Het Verleden in het Heden
BUREAUX: NASSAU LA AN 49;
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN
WOENSDAG 2 JANUARI 1929
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17045
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALL.E RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK
DRIEMAAL VIER EN TWINTIG
I 'iü.'s
UREN NA HET ONGEVAL.
Het Kerstfeest in de Eeuwen
Op Oudejaarsavond
De Amsterdamsche haven
in 1928
Historische tentoonstelling
over de Jesuieten te
Amsterdam
De Gijsbrecht en Kloris
en Roosje
Tusschen twee electrische
treinen „gekraakt"
De algem. toestand van de
kunstnijverheid in Ned. Indië
Belangrijke diefstal met
braak te Heemstede
Uit de R.K. Staatspartij
Voornaamste Nieuws
Diocesane vereeniging het
Wit-Gele Kruis
J. J. WEBER ZOON
Groote Houtstraat 166 Haarlen
De „Julius Rutgers"
binnengesleept
Aangeteekende stukken
aan huis
Benoemingen
Afscheid W. J. Steenhoff
Vrijstelling wegenbelasting
Tentoonstelling Ned. Kunst
te Londen
Het Nederl. Postmuseum
Teleioon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal i 3.25; per post, per kwartaal
l 3.58 bij vooruitbetaling.
COURANT
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 1 4 regels 60 ct. p. plaatsing:
elke regel meer 15 ct., bij vooruilbet.
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct. per regeL n
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f 0(]f)j] Levenslange geneele ongeschiktheid tot werken door fJCf) Dij een ongeval met 0,vf)
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen: 1 uUUU."' verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; i <Ju.~ doodelijken afloop; iLuVi.
bij verlies van een hand, f IOC bij verlies van een f CO
g; 1 ÏZJ." duim of wijsvinger; I vil. been of arm
eew voet of een oo;
bij 'n breuk van f fl bij verlies v. een
anderen vinger.
Van een document dat geen do
cument was Het verschil tus
schen de Oostersche en de Wes-
tcrsche Kerk Waarom 25
December? De mysteriespelen
cn hun gevolgen Onze kribbe
Onze kennis van de kerstviering in de
rroegste eeuwen der Kerk is niet bepaald
rrondig te noemen. Van de kerstgebruiken
veten wij zoo goed als heelemaal niets af.
Een schoon verhaal wordt ons aan de
land gedaan door een document dat een
oogenblik sensatie verwekte; een oogenblik.
doordat de vervalsching er bovenop lag en 't
betreffende stuk spoedig gedateerd was op
net einde va.n de negende, misschien zelfs
het begin van de tiende eeuw, terwijl het
pretendeerde een zeshonderd jaren ouder
te zijn. Het schrijft de introductie van het
Kerstfeest toe aan Paus Julius II (337352),
die in briefwisseling zou geweest zijn mei
Cyrillus van Jeruzalem (348336) en van
dezen den raad zou ontvangen hebben de
boeken der Joden, welke Titus, die Jerusa
lem in het jaar 70 verwoestte, naar Rome
had gebracht, te doorzoeken en daarin de
geboorte van Christus uit te vinden. De
Paus zou dat dadelijk gedaan hebben en in
de papieren van den H. Jozef geconstateerd
hebben, dat de verschijning van den engel aan
Zacharias, waarvan de H. Schrift spreekt,
plaats vond op Grooten Verzoendag en wel
op 23 September, waardoor het niet moeie-
lijk was om na te rekenen dat Maria Bood
schap op 25 Maart en Christus' Geboorte
op 25 December viel.
Zooals men ziet, een verhaal dat pakt,
maar de knapste koppen der wetenschap
wisten aan te toonen dat het document van
onnauwkeurigheid en fabeltjes wemelde,
en men wist zelfs na te vorsehen dat het
geschreven werd door Johannes van Nicea.
Intussehen weet men dat er in het jaar
243 te Rome van eenige kerkelijke kerst
viering nog niets bekend was. Daarentegen
is het niet onwaarschijnlijk dat het feest
kort na 350 regelmatig werd gevierd. Nog
steeds echter onderscheidde men in die da
gen niet de feesten, die wij als twee ver
schillende kennen, van Kerstmis en van
Driekoningen, in de Westersche Kerk,- met
uitzondering van Gallië (Frankrijk) en Span
je, vierde men het feest op 25 December.
In de Oostersche Kerk daarentegen alsook
in Gallië en Spanje, maar met uitzondering
waarschijnlijk van Afrika, op 6 Januari.
Pas tegen 500 begonnen de Westersche en
de Oostersche Kerk langzaam aan belde
feesten te vieren.
Hoe merkwaardig het ook klinken moge,
tot heden duidt alles er op dat de datum
van 25 December niet steunt op eenige tra
ditie dat Christus dien dag zou geboren
zijn. Ofschoon men een zekere mondelinge
overlevering niet geheel heeft buiten ge
sloten, zoekt men de vérklaring van dien
datum in een andere richting.
Het allereerst heeft men gedacht aan n
Christelijke voortleving van het Joods she
feest der Tabernakelen en vooral aan de
eveneens Israëlitische Herdenking van de
Stichting des Tempels. Deze gedachte heeft
men al spoedig moeten laten varen om zich
te werpen op hetgeen wel een beetje als
spitsvondigheid aandoet, namelijk dat de
Kerk de herdenking van Christus' Geboorte
op 25 December zou hebben bepaald als te
genhanger van eenig heidensch feest, waar
van, zij haar onderhoorigen wilde afhouden.
Ditmaal liet men zijn blikken het eerst
vallen op de beruchte Saturnalia der Ro
meinen. Die begonnen echter op 17 Decem
ber, duurden precies een week en behoorden
dus op 25 December al lang weer tot het
verleden. Veel steviger staat de bewering
dat wij in de bepaling van de herdenking
van Christus' Geboorte op 25 December een
gekerstend' heidensch gebruik hebben! te zien
zooals er in de folklore der heele christe
lijke wereld duizenden voorbeelden waren
en tot op den huidigen dag zijn aan te wij
zen.
In de eerste eeuw werd uit het Oosten In
Rome de beruchte Mitras-dienst ingevoerd,
die grooten cpgang maakte en heel de twee
de eeuw een ongekenden bloei beleefde. Deze
zonne-afgocTerij beleefde haar triomfen op
25 December, op den dag. die Natalis Invicti,
de Geboorte van den Overwonnene werd ge
noemd, en zeer algemeen gevierd.
Ais we nu als bekend mogen veronderstel
len,"dat het geheel in de lijn der Kerk ligt,
om zich aan te passen aan plaatselijke ge
steldheden, zoolang deze haar leer geen ge
weld aandoen, als we de Kerkvaders aan
houdend Christus als de de „wa
re" zon „van rechtvaardigheid enz. hooren
betitelen, dan - men zal het toegeven- is
er werkelijk wel wat voor te zeggen dat de
Kerk aan een ten deele verlept
eere van de zon, nieuwe diepte, ni
teekenis probeerde te geven zoa]"
haar geloovigen nauwer in de banden
haar leer te sluiten als om de ongeloovigen
aan te trekken door een nieuwe zon to
middelpunt te stellen. Deze stelling wordt
nog eenigszins versterkt, doordat de datum
van 25 December zooals we boven zei
den het eerst in de Westersche Ker,i
voor het feest van Christus' Geboorte werd
vastgesteld, en, meer bepaald, zeer waar
schijnlijk het allereerst in Rome.
Dit alles echter berust op stellingen
Waarvan de meesten eerder veronderstel
lingen dan onomstootelijkheden zullen blij
ken.
-•'er de Middeleeuwen zijn we dadelijk
we 15011 beter geïnformeerd. En wanneer
vanz in aan Kerstmis denken, komen we
later direct bij de mysteriespelen die veel
wel naar het marktplein verhuisden.
later
aJ„^'am'ankeHjk met de kinderlijke devo-
dlen tijd binnen de muren der Kerk
worden gegeVen.
-f'e ^steriespelen sla u ze niet
aas. aa^: aanvankelijk waren ze wel
een Weme kerkelijke plechtigheid die pas
later in ginoteren omvang buiten de Kerk
verscheen, maar intussehen is er wat wij
„tooneel' noemen uitgegroeid! van de
mysteriespelen zijn er heel wat voor ons
bewaard gebleven, deels in beschrijving deels
in tekst.
Een der eersten die we kennen en die
officium pastorum, de dienst der
herders, werd betiteld, speelde jaarlijks af
in Noord-Frankrijk, mee» bepaald in Rou-
aan.
Vóór de eerste H. Mis, direct na het Te
Deum, schreden daar vijf herders, waarvoor
vijf kanunniken dienst deden, het priester-s
koor binnen, waar ze tegemoet werden ge
treden door een klein jongetje dat de
boodschap van den engel: „Vreest niet,
want ik verkondig u een groote vreugde!"
reciteerde. Direct daarop zong een kinder
koor, dat de engelenschaar verbeeldde en
een plaats had in de gewelven der Kerk.
het Gloria in Excelsis. De „herders"
kruisten intussehen processie-ge wijze het
priesterkoor en knielden vcor de kribbe die
achter het altaar was opgericht. Daar wer
den ze opgewacht door twee geestelijken in
dalmatiek, die de beide vroedvrouweiv...Sa-
lome en Zelomi vertegenwoordigden, wier
hulp de H. Jozef, volgens de Apocriefen,
voor Maria zou hebben ingeroepen, die de
..herders" ondervroegen naar het doel van
hun komst; waarop dezen de belofte van
den engel herhaalden. Er werd dan een
gordijn weggeschoven waar achter Maria en
haar Kindje verborgen waren (of hier wer
kelijk een vrouw met een kind optrad, zegt
hetOrdinariumRothomagense
dat de beschrijving van het O f f i c i u m
Pastorum bevat, niet; het is echter
zeer waarschijnlijk). De herders, knielden
dan in aanbidding neer en verlieten ver
volgens onder Halleluja-gezang het pries
terkoor, waarna de H. Mis begon.
Hetzelfde Ordinarium geeft nog de
beschrijving van een ander mysteriespel, dat
meer een „profetische" basis heeft. Hier
treden figuren op als Mozes, Aaron, Amos,
Isaias, Jeremias, Balaam, de H. Elisabeth,
de H. Johannes de Dooper. de oude Simeon,
de Romeinsche dichter Vlrgtlius, Nabueho-
donozor, de Sibille, die in den nacht van
Christus' geboorte aan keizer Augustus zou
hebben geopenbaard, dat een vorst, mach
tiger dan hij, in een stal geboren was, en
wier beeltenis tot voor kort een plaatsje
vond in Rome's allergrootst kribbe, die
van S, Maria in Ara Coeli; enz. Het
geheel droeg den naam van Festum
Asinorum, het Feest der Ezels, naar
den langoor, waarop Balaam ten tooneele
verscheen.
Van het Italiaansche stadje Sienna we
ten we dat het een zelfde feestelijkheid ken
de. Hier had de plechtigheid na de H. Mis
plaats. Het feest was uitgebreider dan het
hier boven beschrevene. De tijdgenoot-be
richtgever schijnt onder andere gezien te
hebben, dat heel de geboorte „gebeurde".
De herders die door een engel van buiten
naar binnen werden gehaald, voerden tot
slot rustieke dansen uit. Een menigte hon
den, geiten en schapen verzorgden de cou
leur locale.
Maarde misbruiken stelden als aan
zooveel, ook aan deze vrome plechtigheden
een natuurlijke grens. Vooral Duitschland'
maakte het in dit opzicht meer dan bont.
In Franken was het in de zestiende eeuw
gebruikelijk een kind op het altaar te zet
ten; en terwijl opgeschoten jongens en
meisjes daar in wilden dans omheen zwier
den, zong het volk er vroolijk op los.
Om denzelfden' tijd was het in Stralsund
nog erger. Daar begaven zich jongens als
vrouwen gekleed naar de kerk. Anderen,
als herders uitgedoscht, sleepten aan tou
wen allerlei gedierte mee, als honden, scha
pen, geiten enz. Met die beesten liepen ze
door de kerk te wandelen, zoolang ze geen
plaats op den grond zochten om wat te-
eten en te drinken. Weer anderen brachten
varkensblazen vol erwten mee, welke aan
stokken bevestigd waren en waarmee ze op
de grafzerken mikten, terwijl er intussehen
gedanst, gezongen en bovenal lawaai werd
gemaakt.
Inderdaad dit .is te veel om af te schui
ven op den breeden rug van den „eenvoud
der middeneeuwen. En ofschoon hier niet
bepaald de „makste" wangebruiken zijn aan
gehaaid, traden de kerkelijke en soms zelfs
de wereldlijke autoriteiten krachtig op, zoo
ais vroeger door Ir.nocentius III in 1210.
door het Concilie van Trier in 1227 door
de Synode van Utrecht in 1293 en door
koning Alfons X van Castilië omstreeks
1260, reeds opgetreden was tegen be
paalde uitwassen van de mysteriespelen
niet tegen de mysteriespelen zelve, die zich
overigens niet tot Kerstmis bepaalden.
Waar de misbruiken nog niet zoo hevig
waren, dat zij tot een uitroeien met wortel
en tak noodzaakten, poogde de geestelijkheid
ze over te planten naar het marktplein,
waar ze, als gezegd, groeiden tot wat wij
„tooneel" noemen.
Waar geen misbruiken waren ingeslopen
of geen te groote uitwassen woekerden, ble
ven ze voortbestaan. Zoo in de Kathedraal van
Valladolid, in Spanje, tot minder dan hon
derd jaar terug. De St. Paulskerk op Piazza
Coionna, in het hartje van Rome, aan
schouwde nog in de zeventiende eeuw de
opvoering van een mysteriespel. Elders, zoo-
als in Gasconje bij voorbeeld en op Sicilië,
sleten de uitgroeisels langzaam af en keer
den de mysteriespelen in de kerken terug,
waar zij werden gevierd tot op den huidigen
dag. Daarentegen zag de pastoor van St.
Malo zich reeds zeshonderd jaren geleden
door het kapittel van Boireaux beboet, om
dat hij een mysteriespel in zijn kerk had
laten opvoeren.
Over het algemeen echter viert men thans
het kerkelijk feest van Christus' geboorte
zonder profane bijvoegsels. Van het myste
riespel rest ons bijna niets meer dan wat
optochten en liedjes, die hier en daar in
het volksgebruik bleven hangen.
Hierop uitgezonderd natuurlijk de kribbe
die niet zoo heel stellig te beschouwen is
als een gekristalliseerd mysteriespel als zij
op het eerste gezicht misschien wel lijkt.
J. H.
Op Oudejaarsavond werd bij de politie te
Amsterdam kennis gegeven door iemand die
langs de Hobbemakade was gekomen, dat hij
er een plons had gehoord.
Door politie en brandweer werd daarop ge
dregd. Tegen middernacht werd door de
politie het lijk opgehaald van een man. Het
is door den G D, naar het Binnengasthuis
vervoerd.
In het jaar 1928 zijn in totaal in de Am
sterdamsche haven binnengekomen 3870
schepen, met een totalen inhoud van
26.024.475 bruto kubieken meter, tegen 3318
schepen met 21,977.676 kubieken meter in
1927.
Het laatste schip, dat in 1928 de Amster
damsche haven binnenkwam en het getal
3870 volmaakte, was het Zweedsche
stoomschip „Emily" dat op Oudejaars
avond te ongeveer tien uur binnenkwam.
In verband met de sluiting van de oude
Zaaicrskerk op de Keizersgracht en opening
der nieuwe kerk op de Rozengracht, zal een
historische tentoonstelling worden gehouden
in het oude kerkgebouw op de Keizersgracht.
Deze tentoonstelling zal een beeld geven
over het leven en werken van Paters
Jezuïeten in Amsterdam.
Met de leiding van deze tentoonstelling is
belast de heer J. B. Janus, regent van de
stichting „Museum Amstelkringmet mede
werking van een uitvoerend comité, samen
gesteld uit: de Zeereerwaarde pater H. A.
van Ruth S.J., pastoor der parochie H. Igna
tius, eere-voorzitter; en de heeren p.
Schooneberg. secretaris; J. N. Jungst, pen
ningmeester; C. J. M. van Linger), Joh. van
Steyn en J. Strommel als commissarissen.
De opening van de tentoonstelling zal
plaats hebben op Zondag 13 Januari a s„ des
middags om 3 uur.
Wellicht zijn er onder degenen, die met
het werk der Eerw. Paters Jezuïeten svmpa-
thiseeren, nog personen in het bezit van
documenten of gegevens betreffende de ker
ken en instellingen der Eerw. Paters Jezuïe
ten te Amsterdam. Beleefd wordt verzocht,
deze tijdelijk ter beschikking te willen steller,
van de te houden tentoonstelling en te zen
den aan de pastorie Rozengracht.
De inzendingen worden na sluiting der
tentoonstelling weder aan de eigenaars terug
gezonden.
Der gewoonte getrouw was op Nieuwjaars
dag een groote schare Amsterdammers opge
komen ter bijwoning van de Gijsbrechtopvoe-
ring in den Stadsschouwburg te Amsterdam.
Bezetting en decors waren grootendeels ge
lijk aan die van de laatste jaren. Alleen
werd de Badelochpartij thans gespeeld, voor
het eerst, door mevr. Chrispijn—Mulder. in
Kloris en Roosje gaf de heer Hunsche als
Thomasvaer t" .stond de vereinchte vroo1
heid, toen hij onder 't zingen van „Hop, hop
hop. Olympiade" ten tooneele verscheen. De
wensch stond voor een groot gedeelte in het
toeken van de Olympiade 1928. Toen ter eere
van de Ned, Kampioenen de Oranje-Blanje
Bleuvlag werd geheschen en het Wilhelmus
weerklonk, verhieven de aanwezigen zich van
hunne zetels en zongen uit volle borst het
volkslied mede. Daarna brachten Thomas
vaer en Pieternel (Mevr. Chrispijn-Mulder)
nog ter sprake o.a. het Rijnkanaal, de Mui-
dertol, de postvluchten Indië-Holland en de
Novemberstormen. Van de dooden werden
herdacht prof. Lorentz, mevr. v. d. Horst en
Hubert Laroche. Van de levenden werd prof.
Treub niet vergeten.
De eigenlijke wensehen golden in de eerste
plaats het Koninklijk Gezin met een speciaal
woord voor de Koningin-Moeder. Burgemees
ter de Vlugt werd na zijn Indië-reis volledig
herstel toegewensebt. De waarnemende bur
gemeester, weth. ter Haar. kreeg goede wen
sehen, evenals de heer Ketelaar, weth. voor
Kunstzaken. Hierna had onder vroolijk ge
zang en dans het bruiloftsmaal van Kloris en
Roosje plaats.
Een auto-ongeluk, zooals dit gistermiddag
om half drie te Voorburg plaats had, zal
zeker wel tot de groote zeldzaamheden be-
hooren, meent het „Nieuws van den Dag
Ter hoogte van de Koningin Wilhelmina-
laan hoek Parkweg is een Buick-auto H.
1240, bestuurd door den heer S. uit Rotter
dam, in aanraking gekomen met een elec-
trischen trein, komende uit Den Haag en
met een electrischen trein uit de richting
Voorburg, waardoor de auto geheel en al
tusschen de beide treinen bekneld geraakte
en vrijwel totaal werd verpletterd.
Van alle kanten werd hulp geboden en
reeds binnen enkele minuten was de auto
van den Eerste Hulpdienst ter plaatse, die
echter niet behoefde te helpen. Den heer S„
diens echtgenoote, hun zesjarig zoontje en
een vriend had men inmiddels namelijk
door hetgeen nog van de kap was overge
bleven, uit hun benarde positie kunnen ver
lossen. Wat niemand had kunnen denken,
bleek inderdaad het geval te zijn. Alle in
zittenden waren er namelijk met den
schrik en vrijwel ongedeerd afgekomen. Zij
konden zich te voet naar de woning van dr.
Oortgijzen begeven, die slechts enkele kleine
ontvellingen constateerde.
Plet mag wel een groot wonder worden ge
noemd, dat bij dit ongeluk geen menschen-
levens te betreuren zijn.
Met groote moeite slaagde men er voorts
in, de overblijfselen van dan auto tusschen
de beide treinen vandaan te halen. Bijna
geen spijker of bout was op zijn plaats ge
bleven. Ook de twee treinen waren ernstig
beschadigd, doch zij konden de reis voort
zetten.
Aneta meldt:
De heer P. A. J. Moojen, oud-voorz. van
den Bond v. N. I. Kunstkringen, bestuurs
lid van het Java-Instituut, schrijft naar aan
leiding van het bericht over het onderzoek
naar den algemeenen toestand van de am-
bachts- en kunstnijverheid op Java, Madoera
en Bali aan Aneta;
In 1919 werd door den bond van N.I.
Kunstkringen een vergadering gehouden te
Jogjakarta ter behandeling van het vraag
stuk der Inlandsehe nijverheid en meer in
het bijzonder dat der kunstnijverheid. Verte
genwoordigers der Regeering en der vorsten
huizen woorden deze vergadering bij. De con.
clusie van de besprekingen was. dat de op
richting van een school tot opleiding van
voormannen en onderwijzers (goeroes) in de
eerste plaats noodzakelijk mocht worden ge
acht.
Ter voorbereiding en onderzoek, ook uit
een sociaal-economisch oogpunt, werd door
genoemden Bond daarna een uitgebreide
commissie ingesteld. De zeer moeilijke tijds
omstandigheden. die kort daarna ook in Indië
optraden, waren oorzaak, dat de plannen
toen niet konden worden uitgevoerd.
Met- medewerking van den Bond van
Kunstkringen heeft 't bestuur van het Java-
Instituut deze plannen weder opgevat. In' zijn
vergadering van 12 Juli 1928 te Batavia ge
houden, wera de reeds in een voriee verga
dering ingestelde commissie van voorbereiding
uit 't bestuur met eenige leden aangevuld. Er
werd besloten op een in het najaar van 1929
te houden congres het onderwerp weer op
nieuw in behandeling te nemen en eenige:
deskundigen uit te noodigen als prae-advi-
seurs op te treden. In verband met de vast
stelling van de te behandelen vragen werd
het noodzakelijk geacht, eerst een
enquête in te stellen naar den alge
meenen toestand van ambachts. en kunst
nijverheid. De heer J. E. Jasper verklaarde,
op een tot hem gericht verzoek, bereid te zijn
de leiding van de enquête op zich te nemen.
Teneinde het noodige contact te verkrijgen
met de regeering ten aanzien van den Nijver-
heidsvoorlichtingsdienst, het ambaentsonder-
wijs en de opleiding van jeugdige gevangenen
en personen in de verbeteringsgestichten,
werd aan de Departementen van Landbouw
en Nijverheid Onderwijs en Justitie ge
vraagd een vertegenwoordiger in de alge-
meene voorbereidende commissie aan te
wijzen.
Een eerste vergadering voor het vaststellen
der plannen voor de enquête, onder voorzit
terschap van gouverneur Jasper, heeft nu
kort geleden plaats gehad Uit den aard dei-
zaak zijn daarbij nog slechts voorbereidende
maatregelen kunnen worden genomen. Voor
het slagen der plannen zal het echter van
groot belang zijn of de Regeering officieel
het initiatief van het Java-Instituut zal steu
nen. De inlichtingen, welke de Minister van
Koloniën kortgeleden bij de behandeling van
de Indische begrooting in de Tweede Kamer
gaf, wettigen het vertrouwen, dat de opnieuw
ingestelde pogingen wellicht ditmaal tot iets
positiefs zullen kunnen leiden.
De daders op heeterdaad betrapt
Toen Maandagmorgen mej. L. in de villa
van den heer v. B. V., aan de Van Merlen-
laan te Heemstede, kwam, om de planten te
verzogen, omdat de familie v. B. V. eenige
dagen afwezig was, vluchtten twee personen
aan de achterzijde het huis uit.
Daar mej. L. tot de ontdekking kwam, dat
verschillende laden van kasten en buffet
openstonden, stelde zij de politie onmid
dellijk telefonisch hiermede in kennis. Toen
de politie ter plaatse kwam, vernam zij, dat
die personen waren weggevlucht in de rich
ting Bennebroek.
Op den Heerenweg ter hoogte van Groe.
nendaai werden zij door de politie aange
houden.
Het bleek, dat men van de woning van
heer v. B. V., aan de Van Merlelaan alhier,
aan de achterzijde een glasruit van de tuin
deuren had verbroken. In de eetkamer en
derl salon waren verschillende kasten en ia
den doorzocht. Bij de vlucht had een der
daders een lepel verloren, welke werd le.
ruggevonden.
Daar gezien was, dat zij aanvankelijk het
houtgewas van het grotstuk waren inge
vlucht en zij bij hun aanhouding geen bij.
zondere voorwerpen bij zich hadden, heeft
de politie dat houtgewas afgezocht én vond
zij onder boombladeren verborgen een groote
partij tafelzilver.
De familie v. B. V., die te Hilversum lo.
geerde werd gewaarschuwd, en toen mevr.
v. B. V. naai- hier kwam om dat zilver te
herkennen, kon worden vastgesteld, dat dat
zilver uit haar woning was verdwenen.
De daders worden heden ter beschikking
van de justitie gesteld.
Beide personen zijn uit Haarlem afkom
stig.
In de Kieskringen Leiden, Fries
land, Dordrecht, Groningen.
De R.K. Kiesvereeniging te Sassenheim
heeft de volgende circulaire verzonden:
Het is bekend, dat de besturen der gecom
bineerde R. K. Rijkskieskrineen Leiden, Dor
drecht, Friesland en Groningen zijn overeen
gekomen, de aan deze combinatie toegekende
drie zetels toe te wijzen ais volgt;
den Kwaliteitszetel voor „Staatsfinanciën"
aan de kringen Friesland en Groningen;
den Kwaliteitszetel voor „Arbeidszaken en
't Arbeidsvraagstuk" aan den kring Dor
drecht;
den Vrije Zetel aan den kring Leiden.
Door Friesland-Groningen is bereids de
heer A. C. A van Vuuren, aftredend kamer
lid, a!s candidaat aangewezen voor den ge
noemden zetel „Staatsfinanciën".
Door het kringbestuur Dordrecht was aan
vankelijk voor den haar toegekenden kwali
teitszetel Arbeidszaken aangewezen het aftre
dend kamerlid, de heer C. J. Kuiper, die in
middels echter voor dezen kieskring heeft be
dankt. Thans heeft het bestuur van dezen
kring Dordrecht besloten geen nieuw advies
voor dezen zetel te geven en de aanwijzing
aan de kiezers over te laten.
De R. K Kiesvereeniging te Sassenheim. in
zeer druk bezochte jaarvergadering bij een
op 27 December 1928, besloot met algemeene
stemmen, als candidaten aan te wijzen en
met den meesten aandrang aah te bevelen:
voor Friesland-Groningen voor den zetel
..staatsfinanciën", den heer A. C. A. van
Vuuren, aftredend lid der Tweede Kamer;
voor den kring Dordrecht, voor den zetel
„Arbeidszaken en het Arbeidsvraagstuk" den
heer A. J. Loerakker, aftredend lid der
Tweede Kamer;
voor den kieskring Leiden voor den Vrijen
zetel den heer J. P. Gouverneur. Burge
meester van Sassenheim, voorzitter van den
R. K. Rijkskieskring Leiden.
Waar de heer Gouverneur, door zijne groote
krachtige werkzaamheid op velerlei terrein,
in de bloembollenstreek en daar buiten de
sympathie verworven heeft van de verschil
lende groepen der samenleving, daar mag
deze candidaat in 't bijzonder warm worden
aanbevolen.
-Een vrije zetel voor den heer Guit
Naar wij vernemen, wordt in breeden kring
sterk geijverd, om den heer L. F. Guit uit
Den Haag een vrijen zetel te bezorgen.
Men acht het daartoe noodig en zal aan dit
voornemen ook uitvoering geven, den heer
Guit in eiken Riikskieskring, behalve in
Overijsel voor den vrijen zetel candidaat -te
stellen.
Dat men den heer Guit niet candideeren
zal in Overijsel vindt zijn oorzaak hierin,
dat men hierdoor mee bevorderen wil de
candidatuur Engels, waarvan men, gelijk wij
Zaterdag reeds berichtten, de candideering
wil bevorderen in alle kieskringen waarvoor
twee vrije zetels zijn aangewezen.
Dat men bij het eandidaatstellen van den
heer Guit tevens de benoeming van den heer
Engels bevordert en het voor den heer Aal-
berse in Overijsel op deze wijze vrij wat ge
makkelijker maakt dan sommigen in dien
Riikskieskring jegens den oud-minister zich
voorgen-smen hebben te doen, zal velen sym
pathiek stemmen.
De heer Guit heeft zich, naar wij voorts
vernamen, bereid verklaard een candidatuur
voor den vrijen zetel in eiken riikskieskring,
behalve in Overijsel, te aanvaarden.
ue „Batavier 1" aangevaren. ten
Duitsch stoomschip gezonken.
Op het departement van financiën is
ingesteld eene commissie tot onderzoek van
de vraag welke moeilijkheden zich voor
doen bij de exploitatie va.n met financieeien
steun gebouwde woningen.
Pokken-epidemie uitgebroken in Baros
(N. O.-Indië).
De Amsterdamsche haven in 1928.
In de vergadering der Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Amsterdam, heeft
heeft de voorzitter, de heer Heldring, een
rede uitgesproken, waarin hij een beschou
wing hield over de economische toestanden
in 1928.
Poincaré blijft aan.
President Doumergue verleent bij gelegen
heid van Nieuwjaar gratie aan militaire en
burgerlijke veroordeelden.
De Britsche leden der deskundige commis
sie benoemd.
Gasvergiftiging te Duisburg. Vijf slacht
offers.
In den Oudejaarsnacht werden te Berlijn
238 personen gearresteerd.
Auto-ongeluk te Oostende. Auto met 18
voetbal-supporters te water. Twee dooden.
Een voorstel van Sovjet-Rusland aan Po
len ter teekening van een speciaal protocol
in verband met het Kellqgg-pact.
De diocesane vereeniging het Wit.Gele
Kruis belegt Maandag 14 Januari a.s. een
buitengewone algemeene vergadering,
waarop voor iedere afdeeling uit het dio.
cees Haarlem twee afgevaardigden tegen
woordig zullen zijn.
Z. D. H. Mgr. J. D. J. Aengenent zal deze
vergadering bijwonen.
Barometerstand 9 uur v.m.: 7.72. Stils tan
OPTICIENS FABRIKANT Eï!
Licht op. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken .om: 4.29.
Naar wij vernemen, hebben drie sleep-
booten de gestrande Duitsche vrachtboot
„Julius Rutgers" te Terschelling binnenge
sleept.
De proef uitgesteld tot 16 Februari a.s.
Naar de „Courant" verneemt, wordt de
aangekondigde proefneming met de bezor
ging van aangeteekende stukken aan huis
in de postale provinciale afdeelingen Dord
recht en Maastricht en in de stad Utrecht,
in verband met de te treffen voorbereidin
gen waartoe in het begin van het volgend'
jaar door de vele extra-werkzaamheden wei
nig gelegenheid bestaat, uitgesteld tot 16 Fe
bruari a.s.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
belast met de oprichting eener nieuwe paro
chie tusschen Lisse en Sassenheim den W. E.
Heer N. Sentenie en tevens benoemd tot Ka
pelaan de volgende W. W. E. E. Heeren:
's Hage (O. L. V. van G. R.) H. Vreeswijk,
A'dam (H. Anna)D. Buis, die kapelaan was
te Rhoon.
Haarlem (Kathedraal) W. J. H. Polder,
A'dam (O. L. V. van A. B.) J. Desain, Voor
burg (H. Martinus), C. Ouwendijk. A'dam
(H. H. Petr. en P.) L. van der Weiden, die
kapelaan was te Lisse.
Leidschendam H. Heinink, priester van het
Aartsbisdom Utrecht.
'sHage (H. H. Engelbew.) A.*de Bot, Was
senaar P. Bottelier, neomyst.
's Hage (H. Martha) Th. van Seggelen, Bos
koop J. Velthuis, priester van het Aartsbisdom
Utrecht.
Rotterdam (H. Theresia van het K. J.) H.
van Schie, Middelburg H. Alink, priester van
het Aartsbisdom Utrecht.
Halfweg J. Servaas, priester van het Aarts
bisdom Utrecht.
Maandag was het de laatste dag van de
p.mbtenaarsloopbaan van den heer ,W. J.
Steenhoff.
In het museum-Mesdag, waarvan hij na
zijn onderdirecteiirschap van het Rijksmu
seum te Amsterdam viif jaren directeur is
geweest, verzamelden zich een aantal vrien
den om afscheid vm hem te nemen.
Dr. H. E. van Gelder, directeur van Kun
sten en Wetenschappen te 's-Gravenhage,
sprak hem toe en legde er vooral den nadruk
on. dat de heer Steenhoff zich als voortreffe
lijk schriiver over kunst zoovele en warme
vrienden hrd verworven Die vrienden wilden
het hem gaarne mogelijk maken, zijn ver
spreide geschriften te verzamelen. Hij gaf
uiting aan de bewondering van zooveien voor
Steenhoff, die dertig jaar lang een voorbeel
dig ambtenaar was geweest ofschoon stel
lig geen voorbeeld van een ambtenaar als
mensch en kunstenaar. v
De heer Steenhoff dankte met een kort
De minister van Financiën heeft bepaald:
Par. 1. Aan houders van motorrijtuigen, die
ingevolge het K.B. van 17 Nov. jJ. op vrij
stelling van wegenbelasting aanspraak heb
ben. wordt een kostelooze belastingkaart We
genbelasting no. 14 of Wegenbelasting no. 15
uitgereikt door den ontvanger, te wiens kan
tore het formulier van aangifte wordt inge
leverd.
Par. 2. Eerst nadat de houder van het mo
torrijtuig heeft aangetoond, dat hij in Zwe-
den woont of gevestigd is, nadat hij een qui-
tantie heeft vertoond, waaruit blijkt, dat iD
Zweden de belasting ter zake van het motor
rijtuig over het tijdvak, waarvoor hier te
lande een kostelooze belastingkaart wordt
verlangd, is betaald, wordt aangenomen, dat
de houder op vrijstelling van wegenbelasting
hier te lande voor een bepaald tijdvak aan
spraak heeft.
Par. 3. Aan den houder van een motor
rijtuig, die op vrijstelling aanspraak heeft
wordt een belastingkaart Wegenbelasting no.
14 of Wegenbelasting no. 15 afgegeven voor
het verlangde tijdvak. Vóór of bij verstrijken
van dit tijdvak kan voor zoover op vrijstel
ling nog aanspraak bestaat, de geldigheids
duur op verzoek van den houder worden ver
lengd door den ontvanger der directe belas
tingen. wien zulk een verzoek wordt gedaan-
De geldigheidsduur kan zich echter slechts
uitstrekken over een in één belastingjaar ge
legen tijdvak.
Far. 4. Indien het motorrijtuig vóór het
/erloopen van den geldigheidsduur der be
lastingkaart wordt uitgevoerd of wordt ver
kocht of op eenige andere wijze aan een ander
wordt overgedaan, mtfet de uitgereikte belas
tingkaart onverwijld worden ingeleverd in
het eerste geval bij den ontvanger van het
kantoor van uitvoer, in andere gevallen bij
woord.
Onder degenen die van den heer Steenhoff
als ambtenaar afscheid kwamen nemen, trof
men san de heeren P. Visser, chef van de
afd. Kunsten en Wetenschappen van het
dep. van Ond., K. en W„ dr. Jan Kalf.een ontvanger der directe belastingen,
directeur van 's Rijks monumentendienst.
dr. G. Knuttel Wzn., onderdirecteur van het
Stedelijk Museum. Isaac Israels, Willy
Sluiter, Dirk Nijland, S. Moulijn, Chris
Lebeau. L. Simons, Dop Bles, C. Veth en
mevr. Arntzenius. Dr. Berlage bad bericht
van verhindering gezonden.
Zij, die alsnog aan het huldebiyk wensehen
deel te nemen, kunnen zich wenden tot mr.
D. Spanjaard, Wagenaarweg 10, Den Haag.
Het arrangement der tentoonstelling van
Nederlandsche Kunst van 1450 tot 1900 in
de Royal Academy te Londen, nadert ziin
voltooiing. De schilderijen hangen aan de
wanden, het zilverwerk staat in de vitrines,
de etsen en teekeningen zyn alle gerang
schikt en achter glas geëxposeerd, de cata
logus is ter perse. De pers ^al op 2 Januan
toegang hebben tot de zalen; den 3en
Januari is „de private view" voor genoodig-
den (inzenders enz.) en 4 Januari wordt de
tentoonstelling voor het publiek toegankelijk
gesteld, zy is, behalve op Zondagen, dageiyks
geopend van half tien tot zes uur. De sluiting
is bepaald op 9 Maart.
In een nota aan de Tweede Kamer naai
aanleiding van het verslag inzake het wets
ontwerp betreffende het in het leven roeper
van een stichting „Het Nederlandsche Post
museum," zegt de 'Minister van Waterstaat
mede namens zijn ambtegenooten van Fi
nanciën en Justitie, dat behalve de in de
Memorie van Toelichting genoemde belang-
ryke schenking er zoovele gegevens en voor
werpen terzake van de geschiedenis van hel
Nederlandsche postwezen aanwezig of be
reikbaar zijn. dat het uit een oogpunt van
goed beheer geboden is. deze in een geor
dend verband büeen te brengen en te hou
den. Aangezien deze gegevens en voorwer
pen voor een groot deel onder berusting van
den staat zijn, kan deze zich aan het schep
pen van een dergelijk verband niet ont
trekken.
Met Ue instelling van het museum wordt
oeoogd het scheppen van een orgaan, waar
in staat en belanghebbenden tot het ge
stelde doel kunnen samenwerken; aange
geven daarvoor is de vorm eener stichting.