Binnenlandsch Nieuws Bij Scheren PUROL Voor Allen die Sukkelen VIERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - ZATERDAG 26 JANUARI 1929 BLADZIJDE 1 Het ontwerp-Ziektewet De ramp te Hoek van Holland Woningbouw in Nederland Het bosch te Amsterdam Zal „De Bisschop" op den Dam te Amsterdam verdwijnen Het lot der Zuiderzee- visschers De Radioraad Uit de R.K. Staatspartij Z. K. H. Prins Hendrik Een wijziging van het motor en rijwielreglement De toestand in de suikerindustrie KUNST EN KENNIS Het overlijden van dr. Willem Royaards FINANCIEN Uitgifte 8 pCt. eerste hypoth. obligatieleening Mijnhardt's Laxeertabletten ELCK WAT WILS Bespreking in het Verbond van Nederl. werkgevers Te Amsterdam is onder leiding van mr. Aug. Philips een druk bezochte algemeene ledenvergadering van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers gehouden, ter bespreking van het ontwerp-Ziektewet. Verschillende sprekers voerden het woord. De algemeen voorzitter mr. Philips, con stateerde, dat de vergadering geheel een stemmig een aantal conclusies, die hij staande de vergadering resumeerde, onder de aandacht van de Tweede Kamer wenschte te zien gebracht, opdat dit Hooge College met de ervaringen, die de industrie reeds vele jaren met de vrijwillige ziekteverzeke ring had opgedaan, bij het invoeren eener verplichte verzekering rekening zou kunnen houden. Besloten werd, dat deze resoluties door het bestuur nader zouden worden uitgewerkt in een adres aan de Tweede Kamer. Voorts gaf de algemeene voorzitter een overzicht van de besprekingen, die het vorig jaar door het Verbond van Nederlandsche Werkgevers zijn begonnen met de vertegen woordigers der arbeidsvakcentralen. Eenstemmig keurde de vergadering te dezen aanzien het beleid van het bestuur goed. Engelsche deelneming Bij de Kamer van Koophandel te Amster dam is een schrijven mgekomen van de Ka mer van Koophandel te Hythe (Kentl in Engeland. Het schrijven luidt vertaald: „Wilt van den voorzitter en de leden der Kamer van Koophandel van Hythe hun diep gevoeld medeleven aanvaarden mee de ver schrikkelijke ramp van de „Prins der Neder landen'. Het verlies is te groot, maar onze bewon dering is nog grooter. w.g.P.J. Hall voorzitter deeling beplantingen bij dien dienst; L. Heyermans, Directeur van den Gemeente lijken Geneeskundigen en Gezondheids dienst; D. van Vugt Jr., Directeur van de Wasch- en Schoonmaak-, Ead- en Zwem inrichtingen; K. van Schagen, Gemeentelijk Inspecteur voor de Lichamelijke Opvoeding en A. J. van Laren, Hortulanus van den Hortus Botanicus, terwijl het secretariaat der Commissie zal worden waargenomen door den heer Mr. üV. J. Versteeg, oud secretaris van den Gemeentelijken Woning- dienst. De installatie dezer Commissie zal plaats hebben op Donderdag 31 Jan. as. ten Stad- huize. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt de volgende cijfers mede omtrent de toeneming van het aantal woningen in Ne derland'. 1. Gereed gekomen woningen. 2. Onbe- woonb. verklaarde gesloopte en aan haar bestemming omtrokken woningen. 3. Netto vermeerdering van woningvoorraad November 1928 October September Augustus Juli Juni Mei April Maart Februari Januari December 1927 November 4.437 4.795 4.208 3.940 3.982 4.557 4.609 4.593 3.719 2.868 2.930 3.112 3.730 646 463 641 535 602 494 608 682 515 663 502 789 553 3.801 4.332 3.567 3.414 3.380 4.063 4.001 3.911 3.204 2.205 2.428 3.177 3.177 Een commissie van voorbereiding der plannen. Men meldt ons uit Amsterdam: Voor de nadere uitwerking en detaillee ring van het plan tot het aanleggen van een bosch op de gronden, gelegen tusschen den Amstelveenschen weg, de Ringvaart van den Haarlemmermeerpolder en de Nieuwe Meer op het gebied van Amsterdam, Nieu- wer-Amstel en Aalsmeer, is door B. en W. van Amsterdam een commissie van deskun digen Ingesteld waarvan "de samenstelling is als volgt: Lid tevens voorzitter: de Wethouder voor de Publieke Werken, de heer E. J. Abra hams; lid tevens lste Vice-Voorzitter: de Direc teur der Publieke Werken, de heer Ir. W. A. de Graaf; lid tevens 2de Vice-Voorzitter: de Stads architect, de heer Ir. A. R. Hulshoff en ver der als leden de heeren: J. Th. Peters, lid van de commissie van bijstand in het be heer der Publieke Werken; C. Woudenberg, id.; A. Colijn, burgemeester van Nieuwer-Am- stel; J. Kastelein, burgemeester van Aals meer; Mr. d. Hudig, voorzitter der Tech nische subcommissie uit? de Provinciale Commissie voor de Gewestelijke plannen in Noord-Holland; E. D. van Dissel, Directeur van het Staatsboschbeheer; Prof. Dr. Th. J. Stomps, Hoogleeraar aan de Gemeente- Universiteit en Directeur van den Hortus Botanicus: D. F. Tersteeg, Tuinarchitect; Dr. Jac. P. Thijsse, Bioloog; Dr. R. j. 'm. Meurer, voorzitter van den Amsterdam sehen Bond voor de Lichamelijke Opvoe ding; Ir. L. S. P. Scheffer, leider der af dee ling Stadsontwikkeling en Stadsuitbreiding by den dienst der Publieke Werken; Ir. j. L. Inckel. Hoofdingenieur, hoofd van af- deeling Grondexploitatie bij dien dienst J. R. Koning, tuinarchitect, hoofd van ai- In een gehouden Comité-generaal van den Amsterdamschen Raad kwamen, naar het Hbld. meldt, o.m. aan de orde onderhande lingen namens de gemeente met de directie der Heinekens bierbrouwerij te voeren, naar aanleiding van het door deze directie te koop aangeboden complex van „De Bisschop" cïat zich uitstrekt van den hoek van den Dam tot aan de Valkensteeg op het Dam rak. Met deze transactie houdt verband het afsluiten van de Jacob van Campenstraat van de Ferdinand Bol- tot de lste Van der Heistraat, welk slraatgedeelte dan by de brouwerij zou worden getrokken. In de voorloopig gevoerde besprekingen is gebleken, dat de brouwerij-directie bereid is het „Bisschop"-complex aan de gemeente te verkoopen voor f 315.000. Wanneer echter haar bovenvermeld gedeelte van de Jacob van Campenstraat wordt afgestaan, zullen gemeente en brouwerij elkaar „betalen met gesloten beurzen", en is de Heinekens-dl- rectie bereid het omleggen der verschillen de buisleidingen in de Jac. van Campen straat voor hare rekening te nemen. Bovendien zullen dan da gevels van de brouwerij aan de Stadhouderskade en de Ferdinand Bolstraat worden verfraaid. B. en W. worden gemachtigd, de onder handelingen voort te zetten op de basis: van het „wederzijds betalen met gesloten beur zen." Voorzitter Ter Haar heeft voorts in de zLt'ing nog eenige mededeeling gedaan over een conferentie op „Waterstaat", 21 Janu- ari j.l. gehouden en zei, dat de vertegen woordigers van B. en W. daarin het stand punt hadden ingenomen, dat het Geldersche Vallei-plan met de dammen niet kon war den beschouwd als voor Amsterdam gun stig; dat het by Wijk bij Duurstede niet kon halen. Verder is medegedeeld, dat de Kon. Holl. Lloyd van het regeeringsvoorschot van vijf millioen, waarvan Amsterdam één vierde voor zijn rekening zou nemen, nog niets had opgenomen. De Mij. wenschte dat voorschot op drie millioën terug te brengen, en daardoor ook de garantie voor Amsterdam. Zij wilde ech ter. den tijdsduur van terugbetaling der eventueel opgenomen gelden verlengd zien. Alhoewel ook deze zaak nog in openbare zitting moet komen, staat vast. dat .de Am- sterdamsche Raad tot deze wijziging bereid is. Wat zal het lot zijn van de Zuiderzee- visschers, wanneer de groote dijk van Wie- ringen naar Zurich gereed zal zijn? Die vraag is al herhaaldelijk gesteld, een afdoend antwoord is nog niet gegeven. De vragen, welke de heer Hiemstra dezer da gen aan de ministers van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en van Waterstaat heeft gesteld, hebben opnieuw de aandacht op de zaak gevestigd. Zij gaven het „Hbld aanleiding in de kringen der visscherij zich op de hoogte te stellen hoe het met deze dingen staat. Omtrent het resultaat van dit onderzoek meldt het blad het volgende: De heer Hiemstra vroeg naar de mogelijk heid om van Oostmahorn een visschers- dorp te maken. Uit de kringen der visscherij hoorden wij, dat over het geheel de Zuiderzeevissrhers er niet veel voor gevoelen om op de Noordzee te gaan vissehen. Het is daarom aan zeer grooten twijfel onderhevig of veel Zuiderzee- visschers. die binnenkort niet meer in staat zullen zijn hun bedrijf uit te oefenen, zich te Oostmahorn, zoo dat als visschersdorp wordt geoutilleerd, zullen gaan vestigen. Zelfs bij de Volendammers. die veertig jaren geleden nog de Noordzee bevischten is die liefde voor het water ten westen van Hol land vrijwel geheel verdwenen. Het eiland Urk maakt een uitzondering. Ongeveer vijftig botters van dit eiland gaan geregeld op de Noordzee vissehen. Deze vis- schers zullen hun bedrijf na de afsluiting kunnen voortzetten, maar het is niet noodig, daarvoor een nieuwe haven te Oostmahorn te maken Zij kunnen zich vestigen te Den Helder, dat zij nu geregeld passeeren of te IJmuiden. waar zij thans reeds de visch lossen. Wellicht zullen zij, ais zy toch Urk moeten veriaten veel liever in die plaats wonen, dan in het dorpje aan de Lauwers- zee. Zoodat, zoo luiden onze inlichtingen, de toekomst voor een eventueel visschersdorp Oostmahorn niet bijster groot moet worden geacht. De heer Hiemstra heeft voorts gevraagd, of het juist is, dat verplaatsing van Zui- derzeevisschers naar Duitschland wordt overwogen. Wat deze quaestie betreft vernemen wij het volgende: Fen commissie van deskundigen heeft, in opdracht van de regeering, een bezoek ge bracht aan Oost-Friesland, met de bedoe ling te onderzoeken, of Zuiderzeevisschers, zoo zij zich daar zouden gaan vestigen, kans 'op op een bestaan zouden hebben. Zijn onze inlichtingen juist, dan zijn de deskundigen in hun oordeel niet volkomen eenstemmig, de één is wat minder pessimis tisch dan de ander. Maar bepaald geest driftig zal het rapport niet luiden en wel is men 't er over eens. dat zoo er al bestaans- k an sen zijn. dit dan toch slechts voor een zeer beperkt aantal visschers zou gelden, zoodat, mocht er iets van overplaatsing naar Duitschland komen, de vraag, hoe men de oud-Zuiderzeevisschers aan broed zal moe ten helpen, daardoor niet noemenswaard na der tot een oplossing zal zijn gekomen. In geen geval ligt zoo iets van een ..de portatie" van visschers in de bedoeling. Overwogen wordt slechts of het gewenscht is. visschers, die daartoe uitdrukkelijk den wensch te kennen geven, aan de middelen te helpen een bedrijf in Duitschland te begin nen De vrijwilligheid staat op den voor grond. Uit dit alles blijkt, dat de hier genoemde middelen weinig nieuw licht brengen in het toekomstig lot der Zuiderzeevisschers. Da vfsschers zijn lang niet ingenomen met de Zuiderzeesteunwet. Er bestaat kans. dat zij wordt verbeterd, maar al zou die wet ook zoo goed mogelijk worden, dan zal zij toch slechts alleen de finaneieele zijde van het vraagstuk rege'en; nl. de finaneieele moge- Iiikheid voor de visschers scheppen, om in andere bedrijven over te gaan. De economi sche vraag, welke bedrijven dat moeten zijn Is nog niet beantwoord Toch dringt de tijd. Vermoedelijk zal in 1933 de groote dijk gereed zijn. Haring en ansjovis zal dan niet nieer in de afgesloten Zuiderzee komen Spiering en aal zal er buiven, maar zii geven niet de groote ver diensten. Bot bliift er ook nog. maar zal weldra zijn weggevischt. De groote massa der vlssnhers zal dan tot werkloosheid ziin "edoemd. tenzij rii tijdig „het zinkende schip he'-hen verlaten."' Eenmaal ral de tiid komen, dat er in de Zuiderzeepolders werk te over is voor land arbeiders. Maar. zoo besluit het Hbld,. de tegenwoordige visschers ziin daar weinig mee gebaat, want tusschen het tijdstfn der af sluiting en de voltooiing der polders de Wieringermeernolder dan uitgezonderd zullen nog heel wat jaren verloopen. geen pijn en naschrijnen of stukgaan der huid, indien men voor het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met Doos 30, Tube 80 ct. dus beteeRende, dat zy die zich voor het rijbewijs-examen moesten oefenen, geen gele genheid hadden om practisch met het verkeer in de steden kennis te maken. Daaraan is thans door bedoelde wijziging een eind ge maakt. aangezien de beperking tot het rijden onder toezicht buiten de bebouwde kom thans is vervallen. Zij. die zich dus in het automobielrijden willen bekwamen, behoeven daartoe niet meer de buitenwegen op te zoeken. Naar wij vernemen zal de Minister van Waterstaat Dinsdag a s. den dezer dagen ingestelden radioraad installeeren. October j.l. is genomen in de Philippijnsche Eilanden, krachtens welken maatregel, bij invoer van suiker in dat eilandenrijk, een gelijk invoerrecht wordt geheven als bij in voer in de Vereenigde Staten van Noord- Amerika. Het is der Regeering niet gebleken, dat er bij alle belanghebbenden, in deze vraag be doeld, een vrijwel eenparige meening bestaat omtrent de noodzakelijkheid van onverwijlde steunverleening aan de suikerindustrie. De Regeering is tot heden niet tot de conclusie gekomen, dat, met het oog op den uitzaai van suikerbieten in 1929, onverwijld pogingen behooren te worden gedaan, om door het in uitzicht stellen van steun belang rijke inkrimping der teelt te voorkomen. Afgezien van de groote bezwaren, aan der- gelijken steun verbonden, wijst zij in dit verband er op, dat, blijkens te harer be schikking staande gegevens, de mogelijkheid zal bestaan tot afzet van de te verbouwen bieten in het binnenland tegen een prijs van ongeveer 16 per 100 k.g. De Regeering meent voorshands in deze materie niets anders te moeten doen, dan harerzijds met kracht te streven naar het herstel eener Suikerconventie. De candlidatuur A. Conyn De heer A. Conyn te Doetlnchem heeft zijn candidatuur voor den vrijen zetel in de Rijkskieskringen ArnhemNijmegen. Amster dam, Limburg en Lelden niet aanvaard; alsmede heeft hij bedankt voor den kwali teitszetel te 's-Gravenhage. Alleen de vrije plaats te 's-Gravenhage heeft hij geaccepteerd. Z. K. H. Prins Hendrik is naar Duitschland vertrokken, vanwaar hij 6 Februari a.s. wordt terugverwacht. Staatsblad 493 bevat een Koninklijk be sluit van 21 December tot wijziging van het Motor- en Rijwielreglement. Behalve enkele ondergeschikte wijzigingen vraagt daarin vooral de nieuwe bepaling de aandacht, dat het verbod van rijden onder toezicht in de bebouwde kom eener gemeen te wordt opgeheven. Tot. nu toe was n.l. het besturen van een motorrijtuig onder onmiddellijk toezicht alleen toegestaan indien buiten de bebouwde kóm eener gemeente werd gereden, hetgeen Ministerieel antwoord op de vragen van den heer v. d. Heuvel Op de vragen van den heer van den Heu vel betreffende het onverwijld nemen van maatregelen tot steun aan de suikerindustrie hier te lande, antwoordde de minister van Financiën o.m. Het is der Regeering niet bekend, dat er in de provinciën Groningen en Friesland vroeger een bepaald inzicht be stond omtrent de wenschelykheid van steun verleening aan de suikerindustrie. Uiteraard is het der Regeering dan ook niet bekend, dat er verandering in dat opzicht is geko men. Wel is aan de Regeering uit de nieuws bladen bekend geworden, dat in December jj. op een vergadering van het hoofdbestuur van de Groningsche Maatschappij van Land bouw het besluit is genomen om ten aan zien van het vragen van maatregelen tot steun voor de suikerindustrie voorloopig nog een afwachtende houding aan te nemen. Het is der Regeerjng bekend, dat in Duitschland onlangs het invoerrecht op sui ker is verhoogd van 15 R.M. tot 25 R.M. per 100 k.g. Wat Amerika betreft, is verhooging van het invoerrecht op suiker niet ter ken nis van de Regeering gekomen. Wel is haar een maatregel bekend geworden, welke in In verband met het overlijden van dr. Willem Royaards herinnert het Hbld. aan een artikel in Januari 1927 door Louis Saal- born geschreven, toen dr. Willem Royaards zyn 60sten verjaardag vierde. „Bijna vijftien jaren, aldus Louis Saalbom, heb ik hem onafgebroken zien werken, heb ik bij hem het wezen van het theater, van groote tooneelkunst, voelen leven in schoon heid en kracht, in uit innerlijke noodzaak geboren scheppingsdrang. Een strijder, vooral voor zijn hooggestelde Idealen, een strijder voor en vaak ook tegen zichzelf, bij zyn onstuimigen drang naar volmaaktheid, in den ruimsten zin! Een overwinnaar, waar het arbeiden geldt met goede materialen: een algemeen erkende. „Zijn beteekenis voor ons nationaal too- neel, culmineert in zijn regiearbeid, die in den bloeitijd van de N.V. Het Tooneel groote triomfen vierde en zyn hoogtepunt bereikte in vertooningen als: Mercadet, Jonkvrouwe de la Seiglière, in de Shakespeare-vertoo- ningen Driekoningenavond en Midzomer- nachtdroom, in Goethe's Faust en vooral in Vondel. „Hadden ook 't overige uiteenloopende veel omvattende repertoire en alle vertooningen, door hem geleid, steeds het cachet van zijn persoonlijkheid in Vondel heeft hij ons wel een onomstootelyk monument gescha pen. „Al schept de kunst van het tooneel n> eenmaal geen eeuwigheidswaarden zooals haar zusterkunsten, die minder dan zij interpreteerend optreden door den grooten dichter Vondel aan ons bewust te maken, in schoonheid en klank, woord en innerlijk rhythme, heeft Royaards, maar dan ook hij alleen, voor de geschiedenis van het too- heel een onvergetelijke daad gedaan. „Zijn Adam In Ballingschap, zijn Lucifer, zijn Gysbrecht-vertooningen hebben tot de massa gesproken, hebben In al hun werke- lijken adel van geest en vorm de harten der menschen bereikt en zich als voor hun tijd blijvende waarden-van-het-tooneel gemanifesteerd. „Bij Royaards' Vondelconceptie groeit, boven zijn eigen persoonlijkheid uit, een onbewuste overgave aan den dichter, waar door een hooger contact ontstaat, dat tot ontroering dwingt, dat het volmaakte nadert. „Dat zooveel door Royaards bereikt werd, dankt hij aan zijn persoonlijkheid, aan zijn vasthoudendheid aan eigen inzicht, aan zijn overtuigingskracht. De ijzeren greep waarin hij een door hem gebouwde voorstelling vasthoudt en meeneemt, waar hij wil, dwingt tot aandacht, en, bij diepere aanvoeling, tot overgave. Hier is de kunstenaar dictator. Kan hij anders zijn? Neen. Dit is roeping van den regisseur. ongunstigste omstandigheden. Dat hij ook aan de wezenlijk zeer begaafden de noodige vrijheid liet en voor hen een ideaal leider was, kunnen zij getuigen, die met een reeds gevestigde reputatie tot hem zijn gekomen. Deze voorbeeldige tooneel-leider, die ook een zeer knap acteur was, heeft veel moeten leeren en zichzelf ook veel moeten afleeren. Wat zelftucht en een onverzettelijke wil vermogen, heeft de kunstenaar, die als zoodanig veel aan zijn instrument zich zelf! had te verbeteren, ons overtuigend getoond. En mede daarom is hij den jonge ren ten voorbeeld te stellen. Die energie drukte Royaards' handschrift met zijn groote, regelmatige letters prachtig uit, In September 1926, zoo had hij gehoopt, zou te Amsterdam de Royaards-schouwburg worden geopend, zijn eigen schouwburg voor zijn eigen gezelschap. Men weet, dat nog altijd de eerste steen daarvoor niet is ge legd! Aan krachtigen steun van vermogende tooneelliefhebbers heeft het hem niet ont broken; maar er kwam tegenspoed van al lerlei aard. Toch bleef hij vertrouwen, vast vertrouwen, had hij de zekerheid dat zijn schouwburg verrijzen zou, zooals hij zich dien had gedacht. En de grond is er, de maquette staat ge reed Maar dr. Willem Royaards Is overleden, als tooneeldirecteur zonder gezelschap! De overbrenging van het stoffelijk overschot Naar wy vernemen zal het stoffelijk over schot van Dr. Willem Royaards uit Menton in Zuid-Frankrijk naar Amsterdam worden overgebracht. In verband met te vervullen formaliteiten zal de overbrenging minstens acht dagen in beslag nemen. Herdenking In verschillende plaatsen in den lande is dr. Willem Royaards gisteren herdacht. By den aanvang der Volksvoorstelling in den Stadsschouwburg te Amsterdam heeft gisteravond de heer Dirk Verbeek, directeur van de N. V. „Het Vereenigd Tooneel", woor den van hulde gewijd aan de nagedachtenis van Dr. Willem Royaards. Alle aanwezigen verhieven zich van hunne zitplaatsen om op deze wijze eerbiedige hulde te brengen aan den grooten kunstenaar. Ook in ver schillende andere schouwburgen is op deze wijze de overledene herdacht. De tweedehands-auto wordt gewasschen (Humorist, Londen „Evenals de regisseur Royaards, draagt ook de tooneelspeler het kenmerk zijner bij zondere persoonlijkheid, die steeds tracht, de door hem uit te beelden figuren tot men schen te maken, tot levende menschen, geboren door de transpositie zijner gevoelens in een anderen vorm. Er is dr. Royaards verweten, zoo merkt Frits Lapidoth in het „Vad." op, dat hij zijn medewerkers te veel drilde, te weinig over liet aan hun eigen initiatief en begrip van hun rol, dat er zoo langzamerhand een vas te Royaards-stijl ontstond en daardoor iets mechanieks in de vertooning. Maar men vergeet, dat men juist over gebrek aan een heid en stijl bij ons vaderlandsch tooneel had geklaagd en dit zeer terecht. Mocht dr. Royaards in dit opzicht hebben overdreven, dan is ook dit toch niet anders geweest dan een te ver gaan in de goede richting. En het heeft geen zijner medewerkers kwaad ge daan; integendeel. Nog altijd kan men aan een acteur of actrice hooren of hij (zij) al dan niet in de strenge school van dr. Roy aards is geweest en de jongeren, die zijn ideaal hooghouden, behooren tot de aller- besten. Dat hij geen verkeerde of slordige uit spraak duldde, geen slappe accentueering, geen niets-zeggende houding, noch eenige hapering van memorie, heeft op al de leden van zijn gezelschap een zeer gunstigen in vloed gehad. Hij was een zeer streng leider. Hij had het recht van zijn medewerkers het allerhoogste te eischen, omdat hij zelf zich geheel en al gaf aan zijn grootsche taak. Door het klooster van den Goeden Her der te Danzig wordt een 8 pCt. eerste hy pothecaire obligatieleening uitgegeven, groot 200.000 nominaal, verdeeld in stukken van 1000, 500 en 100. De koers van uitgifte is 99 pCt. De leening is gesloten met pause lijke goedkeuring en met machtiging van Z. D. H. Eduard Graf O'Rourke, Bisschop van Danzig. Hoofdsom en rentezijn betaalbaar te 's-Gravenhage by Burgers en Co's Bank ie Amsterdam en te Rotterdam bij de Am. sterdamsche Bank, vrij van alle eventueele kosten en tegenwoordige of toekomstige belastingen op coupons en lossingen, welke in de Vrije Stad Danzig ooit zouden moch ten worden geheven. Als Trustee voor de Obligatiehouders treedt op de N. V. Trustkantoor voor be legging en administratie, gevestigd te 's-Gravenhage. In het najaar 1925 trokken 7 Zusters van het Moederhuis te Münster in Westfalen naar Danzig-Conradshammer om in de ge bouwen van de door de saecularisatie ver dreven Cisterciënser-Monniken hun bij uit stek sociaal liefdewerk in de Vrije Stad Danzig te beginnen. De bezittingen van de eens zoo beroemde abdy Oliva bij Danzig zijn thans eigendom van de Vrije Stad Danzig. De Senaat sloot met de Eerwaarde Zusters een 30-jarige huurovereenkomst en gaf gaari! aan de Congregatie de verkla ring, dat alle Katholieke meisjes, die voor opvoeding in deze inrichting in aanmerking komen, met toekenning van de gebruike lijke subsidiën, aan deze instelling zullen worden toevertrouwd. Al spoedig bleken de bestaande gebouwen te klein of minder geschikt te zijn. Met toe. stemming van den Senaat werden de noo dige veranderingen gedaan, maar vooral richtte de Eerwaarde Overste de keuken, wasscherij, strijkerij en andere werkplaat sen voor de meisjes voorbeeldig in. Momenteel is iedere plaats bezet en kun nen de Zusters geen meisjes meer opnemen. Thans wenscht de Eerwaarde Moeder- Overste een leening aan te gaan om door nieuwbouw een afdoende uitbreiding aan de inrichting te kunnen geven. De goedkeuring der Kerkelijke autoritei ten voor het sluiten van een leening groot 200.000 heeft zij verkregen, terwijl de Se naat van de Vrije Stad Danzig zich bereid verklaarde eene lste hypothecaire inschrij ving ten gunste van de obligatiehouders tot onderpand van de leening te verstrekken. met verstopping of moeilijken, tragen en onregelmatigen stoelgang zijn onmisbaar. Werken vlug zonder kramp nacht en dag als het moest en onder de 0f pijn. Bij Apoth. en Drog. Doos 60 ct. TREKJES NO. 586 Men zegt In de snijdende ijzel-wind liep 'n man. Was 't 'n schooier? Was 't 'n heer? Dat kon je niet zien. omdat heel de ge stalte overpoeierd was van wit't zelfde ^it van de daken, de boomen, de bruggen, struiken, de straten. En z'n gezicht kroop voor driekwart weg 'h de jaskraag, die met 'n lange, blauw-roode ^eumhand werd opgehouden. Aan die hand zou je het wel zeggen, dat t géén heer wasmaar wie let er op 'n hand? In zulk weer? Wie iet er op 'n man, die daar loopt als n ander? Z n gezicht was niet dat van 'n zwerver pf bedelaar. Er lag h solide lyn in'n lijn van op voedingvan intellect als 't moest en van smart. En als er Iemand van de weinigen, die hem tegenkwamen, op z'n broek had gelet 't kleedingstuk, dat niet heeleméAi wit was "Jan zou die iemand gemerkt hebben, dat die broek er géén was van 'n beer, nog niet Van 'n middenstander. De zoomen waren dóórfinaal dóór. «n de doorweekte rafels natte haar- sliertjes leken 't reikten naar de ge barsten hak-resten, die zelfs op de gladde licht-strepende tramrails geen geluid maak ten. Maar wip let er op 'n man? In de sneeuw-jacht, die al genoeg werk geeft voor eigen beschutting? Z'n stap was traag, besluitlooshy liep als iemand, die 't met zichzelf niet eens is welke richting hij zal inslaan Hij liep met gebogen hoofd, nu en dan struikelig wankelend bij de aanraking met 'n verraderlijk onder sneeuw-stuwing ver borgen stoep-rand Die man was 'n artiest. 'n Musicus, 'n schilder, 'n beeldhouwer, 'n teekenaar, 'n zangerof misschien wel iets anders.'t doet er niet toe 'n Beroemdheid zal 't wel niet geweest zijn 'n Ex-beroemdheid misschien? Die z'n glorie-tijd overleefd had en niet gezorgd voor de latere jaren? Wat gééft 't. m'n lieve menschen daar op de straat vol sneeuw en gladheidwat gééft 'twaar vraégt u eigenlijk naar? U let immers tóch niet op 'm? U laat 'm daar géén Ja, m'n goeie hémelwe laten zoo véélzoo véél gaan Stel je voor, dat ja over ledereen z'n mo gelijke gemoedstoestand aan *t analyseeren moesten dan midden op straat m de ijswindgeen beginnen én. De onopgemerkte was 'n artiest Die honger had. Nou zou je heel secuurwreed-secuur kunnen gaan speuren naar de oorzaak van die hongerkunnen vragen waarom 'n artiest honger kan hebbenmaar dan duurt 't weer zooveel te langer. Hij liep daar te klappertanden, en z'n stap had geen doel. Hij wou niet vragen om broodwant z'n trots was nog niet gebrokendie bréék je ook zoo maar niet, zeggen ze daar doe je niet mee als met, 'n end brand hout, dat je met één slag op je knie ih tweeën kraakt. Misschienals ie getrouwd was en er thuis 'n half dozijn kinderen zaten, even ééns met hongerdan ga je allicht iets verder Maar dat was nu toevallig niet zoo Hij had dus alléén maar met z'n eigen honger te maken. Hid die man geen familie, of vrienden, waar ie om hulp kon vragen? Had ie. Maar die hadden 'm allemaal gezegd, dat 't niks zou worden met z'n artistieke loop haanniks als vergulde arremoe En dat had le niet willen gelooven En toen bleek, dat die anderen de waar heid hadden gesproken al was 't dan, zooals meer gebeurt, niet die waarheid en hem spottend vervolgden met bun: „Zie je nou wel?" en „we hebben je vooruit ge waarschuwd!" toen had ie hen allemaal de rug toegekeerd. Wat ze erg best vonden, want „vroeg of laat kreeg je toch zoo'n vent om steun." En daarom wou ie nou niet naar hen toe gaan Z'n eergevoel alles wat ie nog bezat liet ie zich niet afnemen. Dus liep ie daar eenzaammet hon ger Bedelen? Dat moest je kunnendaar moest je je karakter 'n levenslange knoei voor geven... En toch zou 't moetenwantom te kunnen leven moet men toch minstens per dag 'n paar happen eten zien te krij genen 't leven trekt, al is 't nog zoo beroerd er mee gesteld. Hij werd flauw en duizeligmoest zich nu en dan vastpakken aan 'n telefoon-paal of boom of hek En als de dood zoo bang was ie, dat een van die bekenden 'm zou zien Ze wisten hoe 't met 'm washoe ie z'n mislukt bestaan voort-sjordeen elke dag iets verkocht, om etende te blijven en nou niks meer te verkoopen had En als ze 'm zóó zouden zienen mede lijden met 'm kregenenNee, dan wou ie nog maar liever de dag van morgen afwachtendat medelijden, met die bit- ter-zure bijsmaak, dat leek 'm nog erger dan z'n toestand van nu. En "n benauwde, dikke mist kwam van de lucht afen 't werd kouderen hij zocht de weg naar z'n woningz'n kamertje op 'n zolderverdieping, waarvan de huur was opgezegd wegens Dat wisten ze óók En zoo in 'n apart hoekje was er al ge fluisterd, dat 't nog wel es raar met 'm kon afloopendat ie z'n eigen wel esvan daag of morgen Nee, hoor! Dat zouden ze nooit van 'm kunnen zeggenliever stierf ie van ge brek Suf liep ie dooren moest weer even wicht zoekenen vlak bij de waterkant hy zag 't niet eensdoor de mist en z'n sombere gedachten kreeg ie weer zoo'n duizeling Wie let er op 'n man in de mist? Wie hoort op dat eenzame plekje 'n ge luid, dat nauwelijks 'n kreun is? Op 'n mistige, koude avond en 'n stille plek verdrink je heel gemakkelijk. En toen ie werd opgehaaldtoen zei den er negen van de tien, die 'm kenden... dat ie z'n eigen van kant had gemaakt en dat 't heelemaal geen wonder was. Wij menschen weten altijd. 'n Rijke kamer nu. 'n Schrijfbureau van minstens driehon derd gulden. Met 'n meneer er voor. En 'n heeleboel boeken er op. De heer is sjiek gekleed. Verder: gouden zegel-ring, dito horloge ketting, heel zwaardiamanten dasspeld ....en tanden van goud. Want z'n mond is 'n beetje open en trekt nerveus. Z'n verzorgde vingers graaien ln de pa pierenen met 'n vul-potlood óók al van goud krabbelt ie driftige reken-som metjes op vellen en strooken. Dezelfde vingers woelen z'n geparfumeer de haren in de waren hij staat op. Als 'n dier in 'n kooi loopt ie over het dik ke tapijt...... vloekt, raast Rukt dan 'n lade van 't bureau open... en grijpt er 'n revolver uit De loop van het wapen zit al tegen z'n slaap Dan bedenkt ie zich Met 'n smart-lachje legt ie de revolver weg en gaat de kamer uit Tien minuten later zit ie achter 't stuur rad van z'n auto...,-. In razende vaart vliegt de wagen er over heen Het is 'n sombere, maan-looze avond... en slechts hier en daar is 'n late wandelaar te zien op de rijksweg. De meneer achter 't stuur, 't gelaat grauw verwrongen, ziet links en rechtstot 'r niemand in de nabijheid is Dan geeft ie 'n zwaai aan de wagen...... die recht op de vaart aan rijdt. Niets meer dan 'n plons met 'n paar op springende watersluiers De kap van de auto is nog eventjes te ziende wind schuift er golfjes over heen En de andere dag spreekt en leest men vaas 'n droevig ongeval met doodelijke afloop...... Wij menschen weten altijd. G. if.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 13