Gemengd Nieuws INDIEN gij Italiano koopt ter verlichting Uwer hoest en VOOJR DE HUISKAMER Wrijf Uw pijnlijke spieren DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 1 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 2 Wetenswaardigheden voor het reizen per trein Nachtelijk hulpgeroep Een droogte-record Aan de gevolgen overleden De débacle van de Bank voor den Effectenhandel te Amsterdam De storm van November 1928 Griep te Amersfoort Vijf wagons ontspoord Voorzichtig bij het over steken van den weg Een lichtverschijnsel In een bijt gevallen en verdronken Door een vallenden boom gedood Een koud bad RECHTSZAKEN Na het spoorweg-ongeluk bij „de Vink" Een schadevergoedings kwestie voor den Hoogen Raad Mishandeling met doodelijken afloop ONDERWIJS Muziek op school KERKNIEUWS KLOOSTERBALSEM Uit de Missie LANDBOUW EN VISSCHERIJ Vergiftigde Amerikaansche gerst De juweelen van mevrouw Nieuwe voorschriften Het nieuwe reglement van vervoer op de spoorwegen is onlangs in werking getreden en het bevat verschillende nieuwe bepalingen, terwijl andere aanvullingen en wijzigingen nebben ondergaan, die voor een groot deel /an belang voor het reizend publiek geacht mogen worden. Indien in een trein voor een reiziger geen rit- of staanplaats beschikbaar is in de rij tuigklasse voor welke zijn plaatsbewijs geldig is, en indien hem zij het dan tijdelijk evenmin toegestaan kan worden een zit- of staanplaats in een hoogere klasse in te ne men, dan kan hij vervoer in een lagere klasse, voor zoover daarin nog plaats beschikbaar is, met terugbetaling van het prijsverschil vor deren, of van zijn reis afzien, in welk geval hem de prijs van zijn plaatsbewijs en de eventueel door hem betaalde bagagevracht worden terugbetaald. In laatstbedoeld geval heeft hij dan echter geen recht op extra ver goeding. Ontbreekt de gelegenheid tot terug betaling van het bedrag, waarop de reiziger krachtens het zooeven vermelde aanspraak kan maken, dan kan deze dit bedrag na af loop van de reis van den Spoorweg vorderen. Ten aanzien van het vervoer van kinderen gelden thans de volgende bepalingen: kinde ren, jonger dan vier jaar, voor wie geen af zonderlijke plaats verlangd wordt, worden kosteloos vervoerd. Kinderen, die den leeftijd van vier, doch niet dien van tien jaar bereikt hebben en jongere kinderen, voor wie een af zonderlijke plaats verlangd wordt, worden tegen verlaagde prijzen vervoerd, welke niet meer mogen bedragen dan de helft van de prijzen der plaatskaarten voor volwassenen. Deze verlaging behoeft niet verleend te worden op de prijzen der plaatskaarten, welke reeds een andere vermindering tegenover het normaal tarief opleveren. iHierbij wordt o.a. gedoeld op het buurtverkeer). Bij twijfel om trent den leeftijd van kinderen beslist de be ambte of bediende van den Spoorweg, met de contröle der plaatsbewijzen belast. Dit is een der zeer weinige gevallen, waarin de stations chef niet in hoogste instantie beslist. Tot nu toe was in het reglement een ver bodsbepaling in zake vechten in de treinen niet opgenomen. Dit is thans wel het geval: er is ook nog aan toegevoegd, dat de reizi gers geen handtastelijkheden mogen plegen of anderen lastig mogen vallen. Ook is het ver- ooden voorwerpen uit de rijtuigen te werpen, waardoor personen gekwetst of zaken be schadigd kunnen worden. Zonder vergunning der Spoorwegen mogen in de rijtuigen geen waren ten verkoop worden aangeboden. Dit laatste mag ook niet, zonder de benoodigde vergunning, geschieden op spoorwegterreinen in het algemeen. In het nieuwe reglement is ook opgenomen de verbodsbepaling betreffen de het werpen van vruchtenschillen op de treeplank der rijtuigen en op de perrons. Om op alle uitvluchten van „handige" reizigers voorbereid te zijn, is aan de bepaling nog toe gevoegd, dat het ook verboden is, vruchten- schillen „te laten vallen". De reizigers moe ten wel bedenken dat de bepaling, dat de bepaling, dat de Spoorweg verantwoordelijk is voor zijn personeel, volgens een aanvullende bepaling in het nieuwe reglement, niet geldt, indien het spoorwegpersoneel op verzoek van den be langhebbende diensten bewijst, waartoe de Spoorweg niet verplicht is. Vertraging van treinen wordt, indien die vertraging van langeren duur is dan vijftien, minuten (vroeger tien minuten) niet alleen meer op de hoofdstations, maar ook op de belangrijke aansluitingsstations op duidelijk richtbare wijze, zoo nauwkeurig mogelijk be- kendgemaaakt. Ais nieuwe bepaling is ook ingelascht, dat de draagbare bagage, welke de reizigers in de rijtuigen mogen medenemen, van dien aard moet zijn, dat zij het materieel niet bescha digt. De Spoorweg is thans ook bevoegd, ba gage met een anderen trein te vervoeren dan dien, voor welken zij ter inschrijving aange boden is, indien in den bagagewagen geen voldoende plaatsruimte beschikbaar is. In het bijzonder verdient de aandacht de bepaling, dat de Spoorweg niet verantwoordelijk is voor de schade, veroorzaakt door de vertraging of het uitvallen van een trein of door het missen van een aansluiting en evenmin voor de schade, welke een gevolg is van fouten in de dienstregelingbiljetten of reisgidsen. Intusschen meent de „Telegraaf," die ook bovenstaande bepalingen releveert, dat waar het algemeen reglement van vervoer op de Spoorwegen geen lectuur is welke de reizigers regelmatig onder de oogen krijgen, het van nut kan zijn, hier ook nog de aandacht te vestigen op eenige voorschriften en bepalin gen. welke ook in het oude reglement reeeds voorkwamen, doch, naar ons gebleken is, lang niet van algemeene bekendheid zijn. Vijf mi nuten voor het vertrek van den trein behoe ven geen plaatsbewijzen meer afgegeven te worden; indien twee treinen in dezelfde rich ting binnen kort tijdsverloop van het station vertrekken, behoeven voor den volgenden trein geen plaatsbewijzen afgegeven te worden, vóórdat die afgifte voor den voorgaanden trein afgeloopen is. Iedere reiziger heeft voor zijn handbagage slechts de beschikking over de ruimte boven en onder zijn zitplaats. De beambten en bedienden van den Spoorweg hebben te allen tijde het recht zich in tegen woordigheid van den reiziger te overtuigen van den aard van het in de rijtuigen mede- nomene. Het is verboden in of uit de voer tuigen te gaan, daartoe pogingen aan te wen den of anderen In hunne pogingen daartoe behulpzaam te zijn, of de portieren in de zij wanden der rijtuigen te openen, terwijl de trein in beweging is. kele fondsen kwam plotseling een stijging. De klanten kregen gelegenheid de premie contracten te verlengen en zij maakten toen flinke winsten. Wanneer zij evenwel om uitkeering vroe gen. kregen zij ten antwoord, dat de con currentie in Duitschland zoo groot was, dat de bank niet over voldoende contanten be schikte. De klanten, die winst hadden ge maakt, konden in plaats van geld schuld bekentenissen met vijfjarigen looptijd krij gen. Ook waren er klanten, die kapitaalkrach tig waren en die liever de stukken zelf had den. De bank kon echter die stukken niet leveren en was ook niet in staat het ver schil van den prijs op den datum, waarop het contract was gesloten en van den la- teren hoogeren prijs, te betalen. De klanten kregen dus niet het geld waarop zij recht hadden en vroegen faillis sement aan. Het aantal schuldeischers loopt, naar ge meld wordt, ver over de honderd. Wat den oud-directeur betreft, die naar Praag is uitgeweken, hij had vroeger een commissionnairszaak, welke inde 1928 fail liet is verklaard. De bank voor den effec tenhandel heeft zijn zaak overgenomen en hij is korten tijd directeur geweest. Vermoed wordt, dat hij als commissionnair enkele kleine verduisteringen heeft gepleegd. Deze verduisteringen stonden niet in verband met het bedrijf van de_ bank, welker boeken de justitie thans doet onderzoeken. Naar verluidt verder, is reeds aan het licht gekomen, dat de boekhouding ten minste twee maanden ten achter was. De reizigers, die voor de bank premiecontrac ten trachtten te sluiten, kregen als provisie 30 pCt van het premiegeld. Om één uur gisternacht werden de bewo ners aan de Sophiakade te Rotterdam opge schrikt door het hulpgeroep van een man. In allerijl kwamen eenige personen toege sneld in de richting, vanwaar het hulpge roep was gekomen. Een zekere B. begaf zich onmiddellijk op het ijs van het Boezemwater doch zag een man voor zijn oogen verdrin ken. Terstond werd de politie gewaarschuwd en na een uur dreggen gelukte het den man boven water te halen. Kunstmatige ademhaling werd nog toegepast, echter zon der resultaat. Het lijk van den man werd door een auto van den G-G.D. naar het zie kenhuis aan den Coolsingel overgebracht. Hij bleek te zijn de 30-jarige A. V. wonende aan de Hoogstraat te Rotterdam. Men ver moedt, naar de Msb. verneemt, dat V. het Ijs heeft willen oversteken. De filiaal-inrichting van het Kon. Ned. Meteor, instituut meldt: Sinds in 1910 de regenwaarnemingen in den Hortus Botanicus zijn begonnen, is nim mer zoo weinig neerslag afgetapt als in de afgeloopen maand, toen slechts 24 m.m. werd bereikt. Bijzonder droog was ook Januari 1927 met 27 m.m.; de natste Januari was die van 1921 met 112, het gemiddelde bedraagt 62 m.m. In het ziekenhuis te Utrecht is de 24-jarige bakkersknecht J B. uit Baarn, die door den trein te Soest werd aangereden en ernstig gewond, aan de gevolgen overleden. Het ongeluk te Soest moet gebeurd zijn, doordat B. toen hij den trein zag naderen, de spoorbaan nog wilde passeeren. Ten ge volge van de gladheid slipte zijn rijwiel en werd hij door den trein gegrepen. Op welke manier „verlies uitgesloten" was Reeds is dezer dagen medegedeeld, dat het faillissement was uitgesproken van de Bank voor den Effectenhandel, gevestigd aan de Keizersgracht te Amsterdam en tevens, dat op last van de justitie boeken en bescheiden in beslag waren genomen. Nader verneemt het Hbld., dat deze bank voornamelijk in Duitschland werkte. Zij had echter ook enkele klanten in het Zuiden van ons land. De bank deed voornamelijk pre mie-affaires Zij had in Duitschland een zeer groot aantal circulaires doen verspreiden, waarin mooie winsten in het uitzicht werden gesteld en tevens werd verteld, dat de bank garandeerde, dat geen verlies zou worden geleden. Verscheidene premie-contracten liepen in aandeelen, waarin de koersfluctuaties gering waren en de winst was dus ook niet groot. De klanten kregen zelfs heelemaal niets. In en- Te Botterdam 72.500 schade aan gemeente-eigendommen. B. en W. van Rotterdam deelen aan den raad hunner gemeente mede: Door de stormen en den hoogen water stand op 16 en 25 November j.l. is vrij belangrijke schade toegebracht aan gemeen te-eigendommen. Aan havenwerken en ge bouwen, vliegveld en bruggen werd toege bracht een schade van 54.554. Bovendien zijn in verschillende buitendijks gelegen straten, zooals Noord-Blaak, Oosterkade, Spaanschekade en langs <ïe Charloissche haven, Rijnhaven N.z. Feijenoordkade, Waal haven diepe gaten zijn geslagen. Tevens werd de bestrating bp sommige plaatsen der mate beschadigd, dat hierdoor bestrating noodzakelijk was. De kosten hiervan wor den geraamd op 18.000. Hieruit blijkt, dat het totaal bedrag der schade pl.m. f 72.500 beloopt. verkoudheid, dan zult U ondervinden, dat Uwe keuze de juiste is. gij het koopt als lekkernij, dan zult U door ^den fijnen smaak er steeds weer naar terug verlangen. ITALIANO wordt verkocht in rollen a 10 ct. en in speciale zakjes a 20 ct. per ons. 20, ets PER OHS - 'J,.- 'f 'V Yvil t lO CTS PER ROk Voor engros bij Fa. C. H. S. Heilker, Haarlem Voor het garnizoen te Amersfcrirt is lichte dienst ingevoerd, wegens het heer- schen van griep. Geen persoonlijke ongelukken Aanzienlijke materieelc schade Een uit de richting Sittard komende en met steenkolen zwaar beladen goederen trein, liep Woensdagmiddag het rangeer terrein te Susteren binnen. Nabij de halte Susteren is, tengevolge van het breken van een der assen van een wagon, een vijftal wagons ontspoord. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Een arbeider-remmer, die zich op een der ontspoorde wagons bevond en het on geluk bemerkte, wist nog bijtijds van den trein te springen. De materieele schade is vrij aanzienlijk. De ontspoorde wagons werden gedeeltelijk vernield. Doordat het déraillement plaats vond op een der lijnen van het rangeerterrein, is er geen vertraging ontstaan in het door gaand verkeer. Met het opruimingswerk is terstond een aanvang gemaakt. Te Leiden is gisteren de 6-jarige Greta D. op het Kort Rapenburg, waar zij met eenige vriendinnetjes liep, plotseling, de straat overgestoken en door een bestelauto van den vrachtrijder Van L., uit Sassen- heim, overreden. Het meisje kreeg een hoofdwonde en een hersenschudding en is, nadat de Eer ste Hulpdienst hulp had verleend, met den auto van dezen dienst, naar de ouderlijke woning overgebracht. Zondagmidag, tijdens het laatste uur voor zonsondergang, vertoonde zich, naar de „N. R. Ct." meldt voor waarnemers in Den Haag, ongemeen duidelijk het licht verschijnsel, dat in de meteorologie bekend is onder den naam kolom of zuil boven en onder de zon. Er was gedurende ongeveer drie kwartier, telkens als de voorbijdrijvende lagere wolken (stratocumuli) genoeg van de bovenlucht en bovenbewolking te zien lieten, een eenigszins rood gekleurde verti cale lichtstreep boven en onder de zon. Het gedeelte onder de zon was het kortste, mis schien l'A of 2 graden lang, het stuk boven de zon veel langer. De lichtstreep was on geveer zoo breed als de zonneschijf en stak duidelijk tegen den hemel af. Dit verschijnsel is vrij zeldzaam. Men verklaart het uit de terugkaatsing van de zonnestralen op de vlakken van zeer kleine, in den dampkring zwevende ijskristallen, welke een bepaalden stand innemen. Men moet daarbij tevens aannemen, dat de luchtlaag, waarin die ijskrisstallen zweven, bijzonder rustig is, hetgeen ook in dit geval, met het oog op den algemeenen weerstoe- stand, wel kon worden aangenomen. Gisteren is de ruim 40-jarige spiering- visscher H., uit Huizen, in een bijt van het ijs, dat voor de haven te Huizen in de Zui derzee drijft, gevallen en verdronken. Bij het afladen van een wagen met boo- men, is zekere arbeider B., onder een val lenden boom geraakt. De man was op slag dood. Gisternacht is te Rotterdam een stoker van het Noorsche stoomschip „Porsanger", terwijl hij zich aan boord wilde begeven van het in de Leuvehaven liggende schip „Eendracht", van de loopplank gevallen. Hy kwam voorover in het water terecht. Een juist voorbygaand politieagent heeft met een schippershaak den Noor boven water weten te houden. In bewusteloozen toestand werd hij over gebracht naar het politiebureau. Nadat hij bij was gekomen, werden hem droge kleeren gegeven. Conclusie van het O. M. by de Utrechtsche rechtbank inzake de schadevergoedings kwestie Het O. M. by de rechtbank te Utrecht, mr. dr. P. Oosting, heeft conclusie geno men in de schadevergoedingszaak van een der zoons van wijlen mevrouw Greta Lobo- Braakensiek. De partij Lobo of Richard had op verschillende' gronden een totale schade vergoeding geëischt van 112.000. Op grond van verschillende uitspraken van den Hoogen Raad staat het naar de meening van mr. Oostling vast, dat aan Benjamin Richard alleen kan worden toe gewezen levensonderhoud en dat de actie ont vankelijk is, voor zooverre zij op dit levens onderhoud doelt en niet ontvankelijk voor zoover buiten dat levensonderhoud nog spe ciale sommen als schadevergoeding worden gevraagd. Nu er alleen levensonderhoud kan worden toegekend, vervalt de vraag, of ook moreele schade moet worden vergoed. Dit levensonderhoud kan billijkerwijze geschat worden op een som van 1500 jaariyks, uit te betalen gedurende zes jaren. Hierbij wordt in aanmerking genomen, dat circa 10.000 uit levensverzekering is ontvangen door Benjamin Richard, zoodat een bedrag aan levensonderhoud jaariyks van 1500 niet overmatig of ongegrond schünt. Immers het staat vast.dat bij het over lijden der „nedergeslagenen" er geen ver mogen aanwezig was, terwijl eveneens vast staat, dat Benjamin Richard uit den arbeid der „nedergeslagenen" pleegde te worden onderhouden. Onder deze omstandigheden zou eigenlijk strikt genomen geen rekening hoeven te worden gehouden met de uitkeering dei- levensverzekering, maar het kwam mr. Oos ting voor biilijk te zijn, dat wel te doen en de jaarlijksche rente dier 10.000 op 500 jaarlijks schattende, zou Benjamin Richard indien hy gedurende een be paald aantal jaren 1500 van de H.IJ.S.M. krijgt gedurende een zeker aantal jaren 2000 per jaar ontvangen, wat billijk mag worden geacht. Wat nu betreft de subrogatie, waarop de Nieuwe Eerste Nederlandsche zich beroept, op grond dat zij wegens het ongeval 2500 aan B. J. Richard heeft betaald, en op dien grond als gesubrogeerd in de rechten van B. J. Richard deze 2500 terugvordert van de H.IJ.S.M., spr. meent, dat in dezen te recht een beroep op subrogatie wordt ge daan. Deze 2500 betroffen meer een soort ongevallenverzekering en in verband met de art. 247 en 248K kwam het den officier niet twijfelachtig voor, of de bepalingen van den negenden Titel van Boek I Koophandel en alzoo ook art. 284K zijn in dezen van toepassing. Men hoort onder de woorden: verzekerd voorwerp" in art. 284K volgens mr. Oosting te verstaan „verzekerd belang'. Op grond van het bovenstaande conclu deerde de officier het volgende: In de zaak B. J. Lobo q.q. contra H.IJ. SM. dat het der rechtbank behage, aan eischer qq. gedurende zes jaren lang, in gaande 9 September 1926 en eindigende 9 September 1932 of bij eerder overlijden van Benjamin Richard, een bedrag van 1500 aan levensonderhoud jaariyks toe te ken nen, met niet ontvankelijk verklaring van eischer q.q. in diens verder gestelde eischen en met last tot compensatie van proces kosten In de zaak Verzekeringsbank de Nieuwe Eerste Nederlandsche contra de H.IJ.S.M., dat het der rechtbank behage de H.IJ.S.M. te veroordeelen tot betaling van 2500 met veroordeeling van deze maatschappij in de proceskosten; In de zaak Verzekeringsbank De Nieuwe Eer ste Nederlandsche contra H.IJ.S.M., waarin B. J. Lobo q.q. intervenieerde: dat het dei- rechtbank behage, de vordering van den intervenient te ontzeggen, met veroordeeling van dezen in de kosten, op de interventie gevallen. Donderdag is voor den Hoogen Raad ge pleit in de zaak van de weduwe V. H. RusselDubois tegen den Staat. De weduwe Russel had vergoeding gevor derd van den Staat voor de schade, die zij geleden heeft ten gevolge van een door den commandant van het veldleger in 1916 uit gevaardigd verbod van uitslag uit haar win kel te Echt (L.) van bepaalde artikelen. Rechtbank en Hof hadden den Staat in liet ongeiyk gesteld en deze was van het Hof te 's-Hertogenbosch in cassatie gegaan. Voor den- Staat trad mr, Telders op, voor de weduwe Russel sprak mr. Pastoors. De conclussie van het O. M. werd op 14 Februari bepaald. Een 34-jarige handelaar in ongeregelde goederen te Amsterdam kreeg op 18 Septem ber van het vorige jaar, toen hij voor den in gang van zijn aan een der hoofdstedelij ke grachten gelegen kelderwinkel stond, ruzie met een sinaasappelkoopman. Op een gege ven oogenblik gaf de man van het ongere gelde goed zijn tegenstander zulk een hevigen klap tegen de kaak, dat deze over een achter hem staand kistje struikelde en met een smak tegen de straat sloeg. Zijn kwetsuren waren zóó ernstig, dat hy aan de gevolgen daarvan is overleden. De dader van deze zware mishandeling stond gisteren terecht voor de Amsterdam- sche Rechtbank. Tijdens de behandeling der zaak werd aan een merkwaardige bijzonder heid de noodige aandacht gewijd. Het was n.l. gebleken, dat de schedel van het slacht offer buitensporig dun was, zóó dun als volgens de verklaringen van den deskundigen getuige, Dr. p. Meursing, slechts bij één van de honderd menschen voorkomt. Een omstandigheid, welke het O. M„ Mr. Overbosch, tot het nemen van een mild re- quisitor aanleiding gaf. De officier eischte .1 40. boete, subs. 20 dagen hechtenis. Het is verwonderlijk, zoo schrijft Willem Gehrels in „De Muziek", hoe gering de be. teekenis van de muziek in ons tegenwoordig onderwijs- en opvoedingssysteem is. De school, die heet op te leiden voor het leven, laat hare leerlingen dat leven in gaan, zonder dat zy pok maar de meest elementaire beginselen der muziek kennen. De Lagere School geeft niet het minste inzicht in wellicht de schoonste, de meest bevattelijke aller kunsten: de Toonkunst. De Middelbare School doet aan muzikale ontwikkeling niets. Zoodat dus de jonge mensch, die Lagere of Middelbare verlaat, zich geheel zelfstandig de kennis moet bij brengen, welke noodig is, om b.v. ons con certleven integreerend deel, van het te- geenwoordig maatschappeiyk leven mede te maken. Beladen met een vracht van kennis, of schynkennis, staat hij ten op zichte van de uitingen der muziek als een vreemde. En toch, lust nut van een zekere muzi kale ontwikkeling staat, bij eentg nadenken, vast. Is er grooter aanklacht tegen ons onder wijssysteem denkbaar, dat dat de meeste ouders hun kinderen privaat-muziekonder- wijs moeten laten geven? vraag Gehrels. Ware het niet beter wat minder algebra en meetkunde, en in plaats daarvan kennis en berip der muziek? Zooals van de litera tuur? Is het wonderlyk, dat de muziek in ons onderwijssysteem ontbreekt, even vreemd doet het aan, te constateeren, dat ook ons opvoedingssysteem haar vrijwel negeert. Het klinkt toch niet nieuw, te beweeren, dat muziek een hoogst belangrijke paedago. gische factor zou kunnen zijn. Aristoteles en het Grieksehe Opvoedingssysteem ach ten een opviedingssysteem zonder muziek niet dankbaar. Ook in de Middeleeuwen (kloosterscholen.' en daarna was zij en gewichtige factor. Eerst de 19de eeuw schakelde haar vrijwel uit. Niet gerust zal mogen worden, zoolang onze opvoeding niet is: verstandelijk, li- chamelyk en muzikaal. Er is een verlangen; naar meer licht, lucht en zon by het on derwijs. En naar schoonheid! Welnu, de muziek kan en zal die brengen. Gezien den geweldigen invloed van de gramofoon en de radio, dient met nadruk gewezen te worden op hét feit, dat er een belangstelling voor de muziek groeiende is, die inderdaad ge weldig genoemd mag worden. Die belang stelling richt zich voor het oogenblik mis schien nog op minderwaardige muziek. Dat is, ons muziekloos onderwijs in aanmerking genomen, volkomen verklaarbaar. Hoe dui delijk echter roepen de tijden om muziek op school! De wet op het Lager Onderwijs schrijft als verplicht leervak het zingen voor. In den volksmond staat het zingèn tegenover de muziek Te dezer plaatse, zegt Willem Gehrels, be hoeft niet betoogd te worden, dat zang en muziek geen tegenstellingen zyn. Er is dus niets tegen, om bij het zingen onder te brengen: muzikale ontwikkeling. Natuurlijk lijk mag er geen sprake van zijn, het eigen lijke zangen uit te schakelen. De natuur heeft nu eenmaal den mensch een prachtig instrument gegeven en het zou dwaasheid zijn, daarvan geen gebruik te maken. Maar met dat zingen als middelpunt zullen aller lei andere onderwrpen behandeld dienen te worden. Zoo zal gedaan moeten worden aan rhythmische gymnastiek, muzikaal dictaat, stemvorming, notenschrift, kennis van een voudige muzikale vormen en van de muziek instrumenten, enz. De geschiedenis- of de leesles zal besteed kunnen worden aan de groote figuren uit ce muziekgeschiedenis. Men zal de kinderen de muziek laten beleven en daarbij kunnen de gramofoon en de radio onschatbare dien sten verleenen. Ten slotte moet de levende kunstenaar zijn intrede in de school doen. Niet een aftreksel van de een of andere Algemeene Muziekleer moet onderwezen worden: niet kleine muzikantjes gekweekt, doch, als de leerling de school verlaat, moe ten in hem de kiemen gelegd zijn van den muziekliefhebber, van den concertbezoeker, die de werking van de toonkunst bewust zal kunnen ondergaan. Gherels wil volledig heidshalve nog de idee propageeren, naast de lagere school met muzikale ontwikkeling, volksmuziekscholen te stichten, waar begaaf de, doch onvermogende leerlingen meer uit gebreid muziekonderwijs (ook instrumen taal) van bevoegde leerkrachten zouden ontvangen. Voor het Middelbaar Onderwijs geldt on geveer hetzelfde als voor het Lager. Ook daar moet het doel zijn het aanbrengen van muzikale ontwikkeling en ook daar zou moeten gelden; Geen belangstelling-doodend, doch de levende muziek als uitgangspunt en zoo veel (zoo weinig) theorie als noodig is voor het goed begrip. Gramofoon en radio als hulpmiddelen, met als apotheose; den levenden kunstenaar in de school. en stramme gewrichten, verdrijf die afmattende pijnen van rhen- j raatiek en spit met dc beroemaej AKKER'» L verzacht verrassend^ snel. Geert goad zoo goed* HET LOT DEB VEOUWEN EN MEISJES IN CHINA Uit Sianfoe (China) wordt aan de „Agen tia Fides" gemeld: In dit land, waar de gewoonte algemeen verspreid is, dat de kleine meisjes van hun geboorte af aan hun lot worden overgelaten en waar men dikwijls de meisjes in hun kinderjaren verkocht, is een belangwekken de rede over de rechten en voorrechten der vrouw gehouden door Fen-tch'ang-iao, gouverneur van de provincie Shensi, voor de jonge meisjes der Katholieke normaal school te Sianfoe. „Ook in China moest de vrouw de ge lijke van den man zijn in deugd, in werk zaamheid, in opvoering, voor de wet zoo goed als in het hart der ouders," zoo zeide hij. „Tot op heden had de vrouw in ons land, helaas geen enlfpl recht, en men beschouwde haar bijna als een nutte loos wezen. De geboorte van een jongen was een feest voor het gezin terwijl de ge boorte van een meisje als een ongeluk voor de familie werd beschouwd en een schande voor de moeder. Waarom? Ik zelf heb vijf jaar gevangenisstraf moeten opleggen, en ik beschouw het nog als een geringe straf aan een ontaarde vader, die zijn dochter tje had verdronken." Na herinnerd te hebben aan wat reeds ruim een jaar lang gedaan wordt om den verkoop van meisjes tegen te gaan, even als het maken van meisjes tot slavinnen, door te verbieden, dat de voeten gebonden worden en aan wat gedaan wordt om de voeten van 900.000 meisje te doen ontbin den: na voorts herinnerd te hebben aan den bouw van weeshuizen, ziekenhuizen en rust huizen voor weduwen, de stichting van scholen voor vroedvrouwen en kraamvrou wenklinieken, vervolgde de gouverneur zyn rede met zijn gehoor op te wekken om zelf actief mede te werken aan het aangevan gen werk. „Ons pogen zou nutteloos zijn, als de vrouwen zelf er niet aan meewerkten: Om dit resultaat te bereiken, waarbij gij, kin deren, het meeste belang hebt, moet gij zeer deugdzaam zijn. Gij moet houden van onze taal en haar zeer goed leeren en gij moet weten hoe gij moet praten en wan neer: en slechts praten als het te pas komt. Ge moet vlijtig zijn in de studie, omdat iemand, die in onzen tijd niet ontwikkeld is, is als iemand die doof, stom en blind tegelijk is. Ge moet bekwaam zijn in alle soorten van handenarbeid. Weest dus ar beidzaam, ernstig, eenvoudig en netjes, Daardoor en daardoor alleen zal de moeite, die wy voor u doen, niet onvruchtbaar blijven. Gij zult u opwerken tot het peil dat ge bereiken moet en voor u zal zich in onze maatschappij een nieuwe en uitgestrekte horizon van geluk openen." Voor zyn vertrek wenschte de gouver neur de geheele school te bezichtigen en gaf hy uiting aan zijn groote tevredenheid bij het constateeren der orde en netheid, die er heerschen. Hy stelde er prys op, den Pater en de Zusters er mede geluk te wenschen. Hij drukte zelfs den wensch uit, eens gediplomeerden van de Katholieke normaalschool als onderwijzeressen aan de stadsscholen te mogen tellen. De „Associated Press" meldt uit Washing ton, dat president Coolidge aan het congres een buitengewoon crediet van 38.280 dollar heeft gevraagd, om het departement j van Landbouw in staat te stellen een we- tenschappelijk onderzoek in te stellen naar jden aard der plantenziekten, waardoor de 1 in 1928 geteelde gerst werd vergiftigd en geschaad. Naar de president mededeelde, zijn bij het departement in de laatste maanden tal van berichten ingekomen, dat de varkens wei geren de in den zomer van 1928 geoogste gerst te eten. De pendule vertoonde een angstvallige neiging, om naar kwart voor acht te loopen. Mevrouw, ten einde raad, liep als een opge jaagd hert door het huis. Kwart voor acht en nog niet thuis. Stipt tien over zes was Albert anders altijd hier en nu.al anderhalf uur over tijd. Natuurlijk weer op den avond, dat ze naar den Schouwburg moesten. Maar wat was er dan?... Alles kant en klaar. Het eten verzeurde, de tijd verstreek. Al een half uur was mevrouw gereed om uit te gaan. Het avondcostuum prijkte in volle glorie om haar gestalte. Paarlen,diamanten, van buitengewone grootte, juweelen aan haar vingers, een kostbaar collier om den hals, mevrouw schitterde, Zooveel mogelijk was, trouwens de sieraden en juweelen waren de pronkstukken van het huis. Vrienden, kennissen en familie taxeerden een waarde, die diep in de duizenden drong, mijnheer en mevrouw bewaarden over de schatten het diepste stilzwijgen, als waren zij beangst het duizelingwekkend bedrag te noemen Vijf minuten voor acht. Een zenuwspanning van minstens 40 atmosferen. De bedaagde gedienstige, die zich anders door geen voorval uit het even wicht liet slaan, was geheel in de war. Dat was nou nog nooit gebeurd in al die zeventien jaren, dat ze bij de familie was Mijnheer om acht uur nog niet thuis. Mevrouw weende.De ergste schrikbeel den rolden langs haar geestesoogen voorbij. 't Werd stil, angstig stil, slechts ver breken door een zacht snikken of door een diepen zucht van Aaltje, die haar meesteres poogde te troosten. Een nijdig schelgeluid knerste door het huis, tot driemaal toe. Als geëlectriseerd waren de vrouwen opgesprongen. De beenen weigerden me vrouw bijna den dienst. Aaltje, het eerst hersteld, joeg naar de voordeur. Een mannenstem klonk. De meid holde binnen, een kaartje in de hand. „George van Meijersveld." De nieuwe compagnon van Albert. Verschrikkelijk, mevrouw kende den goe den man nog niet eens en nu zou hij haar zeker een jobstijding moeten brengen. „Laat binnen," fluisterde ze. Zenuwachtig trad een slank jongmensch met energieke gelaatstrekken binnen. „Mevrouw, vergeef me dit onbehoorlijk entree op dit uur, maar het gaat om uw man. Er is iets vreeselijks gebeurd. U moet uw man redden, oogenblikkelijk." Mevrouw was een bezwijming nabij. „De boel is verkeerd gegaan," jaagde Meijers veld voort en nu komen de schuldeischers. Ze willen uw man molesteeren en we hebben geen contanten meer." „Ik heb geen noemenswaardig bedrag aan geld op 't oogenblik in huis," sidderde me vrouw. „Mijn hemel, wat moet ik toch beginnen." Maar Meijersveld wist een uitweg. Drie minuten later had hij het huis ver laten en zat mevrouw als versuft bij de tafel, maar geen diamanten prijkten meer aan haar vingers, geen paarlen meer om haar fals. Dat was de eenige redding nog, had Me'jers- veld betoogd Zij had hem de kostbare stukken gegeven, om haar man te redden. Maar hoe kon de debacle zoo ineens gekomen zijn Een ongelukkige speculatie op de beurs, had de compagnon gefluisterd. Duizenden waren met één slag verloren, er was nu geen seconde meer te verliezen Voetstappen in de gang, bekende geluiden.. Albert Mevrouw vloog naar de deur. Haastig kwam mijnheer binnen en legde uit, dat een gewichtige conferentie hem bezig had gehouden, besprekingen, die niet konden worden uitgesteld. Het was wel laat geworden, maar vrouw tjelief zou even graag een volgenden keer naar den Schouwburg gaan. „En de juweelen?" stamelde mevrouw..» Mijnheer was 't toppunt van verbazing. „Meyersveld is hier geweest. Hij heeft me de zaak verteld en ik heb hem de juwee len meegegeven." „Meegegeven,... en Meyersveld zit in BerlijnIk heb vanmiddag nog n*"* hem getelefoneerd In drie, vier woorden vertdelde mevrow» van het bezoek van den vreemden jongema* „Je bent door een brutaal heerschap opge licht al je juweelen naar de maan!..." Scherp schelgerinkel stoorde. Men hoorde Aaltje naar voren sloffen. Even later kwam ze binnen met een pakje toen ze mijnheer zag, sloeg ze bijna achter over van schrik. Mevrouw had het pakje aangenomen en het als bij intuïtie opengemaakt. Het papicf ritste open. De paarlen, diamanten en juwee len vielen er uit, op den grond, tegelijk me' een papiertje. Mevrouw nam haar kleinooden» Mijnheer had het papiertje gegrepen en las het. Zonder iets te zeggen gaf hij h:t aan zij11 vrouw. Zij viel in een stoel neer en maakte aan stalten om een bezwijming te krijgen. Op het briefje stonden maar drie woorden „Ze zijn valsch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 10