Binnenlandsch Nieuws
Bij Scheren
PUROL
Voor Allen die Sukkelen
VIERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - ZATERDAG 26 JANUARI 1929
BLADZIJDE 1
Het ontwerp-Ziektewet
De ramp te Hoek van Holland
Woningbouw in Nederland
Het bosch te Amsterdam
Zal „De Bisschop" op den
Dam te Amsterdam
verdwijnen
Het lot der Zuiderzee-
visschers
De Radioraad
Uit de R.K. Staatspartij
Z. K. H. Prins Hendrik
Een wijziging van het motor
en rijwielreglement
De toestand in de
suikerindustrie
KUNST EN KENNIS
Het overlijden van dr.
Willem Royaards
FINANCIEN
Uitgifte 8 pCt. eerste
hypoth. obligatieleening
Mijnhardt's Laxeertabletten
ELCK WAT WILS
Bespreking in het Verbond van Nederl.
werkgevers
Te Amsterdam is onder leiding van mr.
Aug. Philips een druk bezochte algemeene
ledenvergadering van het Verbond van
Nederlandsche Werkgevers gehouden, ter
bespreking van het ontwerp-Ziektewet.
Verschillende sprekers voerden het woord.
De algemeen voorzitter mr. Philips, con
stateerde, dat de vergadering geheel een
stemmig een aantal conclusies, die hij
staande de vergadering resumeerde, onder
de aandacht van de Tweede Kamer wenschte
te zien gebracht, opdat dit Hooge College
met de ervaringen, die de industrie reeds
vele jaren met de vrijwillige ziekteverzeke
ring had opgedaan, bij het invoeren eener
verplichte verzekering rekening zou kunnen
houden.
Besloten werd, dat deze resoluties door het
bestuur nader zouden worden uitgewerkt in
een adres aan de Tweede Kamer.
Voorts gaf de algemeene voorzitter een
overzicht van de besprekingen, die het vorig
jaar door het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers zijn begonnen met de vertegen
woordigers der arbeidsvakcentralen.
Eenstemmig keurde de vergadering te
dezen aanzien het beleid van het bestuur
goed.
Engelsche deelneming
Bij de Kamer van Koophandel te Amster
dam is een schrijven mgekomen van de Ka
mer van Koophandel te Hythe (Kentl in
Engeland. Het schrijven luidt vertaald:
„Wilt van den voorzitter en de leden der
Kamer van Koophandel van Hythe hun diep
gevoeld medeleven aanvaarden mee de ver
schrikkelijke ramp van de „Prins der Neder
landen'.
Het verlies is te groot, maar onze bewon
dering is nog grooter.
w.g.P.J. Hall
voorzitter
deeling beplantingen bij dien dienst; L.
Heyermans, Directeur van den Gemeente
lijken Geneeskundigen en Gezondheids
dienst; D. van Vugt Jr., Directeur van de
Wasch- en Schoonmaak-, Ead- en Zwem
inrichtingen; K. van Schagen, Gemeentelijk
Inspecteur voor de Lichamelijke Opvoeding
en A. J. van Laren, Hortulanus van den
Hortus Botanicus, terwijl het secretariaat
der Commissie zal worden waargenomen
door den heer Mr. üV. J. Versteeg, oud
secretaris van den Gemeentelijken Woning-
dienst.
De installatie dezer Commissie zal plaats
hebben op Donderdag 31 Jan. as. ten Stad-
huize.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
deelt de volgende cijfers mede omtrent de
toeneming van het aantal woningen in Ne
derland'.
1. Gereed gekomen woningen. 2. Onbe-
woonb. verklaarde gesloopte en aan haar
bestemming omtrokken woningen. 3. Netto
vermeerdering van woningvoorraad
November 1928
October
September
Augustus
Juli
Juni
Mei
April
Maart
Februari
Januari
December 1927
November
4.437
4.795
4.208
3.940
3.982
4.557
4.609
4.593
3.719
2.868
2.930
3.112
3.730
646
463
641
535
602
494
608
682
515
663
502
789
553
3.801
4.332
3.567
3.414
3.380
4.063
4.001
3.911
3.204
2.205
2.428
3.177
3.177
Een commissie van voorbereiding der
plannen.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Voor de nadere uitwerking en detaillee
ring van het plan tot het aanleggen van
een bosch op de gronden, gelegen tusschen
den Amstelveenschen weg, de Ringvaart van
den Haarlemmermeerpolder en de Nieuwe
Meer op het gebied van Amsterdam, Nieu-
wer-Amstel en Aalsmeer, is door B. en W.
van Amsterdam een commissie van deskun
digen Ingesteld waarvan "de samenstelling is
als volgt:
Lid tevens voorzitter: de Wethouder voor
de Publieke Werken, de heer E. J. Abra
hams;
lid tevens lste Vice-Voorzitter: de Direc
teur der Publieke Werken, de heer Ir. W.
A. de Graaf;
lid tevens 2de Vice-Voorzitter: de Stads
architect, de heer Ir. A. R. Hulshoff en ver
der als leden de heeren: J. Th. Peters, lid
van de commissie van bijstand in het be
heer der Publieke Werken; C. Woudenberg, id.;
A. Colijn, burgemeester van Nieuwer-Am-
stel; J. Kastelein, burgemeester van Aals
meer; Mr. d. Hudig, voorzitter der Tech
nische subcommissie uit? de Provinciale
Commissie voor de Gewestelijke plannen in
Noord-Holland; E. D. van Dissel, Directeur
van het Staatsboschbeheer; Prof. Dr. Th.
J. Stomps, Hoogleeraar aan de Gemeente-
Universiteit en Directeur van den Hortus
Botanicus: D. F. Tersteeg, Tuinarchitect;
Dr. Jac. P. Thijsse, Bioloog; Dr. R. j. 'm.
Meurer, voorzitter van den Amsterdam
sehen Bond voor de Lichamelijke Opvoe
ding; Ir. L. S. P. Scheffer, leider der af dee
ling Stadsontwikkeling en Stadsuitbreiding
by den dienst der Publieke Werken; Ir. j.
L. Inckel. Hoofdingenieur, hoofd van af-
deeling Grondexploitatie bij dien dienst
J. R. Koning, tuinarchitect, hoofd van ai-
In een gehouden Comité-generaal van den
Amsterdamschen Raad kwamen, naar het
Hbld. meldt, o.m. aan de orde onderhande
lingen namens de gemeente met de directie
der Heinekens bierbrouwerij te voeren, naar
aanleiding van het door deze directie te
koop aangeboden complex van „De Bisschop"
cïat zich uitstrekt van den hoek van den
Dam tot aan de Valkensteeg op het Dam
rak. Met deze transactie houdt verband het
afsluiten van de Jacob van Campenstraat
van de Ferdinand Bol- tot de lste Van der
Heistraat, welk slraatgedeelte dan by de
brouwerij zou worden getrokken.
In de voorloopig gevoerde besprekingen is
gebleken, dat de brouwerij-directie bereid is
het „Bisschop"-complex aan de gemeente te
verkoopen voor f 315.000. Wanneer echter
haar bovenvermeld gedeelte van de Jacob
van Campenstraat wordt afgestaan, zullen
gemeente en brouwerij elkaar „betalen met
gesloten beurzen", en is de Heinekens-dl-
rectie bereid het omleggen der verschillen
de buisleidingen in de Jac. van Campen
straat voor hare rekening te nemen.
Bovendien zullen dan da gevels van de
brouwerij aan de Stadhouderskade en de
Ferdinand Bolstraat worden verfraaid.
B. en W. worden gemachtigd, de onder
handelingen voort te zetten op de basis: van
het „wederzijds betalen met gesloten beur
zen."
Voorzitter Ter Haar heeft voorts in de
zLt'ing nog eenige mededeeling gedaan over
een conferentie op „Waterstaat", 21 Janu-
ari j.l. gehouden en zei, dat de vertegen
woordigers van B. en W. daarin het stand
punt hadden ingenomen, dat het Geldersche
Vallei-plan met de dammen niet kon war
den beschouwd als voor Amsterdam gun
stig; dat het by Wijk bij Duurstede niet
kon halen.
Verder is medegedeeld, dat de Kon. Holl.
Lloyd van het regeeringsvoorschot van vijf
millioen, waarvan Amsterdam één vierde
voor zijn rekening zou nemen, nog niets had
opgenomen.
De Mij. wenschte dat voorschot op drie
millioën terug te brengen, en daardoor ook
de garantie voor Amsterdam. Zij wilde ech
ter. den tijdsduur van terugbetaling der
eventueel opgenomen gelden verlengd zien.
Alhoewel ook deze zaak nog in openbare
zitting moet komen, staat vast. dat .de Am-
sterdamsche Raad tot deze wijziging bereid
is.
Wat zal het lot zijn van de Zuiderzee-
visschers, wanneer de groote dijk van Wie-
ringen naar Zurich gereed zal zijn?
Die vraag is al herhaaldelijk gesteld, een
afdoend antwoord is nog niet gegeven. De
vragen, welke de heer Hiemstra dezer da
gen aan de ministers van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw en van Waterstaat
heeft gesteld, hebben opnieuw de aandacht
op de zaak gevestigd. Zij gaven het „Hbld
aanleiding in de kringen der visscherij zich
op de hoogte te stellen hoe het met deze
dingen staat.
Omtrent het resultaat van dit onderzoek
meldt het blad het volgende:
De heer Hiemstra vroeg naar de mogelijk
heid om van Oostmahorn een visschers-
dorp te maken.
Uit de kringen der visscherij hoorden wij,
dat over het geheel de Zuiderzeevissrhers er
niet veel voor gevoelen om op de Noordzee
te gaan vissehen. Het is daarom aan zeer
grooten twijfel onderhevig of veel Zuiderzee-
visschers. die binnenkort niet meer in staat
zullen zijn hun bedrijf uit te oefenen, zich
te Oostmahorn, zoo dat als visschersdorp
wordt geoutilleerd, zullen gaan vestigen.
Zelfs bij de Volendammers. die veertig jaren
geleden nog de Noordzee bevischten is die
liefde voor het water ten westen van Hol
land vrijwel geheel verdwenen.
Het eiland Urk maakt een uitzondering.
Ongeveer vijftig botters van dit eiland gaan
geregeld op de Noordzee vissehen. Deze vis-
schers zullen hun bedrijf na de afsluiting
kunnen voortzetten, maar het is niet noodig,
daarvoor een nieuwe haven te Oostmahorn
te maken Zij kunnen zich vestigen te Den
Helder, dat zij nu geregeld passeeren of te
IJmuiden. waar zij thans reeds de visch
lossen. Wellicht zullen zij, ais zy toch Urk
moeten veriaten veel liever in die plaats
wonen, dan in het dorpje aan de Lauwers-
zee.
Zoodat, zoo luiden onze inlichtingen, de
toekomst voor een eventueel visschersdorp
Oostmahorn niet bijster groot moet worden
geacht.
De heer Hiemstra heeft voorts gevraagd,
of het juist is, dat verplaatsing van Zui-
derzeevisschers naar Duitschland wordt
overwogen.
Wat deze quaestie betreft vernemen wij
het volgende:
Fen commissie van deskundigen heeft, in
opdracht van de regeering, een bezoek ge
bracht aan Oost-Friesland, met de bedoe
ling te onderzoeken, of Zuiderzeevisschers,
zoo zij zich daar zouden gaan vestigen, kans
'op op een bestaan zouden hebben.
Zijn onze inlichtingen juist, dan zijn de
deskundigen in hun oordeel niet volkomen
eenstemmig, de één is wat minder pessimis
tisch dan de ander. Maar bepaald geest
driftig zal het rapport niet luiden en wel is
men 't er over eens. dat zoo er al bestaans-
k an sen zijn. dit dan toch slechts voor een
zeer beperkt aantal visschers zou gelden,
zoodat, mocht er iets van overplaatsing naar
Duitschland komen, de vraag, hoe men de
oud-Zuiderzeevisschers aan broed zal moe
ten helpen, daardoor niet noemenswaard na
der tot een oplossing zal zijn gekomen.
In geen geval ligt zoo iets van een ..de
portatie" van visschers in de bedoeling.
Overwogen wordt slechts of het gewenscht
is. visschers, die daartoe uitdrukkelijk den
wensch te kennen geven, aan de middelen te
helpen een bedrijf in Duitschland te begin
nen De vrijwilligheid staat op den voor
grond.
Uit dit alles blijkt, dat de hier genoemde
middelen weinig nieuw licht brengen in het
toekomstig lot der Zuiderzeevisschers. Da
vfsschers zijn lang niet ingenomen met de
Zuiderzeesteunwet. Er bestaat kans. dat zij
wordt verbeterd, maar al zou die wet ook
zoo goed mogelijk worden, dan zal zij toch
slechts alleen de finaneieele zijde van het
vraagstuk rege'en; nl. de finaneieele moge-
Iiikheid voor de visschers scheppen, om in
andere bedrijven over te gaan. De economi
sche vraag, welke bedrijven dat moeten zijn
Is nog niet beantwoord
Toch dringt de tijd. Vermoedelijk zal in
1933 de groote dijk gereed zijn. Haring en
ansjovis zal dan niet nieer in de afgesloten
Zuiderzee komen Spiering en aal zal er
buiven, maar zii geven niet de groote ver
diensten. Bot bliift er ook nog. maar zal
weldra zijn weggevischt. De groote massa
der vlssnhers zal dan tot werkloosheid ziin
"edoemd. tenzij rii tijdig „het zinkende schip
he'-hen verlaten."'
Eenmaal ral de tiid komen, dat er in de
Zuiderzeepolders werk te over is voor land
arbeiders. Maar. zoo besluit het Hbld,. de
tegenwoordige visschers ziin daar weinig mee
gebaat, want tusschen het tijdstfn der af
sluiting en de voltooiing der polders de
Wieringermeernolder dan uitgezonderd
zullen nog heel wat jaren verloopen.
geen pijn en naschrijnen of stukgaan
der huid, indien men voor het inzeepen
de baardoppervlakte inwrijft met
Doos 30, Tube 80 ct.
dus beteeRende, dat zy die zich voor het
rijbewijs-examen moesten oefenen, geen gele
genheid hadden om practisch met het verkeer
in de steden kennis te maken. Daaraan is
thans door bedoelde wijziging een eind ge
maakt. aangezien de beperking tot het rijden
onder toezicht buiten de bebouwde kom
thans is vervallen.
Zij. die zich dus in het automobielrijden
willen bekwamen, behoeven daartoe niet
meer de buitenwegen op te zoeken.
Naar wij vernemen zal de Minister van
Waterstaat Dinsdag a s. den dezer dagen
ingestelden radioraad installeeren.
October j.l. is genomen in de Philippijnsche
Eilanden, krachtens welken maatregel, bij
invoer van suiker in dat eilandenrijk, een
gelijk invoerrecht wordt geheven als bij in
voer in de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika.
Het is der Regeering niet gebleken, dat er
bij alle belanghebbenden, in deze vraag be
doeld, een vrijwel eenparige meening bestaat
omtrent de noodzakelijkheid van onverwijlde
steunverleening aan de suikerindustrie.
De Regeering is tot heden niet tot de
conclusie gekomen, dat, met het oog op den
uitzaai van suikerbieten in 1929, onverwijld
pogingen behooren te worden gedaan, om
door het in uitzicht stellen van steun belang
rijke inkrimping der teelt te voorkomen.
Afgezien van de groote bezwaren, aan der-
gelijken steun verbonden, wijst zij in dit
verband er op, dat, blijkens te harer be
schikking staande gegevens, de mogelijkheid
zal bestaan tot afzet van de te verbouwen
bieten in het binnenland tegen een prijs van
ongeveer 16 per 100 k.g.
De Regeering meent voorshands in deze
materie niets anders te moeten doen, dan
harerzijds met kracht te streven naar het
herstel eener Suikerconventie.
De candlidatuur A. Conyn
De heer A. Conyn te Doetlnchem heeft
zijn candidatuur voor den vrijen zetel in de
Rijkskieskringen ArnhemNijmegen. Amster
dam, Limburg en Lelden niet aanvaard;
alsmede heeft hij bedankt voor den kwali
teitszetel te 's-Gravenhage.
Alleen de vrije plaats te 's-Gravenhage
heeft hij geaccepteerd.
Z. K. H. Prins Hendrik is naar Duitschland
vertrokken, vanwaar hij 6 Februari a.s. wordt
terugverwacht.
Staatsblad 493 bevat een Koninklijk be
sluit van 21 December tot wijziging van het
Motor- en Rijwielreglement.
Behalve enkele ondergeschikte wijzigingen
vraagt daarin vooral de nieuwe bepaling de
aandacht, dat het verbod van rijden onder
toezicht in de bebouwde kom eener gemeen
te wordt opgeheven.
Tot. nu toe was n.l. het besturen van een
motorrijtuig onder onmiddellijk toezicht
alleen toegestaan indien buiten de bebouwde
kóm eener gemeente werd gereden, hetgeen
Ministerieel antwoord op de vragen van den
heer v. d. Heuvel
Op de vragen van den heer van den Heu
vel betreffende het onverwijld nemen van
maatregelen tot steun aan de suikerindustrie
hier te lande, antwoordde de minister van
Financiën o.m. Het is der Regeering niet
bekend, dat er in de provinciën Groningen
en Friesland vroeger een bepaald inzicht be
stond omtrent de wenschelykheid van steun
verleening aan de suikerindustrie. Uiteraard
is het der Regeering dan ook niet bekend,
dat er verandering in dat opzicht is geko
men. Wel is aan de Regeering uit de nieuws
bladen bekend geworden, dat in December
jj. op een vergadering van het hoofdbestuur
van de Groningsche Maatschappij van Land
bouw het besluit is genomen om ten aan
zien van het vragen van maatregelen tot
steun voor de suikerindustrie voorloopig nog
een afwachtende houding aan te nemen.
Het is der Regeerjng bekend, dat in
Duitschland onlangs het invoerrecht op sui
ker is verhoogd van 15 R.M. tot 25 R.M. per
100 k.g. Wat Amerika betreft, is verhooging
van het invoerrecht op suiker niet ter ken
nis van de Regeering gekomen. Wel is haar
een maatregel bekend geworden, welke in
In verband met het overlijden van dr.
Willem Royaards herinnert het Hbld. aan
een artikel in Januari 1927 door Louis Saal-
born geschreven, toen dr. Willem Royaards
zyn 60sten verjaardag vierde.
„Bijna vijftien jaren, aldus Louis Saalbom,
heb ik hem onafgebroken zien werken, heb
ik bij hem het wezen van het theater, van
groote tooneelkunst, voelen leven in schoon
heid en kracht, in uit innerlijke noodzaak
geboren scheppingsdrang. Een strijder, vooral
voor zijn hooggestelde Idealen, een strijder
voor en vaak ook tegen zichzelf, bij zyn
onstuimigen drang naar volmaaktheid, in
den ruimsten zin! Een overwinnaar, waar
het arbeiden geldt met goede materialen:
een algemeen erkende.
„Zijn beteekenis voor ons nationaal too-
neel, culmineert in zijn regiearbeid, die in
den bloeitijd van de N.V. Het Tooneel groote
triomfen vierde en zyn hoogtepunt bereikte
in vertooningen als: Mercadet, Jonkvrouwe
de la Seiglière, in de Shakespeare-vertoo-
ningen Driekoningenavond en Midzomer-
nachtdroom, in Goethe's Faust en vooral in
Vondel.
„Hadden ook 't overige uiteenloopende veel
omvattende repertoire en alle vertooningen,
door hem geleid, steeds het cachet van zijn
persoonlijkheid in Vondel heeft hij ons
wel een onomstootelyk monument gescha
pen.
„Al schept de kunst van het tooneel n>
eenmaal geen eeuwigheidswaarden zooals
haar zusterkunsten, die minder dan zij
interpreteerend optreden door den grooten
dichter Vondel aan ons bewust te maken, in
schoonheid en klank, woord en innerlijk
rhythme, heeft Royaards, maar dan ook
hij alleen, voor de geschiedenis van het too-
heel een onvergetelijke daad gedaan.
„Zijn Adam In Ballingschap, zijn Lucifer,
zijn Gysbrecht-vertooningen hebben tot de
massa gesproken, hebben In al hun werke-
lijken adel van geest en vorm de harten
der menschen bereikt en zich als voor hun
tijd blijvende waarden-van-het-tooneel
gemanifesteerd.
„Bij Royaards' Vondelconceptie groeit,
boven zijn eigen persoonlijkheid uit, een
onbewuste overgave aan den dichter, waar
door een hooger contact ontstaat, dat tot
ontroering dwingt, dat het volmaakte nadert.
„Dat zooveel door Royaards bereikt werd,
dankt hij aan zijn persoonlijkheid, aan zijn
vasthoudendheid aan eigen inzicht, aan zijn
overtuigingskracht. De ijzeren greep waarin
hij een door hem gebouwde voorstelling
vasthoudt en meeneemt, waar hij wil, dwingt
tot aandacht, en, bij diepere aanvoeling, tot
overgave. Hier is de kunstenaar dictator.
Kan hij anders zijn? Neen. Dit is roeping
van den regisseur.
ongunstigste omstandigheden. Dat hij ook
aan de wezenlijk zeer begaafden de noodige
vrijheid liet en voor hen een ideaal leider
was, kunnen zij getuigen, die met een reeds
gevestigde reputatie tot hem zijn gekomen.
Deze voorbeeldige tooneel-leider, die ook
een zeer knap acteur was, heeft veel moeten
leeren en zichzelf ook veel moeten afleeren.
Wat zelftucht en een onverzettelijke wil
vermogen, heeft de kunstenaar, die als
zoodanig veel aan zijn instrument zich
zelf! had te verbeteren, ons overtuigend
getoond. En mede daarom is hij den jonge
ren ten voorbeeld te stellen.
Die energie drukte Royaards' handschrift
met zijn groote, regelmatige letters prachtig
uit,
In September 1926, zoo had hij gehoopt,
zou te Amsterdam de Royaards-schouwburg
worden geopend, zijn eigen schouwburg voor
zijn eigen gezelschap. Men weet, dat nog
altijd de eerste steen daarvoor niet is ge
legd! Aan krachtigen steun van vermogende
tooneelliefhebbers heeft het hem niet ont
broken; maar er kwam tegenspoed van al
lerlei aard. Toch bleef hij vertrouwen, vast
vertrouwen, had hij de zekerheid dat zijn
schouwburg verrijzen zou, zooals hij zich
dien had gedacht.
En de grond is er, de maquette staat ge
reed
Maar dr. Willem Royaards Is overleden,
als tooneeldirecteur zonder gezelschap!
De overbrenging van het
stoffelijk overschot
Naar wy vernemen zal het stoffelijk over
schot van Dr. Willem Royaards uit Menton
in Zuid-Frankrijk naar Amsterdam worden
overgebracht. In verband met te vervullen
formaliteiten zal de overbrenging minstens
acht dagen in beslag nemen.
Herdenking
In verschillende plaatsen in den lande is
dr. Willem Royaards gisteren herdacht.
By den aanvang der Volksvoorstelling in
den Stadsschouwburg te Amsterdam heeft
gisteravond de heer Dirk Verbeek, directeur
van de N. V. „Het Vereenigd Tooneel", woor
den van hulde gewijd aan de nagedachtenis
van Dr. Willem Royaards. Alle aanwezigen
verhieven zich van hunne zitplaatsen om
op deze wijze eerbiedige hulde te brengen
aan den grooten kunstenaar. Ook in ver
schillende andere schouwburgen is op deze
wijze de overledene herdacht.
De tweedehands-auto wordt gewasschen
(Humorist, Londen
„Evenals de regisseur Royaards, draagt
ook de tooneelspeler het kenmerk zijner bij
zondere persoonlijkheid, die steeds tracht,
de door hem uit te beelden figuren tot men
schen te maken, tot levende menschen,
geboren door de transpositie zijner gevoelens
in een anderen vorm.
Er is dr. Royaards verweten, zoo merkt
Frits Lapidoth in het „Vad." op, dat hij zijn
medewerkers te veel drilde, te weinig over
liet aan hun eigen initiatief en begrip van
hun rol, dat er zoo langzamerhand een vas
te Royaards-stijl ontstond en daardoor iets
mechanieks in de vertooning. Maar men
vergeet, dat men juist over gebrek aan een
heid en stijl bij ons vaderlandsch tooneel
had geklaagd en dit zeer terecht. Mocht dr.
Royaards in dit opzicht hebben overdreven,
dan is ook dit toch niet anders geweest dan
een te ver gaan in de goede richting. En het
heeft geen zijner medewerkers kwaad ge
daan; integendeel. Nog altijd kan men aan
een acteur of actrice hooren of hij (zij) al
dan niet in de strenge school van dr. Roy
aards is geweest en de jongeren, die zijn
ideaal hooghouden, behooren tot de aller-
besten.
Dat hij geen verkeerde of slordige uit
spraak duldde, geen slappe accentueering,
geen niets-zeggende houding, noch eenige
hapering van memorie, heeft op al de leden
van zijn gezelschap een zeer gunstigen in
vloed gehad. Hij was een zeer streng leider.
Hij had het recht van zijn medewerkers het
allerhoogste te eischen, omdat hij zelf zich
geheel en al gaf aan zijn grootsche taak.
Door het klooster van den Goeden Her
der te Danzig wordt een 8 pCt. eerste hy
pothecaire obligatieleening uitgegeven, groot
200.000 nominaal, verdeeld in stukken van
1000, 500 en 100. De koers van uitgifte
is 99 pCt. De leening is gesloten met pause
lijke goedkeuring en met machtiging van
Z. D. H. Eduard Graf O'Rourke, Bisschop
van Danzig.
Hoofdsom en rentezijn betaalbaar te
's-Gravenhage by Burgers en Co's Bank ie
Amsterdam en te Rotterdam bij de Am.
sterdamsche Bank, vrij van alle eventueele
kosten en tegenwoordige of toekomstige
belastingen op coupons en lossingen, welke
in de Vrije Stad Danzig ooit zouden moch
ten worden geheven.
Als Trustee voor de Obligatiehouders
treedt op de N. V. Trustkantoor voor be
legging en administratie, gevestigd te
's-Gravenhage.
In het najaar 1925 trokken 7 Zusters van
het Moederhuis te Münster in Westfalen
naar Danzig-Conradshammer om in de ge
bouwen van de door de saecularisatie ver
dreven Cisterciënser-Monniken hun bij uit
stek sociaal liefdewerk in de Vrije Stad
Danzig te beginnen. De bezittingen van de
eens zoo beroemde abdy Oliva bij Danzig
zijn thans eigendom van de Vrije Stad
Danzig. De Senaat sloot met de Eerwaarde
Zusters een 30-jarige huurovereenkomst en
gaf gaari! aan de Congregatie de verkla
ring, dat alle Katholieke meisjes, die voor
opvoeding in deze inrichting in aanmerking
komen, met toekenning van de gebruike
lijke subsidiën, aan deze instelling zullen
worden toevertrouwd.
Al spoedig bleken de bestaande gebouwen
te klein of minder geschikt te zijn. Met toe.
stemming van den Senaat werden de noo
dige veranderingen gedaan, maar vooral
richtte de Eerwaarde Overste de keuken,
wasscherij, strijkerij en andere werkplaat
sen voor de meisjes voorbeeldig in.
Momenteel is iedere plaats bezet en kun
nen de Zusters geen meisjes meer opnemen.
Thans wenscht de Eerwaarde Moeder-
Overste een leening aan te gaan om door
nieuwbouw een afdoende uitbreiding aan
de inrichting te kunnen geven.
De goedkeuring der Kerkelijke autoritei
ten voor het sluiten van een leening groot
200.000 heeft zij verkregen, terwijl de Se
naat van de Vrije Stad Danzig zich bereid
verklaarde eene lste hypothecaire inschrij
ving ten gunste van de obligatiehouders tot
onderpand van de leening te verstrekken.
met verstopping of moeilijken, tragen
en onregelmatigen stoelgang zijn
onmisbaar. Werken vlug zonder kramp
nacht en dag als het moest en onder de 0f pijn. Bij Apoth. en Drog. Doos 60 ct.
TREKJES NO. 586
Men zegt
In de snijdende ijzel-wind liep 'n man.
Was 't 'n schooier?
Was 't 'n heer?
Dat kon je niet zien. omdat heel de ge
stalte overpoeierd was van wit't zelfde
^it van de daken, de boomen, de bruggen,
struiken, de straten.
En z'n gezicht kroop voor driekwart weg
'h de jaskraag, die met 'n lange, blauw-roode
^eumhand werd opgehouden.
Aan die hand zou je het wel zeggen, dat
t géén heer wasmaar wie let er op 'n
hand? In zulk weer?
Wie iet er op 'n man, die daar loopt als
n ander?
Z n gezicht was niet dat van 'n zwerver
pf bedelaar.
Er lag h solide lyn in'n lijn van op
voedingvan intellect als 't moest
en van smart.
En als er Iemand van de weinigen, die hem
tegenkwamen, op z'n broek had gelet 't
kleedingstuk, dat niet heeleméAi wit was
"Jan zou die iemand gemerkt hebben, dat
die broek er géén was van 'n beer, nog niet
Van 'n middenstander.
De zoomen waren dóórfinaal dóór.
«n de doorweekte rafels natte haar-
sliertjes leken 't reikten naar de ge
barsten hak-resten, die zelfs op de gladde
licht-strepende tramrails geen geluid maak
ten.
Maar wip let er op 'n man?
In de sneeuw-jacht, die al genoeg werk
geeft voor eigen beschutting?
Z'n stap was traag, besluitlooshy
liep als iemand, die 't met zichzelf niet eens
is welke richting hij zal inslaan
Hij liep met gebogen hoofd, nu en dan
struikelig wankelend bij de aanraking met
'n verraderlijk onder sneeuw-stuwing ver
borgen stoep-rand
Die man was 'n artiest.
'n Musicus, 'n schilder, 'n beeldhouwer, 'n
teekenaar, 'n zangerof misschien wel
iets anders.'t doet er niet toe
'n Beroemdheid zal 't wel niet geweest
zijn
'n Ex-beroemdheid misschien?
Die z'n glorie-tijd overleefd had en niet
gezorgd voor de latere jaren?
Wat gééft 't. m'n lieve menschen daar op
de straat vol sneeuw en gladheidwat
gééft 'twaar vraégt u eigenlijk naar?
U let immers tóch niet op 'm?
U laat 'm daar géén
Ja, m'n goeie hémelwe laten zoo
véélzoo véél gaan
Stel je voor, dat ja over ledereen z'n mo
gelijke gemoedstoestand aan *t analyseeren
moesten dan midden op straat m de
ijswindgeen beginnen én.
De onopgemerkte was 'n artiest
Die honger had.
Nou zou je heel secuurwreed-secuur
kunnen gaan speuren naar de oorzaak van
die hongerkunnen vragen waarom 'n
artiest honger kan hebbenmaar dan
duurt 't weer zooveel te langer.
Hij liep daar te klappertanden, en z'n
stap had geen doel.
Hij wou niet vragen om broodwant
z'n trots was nog niet gebrokendie
bréék je ook zoo maar niet, zeggen ze
daar doe je niet mee als met, 'n end brand
hout, dat je met één slag op je knie ih
tweeën kraakt.
Misschienals ie getrouwd was en er
thuis 'n half dozijn kinderen zaten, even
ééns met hongerdan ga je allicht iets
verder
Maar dat was nu toevallig niet zoo
Hij had dus alléén maar met z'n eigen
honger te maken.
Hid die man geen familie, of vrienden,
waar ie om hulp kon vragen?
Had ie.
Maar die hadden 'm allemaal gezegd, dat
't niks zou worden met z'n artistieke loop
haanniks als vergulde arremoe
En dat had le niet willen gelooven
En toen bleek, dat die anderen de waar
heid hadden gesproken al was 't dan,
zooals meer gebeurt, niet die waarheid
en hem spottend vervolgden met bun: „Zie
je nou wel?" en „we hebben je vooruit ge
waarschuwd!" toen had ie hen allemaal
de rug toegekeerd.
Wat ze erg best vonden, want „vroeg of
laat kreeg je toch zoo'n vent om steun."
En daarom wou ie nou niet naar hen toe
gaan
Z'n eergevoel alles wat ie nog bezat
liet ie zich niet afnemen.
Dus liep ie daar eenzaammet hon
ger
Bedelen?
Dat moest je kunnendaar moest je je
karakter 'n levenslange knoei voor geven...
En toch zou 't moetenwantom
te kunnen leven moet men toch minstens
per dag 'n paar happen eten zien te krij
genen 't leven trekt, al is 't nog zoo
beroerd er mee gesteld.
Hij werd flauw en duizeligmoest zich
nu en dan vastpakken aan 'n telefoon-paal
of boom of hek
En als de dood zoo bang was ie, dat een
van die bekenden 'm zou zien
Ze wisten hoe 't met 'm washoe ie
z'n mislukt bestaan voort-sjordeen elke
dag iets verkocht, om etende te blijven
en nou niks meer te verkoopen had
En als ze 'm zóó zouden zienen mede
lijden met 'm kregenenNee, dan
wou ie nog maar liever de dag van morgen
afwachtendat medelijden, met die bit-
ter-zure bijsmaak, dat leek 'm nog erger dan
z'n toestand van nu.
En "n benauwde, dikke mist kwam van
de lucht afen 't werd kouderen
hij zocht de weg naar z'n woningz'n
kamertje op 'n zolderverdieping, waarvan
de huur was opgezegd wegens
Dat wisten ze óók
En zoo in 'n apart hoekje was er al ge
fluisterd, dat 't nog wel es raar met 'm kon
afloopendat ie z'n eigen wel esvan
daag of morgen
Nee, hoor! Dat zouden ze nooit van 'm
kunnen zeggenliever stierf ie van ge
brek
Suf liep ie dooren moest weer even
wicht zoekenen vlak bij de waterkant
hy zag 't niet eensdoor de mist en z'n
sombere gedachten kreeg ie weer zoo'n
duizeling
Wie let er op 'n man in de mist?
Wie hoort op dat eenzame plekje 'n ge
luid, dat nauwelijks 'n kreun is?
Op 'n mistige, koude avond en 'n stille
plek verdrink je heel gemakkelijk.
En toen ie werd opgehaaldtoen zei
den er negen van de tien, die 'm kenden...
dat ie z'n eigen van kant had gemaakt
en dat 't heelemaal geen wonder was.
Wij menschen weten altijd.
'n Rijke kamer nu.
'n Schrijfbureau van minstens driehon
derd gulden.
Met 'n meneer er voor.
En 'n heeleboel boeken er op.
De heer is sjiek gekleed.
Verder: gouden zegel-ring, dito horloge
ketting, heel zwaardiamanten dasspeld
....en tanden van goud.
Want z'n mond is 'n beetje open en trekt
nerveus.
Z'n verzorgde vingers graaien ln de pa
pierenen met 'n vul-potlood óók al
van goud krabbelt ie driftige reken-som
metjes op vellen en strooken.
Dezelfde vingers woelen z'n geparfumeer
de haren in de waren hij staat op.
Als 'n dier in 'n kooi loopt ie over het dik
ke tapijt...... vloekt, raast
Rukt dan 'n lade van 't bureau open... en
grijpt er 'n revolver uit
De loop van het wapen zit al tegen z'n
slaap
Dan bedenkt ie zich
Met 'n smart-lachje legt ie de revolver
weg en gaat de kamer uit
Tien minuten later zit ie achter 't stuur
rad van z'n auto...,-.
In razende vaart vliegt de wagen er over
heen
Het is 'n sombere, maan-looze avond... en
slechts hier en daar is 'n late wandelaar
te zien op de rijksweg.
De meneer achter 't stuur, 't gelaat grauw
verwrongen, ziet links en rechtstot 'r
niemand in de nabijheid is
Dan geeft ie 'n zwaai aan de wagen......
die recht op de vaart aan rijdt.
Niets meer dan 'n plons met 'n paar op
springende watersluiers
De kap van de auto is nog eventjes te
ziende wind schuift er golfjes over
heen
En de andere dag spreekt en leest men vaas
'n droevig ongeval met doodelijke afloop......
Wij menschen weten altijd. G. if.