'S; Dr. J. F. M. STERCK m ft DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT WOENSDAG 2 JANUARI 1929 BLADZIJDE BINNENLANDSCH NIEUWS Staten-Generaal Tweede Kamer Beëdigd Het Eerste Kamerlid P. Dobbelmann ernstig ongesteld 3 Januari 1859 3 Januari 1929 Aa) CAan den Zeventig arisen Vondelkenner T)rJ. F. M. Sterck Ambtswoning Min. Buit Zaken Hofbericht Hondenbelasting Kamer van Koophan del en Fabrieken voor Amsterdam Een rede van den heer Heldring Het „Dagblad van Rotterdam" Herman van Gelder Terug uit Cairo Huldiging Koningin-Moeder Woningbouw met overheidssteun Mr. H. G. Jordens t Vangen van vogels Goedkeuring Verdrag met België betref fende territoriale rechterlijke bevoegdheid enz. Memorie van Antwoord Verschenen is de Memorie van Antwoord inzake het ontwerp, houdende goedkeuring van het op 29 Maart 1925 te Brussel tus- schen Nederland en België gesloten verdrag betreffende de territoriale rechterlijke be voegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerleg ging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authen tieke akten, alsmede van het bij het ver drag gevoegde additioneel protocol. In verband met bezwaren van eenige leden merkt de regeering op, dat, als geheel ge nomen, het verdrag met Titel I minder ver gaat dan zonder Titel I. Want terwijl Titel IX de uitvoerbaarheid in Nederland van een Belgisch vonnis erkent, voorkomt Titel I een Belgisch vonnis en dus ook de uitvoer baarheid daarvan in Nederland, telkens wanneer een Belgisch rechter wel bevoegd zou zijn naar Belgisch recht, doch, gelet op alle verhoudingen, de Nederlandsche rechter en niet Belgische als de natuurlijke rech ter moet worden beschouwd. De competentie-regeling vormt het corre laat van de regeling van de uitvoerbaarver klaring. De kracht van het vreemde vonnis kan worden erkend, mits de competentie voorschriften in acht zijn genomen. De strekking van Titel I van het ver drag is dus om, indien bij de zaak Neder landers of Belgen zijn betrokken, den na tuurlijken rechter aan te wijzen. Met hetgeen door de meerderheid der vaste commissie voor Privaat- en Strafrecht ten gunste van het verdrag is aangevoerd, kan de regeering zich goeddeels vereenigen. Het verdrag vormt een vreedzamen band tus- sehen twee natuurstaten, waarvan ook de indirecte voordeelen niet mogen worden on derschat. Een goede verstandhouding wordt daardoor bevorderd. Het is een bewijs van wederzijdsch vertrouwen. Het komt den naam van Nederland als Staat, waar men moeilijkheden van internationaal privaat rechtelijken aard onder de oogen ziet en helpt oplossen,ten goede. Nederland heeft ten deze een roeping te vervullen. De vraag of het raadzaam is met andere landen een verdrag van soortgelijke strek king te sluiten, blijve op dit oogenblik lie ver nisten. Het is beter zich thans nog niet vast te leggen. De regeering sluit zich voorts aan bij de zienswijze, dat het niet aangaat, de uitleg ging over de competentieregelen van het verdrag op te dragen aan een speciaal rechtscollege. Mocht blijken van conflicten, welke door de praktijk niet op bevredigende wijze kunnen worden opgelost, dan zal de regeering niet nalaten stappen te doen om te komen tot wijziging of aanvulling van het verdrag. De nationaliteit van binnenschepen is niet geregeld. Men zal te dezen aanzien dus de oplossing hebben te zoeken in de algemeene beginselen, welke uitmaken, aan welk recht een bepaald binnenschip is onderworpen. De nieuwe hoofdcommissaris van politie te Amsterdam, de heer H. J. Versteeg, is vooi» de Eerste Kamer der Rechtbank alhier be- eedigd. Naar de Tijd uit Nijmegen verneemt is het Eerste Kamerlid de heer P. Th. H. M. 1 Dobbelmann sinds eenig» dagen ernstig on gesteld. Hij lijdt aan pleuris en longontste king. Tot nu toe heeft de ziekte volgens den behandelenden geneesheer een normaal ver loop, zoodat de toestand momenteel, ofschoon ernstig, niet direct zorgwekkend mag worden genoemd. Menschen jaeren zijn zeventig en zoo wij sterck zijn tachtig. Daarmede willen wij geenszins de leef tijdsgrens van Dr. Sterck aangeven, die op 3 dezer den 70-jarigen leeftijd bereikt. Wij willen daarmee alleen te kennen geven, dat- deze 70-jarige tot die minderheid behoort, die de zeven kruisjes torst in een gezonde evenwichtigheid naar geest en lichaam. 1 Verdienstelijk d'oor een rijk en welbesteed leven, geacht om zijne gaven van geest en hart, brengen wij Dr. Sterck heden gaarne onze gelukwenschen. En hoevelen in den lan de zullen dat met ons doen! Wij hebben Dr. Sterck enkele dagen ge leden opgezocht in zijn vriendelijke woning, aan d'en Mr. Enschedéweg te Aerdenhout, waar hij de laatste jaren verblijf houdt. In verband met de 70ste herdenking van zijn geboortedag vroegen wij hem, ons enkele merkwaardige feiten en data uit zyn leven te noemen. „Och," zei hij, „dat is allemaal al zoo lang géled'en en bovendien bij vroegere ge legenheden al eens geschreven." Dit is een bescheidenheid, die geen pose is. Want voor wie den dieperen zin van het' leven begrepen hebben, verliezen de levens bijzonderheden, de feiten, die bekendheid gaven en waardeering kweekten, hunne be- teekenis. Het wordt franje. Maar het we zenlijke; dat, wat werkelijk waarde heeften geeft, blijft en is een prikkel tot voortgaan op de paden, reeds zoo lang betreden, en geeft verblijdenis in de grijsheid. Enkele der voornaamste feiten willen wij intusschen toch memoreeren en wij zullen dit doen op een manier, die aan een beminne lijke bescheidenheid en juiste zelfkennis alle recht laat wedervaren. Daartoe kunnen wij des heeren Sterck's verdiensten in drie groepen verdeelen. Ver diensten op litterair-historisch-ouder wijs- en kunstgebied. Wij plaatsen met opzet de litterair-histo- rische verdiensten het eerst. Daardoor toch heeft Dr. Sterck in wijden kring bekend heid verworven en daarom is hem op 8 Januari 1919 het doctoraat honoris causa verleend in verband met zijn werk „De oor konden van Vondel". Promotor was de thans overleden Dr. Jan te Winkel. De naam van Dr. Sterck zal verbonden blijven met dien van Vondel, den Vondel kenner en Vondel-onderzoeker bij uitne mendheid. Van de groote Vondel-editie, be gonnen met Alberd'ingk Thijm, voor wien Dr. Sterck zoo'n groote bewondering en ver eering koestert, zijn door hen beiden slechts twee deelen uitgegeven. Op de later uitge geven deelen is ten onrechte Thijm's naam vermeld, wat aan geen twijfel onderhevig kan zijn, wanneer we het onderstaande briefje lezeji, dat Dr. Sterck nog in zijn bezit heeft Waarde Vriend. Hierbij dan het He Deel van onzen V o n- del: ik zeg onzen, want de liefde, die gij den dichter toedraagt, de vriendschap, waar mee ge een deel van den last der bewer king hebt willen dragen, de kennis en scherp zinnigheid door U aan de „betutteling" be steed, verzekerden uw aandeel in het eigen domsrecht en patronaat. U Joost verder aan bevelend, noem ik mij Uw dw., J. A. AHBERDINGK THIJM. Amsterdam, 6 Dec. '88. De bijzondere piëteit en groote waardee ring voor zijn vriend en meester heeft Dr. Sterck getoond door de uitgave van Thijm's gezamenlijke werken, waarvan thans 7 dee len zijn verschenen. Het nog niét uitge geven gedeelte van de werken van dezen grooten dichter en schrijver zal, bij voldoen de belangstelling, in een laatste of achtste deel kunnen geschieden. Vóór alles is Dr. Sterck historicus. Onver moeid heeft hij jaren aaneen bronnen op gespoord, uit oude archieven gegevens op gediept, om de Nederlandsche letterkundi gen, speciaal die van vóór de Hervorming, in 't juiste licht te plaatsen. Van deze zijne navorschingen getuigen o.a. een serie artikelen, verschenen in „Het F. M. STE1JCK De Muze vlocht twee weidse he woorêten Door u werd ook het standbeeld opgericht: [samen Aan Neerlands volk zijn Vondel weer her- Ofschoon gescheiden door der eeuwen baan Zoo ziet men Vondel-Sterck verstrengeld [staan, Als teerverknochte, zielverwante namen. geven. Dit monument zal storm en tijd trotseeren, Tot glorie van den godd'lijken Poëet l Merk dan J hoe Sterck dit werk voor Vondel deed, En, Holland, wil den stoeren Doctor eeren En, wen de lauwerkrans het hoofd mocht sieren Van den onsterfelijken Dichter-Vorst Gij, die zijn heerlijk vers, zijn geest door- Naar 't schoone voorbeeld, u door Joost ge- [vorscht, [{geven, U mogen wij, met recht, naast Vondel vieren l Wien jarental vernuft noch kracht ontnam, Gij, Zoon als hij van oud Amstelredam, Gij peilt de diepten van diens edel streven, God spare lang uw mooi, arbeidzaam leven Duikt naar de paar'len van zijn kostbaar Januari 1929. [dicht, LIDWINA DIEPENBROCK. Boek" en later gebundeld „Onder Amster- Roemer Visscher katholiek zou zijn geweest. damsehe Humanisten" bij Martinus Nijhoff te 's-Gravenhage verschenen. Kortelings verscheen van zijn hand een studie over de Rederijkers. Verder publi ceerde hij studies over Hooft, Anna en Ma ria Tesselschade, over Vondel's dochter Anna eenz. Zoo heeft o.a. zijn onderzoek uitge wezen de onjuistheid van de bewering, dat De erkenning van Dr. Sterck's verdiensten op 't gebied van literatuur werd getoond door zijn benoeming tot lid van de „Maat schappij van Letterkunde". Is deze benoe ming zonder meer reeds een onderschei ding, des te meer beteekenis krijgt deze, wanneer we weten, dat dezelfde vereeniging hem tot haar voorzitter koos. Als ambtenaar van het Rijksschooltoe zicht heeft Dr. Sterck groote verdiensten. Op 11 April 1892 werd hij benoemd als arrondissements-schoolopziener te Amster dam, in October 1910 in dezelfde functie te dezer stede, waarna in 1916 zijne benoeming tot schoolopziener in het district Haarlem volgde. Bij het bereiken -van den 65-jarigen •leeftijd legde hij het ambt van Inspecteur bij het L. O. neer, waartoe hij op 1 Ja nuari 1921 was benoemd. Bij verschillende gelegenheden is tijdens die periode op ondubbelzinnige wijze tot ui ting gekomen de achting en sympathie welke hem in onderwijskringen werd toege dragen. En eindelijk: Dr. Sterck's werk op kunst gebied. Vermelden wij in dit verband zijn mede werking tot het stichten in 1903 van het genootschap „Amstelodamum", waarvan hij thans nog eere-lid is. Amsterdams historie is Dr. Sterck gedurende zijn heele leven liei geweest. Daarvan spreekt ook zijne mede werking tot de stichting van den katholieken „Amsteikring" in 1887. Van het „Koninklijk Oudheidkundig Genootschap" is hij penning meester geweest; thans nog eerelid van bestuur. Al deze vereenigingen streven naar het behoud van het goede en schoone. Op het gebied van kunst en kunstgeschie denis wordt zijne medewerking ten zeerste gewaardeerd. Zoo werd hij indertijd dooi den Amsterdamschen gemeenteraad be noemd tot lid van de Commissie van Toe zicht op het „Stedelijk Museum", de „So phia Augusta-Stichting" en van 't Museum Willet Holthuysen". Door B. en W. van Am sterdam werd hij benoemd in de Commissie van Toezicht en advies over de schilderijen der Gemeente en belast met het toezicht op het Rijksmuseum. Van de „Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem" is dr. Sterck redacteur. Ondanks zijn veelzijdige bemoeiingen vonc Dr. Sterck nog tijd de belangen van het hem zoo geliefde Amsterdam in den gemeente raad te behartigen, waarvan hij zestien jaar lid was. Wel was die periode belangrijk Het was de groote tijd, toen mannen ais Treub, Heemskerk, Pijnappel, van Leeuwen, e.a. in den gemeenteraad van de hoofdstad zitting hadden. Voor een benoeming als wet houder, waarvoor hij op de nominatie Stond, heeft hij echter bedankt. Het allervoornaamste uit dit rijke leven is met het voorgaande alleen vermeld. Wij spraken in den aanvang van het we zenlijke, van dat, wat werkelijk waard heeft. Wat dat is voor Dr. Sterck. ontdekten wij bij het einde van het onderhoud. Dat is zijn eigenlijke levenswerk; zijn studie, zijn onderzoek. „Wilt u nu eens mooie boeken zien?" was zijn vraag, toen wij niet meer vroegen. Dat waren de mooie momenten na dit vraaggesprek, voor hèm. Niet minder voor ons. Uit de boekenkasten langs den wand in zijn werkkamer werden kostbare folianten, precieuze boekskes te voorschijn gehaald, al lemaal keurig gebonden. Een exemplaar van Vondel's eerste gedrukte gedichten, van zijn laatste groote werk, de' vertaalde Ovidius; verschillende „Emblemata". Liefdevol en met zorg worden ze uit de breede rijen genomen, opengeslagen beke ken. Zooals een vrouw haar juweelen neemt ze beziet en streelt. We vermeien ons In de sierlijke vignetten, de aardige houtsneden. „U moet wel gruwen van dezen tijd?" ,,'t Komtwel weer terecht." Dat is 't antwoord van iemand, die 't ver leden doorschouwd heeft, de curve van men- schelijken opgang en inzinking door de eeu wen heen heeft nagegaan, 't Komt wel weer terecht. Besluiten we met den wensch, dat Dr. Sterck nog menig levensjaar zij gegeven om in rustige afzondering het werk te kun nen voortzetten, waaraan hij met zooveel liefde en vrucht heeft gearbeid en waarvoor hij in breeden kring erkenning en waar deering verwierf. de B. In de door den Rijksgebouwendienst inge richte ambtswoning voor den minister van Buitenlandsche Zaken aan het Lange Voor hout te Den Haag, is de benedenverdieping thans gereed gekomen, en de chef van ge noemde11 dienst, J. C. E. baron van Lynden, had daarom Maandag den minister Beelaerts van Blokland en zijn echtgenoote alsmede den vice-president van den Raad van State, graaf Van Lynden van Sandenburg, met echtgenoote en dochter, den minister van Pinden, jhr. De Geers™^genoote en dochter, den secretarisgeneraal van het departement van Buitenlandsche 2aken jhr. Snouck Hurgronje en zijn echtg oote en den m-iffier der Eerste Kamer, Jhr. Jseeiaerts van Elïïtf 3» echtgenoote tg.«g, tot een beeiel.tlgtns v.n gebouwendienst tot stand bee t gn De gasten werden door den Van Lynden ontvangen. De Koningin woonde Maandagavond de godsdienstoefening by in de Badkapeb optrad prof. dr. J. R. Slotemaker de Brui De Prins was bij de godsdienstoefening 11 r Duitsche kerk onder gehoor van PasI~ Herbst. De Koningin-Moeder woonde^ ae godsdienstoefening bij in de Groote Kerk, waar dr. Van Gheel Gildemeester voorging- Met het oog op den aanvang van het be lastingjaar 1929 op 1 Januari, wordt het volgende onder de aandacht van houders van honden gebracht: Ieder, aan wien een beschrijvingsbiljet voor de hondenbelasting is uitgereikt of toegezon den, is gehouden op dat biljet, hetzij hij zich belastingplichtig acht of niet, de daarin ge stelde vragen te beantwoorden en met zijne handteekening te bekrachtigen. Hij, wiens biljet veertien dagen na de uit reiking of toezending niet is teruggehaald, is verplicht het uiterlijk acht dagen na het verstrijken van dezen termijn ten kantore van den directeur der Gemeentebelastingen, gebouw Mercurius, Noordelnde 43, te be zorgen. De belastingplichtige aan wien geen be- scbrijvingsbiljet is uitgereikt of toegezonden, is verplicht voor 15 Maart ten kantore van den directeur der Gemeentebelastingen aan gifte te doen. In de hedenmiddag gehouden openbare vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsteram, heeft de voor zitter, de heer E. Heldring, zooals gebruike lijk is, eene breedvoerige Nieuwjaarsrede uit gesproken. Hij begon zijn rede met een beschouwing te wijden aan den economischen toestand van de wereld. De heer Heldring sprak vervolgens over het economisch werk van den Volkenbond, waardoor z.i. niet meer dan een succes d'estime in de kwestie der tariefverlaging be haald kon worden, terwijl hij verder alle voornaamste gebeurtenissen In het intema- tinaal economisch leven de revue liet passee- ren. En sprekende over de vooruitzichten van het bedrijfsleven mag men, volgens hem, verwachten, dat het internationale ruilver keer zich voorloopig binnen zekere grenzen zal blijven ontwikkelen, echter belangrijk geremd door de tariefpolitiek van haast alle mogendheden, welke een andere is dan die van Nederland, dat zich gelukkig mag ach ten, hun voorbeeld niet te hebben gevolgd. Vfant in weinig landen Is de toestand beter uan ten onzent. Na de situatie In Duitsch- land, Engeland, Ver. Staten, België en Frank- geschouwd hebben, gaf de heer Heldring ftm indruk omtrent den algemeenen toestand Nederland weer, welke in het algemeen gunstig jg Met geringe uitzonderingen inert i er matige tot aanmerkelijke voor- K? 'n. de nijverheid, den landbouw en de zün in den groothandel de waar- ne™ van uitloopenden aard, in de scheep aart maakt de Indische afdeeling goecie 'Jöan door; de overige reederijen lijden o er het algemeen wereldverschijnsel- overvioea n scheepsruimte, maar hand haven ot consolideeren zich, zij het ook met inspanning. <jischoon de waarde-achteruit- gang van, hoofdproducten uit Nederl.- Indië. suiker rubber, de naar Nederland vloeiende winst er sterk zal verminderen, is dit tot dusver niet van merkbaren invloed op de Indische bestellingen geweest. De werkloosheid is in Nederland sterk ver minderd. De landbouw ye™ door buitengewoon gunstige weersomstandigheden bevoordeeld. Spr. gaf een overzicht van de binnenlana'- sche nijverheid en. .e^3,a^ verder de han delsbeweging, waaroy ny liet uitkomen, dat de invoer in de eerste elf maanden van het afgeloopen jaar, ten op Van het over eenkomstige tijdperk van 1927 toenam met 1056 millioen K-G. cn millioen gulden; de uitvoer nam raet 1164 millioen k.G. en 77 millioen gulden toe en zy bcsomden der halve thans: invoer 27.397 millioen k.G. ter waarde van 2474 mildoen gulden; uitvoer 14.348 millioen K.G- ter waarde van 1821 millioen gulden. In deze omzetten zijn het entrepotverkeer en het edele metaal niet be- grepem Na herinnerd te hebben aan de tot stand gekomen en in werking gestelde handels- veidragen met onderscheiaene landen, gaf spreker cijfers over de ontwikkeling van ver schillende takken van handel, industrie en scheepvaart. Wat langer stond hij stil bij het vraagstuk betreffende de verbinding me* den Boven-Rijn, dat volgens hem de speelbal van overwegingen schijnt te we zen, waaraan doortastendheid vreemd Is- Natuurlijk besprak hij daarbij de verschil lende plannen, speciaal die betreffende de verbinding over Wijk bij Duurstede en de Geldersche vallei. Daar het vasthouden aan Wijk bij Duurstede, naar zich liet voorzien, tot een nieuwe vertraging van niet te voor spellen d'uur zou leiden ried de Kamer het gemeentebestuur, een voorstel van de Be- geering betreffende den aanleg van een ka naal door de Geldersche Vallei te aanvaar den, mits onder waarborgen met betrekking tot het tijdig gereed komen en de hoogte der kosten. Het Gemeentebestuur heeft z'Ch met deze zienswijze vereenigd, maar 't voor stel van Waterstaat bleef tot dusver uit. Eenstemmigheid tusschen Regeering en Am sterdam moet bereikt zijn alvorens het wets ontwerp, hetwelk de Minister de Tweed's Kamer spoedig toegezegd heeft, ingediend kan worden. Spr. had reden aan te neme», ó'at de Minister nu definitief zijn keiis op het plan Geldersche Vallei gevestigd heeft en binnenkort dienaangaande een voorstel aan Amsterdam zal doen. Van harte hoopte hij dat het financieel en technisch, zoowel als wat zekerheid van duur van uitvoering betreft, aanvaardbaar zal blijken te zijn. De stand der werkloosheid is aanmerke lijk gunstiger dan in het vorige Jaar; z°° schommelde het getal der werkloozen thans om een gemiddelde van 11.000, bij 13.000 in 1927, terwijl het aantal in de wintermaan den onderscheidenlijk 14.000 en 16.000 beliep en ook in den zomer lager was dan in Is2" (onderscheidenlijk 10.000 en 12.000). De verbeterhig van de werkgelegenheid vindt haar oorzaak voornamelijk in gun stiger toestanden bij de bouwbedrijven, de metaalnijverheid, het transportbedrijf an voor de ongeschoolde arbeiders. Wat de effectenmarkt betreft, het ge- gezamenlijk bedrag van de in het afgeloopen jaar aangebod-n uitgiften beliep 936 millioen gulden, tegen 797 millioen gulden in 1927, waarvan 624 millioen voor Nederlandsche en Nederlandsch-Indische rekening (1927: 364 millioen) en 312 millioen ten behoeve van het buitenland (1927: 433 millioen). De beteekenis van de Discontomarkt neemt geleidelijk toe en langzamerhand worden door bedrijven prima-accepten, naast prolongatie, als tijdelijke belegging gebruikt. Het In omloop zijnde acceptpapier, bij de Nederlandsche Bank discontabel, bedraagt ongeveer 300 millioen gulden. De goudpositie der Bank blijft sterk, die goudvoorraad bedraagt 435 millioen. het dek kingspercentage 53 pet. De portefeuille van buitenlandsche goudwissels, waarmede de Bank het evenwicht tusschen den gulden en b.v. het pond en den dollar regelt, schom melde minder dan in 1927. Zij beloopt thans 220 millioen. In bijzonderheden ging hij vervolgens den stand van de handelsbeweging, alsmede van de nijverheid in de hoofdstad na om ten slotte een overzicht te geven van de werk zaamheden van de Kamer van Koophandel in het afgeloopen jaar. Het „Dagblad van Rotterdam" heeft Maandag feest gevierd ter gelegenheid van haar vijftigjarig bestaan. In den ochtend is de directeur, de heer W. N. J. van Ditmar, gehuldigd door ver. tegenwoordigers van de redactie en het personeel. De directeur heeft in een korte toespraak het werk van den oprichter van het blad, den heer S. Blok, herdacht, waarna hy hulde bracht aan hetgeen zij, die bij het dagblad werkzaam zijn geweest voor de krant zijn geweest. Namens de redactie en eenige leden van het andere personeel, heeft de heer P. J. Blok het woord gevoerd, om daarna den directeur een door den Rotterdamschen schilder H. F. Bieling geschilderd doek aan te bieden. Nadat nog het woord was gevoerd door chefs van verschillende afdeelingen, die allen cadeaux hebben aangeboden, heb ben commissarissen, de heeren U. Proost, W. H. Wijnstroom en A. Vjrbruggen, den directeur gelukgewenscht. In de middaguren werd een druk bezochte receptie gehouden. Gisteren herdacht de heer Herman van Gelder te Amsterdam zijn veertigjarig jubi leum als redacteur van het Maandblad der Vereeniging tegen de Kwakzalverij. De jubilaris is de onvermoeide bekamper van alles wat in strijd is met een weten schappelijke en reëele uitoefening der ge neeskunst en der pharmacie. Ten bate der volksgezondheid heeft de heer Van Gelder dan ook blijvend goed en degelijk werk ver richt. Hij begon zijn loopbaan als militair- apotheker, werd gepensioneerd met den rang van luit.-kolonel en is door het departement Amsterdaih der Maatschappij tot bevordering der pharmacie met het eereydmaatschap ver eerd. Prof. dr. P. O. Flu en prof. dr. J. van der Hoeve, die ons land hebben vertegenwoor digd op het Internationaal Congres voor Tropische Geneeskunde te Cairo, zijn te Lelden teruggekeerd. Dank zij de medewerking van verschillende zijden, zal bij de herdenking van het gouden feest van H. M. de Koningin-Moeder te Den Haag op Donderdag 10 Januari a.s. gebruik worden gemaakt van de nieuwste middelen om een zoo groot mogelijken kring daarbij te betrekken. Door middel van geluidversterkers, ge plaatst in den toren van de Groote Kerk, zal In den loop van den dag, telkens passende muziek ten gehoore worden gebracht, terwijl des avonds de nummers van de muziekuit voering in de kerk, welke zich daartoe leenen, zullen worden uitgezonden. Behalve te 's-Gravenhage, zullen in meer dan 100 verschillende plaatsen In alle deelen van het land (Terschelling, Groede, Winters wijk, Buitenpost, om enkele plaatsen te noe men) samenkomsten plaats hebben In kerken of andere gebouwen. Het comité heeft een dertigduizend programma's ter beschikking gesteld. Tenslotte zal, dank zij de radio, de muziek uitvoering kunnen worden gevolgd in de Oost en in de West, dus feitelijk over de geheele wereld. Deze uitzending, welke in Indië op hoogen prijs zal worden gesteld, geeft wel reden tot buitengewone voldoening! Ook voor Europa is deze van beteekenis, daar anders de ont vangst voor de meeste landen niet voldoende sterk is. Mogen de Nederlanders in andere werelddeelen en in de verschillende Europee- sche landen in grooten getale den lOden Ja nuari de nationale gebeurtenis meeleven. Het is de eerste maal, dat bij een nationale feest viering een zoo groote kring kan worden be trokken. De muziekuitvoering vangt aan te 20.30 uur. Wij laten het programma hier volgen: 1. a. „Wilt heden nu treden", 4, 5 en 7-stemmig koor a capella; b. „Hoe groot, o Heer!"; c. „Hoort allegaer"; d. „Geluckig is het land", uit Valerius' „Gedenck-Clanck", 1629; 2. a. Nobelman, voor 2 trompetten, 3 ba zuinen en orgel; b. Avondlied, voor hobo en orgel. oud-Nederlandsche Instrumentaalstuk- ken 17e eeuw; 3. a. Recitatief en Aria uit het Oratorium Sieg der Zeit und Wahrheit, G. F. Handel, 16851759. sopraan-solo met obligaat-hobo en orgelbegeleiding: b. Vom Namen Jesu, Hein- rich Schütz, 1585—1672, sopraan-solo met or gelbegeleiding; 4. a. „Komrat Seelen, dieser Tag", 4-stem- mig, J. S. Bach. 1685—1750; b. Chora!: „Gloria sel dlr gesungen", 4-stemmig. J. S. Bach; c. „Du Hirte Israels", 4-stemmig, D. S. Bort- niansky, 1725—1800: d. „Zu dieser feierlichen Zeit". 6-stemmig, J. Eccard 15531611, koor a cappella; 5. a. Larghetto, J. B. Loeillet, 1653—1728; b. Adagio, G. F. HÊLndel, hobo-solo met or gelbegeleiding; c. ;.Musica. aldersoetste const", 5-stemmig koor a cappella. Joh. Wa genaar 1862. 6. Twee geestelijke liederen van Jan Luy, ken, sopraan-solo met orgelbegeleiding, B. van den Slgtenhorst Meijer 1888; 7. Koraalfantasie; „Komt dankt nu allen God", voor twee trompetten, drie bazuinen en orgel. Joh. Wagenaar' 8. Psalm 150, vers 1 en 2. 8-stemmig koor a cappella, J. P. Vreeswijk, 15621621; 9. Wilhelmus van Nassauwe, Mamix van St. Aldegonde. melodie uit Valerius' „Ge denck-Clanck", le vers 5-st. koor a cappella, 2e vers sopraan-solo met orgelbegeleiding; herhaling le vers, alle aanwezigen, met trom petten. bazuin en orgel. De bewerkingen van de nos. la, 2a en b en 9 zijn van Joh. Wagenaar. Medewerkenden zijn: Sopraan-solo mevr. A. Noordewier-Reddingius; hobo-solo de heer J. H. .Stotijn: trompetten de heeren H. de Beer en H. Op ten Berg; bazuinen de hee ren J. Sonneveldt, P. Zalme en L. Schweitzer, orgel de heer J. A. de Zwaan; koor: dames en heeren uitgenoodigd door het Haagsch Comité 1929. Het geheel staat onder leiding van Dr. Joh. Wagenaar. De moeilijkheden bij de exploitatie der woningen Installatie der commissie van onderzoek Op het Departement van Financiën is ge ïnstalleerd de onlangs ingestelde Commissie tot onderzoek van de vraag, welke moeilijk heden zich voordoen bij de exploitatie van de met financieelen steun van het Rijk en de gemeenten gebouwde woningen, welke maat regelen van Overheidswege ter tegemoetko ming aan die moeilijkheden zouden kunnen worden genomen en welke gevolgen die maatregelen voor de geldmiddelen van het Rijk en de gemeenten zouden hebben. Voorzitter der Commissie is de heer Vlie gen, lid van de Tweede Kamer. Leden zijn mej. Katz. lid van de Tweede Kamer, en de heeren Bakker, Referendaris bij het Departement van financiën. Bloemers, Burgemeester van Rheden, Bossenbroek, se cretaris van de Federatie van woningstich tingen en woningvereenigingen te Amster dam, van der Kaa, Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, Lietaert Peerbolte. Direc teur-Generaal van de Volksgezondheid. Nii- kamp, wethouder van Enschedé en Peters, makelaar te Amsterdam. De Minister van Financiën heeft de Com missie geïnstalleerd met de volgende rede: Mede namens den minister van Arbeid, Handel en Nijverheid zij het mij in de eerste plaats vergund, u dank te zeggen voor de be reidwilligheid, waarmede gij wel de taak welke het lidmaatschap van deze commissie u oplegt, hebt willen aanvaarden. Die taak zal, ondanks het vele voorberei dend werk. dat reeds gedaan is, niet gemak kelijk zijn. Dat wij op dit oogenblik ten aan zien van de in den oorlogstijd en de eerste jaren daarna gebouwde woningen in een hoogst onbevredigenden toestand verkeeren, mag wel als 'n vrij algemeen gedeelde ziens wijze worden beschouwd. Verschillende denk beelden zijn aan de hand gedaan omtrent de richting, waarin een doeltreffende op lossing zal kunnen worden bevorderd. Alvo rens één dier denkbeelden tot een punt van practisch Regeeringsbeleid wordt gemaakt, bestaat behoefte aan een nauwkeurig onder zoek naar hun uitvoerbaarheid en naar de gevolgen, waartoe zij voor Rijk, gemeenten en woningboywvereenigingen zullen leiden. Na gegaan zal daarbij o.ih. moeten worden of maatregelen, welke voor bepaalde deelen van het land of bepaalde gemeenten noodzakelijk ichijnen, niet elders ongewenschte en niet- 'oedoelde gevolgen zullen medebrengen. De verschillende vragen, die zich hierbij voordoen, zijn aan u allen, elk in eigen functie reeds sedert jaren met dit vraagstuk vertrouwd, oekend. Ik zal er op dit oogenblik dan ook niet op ingaan en wil slechts uiting geven nar. het groote vertrouwen, waarmee de Re geering een commissie van uwe samenstel ling op dit gebied aan het werk ziet gaan. Wanneer uw studies en beraadslagingen eer- ang er toe mochten leiden dat een eenstem mig advies in deze aangelegenheid aan de ctegeering werd uitgebracht, dan zou dit ze ker voor Haar aanleiding zijn om met meer dan gewone belangstelling en met een sterk vermoeden van aannemelijkheid van dit ad vies kennis te nemen. Voor het geval onver hoopt dit gunstig resultaat niet mocht wor den bereikt, zal zij gaarne ook aan een af rij zend oordeel van een minderheid in uwe •ommissie. zoo tot de toevoeging daarvan aan het rapport aanleiding mocht worden gevon den, hare aandacht wijden. Uwen voorzitter moge ik tenslotte nog mijn hijzonderen dank brengen, dat hij de leiding ïwer werkzaamheden heeft willen op zich hemen Hij is bekend met de materie als weinigen en zijn ervaring, ook in comnUsso- rialen arbeid opgedaan, zal aan de vlotheid en vruchtbaarheid van uw onderzoek m hooge matt ten goede kunnen komen. Met den wensch, dat het uw commissie zal mogen gelukken, voor één der laatste en hardnekkigste overblijfselen van de abnor male omstandigheden, waarmede wij hebben beleefd. een bevredigende oplossing aan te geven, verklaar ik haar bij deze geïnstalleerd. De rede van den minister van Financiën werd door den voorzitter der commissie, da» eer Vliegen beantwoord. Op 86-jarigen leeftijd is Zondagavond te Deventer overleden de heer mr. Herman Georg Jordens, de oudste procureur m den lande, die practijk vervulde en die zich als Deventer burger in verren omtrek grooten nam verwierf. Mr. Jordens was geboren te Deventer in 1842 en promoveerde 13 November 1865 te Leiden waarna hij op 15 November van dat jaar door tie toenmalige rechtbank te Deventer als advocaat en procureur ver beëedigd. De heer Braat heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld le. Is Uwe Exc. bereid, het vangen van vogels met slagnetten alsnog weder toe te laten, aangezien bij de aanvragen der akten niet .was te voorzien, dat de vang- periode zou worden bekort en belangheb benden aldus gedurende zes weken zou den worden beroofd van hun inkomsten, welke vooral in den winter» niet kunnen gemist worden? 2e. Is Uw Exc. eveneens bereid om het soortental trekvogels, welke gevangen mo gen worden, eenigszins uit te breiden, te meer, daar door het vangen van trekvogels de vogelstand in ons land zoo goed als niet wordt benadeeld? 3e. Is Uw Exc. bereid, een onderzoek in te stellen naar de steeds talrijke klachten over de groote schade, veroorzaakt door spreeuwen én lijsters, en, indien deze klachten gegrond blijken, deze soorten te doen opnemen in de lijst van vogels, dte gevangen mogen worden?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 5