Binnenlandsch Nieuws De Rijksbegrooting voor 1929 in de Eerste Kamer Een éezonde huid Cadum Zeep Gemengd Nieuws FEUILLETON DE SCHANDPAAL TWEEDE BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT - DINSDAG 5 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 2 De toetreding van Nederland tot het Kellogg-pact De Rijksbegrooting van Financiën voor 1929 De toestand aan de Rijks klinieken te Utrecht Veranderingen in de Kieswet Motor- en rijwielverordening Algemeene Beschouwingen Pharmacologisch Labora torium te Utrecht geopend en mooie teint hanét éeheel af van de zeep die U èebruikt. Geen betere zeep hiervoor dan Veel drijf ijs in de groote rivieren Overreden en gedood Slachtoffer van het ijs Op het ijs gevallen Gevaarlijke werktuigen Een oude vrouw in brand Doodgevallen Een flesch met zwavelzuur gesprongen Doodelijke val Op slag gedood Erger voorkomen Het drama te Grootegast Nog bijtijds gered geneest keelpijn voorkomt besmetting Memorie van antwoord over het desbe treffend wetsontwerp Verschenen is de Memorie van Antwoord over het ontwerp tot goedkeuring van het voorbehoud tot toetreding tot het Verdrag van Parijs van 27 Augustus 1928 tot uitban ning van den oorlog. Hieraan word ontleend, dat het den mi nister voorkomt, dat de naast elkander plaatsing van de uitdrukkingen „afstand doen van oorlog als werktuig van natio nale politiek in haar betrekkingen tot el kander" en „veroordeelen van het gebruik maken van den oorlog voor de regeling van internationale geschillen" niet de conclusie rechtvaardigt als zou het verdrag geen af stand inhouden van oorlog ais middel tot regeling van internationale geschillen. De zin kan in zijn geheel bezwaarlijk een an dere beteekenis hebben dan deze, ten eerste dat partijen in het algemeen den oorlog als middel tot oplossing van geschillen en als werktuig van nationale politiek veroordee len en ten tweede, dat zij daarvan in haar onderlinge betrekkingen geen gebruik aulien maken. Dat niet nog meer Staten als oorspron kelijke partijen werden ultgenoodigd, vond. naar de Amenkaansche regeering aan de Nederlandsche mededeelde, zijn verklaring in den wenseh spoedig tot een resultaat te komen, hetgeen natuurlijk niet bevorderd zou zijn. indien met nog meer Staten cor respondentie gevoerd had moeten worden. De Amerikaansche regeering heeft overigens duidelijk doen uitkomen, hoe sterk zij op de medewerking ook van alle andere staten, door toetreding van deze, gesteld was. De vraag of voor Nederland aanleiding zou bestaan slechts met reserve toet e tre den, wordt door den minister ontkennend be antwoord. Het Voorloopig Verslag Het Voorloopig Verslag over de Staatsbe- grooting van Financiën voor 1929 is ver schenen. Sommige leden meenden de aandacht van den Minister te moeten vestigen op het huns inziens al te rigoureus optreden van de belastingambtenaren bij den aanslag in de Rijksinkomstenbelasting met betrekking tot geringe molumenten. Met betrekking tot de successiebelasting werd de wenschelykheid betoogd, om by het belasten van schenkingen rekening te hou den met den leeftijd van den schenker. Ge vraagd werd naar de meening van den Mi nister ten aanzien van de grondbelasting, nu op afschaffing daarvan is aangedrongen. Verschillende leden achtten de bestaande regeling van het collecteursschap der Staatsloterij zeer onbevredigend. Het vergeven dezer zeer voordeelige aanstellingen is ont aard tot een willekeurig gunstbetoon, het welk wordt nagejaagd door een „kruiwagen- stelsel". Voorts werd gewezen op het euvel dat collecteurs tijdens de trekking in eenige klassen zelf in de onder hun berusting ztjnde loten speculeeren en voorloopig het publiek met een „uitverkocht" afschepen Ministerieel antwoord op dc vragen van mcj. Groencwcg Op de vragen van mej. Groeneweg betref fende een tekort aan verplegend personeel aan de Rijksklinieken te Utrecht antwoordde de minister van Onderwijs, K. en W.: Op 1 Januari 1929 ontbraken nog 6 van de vijftien gediplomeerde verpleegsters, waar mede het verplegend personeel der klinieken, als gevolg van de inwerkingtreding van het Verplegingsbesluit, moest worden uitgebreid. Curatoren der Rijksuniversiteit te Utrecht hebben in September 1928 de eventueele uitbreiding van het verplegend personeel, noodig door de inwerkingtreding van het verplegend personeel, bij den directeur-ge neesheer der klinieken ter sprake gebracht in verband met de huisvesting van dat per soneel. Toen de daarbij bedoelde, meer ge preciseerde opgave zich deed wachten, heb ben curatoren zich op 20 Oct. opnieuw te dezer zake tot den directeur-geneesheer ge wend. die bij brief van 13 November 1928 antwoordde. De voorstellen van curatoren be reikten 22 Nov. 1928 het Departement van den minister, die het gewenscht achtte hier over het oordeel te vragen van de commissie, aan welke opgedragen was een onderzoek in te stellen naar de toestanden in de klinieken. Na advies van deze commissie verleende de minister op 12 December 1928 het gevraagde crediet, door den dij-ecteur-geneesheer noodig geacht. Niet ongeveer 130, doch zes (later acht) vrouwelijke studenten hebben zich op verzoek van den hoogleeraar dr. Lamérls bereid ver klaard op de chirurgische afdeeling verple- gingsarbeid te verrichten; op de abstetrisch- gynaecologische af.deeling was geen hulp noodig. De minister acht de belangen van de pa tiënten in de klinieken behoorlijk gewaar borgd, aangezien deze acht vrouwelijke stu denten gedurende den tijd. dat zij verpleeeg- diensten verrichten, geen colleges volgen, doch zich uitsluitend onder toezicht van de gedi plomeerde verpleegsters op de verpleging toe leggen, terwijl er onder haar zijn, die gedu rende haar vacanties reeds in andere zieken huizen vrijwillig verpleeegdlensten op zich genomen hebben. De „Nederlander" vestigt de aandacht op enkele wijzigingen in de Kieswet, met het oog op de a.s. verkiezingen, en niet het minst voor de samenstelling van de nieuwe kiezers lijst van belang. Arti 80 van de Grondwet bepaalt, dat de kiesgerechtigde leeftijd niet beneden 23 jaren mag zijn. De Kieswet heeft, in haar eerste artikel, vastgelegd, dat deze leeftijd 25 jaren zou zijn. De jongste wijziging der Kieswet heeft deze vijf en twintig jaren formeel in gekort tot 24 jaren en 1054 maand. Dit houdt verband met de veranderde bepalingen om trent de kiezerslijst. Vóór de wijziging toch werd de kiezerslijst opgemaakt naar den toestand van 1 Februari en vastgesteld op 22 Maart van elk jaar. De 25-jarige leeftijd moest, wilde men kiezer kunnen zijn, bereikt worden op 15 Mei, op welken datum de kiezerslijst van kracht werd. Na de jongste wijziging zijn deze data vrijwel alle veranderd: de kiezerslijst wordt opgemaakt naar den toestand van 1 Januari en vastgesteld op 22 Februari. Do kiezerslijst wordt op 1 April van kracht, terwijl de eisch. dat op 15 ivyri de 25-jarige leeftijd moest bereikt worden, behouden is gebleven. Gevolg hiervan is dus al zal de practijk dit gevolg slechts zelden werkelijkheid doen worden dat het voorkomen kan (wanneer er een verkiezing plaats heeft tusschen 1 April en 15 Mei) dat er kiezers beneden den 25-jarigen leeftijd zullen zijn. Uit de Kamer is op dit feit destijds de aan dacht gevestigd. Maar, wanneer de wetgever den leeftijd van 25 jaar, te bereiken op 15 Mei, had teruggebracht tot dien leeftijd te bereiken op 1 April, dan zou daarvan het ge volg zijn geweest, dat, tegen hunne redelijke verwachting in, aan de verkiezingen voor 1929 niet hadden kunnen deelnemen dege nen, die tusschen 1 April 1929 en 15 Mei 1929 25 jaar zouden worden. Hunne kiesgerech tigdheid is behouden gebleven. De kiezerslijst zal, in verband met de ge wijzigde data bovengenoemd, thans van 23 Februari tot en met 16 Maart worden ter in zage gelegd. Voor de wijziging was men betoegd tot het vragen om verbeteringen in de kiezerslijst tot en met 15 April; die datum is geworden: 9 Maart. De verzoeken word^i thans ter visie gelegd tot en met 16 Maart. Eventueele be zwaren tegen verzoeken om wijziging van de kiezerslijst moeten uiterlijk op 18 Maart bij het Gemeentebestuur zijn ingekomen. Na 18 Maart en voor 28 Maart beslist het Gemeentebestuur over de verzoeken, met in achtneming van v.v. bezwaren. Alle deze data zijn dus, vergeleken met den vroegeren toestand, aanmerkelijk vervroegd. Ook de termijn, waarbinnen het Gemeente bestuur van de beslissing op de verzoeken openbaarlijk kennis geeft, is ingekrompen; hij is teruggebracht van vijftot drie dagen na de beslissing. Voortaan zal de kiezerslijst van kracht blijven van 1 April tot 1 April. Tot slot nog enkele notities over de candi- daats telling. Voor de Tweede Kamer bleef de dag der candidaatstelling bepaald op den voorlaat- sten Dinsdag van Mei, dus dit jaar op 21 Mei. Voor de Provinciale Staten is die dag ver anderd; niet meer op den laatsten Dinsdag van Februari, maar op den tweeden Dinsdag van Maart zal in 1931 de candidaatstelling plaats hebben. Ook voor den Gemeenteraad werd eene verschuiving bewerkstelligd: de candidaat stelling zal voortaan plaats hebben op den tweeden Dinsdag van Mei inplaats van op den tweeden Dinsdag van April. Door den Minister van Waterstaat is aan Gedeputeerde Stalen der verschillende pro vincies een circulaire gezonden, waarin wordt medegedeeld, dat het voorkomt, dat besluiten van gemeentebesturen, waarbij krachtens art. 36 van het motor- en rijwiel reglement wegen in klassen worden inge deeld, of waarbij krachtens art, 47 van dat reglement wegen voor het verkeer met be paalde motorrijtuigen woden gesloten ver klaard niet zoo tijdig ter kennis van den minister worden gebracht, dat gelegenheid blijft om na te gaan. in hoeverre aanleiding bestaat om tegen die besluiten beroep bij de Kroon te doen instellen, Het zal den Minister aangenaam zijn, dat van de zijde van de Gedeputeerde Staten zooveel noo dig wordt bevorderd; dat de besluiten steeds tijdig te zijner kennis worden gebracht. De Minister verzoekt bij de inzending van die besluiten den datum van afkondiging te ver melden Verschenen is thans het Voorloopig Ver slag der Eerste Kamer over Hoofdstuk X, (algemeene beschouwingen) der Rijksbe grooting 1929. Het volgende is er aan ontleend: Zeer vele leden achtten den huidigen polltieken toestand onbevredigend, wegens het ontbreken van een parlementair ka binet. Dat de a. s. verkiezingen tot het optreden van een zoodanig kabinet zouden ieiden, werd door velen hunner echter ernstig be twijfeld. Dc coalitie en het samengaan met dc S. D. A. 1\ Sommige leden wezen er op, dat de vroeger gecoaltóeerde groote partijen, oen grondslag voor samengaan, hoe langer hoe meer verliezen, zooals onlangs nog is ge bleken bij de stemming over het subsicue voor de „Handelshoogetschool" te Tilburg. Is dan ook het vooruitzicht op herstel der- oude coalitie niet groot, de R. K. Staats partij blijkt anderzijds nog niet rijp om ter verwezenlijking van materleele belangen met de sociaal-democraten samen te gaan. Het ware van de S. D. A. P. een illusie, dat zij door haar politiek te matigen, in een korter oi verder ailiggend tijdsge wricht met de Katholieken zou kunnen samenwerken. Vóórdat daartoe de mogelijk heid kan ontstaan, zal eerst de politiek der conservatieven in de katholieke partij schipbreuk moeten lijden. Bedriegen de teekenen niet, aan gaat het hi die rich ting, maar hoe lang het nog zal duren, eer dit een feit zal zijn geworden, valt niet te voorspellen. Of voorts de Vrijheidsbond, die door de Christeljjk-Historischen als een nieuwe ge gadigde voor een samengaan wordt be schouwd, door de overige partijen van rechts als bondgenoot zal worden aangenomen, is op zijn minst twijfelachtig. Tegenover dit uiteenvallen der coalitie, blijft de S. D. A. P. in beginsel geneigd om, als dat voor haar politiek wenschelyk is mits onder strenge voorwaarden met andere partijen op een democratisch program samen te werken. Zij aanvaardt in geval van noodzaak een coalitie en daar mede de verantwoordelijkheid en de lasten over het regeeren. Zoolang echter de kerke lijke samenhoorigheld de eenige band is, die alle groepen der Katholieken leidt en zoolang het arbeiderselement in de R. K. Staatspartij den durf mist reëel demo cratische politiek voor te staan, zal van coalitie met de S. D. A. P. geen sprake kunnen zijn. Het gevaar dreigt daardoor, dat het parlement meer en meer zijn in vloed zal verliezen, hetgeen anderen steun zal doen vinden, om door revolutie hun doel te bereiken. Wel is de kans daarop voor loopig nog gering, maar mocht het zoover komen, dan zou die te wijten zijn aan de houding van het arbeiderselement onder de Katholieken. Deze beschouwingen bleven anderzijds niet onweersproken. Eenige leden waren van meening, dat men de gewenschte par lementaire verhoudingen niet zoo spoedig zal terugzien, hetgeen niet zoozeer aan het parlement ligt, dan wel aan de partijen. Het gaat immers mestal niet meer om het vormen van een goede regeering, maar wel om de vraag, welke party de macht zal hebben of voordeel zal trekken van den toestand. De taak van het parlement, het toezicht houden op de regeering, wordt overvleugeld door de neiging om zelf te re geeren. Vele leden meenden dat een parlementaire regeering alleen mogelijk zal zijn, wan neer de drie rechtsche partijen een meer derheid behalen en deze partijen het over een regeeringsprogram eens zouden kunnen worden. Hoewel deze mogeiykheden hun nog niet bijzonder waarschijnlijk voorkwa men, achtten zij het welslagen van andere combinaties nog minder te verwachten. Het werd reeds herhaaideiyk gezegd aldus werd opgemerkt dat samengaan van de Katholieke partij met dc sociaal democraten groote bezwarea ontmoet, waar het betreft de vraagstukken van geesteiyken aard. Bovendien kan van de aaneensluiting van democratische elementen, geen parlementair kabinet worden verwacht Het monopolie van democratie kan men allerminst aan de sociaal-democraten toekennen. Het revolutionnaire standpunt van de S. D. A. P. is in stryd met de democratie. Indien herstel der rechtsche coalitie uitblijft en de totstandkoming van een coalitie tusschen R. K. en S. D. A. P. op te groote bezwaren afstuit, zal er, volgens eenige leden veel kans bestaan, dat het op treden van een gemengd, een nationaal of een extra-parlementair kabinet noodzake lijk zal blijken. Ongetwijfeld zou er voor zulk een kabinet een ruim arbeidsveld open liggen. Gedacht werd hierby aan de rege ling der betrekkingen met België, aan de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten, aan de economische bescher ming van de ouden van dagen, staatspen sioen, enz. Nederland en België Algemeen werd de wenscb geuit, dat de verhouding tusschen Nederland en Belgie. de volle aandacht der huidige, zoowel als der toekomstige regeering zou mogen heb ben. Hechte vriendschap tusschen deze in vele opzichten zoo verwante nabuursta- ten oordeelde men één der meest begeerens- waardige goederen voor beide landen. Critiek op het regeeringsbeleid Behoudens dat het kabinet door zijn op treden de verdere samenwerking van de coalitie had verhinderd, was omtrent het kabinet naar het oordeel van een aantal leden niet veel goeds te zeggen. Het. js con servatief en partijdig, vooral tegenover de sociaal-democratische beweging. Er wordt niets ernstigs ondernomen. By benoemin gen worden de sociaal-democraten veelal gepasseerd. Daarnaast stelt dit kabinet ook in verschillende andere opzichten teleur, zooals b.v. door de verschuiving in de be lastingheffing ten gunste van meer welge stelde ingezetenen. Afgewezen werd vooral op de zwakke bezetting der Departementen van Onderwys, van Waterstaat en van Arbeid. Verschillende leden waren zeer teleurge steld over de wijze, waarop door de regee ring met betrekking tot de herziening van de ambtenaarssalarissen was gehandeld. Veroordeeld werd voorts de stemming, die spreekt uit het wetsontwerp inzake de fi nancieele verhouding tusschen Rijk en Ge meenten ten opzichte van de verdere ont wikkeling van het gemeentelijk leven. Die ontwikkeling zal, wordt het ontwerp wet, zooals het is ingediend, eer worden be- moeiiykt dan bevorderd. Eén der leden sprak van ondermijning der gemeente- financiën." Deze beschouwingen vonden bij vele an dere leden tegenspraak. Ook deze regee ring heeft belangrijke wetsontwerpen in het Staatsblad gebracht. Dat het kabinet par- tydig zou zijn, kan niet worden toegegeven. Véle leden achtten de critiek ten opzichte van.het ontwerp betreffende de financieele verhouding te ver gaand. Zij spraken de verwachting uit, dat de minister eventueele belemmeringen voor de gemeenten uit het ontwerp zou willen nemen. De financieele gestos der rcgecring Sommige leden waren van oordeel, dat dit kabinet op financieel gebied al te zeer de gedragsiyn van minister Colijn heeft voortgezet. Met name de woningvoorzie ning, het onderwys en de sociale wetgeving moesten daarvan het slachtoffer worden. Op de militaire uitgaven daarentegen werd slechts in zeer beperkte mate besnoeid. Deze beschouwingen bleven niet onweer sproken. Iedere financier dient de kwade kansen, die de toekomst kan brengen, on der de oogen te zien. Dit en niet anders deed Minister De Geer en vóór hem minister Colijn. Eenige leden achtten naast nivelleering der gemeentelijke belastingen, noodig het nemen van maatregelen om verkwistende gemeentebesturen tot een behoorlijk finan cieel beleid te nopen. Sommige leden meenden, dat de regee ring niet veel heeft gedaan om de belem meringen voor de industrie weg te nemen, welke haar opbloei in den weg staan. Ge vraagd werd boe het staat met een onder- handelings tarief. Aangedrongen werd op krachtige bestrij ding van het communisme. In tegenwoordigheid van talryke autori teiten. o.w de burgemeester, enkele wet houders, raadsleden, hoogleeraren, ver tegenwoordigers van studentencorpora en genoodigden is gisterenmorgen het nieuwe Pharmacologisch Laboratorium aan de Croeselaan te Utrecht officieel geopend. Ten hard stuk zeep.dat tot het laatste vkesje éebruikt kan worden Belemmering van dc scheepvaart Op de groote rivieren heeft zich veel drijf ijs gevormd, waardoor de scheepvaart ernstig belemmerd wordt. Ook het verkeer tusschen beide oevers kan niet meer door de ponten worden onderhouden en levert veel moeilijkheden op, getuige de volgende berichten: Hedel: schipbrug weggenomen, overtocht bij dag per pont, des nachts per roeiboot; overtocht GorinchemSleeuwijk, veerdienst ongeregeld; GorinchemWoudrichem ook veerdienst ongeregeld. Keizersveer: ongeregelde overtocht met stoompont, voor alle rij- en vóertuigen, met roeiboot gestaakt.; Vreeswijk: schipbrug weggenomen, over tocht per stoomboot, uitsluitend voor pas sagiers en rijwielen van v.m. 4 uur tot mid dernacht, Doesburg: overtocht met motorboot alleen voor voetgangers en goederen van v.m. 5.45 uur tot middernacht. Te Culemborg was de rivier de Lek gis teren geheel overdekt met zware schollen ijs, dat langzaam drijft. De overtocht voor voetgangers geschiedt alleen over de spoorbrug. De ochtendboot naar Rotterdam van de reederij op de Lek is te Vreeswijk blijven ligen. Uit Tiel meldt men aan het Hbld., dat wegens den zwaren ijsgang alleen personen per veerstoomboot worden overgezet. In de Vluchthaven zijn alle op twee na op stroom liggende schepen geborgen. Een enkele af varende sleep zet nog de reis voorbij Tiel voort. De Waddenzee tusschen Terschelling en Harlingen is geheel bezet met ijs. De post boot van Terschelling naar Harlingen heeft na een moeitevollen tocht Harlingen bereikt en kan niet terugkeeren wegens ijsgang. He den zal getracht worden Terschelling weer te bereiken. Te Rotterdam is de 68-jarige juffrouw J. M. v. d. M. door een tramwagen van lijn 13 overreden. De tram moest worden opgevijzeld om haar te bevrijden. Met een ernstige sche delfractuur werd zij naar haar woning ge bracht. Bij aankomst bleek zij reeds over leden. In een wak gereden en verdronken De heer van der K., wonende te Maas sluis, was aan het schaatsenrijden op het Vliet naby Bommeer, toen hij plotseling in een wak geraakte. Onmiddeliyk werden po gingen in het werk gesteld om den drenke ling te redden, doch toen men hem na eenigen tyd uit het water had gehaald, was hij zoor door het koude water verstyfd, dat hij spoedig daarna overleed. Zondagmiddag is de 14-jarige W. de Boer by het schaatsenryden op de Groote Kom te Baam in het bosch van de koningin moeder zeer ernstig gevallen. Het ongeluk ontstond door het z.g. „slingeren", waarbij De Boer losraakte en op zyn hoofd op het ys terecht kwam. Per auto is hy naar het ziekenhuis te Baam vervoerd, waar dr. Astro hersenschudding constateerde. Gisteren is in de buurtschap Wiessel bij Apeldoorn een in aanbouw zijnd landhuis uitgebrand. Een monteur was boven in het huis bezig met een lamp, waarvan de vlam ln aanraking moet gekomen zijn met de rie ten dakbedekking. Verzekering dekt de schade. Te Amsterdam zag gisteren een banket bakker, in de 2e Egelantiersdwarsstraat, dat er rook te voorschyn kwam uit de zolderver dieping boven xyn winkel. De wetenschap dat in de zolderkamer een 80-jarige vrouw geheel alleen woonde, deed hem en zijn echt- genoote in groote haast naar boven snel len. zy vonden daar de Oude vrouw in ge heel versuften toestand voor een rood gloeiend kacheltje zitten, waarvan de deur tjes openstonden. De kleeren der vrouw bleken van onderen geheel weggebrand te zijn; voorts was zij ernstig aan beide armen gewond. Waarscliünhjk heeft zij nog ge tracht, haar kleeren met water te dooven; een kraan in de kamer stond tenminste open, terwyi het water de trap afstroomde. De banketbakker en zijn echtgenoote slaag den erin, de kleeren te dooven, waarna zy den Geneeskundigen Dienst waarschuwden. Per auto van dezen dienst is de 80-jarige in zeer emstigen toestand naar het Bin nengasthuis vervoerd. Een begin van brand werd door de brand weer gebluscht. Gisterenmiddag is de 35-jarige J. van Kat wijk uit Schiedam, die werkzaamheden ver richtte bu de N.V. de Wit's Dekenfabrieken te Helmond, van een steiger gevallen en on middeliyk gedood. De man was gehuwd. De brandweer had moeilijk werk. Een deel van het Noordeinde te 's Graven- hage is gisterenavond omstreeks half 8 een oogenblik een tooneel van verschrikking ge weest. De poelier v. V., Noordeinde 143, heeft in een kelder een bevries-inrichting staan. Door onbekende oorzaak nu is een tot Gie installatie behoorende flesch met zwavelzuur gesprongen. Het gevaarlijke gas drong na tuurlek eerst den winkel en de bovengelegen woning binnen, om daarna op straat merk baar te worden. Men wist buiten niet zoo gauw wat er gaande was. Menigeen, die voor bijging, kreeg het benauwd of werd door een hoestbui overvallen. Van het pand uit werd intusschen de brandweer opgebeld, die Van de Laan Copes al zeer vlug op de plaats van bestemming kwam. Het was zaak in de woning door te dringen om te zien of daar wellicht nog menschen waren. Daartoe bedienden de brandweerlieden zich van gasmaskers en z.g. Keunings-maskers. De bewoners bleken nog niet bewusteloos te zijn, maar hadden het wel zeer benauwd. Allen werden de straat opgestuurd. Men miste nog een werkman uit de poelierdery en dies werd het geheele huis doorzicht. Vooraan ging, eveneens met een gasmasker gewapend, de inspecteur- brandmeester De Jager. De vermiste werk man werd gevonden op het dak en bevond zich daar in veiligheid. De moeilijke taak van de brandweerlieden was hiermede geëindigd. De flesch met zwa velzuur was intusschen leeggestroomd. On danks de gevaariyke dampen, die uit het perceel kwamen, stonden nog vele nieuws gierigen. met de zakdoeken voor den neus, op straat te kijken. Toen hun nieuwsgierig heid bevredigd was en niets meer te gebeu ren stond, ging men hoestende en proesten de uiteen. De ongeveer 70-jarige ongehuwde arbei der G. M. te Markelo had, doordat een paard op hol sloeg, het ongeluk van den wagen te vallen, waarop hij zich bevond. De man werd zoodanig gewond, dat hij ha enkele uren overleed. Te Heitrak, gemeente Deurne, is een man, zekere Berkers, in Deurne woonachtig, on der de tram van Roermond naar Deurne geraakt en op slag gedood. Zaterdag en Zondag hebben te Nijmt gen niet minder dan zes branden plaats ge had, welke gelukkig geen ernstig karakter aannamen. Oa brak er brand uit in het gesticht „Luctor et Emergo" het bekende doorgangshuis. De brand bleek ontstaan te zijn door kortsluiting. Dg plafonds stortten gedeeltelijk in, maar door snel ingrijpen van de brandweer wist men ernstiger gevolgen te voorkomen. Het kantoor leed veel schade. De moordenaar van Grootegast, IJ, Wijk- stra. die vier veldwachters heeft, doodge schoten, zal binnenkort voor de rechtbank moeten verschynen. Hij zal waarschijnlijk verdedigd worden door mr A. B. Root, ad vocaat te Groningen. De dagvaarding zal W., moord ten laste leggen. Zaterdagavond zün te Groningen 7 jon gelieden, die achter elkaar schaatsten, in een wak gereden. Met moeite konden zij gered worden. Half bevroren werden zy in een boerderij van droge kleeren voorzien. Neem fORMAMlNT P de keelonlsmettende tabletten Reeds voor dag en dauw was hy naar Arensen gegaan, wyi de eigenlyke handel vroeg begon. Door het vele oponthoud, dat het gezel- schap gedurende den rit ondervonden had, was het uur, waarop zy volgens afspraak mynheer Wallmuth zouden treffen, reeds lang verstreken en hy was ln geen veld of wegen te zien. Me\touw Wallmuth en Marie durfden niet alleen door de kermisdrukte te gaan. Wilhelm zou gaarne zyn gelelde aan geboden hebben, doch het was niet raad zaam paard en wagen zonder toezicht te laten. Ten einde raad keek mevrouw Wallmuth naar alle zyden rond, toen opeens Jenka zich 'r ui bood zoolang op paard en rijtuig te passen, dan kon mijnheer de opzichter mee de kirmis op gaan. De oude vrouvj had toch eerst nog eenigo inkoopen te doen, waarby ze haar,niet noo dig had. Met eenige verheffing van stem maakte zij het oudje de toedracht van de zaak duldeiyk. Deze keek wel is waar niet erg vriendelijk, doch zij maakte geen bedenkingen en met een kort woord van dank nam zij afscheid van het gezelschap. Jenka nam plaats op den bok en het scheen, dat zij haar functie zeer gewich tig opnam. Het laatste spoor van droef, held verdween van haar gelaat, toen me vrouw Wallmuth naderbij kwam en haar tot dank voor haar beleefdhe.d cenig geld Ier hand gestelde. Haar gezicht straalde van vreugde. In haar ongekenden rykaom spiegelde zy zien voor, wat al schoons zy zich heden voor zooveel geld zou kunnen vei'sehafl'en. Zij had tyd genoeg om er over na te denken, want zy moest langer wachten, dan zy ge. dacht had. De kramen en tenten waren wel niet ver af, maar aan Marie's zyde vloog als 't ware de tyd voor Wilhelm om. Mijnheer Wallmuth hadden zij spoedig gevonden. Deze wilde nu het geleide alleen over nemen. Wilhelm vond het evenwel beter naar au groote tent mede te gaan, om daar af te spreken, waar hy het gezelschap later zou treffen. Toen hij eindelijk afscheid had geno men, kreeg hy spyt dat hij het arme kind zoo alng bij het rytulg had laten wachten. Om Jenka daarvoor schadeloos te stellen, nam hij een glas bier, wat wittebrood en een hart van peperkoek voor haar mede. Hy vond het meisje nog geduldig op haar post. Zij had haar tijd gebruikt om zich wat op te knappen. Uit haar mand had zü een jakje en een witte schort te voorschijn ge haald. zy zag er nu veel netter en ook wat min der opzichtgi uit. Hoewel haar geduid zeer op de proef was gesteld, keek zy toch vriendelijk, toen Wilhelm terugkwam; 't was zoo heel erg niet dat hy wat lang' weg was gebleven, zeide zij. De ververschingen nam zy dankbaar aan. Daar Wilhelm zelf bijzonder in zijn nop jes was maakte hy nog wat gekheid met haar, terwijl zij een en ander naar binnen speelde, en naar landeiyk gebruik nam hu ook het glos aan, dat zy hem herhaalde, lijk toereikte. Nu viel het hem in, dat het tyd wera, om aan de vermoeide paarden te denken en te zorgen, dat ze ergens onder dak kwamen. Toen hij wegreed, keek het meisje hem met denzelfden pijniyken blik aan, dien zy reeds meej-malen op hem gevestigd had. zy scheen het raadsel nog niet opgelost te hebben. Zij kreeg veel lust om nu ook eens een kijkje op de kermis te gaan nemen, zij wilde er zich heen begeven, tevens met de goede bedoeling eerst haar peet op té zoeken, toen een tik op haar schouder haar weer. hield. zy keek om en zag haar gezel uit het bosch, den muzikant voor zich staan. „Nu," zeide hy, „heb ik niet gezegd, dar ge dadelijk wel 'n' deftiger cavalier vinden zoudt? Wat 'n fyn heertje, met paard en rijtuig! 'k Heb het wel gezien, hoe lief jelui samen waart. Kijk eens aan, hij heeft er een heel hart van peperkoek aan ge waagd! Nu, ik wil niet jaloersch zijn." Zoo praatte hij op zyn lichtzinnige ma nier, terwijl zy goed doorstapte en weinig zin scheen te hebben om naar zijn praatjes te luisteren. „Neen, ik wil niet jaloersch zijn," zei hij nogmaals. „Heb ik het je niet voorspeld, dat ge de wereld in moest om je geluk te be proeven? Je hebt je lieve grootmoeder maar in den steek gelaten. Of je gelyk hebt! Maar als zoo'n ryke mynheer niet meer voor je over heeft dan 'n glas bier, dan weet een arme kerel als lk nog beter wat 'n mooi meisje toekomt." Op de bedeesde vraag van het meisje, ot hij nu pas hier aangekomen was. antwoord de hy, dat zij eerst in twee andere dorpen gespeeld hadden, wijl ze hier niet voor den middag behoefden te zUn, hij had nu nog 'n half uurtje over, dat hy met haar wilei e doorbrengen. „Ge ziet," zeide hy, „het toeval brengt ons te zamen. De eerste, «dien ge hier ontmoet, ben ik en ik ben je nog wat schuldig voor het gekyf, dat ik je op den hals gehaald heb. We drinken er dus een op het weerzien, en ik neem er nog een op je mooie oogen. dan drinken wij een derde, opdat ge je tong terug moogt vinden." Hij nam het meisje mee naar de eerste de beste ververschingskraam- Een flesch wijn bestelde by en een stuk kook van de beste die er was. „Zoo'n zoet mondje moet ook wat zoets hebben. Doe nu je best meid," zei hy, terwyl hij een groot stuk koek naar haar toeschoof. „Ge ziet, ik ben niet boos. ofschoon ge vanmorgen me zoo afgescheept hebt." Hy klonk met haar, maar het meisje was heel in de war door alles wat zy vandaag ondervonden en wat hy haar voorgepraat had. Zij versmaadde weliswaar het gebak en den wijn niet, maar hare gedachten waren toch met iets anders bezig. Was het zinsbedrog? Had zij zoo juist niet denzelfden blonden krullenkop gezien? Waren het niet dezelfde trekken, dezelfde gestalte? Voor zy het daarover met zichzelve eens was. had de muzikant in een oogwenk de flesch geledigd en verklaarde dat hij niet langer tijd had. „Hou je goed, hoor, kom i vanmiddag tegen zes uur bii de groote tent.l dan is er pauze en kunnen wy nog een pret tig uurtje doorbrengen. Ik hoop, dat je dan Je tong teruggevonden hebt," voegde hy er heengaande by. Zij bleef staan en oogde hem lang na. Nu had zy haar tong wel tot haar gebruik. „Hij ïykt precies op den andere," zeide zy. ter wijl zij de hand aan het hoofd bracht, als vreesde zij, dat de ongewone drank haar zinnen beneveld had. II De andere, zooals het meisje hem aan duidde, was inmiddels in het stadje aange komen, had zijn paarden op stal gebracht en ze van voeder voorzien. Ofschoon Wilhelm meestal veel zorg aan zijn paarden be steedde, was hy toch vandaag byzonder haastig. De spraakzame waard, die graag een poosje met zyn gasten keuvelde, zag zich erg teleurgesteld; mijnheer de opzichter stond hem by na niet te woord. Ondanks de haast. die Wilhelm had, scheen hij toch veel zorg voor zijn uiteriyk te hebben, wat anders bij hem iets ongewoons was. In het rytuig verwisselde hy zijn jas voor een meer gekleede en trok een paar fijnere laarzen aan, ook bracht hU eenigen tijd voor den spiegel door om zyn krullen in orde te brengen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 6