Hallo Handoen Hier Holland! DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - ZATERDAG 5 JANUARI 1929 BLADZIJDE 1 Brabantsche Brieven Spill generaal over. bracht. In de groote hal van het zendgebouw te ingewikkeld macliinerieënsteteel, waardoor wordt gebracht. Opmerkenswaardig is de Kootwijk wordt het oog getroffen door een de communicatie met de koloniën tot stand groote orde en logische opstelling dier inge wikkelde instrumenten. De heldere architectuur past rich hierbij goed aan. Van het verhoogde schakelpodium, dat op den voorgrond zichtbaar is, wordt de geheele instal latie bediend. Het is als de brug van een der groote zeekasteelen, waar de gang van het schip geregeld wordt. Van het nauwkeurig functionneeren van alle mechanische deelen hangt alles af et onderling verkeer tuschen inlanders en Nederlanders neemt toe. Zoowel wat het bereiken van Indië en Holland, als wat het persoonlijk contact met de aldaar levende bevolking betreft-, krimpen de afstanden in. Het medeleven met elkander wordt meer en meer een in-leven in elkanders belangen en behoeften. In dien geest ontwikkelt zich niet alleen de Nederlandsche Staatskunde, maar oriënteert zich steeds sterker de geest van het Nederlandsche volk. Op dien weg schreed men hier en ginds in het afgeloopen jaar voort en in dezelfde richting hoopt men in in het nieuwe jaar voort te gaan." Zulke woorden bezigde oud-minister Dr. J- Th. de Visser, toen hü Maandagmiddag, aan den vooravond van het nieuwe jaar een groet uit het moederland namens de Neder landsche regeering radio-telefonisch van de studio van het Hoofdbestuur der Posterijen, Telefonie en Telegrafie te 's-Gravenhage uit, naar de gebieden van Ned.-Indië en West-Indië overbracht. En hü legde daarmee den nadruk op een waarheid, die thans staat te gebeuren. Nederland en indië bevinden zich aan den vooravond van een grootsch feit. Ons land zal het eerste land ter wereld zijn, dat, zü het dan voorloopig nog met eenige beperking, een geregelden radio- telefonischen dienst voor het publiek met de koloniën openstelt. Een afstand van 13000 KM., welke Am sterdam van Bandoeng scheidt, is door de menschelijke stem, voortgedragen op de golven in den aether, overbrugd en daar mede heeft de Nederlandsche radio-techniek zich met één slag geplaatst in de eerste rijen van de landen, die zich beijveren hun pres tige op radio-technisch gebied hoog te hou den. In verbluffend korten tijd, feitelijk slechts In enkele jaren, is de Nederlandsche radio techniek geklommen tot de superieure hoog te, waarop zü nu staat en hoewel eenerzüds Amsterdam, Botterdam, Utrecht en 's-Gra venhage en anderzijds Bandoeng, Semarang en Soerabaja voorloopig tot dit radio-verkeer zullen kunnen worden toegelaten, is de openstelling van dezen nationalen radio dienst toch een beslissend succes voor onze kranige ingenieurs, die met volle kracht in een minimum van tüd hebben gearbeid, om aan het Nederlandsche volk en de onder danen in de verre koloniën zulk een resul taat te kunnen aanbieden. „Kootwijk", de machtige kortegolfzender in Nederland én „Malabar", het groote Indische radiostation, krügen een belangry- ke taak te vervullen en als Maandagmid dag H. M. de Koningin-Moeder zich op den boogen feestdag waarop zfj haar 50-jarig jubileum als Nederlandsch staatsburgeres zal herdenken, persoonlek met mevr. de Graef in Indië in verbinding zal hebben gesteld, om op het eigen oogenblik de eerbiedige hulde en gelukwensehen van de vrouwen in ontvangst te nemen, zullen minister Konigs- berger en minister van der Vegte den dienst definitief openen en daarmee de reeksen van proefgesprekken, die met zoo gunstig resul taat reeds zün gevoerd, besluiten. Dan treedt op 8 Januari (Dinsdag) de (Lenst officieel in werking en dan zal ook „het hek van den dam zün." Zal het Nederlandsche volk de beteekenis van dit nieuwe feit weten te apprecieeren? Zonder twüfel. want de Hollandsche za kenman weet, hoeveel meer hü kan bereiken met een rechtstreeks gevoerd gesprek, dan met een brief, die wekenlang onderweg blüft of een telegram, dat uit den aard der zaak slechts een minimum aantal woorden zal bevatten. Maar behalve voor den Nederland- schen handel, zal de nieuwe radio-dienst menigen dankbaren dienst bewijzen, want. och, hoevelen zün er niet, die ook eens eenige tientallen guldens er voor over zullen hebben om met ouders, kinderen of familie in het verre Indië weer eens te spreken, om een dierbare stem, misschien wellicht voor het laatst nog eens te hooren. Nauwelijks anderhalf jaar heeft het den Hollandschen en Indischen radiodienst gé- kost, om den duizenden kilometers groote verbinding tot stand te brengen. De neer van Gersel, die verbonden is aan net radio station te Noordwyk, waarheen het oude Myendell, uit 's-Gravenhage, is overge plaatst vertelt van de ontwikkeling in het tüdschrift voor den Post, Telefoon- en Telegraafdienst. Slechts de voornaamste feiten uit de wor dingsgeschiedenis diept hü op en dan wijst hü er allereerst op, dat door de eerste suc cesvolle uitzendingen van den Phillps-korte- goifzender in Maart 1927, de mogelijk, heid van een di recte telefonische verbinding met Ned.-Indië was aangetoond. Toen tüdens een in Mei d.a.v. over dien zender tot Ned. Oost-Indië gerichte rede Z. Exc. de minister van koloniën het vertrouwen uit sprak. dat Indië spoedig zou ant woorden. kon, zoo gaat de heer van Gersel verder, be. zwaarlük worden vermoed, dat reeds een week later met een tweetal zenders beproefd zou wor den zich in het verre vaderland verstaanbaar te maken. Op 23 Mei 1927 werden op den zen der PKXX, ont. worpen door dr. Ir. De Groot, de eerste tonictrain-teekens overgebracht, na dat er den vorigen dag eenige uren vergeefs naar was geluisterd. Op 24 Mei werd ook de door Ir. Lan. gendam ge bouwde La. boratorium- jender ANE geïdentifl. ceerd. De golven en Door sterke tuien vastgehouden, rijzen de 210 Meter hooge antennemasten rond het cendgebouw op. Zij rijn geheel van staal vervaardigd, maar staan, zooals de foto toont, niet vast OP den grond. Voor het evenwicht zorgen dc tuien. Heel de gevaarten balanceeren leder slechts op één punt; de masten zijn namelijk op een kogelscharnier, geïsoleerd van de aarde, opgesteld. De masten hebben, zóoals men ziet, drie opgaande ribben. Op deze ribben zijn telkens op 48 meter afstand naar boven de tulen bevestigd die paarsgewijze op den grond, aan zware daarin gedeeltelijk verzonken betonblokken zijn verankerd, zoodanig, dat men van daaruit de tuien kan vieren of spannen. Iedere mast heeft 12 tulen. jrimaire vermo gens bedroegen resp. voor PKXX 17 M. en 25 K.W., voor ANE 17.9 M. en 5 K.W. Het gesproken woord werd voor het eerst verstaan op 27 Mei, toen dr. De Groot over PK XX de groeten aan den heer directeur- Dat het belang van de verbinding direct door de autoriteiten werd ingezien wordt wel ten duidelijkste be wezen door 't feit, dat reeds den vol genden dag voor H. E. de Ministers tan Waterstaat en van Koloniën een overigens weinig geslaagde de. nonstratie werd gehouden. Met ver bazingwekkende snelheid volgden de belangrüke ge- oeurtenissen elkaar nu op. Op 1 Mei spra- sen H. M. de Ko- nigin en H. K. H. Prin ses Juliana over den Phüipszen- der W.-Indië en op 1 Juni O.-Indië toe. Was de laat ste daturr een weinig verschoven, dan zou het Hoog op de Veluwe staat demachtige kortegolfzender Kootwijk. Men riet hier het hoofdgebouw met den koel vijver. Het bouwwerk is geheel van gewapend beton opge trokken met een 30 Meter boogen toren, die den voorgevel beheerscht. AUe gebouwen van dit zendstation, dat de radio-communicatie met Indië- onderhoudt, zijn uitgevoerd naar ontwerpen van den Haagschen architect J. Luthmann. In den vijver, vóór den hoofdingang, bevindt zich onder het watervlak een buizenstel, waardoor de verhitte olie, die uit het zendgebouw wordt aangevoerd, afgekoeld daarin terugkeert. Met zfln antennemasten beheerscht het gebouwencomplex den geheelen omtrek. ongetwüfeld mogelük geweest zün, Z. E. den. gouverneur-generaal gelegenheid te geven de rede te beantwoorden. Op 3 Juni toch werd reeds het eerste kruisgesprek gehouden. Een der meest treffende gebeurtenissen uit dezen tüd is wei geweest het eenzüdige gesprek van dr. De Groot met zün ouders, die voor deze gelegenheid te Meyendel aan wezig waren. Weinig kon toen worden ver moed. dat deze organisator van den bloeienden Indischen Radiodienst reeds zoo kort daarna op de thuisreis zou overlüden. Gedurende eenige maanden werden vervol gens regelmatig en meermalen ook zeer onregelmatig! gegevens verzameld met betrekking tot de neembaarheid van de zenders. Intuschen werd te Kootwijk onder leiding van dr. Ir. Koomans rusteloos gewerkt aan den door Ir. Roosenstein ontworpen zender Reeds op 22 September konden hiermede de eenigste balanskruisgesprekken met 's-Gra venhage en Sneek worden gehouden. Het is van belang hierbü op te merken dat de ontvangst tot dit oogenblik plaats vond op de volkomen ongewüzigde, ook voor telegra. fleontvangst gebruikte eenvoudige antenne toestel-combinaties. Met deze kruisgesprekken begint weder een serie nieuwe successen. Krufagesprekkep van zeer langen duur werden zoowel over den KootwUkschen als over den Philipszen- der afgewikkeld. Een groot voordeel van Aan de andere züde van den evenaar nabü Bandoeng prijkt een even machtig radio- station ais dat, waarop wij hier in Holland trotscli gaan. Het is het zendgebouw Malabar, waarvan men links den voorgevel riet met daarboven het ingewikkeld net van antennedraden. Kenmerkend is de geheel andere bouwstijl, die hier is toegepast. Met de andere dienstgebouwen vormt Malabar een schilderachtig complex. De foto rechts geeft een kijkje in de groote zenderzaaL Duidelijk onderscheidt men daar de twee groote boogzenders ran 2400 K. W. Hier troont de uitmuntende staf van den Indischen radiodienst, die het mogelük heeft gemaakt, dat thans met d« kruisgesprekken een aanvang gemaakt kan worden. Vooral wplen ir. de Groot heeft aan dit werk een aanzienlijk aandeel gehad en aan zün toewijding ook fa het voornamelijk te danken, dat de Indische radiodienst - zich thans op zulk een hoog peil bevindt. den Kootwyk-zender bleek daarbü de golf lengte. Hierdoor was het mogelük op de gemeenschappelüke daguren te spreken, ter- wül hü de ontvangst in Indië minder last van luchtstoringen werd ondervonden. Hoe meer ervaring werd opgedaan, hoe duidelüker bleek, dat het lijngedeelte meer zprg baarde dan het radiogedeelte. Speciale aandacht moest worden gewüd aan balans schakeling- en echo-onderdrukking-proble men, welke voor kabeltelefonie waren opge. lost, doch welke hier nieuwe gedaanten aannamen. Terwül dit geschiedde konden zoowel aan zend-, als ontvangzüde verbeteringen wor den aangebracht. Een der belangrijkste aan de ontvangzüde is daarbü wel geweest het in gebruik nemen van een door het Labora torium ontworpen gecombineerd ontvang- systeem, dat berustte op het reeds in Mei 1927 in Indië met succes toegepast antl- fading-systeem-De Haas. Door samenvoeging van de op meerdere plaatsen verkregen ontvangsten bleek het mogelük aldus tüde- lüke geluidsverzwakkingen in groote mate te ondervangen. Zulks kon geschieden doordat sluiering zeer plaatselük optreedt. Boven dien bleken bü elkaar gelegen antennes van verschillend type zich ten aanzien van het fadingverschünsel niet gelyk te gedragen, waarvan evenzeer profüt werd getrokken. Intusschen werden nu ook studio's inge richt in het Hoofdbestuursgebouw te 's-Gra venhage en te Kootwijk. In de eerst werd tientallen de gelegenheid geboden een kort gesprek te voeren met familieleden en an deren in Bandoeng. De bü deze proefge sprekken opgedane ervaring was uiteraard van veel waarde voor een inzicht in de commercieele en andere mogelijkheden. Dat reeds zoo spoedig daarna aan parti culieren de gelegenheid wordt geboden, zü het nog met restricties, van het nieuwe com municatiemiddel gebruik te maken, is te danken aan de voortvarendheid van de bedrijfsleiding, zoowel hier te lande, als in N. O. Indië. Dinsdag zullen de radio-gesprekken defi nitief een aanvang nemen en algemeen ver. wacht men dat dit nieuwe zeer spoedig zal zijn ingeburgerd. Trouwens, het geldt nier ook geen experiment meer. De tüd van proefnemingen en proefgesprekken is voor. bü en in dien tüd is gezorgd, dat de dienst zoo perfect mogelük iunctionneert. Vele successen zün reeds behaald en wat de Nederlandsche en Indische radiodienst tot nog toe gepresteerd hebben, heeft de algemeene bewondering afgedwongen. De vier voornaamste steden van ons land zullen nu met drie belangrijke centra van Java verbonden zün, maar alles wüst er op, dat de tüd niet ver meer af fa, of men zal uit zyn huis per telefoon rustig een gesprek met relaties, familie of vrienden in Insulinde kunnen voeren. Dat danken wy aan het doorzettingsvermogen van Hollandsche voortvarendheid. Nog weinige uren en Indië zal de stem uit het moederland hooren van de Konings. vrouwe, die het blijde gebeuren, een gebeuren van wereldbeteekenis, op haar jubeldag zal inleiden. ULVENHOUT. 2 Jan. 1929 Menier, 'k Sting van d'n jrawlSSKJu. mergen op 't laand, 'n pepke te rooken. om d'n worsten- "3S?| brood van gieste- ren 'n handje te helpen mee 't zak- TüHs ken, want er stmg rechtop in m'n maag en 't boven- kaantje douwde oa. teugen m'n strot "'"nlflroAEig aan, toen 'r nen kaptein naar me toe kwam. Die is verkeerd aangesloten, docht ik, maar allee, lat 'm maar tobben. „Goedenmorgen, Dré," zee-t-ie. 'k Nam m'n pepke uit m'nen mond, veegde m'n lippen 'n bietje-n-af, telde ondertusschen z'n sterrekes en zee: „Goeiemergen kaptein." En toch lachten me-n-allebei. „Ik was zoo even bij je thuis," vertelde-n-ie toen, „en Trui zei dat ik je hier wel treffen zou." „Nimme nie kwalijk." zee ik weer. „maar wa bende gü °P de hogte van mün fermilie- relasies. Hoe kende mij en hoe kende Trui enwelke strategische belangen ebben jouw naar mijnen hof gevoerd?" „Ik ken Jouw uit de krant," lachte-n-ie, „want ik lees je brieven altijd en dus kende ik Trui dadelijk"aan den druppel" vulde-n-ik aan. En as gekken emmen toen Landbouw en 't Leger staan giechelen in d'n vruugen mergen vaa d'n eersten werkdag in 't jaar 1929. Om kort te gaan, 't gong dan over 't nuuwe assiel veur dieren da ze by ons in de stad Berda emmen opgericht g'ad en of ik daar *s mee m'n beesten verstaand wouw komen kyken. Keb de sjees ingespannen, d'n kaptein opgelajen en meteen wiesten zien. t Was dik veur mekaar, in één woord. Schoone hokskes en van den grond kunde eten. De beesten'die wa menkeeren, worren zorgvuldig opgepast en de gezonde emmen de glans over d'r huid leggen. Dr was 'nen hond, zoo groot as 'n kalf en mee n paar schouwers as "n pèèrd. Maar n paar oogen in z'nen kop om dierèk van 'm te houwen. „Da's 'nen goeien waakert," zee ik teugen d'n kaptein. „da s meer as tien pliesieagenten." „Als je 'm hebben wilt." zee-t-ie. „neemt 'm dan maar mee naar huis. want je schryft tegenwoordig zooveel over de onveiligheid van onze provincie, dat Ik begrijp dat. je zoo'n beestje kunt gebrui ken Nouw, amico, hy lee nouw oy my in d'n stal. Los! Want 't is 'n beest da nie weglopt by 'nen goeien baas. Gewoon vrou- welyk van aerd ee, maar dan zachter. Maai 't minste wat ie heurt, dan staan z'n ooren recht overeind en dan gaan z'n lippen van mekare en dan kekte teugen 'n gebit aan, da-d-oew nekharen stijf gaan staan. Trui is dol mee 'm. En hij mee Trui. Trui is alt-ij dol mee beesten gewiest wa gin plumpke veur mijn is. Maar 't assiel. amico. da rit netjes in mekaar. As 'n kezème, man, zoo is alles op tüd en geregeld en de beesten zün daar bestig af. Katjes rijn d'r ok en die leggen te spinnen van genot Berda kan z'nen slinger emmen over zo'n schoon assie- leke en de beesten nog meer. „Kapteintje. zee ik, „m'n kompelement, de boel fa in orde en 'k ben blü da-ge me da-d-'s liet zien, 'k zal er van reppen in m'nen brief." En toen flonkerden z'n twee ogskes nog meer as z'n zes sterrekes. Hü schün veul van beesten te hpuwen, maar allee, da breng z'n vak mee. As g'altü tusschen soldaten zit, dan wende aan de dieren, 'k Ben ok soldaat ge wiest en kan er van meepraten, zoo as ge wel wit Maar allee, ik ben 'nen gèèven waakhond rijker en da's van veul belang Want 't spokt er hier nog steeds, amico. "n Durp hier in Brabant hadden de sloe bers aan 'nen bewoonder geschreven, as da ze dieën nacht kwampen inbreken. Nouw, ge begrept, as dat ie de piiesie waarschuwde. In 'n oogenblikske lag 't huis omsingeld van louter Sjerlokken Holmes. Tot 's mergens vier uur bleven de sjerlokken daar zitten en toen kratsten Ze op. En toen de bewoonders 's mergens opstin- genwas 't huis leeggestolen. Nouw gü! Durpkes mee duuzend inwoners, daar ko men de durpelingen 's mergens mee klupkes naar d'n veldwachter om perses vanbaaJ te laten maken veur inöraak. Mee kluppen, amico! Neeë, ze kunnen op de piiesie schel len, maar ier in Brabant maken ze 't Je sloebers heelemaal nie lastig. As ze veruit zeggen da ze komen, gaat de piiesie 's mer gens om vier uren weg en steken d'r kouwe voeten onder d'n wol bij moeders. In Parijs, hè 'k gelezen, daar emmen ze de tillefoon zoo ingericht, da ge 's aves van te veuren aan de tillefoonmamsèl óp kunt geven hoe laat of z'oew uit oewen slaap mot tillefeneeren. Zo'n dink motten wü elgenlük ok emmen. Dan mot de tiïlefeniste de veldwachter 'rit z'nen slaap bellen, as er ergens 'nen inbre ker z'n ambacht aan 't uitoefenen is. En de inbrekers motten dan wachten tot Sjerlok aanbelt, aanders is 't nog „dunne" op 'nen riek (hooiverk). Net as mee Aanmeloelah! Wa zit die in d n knoop, zeg. Die zouw 's effetjes z'n land modernezee- ren. Op z'n EUropeesch. Maar ze waren 'm net veur, want laat ik nouw lezen dat ie mee z'n Trui in "n fort was gekropen en dat de ouwerwetsche Afganiestankers da foit uit vliegmesjienen emmen gebombar deerd! Da's toch allesballeve ouwerwetsch, zou 'k zoo zeggen! Oorlog voeren uit de locht is toch één van de leste vruchten van de beschaving! En van d'n draadlooze emmen ze de draaien loos gemokt. Deurgeknipt. Dus ok de radejoow was daar al. As nouw al 't gemodernezeer 'm dan alleenig zat in de sluiers die de wefkes veur d'r gezicht hadden hangen, zooöa ge alleen d'r oogen maar kon zien, dan ha 'k in Aanmeloelah z'n plak, die sluierkes maar stiekum laten hangen. Want as ze da willen Europaseeren, dan is 't end ok nog nie te vinden. Eerst de sluier af en 't moeleke bloot. Dan de rokskes omhoog en de beentjes dito. Dan 't jakske omlaag enaffjjn ge snap me wel! Hoe moderner, hoe kaler; en 'n wefke da teugeswoordig niks-heeft-om- aan-te-doen, zooas ze da-d-altü zeggen, die zün vandaag eerst 't beste-n-in de mode. Neeë, daar had Aanmeloelah nooit aan motten beginnen da brikt 'm nog 's op. En 't zou me niks verwonderen, of hü ee-g-'t meugen emmen in da fort. mee z'n Trui. Die zal 'm wel effetjes van-dik-hout- zaagde-plaanken gegeven emmen. Van z'n wefke de wind van veuren. van oew onder danen 'de zegen van boven gaat er maar a&n staan. Om zóó oewen buik vol te emmen van 't moderne gedonderjaag. Want bommen en grenaten uit vlieg mesjienen zün nog gineens half zoo erg, as wanneer oew vrouw d'n aanval opent da dan samen. Om grüs te worren. in één uur! Zoo zat ik 'n paar dagen gelejen saves de kraant te lezen en hoor ik ineens: „Hedde da-d-al elezen van... „Ja," zee ik. „Van dieën Amerikaanschen perfester?" „Ja, ok al!" „Ge liegt pès- kop," vleide m'n vrouwke. „Ja," zei ik weer, want amico, as ze me veur willen lezen, wanneer 'k zelf aan 't Jezen ben, dan kryg 'n d'n kriebel in m'n lijf en zeg overal maar „Ja" en „Amen" op. „Wildet veur lezen, Trui," vroeg ik toen heel zoetsappig? „Wacht dan effekes, meld, tot ik m'n pepke ovemuuw gestopt heb." Toen, amico, dat was 'n nuuwe truuk van me, om 't er af te ieeren, hè 'k heel netjes m'n kraant opgevouwen. Daarop m'n püp uitgekrabt heel secuur d'r zat geen vuiltje meer in toen m'ne tabak opge zocht, die 'k in gin vüf minuten vinden kon, PÜP gestopt, lucifers gezocht, aangestoken, kortom, 't duurde 'n klein ketierke. „Nouw Trui, vertel me nouw 's wa ge mee dieën Amerikaanschen perfester aan de pet het," zei ik vriendeiük. Toen zette ze d'ren bril veur d'r veurhoofd, deed d'r ermen over mekaar ('n heel slecht veurteeken!) en knikte 's vriendelyk! „Is-u- klaar, baron-van-Habenniks?" vroeg Trut „Jawel, om u te dienen, baronnès van Drup pel tot Droppel." „Gü het nouw altü zoo op den trouw te schellen," viel Trui u i t en nouw motte 's hooren",hoe lollig 't fa." viel ik in!. Daar gong ze nie op in. En wa ze toen veurlas. da kwam dan hier op neer. dat dieë perfester had uitgerekend, dat er in Amerika vier keer zoo veul ongetrouwde lui 'n end aan d'r leven maken as getrouwde. En dat er daar van elke honderd huwelüken weer vüftien uit mekare spatten.' „Nouw gü," zei Trui, „wa zedde daarvan?" „Dat de lui die getrouwd zyn," fielesefeerde ik, „zo'nen schrik emmen van d'ren strop, da's aan gin- nen tweeden beginnen!" Toen zee Trui iets da nie afgedrukt kan worrenMaar as ik gedaan had wa ze zee, dan, welnouw, dan was m'n broek veul te kort geworren, amico. Dus ge snapt 'm wel! Maar ditte wil ik oew wel in ernst zeg gen. de huwelüken daar in 't Land van den Dollar gesloten, zitten losser inmekaar as hier. En schün 't toch maar waar te zün, da-d-'n trouwpartü, deur onze lieveneer be werkt, steviger en solieder aan mekaar te gesoldeerd dan eene deur d'n Dollar. Want Trui kan nouw wel 's uitvallen dat de ramen rinkelen as ik 'tweer mos doen, dan dee ik 't toch weer mee d'n druppel, riede! Webben 't as boerenmenschen wyd ge- brocht. Ons gedoeike mag er zün. 't Is 'n heel stuk Ulvenhout, da beloof ik oew en ginnen sent hiepeteek, amico en toen me begonnen, wel toen begonnen me mee vier blaanke billen zooas wij da zeggen en, amico, da lykt heel veul, maar ge kopt er gin dubbeltje sigaren veur! En onzen hof emmen mee haard werken verdiend, maar zopder Trui was da nooit gelukt. Daar motte 'n wüf bü hebben, die d'r handen uit de mouwen stikt. Voor nik werk kunde mee polleka-kopkes en gemanL. kuurde vingerskes niks beginnen../.. maarveur welk seerejeus werk wel? Ozoo! Amico, ik schei d'r af. Veul groeten van m'n kompejon en as altü gin horke minder van oewen toet a voe DRE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 9