DE ROND TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRIJDAG 1 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE DRIE VROUWEN OP ZOEK NAAR HET GOUDLAND OPHIR. de Sprekende papegaai HET DORP DER VERSCHRIKKING. Een der verschrikkelijkste plaatsen waar menschen wonen is wel het Russische dorp „Kischlak Michau" of zooals het in het Hol- landsche heethet dorp der mélaatschen, dat in de nabijheid van Taschkend ligt en door 'n reusachtigen muur omgeven is. Hier woont de verschrikking die van alle menscen gescheiden moet zijn, want de vreeselijke ziekte, die hier hare zwarte vleugelen uit spreidt is een der meest ontzettende en be smettelijke plagen, die de menschheid treffen kan. Vroeger waren de ongelukkigen, die hier opgesloten werden van iedere redding uit gesloten want er bestond geen afdoende hulp' tegen'deze alles vernielende ziekte, die de menschen, stuk voor stuk het vleesch uit het levend lichaam van de beenderen vreet. Maar thans is er een straal van hoop in deze plaats binnengedrongen. Er werd een geneesmiddel gevonden, dat deze ontzetten de ziekte tegenhoudt, n. 1. het sap van een Indische vrucht. Vroeger kwamen de geneesheeren hier heen, maar zij ontmoetten niets dan wan hoop, want de zieken wisten maar al te goed dat geen geneesmiddel voor hen bestond. Toen kwam op zekeren dag een jonge dokter, die een lichtstraal bracht in dit oord van ontzetting. Hij begon de zieken, wier kwaal nog niet al te groote woekeringen had gemaakt met het nieuwe serum te behandelen En hij toonde aan dat het ziekteproces daardoor tot stilstand kwam. Het vleesch, dat losliet van de beenderen groeide weer vast en de afzichtelijke wondetteekenen der ziekte verdwenen. Verschillende personen konden toen de plaats van verschrikking verlaten. Onder hen was een professor, die bij de behandeling der lepra-lijders zelf door de ziekte aangetast werd en ook zijn verloofde, die, de grootste tragedie die voor een meisje denkbaar is, had meegemaakt. Want uit liefde tot haar verloof de ging zij met hem mede naar het Leprozen- dorp, ofschoon zij gezond was en in den bloei van haar jaren, terwijl in Kischlak Michau een zekere dood te wachten stond. Werkelijk vertoonden zich ook bij haar na enkele maan den de ernstige teekenen der ziekte. Maar zij wilde denzelfden dood sterven als haar geliefde man 1 Op het oogenblik is bij velen het zwaarste leed voorbij. Verschillende zijn zoover genezen, dat zij thans de muren van t Lepro- zendorp kunnen verlaten, die hen voor eeuwig schenen gevangen te houden. Anderen, bij wie de ziekte nog niet zoo snelle vorderingen maakte, vertoonen reeds teekenen van blijd schap. Het woord van Dante „Gij allen, die hier binnentreedt laat uwe hoop maar varen 1" dat tot nu toe zoozeer van toepassing was op Kischlak Michau, heeft nu zijn vreeselijke beteekenis verloren. Zooals bekend is heeft sedert de oudste tijden deze ziekte in Rusland vele slachtoffers geëischt. Het groote Leprozendorp is wel het beste bewijs, hoe de ziekte hier gewoed heeft, want de besmetting had langzamerhand zóó om zich heen gegrepen, dat de Regeering zich reeds vele jaren genoodzaakt zag, om, ter vermijding van verdere besmetting, alle zieken en verdachten hier af te zonderen. Buiten de dokters mocht geen enkele ge zonde mensch het gebied van Kischlak Michau betreden en zij betraden 't ook niet. Zoo had het dorp zijn eigen bestuur, en, zoo als de dokters vertellen was het een treurig en verschrikkelijk gezicht wanneer die ten doode opgeschreven menschen zich nog bekommer den om het organisatieleven. Kischlak Michau was rijk met natuur schoon bedeeld. Maar deze bloeiende pracht van het Zuidelijk aandoend landschap vormde een sterke tegenstelling met den doodelijken adem, die van de bewoners uitging. Nu is ook hier de zon binnengedrongen... men hoopt dat binnen afzienbaren tijd het Leprozendorp van den aardbodem verdwenen zal zijn. „En Hiran zond zijne dienaren, die goede scheepslui en zeer ervaren waren op zee. met het schip van de dienaren van Salo mon en zij kwamen bij Ophir en haalden daar 420 centenaars goud en brachten het aan ko ning SalomonAlle drinkschalen van ko ning Salomon waren van goud en alle vaat werken In 't paleU op den Libanon waren uit zuiver goud vervaarcfigd, want het zil ver werd ten tijde van Salomon niet geteld. Want het zeeschip van den koning, dat met het schip van Hlram op zee voer, kwam eens in de drie Jaar en bracht goud, zil ver Ivoor...... Er zijn weinig plaatsen in den Bijbel, die telkens weer opnieuw voedsel geven aan de fantasie der menschen als wel de aangehaal de plaats met de daarbij behoorende teksten over het bezoek van de koningin van Saba De ontdekking van het land Ophir, de te rugvinding der goudmijnen van koning Sa lomon, telkens is er weer iemand, die op onderzoekingen uitgaat. Goudzoekers en avonturiers, onderzoekers en ethnographen, geschiedschrijvers der oudheid en archeolo gen, allen hebben zich aan dit werk gewijd. Volgens de algemeen gevolgde meening ligt het goudland Ophir (aan welks historisch bestaan niet getwijfeld wordt) to Afrika. Wijlen dr. Karei Peters, <fe stichter van ver schillende Duitsche koloniën zocht Ophir in Portugeesch-Oost Afrika en richtte twee Maatschappijen op tot exploitatie der mij nen, die hij meende, ontdekt te hebben, Hij had echer geen succes. Over het algemeen gelooft men echter dat Ophir ta Rhodeslë te zoeken is. Ten eerste, omdat er werkelijk goud voorhan den is ta Rhodeslë, al ls het niet to zoo groote hoeveelheid, dat het de moeite van exploiteeren loont, ten tweede omdat ta een zeker gedeelte van Rhodeslë to het centrum van Bulawayo tusschen 300 en 400 verschil lende ruïnes lagen, die de traditie hardnek kig als de overblijfselen der goudmijnen van koning Salomon bleef beschouwen. Drie Engelacho vrouwen hebben sms op nieuw een expeditie naar Zuid-Afrika uit gerust om nieuwe onderzoekingen te doen. Miss Gertrude Caton-Thompson neemt voortdurend deel aan expedities en is een archeoloog die hare eerste sporen verdien de by de uitgravingen to Egypte; Miss Nas- te is architect» van beroep en Miss Kei.yon, dochter van den Directeur van het Britsch museum, eveneens archeologe. Het hoofd doel is niet zoeken naar goud, maar het is een zuiver wetenschappelijke expeditie, die de volle medewerking heeft van de British Association for the Advancement of Science. Allereerst zullen de rutoen van Zimbabwe onderzocht worden, de streek, waarin ook de beroemde avontuurlijke roman speelt van Ridder Haggard ,,Ktag Salomons Mines" Behooren deze ruïnen, die hoofdzakelijk uit de overblijfselen van' ronde muren en ver sterkte ingangen bestaan, werkelijk tot den voorhistorischen tijd of tot de Bjjbelsche oudheid, of zijn zij pas in de Middeleeuwen of misschien nog later ontstaan? Zelfs deze beslissende pricipieele kwestie is nog niet opgelost. Stammen deze ruïnen uit betrekkelijk latere tijden, zijn zij niets dan versterkingen, door de inwoners onder den drang van de eerste Europeesche bezoekers en kolonisten gebouwd, dan is het zeker, dat zij met koning Salomon niets hebben uit te staan. Maar wanneer het onderzoek uit wijst, dat de ruïnes werkelijk zoo oud zijn, dat zij de overblijfselen kunnen vormen van de vroegere mijngebouwen, dan kan men op deze basis het geheim van Ophir misschien verder ontsluieren. Dit is ta elk geval de eerste maal, dat er een wetenschappelijke expeditie uitsluitend door vrouwen geleid wordt. Een rijke Pool, die veel gereisd had, brac»' van zijn laatste verblijf in Parijs een P1"8 tig cadeau mee voor een van zijn vriend®jj op het land: een schitterende papegaai, 0 een heele reeks zinnen zeggen kon, de al grappiger en aardiger dan de andere. De papagaai had meer dan 1000 fra" gekost. Hij verzond het beest dus to een Hjke kooi „voorzien van alle moderne coh3 fort". En hij wachtte met ongeduld dk brief vol enthousiasme van zijn vriend K Dagen verstreken, weken verstreken vriend liet niets van zich hooren. Toen schreef de rijke heer zelf naar vriend op het dorp, en vroeg, of de vo!> hem goed bevallen was. Het antwoord kwam: „Het spijt me héél erg, dat Ik het Je 2% gen moet, maar ze hebben je daar in P2 leelijk beet gehad. -t De bouillon, dat ging nog. Maar JU vleesch was zóó hard en taai, dat we onmogelijk konden eten we hebben aan de honden moeten opvoeren." EEN ANECDOTE VAN ROSSINI De bekende opera-componist bevond ,pt eens to gezelschap, toen een dame ver#1 j werd iets te zingen. Nadat zij zich lang laten bidden, vroeg zij eindelijk den m066^ haar te willen begeleiden en zeide heto aria uit Semiramis, een van Rossni's wefh te willen voordragen. Aanstellerig sloeg de oogen ten hemel en zei, quasi bedf' „Och meester, ik ben zoo bang." „En ik dan, mevrouw," gaf Rossini even overdreven toon ten antwoord. AI vroeg komt hij uit de vecren, om met vader naar de groentemarkt te gaan. Jong gewend, oud gedaan, en als dit aardige knaapje voor zichzelf den kost moet gaan verdienen, weet hij wel degelijk, dat er verschil tusschen kool en kool is De sloot langs het Kerkhof san den Schoterweg wordt gedempt, voorwaar een verbetering, die san het verkeer ten goede zal komen In Berlijn breidt de teelt van Zilvervossen zich meer en meer Deze overzichtsfoto geeft een mooi beeld van de kostbare dier in hun gevangenis Mijnheer de Zilvervos wenscht te poseeren, doch laat nu Juist niet zijn liefste snuitwerk zien De kleine Lenora Bohen met de grootste bokshandsch oenen van de wereld. Ze zijn gemaakt voor den vader van het meisje, die een buitengewoon bokser is. De zwaardvtsch, een reus onder de visschen, verschijnt in wan"' dagen aan de oppervlakte van de zee bij Nieuw-Zeeland. Dejj gevaarlijke visch doorboort zelfs visschersbooten met zijn zwa»r° en wordt met harpoenen of met groote netten gevangen Zoo langzamerhand zijn de Paaschosi en weet vet genoeg om geslacht te worden. Bovenstaand exemplaar wordt alvast in eeu feestelijk versierden wagen vertoond, om daarna lafhartig in de magen van de kykers te verdwijnen In Praag werd voor de eerste maal de schoonheidskoning v* Tsjechoslowakije gekozen. De keus viel op een jong®' bankbeambte. Hierboven de uitverkoren prachtmensch m WÊÊÊËMê I WÊmL m WWm 11 ppf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 8