Brieven uit Frankrijk
Landbouw en Visscherii
VOOR DE HUISKAMER
1
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT
WOENSDAG 6 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 1
De suikerbietenteelt
RECHTSZAKEN
Aansprakelijkheid van leden
van boerenleenbanken
Een wormschade aan huiden
van f 141.000
Een ernstige aanrijding
te Mierlo
SPORT EN WEDSTRIJDEN
Het jaarverslag der K.N.A.U.
over 1928
Sluwe methodes
BILJARTEN
Om de Victoria-beker
Het Haarlemsche kampioen
schap
ZWEMMEN
Jaarlijksche algemeene
vergadering Haarlemsche
Dames-Zwem- en Poloclub
„Zignea"
SCHAATSENRIJDEN
Wedstrijden hardrijden
te Oudkarspel
VERKEER EN POSTERIJEN
Telefoneeren met
Buenos-Aires
De geslaagde truc
De wagens der metro, die in de uren der
affluence" d.w.z. tegen het aan- en uitgaan
der ateliers, winkels en kantoren, zoo volge
propt zijn met passagiers, dat de vereemging
voor dierenbescherming er ongetwijfeld be
zwaar tegen zou hebben, indien, het slacht
vee op dezelfde wijze werd vervoerd ais de
metropassagiers, maken 's middags, tusschen
twee en vijf uur en 's avonds na half negen,
een heel wat prettiger indruk.
Het verschil valt al op aan het loket, waar
ge uw kaartje neemt. Moet u anders ge
duldig in de rij wachten, met uw geld
liefst gepast in de hand, om dan, als
u eindelijk aan de beurt bent, geholpen
te worden door een juffrouw, wier rechter
hand machinaal de beweging maakt van het
kaartjes toeschuiven, terwijl de linker
even machinaal het geld opstrijkt, thans
bereikt u, zonder wachten, het loket, waar
u te woord gestaan wordt door een rustig
handwerkende juffrouw, die u heel gemoede
lijk vraagt of u eerste of tweede klasse
wenscht en die er zelfs geen bezwaar tegen
heeft een praatje met u te maken over het
mooie weer van gisteren en het slechte dito
van vandaag, of omgekeerd.
Ook de controleur, die anders meer op
een kaartjesknipmachine verondersteld
althans, dat er zulke nuttige dingen be
staan lijkt, dan op een denkend rnensch,
ook die controleur is thans dezelfde met
meer. Kunt u zich in de drukke uren gerust
de moeite sparen hem te vragen, waar u over
moet stappen, om naar station X te^komen
niet dat hij u niet antwoorden zou, doch
omdat dat antwoord gegeven zou worden
op een manier, die het voor een Parijzenaar
slechts af en toe eenigszins begrijpelijk doet
zijn, doch het voor een vreemdeling wel
a'tijd een onoplosbare puzzle zal doen
blijven thans zal hij u heel geduldig in
lichten en als hij merkt dat u vreemdeling
bent, zal hij u naar de kaart brengen, om
u op de ae manier de zaak duidelijk te maken.
Het perron, waar anders meer dan hon
derd v achtenden elkander heele veldslagen
leveren, om de twee of drie plaatsen te be
machtigen. die de juist gearriveerde trein
biedt, of beter uitgedrukt eigenlijk
niet biedt, want de wagens puilen letterlijk
uit, dit zelfde perron nu, doet denken aan
het plattelandsstationnetje. Op een bank
zit een oude dame kousen te stoppen, een
jongetje gooit een 25 centimestuk in een
chocolade-apparaat, een verliefd paartje zit
ergens heel gemoedelijk telaten we
zeggen, te praten, kortom, aan het geheel
ontbreekt slechts een sloot met wat kwaken
de kikkers, om de vergelijking met het sta
tionnetje van de een of andere kleine
Noordhóllandsche gemeente volmaakt te doen
zijn.-
En dan eindelijk de wagens zelfAnders
zooals hierboven gezegd opgepropt me
passagiers; bij ieder station een dringen en
duwen van menschen die uitstappen; ee
hernieuwd dringen en duwen zij het da
in tegenovergestelde richting van hen,
die instappen.
Thans- zitplaatsen in overvloed. Hebt u
een plaats achteruitrijden en rijdt u liever
vooruit, niets eenvoudiger dan dat: u gaat
doodgewoon aan den overkant zitten, want
die plaats is toch leeg.
De oude dame, die met u op den trein
gewacht heeft, zit eenige banken verder en
is juist bezig de steken op te rapen, die ze,
bij het instappen heeft laten vallen.
Het verliefde paartje zet het op het perron
aangevangen gesprek voort; het jongetje
van het chocolade-apparaat houdt zich on
ledig met het klauteren over de banken,
met zijn naam te schrijven op de reclame
biljetten en meerdere bezigheden, jongetjes
eigen.
Verder doen de wagens, die gewoonlijk
een stoffigen, onverzorgden indruk maken,
in deze gezegende tusschenuren zindelijk en
frisch aan.
Indien u dus in Parijs komt en u wilt
de metro leeren kennen zooals de meeste
Parfjzenaars haar kennen: druk en jachterig,
een beeld van het groote stadsleven, dan
moet u eens een ritje maken tusschen acht
en negen uur 's morgens,tusschen half één
en half twee 's middags of omstreeks zes
uur 's avonds, maar wilt u in de metro uw
landelijke locaaltje terugvinden, stap dan
eens in de tusschenuren in.
Zijn de Hollandsche straatmuzikanten
lieden, die er met harmonica of fluit en
soms zelfs met een viool op uitgaan, om
hun brood te verdienen, d.w.z. in de een of
andere straat postvatten, om dan net zoo
lang de vredige rust dier straat te verstoren,
tot de bewoners hun ten einde raad
iets gegeven hebben, hun Parijsche collega's
hebben een veel hoogere opvatting van hun
beroep. Bedelen namelijk, geen Parijsch
straatmuzikant die zich daartoe zou ver
lagen, ofschoon het ook verboden is.
Neen, in Parijs vereenigen de leden van
dit artistengilde zich tot groepjes van drie
tot vijf man. Een viool, een groote trom,
een fluit en dan natuurlijk de traditioneele
harmonica maken de' instrumenten uit.
Daarbij komt dan nog een karretje en de
groote parapluie, die 's zomers als parasol
dienst doet.
Op het karretje liggen de muziekstukjes
gewoonlijk sentimenteele liefdesgeschie
denissen, op de wijs van bekende moppen
die voor enkele sous te koop aangeboden
worden.
Maar dit is nog niet alles. Aan het „ge
zelschap" zijn meerdere personen verbonden,
wier medewerking hoewel niet officieel
toch zeer belangrijk is.
Een dag of vier geleden heb ik gelegen
heid gehad, de werkwijze van zulk 'n troepje
te bestudeeren. Het was bitter koud en het
regende. De parapluie verrichtte nu dus
werkelijk parapluiewerk, d.w.z. het heele ge
zelschap het karretje incluis had
onder haar bescherming gezocht tegen het
onophoudelijk neerstroomende hemelwater.
En daar zaten ze zielig troepje dicht
op elkaar, de kragen in de hoogte en tracht
ten door hun muziek de enkele voorbij
gangers tot luisteren te bewegen.
Maar wie denkt er in winterweer, als het
bovendien nog regent ook, aan straatmuziek?
Dus liepen'de menschen dan ook voorbij,
haastig en diep in hun jassen weggescholen.
Eenigen keken nog even om als niet be
grijpend, wat dat ongelukkige troepje daar
uitvoerde, midden in kou en regen. Maar
staan bleef niemand.
Toen kwam er een meisje aan oogen-
schijnlijk een gewoon Parijsch kantoor- of
winkelmeisje. En dat meisje bleef luisteren,
naar wat die mannen speelden en zongen,
Want een van de muzikanten ik meen
de harmonicaspeler was tevens zanger
en zij kocht het liedje en aan het bewegen
van haar lippen, kon ik van uit het café,
waaruit ik het tafereeltje gadesloeg zien,
dat ze de woorden zachtjes meezong. Even
later kwam er een juffrouw en daarna een
dametje en die kochten ook het liedje en
ook zij lazen de woorden en maakten het
lippenbeweeg.
Toen het lied uit was bleven de drie vrou
wen staan en ook het volgende nummer
hoorden ze aan en zongen ze mee.
Maar ze bleven met z'n drieën, want wel
wierpen de voorbijgangers verbaasde blikken
op de drie, die, koude en regen ten spijt,
daar stonden, maar niemand die er ook
maar aan dacht, Zich bij hen te voegen.
En toen gaven de 'muzikanten en hun
„publiek" het op. De parapluie werd op
gerold, ze legden een zeil over de liedjes en,
de instrumenten onder de jassen, om ze
tegen den regen te beschermen, gingen ze
droefgeestig heen, terwijl de vrouwen de
niet-officieele leden van het gezelschap
het karfetje voortduwden
H. de J.
„Wat hebben ons de proefnemingen
met suikerbieten geleerd?"
Dezer dagen heeft voor de Vereeniging
pan O. L. der R. L. W. S. te Groningen
de heer ir. P. G. Meijers, Rfjkslandbouw-
consulent, een rede gehouden over de
vraag: „Wat hebben ons de proefnemingen
met suikerbieten geleerd?"
Spreker heeft de laatste jaren proeven
genomen inzake standruimte, bemesting
enz. bij bieten en zal thans eenige ïesui-
taten daarvan mededeelen.
We beschikken thans aldus spreker
over een 7-tal goed geslaagde proeven, ge
nomen onder verschillende weers- en
vruchtbaarheidsomstandigheden, op ver
schillende grondsoorten.
We namen meestal 3, soms meer ver
schillende standruimten in de rij, terwijl de
rijenafstand om practische redenen gelijk
bleef.
In het algemeen blijkt, dat de nauwe en
middelbare standruimten ongeveer tot
40 maal 37.5 de hoogste opbrengst aan
suiker per H.A. leveren. Daarenboven
(b.v. 40 maal 50) dalen de opbrengsten vaak
met 5 en met meer procenten. Als regel
dalen dan zoowel bietenopbrengst als ge
halte. Hoe wijder de stand, hoe meer in
vloed de misplaatsen doen gelden. Men
neme dus niet te wijde standen en trachte
zoo weinig mogelijk misplaatsen te krijgen
(40 maal 35 maal 50 maal 30 c.M.)
In de jaren 1927 en '28, die in weersge
steldheid zoozeer verschilden, werden proe
ven genomen met stijgende hoeveelheden
kalksalpeter. We gingen daarbij zelfs tot
1000 K.G. per H. A.
Dat de proeven juist waren, blijkt wel uit
het mooie beloop der opbrengstcurven, aan
de hand van de cijfers geteekend.
Zoowel in het slechte jaar '27 als in het
goed jaar 1928 gaat deze toeneming in
denzelfden geest.
De bladontwikkeling neemt bij veel stik
stof sterk toe. Opvallend is het, dat het
gehalte zelfs bij zware bemestingen niet
sterk daalt.
De rentabiliteitsgrens wordt graphisch
voorgesteld. Dit is meer als demonstratie
bedoeld, daar allerlei factoren deze grens
zoodanig kunnen wijzigen, dat men haar
niet hl het algemeen kan vaststellen.
Op een gewonen graanstoppel zal in vele
gevallen 6 a 7000 K.G. Chili of kalk
salpeter zich nog betaald maken.
Uit een goed geslaagde proef blijkt, dat
de nitraatvorm voor bieten de beste is, dan
volgt Leuna, terwijl zwav. ammoniak
achteraan komt. Dit is niets nieuws, doch
in verband met de prijsverschillen is het
van belang, dit nog eens duidelijk te
maken.
Bieten groeien van eind April tot half
October en het is logisch, dat door verlen
ging van den groeitijd, het weer in aanmer
king genomen, de opbrengst kan vermeer
deren. Men zou den groeitijd kunnen ver
lengen door vroeger te zaaien, of door
later te oogsten. Tot beide zal in het alge
meen weinig neiging bestaan, om diverse
redenen. Toch is het bij gunstig weer niet
verstandig, met zaaien tot 1 Mei te wach
ten. We hebben getracht door proefne
mingen, loo pende over eenige jaren, vast
te stellen, hoeveel de bieten per week in de
maand October kunnen winnen. Onze be
doeling was, hiermede een deel van het
verschil Zeeland—Groningen te kunnen
verklaren. (Immers men zaait daar vroe
ger).
Het blijkt, dat hier per week ongeveer
2.5 a 3.5, doch soms 5 pet. K.G. bieten
worden gewonnen. (Rond 1000 K.G. per
week).
Een eenvoudig en bij wijze van proef aan
te bevelen middel, waardoor men den
groeitijd gratis met één tot twee weken
verlengen kan, is het volgende:
Laat het ontsmette en dus natte zaad 5
tot 8 dagen Li de zak staan; het is dan iets
voorgekiemd. Indien het dan erg vochtig
mocht zijn, wordt het eerst vermengd
met wat droog zand en daarna op de ge
wone wijze én gewonen tijd gezaaid.
Hierover hebben we nog slechts weinig
proeven genomen.
Het blijkt wel, dat vroeg opeenzetten
voordeel geeft.
Wat het aantal malen hakken betreft, dit
hangt veel af van den bodem en het weer.
In 1928 op schoon land rendeerde veel
hakken in het geheel niet.
Deze proeven moet men over langen tijd
volhouden.
Het is bekend, dat de neiging tot het
vormen van veel of weinig schieters een
raseigenschap is, zooals ook wij konden
aantoonen. Voorts is het te vroeg zaaien
van veel invloed.
Rimpau meende, dat factoren, die den
groei remmen, schieters bevorderen. Dit
is een veel gedeelde meening. Echter zegt
Gonneman, dat ze vaak veroorzaakt worden
door gunstige factoren. Hiermede stemmen
overeen de door ons gevonden cijfers. Bij
vergrooting der standruimte vermeerderd
het percentage schieters en bij zwaardere
stikstofbemesting eveneens. Deze verschillen
kunnen zeer belangrijk zijn.
schade cfoor de runderhorzel-iarve aange
bracht 12.755 meer bedroeg. Dat die groo-,
tere schade dus gevolg was van grooter
prijsverschil, is duidelijk.
Het percentage wormhuiden daalde, uit
den aard der zaak een verblijdend teeken
voor de commissie tot bestrijding van ó'e
runderhorzel.
In het jaar 1928 werd reeds op uitgebrei
de schaal slag geleverd tegen de horzellar-
ven. Voor zoover te controleeren werden
ongeveer 23.000 bussen zalf van 250 gram
(dus bijna 6000 kg.) gedistribueerd en bo
vendien werden in sommige streken de lar
ven volgens de oude methode met behulp
van mes en pincet verwijderd.
Het is stellig niet overdreven voorgesteld,
wanneer wordt medegedeeld, dat ongeveer
y, millioen runderen flink behandeld zijn.
Op onzen veestapel van ongeveer 2 milioen
stuks, waarvan voornamelijk de jongere die
ren met horzellarven bezet zijn, wil dit hee:
wat zeggen! Nu is de zomer van 1928 bij
zonder gunstig geweest voor de ontwikkeling
en het zwermen van de horzelvlieg. Indien
de plaag niet bestreden was geworden, zou
dus in 1929 de huidbeschadiging ongetwijfeld
van grooteren omvang geworden zijn.
Wanneer derhalve in 1929 blijkt, dat hes
aantal door worm aangetaste huiden is af
genomen, zal dit, naar het Hbld. verneemt,
op rekening gesteld mogen worden van het
succes der propaganda voor een rationeeie
behandeling.
De statuten der Coöperatieve Boerenleen
bank II te Zuid-Scharwouöe, indertijd aange
sloten bij de Coöp. Centrale Landbouwbank
te Alkmaar, leggen den leden de verplichting
op om bij het einde van hun lidmaatschap,
hun aandeel te betalen in de door de bank
geleden verliezen op het einde van het boek
jaar, waarin of waarmede het lidmaatschap
is geëindigd, zooals die zullen worden vastge
steld door de algemeene vergadering bij de
goedkeuring van de desbetreffende balans.
In den loop van 1925 zegde een zekere S.
zijn lidmaatschap op. Hoewel blijkens de door
d§ algemeene vergadering goedgekeurde ba
lans per 31 December 1925 over het jaar 1925
zelf een winst was gemaakt van 282.45,
prijkte op de balans nog eeli nadeelig saldo
groot 7292.85 van vorige jaren, zoodat er per
saldo een verlies was per 31 December 1935
groot 7010.40. Het uitgetreden lid werd dus
door de Bank tot betaling van zijn aandeel
in dit saldo aangesproken. S. weigerde te be
talen en de Bank liet den man dagvaarden.
De kantonrechter verklaarde de bank in haar
vordering niet ontvankelijk, overwegende, dat
de bank zelf winst had gemaakt, terwijl het
saldo verlies was ontstaan door overname
eener schuld der Centrale van Alkmaar,
waarbij de bank was aangesloten en daarvoor
achtte hij de leden der bank niet aansprake
lijk.
De bank kwam van dit vonnis in hooger be
roep bij de rechtbank te Alkmaar, welke het
vonnis, oorspronkelijk door den kantonrech
ter gewezen, bekrachtigde, daarbij overwegen
de, dat S. toen de betrokken balans werd op
gemaakt en goedgekeurd geen lid meer was
van die bank, zoodat hij niet gebonden werd
door het besluit tot vaststelling der balans
en de rechter derhalve tot taak heeft te on
derzoeken, indien daarover verschil bestaat, of
in werkelijkheid het bedrijf van de bank ver
lies heeft geleden en gemeld verliescijfer van
7292,85 juist was, hetgeen door de Recht
bank onbewezen werd geacht. De bank tee-
kende van dit vonnis cassatie aan en zag als
nog het vonnis van den kantonrechter ver
nietigd en hare vordering toegewezen.
De Hooge Raad besliste daarbij, dat een
uitgetreden lid krachtens de tijdens zijn lid
maatschap geldende statutaire voorschrilten
ook gehouden kan zijn aan de na zijn uittre
ding genomen besluiten, zijnde in casu S. ge
bonden door het besluit der ledenvergadering
tot goedkeuring der balans over het boek
jaar 1925, in zooverre als bij dat besluit ver
liezen zijn vastgesteld.
Door dit arrest van ons hoogste rechtscol
lege is dus definitief uitgemaakt, dat de leden
van een Boerenleenbank, die om een of an
dere reden hun lidmaatschap hebben verlo
ren hun aandeel moeten betalen in het door
de balans aangegeven verliessaldo der bank,
ook voor zoover dit verliessaldo mocht z«n
ontstaan enkel en alleen door overname van
een gedeelte van de dobr de Alkmaarsche
Centrale geleden tekorten.
Volgens de desbetreffende statistiek, was
van de gedurende de laatste twaalf maan
den bij de Amsterdamsche Huidenclub in
gebrachte 283.900 huiden 17.47 pet. (49.600
stuks) door de runderhorzel beschadigd. In
1927 bedroeg dit 19.42 pet. (52.700 stuks).
De schade, berekend naar het prijsver
schil tusschen gaaf en wormbeschadigd be
droeg 140.928 of 2.84 per huid.
Bij een grooten inbreng van 12.413 hui
den over 1928 bleken 3126 huiden minder
door worm beschadigd te "zijn, terwijl de
Rechtbank veroordeelde ieder op 10 Mei van
het vorige jaar tot drie maanden gevan
genisstraf.
Van dit vonnis kwam het echtpaar bij het
Amsterdamsch Gerechtshof In hooger be
roep. Het Hof, arrest wijzende, vernietigde
thans het vonnis. Opnieuw rechtdoende, ver
oordeelde het ieder der verdachten tot drie
maanden gevangenisstraf.
Drie maanden gevangenisstraf voor den
verdachte
Het gerechtshof tg 's-Hertogenbosch heeft
behandeld de zaak tegen J. Th. J. V., gebo
ren en wonende te Helmond, door de recht
bank te Roermond veroordeeld tot 3 maan
den gevangenisstraf met ontzegging van zijn
rijbewijs, ter zake dat hij op 10 Sept. 1928 te
Mierlo door zijn schuld Antonia Verhee
huisvrouw W. BiJstervsld, uit Helmond, m
zijn motorfiets heeft aangereden, waarbij
vrouw zwaar lichamelijk letsel heeft be
men, n.l. hersenschudding met schedelver
wonding en kneuzing van lendewervels.
De vrouw ging van Mierlo naar Helmona.
Ze reed een kinderwagen, waarin een kinaj
terwijl er ook nog twee kinderen naa.it
liepen. De vrouw viel zeer ernstig gekneu-.
Zij is nog steeds niet hersteld en heeft van
de gevolgen nog altijd last,
De adv.-gen. vond geen aanleiding tol v
waardelijke veroordeeling, en elschta op
meele gronden vernietiging van liet vonnis
opnieuw recht doende schuldig verklaring
het ten laste gelegde en deswege veroordee g
van verdachte tot 3 maanden gevartgemsstrai
met ontzegging van het rijbewijs voor den u
van een jaar.
Verschenen is het Jaarverslag der K.N.A.
U. over 1928, hier en daar versierd met
eenige aardige foto's. Het overzicht is ge
schreven door den ijverigen secretaris-pen
ningmeester, den heer J. M Hardeman.
Wij doen er hier en daar een greep uit,
doch bepalen ons daarbij in hoofdzaak tot
eenige speciale technische aangelegenheden,
waardoor ook „outsiders" een inzicht krij
gen omtrent de oorzaken van het falen der
Ned. Athletiekploeg op de Olympische Spe-
len.
Natuurlijk legt samensteller in zijn over
zicht het zwaartepunt op de O.S.., waarnaar
reeds jaren lang door duizenden reikhalzend
was uitgezien. Dat naast de voetbalwedstrij
den de athletiek verreweg het grootste aan
tal belangstellenden getrokken heeft, is voor
ons, zegt de heer H., een vingerwijziging;
dat hier te lande voldoende belangstelling
in alle lagen van ons volk voor deze sport
bestaat We erkennen dit volmondig, ócch
men verzuime dan vooral niet krachtig
mede te werken aan het op internationaal
peil brengen van de prestaties der athle-
ten, want het publiek wil in de eerste plaats
goede sport- zien Sintelbanen en een perma
nente coach dienen daarom de volle belang
stelling van het bestuur te hebben.
Verder erkent de heer H. volmondig, dat
de resultaten der mannelijke athleten op de
O.S. tegen zijn gevallen, voornamelijk als
gevolg van de sintelbanen-misère. Hoe .d£u
alles heeft kunnen bestaan en welke maat
regelen door het bestuur zijn genomen om
de oplevering der beide loopbanen tenmin
ste nog zooveel mogelijk te éespoedigen,
vermeldt hij helaas niet. Daarom raad
pleegden we even het verslag der Techni
sche Commissies. De secretaris, de heer
Meyer, laat zich hierover als volgt uit.
De training der athleten voor de O S. werd
in 1928 voortgezet overeenkomstig het P'an
van den coach en geleidelijk werd tot een
selectie van eén kleinere groep athleten
overgaan. De opzet was dat de Olympische
candidaten voornamelijk hun eindtraining
zouden krijgen in Amsterdam op de Sintel-
baan. die vernieuwd zou worden om als
oefenbaan te dienen gedurend de O.S. Hier
mede werd te lang gewacht en er ontstond
een zeer moeilijke situatie, aangezien op
het tijdstip, dat de baan het meest noodig
werd voor de eindtraining, deze natuurlijk
niet gereed was en in plaats van een vol
maakte gelegenheid, in het geheel geen
oefenterrein bestond. Het ligt voor de hand
dat hierdoor de training ernstig werd ge
schaad en toen de baan ten slotte gereed
kwam, bleek deze voor oefening totaal on-
gi schikt, zoodat op het meest .dringende
moment, namelijk de laatste weken waarin
de athleten in topvorm gebracht moesten
worden, het meest onontbeerlijke. „De Sin-
telbaan" ontbrak, waardoor een onherstel
baar hiaat in de eindtraining ontstond.
Erger kon het slot van een paar
jaar vooroefening al niet eindigen en
het was zeker de grootste teleurstelling, die
T C. Coach en athleten hebben ondervon
den.
Toen deden zich inmiddels nieuwe moei
lijkheden voor bij den -bouw van de Olympi
sche athletiekbaan. die eveneens tot 'n on
deugdelijke samensteling dreigde te worden en
het was op herhaald verzoek van de Tech
nische Commissie, dat hier op het laatste
nippertje en door dag- en nachtarbeid nog
bijtijds ingegrepen werd, met het gevolg,
dat aan onzen coach de afbouw der baan
opgedragen werd. Dit bracht mede, dat 1)1)
bij de nog twee resteerende weken vóór de
Spelen door dag- en nachtarbeid zich niet
geheel aan de training kon wijden en 't zal
elkeen duidelijk zijn, dat deze gebeurtenis
sen van grooten invloed op de prestaties
onzer athleten zijn geweest. Tot zoover de
heer Meyer.
Het wedstrijdwezen kon zich in 1928 niet
ontwikkelen zooals andere jaren, doordat
de in voortraining zijnde athleten uitge
schakeld waren van deelname. De belang
rijkste wedstrijden, na de interjandwedstrij-
dne, waren de Nationale Kampioenschap
pen. En nu doet zich een eigenaardig geval
voor, waar de heer H. de Kampioenschap
pen'te Enschede een succes durft noemen,
verklaart de heer Meyer namens de T. C.
juist het tegenovergestelde en motiveert het
aldus:
De kampioenschappen brachten cut sei
zoen een teleurstelling voor onze Commis
sie Reeds jaren werd geijverd om toch
vooral de kampioenschappen op de mees„
volmaakte terreinen te houden, met acco-
modatie voor het noodzakelijke aan a
banen en we hoopten in een vorig jaarver
slag al, dat met den bouw van het Olym
pisch Stadion de oplossing gevonden zou
worden Hoe gaarne had de T. C. dit jaar
daar de kampioenschappen gehouden; we
zouden ons dan tevens hebben kunnen over
tuigen of de propaganda van de O.S. haai
uitwerking niet gemist had.
Maar het bestuur besliste de Kampioen
schappen elders te houden, met het gevolg,
dat zoowel de deelname als prestaties hier
onder noodwendig moesten lijden.
Verder zegt de heer Haraeman ta z.jn
functie van Penningmeester, ^tdefman-
ciën geen reden tot bezorgdheid geven. Eene
verklaring waarvan ongetwijfeld met vreug-
de kennis zal worden genomen, hoewel
we meenen te weten, dat dit optimism^ met
in alle kringen wordt gedeeld.
Een nieuw gezichtspunt opent de pen
ningmeester ons met betrekking tot de II-
nancieele rgeling der Internationale wed
strijden Deze vormen zoon geduchte aciei
lating voor de kas, dat wij de kosten uit een
afzonderlijk fonds zouden ^Hen bestnjden.
Dit fonds stellen wij ons voor te doen be
staan uit vrijwillige baten en uit een klei
nen omslag per lid van iedere ve-eemgu g
Commentaar hierop stellen we uit tot ee
P. H.-beker, de interlandwedstrijden, en ein
delijk nog een adreslijst van de aangeslo
ten vereenigingen en bonden.
Een vlot, keurig uitgevoerd jaarboekje,
dat zijn weg in de provincie en bij de
dames-athleten en ongetwijfeld zal vinden.
Voor „meergevorderden" is de inhoud te
zoet; die vragen gezonde kritiek op hun ar
beid en zoeken tevens na het vertrek van
Kreigsman naar nuttige wenken voor de ver
dere training. Een jaarverslag als dit
schenkt ook daarom minder voldoening,
omdat blijkt dat de voor eenigen tijd gere
zen kloof tusschen bestuur en T. C. nog
steeds niet overbrugd is Een T. C. behoort
niet uitsluitend een adviseerend lichaam
van het bestuur te zijn, tenzij men de goede
gewoonte, heeft haar adviezen zonder meer
over te nemen. In de K.N.A.U. is d,it nu
vaak juist omgekeerd, men doet bij voor
keur het tegenovergestelde van wat de T C.
wil.
Eenige jaren geleden had van een echt
paar de vrouw, een Duitsche, met een Ne-
derlandsche vrouw een firma Luursema en
Co. geheeten, opgericht, terwijl de man een
bank stichtte de Holland-Amerika Creo'iet-
bank genaamd. De vrouw bestelde onderden
firmanaam Luursema en Co. goederen in
Duitschland, voornamelijk manufacturen, en
gaf dan als referentie d"e Holland-Amerika
Credietbank op. De firma's, die bij die bank
informeerden, kregen dan steeds goede in
lichtingen omtrent Luursema en Co. Deze
firma ontving hierop de goederen, maar aan
betaling ervan werd niet gedacht.
De beide echtelieden hebben zich voor de
Buitengewone Kamer der Amsterdamsche
Rechtbank ter zake van twee oplichtingen
van Duitsche firma's te verantwoorden ge
had. Het O. M. had tegen ieder vijf maan
den gevangenisstraf gevorderd, maar de
Een 8-tal spelers van de B C. Vrienden
kring toog Maandag naar Amsterdam om
in het clublokaal van de B. C. „Victoria"
haar kansen op den zilveren beker te verde
digen Niettegenstaande de Haarlemmers 'n
hooger aantal caramboles maakten, plaat
sten zij zich niet in de volgende ronde, daar
zij 5 van de 8 partijen verloren en er was
vastgesteld, dat eerst de gewonnen partijen
telden en daarna het totaal aantal ge
maakte caramboles.
In café Bos aan het Soendaplein werden
Dinsdagavond wedstrijden om bovenge
noemd kampioenschap voortgezet.
De Foei jaeger ging in de eerste partij,
die tegen H. van Hooff, direct goed van
start en liet o.m. 11 en 22 car. noteeren.
Na een slecht begin kwam de Heems
kerker, die vöoral in fraai bandenspel uit
muntte, er ook spoedig in en maakte kort
na elkaar series van 10. 20, 41, 10 en 9
zoocfat deze speler bij de 20e brt. 28 car.
voorsprong had. Met eenige goede scores van
22, 26, 51 en 10 car. nam de D. E- S.-ma-
tador echter weer de leiding over. v. Hooff
volgde hem echter op den voet en slechts
door zijn sterkste spel te spelen, kon d'e
Foeljaeger hem met een fraaie 25 van zich
afschudden. Wel scoorde zijn partner nog
2 x 11 car., doch in de 35e brt. beëindigde
de Haarlemmer de beste partij tot op heden
met een serie van 18 car.
De volledige uitslag is:
de Foeljaeger 250 35 26 7.14
H. V. Hooff 204 35 41 5.82
Verheyde mocht van geluk spreken, dat
van Hooff tegen hem iets minder sterk
speelde, anders kon deze match voor hem
wel eens de eerste verliespartij geworden
zijn. Verheijde nam direct de leiding met
series van 23 en 17, doch van Hooff wist
met goede beurten van 10, 8, 10, 8 en 15
het tempo goed te volgen tot de 20e beurt.
De vertegenwoordiger van Haarlem-Noord
maakte daarna echter kort na elkaar 16,
10, 24, 24, 9 en 12 waardoor bij de 30 beurt
173 om 116 in zijn voordeel was. Jammer,
dat het spelpeil daarna iets daalde en eerst
in de 50ste beurt maakte Verheijde de
match uit. Het resultaat werd:
Verheyde 250 50 24 5.
V. Hooff 198 50 15 3.96
Gisteravond werd door de Haarlemsche
Dames-Zwem- en Poloclub „Zignea" haar
jaarlijksche algemeene vergadering in
„Hotel Lion d'Or" gehouden.
Ongeveer kwart over acht opende de
voorzitster, mej. M. van Ommeren de ver
gadering en heet de aanwezigen welkom,
in het bijzonder de heeren dr. W. E. Merens
en E. W. Venema
Als eerste punt komt het voorstel aan de
orde dr. M. J. Huizinga tot eere-lid te
benoemen.
Bij acclamatie wordt hiertoe besloten.
Wanneer eenigen tijd later dr. M. J. Hui
zinga ter vergadering komt, deelt de
voorzitster, onder applaus, zijn benoeming
tot eere-lid mede.
Het jaarverslag van de secretaresse, mej.
B. Venema, was een schitterend stut werk.
Voorzien van diverse foto's, gaf dit verslag
een uitstekend beeld van de verrichtingen
in het afgeloopen jaar.
Onder applaus werd dit verslag «dan ook
goedgekeurd.
Het verslag van de penningmeesteresse,
mej. R. Dekker, was meer in mineur ge
steld.
De kascommissie bracht mej. Dekker dank
voor het accuraat en zuinig beheer.
Bij acclamatie werd het huidige bestuur
herkozen, zoodat dit is samengestld uit de
dames: M van Ommeren, voorzitster; B.
Venema, secretaresse; R. Dekker, pen
ningmeesteresse; P. Bouwer, vice-voor
zitster en H. van Abs, commissaresse van
materiaal.
In de kascommissie werden benoemd de
dames Kammeyer, Bruut en Witkamp.
Verder werden nog eenige algemeene op
merkingen gemaakt over de agenda's van
de jaarvergaderingen van den N. Z. B. en
H. Z. B.
Bij de bespreking van het komende sei
zoen, deelt de voorzitster mede, dat deel
genomen zal worden aan de wintercompeti
tie met Het Y, A. D. Z. en H. D. Z.
Verder werd nog besloten met twee
zeventallen aan de competitie deel te
nemen, n.l. één in de N. Z. B. en één in de
H. Z. B.-competitie.
Na nog eenige algemeene besprekingen
sloot de voorzitster om ongeveer half elf de
vergadering.
Gisteren zijn te Oudkarspel wedstrijden,
voor amateurs gehouden. Tengevolge van 't
dooiweer was het ijs zeer zacht.
De gemaakte tijden leden hieronder na
tuurlijk beduidend. Niettemin slaagde Hei
den er in 'n nieuw record te vestigen op
de 3000 M.
De uitslagen luiden:
500 Meter: 1 T. Hooftman, Uselmonde
49.2 sec.; 2 W. Kos, Oud-Karspel 50.6 sec.;
3 S. Heiden, IJselmonde 51.2 4 Jon-
gert 51.6 sec.; 5 C. Kos 51.6 sec.
Het Nederlandsche record over 500 Me
ter, dat met 47.8 sec. op naam staat ran
Sjef Blaisse, is dus niet verbeterd.
A. F. van der Scheer uit Zutphen is in
dezen wedstrijd gevallen, doch hij reed la
ter tegen W. Kos in 50.6 sec, terwijl W.
Kos toen een tijd maakte van 49.2 sec.
1000 Meter: 1 Van der Scheer 1 min. 43.2
sec., 2 Hooftman en W. Kos 1 min. 45.2 s.,
3 Heiden 1 min. 54.4 sec., 4 Jongert 1 min,
49 sec.
3000 Meter: 1 S. Heiden 5 min. 27.2 sec.,
2 Van der Scheer 5 min. 31.6 sec., 3 Hooft
man 5 min. 46.8 sec, 4 Jongert 5 min. 50
sec., 5 W. Kos 5 min. 51 sec.
Het record, dat op naam stond van T.
Boot te Purmerend met 5' min. 30.2 sec.
is dus door Heiden gebracht op 5 min, 274
sec.
De kosten van een telefoongesprek met
Buenos Aires zijn nader bepaald op 78.75
voor de eerste 3 minuten en voor elke vol
gende minuut 26.25 meer.
M v» iedere
ÏÏTb elk geval zullen de Jb
dienen te verzetten tegen het w™™"
om deze wedstrijden bij v0^Uf ^ncieele
houden in plaatsen, welke goede f
SPH^tnÖverzichtrloopt over^van ^nkbetui-
organisatie en waarvoor ten opzichte^ van
iqoo ook zeker aller den was, missen we he-
aas ^ooals bij de K.N.A.U. gebruikelijk is.
Naast bedoeld overzicht bevat het boek
werkje nog: de verslagen van de Onderbon
den de T?C., Pers- en Propaganda-Com-
missie en Financieele Commissie (een ver
Sf mdVc. voor Schoolathletiek ont
breekt ditmaal), een staat van wereld- en
Ned. records, een uitgebreid Chron. Over
zicht met de voornaamste gebeurtenissen,
eindstanden beter, de kampioenschappen,
Vader Bertels was een zonderling.
Hij bewoonde alleen, buiten de stad, een
huis met een grooten tuin, die één groote
wildernis geleek.
Niemand kon er zich op beroepen ooit zijn
woning te hebben betreden. Wanneer men bij
hem aanbelde, hoorde men eerst het woe
dend geblaf van een doghond, daarna het
ontsluiten van het luikje in de deur en ver
volgens de stem van vader Bertels, die vroeg:
„EnWat is er?"
Niemand mocht binnenkomen. Brieven en
papieren moesten in de bus worden gedaan.
Hij deed zelf de weinige boodschappen, die
gedaan moesten worden. Vrienden had hij
niet.
Door sommigen werd hij voor een zonder
ling aangezien, door anderen voor een toove-
naar zonder praktijk. Er werd van hem ver
teld, dat hij valsch geld maakte en volgens
een andere lezing zou hij vroeger in de ge
vangenis hebben gezeten. Nieuwsgierigen, die
aan deuren of vensters luisterden bij avond,
meenden het geluid van een of ander werk-
iulgr tg hooren, nu en dan onderbroken door
het geroep van „NeroNero!", vermoede
lijk den naam van den grooten Deenschen dog,
die. aks vader Bertels uitging, hem steeds
vergezelde.
Zooals gezegd, vrienden had de man niet.
Maar hij had één vijandmijnheer Homs. den
deurwaarder Niemand wist met zekerheid,
waarom hij Homs haatte. Men wist alleen,
dat ze uit dezelfde streek kwamen en onge
veer gelijktijdig in de stad waren komen wo
nen. Vader Bertels uit vrije verkiezing, Homs
door een aangevraagde overplaatsing. Ook
wist men te vertellen, dat ze beiden naar de
hand van hetzelfde meisje hadden gedongen,
dat zich noch over den een noch over den
ander zou hebben ontfermd.
Het beroep bracht mee, dat Homs op een
goeden dag met zijn vijand in aanraking
kwam Een crediteur van vader Bertels eisch-
te plotseling beslaglegging en dies was Homs
genoodzaakt, daarvoor de noodige maatregelen
te nemen Op een goeden morgen belde Homs
vergezeld van zijn bediende, bij vader Bertels
aan Hij belde tweemaal en zeer hevig, maar
trad weldra eenige schreden terug, toen hij
het geblaf hoorde van den doghond. Na eenig
wachten werd het luikje in de deur ontgren
deld.
„EnWat is er?"
De deurwaarder, die aanvankelijk van plan
was geweest om binnen te gaan, beefde bij dq
gedachte, dat de deur zou opengaan en hij
binnen enkele oogenblikken 't zelfde zou be
leven als de man uit de geschiedenis, die
door honden werd verslonden. Met onzekere
stem deed hij mededeeling van de
zijn bezoek; hij kwam beslag leggen voor de
vordering van mijnheer B.
Er werd een sleutel in het slot omgedraaid
en door het luikje deelde vader Bertels med,
terwijl zijn stem door het woedend geblaf van
Nero bijna onverstaanbaar was:
„U hebt den knop maar om te draaien en u
bent binnen."
Mijnheer Homs achtte het beter van die
vriendelijke uitnoodiging geen gebruik te ma
ken, knoopte zijn jas dicht en ging regelrecht
naar het bureau van politie. Zijn bediende
zou in de buurt van het huis blijven wachten,
tot hij terugkwam.
Na een kwartier keerde Homs, in gezel
schap van twee agenten terug en belde ander
maal aan. Dezelfde vertooning herhaalde
zich, doch ditmaal deed een der agenten het
woord, toen het luikje werd geopend:
„De deurwaarder komt hier, om beslag te
leggen op uw inboedel. Als u niet bereid bent
uw hond vast te leggen, zal ik hem met deze
revolver dooden".
„Daarvoor zwicht ikantwoordde va
der Bertels. „Een oogenblik, heeren, dan kan
mijnheer Homs zijn gang gaan."
Men hoorde binnenshuis het rammelen van
een ketting, de sleutel werd in het slot om-
gedraald, waarna een stem riep, dat de hee
ren konden binnenkomen.
Voorzichtig trad een der agenten, de revol
ver in de hand, het eerst binnen. Nero ging
geweldig te keer, maar aan het einde van een
ketting, waaraan zóó hevig werd getrokken,
dat hij dreigde te breken. Achter de agenten
volgde de deurwaarder met zijn bediende.
Vader Bertels was echter nergens te zien.
Een deur werd geopend: de heeren zagen een
leeg vertrek. Een tweede deur werd geopend
en hier zagen de heeren 'n even onverwacht als
minder geruststellend tafereel. Op een lange
tafel, het eenigste meubel met een veldbed,
stonden drie bijenkorven, waarvan de bewo
ners onrustig en vinnig gonzend door het ver
trek vlogen. Het hoofd in een masker en met
handschoenen aan was vader Bertels kalm
gezeten op een half versleten stoel en ver—
klaarde
.Dat is alles, wat ik bezit: deze bijenkor
ven. Die kunt gij meenemen. Want gij hebt
niet het recht mijn tafel en mijn bed in be
slag te nemen."
Van in bcslagnemen was geen sprake. En
zeker niet van de bijenkorven. Want de deur
waarder, de bediende en de agenten moesten
zich verdedigen tegen de woedende aanvallen
der rondzwermende bijen en niet zonder
eenige steken te hebben opgeloopen slaagden
zij er in zich hals over kop te verwijderen,
wat voor hun prestige en waardigheid ni«t
anders dan tot nadeel kon strekken.