Gemengd Nieuws
INDIEN gij Italiano koopt ter verlichting Uwer hoest en
VOOJR DE HUISKAMER
Wrijf Uw
pijnlijke spieren
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 2
Wetenswaardigheden voor
het reizen per trein
Nachtelijk hulpgeroep
Een droogte-record
Aan de gevolgen overleden
De débacle van de Bank
voor den Effectenhandel te
Amsterdam
De storm van November
1928
Griep te Amersfoort
Vijf wagons ontspoord
Voorzichtig bij het over
steken van den weg
Een lichtverschijnsel
In een bijt gevallen en
verdronken
Door een vallenden boom
gedood
Een koud bad
RECHTSZAKEN
Na het spoorweg-ongeluk
bij „de Vink"
Een schadevergoedings
kwestie voor den Hoogen
Raad
Mishandeling met
doodelijken afloop
ONDERWIJS
Muziek op school
KERKNIEUWS
KLOOSTERBALSEM
Uit de Missie
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
Vergiftigde Amerikaansche
gerst
De juweelen van mevrouw
Nieuwe voorschriften
Het nieuwe reglement van vervoer op de
spoorwegen is onlangs in werking getreden
en het bevat verschillende nieuwe bepalingen,
terwijl andere aanvullingen en wijzigingen
nebben ondergaan, die voor een groot deel
/an belang voor het reizend publiek geacht
mogen worden.
Indien in een trein voor een reiziger geen
rit- of staanplaats beschikbaar is in de rij
tuigklasse voor welke zijn plaatsbewijs geldig
is, en indien hem zij het dan tijdelijk
evenmin toegestaan kan worden een zit- of
staanplaats in een hoogere klasse in te ne
men, dan kan hij vervoer in een lagere klasse,
voor zoover daarin nog plaats beschikbaar is,
met terugbetaling van het prijsverschil vor
deren, of van zijn reis afzien, in welk geval
hem de prijs van zijn plaatsbewijs en de
eventueel door hem betaalde bagagevracht
worden terugbetaald. In laatstbedoeld geval
heeft hij dan echter geen recht op extra ver
goeding. Ontbreekt de gelegenheid tot terug
betaling van het bedrag, waarop de reiziger
krachtens het zooeven vermelde aanspraak
kan maken, dan kan deze dit bedrag na af
loop van de reis van den Spoorweg vorderen.
Ten aanzien van het vervoer van kinderen
gelden thans de volgende bepalingen: kinde
ren, jonger dan vier jaar, voor wie geen af
zonderlijke plaats verlangd wordt, worden
kosteloos vervoerd. Kinderen, die den leeftijd
van vier, doch niet dien van tien jaar bereikt
hebben en jongere kinderen, voor wie een af
zonderlijke plaats verlangd wordt, worden
tegen verlaagde prijzen vervoerd, welke niet
meer mogen bedragen dan de helft van de
prijzen der plaatskaarten voor volwassenen.
Deze verlaging behoeft niet verleend te
worden op de prijzen der plaatskaarten, welke
reeds een andere vermindering tegenover het
normaal tarief opleveren. iHierbij wordt o.a.
gedoeld op het buurtverkeer). Bij twijfel om
trent den leeftijd van kinderen beslist de be
ambte of bediende van den Spoorweg, met de
contröle der plaatsbewijzen belast. Dit is een
der zeer weinige gevallen, waarin de stations
chef niet in hoogste instantie beslist.
Tot nu toe was in het reglement een ver
bodsbepaling in zake vechten in de treinen
niet opgenomen. Dit is thans wel het geval:
er is ook nog aan toegevoegd, dat de reizi
gers geen handtastelijkheden mogen plegen of
anderen lastig mogen vallen. Ook is het ver-
ooden voorwerpen uit de rijtuigen te werpen,
waardoor personen gekwetst of zaken be
schadigd kunnen worden. Zonder vergunning
der Spoorwegen mogen in de rijtuigen geen
waren ten verkoop worden aangeboden. Dit
laatste mag ook niet, zonder de benoodigde
vergunning, geschieden op spoorwegterreinen
in het algemeen. In het nieuwe reglement is
ook opgenomen de verbodsbepaling betreffen
de het werpen van vruchtenschillen op de
treeplank der rijtuigen en op de perrons. Om
op alle uitvluchten van „handige" reizigers
voorbereid te zijn, is aan de bepaling nog toe
gevoegd, dat het ook verboden is, vruchten-
schillen „te laten vallen". De reizigers moe
ten wel bedenken dat de bepaling, dat de
bepaling, dat de Spoorweg verantwoordelijk
is voor zijn personeel, volgens
een aanvullende bepaling in het
nieuwe reglement, niet geldt, indien het
spoorwegpersoneel op verzoek van den be
langhebbende diensten bewijst, waartoe de
Spoorweg niet verplicht is.
Vertraging van treinen wordt, indien die
vertraging van langeren duur is dan vijftien,
minuten (vroeger tien minuten) niet alleen
meer op de hoofdstations, maar ook op de
belangrijke aansluitingsstations op duidelijk
richtbare wijze, zoo nauwkeurig mogelijk be-
kendgemaaakt.
Ais nieuwe bepaling is ook ingelascht, dat
de draagbare bagage, welke de reizigers in de
rijtuigen mogen medenemen, van dien aard
moet zijn, dat zij het materieel niet bescha
digt. De Spoorweg is thans ook bevoegd, ba
gage met een anderen trein te vervoeren dan
dien, voor welken zij ter inschrijving aange
boden is, indien in den bagagewagen geen
voldoende plaatsruimte beschikbaar is. In het
bijzonder verdient de aandacht de bepaling,
dat de Spoorweg niet verantwoordelijk is voor
de schade, veroorzaakt door de vertraging of
het uitvallen van een trein of door het missen
van een aansluiting en evenmin voor de
schade, welke een gevolg is van fouten in de
dienstregelingbiljetten of reisgidsen.
Intusschen meent de „Telegraaf," die ook
bovenstaande bepalingen releveert, dat waar
het algemeen reglement van vervoer op de
Spoorwegen geen lectuur is welke de reizigers
regelmatig onder de oogen krijgen, het van
nut kan zijn, hier ook nog de aandacht te
vestigen op eenige voorschriften en bepalin
gen. welke ook in het oude reglement reeeds
voorkwamen, doch, naar ons gebleken is, lang
niet van algemeene bekendheid zijn. Vijf mi
nuten voor het vertrek van den trein behoe
ven geen plaatsbewijzen meer afgegeven te
worden; indien twee treinen in dezelfde rich
ting binnen kort tijdsverloop van het station
vertrekken, behoeven voor den volgenden trein
geen plaatsbewijzen afgegeven te worden,
vóórdat die afgifte voor den voorgaanden
trein afgeloopen is. Iedere reiziger heeft voor
zijn handbagage slechts de beschikking over
de ruimte boven en onder zijn zitplaats. De
beambten en bedienden van den Spoorweg
hebben te allen tijde het recht zich in tegen
woordigheid van den reiziger te overtuigen
van den aard van het in de rijtuigen mede-
nomene. Het is verboden in of uit de voer
tuigen te gaan, daartoe pogingen aan te wen
den of anderen In hunne pogingen daartoe
behulpzaam te zijn, of de portieren in de zij
wanden der rijtuigen te openen, terwijl de
trein in beweging is.
kele fondsen kwam plotseling een stijging.
De klanten kregen gelegenheid de premie
contracten te verlengen en zij maakten toen
flinke winsten.
Wanneer zij evenwel om uitkeering vroe
gen. kregen zij ten antwoord, dat de con
currentie in Duitschland zoo groot was, dat
de bank niet over voldoende contanten be
schikte. De klanten, die winst hadden ge
maakt, konden in plaats van geld schuld
bekentenissen met vijfjarigen looptijd krij
gen.
Ook waren er klanten, die kapitaalkrach
tig waren en die liever de stukken zelf had
den. De bank kon echter die stukken niet
leveren en was ook niet in staat het ver
schil van den prijs op den datum, waarop
het contract was gesloten en van den la-
teren hoogeren prijs, te betalen.
De klanten kregen dus niet het geld
waarop zij recht hadden en vroegen faillis
sement aan.
Het aantal schuldeischers loopt, naar ge
meld wordt, ver over de honderd.
Wat den oud-directeur betreft, die naar
Praag is uitgeweken, hij had vroeger een
commissionnairszaak, welke inde 1928 fail
liet is verklaard. De bank voor den effec
tenhandel heeft zijn zaak overgenomen en
hij is korten tijd directeur geweest. Vermoed
wordt, dat hij als commissionnair enkele
kleine verduisteringen heeft gepleegd. Deze
verduisteringen stonden niet in verband met
het bedrijf van de_ bank, welker boeken de
justitie thans doet onderzoeken.
Naar verluidt verder, is reeds aan het
licht gekomen, dat de boekhouding ten
minste twee maanden ten achter was. De
reizigers, die voor de bank premiecontrac
ten trachtten te sluiten, kregen als provisie
30 pCt van het premiegeld.
Om één uur gisternacht werden de bewo
ners aan de Sophiakade te Rotterdam opge
schrikt door het hulpgeroep van een man.
In allerijl kwamen eenige personen toege
sneld in de richting, vanwaar het hulpge
roep was gekomen. Een zekere B. begaf zich
onmiddellijk op het ijs van het Boezemwater
doch zag een man voor zijn oogen verdrin
ken.
Terstond werd de politie gewaarschuwd
en na een uur dreggen gelukte het den
man boven water te halen. Kunstmatige
ademhaling werd nog toegepast, echter zon
der resultaat. Het lijk van den man werd
door een auto van den G-G.D. naar het zie
kenhuis aan den Coolsingel overgebracht.
Hij bleek te zijn de 30-jarige A. V. wonende
aan de Hoogstraat te Rotterdam. Men ver
moedt, naar de Msb. verneemt, dat V. het
Ijs heeft willen oversteken.
De filiaal-inrichting van het Kon. Ned.
Meteor, instituut meldt:
Sinds in 1910 de regenwaarnemingen in
den Hortus Botanicus zijn begonnen, is nim
mer zoo weinig neerslag afgetapt als in de
afgeloopen maand, toen slechts 24 m.m. werd
bereikt. Bijzonder droog was ook Januari
1927 met 27 m.m.; de natste Januari was die
van 1921 met 112, het gemiddelde bedraagt
62 m.m.
In het ziekenhuis te Utrecht is de 24-jarige
bakkersknecht J B. uit Baarn, die door den
trein te Soest werd aangereden en ernstig
gewond, aan de gevolgen overleden.
Het ongeluk te Soest moet gebeurd zijn,
doordat B. toen hij den trein zag naderen,
de spoorbaan nog wilde passeeren. Ten ge
volge van de gladheid slipte zijn rijwiel en
werd hij door den trein gegrepen.
Op welke manier „verlies uitgesloten" was
Reeds is dezer dagen medegedeeld, dat het
faillissement was uitgesproken van de Bank
voor den Effectenhandel, gevestigd aan de
Keizersgracht te Amsterdam en tevens, dat
op last van de justitie boeken en bescheiden
in beslag waren genomen.
Nader verneemt het Hbld., dat deze bank
voornamelijk in Duitschland werkte. Zij had
echter ook enkele klanten in het Zuiden van
ons land. De bank deed voornamelijk pre
mie-affaires Zij had in Duitschland een zeer
groot aantal circulaires doen verspreiden,
waarin mooie winsten in het uitzicht werden
gesteld en tevens werd verteld, dat de bank
garandeerde, dat geen verlies zou worden
geleden.
Verscheidene premie-contracten liepen in
aandeelen, waarin de koersfluctuaties gering
waren en de winst was dus ook niet groot. De
klanten kregen zelfs heelemaal niets. In en-
Te Botterdam 72.500 schade aan
gemeente-eigendommen.
B. en W. van Rotterdam deelen aan den
raad hunner gemeente mede:
Door de stormen en den hoogen water
stand op 16 en 25 November j.l. is vrij
belangrijke schade toegebracht aan gemeen
te-eigendommen. Aan havenwerken en ge
bouwen, vliegveld en bruggen werd toege
bracht een schade van 54.554. Bovendien
zijn in verschillende buitendijks gelegen
straten, zooals Noord-Blaak, Oosterkade,
Spaanschekade en langs <ïe Charloissche
haven, Rijnhaven N.z. Feijenoordkade, Waal
haven diepe gaten zijn geslagen. Tevens
werd de bestrating bp sommige plaatsen der
mate beschadigd, dat hierdoor bestrating
noodzakelijk was. De kosten hiervan wor
den geraamd op 18.000.
Hieruit blijkt, dat het totaal bedrag der
schade pl.m. f 72.500 beloopt.
verkoudheid, dan zult U ondervinden, dat Uwe keuze
de juiste is.
gij het koopt als lekkernij, dan zult U door
^den fijnen smaak er steeds weer naar terug verlangen.
ITALIANO wordt verkocht in rollen a 10 ct. en
in speciale zakjes a 20 ct. per ons.
20, ets PER OHS
- 'J,.- 'f 'V Yvil t
lO CTS PER ROk
Voor engros bij Fa. C. H. S. Heilker, Haarlem
Voor het garnizoen te Amersfcrirt is
lichte dienst ingevoerd, wegens het heer-
schen van griep.
Geen persoonlijke ongelukken
Aanzienlijke materieelc schade
Een uit de richting Sittard komende en
met steenkolen zwaar beladen goederen
trein, liep Woensdagmiddag het rangeer
terrein te Susteren binnen.
Nabij de halte Susteren is, tengevolge van
het breken van een der assen van een
wagon, een vijftal wagons ontspoord.
Persoonlijke ongelukken kwamen niet
voor.
Een arbeider-remmer, die zich op een
der ontspoorde wagons bevond en het on
geluk bemerkte, wist nog bijtijds van den
trein te springen.
De materieele schade is vrij aanzienlijk.
De ontspoorde wagons werden gedeeltelijk
vernield.
Doordat het déraillement plaats vond op
een der lijnen van het rangeerterrein, is
er geen vertraging ontstaan in het door
gaand verkeer.
Met het opruimingswerk is terstond een
aanvang gemaakt.
Te Leiden is gisteren de 6-jarige Greta D.
op het Kort Rapenburg, waar zij met
eenige vriendinnetjes liep, plotseling, de
straat overgestoken en door een bestelauto
van den vrachtrijder Van L., uit Sassen-
heim, overreden.
Het meisje kreeg een hoofdwonde en
een hersenschudding en is, nadat de Eer
ste Hulpdienst hulp had verleend, met den
auto van dezen dienst, naar de ouderlijke
woning overgebracht.
Zondagmidag, tijdens het laatste uur voor
zonsondergang, vertoonde zich, naar de
„N. R. Ct." meldt voor waarnemers in
Den Haag, ongemeen duidelijk het licht
verschijnsel, dat in de meteorologie bekend
is onder den naam kolom of zuil boven en
onder de zon.
Er was gedurende ongeveer drie kwartier,
telkens als de voorbijdrijvende lagere
wolken (stratocumuli) genoeg van de
bovenlucht en bovenbewolking te zien
lieten, een eenigszins rood gekleurde verti
cale lichtstreep boven en onder de zon. Het
gedeelte onder de zon was het kortste, mis
schien l'A of 2 graden lang, het stuk boven
de zon veel langer. De lichtstreep was on
geveer zoo breed als de zonneschijf en stak
duidelijk tegen den hemel af.
Dit verschijnsel is vrij zeldzaam. Men
verklaart het uit de terugkaatsing van de
zonnestralen op de vlakken van zeer kleine,
in den dampkring zwevende ijskristallen,
welke een bepaalden stand innemen. Men
moet daarbij tevens aannemen, dat de
luchtlaag, waarin die ijskrisstallen zweven,
bijzonder rustig is, hetgeen ook in dit geval,
met het oog op den algemeenen weerstoe-
stand, wel kon worden aangenomen.
Gisteren is de ruim 40-jarige spiering-
visscher H., uit Huizen, in een bijt van het
ijs, dat voor de haven te Huizen in de Zui
derzee drijft, gevallen en verdronken.
Bij het afladen van een wagen met boo-
men, is zekere arbeider B., onder een val
lenden boom geraakt.
De man was op slag dood.
Gisternacht is te Rotterdam een stoker
van het Noorsche stoomschip „Porsanger",
terwijl hij zich aan boord wilde begeven
van het in de Leuvehaven liggende schip
„Eendracht", van de loopplank gevallen.
Hy kwam voorover in het water terecht.
Een juist voorbygaand politieagent heeft
met een schippershaak den Noor boven
water weten te houden.
In bewusteloozen toestand werd hij over
gebracht naar het politiebureau.
Nadat hij bij was gekomen, werden hem
droge kleeren gegeven.
Conclusie van het O. M. by de Utrechtsche
rechtbank inzake de schadevergoedings
kwestie
Het O. M. by de rechtbank te Utrecht,
mr. dr. P. Oosting, heeft conclusie geno
men in de schadevergoedingszaak van een
der zoons van wijlen mevrouw Greta Lobo-
Braakensiek. De partij Lobo of Richard had
op verschillende' gronden een totale schade
vergoeding geëischt van 112.000.
Op grond van verschillende uitspraken
van den Hoogen Raad staat het naar de
meening van mr. Oostling vast, dat aan
Benjamin Richard alleen kan worden toe
gewezen levensonderhoud en dat de actie ont
vankelijk is, voor zooverre zij op dit levens
onderhoud doelt en niet ontvankelijk voor
zoover buiten dat levensonderhoud nog spe
ciale sommen als schadevergoeding worden
gevraagd. Nu er alleen levensonderhoud kan
worden toegekend, vervalt de vraag, of ook
moreele schade moet worden vergoed. Dit
levensonderhoud kan billijkerwijze geschat
worden op een som van 1500 jaariyks, uit
te betalen gedurende zes jaren. Hierbij
wordt in aanmerking genomen, dat circa
10.000 uit levensverzekering is ontvangen
door Benjamin Richard, zoodat een bedrag
aan levensonderhoud jaariyks van 1500
niet overmatig of ongegrond schünt.
Immers het staat vast.dat bij het over
lijden der „nedergeslagenen" er geen ver
mogen aanwezig was, terwijl eveneens vast
staat, dat Benjamin Richard uit den arbeid
der „nedergeslagenen" pleegde te worden
onderhouden.
Onder deze omstandigheden zou eigenlijk
strikt genomen geen rekening hoeven
te worden gehouden met de uitkeering dei-
levensverzekering, maar het kwam mr. Oos
ting voor biilijk te zijn, dat wel te doen
en de jaarlijksche rente dier 10.000 op
500 jaarlijks schattende, zou Benjamin
Richard indien hy gedurende een be
paald aantal jaren 1500 van de H.IJ.S.M.
krijgt gedurende een zeker aantal jaren
2000 per jaar ontvangen, wat billijk mag
worden geacht.
Wat nu betreft de subrogatie, waarop de
Nieuwe Eerste Nederlandsche zich beroept,
op grond dat zij wegens het ongeval 2500
aan B. J. Richard heeft betaald, en op dien
grond als gesubrogeerd in de rechten van
B. J. Richard deze 2500 terugvordert van
de H.IJ.S.M., spr. meent, dat in dezen te
recht een beroep op subrogatie wordt ge
daan. Deze 2500 betroffen meer een soort
ongevallenverzekering en in verband met de
art. 247 en 248K kwam het den officier niet
twijfelachtig voor, of de bepalingen van
den negenden Titel van Boek I Koophandel
en alzoo ook art. 284K zijn in dezen van
toepassing. Men hoort onder de woorden:
verzekerd voorwerp" in art. 284K volgens
mr. Oosting te verstaan „verzekerd belang'.
Op grond van het bovenstaande conclu
deerde de officier het volgende:
In de zaak B. J. Lobo q.q. contra H.IJ.
SM. dat het der rechtbank behage, aan
eischer qq. gedurende zes jaren lang, in
gaande 9 September 1926 en eindigende 9
September 1932 of bij eerder overlijden van
Benjamin Richard, een bedrag van 1500
aan levensonderhoud jaariyks toe te ken
nen, met niet ontvankelijk verklaring van
eischer q.q. in diens verder gestelde eischen
en met last tot compensatie van proces
kosten
In de zaak Verzekeringsbank de Nieuwe
Eerste Nederlandsche contra de H.IJ.S.M.,
dat het der rechtbank behage de H.IJ.S.M.
te veroordeelen tot betaling van 2500 met
veroordeeling van deze maatschappij in de
proceskosten;
In de zaak Verzekeringsbank De Nieuwe Eer
ste Nederlandsche contra H.IJ.S.M., waarin
B. J. Lobo q.q. intervenieerde: dat het dei-
rechtbank behage, de vordering van den
intervenient te ontzeggen, met veroordeeling
van dezen in de kosten, op de interventie
gevallen.
Donderdag is voor den Hoogen Raad ge
pleit in de zaak van de weduwe V. H.
RusselDubois tegen den Staat.
De weduwe Russel had vergoeding gevor
derd van den Staat voor de schade, die zij
geleden heeft ten gevolge van een door den
commandant van het veldleger in 1916 uit
gevaardigd verbod van uitslag uit haar win
kel te Echt (L.) van bepaalde artikelen.
Rechtbank en Hof hadden den Staat in liet
ongeiyk gesteld en deze was van het Hof te
's-Hertogenbosch in cassatie gegaan.
Voor den- Staat trad mr, Telders op, voor
de weduwe Russel sprak mr. Pastoors.
De conclussie van het O. M. werd op 14
Februari bepaald.
Een 34-jarige handelaar in ongeregelde
goederen te Amsterdam kreeg op 18 Septem
ber van het vorige jaar, toen hij voor den in
gang van zijn aan een der hoofdstedelij
ke grachten gelegen kelderwinkel stond, ruzie
met een sinaasappelkoopman. Op een gege
ven oogenblik gaf de man van het ongere
gelde goed zijn tegenstander zulk een hevigen
klap tegen de kaak, dat deze over een achter
hem staand kistje struikelde en met een smak
tegen de straat sloeg. Zijn kwetsuren waren
zóó ernstig, dat hy aan de gevolgen daarvan
is overleden.
De dader van deze zware mishandeling
stond gisteren terecht voor de Amsterdam-
sche Rechtbank. Tijdens de behandeling der
zaak werd aan een merkwaardige bijzonder
heid de noodige aandacht gewijd. Het was
n.l. gebleken, dat de schedel van het slacht
offer buitensporig dun was, zóó dun als
volgens de verklaringen van den deskundigen
getuige, Dr. p. Meursing, slechts bij één
van de honderd menschen voorkomt.
Een omstandigheid, welke het O. M„ Mr.
Overbosch, tot het nemen van een mild re-
quisitor aanleiding gaf. De officier eischte
.1 40. boete, subs. 20 dagen hechtenis.
Het is verwonderlijk, zoo schrijft Willem
Gehrels in „De Muziek", hoe gering de be.
teekenis van de muziek in ons tegenwoordig
onderwijs- en opvoedingssysteem is.
De school, die heet op te leiden voor het
leven, laat hare leerlingen dat leven in
gaan, zonder dat zy pok maar de meest
elementaire beginselen der muziek kennen.
De Lagere School geeft niet het minste
inzicht in wellicht de schoonste, de meest
bevattelijke aller kunsten: de Toonkunst.
De Middelbare School doet aan muzikale
ontwikkeling niets. Zoodat dus de jonge
mensch, die Lagere of Middelbare verlaat,
zich geheel zelfstandig de kennis moet bij
brengen, welke noodig is, om b.v. ons con
certleven integreerend deel, van het te-
geenwoordig maatschappeiyk leven mede
te maken. Beladen met een vracht van
kennis, of schynkennis, staat hij ten op
zichte van de uitingen der muziek als een
vreemde.
En toch, lust nut van een zekere muzi
kale ontwikkeling staat, bij eentg nadenken,
vast.
Is er grooter aanklacht tegen ons onder
wijssysteem denkbaar, dat dat de meeste
ouders hun kinderen privaat-muziekonder-
wijs moeten laten geven? vraag Gehrels.
Ware het niet beter wat minder algebra
en meetkunde, en in plaats daarvan kennis
en berip der muziek? Zooals van de litera
tuur?
Is het wonderlyk, dat de muziek in ons
onderwijssysteem ontbreekt, even vreemd
doet het aan, te constateeren, dat ook ons
opvoedingssysteem haar vrijwel negeert.
Het klinkt toch niet nieuw, te beweeren,
dat muziek een hoogst belangrijke paedago.
gische factor zou kunnen zijn. Aristoteles
en het Grieksehe Opvoedingssysteem ach
ten een opviedingssysteem zonder muziek niet
dankbaar.
Ook in de Middeleeuwen (kloosterscholen.'
en daarna was zij en gewichtige factor.
Eerst de 19de eeuw schakelde haar vrijwel
uit.
Niet gerust zal mogen worden, zoolang
onze opvoeding niet is: verstandelijk, li-
chamelyk en muzikaal. Er is een verlangen;
naar meer licht, lucht en zon by het on
derwijs. En naar schoonheid! Welnu, de
muziek kan en zal die brengen. Gezien den
geweldigen invloed van de gramofoon en de
radio, dient met nadruk gewezen te worden
op hét feit, dat er een belangstelling voor
de muziek groeiende is, die inderdaad ge
weldig genoemd mag worden. Die belang
stelling richt zich voor het oogenblik mis
schien nog op minderwaardige muziek. Dat
is, ons muziekloos onderwijs in aanmerking
genomen, volkomen verklaarbaar. Hoe dui
delijk echter roepen de tijden om muziek op
school!
De wet op het Lager Onderwijs schrijft
als verplicht leervak het zingen voor. In
den volksmond staat het zingèn tegenover
de muziek
Te dezer plaatse, zegt Willem Gehrels, be
hoeft niet betoogd te worden, dat zang en
muziek geen tegenstellingen zyn. Er is dus
niets tegen, om bij het zingen onder te
brengen: muzikale ontwikkeling. Natuurlijk
lijk mag er geen sprake van zijn, het eigen
lijke zangen uit te schakelen. De natuur
heeft nu eenmaal den mensch een prachtig
instrument gegeven en het zou dwaasheid
zijn, daarvan geen gebruik te maken. Maar
met dat zingen als middelpunt zullen aller
lei andere onderwrpen behandeld dienen te
worden. Zoo zal gedaan moeten worden aan
rhythmische gymnastiek, muzikaal dictaat,
stemvorming, notenschrift, kennis van een
voudige muzikale vormen en van de muziek
instrumenten, enz.
De geschiedenis- of de leesles zal besteed
kunnen worden aan de groote figuren uit ce
muziekgeschiedenis. Men zal de kinderen de
muziek laten beleven en daarbij kunnen de
gramofoon en de radio onschatbare dien
sten verleenen. Ten slotte moet de levende
kunstenaar zijn intrede in de school doen.
Niet een aftreksel van de een of andere
Algemeene Muziekleer moet onderwezen
worden: niet kleine muzikantjes gekweekt,
doch, als de leerling de school verlaat, moe
ten in hem de kiemen gelegd zijn van den
muziekliefhebber, van den concertbezoeker,
die de werking van de toonkunst bewust
zal kunnen ondergaan. Gherels wil volledig
heidshalve nog de idee propageeren, naast
de lagere school met muzikale ontwikkeling,
volksmuziekscholen te stichten, waar begaaf
de, doch onvermogende leerlingen meer uit
gebreid muziekonderwijs (ook instrumen
taal) van bevoegde leerkrachten zouden
ontvangen.
Voor het Middelbaar Onderwijs geldt on
geveer hetzelfde als voor het Lager. Ook
daar moet het doel zijn het aanbrengen van
muzikale ontwikkeling en ook daar zou
moeten gelden; Geen belangstelling-doodend,
doch de levende muziek als uitgangspunt en
zoo veel (zoo weinig) theorie als noodig is
voor het goed begrip. Gramofoon en radio
als hulpmiddelen, met als apotheose; den
levenden kunstenaar in de school.
en stramme gewrichten, verdrijf
die afmattende pijnen van rhen- j
raatiek en spit met dc beroemaej
AKKER'»
L verzacht verrassend^
snel.
Geert goad
zoo goed*
HET LOT DEB VEOUWEN EN MEISJES
IN CHINA
Uit Sianfoe (China) wordt aan de „Agen
tia Fides" gemeld:
In dit land, waar de gewoonte algemeen
verspreid is, dat de kleine meisjes van hun
geboorte af aan hun lot worden overgelaten
en waar men dikwijls de meisjes in hun
kinderjaren verkocht, is een belangwekken
de rede over de rechten en voorrechten der
vrouw gehouden door Fen-tch'ang-iao,
gouverneur van de provincie Shensi, voor de
jonge meisjes der Katholieke normaal
school te Sianfoe.
„Ook in China moest de vrouw de ge
lijke van den man zijn in deugd, in werk
zaamheid, in opvoering, voor de wet zoo
goed als in het hart der ouders," zoo
zeide hij. „Tot op heden had de vrouw in
ons land, helaas geen enlfpl recht, en
men beschouwde haar bijna als een nutte
loos wezen. De geboorte van een jongen
was een feest voor het gezin terwijl de ge
boorte van een meisje als een ongeluk voor
de familie werd beschouwd en een schande
voor de moeder. Waarom? Ik zelf heb vijf
jaar gevangenisstraf moeten opleggen, en
ik beschouw het nog als een geringe straf
aan een ontaarde vader, die zijn dochter
tje had verdronken."
Na herinnerd te hebben aan wat reeds
ruim een jaar lang gedaan wordt om den
verkoop van meisjes tegen te gaan, even
als het maken van meisjes tot slavinnen,
door te verbieden, dat de voeten gebonden
worden en aan wat gedaan wordt om de
voeten van 900.000 meisje te doen ontbin
den: na voorts herinnerd te hebben aan den
bouw van weeshuizen, ziekenhuizen en rust
huizen voor weduwen, de stichting van
scholen voor vroedvrouwen en kraamvrou
wenklinieken, vervolgde de gouverneur zyn
rede met zijn gehoor op te wekken om zelf
actief mede te werken aan het aangevan
gen werk.
„Ons pogen zou nutteloos zijn, als de
vrouwen zelf er niet aan meewerkten: Om
dit resultaat te bereiken, waarbij gij, kin
deren, het meeste belang hebt, moet gij
zeer deugdzaam zijn. Gij moet houden van
onze taal en haar zeer goed leeren en gij
moet weten hoe gij moet praten en wan
neer: en slechts praten als het te pas komt.
Ge moet vlijtig zijn in de studie, omdat
iemand, die in onzen tijd niet ontwikkeld
is, is als iemand die doof, stom en blind
tegelijk is. Ge moet bekwaam zijn in alle
soorten van handenarbeid. Weest dus ar
beidzaam, ernstig, eenvoudig en netjes,
Daardoor en daardoor alleen zal de moeite,
die wy voor u doen, niet onvruchtbaar
blijven. Gij zult u opwerken tot het peil dat
ge bereiken moet en voor u zal zich in onze
maatschappij een nieuwe en uitgestrekte
horizon van geluk openen."
Voor zyn vertrek wenschte de gouver
neur de geheele school te bezichtigen en
gaf hy uiting aan zijn groote tevredenheid
bij het constateeren der orde en netheid,
die er heerschen. Hy stelde er prys op,
den Pater en de Zusters er mede geluk te
wenschen. Hij drukte zelfs den wensch uit,
eens gediplomeerden van de Katholieke
normaalschool als onderwijzeressen aan de
stadsscholen te mogen tellen.
De „Associated Press" meldt uit Washing
ton, dat president Coolidge aan het
congres een buitengewoon crediet van 38.280
dollar heeft gevraagd, om het departement
j van Landbouw in staat te stellen een we-
tenschappelijk onderzoek in te stellen naar
jden aard der plantenziekten, waardoor de
1 in 1928 geteelde gerst werd vergiftigd en
geschaad.
Naar de president mededeelde, zijn bij het
departement in de laatste maanden tal van
berichten ingekomen, dat de varkens wei
geren de in den zomer van 1928 geoogste
gerst te eten.
De pendule vertoonde een angstvallige
neiging, om naar kwart voor acht te loopen.
Mevrouw, ten einde raad, liep als een opge
jaagd hert door het huis.
Kwart voor acht en nog niet thuis.
Stipt tien over zes was Albert anders altijd
hier en nu.al anderhalf uur over tijd.
Natuurlijk weer op den avond, dat ze
naar den Schouwburg moesten.
Maar wat was er dan?...
Alles kant en klaar. Het eten verzeurde, de
tijd verstreek. Al een half uur was mevrouw
gereed om uit te gaan. Het avondcostuum
prijkte in volle glorie om haar gestalte.
Paarlen,diamanten, van buitengewone grootte,
juweelen aan haar vingers, een kostbaar
collier om den hals, mevrouw schitterde,
Zooveel mogelijk was, trouwens de sieraden
en juweelen waren de pronkstukken van het
huis.
Vrienden, kennissen en familie taxeerden
een waarde, die diep in de duizenden drong,
mijnheer en mevrouw bewaarden over de
schatten het diepste stilzwijgen, als waren zij
beangst het duizelingwekkend bedrag te
noemen
Vijf minuten voor acht.
Een zenuwspanning van minstens 40
atmosferen. De bedaagde gedienstige, die
zich anders door geen voorval uit het even
wicht liet slaan, was geheel in de war.
Dat was nou nog nooit gebeurd in al die
zeventien jaren, dat ze bij de familie was
Mijnheer om acht uur nog niet thuis.
Mevrouw weende.De ergste schrikbeel
den rolden langs haar geestesoogen voorbij.
't Werd stil, angstig stil, slechts ver
breken door een zacht snikken of door een
diepen zucht van Aaltje, die haar meesteres
poogde te troosten.
Een nijdig schelgeluid knerste door het
huis, tot driemaal toe.
Als geëlectriseerd waren de vrouwen
opgesprongen. De beenen weigerden me
vrouw bijna den dienst.
Aaltje, het eerst hersteld, joeg naar de
voordeur.
Een mannenstem klonk.
De meid holde binnen, een kaartje in de
hand.
„George van Meijersveld."
De nieuwe compagnon van Albert.
Verschrikkelijk, mevrouw kende den goe
den man nog niet eens en nu zou hij haar
zeker een jobstijding moeten brengen.
„Laat binnen," fluisterde ze.
Zenuwachtig trad een slank jongmensch
met energieke gelaatstrekken binnen.
„Mevrouw, vergeef me dit onbehoorlijk
entree op dit uur, maar het gaat om uw man.
Er is iets vreeselijks gebeurd. U moet uw
man redden, oogenblikkelijk."
Mevrouw was een bezwijming nabij.
„De boel is verkeerd gegaan," jaagde Meijers
veld voort en nu komen de schuldeischers.
Ze willen uw man molesteeren en we hebben
geen contanten meer."
„Ik heb geen noemenswaardig bedrag aan
geld op 't oogenblik in huis," sidderde me
vrouw. „Mijn hemel, wat moet ik toch
beginnen."
Maar Meijersveld wist een uitweg.
Drie minuten later had hij het huis ver
laten en zat mevrouw als versuft bij de tafel,
maar geen diamanten prijkten meer aan haar
vingers, geen paarlen meer om haar fals.
Dat was de eenige redding nog, had Me'jers-
veld betoogd Zij had hem de kostbare
stukken gegeven, om haar man te redden.
Maar hoe kon de debacle zoo ineens gekomen
zijn
Een ongelukkige speculatie op de beurs,
had de compagnon gefluisterd. Duizenden
waren met één slag verloren, er was nu geen
seconde meer te verliezen
Voetstappen in de gang, bekende geluiden..
Albert
Mevrouw vloog naar de deur.
Haastig kwam mijnheer binnen en legde
uit, dat een gewichtige conferentie hem
bezig had gehouden, besprekingen, die niet
konden worden uitgesteld.
Het was wel laat geworden, maar vrouw
tjelief zou even graag een volgenden keer
naar den Schouwburg gaan.
„En de juweelen?" stamelde mevrouw..»
Mijnheer was 't toppunt van verbazing.
„Meyersveld is hier geweest. Hij heeft
me de zaak verteld en ik heb hem de juwee
len meegegeven."
„Meegegeven,... en Meyersveld zit in
BerlijnIk heb vanmiddag nog n*"*
hem getelefoneerd
In drie, vier woorden vertdelde mevrow»
van het bezoek van den vreemden jongema*
„Je bent door een brutaal heerschap opge
licht al je juweelen naar de maan!..."
Scherp schelgerinkel stoorde.
Men hoorde Aaltje naar voren sloffen.
Even later kwam ze binnen met een pakje
toen ze mijnheer zag, sloeg ze bijna achter
over van schrik.
Mevrouw had het pakje aangenomen en
het als bij intuïtie opengemaakt. Het papicf
ritste open. De paarlen, diamanten en juwee
len vielen er uit, op den grond, tegelijk me'
een papiertje. Mevrouw nam haar kleinooden»
Mijnheer had het papiertje gegrepen en
las het.
Zonder iets te zeggen gaf hij h:t aan zij11
vrouw.
Zij viel in een stoel neer en maakte aan
stalten om een bezwijming te krijgen.
Op het briefje stonden maar drie woorden
„Ze zijn valsch