Hallo Handoen
Hier Holland!
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - ZATERDAG 5 JANUARI 1929
BLADZIJDE 1
Brabantsche Brieven
Spill
generaal over.
bracht.
In de groote hal van het zendgebouw te
ingewikkeld macliinerieënsteteel, waardoor
wordt gebracht. Opmerkenswaardig is de
Kootwijk wordt het oog getroffen door een
de communicatie met de koloniën tot stand
groote orde en logische opstelling dier inge
wikkelde instrumenten. De heldere architectuur past rich hierbij goed aan. Van het
verhoogde schakelpodium, dat op den voorgrond zichtbaar is, wordt de geheele instal
latie bediend. Het is als de brug van een der groote zeekasteelen, waar de gang van
het schip geregeld wordt. Van het nauwkeurig functionneeren van alle mechanische
deelen hangt alles af
et onderling verkeer tuschen
inlanders en Nederlanders neemt
toe. Zoowel wat het bereiken
van Indië en Holland, als wat het
persoonlijk contact met de aldaar levende
bevolking betreft-, krimpen de afstanden in.
Het medeleven met elkander wordt meer en
meer een in-leven in elkanders belangen en
behoeften. In dien geest ontwikkelt zich niet
alleen de Nederlandsche Staatskunde, maar
oriënteert zich steeds sterker de geest van
het Nederlandsche volk. Op dien weg schreed
men hier en ginds in het afgeloopen jaar
voort en in dezelfde richting hoopt men in
in het nieuwe jaar voort te gaan."
Zulke woorden bezigde oud-minister Dr. J-
Th. de Visser, toen hü Maandagmiddag, aan
den vooravond van het nieuwe jaar een
groet uit het moederland namens de Neder
landsche regeering radio-telefonisch van de
studio van het Hoofdbestuur der Posterijen,
Telefonie en Telegrafie te 's-Gravenhage
uit, naar de gebieden van Ned.-Indië en
West-Indië overbracht.
En hü legde daarmee den nadruk op een
waarheid, die thans staat te gebeuren.
Nederland en indië bevinden zich aan
den vooravond van een grootsch feit.
Ons land zal het eerste land ter wereld
zijn, dat, zü het dan voorloopig nog met
eenige beperking, een geregelden radio-
telefonischen dienst voor het publiek met de
koloniën openstelt.
Een afstand van 13000 KM., welke Am
sterdam van Bandoeng scheidt, is door de
menschelijke stem, voortgedragen op de
golven in den aether, overbrugd en daar
mede heeft de Nederlandsche radio-techniek
zich met één slag geplaatst in de eerste rijen
van de landen, die zich beijveren hun pres
tige op radio-technisch gebied hoog te hou
den.
In verbluffend korten tijd, feitelijk slechts
In enkele jaren, is de Nederlandsche radio
techniek geklommen tot de superieure hoog
te, waarop zü nu staat en hoewel eenerzüds
Amsterdam, Botterdam, Utrecht en 's-Gra
venhage en anderzijds Bandoeng, Semarang
en Soerabaja voorloopig tot dit radio-verkeer
zullen kunnen worden toegelaten, is de
openstelling van dezen nationalen radio
dienst toch een beslissend succes voor onze
kranige ingenieurs, die met volle kracht in
een minimum van tüd hebben gearbeid, om
aan het Nederlandsche volk en de onder
danen in de verre koloniën zulk een resul
taat te kunnen aanbieden.
„Kootwijk", de machtige kortegolfzender
in Nederland én „Malabar", het groote
Indische radiostation, krügen een belangry-
ke taak te vervullen en als Maandagmid
dag H. M. de Koningin-Moeder zich op den
boogen feestdag waarop zfj haar 50-jarig
jubileum als Nederlandsch staatsburgeres zal
herdenken, persoonlek met mevr. de Graef
in Indië in verbinding zal hebben gesteld,
om op het eigen oogenblik de eerbiedige
hulde en gelukwensehen van de vrouwen in
ontvangst te nemen, zullen minister Konigs-
berger en minister van der Vegte den dienst
definitief openen en daarmee de reeksen van
proefgesprekken, die met zoo gunstig resul
taat reeds zün gevoerd, besluiten.
Dan treedt op 8 Januari (Dinsdag) de
(Lenst officieel in werking en dan zal ook
„het hek van den dam zün."
Zal het Nederlandsche volk de beteekenis
van dit nieuwe feit weten te apprecieeren?
Zonder twüfel. want de Hollandsche za
kenman weet, hoeveel meer hü kan bereiken
met een rechtstreeks gevoerd gesprek, dan
met een brief, die wekenlang onderweg blüft
of een telegram, dat uit den aard der zaak
slechts een minimum aantal woorden zal
bevatten. Maar behalve voor den Nederland-
schen handel, zal de nieuwe radio-dienst
menigen dankbaren dienst bewijzen, want.
och, hoevelen zün er niet, die ook eens
eenige tientallen guldens er voor over zullen
hebben om met ouders, kinderen of familie
in het verre Indië weer eens te spreken, om
een dierbare stem, misschien wellicht voor
het laatst nog eens te hooren.
Nauwelijks anderhalf jaar heeft het den
Hollandschen en Indischen radiodienst gé-
kost, om den duizenden kilometers groote
verbinding tot stand te brengen. De neer
van Gersel, die verbonden is aan net radio
station te Noordwyk, waarheen het oude
Myendell, uit 's-Gravenhage, is overge
plaatst vertelt van de ontwikkeling in het
tüdschrift voor den Post, Telefoon- en
Telegraafdienst.
Slechts de voornaamste feiten uit de wor
dingsgeschiedenis diept hü op en dan wijst
hü er allereerst op, dat door de eerste suc
cesvolle uitzendingen van den Phillps-korte-
goifzender in Maart
1927, de mogelijk,
heid van een di
recte telefonische
verbinding met
Ned.-Indië was
aangetoond.
Toen tüdens een
in Mei d.a.v. over
dien zender tot
Ned. Oost-Indië
gerichte rede Z.
Exc. de minister
van koloniën het
vertrouwen uit
sprak. dat Indië
spoedig zou ant
woorden. kon, zoo
gaat de heer van
Gersel verder, be.
zwaarlük worden
vermoed, dat reeds
een week later met
een tweetal zenders
beproefd zou wor
den zich in het
verre vaderland
verstaanbaar te
maken.
Op 23 Mei 1927
werden op den zen
der PKXX, ont.
worpen door dr. Ir.
De Groot, de eerste
tonictrain-teekens
overgebracht, na
dat er den vorigen
dag eenige uren
vergeefs
naar was
geluisterd.
Op 24 Mei
werd ook de
door Ir. Lan.
gendam ge
bouwde La.
boratorium-
jender ANE
geïdentifl.
ceerd. De
golven en
Door sterke tuien vastgehouden, rijzen de 210 Meter hooge
antennemasten rond het cendgebouw op. Zij rijn geheel
van staal vervaardigd, maar staan, zooals de foto toont,
niet vast OP den grond. Voor het evenwicht zorgen dc
tuien. Heel de gevaarten balanceeren leder slechts op één
punt; de masten zijn namelijk op een kogelscharnier,
geïsoleerd van de aarde, opgesteld. De masten hebben,
zóoals men ziet, drie opgaande ribben. Op deze ribben
zijn telkens op 48 meter afstand naar boven de tulen
bevestigd die paarsgewijze op den grond, aan zware
daarin gedeeltelijk verzonken betonblokken zijn verankerd,
zoodanig, dat men van daaruit de tuien kan vieren of
spannen. Iedere mast heeft 12 tulen.
jrimaire vermo
gens bedroegen
resp. voor PKXX
17 M. en 25 K.W.,
voor ANE 17.9 M.
en 5 K.W.
Het gesproken
woord werd voor
het eerst verstaan
op 27 Mei, toen dr.
De Groot over PK
XX de groeten aan
den heer directeur-
Dat het belang
van de verbinding
direct door de
autoriteiten werd
ingezien wordt wel
ten duidelijkste be
wezen door 't feit,
dat reeds den vol
genden dag voor
H. E. de Ministers
tan Waterstaat en
van Koloniën een
overigens weinig
geslaagde de.
nonstratie werd
gehouden. Met ver
bazingwekkende
snelheid volgden
de belangrüke ge-
oeurtenissen elkaar
nu op.
Op 1 Mei spra-
sen H. M. de Ko-
nigin en H.
K. H. Prin
ses Juliana
over den
Phüipszen-
der W.-Indië
en op 1 Juni
O.-Indië toe.
Was de laat
ste daturr
een weinig
verschoven,
dan zou het
Hoog op de Veluwe staat demachtige kortegolfzender Kootwijk. Men riet hier het
hoofdgebouw met den koel vijver. Het bouwwerk is geheel van gewapend beton opge
trokken met een 30 Meter boogen toren, die den voorgevel beheerscht. AUe gebouwen
van dit zendstation, dat de radio-communicatie met Indië- onderhoudt, zijn uitgevoerd
naar ontwerpen van den Haagschen architect J. Luthmann. In den vijver, vóór den
hoofdingang, bevindt zich onder het watervlak een buizenstel, waardoor de verhitte olie,
die uit het zendgebouw wordt aangevoerd, afgekoeld daarin terugkeert. Met zfln
antennemasten beheerscht het gebouwencomplex den geheelen omtrek.
ongetwüfeld mogelük geweest zün, Z. E.
den. gouverneur-generaal gelegenheid te
geven de rede te beantwoorden. Op 3 Juni
toch werd reeds het eerste kruisgesprek
gehouden.
Een der meest treffende gebeurtenissen
uit dezen tüd is wei geweest het eenzüdige
gesprek van dr. De Groot met zün ouders,
die voor deze gelegenheid te Meyendel aan
wezig waren. Weinig kon toen worden ver
moed. dat deze organisator van den
bloeienden Indischen Radiodienst reeds zoo
kort daarna op de thuisreis zou overlüden.
Gedurende eenige maanden werden vervol
gens regelmatig en meermalen ook zeer
onregelmatig! gegevens verzameld met
betrekking tot de neembaarheid van de
zenders.
Intuschen werd te Kootwijk onder leiding
van dr. Ir. Koomans rusteloos gewerkt aan
den door Ir. Roosenstein ontworpen zender
Reeds op 22 September konden hiermede de
eenigste balanskruisgesprekken met 's-Gra
venhage en Sneek worden gehouden. Het is
van belang hierbü op te merken dat de
ontvangst tot dit oogenblik plaats vond op
de volkomen ongewüzigde, ook voor telegra.
fleontvangst gebruikte eenvoudige antenne
toestel-combinaties.
Met deze kruisgesprekken begint weder
een serie nieuwe successen. Krufagesprekkep
van zeer langen duur werden zoowel over
den KootwUkschen als over den Philipszen-
der afgewikkeld. Een groot voordeel van
Aan de andere züde van den evenaar nabü Bandoeng prijkt een even machtig radio- station ais dat, waarop wij hier in Holland trotscli gaan. Het is het zendgebouw Malabar,
waarvan men links den voorgevel riet met daarboven het ingewikkeld net van antennedraden. Kenmerkend is de geheel andere bouwstijl, die hier is toegepast. Met de andere
dienstgebouwen vormt Malabar een schilderachtig complex. De foto rechts geeft een kijkje in de groote zenderzaaL Duidelijk onderscheidt men daar de twee groote boogzenders
ran 2400 K. W. Hier troont de uitmuntende staf van den Indischen radiodienst, die het mogelük heeft gemaakt, dat thans met d« kruisgesprekken een aanvang gemaakt
kan worden. Vooral wplen ir. de Groot heeft aan dit werk een aanzienlijk aandeel gehad en aan zün toewijding ook fa het voornamelijk te danken, dat de Indische radiodienst
- zich thans op zulk een hoog peil bevindt.
den Kootwyk-zender bleek daarbü de golf
lengte. Hierdoor was het mogelük op de
gemeenschappelüke daguren te spreken, ter-
wül hü de ontvangst in Indië minder last
van luchtstoringen werd ondervonden.
Hoe meer ervaring werd opgedaan, hoe
duidelüker bleek, dat het lijngedeelte meer
zprg baarde dan het radiogedeelte. Speciale
aandacht moest worden gewüd aan balans
schakeling- en echo-onderdrukking-proble
men, welke voor kabeltelefonie waren opge.
lost, doch welke hier nieuwe gedaanten
aannamen.
Terwül dit geschiedde konden zoowel aan
zend-, als ontvangzüde verbeteringen wor
den aangebracht. Een der belangrijkste aan
de ontvangzüde is daarbü wel geweest het
in gebruik nemen van een door het Labora
torium ontworpen gecombineerd ontvang-
systeem, dat berustte op het reeds in Mei
1927 in Indië met succes toegepast antl-
fading-systeem-De Haas. Door samenvoeging
van de op meerdere plaatsen verkregen
ontvangsten bleek het mogelük aldus tüde-
lüke geluidsverzwakkingen in groote mate te
ondervangen. Zulks kon geschieden doordat
sluiering zeer plaatselük optreedt. Boven
dien bleken bü elkaar gelegen antennes van
verschillend type zich ten aanzien van het
fadingverschünsel niet gelyk te gedragen,
waarvan evenzeer profüt werd getrokken.
Intusschen werden nu ook studio's inge
richt in het Hoofdbestuursgebouw te 's-Gra
venhage en te Kootwijk. In de eerst werd
tientallen de gelegenheid geboden een kort
gesprek te voeren met familieleden en an
deren in Bandoeng. De bü deze proefge
sprekken opgedane ervaring was uiteraard
van veel waarde voor een inzicht in de
commercieele en andere mogelijkheden.
Dat reeds zoo spoedig daarna aan parti
culieren de gelegenheid wordt geboden, zü
het nog met restricties, van het nieuwe com
municatiemiddel gebruik te maken, is te
danken aan de voortvarendheid van de
bedrijfsleiding, zoowel hier te lande, als in
N. O. Indië.
Dinsdag zullen de radio-gesprekken defi
nitief een aanvang nemen en algemeen ver.
wacht men dat dit nieuwe zeer spoedig zal
zijn ingeburgerd. Trouwens, het geldt nier
ook geen experiment meer. De tüd van
proefnemingen en proefgesprekken is voor.
bü en in dien tüd is gezorgd, dat de dienst
zoo perfect mogelük iunctionneert.
Vele successen zün reeds behaald en wat
de Nederlandsche en Indische radiodienst
tot nog toe gepresteerd hebben, heeft de
algemeene bewondering afgedwongen.
De vier voornaamste steden van ons land
zullen nu met drie belangrijke centra van
Java verbonden zün, maar alles wüst er op,
dat de tüd niet ver meer af fa, of men zal
uit zyn huis per telefoon rustig een gesprek
met relaties, familie of vrienden in Insulinde
kunnen voeren. Dat danken wy aan het
doorzettingsvermogen van Hollandsche
voortvarendheid.
Nog weinige uren en Indië zal de stem
uit het moederland hooren van de Konings.
vrouwe, die het blijde gebeuren, een gebeuren
van wereldbeteekenis, op haar jubeldag zal
inleiden.
ULVENHOUT. 2 Jan. 1929
Menier,
'k Sting van d'n jrawlSSKJu.
mergen op 't laand,
'n pepke te rooken.
om d'n worsten- "3S?|
brood van gieste-
ren 'n handje te
helpen mee 't zak- TüHs
ken, want er stmg
rechtop in m'n
maag en 't boven-
kaantje douwde oa.
teugen m'n strot "'"nlflroAEig
aan, toen 'r nen
kaptein naar me toe kwam. Die is verkeerd
aangesloten, docht ik, maar allee, lat 'm
maar tobben.
„Goedenmorgen, Dré," zee-t-ie. 'k Nam
m'n pepke uit m'nen mond, veegde m'n
lippen 'n bietje-n-af, telde ondertusschen
z'n sterrekes en zee: „Goeiemergen kaptein."
En toch lachten me-n-allebei. „Ik was zoo
even bij je thuis," vertelde-n-ie toen, „en
Trui zei dat ik je hier wel treffen zou."
„Nimme nie kwalijk." zee ik weer. „maar wa
bende gü °P de hogte van mün fermilie-
relasies. Hoe kende mij en hoe kende Trui
enwelke strategische belangen ebben
jouw naar mijnen hof gevoerd?" „Ik ken
Jouw uit de krant," lachte-n-ie, „want ik
lees je brieven altijd en dus kende ik Trui
dadelijk"aan den druppel" vulde-n-ik
aan. En as gekken emmen toen Landbouw
en 't Leger staan giechelen in d'n vruugen
mergen vaa d'n eersten werkdag in 't jaar
1929. Om kort te gaan, 't gong dan over 't
nuuwe assiel veur dieren da ze by ons in
de stad Berda emmen opgericht g'ad en of ik
daar *s mee m'n beesten verstaand wouw
komen kyken. Keb de sjees ingespannen, d'n
kaptein opgelajen en meteen wiesten zien.
t Was dik veur mekaar, in één woord.
Schoone hokskes en van den grond kunde
eten. De beesten'die wa menkeeren, worren
zorgvuldig opgepast en de gezonde emmen
de glans over d'r huid leggen.
Dr was 'nen hond, zoo groot as 'n kalf
en mee n paar schouwers as "n pèèrd. Maar
n paar oogen in z'nen kop om dierèk van
'm te houwen. „Da's 'nen goeien waakert,"
zee ik teugen d'n kaptein. „da s meer as
tien pliesieagenten." „Als je 'm hebben wilt."
zee-t-ie. „neemt 'm dan maar mee naar
huis. want je schryft tegenwoordig zooveel
over de onveiligheid van onze provincie, dat
Ik begrijp dat. je zoo'n beestje kunt gebrui
ken Nouw, amico, hy lee nouw oy my in
d'n stal. Los! Want 't is 'n beest da nie
weglopt by 'nen goeien baas. Gewoon vrou-
welyk van aerd ee, maar dan zachter. Maai
't minste wat ie heurt, dan staan z'n ooren
recht overeind en dan gaan z'n lippen van
mekare en dan kekte teugen 'n gebit aan,
da-d-oew nekharen stijf gaan staan. Trui
is dol mee 'm. En hij mee Trui. Trui is alt-ij
dol mee beesten gewiest wa gin plumpke
veur mijn is. Maar 't assiel. amico. da rit
netjes in mekaar. As 'n kezème, man, zoo
is alles op tüd en geregeld en de beesten
zün daar bestig af. Katjes rijn d'r ok en
die leggen te spinnen van genot Berda kan
z'nen slinger emmen over zo'n schoon assie-
leke en de beesten nog meer. „Kapteintje.
zee ik, „m'n kompelement, de boel fa in orde
en 'k ben blü da-ge me da-d-'s liet zien,
'k zal er van reppen in m'nen brief." En toen
flonkerden z'n twee ogskes nog meer as
z'n zes sterrekes. Hü schün veul van beesten
te hpuwen, maar allee, da breng z'n vak
mee. As g'altü tusschen soldaten zit, dan
wende aan de dieren, 'k Ben ok soldaat ge
wiest en kan er van meepraten, zoo as ge
wel wit
Maar allee, ik ben 'nen gèèven waakhond
rijker en da's van veul belang Want 't spokt
er hier nog steeds, amico.
"n Durp hier in Brabant hadden de sloe
bers aan 'nen bewoonder geschreven, as da
ze dieën nacht kwampen inbreken.
Nouw, ge begrept, as dat ie de piiesie
waarschuwde. In 'n oogenblikske lag 't huis
omsingeld van louter Sjerlokken Holmes. Tot
's mergens vier uur bleven de sjerlokken
daar zitten en toen kratsten Ze op.
En toen de bewoonders 's mergens opstin-
genwas 't huis leeggestolen.
Nouw gü!
Durpkes mee duuzend inwoners, daar ko
men de durpelingen 's mergens mee klupkes
naar d'n veldwachter om perses vanbaaJ te
laten maken veur inöraak. Mee kluppen,
amico! Neeë, ze kunnen op de piiesie schel
len, maar ier in Brabant maken ze 't Je
sloebers heelemaal nie lastig. As ze veruit
zeggen da ze komen, gaat de piiesie 's mer
gens om vier uren weg en steken d'r kouwe
voeten onder d'n wol bij moeders.
In Parijs, hè 'k gelezen, daar emmen ze
de tillefoon zoo ingericht, da ge 's aves van
te veuren aan de tillefoonmamsèl óp kunt
geven hoe laat of z'oew uit oewen slaap mot
tillefeneeren.
Zo'n dink motten wü elgenlük ok emmen.
Dan mot de tiïlefeniste de veldwachter 'rit
z'nen slaap bellen, as er ergens 'nen inbre
ker z'n ambacht aan 't uitoefenen is. En de
inbrekers motten dan wachten tot Sjerlok
aanbelt, aanders is 't nog „dunne" op 'nen
riek (hooiverk).
Net as mee Aanmeloelah!
Wa zit die in d n knoop, zeg.
Die zouw 's effetjes z'n land modernezee-
ren. Op z'n EUropeesch. Maar ze waren 'm
net veur, want laat ik nouw lezen dat ie
mee z'n Trui in "n fort was gekropen en
dat de ouwerwetsche Afganiestankers da
foit uit vliegmesjienen emmen gebombar
deerd!
Da's toch allesballeve ouwerwetsch, zou 'k
zoo zeggen!
Oorlog voeren uit de locht is toch één van
de leste vruchten van de beschaving! En van
d'n draadlooze emmen ze de draaien loos
gemokt. Deurgeknipt. Dus ok de radejoow
was daar al. As nouw al 't gemodernezeer 'm
dan alleenig zat in de sluiers die de wefkes
veur d'r gezicht hadden hangen, zooöa ge
alleen d'r oogen maar kon zien, dan ha 'k in
Aanmeloelah z'n plak, die sluierkes maar
stiekum laten hangen. Want as ze da willen
Europaseeren, dan is 't end ok nog nie te
vinden. Eerst de sluier af en 't moeleke
bloot. Dan de rokskes omhoog en de beentjes
dito. Dan 't jakske omlaag enaffjjn
ge snap me wel! Hoe moderner, hoe kaler; en
'n wefke da teugeswoordig niks-heeft-om-
aan-te-doen, zooas ze da-d-altü zeggen, die
zün vandaag eerst 't beste-n-in de mode.
Neeë, daar had Aanmeloelah nooit aan
motten beginnen da brikt 'm nog 's op.
En 't zou me niks verwonderen, of hü ee-g-'t
meugen emmen in da fort. mee z'n Trui.
Die zal 'm wel effetjes van-dik-hout-
zaagde-plaanken gegeven emmen. Van z'n
wefke de wind van veuren. van oew onder
danen 'de zegen van boven gaat er maar
a&n staan. Om zóó oewen buik vol te emmen
van 't moderne gedonderjaag.
Want bommen en grenaten uit vlieg
mesjienen zün nog gineens half zoo erg,
as wanneer oew vrouw d'n aanval opent
da dan samen. Om grüs te worren.
in één uur! Zoo zat ik 'n paar dagen
gelejen saves de kraant te lezen en hoor
ik ineens: „Hedde da-d-al elezen van...
„Ja," zee ik. „Van dieën Amerikaanschen
perfester?" „Ja, ok al!" „Ge liegt pès-
kop," vleide m'n vrouwke. „Ja," zei ik weer,
want amico, as ze me veur willen lezen,
wanneer 'k zelf aan 't Jezen ben, dan kryg
'n d'n kriebel in m'n lijf en zeg overal maar
„Ja" en „Amen" op.
„Wildet veur lezen, Trui," vroeg ik toen
heel zoetsappig? „Wacht dan effekes, meld,
tot ik m'n pepke ovemuuw gestopt heb."
Toen, amico, dat was 'n nuuwe truuk van
me, om 't er af te ieeren, hè 'k heel netjes
m'n kraant opgevouwen. Daarop m'n püp
uitgekrabt heel secuur d'r zat geen
vuiltje meer in toen m'ne tabak opge
zocht, die 'k in gin vüf minuten vinden kon,
PÜP gestopt, lucifers gezocht, aangestoken,
kortom, 't duurde 'n klein ketierke. „Nouw
Trui, vertel me nouw 's wa ge mee dieën
Amerikaanschen perfester aan de pet het,"
zei ik vriendeiük.
Toen zette ze d'ren bril veur d'r veurhoofd,
deed d'r ermen over mekaar ('n heel slecht
veurteeken!) en knikte 's vriendelyk! „Is-u-
klaar, baron-van-Habenniks?" vroeg Trut
„Jawel, om u te dienen, baronnès van Drup
pel tot Droppel." „Gü het nouw altü zoo op
den trouw te schellen," viel Trui u i t en
nouw motte 's hooren",hoe lollig 't fa."
viel ik in!. Daar gong ze nie op in. En wa
ze toen veurlas. da kwam dan hier op neer.
dat dieë perfester had uitgerekend, dat er
in Amerika vier keer zoo veul ongetrouwde
lui 'n end aan d'r leven maken as getrouwde.
En dat er daar van elke honderd huwelüken
weer vüftien uit mekare spatten.' „Nouw gü,"
zei Trui, „wa zedde daarvan?" „Dat de lui
die getrouwd zyn," fielesefeerde ik, „zo'nen
schrik emmen van d'ren strop, da's aan gin-
nen tweeden beginnen!" Toen zee Trui iets
da nie afgedrukt kan worrenMaar as ik
gedaan had wa ze zee, dan, welnouw, dan
was m'n broek veul te kort geworren, amico.
Dus ge snapt 'm wel!
Maar ditte wil ik oew wel in ernst zeg
gen. de huwelüken daar in 't Land van den
Dollar gesloten, zitten losser inmekaar as
hier. En schün 't toch maar waar te zün,
da-d-'n trouwpartü, deur onze lieveneer be
werkt, steviger en solieder aan mekaar te
gesoldeerd dan eene deur d'n Dollar.
Want Trui kan nouw wel 's uitvallen dat
de ramen rinkelen as ik 'tweer mos doen,
dan dee ik 't toch weer mee d'n druppel,
riede!
Webben 't as boerenmenschen wyd ge-
brocht. Ons gedoeike mag er zün. 't Is 'n
heel stuk Ulvenhout, da beloof ik oew en
ginnen sent hiepeteek, amico en
toen me begonnen, wel toen begonnen me
mee vier blaanke billen zooas wij da zeggen
en, amico, da lykt heel veul, maar ge kopt
er gin dubbeltje sigaren veur!
En onzen hof emmen mee haard werken
verdiend, maar zopder Trui was da nooit
gelukt. Daar motte 'n wüf bü hebben, die
d'r handen uit de mouwen stikt. Voor nik
werk kunde mee polleka-kopkes en gemanL.
kuurde vingerskes niks beginnen../..
maarveur welk seerejeus werk wel?
Ozoo! Amico, ik schei d'r af.
Veul groeten van m'n kompejon en as altü
gin horke minder van oewen
toet a voe
DRE