S
De verhouding der gemeenten tot elkaar
Een onderzoek naar de oorzaken
van den ondergang der „Italia"
'=ti51
BUREAUX: NASSAULAAN49,
ADVERTENTIE*» 35 et. p. rege)„
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN
VRIJDAG 4 JANUARI 1929
TWEE EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17047
AANGIFTE MOEI. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL.
De Spitsbergen-reiziger Adolf Hoel en kapitein Lundborg
naar Rome ontboden
Liebermann zal uitgeleverd
worden
Het vlot brengen van de „Heinrich Podeus"
Een gebrek aan priesters
in het bisdom Haarlem?
Winter in Denemarken
Vervalsching van
paspoorten
De ramp van de
.Salento"
Lijk herkend
„Schuttevaer" waagt zich
op den Oceaan
Een bewaarschool en
Zusterschool te
Oud-Schoten
Verplaatsing der school aan
de Kerkhaan
Het nieuwe gebouw van het Provinciaal
Waterleidingbedrijf van Noord-Holland
wordt Vrijdag 11 Januari officieel geopend
ifST
M ïMM r?
s
Telefoon No. 13866 (drie lijnen)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTEN: voor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal f 3.25; per post, per kwartaal
f 3.58 bij vooruitbetaling.
AARLEMSCKE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES, 4 regels 60 ct. p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct., bij vooruitbeL
Bij contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusscben den tekst 60 ct. per regel, ft
Aüe abonnee op dit, biaa zyu iu6evmse ue vei^cr.ugsvoux.va.traen
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen
1 f 'Ülilfl Sa,tc.e ongesüiusineid tot weraen aoor f7Cfl oij een ongeval met jO-Jl bij vernes van een nand, fJOC bij verlies van een fCj] bij 'n breuk van fl
1 OUUU." verlies van beide armen, beide beeneu of belde oogen; 1 3U.""doodelljken afloop; l tjtiUeen voet of een oog; 1 lbo.'duim of wijsvinger; 1 vil. been of arm; 1 h'U.
bij verlies v. een
anderen vinger.
Bestaande regeling
Wanneer de besturen van twee gemeenten
gemeenschappelijke zaken willen regelen,
dan moeten zij vooraf daartoe machtiging
vragen van Ged. Staten. Hebben zij die
machtiging bekomen en de zaak geregeld,
dan hebben zij van hetzelfde college weer
goedkeuring daarop noodig. Weigeren Ged.
Staten machtiging of goedkeuring, dan kan
deze door de Kroon verleend worden.
Een afzonderlijke regeling is getroflen
voor het geval de gemeenten in verschillende
provincies liggen.
De kosten van deze regelingen worden
door de kassen der betrokken gemeenten
gedragen, naarmate van het belang, dat elk
er bij heeft. Geschillen daarover worden
beslist overeenkomstig de bepalingen der
provinciale wet.
Voorts worden voor het terrein van het
zelfbestuur in afzonderlijke wetten (begra
feniswet, woningwet, warenwet, vleeschkeu-
ringswet, lager-onderwijswet, enz.) uiteenloo-
pende regelingen gegeven.
Het ontwerp-Ruys
De bestaande regeling dagteekent reeds
van de totstandkoming der gemeentewet af.
dus uit den tijd, toen de taak der gemeente
besturen veel minder ontwikkeld was en
toen de behoefte aan samenwerking zich
minder veelvuldig deed gevoelen dan tegen
woordig.
Deze regeling was in de practijk dan ook
onhoudbaar geworden. Minister Ruys geeft
voor de mislukking van deze bepalingen
enkele gronden aan: le. wanneer een ge
meenschappelijke regeling wordt getrofien,
blijven alle voorschriften der gemeentewet
betreffende de regeling en het bestuur van
de huishouding der gemeente, op die ge
meenschappelijke regeling onverminderd van
toepassing dat was een belemmering van
beteekenis; 2e. de dubbele regeling van pre
ventieve machtiging en bovendien nog
repressieve goedkeuring werkte eveneens sto
rend; 3e. de vrijheid der gemeentebesturen
om al dan niet tot een regeling toe te
treden, had ten gevolge, dat eigen belang of
kortzichtigheid hen soms van toetreding
onthield, waar zulks feitelijk onmisbaar was.
Vóór minister Ruys zijn ontwerp indiende,
werd een vroeger ontwerp-Cort van der Lin
den (1915) speciaal deze materie rege
lende door hem ingetrokken, doch in
verschillende opzichten was het voon^el-
Ruys te dezer zake een navolging van het
ontwerp-Cort van der Linden, terwijl het
overigens ook hier de. staatscommissie-
Oppenheim volgde.
In drie opzichten echter week het ontwerp-
Ruys van het ontwerp-Cort van der Linden
af; le. minister Cort van der Linden sloot
in het algemeen de naamlooze vennootschap
als vorm van intercommunale samenwerking
uit, terwijl minister Ruys dien vorm volko
men toeliet; 2e. de ministers Cort van der
Linden en Ruys gaven beiden de bevoegd
heid, een regeling vast te stellen met afwij
king van de voorschriften der gemeentewet,
maar laatstgenoemde erkende niet de be
voegdheid, ter behartiging van gemeene
belangen een „bond" te vormen, waarover
het bestuur is opgedragen aan een raad,
samengesteld uit door weel' van de samen
werkende gemeentebesturen aan te wijzen
leden en 3e. minister Ruys schiep, in tegen-
stelling met Cort van der Linden, de moge
lijkheid, om dwang tot samenwerking op de
gemeentebesturen uit te oefenen
Minister Ruys was geen enthousiast voor
stander van den vennootschapsvorm voor
samenwerking en was van oordeel dat de
vereischte goedkeuring door hooger gezag
niet zou mogen verleend, wanneer te voor
zien was, dat de openbare belangen door
dien vorm niet behoorlijk tot hun recht
zouden komen, maar anderzijds was hij
toch van oordeel, dat deze vorm te zeer in
de lijn der ontwikkeling lag, om hem geheel
uit te sluiten. Wel moest de gestie van de
vennootschap geheel onder controle, van het
openbaar gezag worden gesteld.
Wat het vormen van een bond betrof,
meende minister Ruys, dat daaraan niet
zoo'n groote behoefte bestond; vooral niet,
nu ingevolge zijn ontwerp bestuurscolleges
voor gemeenschappelijke regelingen zouden
kunnen worden in het leven geroepen. Bo
vendien voelde minister Ruys niets voor die
honden, omdat dit zouden worden nieuwt
lichamen naast Rijk, Provincie, Gemeente en
Waterschap; lichamen, welke allerlei moei-
hjkheden en kosten opleveren. Bovendien
^hePt thans art. 194 der Grondwet tegen-
tocb reed's de gelegenheid om licha-
levo, met verordenende bevoegdheid in het
eh t» -
Wi„ ^rot'Pen.
sturen die samenstelling dier bondsbe-
Ruys. Mo°et0n regelen?' 200 vroeg minister
van de dit geschieden buiten den invloed
niet. en °m? Dat wiIde hij bl'Jkbaal*
hij verder Weuwe openbare lichamen wilde
bonden uitT? weten' DuS Weerde hiJ de
- - bn ontwerp. De regeliiv» van
yn ontwerp van
b.eede allures vormde het betre
ondergeschikt punt.
Het ontwerp-Kan
Geheel anders dan in het ontwerp-Ruys,
vormde in het meer beperkte ontwerp-Kan
de samenwerking van gemeentebesturen als
het ware den hoofdschotel.
Minister Kan merkt op, dat de praktijk,
zooals die zich vooral in de laatste jaren
hier te lande heeft ontwikkeld en deze
praktijk geeft een aanwijzing van wat in de
kringen van deskundige belanghebbenden als
wenschelijk en noodig wordt gevoeld een
bont beeld van een veelsoortige samenwer
king te zien geeft. Wat daarin o.m. opvalt
is, dat er ter wille van een goede behartiging
van gemeenschappelijke belangen tusschen
gemeenten, evenzeer als door gemeenten met
het Rijk, een provincie, een maatschappij of
particulieren, in de laatste jaren zeer veie
naamlooze vennootschappen zijn opgericht,
menige stichting is gevormd en tallooze meer
of minder eenvoudige bijzondere burger
rechtelijke contracten zijn gesloten, vele van
welke door het hooger gezag goedgekeurde
of toegelaten regelingen niet onbevredigend
werken, en dat daarnaast publiekrechtelijke
regelingen zijn tot stand gekomen, welke in
de uitwerking, o.m. wat de uitvoering, het
beheer, de beslissing van geschillen, de ver
houding tot de medewerkende gemeenten
aangaat, een tamelijk groote afwisseling ver-
toonen en mét welke men de omstandig
heden in aanmerking genomen menigmaal
tamelijk gunstige uitkomsten heeft weten te
bereiken.
Hij wil nu in het bestaande, waar het een
min of chaotisch karakter draagt en slecnts
nauwelijks aan de wet voldoet, orde schep
pen en een regeling maken met een ruim
karakter, welke met groei en ontwikkeling
op dit gebied rekening houdt.
Met Minister Ruys is Minister Kan van
oordeel, dat zoowel privaatrechtelijke als
publiekrechtelijke regelingen dienen te wor
den toegelaten, doch dat aan de laatste de
voorkeur behoort te worden gegeven. Alge-
meene publieke belangen worden immers in
het algemeen het best behartigd langs den
weg van het publiek recht, met zijn be
ginselen van openbaarheid en verantwoorde
lijkheid.
De privaatrechtelijke regeling behoort
daarom de uitzondering te vormen. Daarom
schept het ontwerp-Kan wel de gelegenheid
om dwang tot samenwerking uit te oefenen
ten aanzien van het publiekrechtelijke, doch
niet met betrekking tot de privaatrechte
lijke overeenkomst. Vervolgens wordt de
privaatrechtelijke vorm (stichting, vennoot
schap of andere burgerrechtelijke overeen
komst) alleen toegelaten, indien deze in
verband met het te regelen belang bijzonder
geëigend is. De beslissing hierover berust in
eerste instantie bij de gemeentebesturen zelf,
vervolgens bij de goedkeuring bij Ged. Staten
en ten slotte in beroep bij de Kroon.
Het is de bedoeling van het ontwerp, dat
bij dit laatste angstvallig zal worden tewerk
gegaan en vooral ook op den inhoud dei-
regeling zal worden acht gegeven, omdat de
beslissingen van de organen dier privaat
rechtelijke instellingen, niet aan het toezicht
van eenig publiekrechtelijk gezag zullen
kunnen worden onderworpen.
De publiekrechtelijke regelingen kunnen
een zeer uiteenloopend karakter dragen en
min of meer eenvoudig zijn. al naar gelang
het onderwerp der gemeenschappelijke rege
ling een min of meer ingewikkelde materie
betreft. De eene maal zal instelling eener
Commissie noodig zijn, een andere maal zal
zelfs dat kunnen worden gemist.
Minister Kan wijkt echter belangrijk af van
Minister Riiys, waar hij wel de mogelijkheid
wil openlaten, om in bepaalde gevallen, b.v.
voor gewestelijke plannen, een rechtspersoon
lijkheid bezittend lichaam met eigen orgaan
te scheppen, waarvan Minister Ruijs, zooals
wij zagen, niets wilde weten. Het ontwerp-
Kan gaat hier den weg der „bonden." op,
welke ook door Minister Cort v. d. L. wer
den mogelijk gemaakt.
Of een dergelijk lichaam noodig is, wordt
aan de betrokken gemeentebesturen en de
toezicht houdende hoogere organen overge
laten ter beoordeeling.
De gemeentebesturen zelf of, als zij
hierover te licht mochten oordeelen, het
college van Gedeputeerde Staten en, in be
roep, de Kroon zullen wel weten te ver
zekeren, zoo redeneert Minister Kan, dat
het nieuwe orgaan (of de commissie) hen
voldoende van den gang van zaken op de
hoogte houdt; ook zullen zij niet in gebreke
blijven er voor te zorgen, dat het, dank zij
een goede inrichting, doeltreffend kan
werken, en niet de bevoegdheid verkrijgt
tot het maken van verordeningen, door straf
bepalingen of politiedwang te handhaven, en
het heffen van belastingen, als het voor die
verantwoordelijke taak niet behoorlijk is toe
gerust; en eindelijk zullen zij zich ongetwij
feld bij ds regeling het x-echt voorbehouden,
om haar, zoo noodig tusschentijds, mits met
inachtneming van zekere termijnen en voor
waarden, op te zeggen.
Het ontwerp-Kan schept evenals het ont
werp-Ruys de mogelijkheid, regelingen te
maken, zoowel op het terrein der uitvoering
van Rijkswetten (zelfbestuur), als op dat dei-
gemeentelijke autonomie, maar bovendien
opent het ontwerp-Kan nog de gelegenheid,
dat gemeenschappelijke regelingen niet
alleen worden getroffen door den Raad,
maar ook door B. en W.
Waar de regelingen loopen op het terrein
van het zelfbestuur, zullen zij natuurlijk niet
mogen treden in zaken, welke door een be
paalde wet, waarin voorschriften omtrent
een samenwerking tusschen gemeenten voor
komen, worden geregeld.
Het ontwerp-Kan geeft overigens op dit
gebied slechts algemeene richtlijnen aan en
wanneer de gemeentebesturen zich maar aan
die algemeene richtlijnen houden en binnen
de grenzen der wet blijven, bezitten zij, mits
rekening- houdende met het hooger toezicht,
alle denkbare vrijheid.
De richtlijnen hebben ten doel te waar
borgen, dat de rechten en belangen der
onderscheidene samenwerkende gemeenten
nauwkeurig en billijk tegen elkander worden
afgewogen (getuige b.v. de bepaling, dat de
verschillende gemeenten in den regel in het
gemeenschappelijk bestuur moeten zijn ver
tegenwoordigd) en er tegen te waken, dat
de commissie, c. q. het zelfstandig lichaam
met zijn eigen orgaan, aan de zelfstandige
rechten der onderscheiden gemeentebesturen
zou te kort doen. De grenzen raken de be
voegdheid tot het maken van verordeningen
onder sanctie van straf of politiedwang en
die to( het heffen van belastingen.
Dit gebied blijft dus voor de gemeenschap
pelijke commissies, doch niet voor de bonden
afgesloten.
De voorafgaande machtiging van Ged.
Staten wordt ook door het ontwerp-Kan,
wij mogen wel zeggen: natuurlijk, afgeschaft.
Maar daarnaast stelt het ontwerp iets
nieuws voor, h.l. publicatie in de Staats
courant en de inschrijving in een provin
ciaal register van de regeling, hare wijziging
of opheffing.
De noodzakelijkheid of het nut van deze
laatste nieuwigheid zien wij nog niet aan
stonds in. Zou ook zonder dat voorschrift de
publiciteit -in onze dagen niet groot genoeg
zijn? Misschien is dit echter voor regelingen
van B. en W. van eenig belang, omdat
die colleges niet in het openbaar vergade
ren.
Minister Kan wil, evenals minister Ruys,
de gelegenheid openen, een regeling tot
samenwerking dwingend op te leggen maar
dan zal dit nooit een privaat-rechtelijke
zijn.
Erkend wordt, dat zulks, wanneer de re
geling de huishouding der gemeente betreft,
de gemeentelijke autonomie aantast, maar
deze aantasting wordt onmisbaar geacht om
tot een gezonde ontwikkeling van het insti
tuut der intercommunale regelingen te ge
raken.
De procesgang bij liet opleggen van den
dwang is in het ontwerp-Kan iets anders
en iets uitvoeriger geregeld.
Eerst zullen Gedeputeerde Staten het
ingekomen verzoek tot het opleggen van een
regeling onderzoeken en desgewenscht met
de verschillende belanghebbende gemeente
besturen behandelen. Vervolgens zal de met
uitvoering van de wet belaste minister
hierbij is er van uitgegaan, dat dit steeds
de minister van Binnenlandsche Zaken (en
Landbouw) zal zijn zoo hij na kennisge
ving van het advies van de Gedeputeerde
Staten de voorgedragen regeling in het al
gemeen wenschelijk oordeelt, de besturen
van de door hem aangewezen gemeenten
opdragen, nader over een gemeenschappelijke
regeling in overleg te treden. Als dit overleg
zonder goed gevolg blijft, dienen Gedepu
teerde Staten den minister nader van
advies, onder bijvoeging van een ontwerp
der op te leggen regeling, en wordt de zaak,
aldui voorbereid, bij wijze van een geschil
van bestuur bij den Raad van State aan
hangig gemaakt, waarna de Kroon beslist.
Voor uitbreiding van een regeling tot.
andere ontwerpen of tot meer gemeenten
zal telkens een zelfde procedure moeten wor
den gevolgd.
Die behandeling voor den Raad van State
kwam in het ontwerp-Ruys niet voor.
Verder bevat 't ontwerp bepalingen, hou
dende een voorschrift, dat hoogere goedkeu
ring noodig is op de deelneming door gemeen
tebesturen en stichtingen of vennootschap
pen, ten eerste om de financieele belangen
der gemeenten, welke daarbij betrokken zijn,
en vervolgens om te voorkomen, dat de ge
meentebesturen anders langs dezen weg zou
den kunnen trachten de beperkende voor
schriften, aan een privaatrechtelijke rege
ling verbonden, te ontgaan.
Het hoofdkenmerk van het ontwerp-Kan
ter zake der gemeenschappelijke regelingen
schijnt ons wel te zijn, zijn groote soepel
heid, wat ongetwijfeld belangrijk aan de
practijk zal ten goede komen.
De verwachting is, dat bij aanneming dezer
bepalingen, grenswijziging (resp. annexatie)
in verschillende gevallen zal kunnen worden
vermeden. Maar toch moet de mogelijkheid
daartoe natuurlijk blijven bestaan.
In een volgend artikel zullen wij speciaal
dat onderwerp bespreken.
De „Italia" voor haar ondergang aan den landingsmast op Spitsbergen.
Men seint ons hedenmorgen uit Oslo:
De bekende Noorsche Spitsbergen-reiziger,
Adolf Hoei, die deelgenomen heext aan de
hulp-expeditie van de „Krassin", is door de
Italiaansche regeering uitgenoodigd een on
derzoek in te stellen naar de oorzaken van
den ondergang der Italia. Hoel heeft deze
uitnoodiging aanvaard en vertrekt heden
naar Rome. Tegelijkertijd wordt uit Stock
holm gemeld, dat de Zweedsche kapitein
Lundborg door de Italiaansche regeering is
uitgenoodigd als getuige voor de commissie
te verschijnen. Ook kapitein Lundborg ver
trekt reeds heden van Stockholm naar Rome.
Thans heeft, naar gemeld wordt, de Fin-
sche regeling definitief de uitlevering van
Salomon Liebermann toegestaan.
Zooals men weet, werd Liebermann's uitle
vering verzocht in verband met de inalver-
c^iies bij de Veendainmer Hypotheekbank.
Naar wij vernemen zijn de voorbereidende
werkzaamheden in verband met het vlot
brengen van de „Heinrich Podeus" begon-
nen- -
De Intern. Sleepdienst L. Smit Co.
deelt ons mede, dat thans een 25 a 30 arbei
ders te werk zijn gesteld, die een aanvang
hebben gemaakt met het graven van den kuil
aan die zijde van het schip, die naar de zee
is gekeerd. Ook met den aanvoer van de zak
ken zand, ter versteviging van den uitgegra
ven kuil, zou een aanvang zijn gemaakt.
Men trekke intusschen uit deze mededee.
lingen geen voorbarige conclusies. Zooals de
Intern. Sleepdienst ons mededeelde, zal de
Heinrich Podeus nog wel een kwart jaar op
het duin staan, ook al zijn nu de werkzaam
heden begonnen. Wat thans ontbreekt, zoo
werd ons gezegd, zjjn menschenhanden. Deze
mededeeling is ons niet duidelijk, wijl zooals
bekend is, de werkloozen in Zandvoort hun
keren, om voor dit werk te worden aangeno
men. Wij zullen nog een poosje geduld möè-
ten hebben, vóór van werkelijke vorderingen
bij dit werk kan worden gesproken.
Onze lezers zullen Woensdag bij het lezen
van de benoemingen in ons bisdom wellicht
met eenige verbazing kennis genomen hebben
van het feit, dat in Leidschendam, 's-Graven-
hage (parochie H. Martha), Rotterdam (pa
rochie II. Theresia) en Halfweg, priesters van
het Aartsbisdom Utrecht tot kapelaan zijn be
noemd.
Deze benoemingen zijn een gevolg van een
gebrek aan priesters In het bisdom Haarlem.
Zoo werden onlangs ook twee E.E. P.P. Fran
ciscanen tot kapelaan benoemd, o.m. te Bo-
venkarspel.
Intusschen behoeft dit tekort aan priesters
niet zoozeer te verontrusten, als men wellicht
aanvankelijk zou meenen.
Een gelukkige omstandigheid was. dat in
het Aartsbisdom eenige priesters gemist kon
den worden, zoodat zij, toen Z. D. H. de Bis
schop van Haarlem deze voor de bediening
in zijn bisdom vroeg, konden worden afge
staan. Binnenkort is ook nog de benoeming
van een vijfden priester uit het Aartsbisdom
in ons diocees te verwachten.
Men houdt er echter rekening mede, dat
binnen enkele jaren het gebrek aan priesters
zal zijn overwonnen, zoodat de benoeming van
priesters uit een ander diocees slechts van
tüdelijken aard zal zijn.
Binnen enkele jaren toch zal het aantal
Seminaristen op de Seminaries dermate zijn
toegenomen, dat per klasse een aanmerkelijk
grootcr contingent priesters zal kunnen wor
den afgeleverd.
De uitlevering van Liebermann zal vóór
2 Februari 1929 geschieden. Binnenkort zul
len eenige inspecteurs der Haagsche politie
naar Helsingfors vertrekken, om Lieber
mann te halen. Aan het transport zullen
waarschijnlijk veel moeilijkheden verbonden
ztin, zoodat den inspecteurs, die het
transport naar Nederland zullen hebben te
verrichten,, een moeilijke taak wacht.
Belemmering der scheepvaart.
KOPENHAGEN, 4 Januari. De strenge
koude, die gedurende de laatste dagen in
Denemarken heerschte, heeft reeds belem
mering van de scheepvaart tengevolge ge
had. In de Skipe-fjord heeft zich veel ijs
gevormd, terwijl bovendien de waterstand
een halve meter beneden normaal is ge
daald. Een Duitsch motorschip is aan den
grond geraakt. Kleinere vaartuigen kunnen
zich geen weg meer door het ijs banen. Ook
in de Ise-fjord vormt zich veel ijs.
Emigranten naar Amerika gesmokkeld.
ROME, 4 Januari. De Italiaansche politie
beeft een over geheel Italië en Frankrijk
verspreide organisatie ontdekt, welke ten
doel had paspoorten te vervalschen en emi
granten naar Amerika te smokkelen. Na de
arrestatie is komen vast te staan, dat de
smokkelaars groote sommen ontvingen voor
valsche paspoorten en dat vele tientallen
Italiaansche boeren naar Amerika zijn ge
smokkeld.
11*
Naar wij vernemen, is het op 28 Novem
ber op het Noordwijksche strand aange
spoelde en op het R.K. Kerkhof aldaar be
graven lijk door de familie herkend als dat
van Michele de Vito en worden door de fa
milie pogingen aangewend, dit lijk naar
Trinitapoli in Italië «over te brengen.
Reuter meldt uit Londen, dat de „Schut
tevaer", die zooals men weet, door allerlei
omstandigheden maandenlang in de haven
van Plymouth heeft gelegen, thans van daar
vertrokken is, teneinde de reis naar Amerika
voort te zetten.
Behalve Schuttevaer zelf bestaat de be
manning uit twee personen, nl. P. Meijer uit
Haarlem en C. v. d. Laan uit Rotterdam.
De bedoeling is om via de Azoren naar
New-York te varen.
Indien men de eerste paar weken werke-
lijk storm ontmoet, zal eerst getracht wor
den Lissabon te bereiken, om van daar naar
de Azoren over te steken.
De boot is uitgerust met proviand voor
minstens drie maanden terwijl voorts 1200
liter drinkwater en 110 liter petroleum voor
de keuken en voor verlichting werd meege
nomen.
Grootsche plannen in de St. Bavo-parochie
te Oud-Schoten
Op Nieuwjaarsdag heeft de zeereerw. heer
pastoor W. Dessing van oud-Schoten in zijn
Nieuwjaarspredikatie eenige mededeelingen
gedaan betreffende de schoolplannen in de
St. Bavo-parochie te Oud-Sclioten.
In Maart of April zal begonnen worden
met den bouw van een Bewaarschool en
Zusterschool naast de R.K. Kerk aan den
Rijksstraatweg. De teekeningen van den
bouw zijn deze maand bij B. en W. inge
diend en men hoopt spoedig daarop de goed
keuring te ontvangen.
De St. Bavoschool (L.O.) aan de Kerklaan
zal worden verplaatst en eveneens naast de
R.K. Kerk aan den Rijksstraatweg komen.
De plannen zijn door den Directeur van
Openbare Werken en den wethouder van
Onderwijs reeds goedgekeurd en zullen, be
houdens goedkeuring van B. en W„ worden
uitgevoerd. Met den bouw daarvan zal zoo
mogelijk ook in Maart of April begonnen
worden. De plannen voor een verbouwing
van de bestaande school zijn indertijd ge
weigerd, omdat de gemeente op die plaats
uitbreidingsplannen heeft. Bekend ls, dat ter
plaatse, waar reeds de school aan de Jan
Gijzenvaart staat, een Noordelijken Haar
lemmerhout moet komen, terwijl daar dus
ook met stadsschoohheid en stratenaanleg
rekening gehouden moet worden.
De bewoners van Oud-Schoten zijn erg
dankbaar, dat het nu zoo loopt, zy varen
er wel bij.
V •v'* I. '&v
Nadat de fa. Jonker en Herwaarden, thans
ontbonden, den bouwput gereed had, werd 15
Juni 1927 met den bouw van de nieuwe kan
toren van 't Provinciaal Waterleidingbedrijf
in het Kinheimpark' te Blóemendaal begon
nen. Aannemer van het werk was de heer
J. Feitsma te- Blóemendaal.Het werk vlotte
voorspoedig, zood'at het juist op tyd zal wor
den afgeleverd.
Onze stadgenooten zullen tydens 'n Zon-
dagsche wandeling wel eens het massale ge
bouw bewonderd hebben. Ongetwijfeld is het
Kinheimpark ermee verrijkt!
Op de le etage wordt het administratieve
personeel gehuisvest, op de 2e etage het
technische personeel en op de 3e verdie
ping de afd'ecling correspondentie. Alle lo
kalen en zalen munten uit door een mo
derne, solide, aoch naar werd medege
deeld, eenvoudige afwerking.
De vergaderzaal en directiekamer, van een
eikenhouten lambrizeering voorizen, hebben
aan den wand ingebouwde kastjes, met glas-
in-lood-versiering. bestemd voor allerhande
curiositeiten, ontdekt bij werkzaamheden in
het bedrijf.
Het gebouw is natuurlijk centraal ver
warmd.
Nico Schrier heeft een glas-ln-loodraam
ontworpen en uitgevoerd voor het personeel
van de P. W. N. Dit zal aan de directie
worden aangeboden by de opening.
De officieele opening van het gebouw zal
geschieden door den heer Commissaris der
Koningin in de Provincie Noord-Holland op
Vrijdag 11 Jan. 1929, des namiddags 3 uur.