Stadnieuws
VOOR DE HUISKAMER
PUROL
oe&i
TWEEDE BLAD
NIEUWE HAARl EMSCHE COURANT
-- DONDERDAG 3 JANUARI 1929
BLADZIJDE 3
OQ/TER/CH RECEPT
SiSSIlSlISi
Zijn buurmeisje vermoord
De Engelsche mail
Door zijn schoonvader
gestoken
Bij het waterscheppen
Een machine gekanteld
Ernstige aanvaring in de
Amsterdamsche haven
De Roodvonkepidemie te
Maastricht
Een cocaïnesmokkelaar
aangehouden
SPORT EN WEDSTRIJDEN
R.K.A.C.E.
DAMMEN
besprongen
Handen J
Nieuwjaarsrede in de
Kamer van
Koophandel
Handel en Industrie in het'
gebied der Kamer in 1928
Kamer van Koop
handel
De dood nabij....
^ir engros bij: fa. C. H. S. Heilker
Haarlem
In verband met de arrestatie van den
moordenaar van het 18-jarig meisje dat op
Zaterdag 15 December onder Oostburg met
afgesneden hals in een sloot liggende werd j
gevonden, vernemen wij nader, dat deze
man is de 23-jarige J. de R., een buurman
van de vermoorde.
Reeds direct na het misdrijf werd op j
hem de aandacht ge stigd, maar aan
vankelijk waren geen bewijzen te vinden.
Thans zijn bloedsporen aangetroffen op
een klomp van De R., terwijl ook nog kon
worden vastgesteld, dat het scheermes,
dat bij het lijk van de verslagene werd
aangetroffen, eigendom van De R. was.
Na een streng verhoor heeft hij ten slotte
bekend met voorbedachte rade het meisje
uit den weg te hebben geruimd.
De man is thans in het Huis van Bewa
ring te Middelburg opgesloten.
De mail van Indië, China en Australië per
Engelsch ss. „Malwa", wordt Vrijdag,
morgen 7 uur te Marseille verwacht.
Per auto van den G. G. en G. D. is naar
h©t «="71 öirrr»hmis te
vervoerd een 26-jarige man, die bij een
tWtó,U li-- O I. .1
in diens woning met een dolk in de borst is
gestoken.
Te Einighausen (gem. Limbricht) is de
30-jarige dochter van den landbouwer Ste
vens aldaar bij het scheppen van water uit
een poel te water geraakt en verdronken.
Twee arbeiders gewond.
Te Rotterdam is gisteren bij het ver
plaatsen van een hydraulische pers bij loods
II aan a'e Lekhaven deze pers gekanield.
Doordat de bootwerkers J. A. Vugts en P.
van Leeuwen niet spoedig genoeg konden
wegkomen, kregen zij een gedeelte van cTe
machine op het lichaam. Van Van Leeuwen
werden beide beenen gebroken. Vugts kreeg
een hoofdwond. De bootwerkers zijn ver
voerd' naar het ziekenhuis aan den Cool-
singel, waar Van Leeuwen ter verpleging
is opgenomen. Zijn collega kon na te zijn
behandeld naar huis gaan.
Gisteravond te ongeveer kwart voor ze
ven is het Engelsche stoomschip „Pord-
castle", een kolenboot met bestemming naar
Sunderland, bij het vertrek in aanvaring
gekomen met de aan de Sumatrakade op
de stoelen gemeerde „Bali" van de Mij. Ne
derland. De „Pord'castle" bekwam belang
rijke schade aan zijn bovenbrug en moest
naar de Amsterdamsche Droogdokmaat
schappij /worden gesleept om te worden ge
repareerd.
Nader vernemen wü omtrent de thans in
Maastricht heerschende roodvonk, dat er In
de latste dagen nog een negental lijders aan
roodvonk m het hospitaal is opgenomen, j
zoodat het aantal verpleegden (meest allen
kinderen) nog 50 bedraagt.
Op advies van den G. G. D. en in over
leg met de inspecteurs der Volksgezondheid I
en L. O., is door den burgemeester besloten
de Kerstvacaritie voor de lagere scholen
voorloopig te verlengen tot 15 Januari a.s.
Een zekere J. W. V., herbergier, wonende
te Kerkrade, is door de politie te Luik aan
gehouden, verdacht van cocaïne-smokkelen,
en aldaar in de gevangenis opgesloten. Een
hoeveelheid cocaïne werd in beslag geno
men.
Door omstandigheden is er hedenavond
geen gelegenheid om te oefenen.
De eerstvolgende gelegenheid wordt dus
Dinsdag 8 Januari.
Naar men ons vanuit Parijs mededeelt, is
Eabre van plan Springer uit te dagen tot
een match om het wereldkampioenschap.
Verder is er kans, dat deze spelers
elkander ontmoeten in een door de
„Damier Parisiens te organiseeren tour-
nooi, waarin o.a. ook: Bizot, Herman de
Jongh, Isidore W Bélard, en Dumont
zullen uitkomen.
Men hoopt een ei. ander in den loop
•lezer maand te rp.ji i, daar Springer hier
binnenkort verwach wordt tot het geven
van eenige blindséances.
In de gisteren gehouden vergadering der
Kamer van Koophandel heeft de voorzitter,
de heer E H. Krelage de gebruikelijke
Nieuwjaarsrede uitgesproken. Na eenige al-
'-emeene beschouwingen had hij uitvoerige
bijzonderheden over den toestand van handel
en industrie in het gebied der Kamer.
In het begin ziiner uitvoerige rede
wenschte hij den leden der Kamer en hun
gezinnen een voorspoedig 1929 en bracht
dank aan den secretaris, adjunct-secretaris
en het personeel der Kamer voor den ijver
in het jaar 1928 bij hun arbeid betoond.
Aan de rede is verder het volgende ont
leend:
Ofschoon de cijfers der verstrekte inlich
tingen en der verstrekte certificaten en le
galisaties geen toeneming bij het voorafgaan
de j^ar vertoonen en hierin dus een zekere
stabiliteit bereikt schijnt te zijn, is hier
uit niet af te leiden, dat de werk
zaamheden niet zouden zijn toegenomen. In
tegendeel wordt, naarmate handel en indus-
frie het instituut der Kamers van Koophan
del beter hebben leeren kennen en waardee-
ren, een toenemend beroep gedaan op hare
medewerking tot het verstrekken van de
meest uiteenloopend inlichtingen en op hare
bemiddeling in moeilijke gevallen of geschil
len.
De vele spontane dankbetuigingen, die het
secretariaat der Kamer mocht ontvangen,
zijn het beste bewijs, dat n'iverheid en han
del het groote belang dat het bestaan der
"amer voor hen heeft, ten volle erkennen.
Ook de cursussen der Kamer mogen zich in
een toenemend succes verheugen. Naast, de
talen-cursussen in Zweedsch en Snaarrch, 1-
in dezen winter een cursus over handel en
recht en een over boekhouden begonnen. Bij
beide wordt door de leiders rekening gehou
den met den kring der hoorders en zoo mag
worden vastgesteld, dat deze beide cursussen
inderdaad in een leemte voorzien, die niet on
andere wijze door andere organisaties wordt
aangevuld.
Het handelsverkeer In velerlei vorm vroeg
in het afgeloopen jaar veel van de aandacht
der Kamer
Hierbij werden gememoreerd de kwesties van
het maximumformaat der briefkaarten, der
telefoontarieven, der vierde postbestelling in
Haarlem, der verlaging der havengelden, der
overlapdbaven, van het wegenvraa^stuk, van
de electrificatie van den spoorweg Haarlem
Zandvoort en vati de verplaatsing van den
inklaringsdiensc van IJmuic'en.
Ook werd gememoreerd, wat de Kamer ge
daan heeft ten aanzien van door de Staten-
Generaal behandelde wetsontwerpen.
Ook het maken van reclame, besprak stm
uitvoerig en stipte daarbij aan, dat de gratis
verspreide reclameboelcen een ware plaag
voor handel en industrie zijn geworden. Het
ware een dankbare taak voor de Kamers van
Koophandel, door onderling overleg een eind
te maken aan deze overbodige, herhaaldelijk
terugkeerende verzwaring van lasten.
Over het tentoonstellingswezen zeide spr
om het volgende:
Een ander euvel op reclamegebied Is bet
veel te groot aantal tentoonstellingen en zijn
ook de pseudo-tentoonstsllingen. Onder deze
laatste versta ik die ondernemingen, welke
word°n opgezet door een of anderen promo
tor of avonturier, uitsluitend ten eigen bate,
of door een comité, dat eens een tentoonstel
ling wil houden, maar niet uitgaande van
eenige bekende vereeniging of comité op in
dustrieel of verwant gebied. Gelukkig waakt
de Vereeniging voor Tentoonstellingsbelangen
tegen het voortwoekeren van deze uitwassen
van het tentconstellingswe^en, maar deson
danks v/orden toch nog soms serieuze firma's
het slachtoffer van dezen misstand.
Maar ook aan het bona fide tentoonstel-
lingswezen is nog wel wat te verbeteren. Het
veel te groot aantal dezer manifestaties, die
bovendien met te korte tusschenruimten wor
den gehouden, is een zware belasting voor de
industrieelen die tegen hun zin, maar door
de mededinging gedwongen, zich er niet aan
kunnen onttrekken. Deze bezwaren werden
alom zoo sterk gevoeld, dat de Franscbe Re
geering het initiatief heeft genomen tot een
diplomatieke conferentie ter beperking en
regeling van de internationale tentoonstellin
gen De-daar tot stad gekomen conventie is
nog niet gepubliceerd, maar verwacht m..,
worden, dat daarvan een invloed ten goede
ral kunnen uitgaan.
Het komt voorts ook soms voor, dat de
Regeering van een land om politieke redenen,
de deelneming van zijn industrieelen aan een
buitenlandsche tentoonstelling tracht door
te drijven tegen hun zin. Zeker zullen de in
dustrieelen zich niet onvaderlandlievend ge
dragen als het niet behoeft, maar indien zij
de omstandigheid voor het uitkomen in het
buitenland ongunstig of ongeschikt achten,
behoort hunne regeering hen niet tot een
deelneming te dwingen, die ongewenschte
economische gevolgen zou kunnen hebben.
Voorts ging spr. de bloembollencultuur na,
waarbij hij er op wees. dat Aalsmeer door de
keuze van het juiste artikel en het zoo hoog
mogelijk opvoeren van de kwaliteit de wereld
markt veroverd heeft.
Dan gaf spr. een overzicht van den toe
stand van handel en industrie in het gebied
der Kamer, waaruit het volgende gelicht is:
De Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrie
ken konden a's resultaat van het op 31
Maart 1928 afgesloten boekjaar op het pre
ferente aandeelen-kapitaal het geheele ach
terstallige dividend uitkeeren. Er hadden
verschillende uitbreidingen plaats, de gas-
leverantie aan gemeenten en anderen nam
toe. Ondanks do ongunstige omstandigheden
van de markt voor ruw ijzer kon in dat
boek'aar de geheele productie worden ver
plaatst.
In de machlnefabricage ontwikkelde zich
de reeds het vorig jaar merkbare levendig
heid verder, ofschoon de betere prijzen, die
voor een loonende exploitatie noodig geacht
worden, nog achterwege bleven.
In de fabricage van spoorwagens heerschtr
m-oote beörijfsdrukte, met tijdelijke vermeer
dering van arbeidskrachten, slapte in dr
maanden Augustus en September en nieuwe
onlcvin"- daarna. Gestreefd wordt naar en
gehoopt op regelmatiger verdeeling der or
ders over het geheele jaar.
Ook op de scheepsbouwwerven was gere
geld werk hoewel de prijzen te wenschen
overlieten De laatste opmerking wordt ech
ter met gemaakt voor de fabricage van bag
germolens. welke in 1928 een bijzonder druk
bezet bedrijf was.
In de papierindustrie hst prijs niveau
in het algemeen beneden dat van het voor
afgaande jaar. doch bleef goede vraag naav
vrijwel alle soorten bestaan. De vooruitzich
ten zijn, althans voor de eerste vier maanden,
niet ongunstig.
In de kalkzandsteen-industrie daalden de
prijzen nog verder dan in 1927, er stonden
in het land vier fabrieken stop, en tijdelijk
in verschillende perioden van het afgeloopen
jaar, in 't geheel zeven.
De suikerbietenteelt leverde betere uit
komsten op dan het vorige jaar.
In de chocolade- en cacaofabricage kon,
ondanks toenamende concurrentie en ex
portmoeilijkheden, tot uitbreiding van de fa
brieken worden overgegaan wegens den toe-
nemenden afzet.
In de margarine-industrie bewogen de om
zetten zich in stijgende lijn, waartoe de ex
port het zijne heeft bijgedragen.
Van het bakkersbedrijf valt te vermelden
dat ter gevolge van de groote oogsten in
Amerika en Europa de prijzen der tarwe-
producten belangrijk zijn gedaald, zoodat in
den loop van het jaar de broodprijzen twee
maal konden worden verlaagd.
Wat de typografische vakken betreft wa
ren de boekdrukkerijen zeer regelmatig van
opdrachten voorzien; er was dan ook niet al
leen zeer weinig werkloosheid, maar som
mige maanden was er zelfs gebrek aan ge
schikte werkkrachten.
Voor de kleinere bedrijven waren de in
komsten in zeer vele gevallen zeer onvol
doende; door geheel onvoldoende boekhou
ding ontbreekt hier het juiste inzicht van
den eigen kostprijs; dientengevolge heeft
levering beneden kostprijs plaats en ontstaat
een ongegronde onderlinge concurrentie.
In de chemlgrafie werd geregeld gewerkt,
hoewel tegen lage prijzen.
De omzet der lettergieterij bleef stabiel.
De chemische nijverheid geeft geen aanlei
ding tot bijzondere opmerkingen. In de
caoutchoucfabricage was 1928 tot dusver beter
dan het voorafgaande jaar, ln de verffabri
cage bleef de toestand redelijk goed, en in de
olïefabricage wordt de toestand zeer bevre
digend genoemd; in deze laatste branche
wordt geklaagd over de voorkeur die over-
heids- en semi-overheidsbedrijven aan het
buitenlandsche boven het nationale product
geven.
Omtrent de bouwvakken valt te vermelden
fat het jaar 1928 zich te Haarlem gekenmerkt
heeft door een vrijwel voortdurend tekort aan
werk, hetwelk ook uit de regelmatige werk
loosheid onder de bouwvakarbeiders kan wor
den afgeleid.
Bij het eigenlijke aannemersbedrijf werd
zeer weinig werk op de publieke markt ge
bracht, en door de buitengewoon scherpe con
currentie aanbesteed voor prijzen, die zonder
of met zser kleine winst moeten zijn bere
kend.
In het timmerlieden- en metselaarsbedrijf
Is de hoeveelheid werk, welke de particulie
ren hebben laten verrichten, zeer matig ge-
weest, terwijl daarvan nog een belangrijk deel
den gezeten patroon ontgaat, ten bate van
de z.g. beunhazerij.
In den Haarlemmermeerpolder was de toe
stand der bouwvakken slecht, in Hillegom en
Lisse daarentegen gunstig.
In 't bijzonder ten aanzien van den be
tonbouw geldt, dat met uitzondering van het
derde kwartaal vele werken werden uitge
voerd tegen goede prijzen.
Op electro-technisch gebied was een be
langrijke vermeerdering van opdrachten te
boeken, voor een deel ten gevolge van de
groote vraag naar radio-artikelen. Alleen te
Haarlem en in de onmiddellijke omgeving
zijn meer dan 250 electro-technische bu
reaux, de radiohandelaren niet medegere-
kend. Er worden thans bij den Directeur van
het Gem. Electr. Bedrijf te Haarlem pogin
gen aangewend om door strengere voor
schriften, betere contróle op de werkzaam
heden en inschrijving van alle bureaux bij 't
GEB met eventueel cautie-storting. het
aantal der bureaux te verfinderen en het
gehalte te verbeteren. Men hoopt in 1929
hiermede resultaten te bereiken. Ook met het
PEN, zijn hierover besprekingen gaande.
Uit de mededeelingen van de groote con
fectiemagazijnen blijkt, dat de omzetten
vooruitgang aanwijzen.
Geklaagd wordt over het misbruik, dat van
het houden van uitverkoopen wordt gemaakt
en aangedrongen op wettelijke regeling, ge
lijk elders bestaat.
Wat het winkelbedrijf te Haarlem in 't al
gemeen betreft is de eenparige meening van
de belanghebbenden, dat het jaar 1928 geen
reden tot tevredenheid heeft gegeven en dat
de gehooote opleving achterwege is gebleven
Daar de volledige gegevens omtrent het
winkelbedrijf in al ziin onderdeden niet voor
eenigen tijd na afloop van het jaar te ver
krijgen zijn, moge ik mij tot deze algemeene
onmerking bepalen, de verdere bijzonderhe
den voor het jaarverslag overlatende.
Te Zandvoort ging het in winkelbedrijf iets
beter dan verleden jaar. In Hillegom en
Lisse hebben de winkeliers geen eenparige
meening over de gevolgen van de snelle ver
bindingen met de steden, die zich geregeld
meer ontwikkelen.
Fenerzpds ziet men daarin vermeerdering
van inkoopen in de steden ten koste van de
nlaatselijke zaken. anderz"ds meent men,
oat door het intensievere verkeer nieuwe be
hoeften ontstaan, waarin door de plaatselijke
zaken wordt voorzin.
Aan een even uitvoerig als belangrijk over
zicht van den graanhandel, dat gaarne in het
•aarverslag zal worden opgenomen, ontleen
•k. dat de 'tarweprijzen asn erroote schomme
lingen onderhevig waren, dat de prijzen van
maïs regelmatig opliepen, maar zich in No
vember en December niet konden handhaven,
(n hoord~ack door vermindering van gebruik
in Duitschland en export van groote hoeveel
heden gerst uit Noord-Amerika, dat maïs
in vele opzichten kan vervangen. De oogst
van erwten was overvloedig, de opbrengst
rond 4000 K.G. per HA. Niettegenstaande
crooter export wegens het mislukken van den
boonenoogst in Zuid-Europa konden wegens
het groote aanbod de prijzen zich niet hand
haven.
De treilervisscherij in de Noordzee heeft,
voor wat IJmuiden betreft, over het algemeen
niet te klagen over de vangsten en de visrh-
prijzen. Dooreengenomen waren de uitkomsten
"eker niet minder dan in 1927, zoodat ze be
vredigend genoemd worden, in hoofdzaak
door handhaving en uitbreiding van den uit
voer. Daar de export naar Duitschland, hoe
wel langzaam vooruitgaand, nog steeds verre
achterblijft bij dien van vóór den oorlog, blijft
de Encelsche markt voor het vlsscherijbedrijf
•'an IJmuiden een factor van beteekenis. Dat
1e stoomtreilervloot in 1928 met een 13-tal
•-•hepen werd uitgebreid, wijst op een gun
stige beoordesling van de vooruitzichten van
"'et bedrijf.
Ook de haringvisscherij was niet minder
lan het vorig jaar en de bedrijfsresultaten
•'an de IJmuider schepen staan niet achter
hij die van andere havenplaatsen, al hebben
Ie Novemberstormen veel netten-averij en
verliezen berokkend. Van uitbreiding der ha-
'ingvisscheril is echter geen sprake.
De omzet in de rijksvischhallen bedroeg
ever de eerste elf maanden van het jaar
f. 13 967 298; en in het hetzelfde tijdvak van
'627 12 638 653 dus 1,328 642 meer
De hoeveelheid per spoor verzonden be
droeg ln hetzelfde tijdvak 40 011 KG,
waarvan naar het binnenland 39.8 pCt.,
België 23 pCt., Engeland 13.9 pCt., Frankrijk
'17 pCt., Duitschland 10.5 pCt., Zwitserland
1.1 pCt.
Van hetgeen per boot en per auto is ver
zonden, ontbreken officieele gegevens
De vischhandel lijdt onder mededinging
zoowel onderling, als van andere buitenland
sche visscherijhavens en heeft zooveel kosten
voor de plaatsing van het artikel, dat er
slechts een geringe winstmarge voor den
vischhandelaar overblijft.
De omzet der Aalsmeersche veilingen steeg
ruim 1.200.000 en bedroeg 5 983.575.
Over den tuinbouw te Beverwijk ontbreken
op dit oogenblik nog de gegevens, terwijl de
opgaven van verschillende veilingen nog niet
ontvangen zijn en in het jaarverslag zullen
worden opgenomen.
Op de tramlünen werden van 1 Januari
30 September 7.939.471 pasaglers vervoerd.
Voor de beurt- en vrachtvaart was 't jaar
ongunstig; maatregelen zijn in voorbereiding
verbetering in de vrachten te brengen.
Voor Haarlem en Omstreken heeft het ho-
telbedrijf van de Olympische Spelen nauwe
lijks eenig voordeel, mischien zelfs veeleer
eenig nadeel ondervonden
Te Zandvoort waren in het hart, van het
seizoen de hotels wel goed bezet, maar deze
periode was van te korten duur om het sei
zoen goed te maken. Wegens de verkorting
der vacanties vertrokken vele gasten reeds 29
Augustus inplaats van tegen 1 September,
zooals vroeger.
Ten slotte besprak spr. de positie van Ne
derland ten aanzien van de ons omringende
landen.
DE TELEFOONVERBINDING TUSSCHEN
HAARLEM EN AMSTERDAM; UITBREI
DING MET 2 LIJNEN DE ZAKELIJKE
BELASTING OP HET BEDRIJF
Gisterenavond vergaderde de Kamer van
Koophandel onder voorzitterschap van het
oudste lid in jaren, den heer C. ten Boom.
Deze sprak een korten Nieuwjaarswensch,
wees er op, dat in het afgeloopen jaar zich
niets bijzonders heeft voorgedaan. Hij wees
er voorts op, dat het instituut der Kamers
van Koophandel en Fabrieken nog niet veel
verwachtingen in den lande gewekt heeft en
betwijfelde, of de veranderingen en verbete
ringen groot zouden zijn, als de Handelsregis
terwet is gewijzigd.
Tot algemeen voorzitter werd herkozen de
heer E. H. Krelage, die met zijn herkiezing
door den heer Ten Boom geluk werd ge-
wenscht.
Tot de heeren Mollerus en Mauritz sprak
de heer Ten Boem ten slotte nog woorden van
hulde en lof, waarin hij ook het verdere per
soneel der Kamer betrok, waarna de leiding
der Kamer overgedragen werd aan den heer
Krelage, die daarna zijn Nieuwjaarsrede uit
sprak, waarvan een uittreksel elders in dit
nummer opgenomen is.
Na de voorlezing der rede weerklonk een
krachtig applaus.
Tot voorzitters van het Groot- en Kleinbe
drijf, werden herkozen resp. de heeren A. H.
baron van Hardenbroek van Ammerstol en
W. J. B. van Liemt, die door den voorzitter
werden geluk gewenscht.
Namens het Grootbedrijf sprak de heer
Burgersdijk woorden van gelukwensch tot den
heer Van Hardenbroek en namens het Klein
bedrijf feliciteerde de heer Ten Boom den
heer Van Liemt met zijn herkiezing.
Tot plaatsvervangende voorzitters van het
Groot- en Kleinbedrijf werden herkozen de
heeren Ir. W. J. Burgersdijk en C. ten Boom.
De heer VAN LIEMT sprak, naar aanlei
ding van de felicitatie van den heer Ten
Boom, als volgt:
Gaarne wensch ik den heer Ten Boom voer
de vriendelijke woorden, tot mij gericht, met
een enkel woord te bedanken. Ik waardeer het
ten zeerste, dat een man ais da heer Ten
Boom, waarnemend voorzitter van ons Klein
bedrijf, mede namens dit Kleinbedrijf, op deze
wijze zich tegenover mij heeft willen uiten. Ik
waardeer het echter dubbel, omdat de heer
Ten Boom, niet alleen waarnemend voorzitter
is van het Kleinbedrijf, doch ook lid van het
Dagelijksch Eestuur van de Middenstands-
centrale voor Haarlem en omliggende ge
meenten. Uit die woorden blijkt mij, dat men
ook daar tevreden is en accoord gaat met de
wijze, waarop ik steeds de belangen van han
del en industrie, maar in het bijzonder van
den middenstand in de Kamer, zoowel als in
het Bureau der Kamer heb behartigd.
Ik neem daarvan gaarne acte en zeg den
heer Ten Boom nogmaals daarvoor gaarne
dank.
Ook de heer VAN HARDENBROEK spra..
woorden van dank voor zijn herkiezing.
De vaste commissies werden daarna samen
gesteld.
Telefoonverbinding Haarlem-Amsterdam
In verband met ontvangen klachten, be
treffende vertragingen in het telefoonverkeer
met Amsterdam des Zaterdags, werd door de
Kamer een schrijven van den directeur van
het Riikstelegraafkantoor te Haarlem ontvan
gen, waaruit blijkt, dat eene uitbreiding met
2 lijnen is toegezegd, welke binnenkort in
exploitatie genomen zullen worden.
Bijkantoor Santpoort-station der
Posterijen
Van den Inspecteur der Posterijen en Tele
grafie te Haarlem is bericht ontvangen, dat
tot vervanging van het bijpost- en telegraaf
kantoor-op-proef te Santpoort-station door
een hulpkantoor is besloten.
De gestie der „Handelskamer."
Naar aanleiding van de door den heer J. v.
d. Burg in de laatstgehouden vergadering der
Kamer gestelde vragen, betreffende de gestie
dér Handelskamer te Rotterdam, zegde het
Bureau toe, daarop in de eerstvolgende ver
gadering te zullen antwoorden.
Inmiddels werden door den heer Ir. Th. v.
d. Waerden, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal aan den Minister van Fi
nanciën eenige vragen gesteld, welke door den
minister werden beantwoord.
In verband hiermede merkte de voorzitter
op, dat in de vragen van den heer van der
Waerden ten onrechte gesproken wordt van
de „voorstelling van genoemde Kamer van
Koophandel." De Kamer heeft zich over deze
zaak niet uitgesproken; de uitdrukking die in
de derde vraag aan deze Kamer wordt toege
schreven, is door een lid gebruikt, dat aan het
Bureau der Kamer verzocht inlichtingen ter
zake te willen inwinnen. Het Bureau is van
meening, dat na kennisneming van het ant
woord van den Minister aan den heer van der
Waerden het inwinnen van Inlichtingen van
wege onze Kamer achterwege kan blijven.
De heer MATHOT neemt aan. dat het ver
lies niet is geleden door tie Handelskamer,
maar dan toch door de consumenten. De
vraag heeft stof doen opwaaien en het gaat
er om. of geld onttrokken mag worden aan de
openbare kas, of dat de handel het zelf op
brengt.
De VOORZITTER gelooft, dat men zich
moet beperken tot de vragen, door den heer
v. d. Burg gesteld. Uit het antwoord van den
minister blijkt, dat de vragen van den heer v.
d. Burg niet geheel juist waren. De princl-
pieele zijde van het vraagstuk is in 1924 be
handeld. Spr. meent, dat daarom thans niet
de mérites van de Handelskamer besproken
moeten worden. De verwijten, in de vragen
van den heer v. d. Burg neergelegd, zijn nu
niet juist gebleken.
De discussies worden gesloten.
Snbsidies
Besloten werd, de volgende subsidies te
verleenen:
Internationaal Congres voor Handels
onderwijs 100, Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer te Haarlem 250, idem te
Zandvoort 150, idem te IJmuiden 100,
Museum voor Kunstnijverheid te Haarlem
100, Vereeniging tot veredeling van het
ambasht te Utrecht 25
Slagerswinkels
Hét Bureau stelde voor een adres te zen
den aan den Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid, waarin gevraagd wo-ds,
slagerijen als winkels te beschouwen.
Aldus besloten.
Naamlooze vennootschappen
Het Bureau stelde voor, aan den Mi
nister van Justitie een schrijven te zen
den, waarin gevraagd wordt, het toezicht,
bedoeld in de wet op de .naamlooze ven
nootschappen ook uit te strekken tot den
handelsnaam.
Aldus besloten.
De financleele verhouding tos.
schen Rijk en gemeenten.
Het Bureau stelde voor bij de Kamer
te adresseeren in zake het wetsontwerp
betreffende de financieele verhouding tus-
schen Rijk en gemeenten en te vragen, de
zakelijke belasting buiten de wet te laten
vallen.
De heer TEDING VAN BERKHOUT zou
wenschen dat de Kamer in het adres tevens
zich kantte tegen de bevoegdheid, die het
wetsontwerp aan de gemeenten verleent tot
het heffen van een eigen verteringsbelasting.
Het is van belang, dat een dergelijke belasting
wordt geheven door een goed geoutilleerd
lichaam.
Anders komen er weder ongelijkheden in de
heffing, hetgeen maakt, dat er zoogenaamde
vluchtgemeenten komen, waar een lagere be
lasting dan in een naburige gemeente wordt
geheven. Voor een gemeente als Haarlem kan
dat van groot nadeel zijn. Subsidiair zou kun
nen gevraagd worden een heffing onder
Rijkstoezicht.
De VOORZITTER is van meening, dat,
hetgeen de heer Teding van Berkhout
wenscht, niet tot de competentie der Kamer
behoort. Gaat de Kamer zich met die aange
legenheid bemoeien, dan kon ze wel de ge
heele techniek der wet gaan behandelen. De
aangelegenheid, die de Kamer in het concept
adres aanroert, ligt geheel op den weg der
Kamer, daar hier in geding is een belang van
handel en nijverheid.
De heer TEDING VAN BERKHOUT merkt
op, dat bij een verteringsbelasting bij een niet
gelijke heffing een gemeente als Haarlem, die
toch de belangrijkste gemeente in het district
der Kamer is, ongerief kan ondervinden en
dat de handel en de industrie daarvan de
nadeelige gevolgen zullen ondervinden. Nu
staan hier reeds vele huizen leeg en daardoor
daalt de huurwaarde der perceelen. Het Is ge
wenscht, dat de Kamer handelt, zooals spr.
aanbeval.
De heer TEN BOOM stemt den voorzitter
toe, dat, hetgeen de heer Teding van Berk
hout wenscht, niet direct op den weg der Ka
mer ligt, maar overigens oordeelt spr. dat dit
wel te maken heeft met de belangen van den
handel, zeker van den kleinhandel. Kan het
niet zoo gaan, dat de Kamer nu dit adres
verzendt en dat dan ter zake van de kwestie
der heffing eener verteringsbelasting een an
der adres wordt opgemaakt?
De heer HOOU oordeelt, dat het niet aan
gaat, incidenteel in de zaak, die de heer Te-
ding van Berkhout aanroerde, een beslisstog
te nemen. Deed men dat, dan zou men eerst
alles, wat de wet aangaat, dienen te bezien.
De heer VAN HARDENBROEK meent, dat
het niet de bedoeling is, de opbrengst der ver
teringsbelasting aan de gemeenten te ontne
men, doch juist om haar die te geven. Het
wordt niet wenschelijk geoordeeld, dat de ge
meenten haar gaan heffen. Indien aan de ge
meenten de heffing werd overgelaten, dan zou
de ongelijkheid op het gebied der belasting
heffing nog vergroot worden. Dat is het be
zwaar. Aan den voorzitter merkt spr. op, dat
de zaak wel degelijk met handel en nijverheid
heeft te maken. De zaken betalen nu mede
personeele belasting.
De heer KRUIMEL zet uiteen, dat noodig
is een goed geoutilleerde heffing van belas
ting. Om die reden wil spr. het'denkbeeld van
den heer Teding van Berkhout wel ondersteu
nen.
De heer HOOIJ merkt op. dat na het ge
sprokene door den heer Van Hardenb -oek
hem de zaak duidelijker is geworden. Aa.i do
zaak zit echter veel vast. Er zullen wel rede
nen zijn geweest, waarom de Regeering de be
voegdheid inzake de heffing aan de gemeen
ten wil overlaten. Het is dus noodig dat het
geheele wetsontwerp wordt bezien.
De VOORZITTER zou willen aanraden, nu
met dit concept-adres mede te gaan. Dat kan
dan verzonden worden. Het denkbeeld van
den heer Teding van Berkhout kan het Bu
reau der Kamer daarna nader bezien. Het kan
die aangelegenheid voorbereiden dienaangaan
de en aan de Kamer tegen de volgende verga
dering een rapport -inzenden. Het kan dan
.evens nagaan, in hoeverre de competentie
van de Kamer in deze gaat.
In den zin van het door den voorzitter ge
sprokene wordt dan besloten.
Bij de rondvraag brengt de heer KLERCQ
het Bureau der Kamer dank voor het ontwer
pen en het zenden van het adres aan de
Fweede Kamer ter zake van het ontwerp van
wet visschershaven te IJmuiden. Spr. zegt dat
de flinke inhoud van dat adres zeker heeft
bijgedragen tot het succes, dat is behaald.
De heer MEIJER bespreekt de kwestie van
de openstelling der telefoonkantoren in Ken-
nemerland. Er is nu verkregen, dat later de
gelegenheid is opengesteld tot telefoneeren.
Maar het is wenschelijk, dat dag en nacht
.an worden getelefoneerd. Kan de Kamer
zich niet in verbinding stellen met de ge
meentebesturen, om te trachten, dat te be
reiken?
De VOORZITTER zegt toe, dat er mis
schien werk van gemaakt kan worden.
Daarna gaat de Kamer in geheime vergade
ring.
door Gertrud Maasen
Heden wil ik u van Atsanuar vertellen. Hij
is groot en sterk, een echte wild jager. Hij
staat bekend als een toovenaar en daarom
zijn z'n eigen stamgenooten bevreesd voor
hem. Maar bij de pelshandelaren staat hij
zeer hoog aangeschreven, omdat hij een ge
duchte drager en een onvermoeide looper is.
Er kwamen Missionarissen in het land en
vol vreugde luisterde de Eskimo's spoedig
naar die wonderschoone, nieuwe leer, die
geluk en vrede bracht in de harten der men-
schen. Atsanuar wilde er echter niets van
weten Het uur der genade was nog niet ge
komen.
Het zou echter spoedig komen.
Op den vooravond van een Zondag, den
12en Juni trok de wilde man op jacht. De
storm huildeecht weer voor de jacht.
Onze Christenen gaan dezen dag niet op
jacht, want z° willen den Zondag niet ont
heiligen. Atsanuar trok er zich niets van aan.
Maandagmorgen. Ademloos komt er een
Eskimo naar de Statie gerend.
Wat ls er gebeufd Atsanuar heeft een
doodelijk ongeluk gekregen. Zaterdagavond
was hij er op uitgetrokken naar de zee en
had daar overnacht. Des Zondags in-de vroegte,
toen men zich naar de Statie begaf om de
godsdienstoefeningen bij te wonen stapte hij
in zijn boot om op de robbenvangst te gaan.
Hij had juist zijn geladen geweer in de boot
gelegd, toen hij plotseling een misstap deed
en vielHet geweer ging af en een kogel
doorboorde zijn linkerschouder. Meer kon
de Missionaris niet te weten komen. Reeds
wilde de priester zich naar de plaats van liet
ongeluk begeven toen men met den armen
man kwam aangesleept. Een erbarmelijk
schouwspel. Vijf mannen trokken een hon
denslee waarop men een bootje had ge
plaatst. Hierin lag Atsanuarhij lag te
kronkelen van pijn en was geheel en al be
bloed. Huilend en schreiend omringden de
Eskimo's de slede.
De oude vader van den verongelukte viel
bij het zien van zijn zoon haast bewusteloos
neer. Met uitgestrekte handen smeekte hij
de Paters om hulp. Zoo stroomde de heele
schaar naar de Missie-Actie.
Heel voorzichtig lieten wij Atsanuar het
huis binnen dragen en hem leggen op een
van onze bedden
Evenals alle Eskimo's droeg ook Atsanuar
een dubbel kleed, uit rendiervellen vervaar
digd. De behaarde zijde van het eene was
naar het lichaam gekeerd, van het andere
naar buiten. Maar nu zaten ze aan elkaar
vastgeplakt door het verschrikkelijk bloed
verlies, dat zich als een dikke massa tusschen
de huiden had vastgezet. En nog altijd sij
pelde het bloed verder. Voorzichtig sneden
wij stuk voor stuk de kleeren weg, tot de
schouder eindelijk bloot kwam- De wilde
rochelde als een stervende
Intusschen verdrongen buiten de Eskimo's
elkaar, want ieder wilde getuige zijn van
het schouwspelde kamer is propvol
de hitte wordt ondraaglijk. Met moeite ont
dekken wij eindelijk het kogelgaatje. De ko
gel was onder de okselholte doorgegaan en
had een gat ter grootte van een halven duim
in het lichaam geboord. En daar de gaatjes
aan beide zijden van gelijke grootte waren
en denzelfden ronden vorm vertoonden,
ademden wij verlicht op: Goddank, de schou
derbladen waren niet gekwetst. Maar de
vreugde was van korten duur, want nadat
de wond blootgelegd was, volgde een sterke
bloeduitstorting, die zoolang aanhield, dat
wij het ergste vreesden. Zou toch de hoofd
slagader geraakt zijn? Hoe dat bloed te stel
pen? Wel twee uur lang probeerden wij met
watten en Jodium. Menschelijke hulp scheen
hier niet te baten. Toen begonnen wij weer
te bidden tot de H. Theresia van het Kindje
Jesus, die ons Eskimo-paters, reeds zoo dik
wijls. op wonderbare wijze geholpen had.
Onophoudelijk zonden wij schietgebeden ten
hemelEindelijk laten de Eskimo's, die
nog steeds rond den gewonde staan, een
jubelkreet hooren: het bloed vloeit niet meer.
Kleine, lieve heilige, wees duizendmaal ge
dankt, weer hebt ge ons geholpen. De wilden
echter gingen jubelend naar huis en verkon
digden overal de wijsheid der priesters
Tegen den avond ging ik naar de woning
van Atsanuar, om aan de moeder en de vrouw
den gunstigen uitslag van onze pogingen te
melden. Gij hadt de vreugde van die goede
menschjes eens moeten zien! Zij lachten en
weenden van blijdschapHonderden ge
schenken boden zij ons aan, twee honden en
een slede, leeren tuig, rendierschoenen, en ik
weet niet wat al meer. Tevergeefs trachtte
ik hun aan het verstand te brengen, dat At
sanuar onze broeder in God was, en dat het
eenvoudig menschelijke plicht was, hem te
helpen. Zulke redeneering ging het verstand
van deze menschen te boven. Zij vergeleken
onzen arbeid nog steeds met de manier,
waarop de zelfzuchtige toovenaars te werk
gingen. Om ze niet al te veel te beleedigen,
nam ik de beide honden aan en keerde naar
de Statie terug.
Aan rust was voorloopig niet meer te den
ken. Dag en nacht kwamen en gingen de Es
kimo's om naar den welstand van den zieken
toovenaar te informeeren.
Met dezen echter ging het niet vooruit, we
waren zeer ongerust over hem. Nadat de
wonde nog verschillende keeren erg gebloed
had, begon ze te etteren. Alle verbandmidde
len, die we in voorraad hadden, waren ver
bruikt. Toen gebruikten we het linnengoed
en daarna handdoeken, servetten en altaar-
kleeden. En maar steeds ging de wonde door
met etteren in plaats van beter worden.
In dezen grooten nood namen wij weer
onzen toevlucht tot de patrones der Eskimo-
Missies de H. Theresia en wij begonnen een
nieuwe novene. Wij legden hare reliquie op
de wonde. Tegen alle verwachting in ging
deze nu na eenige dagen dicht. Na een week
was de zieke gered. Nu kon hij naar huis gaan,
waar wij hem verder konden verplegen en zoo
kregen wij zelf ook eindelijk wat rust. Atsa
nuar kon zijn arm ook weer bewegen, want
de bewegingsspieren waren niet gekwetst.
En nu verwachtten wij de groote gebeur
tenis, waarom God hem aan den dood ont
rukt had en waarom wij hem alle mogelijke
liefdediensten bewezen hadden.
Toen Atsanuar voor de eerste maal weer
aan de Statie kwam, vroeg ik hem:
Atsanuar, kent ge mij?
Ja zeker.
Wie ben ik dan?
De priestei.
Ben Je bang voor mij?
Neen. heelemaal niet.
Waarom zijt ge me dan vroeger altijd
uit den weg gegaan?
Man des gebeds, ik heb u vroeger niet
goed gekend, ik hield u voor een Blanke, zoo
als de anderen, die slechts van ons profitee-
'•en en enkel en alleen aan eigen voordeel
denken. Maar nu heb ik ondervonden, dat de
priesters heel anders zijn. Hij bemint ons en
wil slechts ons welzijn. Wel hebben de an
deren mij dit ook gezegd, maar ik wilde het
nooit gelooven. De ondervinding heeft mij
beter geleerd. Ik zal mij echter veranderen
en den priester zoo beminnen, zooals ik mijn
vrouw en kinderen liefheb!
En inderdaad, Atsanuar heeft woord ge
houden, want met groot verlangen nam hij
de leer van Jezus op in zijn hart.
Spoedig verdween de tooverketting, die aan
den top van zijn hut bevestigd was en regel
matig kwam hij naar de godsdienstoefeningen
en volgde hij het godsdienstonderricht. Reeds
wilde ik Atsanuar tot het H. Doopsel voorbe
reiden, toen ik mijne verplaatsing naar Ches
terfield kreeg. Het scheiden viel den trouwen
Eskimo zwaar Mijn opvolger Pater Duplain
schreef mi) kortgeleden, dat Atsanuar trouw
naar den priester komt, den Zondag heili
en veel bidt. Voor zijn Doonsel i
hem reeds den Paus, zoo groot is
im anderen voor het geloof te wir
naam zal die van den Apostel der'
lijn: uit een Saulus zal een Paulur
worden!