S De verhouding der gemeenten tot elkaar Een onderzoek naar de oorzaken van den ondergang der „Italia" '=ti51 BUREAUX: NASSAULAAN49, ADVERTENTIE*» 35 et. p. rege)„ DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN VRIJDAG 4 JANUARI 1929 TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17047 AANGIFTE MOEI. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL. De Spitsbergen-reiziger Adolf Hoel en kapitein Lundborg naar Rome ontboden Liebermann zal uitgeleverd worden Het vlot brengen van de „Heinrich Podeus" Een gebrek aan priesters in het bisdom Haarlem? Winter in Denemarken Vervalsching van paspoorten De ramp van de .Salento" Lijk herkend „Schuttevaer" waagt zich op den Oceaan Een bewaarschool en Zusterschool te Oud-Schoten Verplaatsing der school aan de Kerkhaan Het nieuwe gebouw van het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noord-Holland wordt Vrijdag 11 Januari officieel geopend ifST M ïMM r? s Telefoon No. 13866 (drie lijnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal f 3.58 bij vooruitbetaling. AARLEMSCKE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES, 4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct., bij vooruitbeL Bij contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusscben den tekst 60 ct. per regel, ft Aüe abonnee op dit, biaa zyu iu6evmse ue vei^cr.ugsvoux.va.traen tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen 1 f 'Ülilfl Sa,tc.e ongesüiusineid tot weraen aoor f7Cfl oij een ongeval met jO-Jl bij vernes van een nand, fJOC bij verlies van een fCj] bij 'n breuk van fl 1 OUUU." verlies van beide armen, beide beeneu of belde oogen; 1 3U.""doodelljken afloop; l tjtiUeen voet of een oog; 1 lbo.'duim of wijsvinger; 1 vil. been of arm; 1 h'U. bij verlies v. een anderen vinger. Bestaande regeling Wanneer de besturen van twee gemeenten gemeenschappelijke zaken willen regelen, dan moeten zij vooraf daartoe machtiging vragen van Ged. Staten. Hebben zij die machtiging bekomen en de zaak geregeld, dan hebben zij van hetzelfde college weer goedkeuring daarop noodig. Weigeren Ged. Staten machtiging of goedkeuring, dan kan deze door de Kroon verleend worden. Een afzonderlijke regeling is getroflen voor het geval de gemeenten in verschillende provincies liggen. De kosten van deze regelingen worden door de kassen der betrokken gemeenten gedragen, naarmate van het belang, dat elk er bij heeft. Geschillen daarover worden beslist overeenkomstig de bepalingen der provinciale wet. Voorts worden voor het terrein van het zelfbestuur in afzonderlijke wetten (begra feniswet, woningwet, warenwet, vleeschkeu- ringswet, lager-onderwijswet, enz.) uiteenloo- pende regelingen gegeven. Het ontwerp-Ruys De bestaande regeling dagteekent reeds van de totstandkoming der gemeentewet af. dus uit den tijd, toen de taak der gemeente besturen veel minder ontwikkeld was en toen de behoefte aan samenwerking zich minder veelvuldig deed gevoelen dan tegen woordig. Deze regeling was in de practijk dan ook onhoudbaar geworden. Minister Ruys geeft voor de mislukking van deze bepalingen enkele gronden aan: le. wanneer een ge meenschappelijke regeling wordt getrofien, blijven alle voorschriften der gemeentewet betreffende de regeling en het bestuur van de huishouding der gemeente, op die ge meenschappelijke regeling onverminderd van toepassing dat was een belemmering van beteekenis; 2e. de dubbele regeling van pre ventieve machtiging en bovendien nog repressieve goedkeuring werkte eveneens sto rend; 3e. de vrijheid der gemeentebesturen om al dan niet tot een regeling toe te treden, had ten gevolge, dat eigen belang of kortzichtigheid hen soms van toetreding onthield, waar zulks feitelijk onmisbaar was. Vóór minister Ruys zijn ontwerp indiende, werd een vroeger ontwerp-Cort van der Lin den (1915) speciaal deze materie rege lende door hem ingetrokken, doch in verschillende opzichten was het voon^el- Ruys te dezer zake een navolging van het ontwerp-Cort van der Linden, terwijl het overigens ook hier de. staatscommissie- Oppenheim volgde. In drie opzichten echter week het ontwerp- Ruys van het ontwerp-Cort van der Linden af; le. minister Cort van der Linden sloot in het algemeen de naamlooze vennootschap als vorm van intercommunale samenwerking uit, terwijl minister Ruys dien vorm volko men toeliet; 2e. de ministers Cort van der Linden en Ruys gaven beiden de bevoegd heid, een regeling vast te stellen met afwij king van de voorschriften der gemeentewet, maar laatstgenoemde erkende niet de be voegdheid, ter behartiging van gemeene belangen een „bond" te vormen, waarover het bestuur is opgedragen aan een raad, samengesteld uit door weel' van de samen werkende gemeentebesturen aan te wijzen leden en 3e. minister Ruys schiep, in tegen- stelling met Cort van der Linden, de moge lijkheid, om dwang tot samenwerking op de gemeentebesturen uit te oefenen Minister Ruys was geen enthousiast voor stander van den vennootschapsvorm voor samenwerking en was van oordeel dat de vereischte goedkeuring door hooger gezag niet zou mogen verleend, wanneer te voor zien was, dat de openbare belangen door dien vorm niet behoorlijk tot hun recht zouden komen, maar anderzijds was hij toch van oordeel, dat deze vorm te zeer in de lijn der ontwikkeling lag, om hem geheel uit te sluiten. Wel moest de gestie van de vennootschap geheel onder controle, van het openbaar gezag worden gesteld. Wat het vormen van een bond betrof, meende minister Ruys, dat daaraan niet zoo'n groote behoefte bestond; vooral niet, nu ingevolge zijn ontwerp bestuurscolleges voor gemeenschappelijke regelingen zouden kunnen worden in het leven geroepen. Bo vendien voelde minister Ruys niets voor die honden, omdat dit zouden worden nieuwt lichamen naast Rijk, Provincie, Gemeente en Waterschap; lichamen, welke allerlei moei- hjkheden en kosten opleveren. Bovendien ^hePt thans art. 194 der Grondwet tegen- tocb reed's de gelegenheid om licha- levo, met verordenende bevoegdheid in het eh t» - Wi„ ^rot'Pen. sturen die samenstelling dier bondsbe- Ruys. Mo°et0n regelen?' 200 vroeg minister van de dit geschieden buiten den invloed niet. en °m? Dat wiIde hij bl'Jkbaal* hij verder Weuwe openbare lichamen wilde bonden uitT? weten' DuS Weerde hiJ de - - bn ontwerp. De regeliiv» van yn ontwerp van b.eede allures vormde het betre ondergeschikt punt. Het ontwerp-Kan Geheel anders dan in het ontwerp-Ruys, vormde in het meer beperkte ontwerp-Kan de samenwerking van gemeentebesturen als het ware den hoofdschotel. Minister Kan merkt op, dat de praktijk, zooals die zich vooral in de laatste jaren hier te lande heeft ontwikkeld en deze praktijk geeft een aanwijzing van wat in de kringen van deskundige belanghebbenden als wenschelijk en noodig wordt gevoeld een bont beeld van een veelsoortige samenwer king te zien geeft. Wat daarin o.m. opvalt is, dat er ter wille van een goede behartiging van gemeenschappelijke belangen tusschen gemeenten, evenzeer als door gemeenten met het Rijk, een provincie, een maatschappij of particulieren, in de laatste jaren zeer veie naamlooze vennootschappen zijn opgericht, menige stichting is gevormd en tallooze meer of minder eenvoudige bijzondere burger rechtelijke contracten zijn gesloten, vele van welke door het hooger gezag goedgekeurde of toegelaten regelingen niet onbevredigend werken, en dat daarnaast publiekrechtelijke regelingen zijn tot stand gekomen, welke in de uitwerking, o.m. wat de uitvoering, het beheer, de beslissing van geschillen, de ver houding tot de medewerkende gemeenten aangaat, een tamelijk groote afwisseling ver- toonen en mét welke men de omstandig heden in aanmerking genomen menigmaal tamelijk gunstige uitkomsten heeft weten te bereiken. Hij wil nu in het bestaande, waar het een min of chaotisch karakter draagt en slecnts nauwelijks aan de wet voldoet, orde schep pen en een regeling maken met een ruim karakter, welke met groei en ontwikkeling op dit gebied rekening houdt. Met Minister Ruys is Minister Kan van oordeel, dat zoowel privaatrechtelijke als publiekrechtelijke regelingen dienen te wor den toegelaten, doch dat aan de laatste de voorkeur behoort te worden gegeven. Alge- meene publieke belangen worden immers in het algemeen het best behartigd langs den weg van het publiek recht, met zijn be ginselen van openbaarheid en verantwoorde lijkheid. De privaatrechtelijke regeling behoort daarom de uitzondering te vormen. Daarom schept het ontwerp-Kan wel de gelegenheid om dwang tot samenwerking uit te oefenen ten aanzien van het publiekrechtelijke, doch niet met betrekking tot de privaatrechte lijke overeenkomst. Vervolgens wordt de privaatrechtelijke vorm (stichting, vennoot schap of andere burgerrechtelijke overeen komst) alleen toegelaten, indien deze in verband met het te regelen belang bijzonder geëigend is. De beslissing hierover berust in eerste instantie bij de gemeentebesturen zelf, vervolgens bij de goedkeuring bij Ged. Staten en ten slotte in beroep bij de Kroon. Het is de bedoeling van het ontwerp, dat bij dit laatste angstvallig zal worden tewerk gegaan en vooral ook op den inhoud dei- regeling zal worden acht gegeven, omdat de beslissingen van de organen dier privaat rechtelijke instellingen, niet aan het toezicht van eenig publiekrechtelijk gezag zullen kunnen worden onderworpen. De publiekrechtelijke regelingen kunnen een zeer uiteenloopend karakter dragen en min of meer eenvoudig zijn. al naar gelang het onderwerp der gemeenschappelijke rege ling een min of meer ingewikkelde materie betreft. De eene maal zal instelling eener Commissie noodig zijn, een andere maal zal zelfs dat kunnen worden gemist. Minister Kan wijkt echter belangrijk af van Minister Riiys, waar hij wel de mogelijkheid wil openlaten, om in bepaalde gevallen, b.v. voor gewestelijke plannen, een rechtspersoon lijkheid bezittend lichaam met eigen orgaan te scheppen, waarvan Minister Ruijs, zooals wij zagen, niets wilde weten. Het ontwerp- Kan gaat hier den weg der „bonden." op, welke ook door Minister Cort v. d. L. wer den mogelijk gemaakt. Of een dergelijk lichaam noodig is, wordt aan de betrokken gemeentebesturen en de toezicht houdende hoogere organen overge laten ter beoordeeling. De gemeentebesturen zelf of, als zij hierover te licht mochten oordeelen, het college van Gedeputeerde Staten en, in be roep, de Kroon zullen wel weten te ver zekeren, zoo redeneert Minister Kan, dat het nieuwe orgaan (of de commissie) hen voldoende van den gang van zaken op de hoogte houdt; ook zullen zij niet in gebreke blijven er voor te zorgen, dat het, dank zij een goede inrichting, doeltreffend kan werken, en niet de bevoegdheid verkrijgt tot het maken van verordeningen, door straf bepalingen of politiedwang te handhaven, en het heffen van belastingen, als het voor die verantwoordelijke taak niet behoorlijk is toe gerust; en eindelijk zullen zij zich ongetwij feld bij ds regeling het x-echt voorbehouden, om haar, zoo noodig tusschentijds, mits met inachtneming van zekere termijnen en voor waarden, op te zeggen. Het ontwerp-Kan schept evenals het ont werp-Ruys de mogelijkheid, regelingen te maken, zoowel op het terrein der uitvoering van Rijkswetten (zelfbestuur), als op dat dei- gemeentelijke autonomie, maar bovendien opent het ontwerp-Kan nog de gelegenheid, dat gemeenschappelijke regelingen niet alleen worden getroffen door den Raad, maar ook door B. en W. Waar de regelingen loopen op het terrein van het zelfbestuur, zullen zij natuurlijk niet mogen treden in zaken, welke door een be paalde wet, waarin voorschriften omtrent een samenwerking tusschen gemeenten voor komen, worden geregeld. Het ontwerp-Kan geeft overigens op dit gebied slechts algemeene richtlijnen aan en wanneer de gemeentebesturen zich maar aan die algemeene richtlijnen houden en binnen de grenzen der wet blijven, bezitten zij, mits rekening- houdende met het hooger toezicht, alle denkbare vrijheid. De richtlijnen hebben ten doel te waar borgen, dat de rechten en belangen der onderscheidene samenwerkende gemeenten nauwkeurig en billijk tegen elkander worden afgewogen (getuige b.v. de bepaling, dat de verschillende gemeenten in den regel in het gemeenschappelijk bestuur moeten zijn ver tegenwoordigd) en er tegen te waken, dat de commissie, c. q. het zelfstandig lichaam met zijn eigen orgaan, aan de zelfstandige rechten der onderscheiden gemeentebesturen zou te kort doen. De grenzen raken de be voegdheid tot het maken van verordeningen onder sanctie van straf of politiedwang en die to( het heffen van belastingen. Dit gebied blijft dus voor de gemeenschap pelijke commissies, doch niet voor de bonden afgesloten. De voorafgaande machtiging van Ged. Staten wordt ook door het ontwerp-Kan, wij mogen wel zeggen: natuurlijk, afgeschaft. Maar daarnaast stelt het ontwerp iets nieuws voor, h.l. publicatie in de Staats courant en de inschrijving in een provin ciaal register van de regeling, hare wijziging of opheffing. De noodzakelijkheid of het nut van deze laatste nieuwigheid zien wij nog niet aan stonds in. Zou ook zonder dat voorschrift de publiciteit -in onze dagen niet groot genoeg zijn? Misschien is dit echter voor regelingen van B. en W. van eenig belang, omdat die colleges niet in het openbaar vergade ren. Minister Kan wil, evenals minister Ruys, de gelegenheid openen, een regeling tot samenwerking dwingend op te leggen maar dan zal dit nooit een privaat-rechtelijke zijn. Erkend wordt, dat zulks, wanneer de re geling de huishouding der gemeente betreft, de gemeentelijke autonomie aantast, maar deze aantasting wordt onmisbaar geacht om tot een gezonde ontwikkeling van het insti tuut der intercommunale regelingen te ge raken. De procesgang bij liet opleggen van den dwang is in het ontwerp-Kan iets anders en iets uitvoeriger geregeld. Eerst zullen Gedeputeerde Staten het ingekomen verzoek tot het opleggen van een regeling onderzoeken en desgewenscht met de verschillende belanghebbende gemeente besturen behandelen. Vervolgens zal de met uitvoering van de wet belaste minister hierbij is er van uitgegaan, dat dit steeds de minister van Binnenlandsche Zaken (en Landbouw) zal zijn zoo hij na kennisge ving van het advies van de Gedeputeerde Staten de voorgedragen regeling in het al gemeen wenschelijk oordeelt, de besturen van de door hem aangewezen gemeenten opdragen, nader over een gemeenschappelijke regeling in overleg te treden. Als dit overleg zonder goed gevolg blijft, dienen Gedepu teerde Staten den minister nader van advies, onder bijvoeging van een ontwerp der op te leggen regeling, en wordt de zaak, aldui voorbereid, bij wijze van een geschil van bestuur bij den Raad van State aan hangig gemaakt, waarna de Kroon beslist. Voor uitbreiding van een regeling tot. andere ontwerpen of tot meer gemeenten zal telkens een zelfde procedure moeten wor den gevolgd. Die behandeling voor den Raad van State kwam in het ontwerp-Ruys niet voor. Verder bevat 't ontwerp bepalingen, hou dende een voorschrift, dat hoogere goedkeu ring noodig is op de deelneming door gemeen tebesturen en stichtingen of vennootschap pen, ten eerste om de financieele belangen der gemeenten, welke daarbij betrokken zijn, en vervolgens om te voorkomen, dat de ge meentebesturen anders langs dezen weg zou den kunnen trachten de beperkende voor schriften, aan een privaatrechtelijke rege ling verbonden, te ontgaan. Het hoofdkenmerk van het ontwerp-Kan ter zake der gemeenschappelijke regelingen schijnt ons wel te zijn, zijn groote soepel heid, wat ongetwijfeld belangrijk aan de practijk zal ten goede komen. De verwachting is, dat bij aanneming dezer bepalingen, grenswijziging (resp. annexatie) in verschillende gevallen zal kunnen worden vermeden. Maar toch moet de mogelijkheid daartoe natuurlijk blijven bestaan. In een volgend artikel zullen wij speciaal dat onderwerp bespreken. De „Italia" voor haar ondergang aan den landingsmast op Spitsbergen. Men seint ons hedenmorgen uit Oslo: De bekende Noorsche Spitsbergen-reiziger, Adolf Hoei, die deelgenomen heext aan de hulp-expeditie van de „Krassin", is door de Italiaansche regeering uitgenoodigd een on derzoek in te stellen naar de oorzaken van den ondergang der Italia. Hoel heeft deze uitnoodiging aanvaard en vertrekt heden naar Rome. Tegelijkertijd wordt uit Stock holm gemeld, dat de Zweedsche kapitein Lundborg door de Italiaansche regeering is uitgenoodigd als getuige voor de commissie te verschijnen. Ook kapitein Lundborg ver trekt reeds heden van Stockholm naar Rome. Thans heeft, naar gemeld wordt, de Fin- sche regeling definitief de uitlevering van Salomon Liebermann toegestaan. Zooals men weet, werd Liebermann's uitle vering verzocht in verband met de inalver- c^iies bij de Veendainmer Hypotheekbank. Naar wij vernemen zijn de voorbereidende werkzaamheden in verband met het vlot brengen van de „Heinrich Podeus" begon- nen- - De Intern. Sleepdienst L. Smit Co. deelt ons mede, dat thans een 25 a 30 arbei ders te werk zijn gesteld, die een aanvang hebben gemaakt met het graven van den kuil aan die zijde van het schip, die naar de zee is gekeerd. Ook met den aanvoer van de zak ken zand, ter versteviging van den uitgegra ven kuil, zou een aanvang zijn gemaakt. Men trekke intusschen uit deze mededee. lingen geen voorbarige conclusies. Zooals de Intern. Sleepdienst ons mededeelde, zal de Heinrich Podeus nog wel een kwart jaar op het duin staan, ook al zijn nu de werkzaam heden begonnen. Wat thans ontbreekt, zoo werd ons gezegd, zjjn menschenhanden. Deze mededeeling is ons niet duidelijk, wijl zooals bekend is, de werkloozen in Zandvoort hun keren, om voor dit werk te worden aangeno men. Wij zullen nog een poosje geduld möè- ten hebben, vóór van werkelijke vorderingen bij dit werk kan worden gesproken. Onze lezers zullen Woensdag bij het lezen van de benoemingen in ons bisdom wellicht met eenige verbazing kennis genomen hebben van het feit, dat in Leidschendam, 's-Graven- hage (parochie H. Martha), Rotterdam (pa rochie II. Theresia) en Halfweg, priesters van het Aartsbisdom Utrecht tot kapelaan zijn be noemd. Deze benoemingen zijn een gevolg van een gebrek aan priesters In het bisdom Haarlem. Zoo werden onlangs ook twee E.E. P.P. Fran ciscanen tot kapelaan benoemd, o.m. te Bo- venkarspel. Intusschen behoeft dit tekort aan priesters niet zoozeer te verontrusten, als men wellicht aanvankelijk zou meenen. Een gelukkige omstandigheid was. dat in het Aartsbisdom eenige priesters gemist kon den worden, zoodat zij, toen Z. D. H. de Bis schop van Haarlem deze voor de bediening in zijn bisdom vroeg, konden worden afge staan. Binnenkort is ook nog de benoeming van een vijfden priester uit het Aartsbisdom in ons diocees te verwachten. Men houdt er echter rekening mede, dat binnen enkele jaren het gebrek aan priesters zal zijn overwonnen, zoodat de benoeming van priesters uit een ander diocees slechts van tüdelijken aard zal zijn. Binnen enkele jaren toch zal het aantal Seminaristen op de Seminaries dermate zijn toegenomen, dat per klasse een aanmerkelijk grootcr contingent priesters zal kunnen wor den afgeleverd. De uitlevering van Liebermann zal vóór 2 Februari 1929 geschieden. Binnenkort zul len eenige inspecteurs der Haagsche politie naar Helsingfors vertrekken, om Lieber mann te halen. Aan het transport zullen waarschijnlijk veel moeilijkheden verbonden ztin, zoodat den inspecteurs, die het transport naar Nederland zullen hebben te verrichten,, een moeilijke taak wacht. Belemmering der scheepvaart. KOPENHAGEN, 4 Januari. De strenge koude, die gedurende de laatste dagen in Denemarken heerschte, heeft reeds belem mering van de scheepvaart tengevolge ge had. In de Skipe-fjord heeft zich veel ijs gevormd, terwijl bovendien de waterstand een halve meter beneden normaal is ge daald. Een Duitsch motorschip is aan den grond geraakt. Kleinere vaartuigen kunnen zich geen weg meer door het ijs banen. Ook in de Ise-fjord vormt zich veel ijs. Emigranten naar Amerika gesmokkeld. ROME, 4 Januari. De Italiaansche politie beeft een over geheel Italië en Frankrijk verspreide organisatie ontdekt, welke ten doel had paspoorten te vervalschen en emi granten naar Amerika te smokkelen. Na de arrestatie is komen vast te staan, dat de smokkelaars groote sommen ontvingen voor valsche paspoorten en dat vele tientallen Italiaansche boeren naar Amerika zijn ge smokkeld. 11* Naar wij vernemen, is het op 28 Novem ber op het Noordwijksche strand aange spoelde en op het R.K. Kerkhof aldaar be graven lijk door de familie herkend als dat van Michele de Vito en worden door de fa milie pogingen aangewend, dit lijk naar Trinitapoli in Italië «over te brengen. Reuter meldt uit Londen, dat de „Schut tevaer", die zooals men weet, door allerlei omstandigheden maandenlang in de haven van Plymouth heeft gelegen, thans van daar vertrokken is, teneinde de reis naar Amerika voort te zetten. Behalve Schuttevaer zelf bestaat de be manning uit twee personen, nl. P. Meijer uit Haarlem en C. v. d. Laan uit Rotterdam. De bedoeling is om via de Azoren naar New-York te varen. Indien men de eerste paar weken werke- lijk storm ontmoet, zal eerst getracht wor den Lissabon te bereiken, om van daar naar de Azoren over te steken. De boot is uitgerust met proviand voor minstens drie maanden terwijl voorts 1200 liter drinkwater en 110 liter petroleum voor de keuken en voor verlichting werd meege nomen. Grootsche plannen in de St. Bavo-parochie te Oud-Schoten Op Nieuwjaarsdag heeft de zeereerw. heer pastoor W. Dessing van oud-Schoten in zijn Nieuwjaarspredikatie eenige mededeelingen gedaan betreffende de schoolplannen in de St. Bavo-parochie te Oud-Sclioten. In Maart of April zal begonnen worden met den bouw van een Bewaarschool en Zusterschool naast de R.K. Kerk aan den Rijksstraatweg. De teekeningen van den bouw zijn deze maand bij B. en W. inge diend en men hoopt spoedig daarop de goed keuring te ontvangen. De St. Bavoschool (L.O.) aan de Kerklaan zal worden verplaatst en eveneens naast de R.K. Kerk aan den Rijksstraatweg komen. De plannen zijn door den Directeur van Openbare Werken en den wethouder van Onderwijs reeds goedgekeurd en zullen, be houdens goedkeuring van B. en W„ worden uitgevoerd. Met den bouw daarvan zal zoo mogelijk ook in Maart of April begonnen worden. De plannen voor een verbouwing van de bestaande school zijn indertijd ge weigerd, omdat de gemeente op die plaats uitbreidingsplannen heeft. Bekend ls, dat ter plaatse, waar reeds de school aan de Jan Gijzenvaart staat, een Noordelijken Haar lemmerhout moet komen, terwijl daar dus ook met stadsschoohheid en stratenaanleg rekening gehouden moet worden. De bewoners van Oud-Schoten zijn erg dankbaar, dat het nu zoo loopt, zy varen er wel bij. V •v'* I. '&v Nadat de fa. Jonker en Herwaarden, thans ontbonden, den bouwput gereed had, werd 15 Juni 1927 met den bouw van de nieuwe kan toren van 't Provinciaal Waterleidingbedrijf in het Kinheimpark' te Blóemendaal begon nen. Aannemer van het werk was de heer J. Feitsma te- Blóemendaal.Het werk vlotte voorspoedig, zood'at het juist op tyd zal wor den afgeleverd. Onze stadgenooten zullen tydens 'n Zon- dagsche wandeling wel eens het massale ge bouw bewonderd hebben. Ongetwijfeld is het Kinheimpark ermee verrijkt! Op de le etage wordt het administratieve personeel gehuisvest, op de 2e etage het technische personeel en op de 3e verdie ping de afd'ecling correspondentie. Alle lo kalen en zalen munten uit door een mo derne, solide, aoch naar werd medege deeld, eenvoudige afwerking. De vergaderzaal en directiekamer, van een eikenhouten lambrizeering voorizen, hebben aan den wand ingebouwde kastjes, met glas- in-lood-versiering. bestemd voor allerhande curiositeiten, ontdekt bij werkzaamheden in het bedrijf. Het gebouw is natuurlijk centraal ver warmd. Nico Schrier heeft een glas-ln-loodraam ontworpen en uitgevoerd voor het personeel van de P. W. N. Dit zal aan de directie worden aangeboden by de opening. De officieele opening van het gebouw zal geschieden door den heer Commissaris der Koningin in de Provincie Noord-Holland op Vrijdag 11 Jan. 1929, des namiddags 3 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 1