zondag jJ. door Z. D. H. Mgr. J. D. J.
Aengenent is gewijd.
De beslissing van het Centraal College
ten aanzien van de kwaliteitszetels
Het antwoord van het Dagelijksch
Bestuur der R. K. Staatspartij aan
de R. K. Rijkskieskringorganisatie
's-Gravenhage
Het bestuur der R. K. Rijkskieskringor-
ganisatie 's-Gravenhage heeft, zooals men
weet, op 3 December j.l. een schrijven ge
richt aan het Dagelijksch Bestuur der R. K.
Staatspartij, waarbij een uitspraak gevraRgd
werd ten aanzien van beweerde overschrij
ding van bevoegdheid door het Centraal Col
lege, bedoeld in artikel 7 van het kies
reglement.
Thans is het antwoord van het Dage
lijksch Bestuur op dit schrijven verschenen.
Het luidt als volgt:
's-Hertogenbosch, 24 December 1928.
Aan
het bestuur der R.K. Rijkskieskring-
organisatie ,,'s.Gravenhage",
p. a. Secretariaat Chrysantplein 5,
's-Gravenhage.
Mijne Heeren,
Uw schrijven d.d. 3 dezer heeft het Dage
lijksch Bestuur der R. K. Staatspartij in zijn
vergadering van 22 dezer behandeld.
Het Dagelijksch Bestuur overwegende:
dat Uw Bestuur op grond van art. 21
van het Partijreglement een uitspraak
vraagt ten aanzien van beweerde overschrij
ding van bevoegdheid door het Centraal
College, bedoeld in art. 7 van het lies
reglement;
dat dit beroep op art. 21 P. R. onjuist
is, omdat de zaak, die door Uw Bestuur
wordt aangevoerd, krachtens art. 22 Partij
reglement geregeld is in een afzonderlijk
reglement, en niet valt onder de bepaling
van artikel 21 Partijreglement;
dat de beslissing van geschillen uit de toe
passing van het Kiesreglement voortvloeiende
in art. 5 Kiesreglement afzonderlijk is ge
regeld, en dus onttrokken is aan art. 21 lid
2 Partijreglement;
dat het beroep van Uw Bestuur ook niet
valt onder art. 5 Kiesreglement, wijl hier
geen geschil voor ligt;
dat immers door het Kiesreglement de be
slissingen van het Centraal College geheel
aan de zelfstandige beoordeeling van het
Centraal College zijn overgelaten, en daar
uit dus geen geschil met dat College kan
worden opgeworpen;
dat ook op lid 1 van art. 21 Partijregle-
ment geen beroep kan worden gtdaan;
dat immers vaststaat, dat goedkeuring
van de beslissing van liet Centraal College
door het Dagelijksch Bestuur niet is voor
geschreven, en dit Bestuur dus niet bevoegd
is, die beslissing goed of af te keuren;
dat het evenzeer onmogelijk is de beslis
sing van het Centraal College te ver
nietigen
dat immers niet is aan te nemen, dat
art. 8 van het Kiesreglement uitgaat van
de gedachte, dat de besluiten van het Cen
traal College door het Dagelijksch Bestuur
zouden kunnen worden vernietigd, terwijl
de gevolgen van zoodanige vernietiging niet
zijn geregeld;
dat, lag die gedachte aan art. 8 van het
Kiesreglement wèl ten grondslag, een zoo
belangrijke aangelegenheid in haar gevolgen
ongetwijfeld zou zijn voorzien;
dat aan het Dagelijksch Bestuur niet en
kel op grond van lid 1 van art. 21 Pertij-
reglement de bevoegdheid kan worden toe
gekend de beslissingen van het Centraal
College te vernietigen, omdat het zich dan
zonder meer zou stellen in de plaats van een
College, dat door het Kiesreglement met
een zóó belangrijke bevoegdheid is bekleed;
dat dit te meer geldt, nu de leden van
het Dagelijksch Bestuur ook in het Centraal
College zitting hebben;
dat het Dagelijksch Bestuur dus niet de
bevoegdheid heeft door eer.igerlei uitspraak
te raken aan een besluit door het Centraal
College gciiur.cn:
dat er geen andere instantie in de Kies
reglement-procedure bestaat, die beslist over
de competentiekwestie van het Centraal
College dan dit College zelf;
dat, hoezeer het Dagelijksch Bestuur voor
zichzelf een besliste meening heeft over de
beweerde onrechtmatigheid, de vraag, of de
bevoegdheid bestaat van de zaak kennis te
nemen, vóórop moet worden gesteld, onder
zocht en beantwoord, en bij ontbreken van
bevoegdheid op de zaak zelf niet még wor
den ingegaan;
Besluit:
aan Uw bestuur te berichten, dat het Da
gelijksch Bestuur zich onbevoegd acht van
deze zaak kennis te nemen, en Uw Bestuur
in zijn verzoek niet ontvankelijk is.
Het Dagelijksch Bestuur besloot deze be
slissing mede te deelen aan de leden van het
Partijbestuur en haar openbaar te maken
in de R. K. Pers.
Namens het Dagelijksch Bestuur voor
noemd,
Een V. D.-bericht uit New-York houdt in:
Naar de „New York Times" meldt, heeft
de Zuidpoolreiziger Byrd het Amerikaansche
departement van Marine medegedeeld, dat
hij de Amerikaansche vlag eenige honderden
mijlen zuidelijker heeft geplant dan zij nog
ooit werd geplant. Hij heeft jthans de ijszóne
bereikt. Er zijn daar reusachtige ijsbergen.
Ijsvers perring
Een Reutertelegram meldt d.tf. 27 dezer nog
uit Washington; De Zuidpoolexpeditie,
staande onder leiding van Byrd, en welke
een millioen dollar zal kosten, is de plek
genaderd in de Walvischbaai, waar zij voor
nemens is, haar hoofdbasis te vestigen. De
Amerikaansche minister van Marine ont
ving een draadloos bericht, meldende: Wij
zijn aan een geweldige ijsversperring geko
men. Ross. Kerstdag.
De P.H.-A.E.N. te Bangkok aangekomen
Volgens bij de K.L.M. ingekomen bericht,
is de P.H.-A.E.N. gistermorgen 6.45 u.
(pi. t.) uit Akyab vertrokken en 15.15 u.
(pi. t.) te Bangkok aangekomen. Alles is
wel.
Den 4den October van het volgend jaar
zal het 25 jaar geleden zijn, dat de E. S. M.
feestelijk werd geopend. Den 6en daarop
werd' zij voor het publiek opengesteld.
Haarlem had de eer te hebben de E(erste)
N(ederlandsche) E(lectrische) T(rammaat-
schappij). Zij werd opgericht 4 Juni 1898,
goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van
1 Juli 1898 en bouwde haar krachtstation
aan den Leidsche Vaartweg.
Zij stelde zich ten doei den aanleg en
de exploitatie van tramlijnen met eiectrici-
teit als beweegkracht n.l. d'e ceintuurbaan te
Haarlem (5300 M.) van Haarlem naar Bloe-
mendaal (2.7 K M.) en van Haarlem naar
Zandvoort (8.2 K.M.).
De exploitatie werd opgedragen aan de
Electrische Spoorwegmaatschappij.
De lijn Zandvoort is 3 Juli 1899 geopend,
d'e Ceintuurbaan 27 Juli daarop. Dat wordt
het volgend jaar dus 30 jaar. De lijn naar
Bloomendaal werd 5 October 1900 voor het
publiek opengesteld.
De Electrische Spoorwegmaatschappij, die
de lijn HaarlemAmsterdam exploiteert,
werd 22 December 1902 opgericht en 4 Oc
tober 1904 geopend voor het verkeer.
De bladen van 14 November 1903 vertel
den, dat men met het slaan der palen voor
d'e beschoeiing langs de Amsterdamsche
Vaart gevorderd was tot Halfweg. Zes stoom-
heimachines en nog eenige gewone waren
aan het werk. Men was toen met den bouw
van het krachtstation te Halfweg druk be
zig.
Een inzender schreef in een der bladen
in tie maand November van dit jaar: „Zon
der tram waren Aerdenhout en Bentveld
waarschijnlijk nog geen villa rijk geweest.
De tram is de wekker van de schoone slaap
ster in het duin, de tram heeft stadskwar
tieren van Haarlem weder in het verkeer
gebracht, heeft er toe bijgedragen om het
Wilhelminapark en aangrenzende straten te
bevolken en trekt voortdurend nog naar
Haarlem en omstreken nieuwe bewoners.
Een gemakkelijke, vlugge en goed'koope ver
binding met Amsterdam zal dit voordeel
nog in hooge mate vermeerderen."
De verwachtingen zijn niet beschaamd.
Sinds cle tweede helft der 18e eeuw ston
den er boomen langs de Amsterdamsche
Vaart. Die moesten alle voor de tram vallen.
Op 4 October 1904 kon de lijn Amsterdam-
Haarlem worden geopend.
Het Kerstvliegtuig naar Indië, de P.H.-
A. E. N„ is gistermiddag te Bangkok aange
komen.
Voor de Haagsche rechtbank is behandeld
de zaak tegen den gevangenbewaarder
E. A. K. uit de bijzondere strafgevangenis
te Scheveningen, die verdacht wordt mede
plichtig te zijn aan de ontsnapping der vier
uitbrekers. Het O. M. eischte vrijspraak en
onmiddellijke invrijheidstelling van ver
dachte, tot welk laatste de rechtbank be
sloot.
Het herdenkingsfeest van den terugkeer
en kroning van het beeld der Zoete Lïeve
Vrouwe van den Bosch is gisteren met veel
luister gevierd.
Commander Byrd heeft op zijn Zuidpool-
tocht de ijszone bereikt.
Het invoerrecht van uien in de Vereenigde
Staten wordt per 20 Januari met 50 ver
hoogd.
De terugreis van de „Graf Zeppelin" van
Lakehurst naar Friedrichshafen is thans
officieel erkend als wereldrecord in de klasse
B (luchtschepen)
Op het st&tionsemplacement Breda is he
denmorgen een 36-jarige rangeerder onder
een wagon geraakt en zwaar gewond.
Bij een auto-ongeluk op den weg Ooster
hout-Raamsdonkveer is hedennacht een
persoon gedood, terwijl drie personen zwaar
gewond werden.
Klotz, de voormalige Fransche minister
van Financiën, wordt volkomen verantwoor
delijk voor zijn daden geacht.
Aanvaring tusschen een Belgische red
dingsboot en den Duitschen schoener „Frida
Both". Twee leden van de bemanning der
reddingboot verdronken.
De toestand van koning George minder
gunstig.
De tekst van het Chineesche verdrag met
Engeland.
OPTICIENS FABRIKANTEN.
Hoogste barometerstand 767.7 m.M. te La
Coruna.
Laagste bar.stand 737.7 m.M. te Helsing-
fors.
Verwachting: Matige wind uit zuidelijke
richtingen, betrokken of zwaar bewolkt,
nog eenige regen, iets zachter.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot kapelaan te Rotterdam <H. Te-
resia v. h. K. J. den W E Heer C. de Kos
ter, te Bovencarspel den W. E. Pater fr. R.
Buschman O.F.M., en te- Nootdorp den WE.
Pater fr. W. Knots O.F.M.
Een doode, drie gewonden
Op den avond van den lsten Kerstdag,
heeft in Vierlingsbeek een gruwelijke moord
plaats gehad, meldt het „Hsgz." Ten huize
van P. C. nabij de Haagsche Hoeve, werd een
feest gegeven onder familieleden en kennis
sen. Op een gegeven oogenblik ontstond er
twist onder de gasten, naar aanleiding van
een liefdesgeschiedenis. Een hunner, een 25-
jarige landbouwerszoon, bracht een anderen,
ongeveer 20-jarigen landbouwerszoon, met
een mes een doodelijken steek in den linker-
halsslagader toe. Het ongelukkige slachtoffer
was op slag dood.
Nog drie andere personen, allen afkomstig
uit Eindhoven, twee jongemannen van 20
jaar en een meisje werden gedurende de
vechtpartij gewond, de jongelieden nog al
zwaar, het meisje werd slechts licit verwond.
De vermoedelijke dader van den moord
werd onmiddellijk door de gemeentepolitie in
arrest gestel in het gemeentelijk cachot. De
politie heeft den dader aan een verhoor
onderworpen, maar tot nu toe heeft hü nog
niet bekend.
Het onderzoek der Justitie en het verhoor
der getuigen duren nog voort.
De vermoedelijke dader zal heden naar
Den Bosch worden overgebracht. Hij staat
minder gunstig bekend, terwijl het slacht
offer niet ongunstig bekend stond.
De oorzaak van dit verschrikkelijke drama,
dat het geheele dorp in rep en roer bracht
moet gezocht worden in drankmisbruik.