S Het handelsverkeer tusschen Nederland en Oost-Indië Toch standenver tegenwoordiging Telegraphisch Weerbericht .BUREAUXNASSAULAAN49 ADVERTENTIE!* 35 ct. p. regels dit nummer bestaat uit drie bladen VRIJDAG 28 DECEMBER 1928 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17012 srzexera voor een der ro.gende uitkeeringen; 1 JUUU.' verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen; I DU.~doodelüken afloop; I ZSU.'een voet of AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLTES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL. Nieuwjaarsreceptie bij Z.D.H. Mgr. J. D. J. Aengenent De terugreis van de „Graf Zeppelin" erkent als wereldrecord Uit de R.K. Staatspartij M. VAN HOUT, wnd.-voorzitter. FRANS TEULINGS, secretaris. Commander Byrd heeft de ijszöne bereikt Het Kerstpostvliegtuig naar Indië De E. S. M. bestaat 25 jaar Voornaamste Nieuws Barometeistand 9 uur vun. 7.60. Achteruit. J. J. WEBER ZOON Groote Houtstraat 166 Haarlem Licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om: 4.22. Benoemingen Noodlottige vechtpartij te Vierlingsbeek Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentsc* .ppen: per week 25 ct.; per Kwart-'3.25; per post, per kwartaal f -S-58 bij vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD.ADVERTEN TIES. 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruilbeL Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 3 tusscben den tekst 60 ct. per regeL tegen ongevaRen^verzekerd" voo^e^n6 der V^eKe'""^^'«Karaen fQijfifl Levenslange geneeie ungescniktheid tot werken d001'f7Cft dü een ongeval met fOjifl bij vernes vat van een hand, een oog; l, flOC by verlies van een fCfl btj 'n breuk van fin bij verlies r. een 1 l£u.' duim of wijsvinger; 1 JU.' been of arm; 1 4U.'anderen vinger. Voor enkele dagen terug werd door den oud- Minister van IJsselsteiJn voor de Vereeniging v&n Actieve Handelspolitiek eene rede gehou den over bovenstaand onderwerp, waarvan wij den hoofdinhoud vonden weergegeven in „De Nederlandsche Mercuur" van 13 dezer. Het onderwerp van den heer Van IJssel steijn Is weliswaar niet bepaald gloednieuw, maar toch achten wij het van genoegzaam belang om ook hier daarover een enkel "oord te zeggen. De oud-Minister leidt zijn beschouwingen in met het volgende staatje, aangevende, in Procenten van de waarde, de toename van den invoer in Ned.-Indië over het tijdvak 1913—1916. Nederland 4.8 Groot-Brittannië 39. België 100. Duitschland 169. Frankrijk 200.— ItaliëZwitseland 460. Ver. Staten van N. Amerika 720. Japan voerde in 1926 13 x zooveel in als in 1913 en wel voor 82 millioen gulden, aizoo meer dan de helft van Nederland, dat voor 152 millioen gulden invoerde. Van de ingevoerde textielgoederen was in 1913 nog ruim 28% afkomstig uit Nederland, terwjjl dit percentage in 1927 tot nauwelijks 5 is gedaald. Van de ingevoerde borden en aardewerk kwam in 1913 54% uit het moederland, terwijl dit percentage in 1927 is gedaald tot 4 Deze cjjfers spreken inderdaad een duide lijke taal. Nu moeten wij uitdrukkelijk vooropstellen, dat het voor een land, hetwelk den invoer voor een belangrijk deel in handen heeft, veel moeilijker is om zijn hoog percentage te hand haven, dan zulks het geval is voor landen Welke tot dusver weinig invoerden. Wij gelooven voorts, dat hier de grootste concurrentie dreigt van de ziide van Japan, China en Engelsch-Indië en wel om twee redenen, door den heer Van IJsselsteijn aan gegeven. De eerste reden is de veel gunstiger ligging van die landen ten aanzien van Oost-Indië. Voor enkele tientallen jaren terug was daar geen moderne industrie van eenige beteekenis te ontdekkefl." NU stonden wij voor het feit, dat menigmaal de grondstoffen voor allerlei af te werken producten eerst moesten worden getransporteerd naar het Westen; daar wer den zij bewerkt en dan gingen zij naar het Oosten terug. Dat was, wel beschouwd, toch feitelijk een abnormale toestand, waaraan ongetwijfeld in toenemende mate 'n einde begint te komen, nu daar in het Oosten ook moderne industrieën zijn ontstaan, welke de vergelijking met die van het Westen kunnen doorstaan. Men kan dit voor het moederland betreuren, doch zal hierin, wil men onbevangen oordeelen, moeten zien een terugkeer naar meer normale verhoudingen. De tweede reden is van ietwat pijnlijker aard; zij betreft nJ. het feit, dat van een eenigszins behoorlijke sociale wetgeving in die Oostelijke landen, welke ons het scherpst beconcurreeren, nauwelijks sprake is. Dit lijkt ons een overgangstoestand te zijn, waaraan zoodra mogelijk een einde behoort te komen. Zoodra de ook daar te lande op komende arbeidersbeweging aan invloed zal hebben gewonnen, zal die gelegenheid tot concurrentie gaandeweg verminderen. Bo vendien zullen alle zeilen moeten worden bij gezet, opdat wij langs den weg der internatio nale arbeidsconferenties zoodra mogelijk ko men tot een uniforme regeling van interna tionalen aard op het gebied van den arbeid. Dit alles zal echter niet kunnen beletten, dat die landen met hun gunstige ligging in verband met de transportkosten en met hun In volle opkomst zijnde moderne groot industrie, ons steeds sterk zullen blijven be concurreeren. Dit is een feit, dat niet valt weg te redeneeren. Nu mogen wij echter niet uit het oog ver liezen, dat de gunstige omstandigheden dier Oostelijke landen ten opzichte van Indië ook aan de bevolking van Insulinde ten goede ko men. WU denken hier nu in de eerste plaats aan de gunstige ligging van die landen en de on gunstige ligging van Nederland. Wat de Westersche landen, in het boven staande staatje opgenomen, betreft, is de toestand natuurlijk geheel anders. Daar zijn de kosten van vervoer ongeveer even hoog als van Nederland uit en ook daar bestaat een sociale wetgeving ongeveer gelijk aan de onze. Het cijfer van Amerika kunnen wij voor een oogenbllk laten rusten, omdat het hoofdza kelijk de automobiel-industrie betreft, welke hier geheel ontbreekt en die invoer ons dus geen kwaad doet. Wat overigens de Westèrsche landen be treft mogen wij niet vergeten, dat een zeer beperkte invoer bij bepaalde conjunctuur-om standigheden betrekkelijk spoedig met een groot percentage wordt verhoogd. Nu hebben deze cijfers ons inderdaad wel tets te zeggen en In de eerste plaats wel, dat wy op ons qui-vive dienen te zijn en dat wij ®1 onze energie in de waagschaal zullen heb ben te werpen. Wij zouden echter voorop willen stellen, dat wij als koloniseerende mogendheid niet te hoog mogen mikken bij het nastreven van materieele voordeelen uit ons koloniaal be wind. Er lijkt ons niets tegen, dat wü tegen over de taak van beschaving, welke wij in dat verre land sinds eeuwen vervullen, ook zekere stoffelijke voordeelen uit deze relatie voort vloeiend, genieten, mits er maar van geen misbruik sprake zij, mits men maar geen voordeelen tracht te oehalm, welke met de belangen van Indië zelf strijdig zijn. Nu herinnert de heer Van IJsselsteijn aan de afschaffing in 1872 van de differentieele invoerrechten in Indië en wijst er op, dat sindsdien de invoer van Nederland in Indië en omgekeerd die van Indië in Nederland volkomen op één lijn wordt gesteld met dien uit het buitenland Het normale invoerrecht voor iedereen in Indië beloopt 12%. Nu wil de heer van IJsselsteijn weer verschil gaan maken tusschen goederen, welk in Nederland uit Indië en in Indië uit Nederland komen, en alle overige goederen door de instelling van een lager tarief. Wij kunnen voor deze gedachte vooralsnog niet warm loopen. Het eerste motief is, dat de grondwet sinds 1922 Indië niet meer als een kolonie beschouwt, maar als een deel van het Koninkrijk! Dit motief van den inleider is heel aardig gevonden; alleen is het wat al te naïef, want Indië is en blijft toch altijd een „bijzonder" deel van het koninkrijk. Van volkomen gelijkstelling over de geheele linie is toch immers geen sprake! Trouwens, wanneer die algeheele gelijk stelling er zou zijn, dan zou de inconsequen tie zfjn, dat de invoerrechten over en weer geheel worden afgeschaft, maar dat durft ook de heer van IJsselsteijn niet aan. Hij pleit alleen voor de wederkeerige verminde ring van invoerrechten in Nederland (voor Industrie-producten) en in Indië ivoor Ne- deriandsche-producten). Consequent is het allerminst. Vervolgens gelooven wij, dat de invoering van de differentiatie ons internationale ver wikkelingen zou kunnen brengen. Ons Indië is een begeerenswaardig bezit voor velen. In de buitenlandsche politiek heeft men het den laatsten tijd voortdurend over „vrijers", wel nu, ook voor de Indische bruid zijn er „vrij ers" te over. Het invoeren van een gediffe rentieerd recht zou zeker de concurrentie-mo- gelükheden van anderen beperken; maar zou den tegelijkertijd de wrijvingen met die an deren voor ons niet toenemen en zou de be- geerigheid in dezelfde mate groeien? Wat zouden nu de economische gevolgen zijn van een lager recht van Indische pro ducten in Nederland? Een grooter winst voor een aantal cultuurmaatschappijen in Indië, dus voor een beperkt aantal Nederlanders,, want dat daarvan rechtstreeks veel voordeel voor de Indische of voor de Nederlandsche bevolking het geval zou zijn, gelooven we niet. Een zelfde verschijnsel zouden we omge keerd zien ten aanzien van den invoer uit Nederland in Indië, m.a.w. dat men hier vöor ultuurmaatschappijen zou moeten lezen: export-industrieën. Van algemeene belangen lijkt ons hier slechts in beperkte mate kwestie. Ons voor deze niet-algemeene belangen aan het gevaar van internationale verwikkelingen bloot te stellen, zou ons niet juist toeschijnen. Maar er is nog een ander bezwaar; de schatkisten van Nederland en van Oost-Indië zouden belangrijke bronnen van inkomsten derven, welke weer door de bevolking resp. van moederland en overzeesche gewesten, zouden moeten worden aangevuld. De heer Van IJsselsteln zegt wel, dat die tonnen niet hoog zullen loopen, maar hier is hij opnieuw inconsequent. Want als die bedragen niet veel beloopen, dan zullen zij voor het beoogde doel ook weinig nut af werpen en dan zou het al zeer ongemoti veerd zijn, om ter wille van zulke beperkte bedragen het gevaar van internationale moei lijkheden te willen loopen! De heer Van IJsselsteijn wijst voorts op 't voorbeeld, dat deEngelsche dominions ons geven. Dit is inderdaad juist, maar wil nog niet zeggen, dat wij ons alles kunnen per- mitteeren, wat Engeland zich veroorlooft. Engeland en Amerika sluiten hun grenzen hermetisch voor vreemde arbeidskrachten. Zou Nederland ongestraft dit voorbeeld kunnen volgen? Wij wagen het ernstig dit te betwijfelen. Zoo gelooven wij ook, dat het kleine Nederland zich niet ongestraft het voorbeeld van het groote Engeland ten aan zien van het gedifferentieerde invoerrecht voor het handelsverkeer tusschen moederland en overzeesche gewesten zou kunnen toestaan. Wij meenen dan ook, dat tegen het denk beeld van den heer Van IJsselsteijn verschil lende bezwaren zijn in te brengen. Eenerzijds zullen wij in de ongunstiger ge worden omstandigheden noodgedwongen moe ten berusten, anderzijds zullen wij al onze energie moeten aanwenden om konkurrenz- fahig te blijven, waartoe ook een goede in ternationale arbeidswetgeving veel kan bij dragen. De politiek moet uit de vak- en standsor ganisaties geweerd blijven zoo heeft het steeds geheeten. En toen dit wijze woord indertijd verge ten dreigde te worden, verscheen er een bis schoppelijk vermaan om het allen politici van alle standen en rangen nog eens extra in te scheppen! Sinds echter de kwaliteitszetels uitgevon den zijn en vooral, sinds de vraag urgent aan de orde kwam, welke en hoeveel personen de kwaliteitszetels moesten gaan bezetten, schijnt het wel zeer moeilijk ge worden te zijn, de oude wijsheid ook prak tisch volkomen in eere te houden. 't Zijn allemaal dingen van den dag, welke wij ons in dit verband herinneren; Nauwelijks was het bekend, dat Prof Ver aart als arbeidskundige niet uitgeschakeld wenschte te worden voor den in de groote steden ter beschikking gestelden zetel voor genoemde deskundigheid, of de voorzitter van het R. K. Werkliedenverbond besprak deze aangelegenheid zeer uitvoerig in een vergadering van zijn organisatie en zegde daar aan, dat alleen zij, die uit den arbei dersstand waren voortgekomen en in de arbeidersbeweging hun ontwikkeling hadden verkregen, de voor deze deskundigheid aan gewezen zetels zouden mogen innemen. Dezer dagen gaf het bestuur der R. K. Werkgeversvereniging in een uitvoerig be toog in de pers te verstaan, dat genoemd be stuur allesbehalve tevreden was over de wjjze, waarop de kwaliteitszetels verdeeld zijn, en werd in den breede de wenschelijk- heid en de billijkheid van twee werkge versafgevaardigden bepleit. En ook de R. K. Middenstand bleef, als organisatie, niet achter; namens de organi satie toch gaf mr. Bach in de pers uiting aan bepaalde middenstandsgrieven ten aan. zien van den te candldeeren of niet te candideeren persoon, en kooals bekend is werden hier en daar reeds vergaderingen gehouden van „Hanze"-voorzitters, die voor den middenstand een bepaalde gedragslijn uitstippelden. Formeel gesproken zijn ai deze gedragin gen natuurlijk absoluut fout: de politiek moet in de kiesvereeniging, en niet in de vak- en standsorganisatie behan deld en beslecht worden. Men mag echter niet vergeten, dat men door het beginsel van kwaliteitszetels offi cieel te erkennen bij de partijverkiezings- pr^cedure onwillekeurig ook iets van de vak. en standsorganisaties in de politiek er. kende en dat dus eenige soepelheid in ae toepassing der oude wijze spreuk thans niet langer pntoeiaatbaar genoemd kan wor den. Wanneer met eenige soepelheid in de toe passing daarvan, bereikt kan worden, dat onze politieke eenheid tegenover den tegen stander behouden en nog versterkt wordt, dan zal een ieder, wien het hooge belang onzer Staatspartij ter harte gaat, deze soe pelheid gaarne op den koop toe nemen. Dit beteekent, natuurlijk geenszins dat iedere stand of groep den door hem ge- wenschten(?) candidaat aan heel het Roomsche kiezersvolk zou mogen decretee- ren, noch ook, dat men in vak- en stands organisatie de zaak zou mogen uitmaken. Volgens het nieuwe kiesreglement ztin het de gezamenlijke kiezers, die te beslissen heb ben over de personen der candidaten. Het komt er intusschen maar op aan, dat men als kiezer de meening en het ver langen van standen of groepen, waartoe men zelf niet behoort, zooveel mogelijk wil eerbiedigen, en dat men. zoo noodig, in het algemeen belang een offertje weet te bren gen. Gaat men ook binnen de grenzen der eigen partij de standenpolitiek al te zeer op de spits drijven, dan kan het niet anders, of een onderlinge verwijdering om van erger nog maar niet te spreken moet daarvan het gevolg zijn. 't Is ook thans al weer niet de letter van het kiesreglement, die den goeden uitslag be paalt, maar de geest, waarin het reglement wordt beleefd en toegepast. En wie zou er, na de viering van het Kerstfeest, waarbij wij ons allen zoo heer lijk één gevoeld hebben, het reglement niet gaarne in goeden, vreedzamen geest willen toepassen! Wie zou er, gedachtig oiute heerlijke een heid bij het Kerstfeest, niet gaarne in dien noodig een offertje willen brengen! Op Nieuwjaarsdag zal Z. D. H. Monseig neur J. D. Aengenent bezoek ontvangen van EE. Zusters en Leeken van 12—1 uur en van de EE. Geestelijkheid van 1—2 uur. Uit Berlijn wordt gemeld: Volgens een mededeeling van den Dult- schen „Luftrat" heeft de Fédération Aéro- nautique den terugtocht van het Duitsche m w i luchtschip „Graf Zeppelin" van Lakehurst (Amerika) naar Frtedrichshafen thans offi cieel erkend als wereldrecord van de klasse B. (luchtschepen). Het nieuwe vaandel der Maria-Congregaties in de parochie der Kathedraal te Haarlem, dat Zondag jJ. door Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent is gewijd. De beslissing van het Centraal College ten aanzien van de kwaliteitszetels Het antwoord van het Dagelijksch Bestuur der R. K. Staatspartij aan de R. K. Rijkskieskringorganisatie 's-Gravenhage Het bestuur der R. K. Rijkskieskringor- ganisatie 's-Gravenhage heeft, zooals men weet, op 3 December j.l. een schrijven ge richt aan het Dagelijksch Bestuur der R. K. Staatspartij, waarbij een uitspraak gevraRgd werd ten aanzien van beweerde overschrij ding van bevoegdheid door het Centraal Col lege, bedoeld in artikel 7 van het kies reglement. Thans is het antwoord van het Dage lijksch Bestuur op dit schrijven verschenen. Het luidt als volgt: 's-Hertogenbosch, 24 December 1928. Aan het bestuur der R.K. Rijkskieskring- organisatie ,,'s.Gravenhage", p. a. Secretariaat Chrysantplein 5, 's-Gravenhage. Mijne Heeren, Uw schrijven d.d. 3 dezer heeft het Dage lijksch Bestuur der R. K. Staatspartij in zijn vergadering van 22 dezer behandeld. Het Dagelijksch Bestuur overwegende: dat Uw Bestuur op grond van art. 21 van het Partijreglement een uitspraak vraagt ten aanzien van beweerde overschrij ding van bevoegdheid door het Centraal College, bedoeld in art. 7 van het lies reglement; dat dit beroep op art. 21 P. R. onjuist is, omdat de zaak, die door Uw Bestuur wordt aangevoerd, krachtens art. 22 Partij reglement geregeld is in een afzonderlijk reglement, en niet valt onder de bepaling van artikel 21 Partijreglement; dat de beslissing van geschillen uit de toe passing van het Kiesreglement voortvloeiende in art. 5 Kiesreglement afzonderlijk is ge regeld, en dus onttrokken is aan art. 21 lid 2 Partijreglement; dat het beroep van Uw Bestuur ook niet valt onder art. 5 Kiesreglement, wijl hier geen geschil voor ligt; dat immers door het Kiesreglement de be slissingen van het Centraal College geheel aan de zelfstandige beoordeeling van het Centraal College zijn overgelaten, en daar uit dus geen geschil met dat College kan worden opgeworpen; dat ook op lid 1 van art. 21 Partijregle- ment geen beroep kan worden gtdaan; dat immers vaststaat, dat goedkeuring van de beslissing van liet Centraal College door het Dagelijksch Bestuur niet is voor geschreven, en dit Bestuur dus niet bevoegd is, die beslissing goed of af te keuren; dat het evenzeer onmogelijk is de beslis sing van het Centraal College te ver nietigen dat immers niet is aan te nemen, dat art. 8 van het Kiesreglement uitgaat van de gedachte, dat de besluiten van het Cen traal College door het Dagelijksch Bestuur zouden kunnen worden vernietigd, terwijl de gevolgen van zoodanige vernietiging niet zijn geregeld; dat, lag die gedachte aan art. 8 van het Kiesreglement wèl ten grondslag, een zoo belangrijke aangelegenheid in haar gevolgen ongetwijfeld zou zijn voorzien; dat aan het Dagelijksch Bestuur niet en kel op grond van lid 1 van art. 21 Pertij- reglement de bevoegdheid kan worden toe gekend de beslissingen van het Centraal College te vernietigen, omdat het zich dan zonder meer zou stellen in de plaats van een College, dat door het Kiesreglement met een zóó belangrijke bevoegdheid is bekleed; dat dit te meer geldt, nu de leden van het Dagelijksch Bestuur ook in het Centraal College zitting hebben; dat het Dagelijksch Bestuur dus niet de bevoegdheid heeft door eer.igerlei uitspraak te raken aan een besluit door het Centraal College gciiur.cn: dat er geen andere instantie in de Kies reglement-procedure bestaat, die beslist over de competentiekwestie van het Centraal College dan dit College zelf; dat, hoezeer het Dagelijksch Bestuur voor zichzelf een besliste meening heeft over de beweerde onrechtmatigheid, de vraag, of de bevoegdheid bestaat van de zaak kennis te nemen, vóórop moet worden gesteld, onder zocht en beantwoord, en bij ontbreken van bevoegdheid op de zaak zelf niet még wor den ingegaan; Besluit: aan Uw bestuur te berichten, dat het Da gelijksch Bestuur zich onbevoegd acht van deze zaak kennis te nemen, en Uw Bestuur in zijn verzoek niet ontvankelijk is. Het Dagelijksch Bestuur besloot deze be slissing mede te deelen aan de leden van het Partijbestuur en haar openbaar te maken in de R. K. Pers. Namens het Dagelijksch Bestuur voor noemd, Een V. D.-bericht uit New-York houdt in: Naar de „New York Times" meldt, heeft de Zuidpoolreiziger Byrd het Amerikaansche departement van Marine medegedeeld, dat hij de Amerikaansche vlag eenige honderden mijlen zuidelijker heeft geplant dan zij nog ooit werd geplant. Hij heeft jthans de ijszóne bereikt. Er zijn daar reusachtige ijsbergen. Ijsvers perring Een Reutertelegram meldt d.tf. 27 dezer nog uit Washington; De Zuidpoolexpeditie, staande onder leiding van Byrd, en welke een millioen dollar zal kosten, is de plek genaderd in de Walvischbaai, waar zij voor nemens is, haar hoofdbasis te vestigen. De Amerikaansche minister van Marine ont ving een draadloos bericht, meldende: Wij zijn aan een geweldige ijsversperring geko men. Ross. Kerstdag. De P.H.-A.E.N. te Bangkok aangekomen Volgens bij de K.L.M. ingekomen bericht, is de P.H.-A.E.N. gistermorgen 6.45 u. (pi. t.) uit Akyab vertrokken en 15.15 u. (pi. t.) te Bangkok aangekomen. Alles is wel. Den 4den October van het volgend jaar zal het 25 jaar geleden zijn, dat de E. S. M. feestelijk werd geopend. Den 6en daarop werd' zij voor het publiek opengesteld. Haarlem had de eer te hebben de E(erste) N(ederlandsche) E(lectrische) T(rammaat- schappij). Zij werd opgericht 4 Juni 1898, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 1 Juli 1898 en bouwde haar krachtstation aan den Leidsche Vaartweg. Zij stelde zich ten doei den aanleg en de exploitatie van tramlijnen met eiectrici- teit als beweegkracht n.l. d'e ceintuurbaan te Haarlem (5300 M.) van Haarlem naar Bloe- mendaal (2.7 K M.) en van Haarlem naar Zandvoort (8.2 K.M.). De exploitatie werd opgedragen aan de Electrische Spoorwegmaatschappij. De lijn Zandvoort is 3 Juli 1899 geopend, d'e Ceintuurbaan 27 Juli daarop. Dat wordt het volgend jaar dus 30 jaar. De lijn naar Bloomendaal werd 5 October 1900 voor het publiek opengesteld. De Electrische Spoorwegmaatschappij, die de lijn HaarlemAmsterdam exploiteert, werd 22 December 1902 opgericht en 4 Oc tober 1904 geopend voor het verkeer. De bladen van 14 November 1903 vertel den, dat men met het slaan der palen voor d'e beschoeiing langs de Amsterdamsche Vaart gevorderd was tot Halfweg. Zes stoom- heimachines en nog eenige gewone waren aan het werk. Men was toen met den bouw van het krachtstation te Halfweg druk be zig. Een inzender schreef in een der bladen in tie maand November van dit jaar: „Zon der tram waren Aerdenhout en Bentveld waarschijnlijk nog geen villa rijk geweest. De tram is de wekker van de schoone slaap ster in het duin, de tram heeft stadskwar tieren van Haarlem weder in het verkeer gebracht, heeft er toe bijgedragen om het Wilhelminapark en aangrenzende straten te bevolken en trekt voortdurend nog naar Haarlem en omstreken nieuwe bewoners. Een gemakkelijke, vlugge en goed'koope ver binding met Amsterdam zal dit voordeel nog in hooge mate vermeerderen." De verwachtingen zijn niet beschaamd. Sinds cle tweede helft der 18e eeuw ston den er boomen langs de Amsterdamsche Vaart. Die moesten alle voor de tram vallen. Op 4 October 1904 kon de lijn Amsterdam- Haarlem worden geopend. Het Kerstvliegtuig naar Indië, de P.H.- A. E. N„ is gistermiddag te Bangkok aange komen. Voor de Haagsche rechtbank is behandeld de zaak tegen den gevangenbewaarder E. A. K. uit de bijzondere strafgevangenis te Scheveningen, die verdacht wordt mede plichtig te zijn aan de ontsnapping der vier uitbrekers. Het O. M. eischte vrijspraak en onmiddellijke invrijheidstelling van ver dachte, tot welk laatste de rechtbank be sloot. Het herdenkingsfeest van den terugkeer en kroning van het beeld der Zoete Lïeve Vrouwe van den Bosch is gisteren met veel luister gevierd. Commander Byrd heeft op zijn Zuidpool- tocht de ijszone bereikt. Het invoerrecht van uien in de Vereenigde Staten wordt per 20 Januari met 50 ver hoogd. De terugreis van de „Graf Zeppelin" van Lakehurst naar Friedrichshafen is thans officieel erkend als wereldrecord in de klasse B (luchtschepen) Op het st&tionsemplacement Breda is he denmorgen een 36-jarige rangeerder onder een wagon geraakt en zwaar gewond. Bij een auto-ongeluk op den weg Ooster hout-Raamsdonkveer is hedennacht een persoon gedood, terwijl drie personen zwaar gewond werden. Klotz, de voormalige Fransche minister van Financiën, wordt volkomen verantwoor delijk voor zijn daden geacht. Aanvaring tusschen een Belgische red dingsboot en den Duitschen schoener „Frida Both". Twee leden van de bemanning der reddingboot verdronken. De toestand van koning George minder gunstig. De tekst van het Chineesche verdrag met Engeland. OPTICIENS FABRIKANTEN. Hoogste barometerstand 767.7 m.M. te La Coruna. Laagste bar.stand 737.7 m.M. te Helsing- fors. Verwachting: Matige wind uit zuidelijke richtingen, betrokken of zwaar bewolkt, nog eenige regen, iets zachter. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot kapelaan te Rotterdam <H. Te- resia v. h. K. J. den W E Heer C. de Kos ter, te Bovencarspel den W. E. Pater fr. R. Buschman O.F.M., en te- Nootdorp den WE. Pater fr. W. Knots O.F.M. Een doode, drie gewonden Op den avond van den lsten Kerstdag, heeft in Vierlingsbeek een gruwelijke moord plaats gehad, meldt het „Hsgz." Ten huize van P. C. nabij de Haagsche Hoeve, werd een feest gegeven onder familieleden en kennis sen. Op een gegeven oogenblik ontstond er twist onder de gasten, naar aanleiding van een liefdesgeschiedenis. Een hunner, een 25- jarige landbouwerszoon, bracht een anderen, ongeveer 20-jarigen landbouwerszoon, met een mes een doodelijken steek in den linker- halsslagader toe. Het ongelukkige slachtoffer was op slag dood. Nog drie andere personen, allen afkomstig uit Eindhoven, twee jongemannen van 20 jaar en een meisje werden gedurende de vechtpartij gewond, de jongelieden nog al zwaar, het meisje werd slechts licit verwond. De vermoedelijke dader van den moord werd onmiddellijk door de gemeentepolitie in arrest gestel in het gemeentelijk cachot. De politie heeft den dader aan een verhoor onderworpen, maar tot nu toe heeft hü nog niet bekend. Het onderzoek der Justitie en het verhoor der getuigen duren nog voort. De vermoedelijke dader zal heden naar Den Bosch worden overgebracht. Hij staat minder gunstig bekend, terwijl het slacht offer niet ongunstig bekend stond. De oorzaak van dit verschrikkelijke drama, dat het geheele dorp in rep en roer bracht moet gezocht worden in drankmisbruik.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1928 | | pagina 1