Brieven uit Frankrijk Landbouw en Visscherii VOOR DE HUISKAMER 1 DERDE BLAD NIEUWE HAARLEMSGHE COURANT WOENSDAG 6 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 1 De suikerbietenteelt RECHTSZAKEN Aansprakelijkheid van leden van boerenleenbanken Een wormschade aan huiden van f 141.000 Een ernstige aanrijding te Mierlo SPORT EN WEDSTRIJDEN Het jaarverslag der K.N.A.U. over 1928 Sluwe methodes BILJARTEN Om de Victoria-beker Het Haarlemsche kampioen schap ZWEMMEN Jaarlijksche algemeene vergadering Haarlemsche Dames-Zwem- en Poloclub „Zignea" SCHAATSENRIJDEN Wedstrijden hardrijden te Oudkarspel VERKEER EN POSTERIJEN Telefoneeren met Buenos-Aires De geslaagde truc De wagens der metro, die in de uren der affluence" d.w.z. tegen het aan- en uitgaan der ateliers, winkels en kantoren, zoo volge propt zijn met passagiers, dat de vereemging voor dierenbescherming er ongetwijfeld be zwaar tegen zou hebben, indien, het slacht vee op dezelfde wijze werd vervoerd ais de metropassagiers, maken 's middags, tusschen twee en vijf uur en 's avonds na half negen, een heel wat prettiger indruk. Het verschil valt al op aan het loket, waar ge uw kaartje neemt. Moet u anders ge duldig in de rij wachten, met uw geld liefst gepast in de hand, om dan, als u eindelijk aan de beurt bent, geholpen te worden door een juffrouw, wier rechter hand machinaal de beweging maakt van het kaartjes toeschuiven, terwijl de linker even machinaal het geld opstrijkt, thans bereikt u, zonder wachten, het loket, waar u te woord gestaan wordt door een rustig handwerkende juffrouw, die u heel gemoede lijk vraagt of u eerste of tweede klasse wenscht en die er zelfs geen bezwaar tegen heeft een praatje met u te maken over het mooie weer van gisteren en het slechte dito van vandaag, of omgekeerd. Ook de controleur, die anders meer op een kaartjesknipmachine verondersteld althans, dat er zulke nuttige dingen be staan lijkt, dan op een denkend rnensch, ook die controleur is thans dezelfde met meer. Kunt u zich in de drukke uren gerust de moeite sparen hem te vragen, waar u over moet stappen, om naar station X te^komen niet dat hij u niet antwoorden zou, doch omdat dat antwoord gegeven zou worden op een manier, die het voor een Parijzenaar slechts af en toe eenigszins begrijpelijk doet zijn, doch het voor een vreemdeling wel a'tijd een onoplosbare puzzle zal doen blijven thans zal hij u heel geduldig in lichten en als hij merkt dat u vreemdeling bent, zal hij u naar de kaart brengen, om u op de ae manier de zaak duidelijk te maken. Het perron, waar anders meer dan hon derd v achtenden elkander heele veldslagen leveren, om de twee of drie plaatsen te be machtigen. die de juist gearriveerde trein biedt, of beter uitgedrukt eigenlijk niet biedt, want de wagens puilen letterlijk uit, dit zelfde perron nu, doet denken aan het plattelandsstationnetje. Op een bank zit een oude dame kousen te stoppen, een jongetje gooit een 25 centimestuk in een chocolade-apparaat, een verliefd paartje zit ergens heel gemoedelijk telaten we zeggen, te praten, kortom, aan het geheel ontbreekt slechts een sloot met wat kwaken de kikkers, om de vergelijking met het sta tionnetje van de een of andere kleine Noordhóllandsche gemeente volmaakt te doen zijn.- En dan eindelijk de wagens zelfAnders zooals hierboven gezegd opgepropt me passagiers; bij ieder station een dringen en duwen van menschen die uitstappen; ee hernieuwd dringen en duwen zij het da in tegenovergestelde richting van hen, die instappen. Thans- zitplaatsen in overvloed. Hebt u een plaats achteruitrijden en rijdt u liever vooruit, niets eenvoudiger dan dat: u gaat doodgewoon aan den overkant zitten, want die plaats is toch leeg. De oude dame, die met u op den trein gewacht heeft, zit eenige banken verder en is juist bezig de steken op te rapen, die ze, bij het instappen heeft laten vallen. Het verliefde paartje zet het op het perron aangevangen gesprek voort; het jongetje van het chocolade-apparaat houdt zich on ledig met het klauteren over de banken, met zijn naam te schrijven op de reclame biljetten en meerdere bezigheden, jongetjes eigen. Verder doen de wagens, die gewoonlijk een stoffigen, onverzorgden indruk maken, in deze gezegende tusschenuren zindelijk en frisch aan. Indien u dus in Parijs komt en u wilt de metro leeren kennen zooals de meeste Parfjzenaars haar kennen: druk en jachterig, een beeld van het groote stadsleven, dan moet u eens een ritje maken tusschen acht en negen uur 's morgens,tusschen half één en half twee 's middags of omstreeks zes uur 's avonds, maar wilt u in de metro uw landelijke locaaltje terugvinden, stap dan eens in de tusschenuren in. Zijn de Hollandsche straatmuzikanten lieden, die er met harmonica of fluit en soms zelfs met een viool op uitgaan, om hun brood te verdienen, d.w.z. in de een of andere straat postvatten, om dan net zoo lang de vredige rust dier straat te verstoren, tot de bewoners hun ten einde raad iets gegeven hebben, hun Parijsche collega's hebben een veel hoogere opvatting van hun beroep. Bedelen namelijk, geen Parijsch straatmuzikant die zich daartoe zou ver lagen, ofschoon het ook verboden is. Neen, in Parijs vereenigen de leden van dit artistengilde zich tot groepjes van drie tot vijf man. Een viool, een groote trom, een fluit en dan natuurlijk de traditioneele harmonica maken de' instrumenten uit. Daarbij komt dan nog een karretje en de groote parapluie, die 's zomers als parasol dienst doet. Op het karretje liggen de muziekstukjes gewoonlijk sentimenteele liefdesgeschie denissen, op de wijs van bekende moppen die voor enkele sous te koop aangeboden worden. Maar dit is nog niet alles. Aan het „ge zelschap" zijn meerdere personen verbonden, wier medewerking hoewel niet officieel toch zeer belangrijk is. Een dag of vier geleden heb ik gelegen heid gehad, de werkwijze van zulk 'n troepje te bestudeeren. Het was bitter koud en het regende. De parapluie verrichtte nu dus werkelijk parapluiewerk, d.w.z. het heele ge zelschap het karretje incluis had onder haar bescherming gezocht tegen het onophoudelijk neerstroomende hemelwater. En daar zaten ze zielig troepje dicht op elkaar, de kragen in de hoogte en tracht ten door hun muziek de enkele voorbij gangers tot luisteren te bewegen. Maar wie denkt er in winterweer, als het bovendien nog regent ook, aan straatmuziek? Dus liepen'de menschen dan ook voorbij, haastig en diep in hun jassen weggescholen. Eenigen keken nog even om als niet be grijpend, wat dat ongelukkige troepje daar uitvoerde, midden in kou en regen. Maar staan bleef niemand. Toen kwam er een meisje aan oogen- schijnlijk een gewoon Parijsch kantoor- of winkelmeisje. En dat meisje bleef luisteren, naar wat die mannen speelden en zongen, Want een van de muzikanten ik meen de harmonicaspeler was tevens zanger en zij kocht het liedje en aan het bewegen van haar lippen, kon ik van uit het café, waaruit ik het tafereeltje gadesloeg zien, dat ze de woorden zachtjes meezong. Even later kwam er een juffrouw en daarna een dametje en die kochten ook het liedje en ook zij lazen de woorden en maakten het lippenbeweeg. Toen het lied uit was bleven de drie vrou wen staan en ook het volgende nummer hoorden ze aan en zongen ze mee. Maar ze bleven met z'n drieën, want wel wierpen de voorbijgangers verbaasde blikken op de drie, die, koude en regen ten spijt, daar stonden, maar niemand die er ook maar aan dacht, Zich bij hen te voegen. En toen gaven de 'muzikanten en hun „publiek" het op. De parapluie werd op gerold, ze legden een zeil over de liedjes en, de instrumenten onder de jassen, om ze tegen den regen te beschermen, gingen ze droefgeestig heen, terwijl de vrouwen de niet-officieele leden van het gezelschap het karfetje voortduwden H. de J. „Wat hebben ons de proefnemingen met suikerbieten geleerd?" Dezer dagen heeft voor de Vereeniging pan O. L. der R. L. W. S. te Groningen de heer ir. P. G. Meijers, Rfjkslandbouw- consulent, een rede gehouden over de vraag: „Wat hebben ons de proefnemingen met suikerbieten geleerd?" Spreker heeft de laatste jaren proeven genomen inzake standruimte, bemesting enz. bij bieten en zal thans eenige ïesui- taten daarvan mededeelen. We beschikken thans aldus spreker over een 7-tal goed geslaagde proeven, ge nomen onder verschillende weers- en vruchtbaarheidsomstandigheden, op ver schillende grondsoorten. We namen meestal 3, soms meer ver schillende standruimten in de rij, terwijl de rijenafstand om practische redenen gelijk bleef. In het algemeen blijkt, dat de nauwe en middelbare standruimten ongeveer tot 40 maal 37.5 de hoogste opbrengst aan suiker per H.A. leveren. Daarenboven (b.v. 40 maal 50) dalen de opbrengsten vaak met 5 en met meer procenten. Als regel dalen dan zoowel bietenopbrengst als ge halte. Hoe wijder de stand, hoe meer in vloed de misplaatsen doen gelden. Men neme dus niet te wijde standen en trachte zoo weinig mogelijk misplaatsen te krijgen (40 maal 35 maal 50 maal 30 c.M.) In de jaren 1927 en '28, die in weersge steldheid zoozeer verschilden, werden proe ven genomen met stijgende hoeveelheden kalksalpeter. We gingen daarbij zelfs tot 1000 K.G. per H. A. Dat de proeven juist waren, blijkt wel uit het mooie beloop der opbrengstcurven, aan de hand van de cijfers geteekend. Zoowel in het slechte jaar '27 als in het goed jaar 1928 gaat deze toeneming in denzelfden geest. De bladontwikkeling neemt bij veel stik stof sterk toe. Opvallend is het, dat het gehalte zelfs bij zware bemestingen niet sterk daalt. De rentabiliteitsgrens wordt graphisch voorgesteld. Dit is meer als demonstratie bedoeld, daar allerlei factoren deze grens zoodanig kunnen wijzigen, dat men haar niet hl het algemeen kan vaststellen. Op een gewonen graanstoppel zal in vele gevallen 6 a 7000 K.G. Chili of kalk salpeter zich nog betaald maken. Uit een goed geslaagde proef blijkt, dat de nitraatvorm voor bieten de beste is, dan volgt Leuna, terwijl zwav. ammoniak achteraan komt. Dit is niets nieuws, doch in verband met de prijsverschillen is het van belang, dit nog eens duidelijk te maken. Bieten groeien van eind April tot half October en het is logisch, dat door verlen ging van den groeitijd, het weer in aanmer king genomen, de opbrengst kan vermeer deren. Men zou den groeitijd kunnen ver lengen door vroeger te zaaien, of door later te oogsten. Tot beide zal in het alge meen weinig neiging bestaan, om diverse redenen. Toch is het bij gunstig weer niet verstandig, met zaaien tot 1 Mei te wach ten. We hebben getracht door proefne mingen, loo pende over eenige jaren, vast te stellen, hoeveel de bieten per week in de maand October kunnen winnen. Onze be doeling was, hiermede een deel van het verschil Zeeland—Groningen te kunnen verklaren. (Immers men zaait daar vroe ger). Het blijkt, dat hier per week ongeveer 2.5 a 3.5, doch soms 5 pet. K.G. bieten worden gewonnen. (Rond 1000 K.G. per week). Een eenvoudig en bij wijze van proef aan te bevelen middel, waardoor men den groeitijd gratis met één tot twee weken verlengen kan, is het volgende: Laat het ontsmette en dus natte zaad 5 tot 8 dagen Li de zak staan; het is dan iets voorgekiemd. Indien het dan erg vochtig mocht zijn, wordt het eerst vermengd met wat droog zand en daarna op de ge wone wijze én gewonen tijd gezaaid. Hierover hebben we nog slechts weinig proeven genomen. Het blijkt wel, dat vroeg opeenzetten voordeel geeft. Wat het aantal malen hakken betreft, dit hangt veel af van den bodem en het weer. In 1928 op schoon land rendeerde veel hakken in het geheel niet. Deze proeven moet men over langen tijd volhouden. Het is bekend, dat de neiging tot het vormen van veel of weinig schieters een raseigenschap is, zooals ook wij konden aantoonen. Voorts is het te vroeg zaaien van veel invloed. Rimpau meende, dat factoren, die den groei remmen, schieters bevorderen. Dit is een veel gedeelde meening. Echter zegt Gonneman, dat ze vaak veroorzaakt worden door gunstige factoren. Hiermede stemmen overeen de door ons gevonden cijfers. Bij vergrooting der standruimte vermeerderd het percentage schieters en bij zwaardere stikstofbemesting eveneens. Deze verschillen kunnen zeer belangrijk zijn. schade cfoor de runderhorzel-iarve aange bracht 12.755 meer bedroeg. Dat die groo-, tere schade dus gevolg was van grooter prijsverschil, is duidelijk. Het percentage wormhuiden daalde, uit den aard der zaak een verblijdend teeken voor de commissie tot bestrijding van ó'e runderhorzel. In het jaar 1928 werd reeds op uitgebrei de schaal slag geleverd tegen de horzellar- ven. Voor zoover te controleeren werden ongeveer 23.000 bussen zalf van 250 gram (dus bijna 6000 kg.) gedistribueerd en bo vendien werden in sommige streken de lar ven volgens de oude methode met behulp van mes en pincet verwijderd. Het is stellig niet overdreven voorgesteld, wanneer wordt medegedeeld, dat ongeveer y, millioen runderen flink behandeld zijn. Op onzen veestapel van ongeveer 2 milioen stuks, waarvan voornamelijk de jongere die ren met horzellarven bezet zijn, wil dit hee: wat zeggen! Nu is de zomer van 1928 bij zonder gunstig geweest voor de ontwikkeling en het zwermen van de horzelvlieg. Indien de plaag niet bestreden was geworden, zou dus in 1929 de huidbeschadiging ongetwijfeld van grooteren omvang geworden zijn. Wanneer derhalve in 1929 blijkt, dat hes aantal door worm aangetaste huiden is af genomen, zal dit, naar het Hbld. verneemt, op rekening gesteld mogen worden van het succes der propaganda voor een rationeeie behandeling. De statuten der Coöperatieve Boerenleen bank II te Zuid-Scharwouöe, indertijd aange sloten bij de Coöp. Centrale Landbouwbank te Alkmaar, leggen den leden de verplichting op om bij het einde van hun lidmaatschap, hun aandeel te betalen in de door de bank geleden verliezen op het einde van het boek jaar, waarin of waarmede het lidmaatschap is geëindigd, zooals die zullen worden vastge steld door de algemeene vergadering bij de goedkeuring van de desbetreffende balans. In den loop van 1925 zegde een zekere S. zijn lidmaatschap op. Hoewel blijkens de door d§ algemeene vergadering goedgekeurde ba lans per 31 December 1925 over het jaar 1925 zelf een winst was gemaakt van 282.45, prijkte op de balans nog eeli nadeelig saldo groot 7292.85 van vorige jaren, zoodat er per saldo een verlies was per 31 December 1935 groot 7010.40. Het uitgetreden lid werd dus door de Bank tot betaling van zijn aandeel in dit saldo aangesproken. S. weigerde te be talen en de Bank liet den man dagvaarden. De kantonrechter verklaarde de bank in haar vordering niet ontvankelijk, overwegende, dat de bank zelf winst had gemaakt, terwijl het saldo verlies was ontstaan door overname eener schuld der Centrale van Alkmaar, waarbij de bank was aangesloten en daarvoor achtte hij de leden der bank niet aansprake lijk. De bank kwam van dit vonnis in hooger be roep bij de rechtbank te Alkmaar, welke het vonnis, oorspronkelijk door den kantonrech ter gewezen, bekrachtigde, daarbij overwegen de, dat S. toen de betrokken balans werd op gemaakt en goedgekeurd geen lid meer was van die bank, zoodat hij niet gebonden werd door het besluit tot vaststelling der balans en de rechter derhalve tot taak heeft te on derzoeken, indien daarover verschil bestaat, of in werkelijkheid het bedrijf van de bank ver lies heeft geleden en gemeld verliescijfer van 7292,85 juist was, hetgeen door de Recht bank onbewezen werd geacht. De bank tee- kende van dit vonnis cassatie aan en zag als nog het vonnis van den kantonrechter ver nietigd en hare vordering toegewezen. De Hooge Raad besliste daarbij, dat een uitgetreden lid krachtens de tijdens zijn lid maatschap geldende statutaire voorschrilten ook gehouden kan zijn aan de na zijn uittre ding genomen besluiten, zijnde in casu S. ge bonden door het besluit der ledenvergadering tot goedkeuring der balans over het boek jaar 1925, in zooverre als bij dat besluit ver liezen zijn vastgesteld. Door dit arrest van ons hoogste rechtscol lege is dus definitief uitgemaakt, dat de leden van een Boerenleenbank, die om een of an dere reden hun lidmaatschap hebben verlo ren hun aandeel moeten betalen in het door de balans aangegeven verliessaldo der bank, ook voor zoover dit verliessaldo mocht z«n ontstaan enkel en alleen door overname van een gedeelte van de dobr de Alkmaarsche Centrale geleden tekorten. Volgens de desbetreffende statistiek, was van de gedurende de laatste twaalf maan den bij de Amsterdamsche Huidenclub in gebrachte 283.900 huiden 17.47 pet. (49.600 stuks) door de runderhorzel beschadigd. In 1927 bedroeg dit 19.42 pet. (52.700 stuks). De schade, berekend naar het prijsver schil tusschen gaaf en wormbeschadigd be droeg 140.928 of 2.84 per huid. Bij een grooten inbreng van 12.413 hui den over 1928 bleken 3126 huiden minder door worm beschadigd te "zijn, terwijl de Rechtbank veroordeelde ieder op 10 Mei van het vorige jaar tot drie maanden gevan genisstraf. Van dit vonnis kwam het echtpaar bij het Amsterdamsch Gerechtshof In hooger be roep. Het Hof, arrest wijzende, vernietigde thans het vonnis. Opnieuw rechtdoende, ver oordeelde het ieder der verdachten tot drie maanden gevangenisstraf. Drie maanden gevangenisstraf voor den verdachte Het gerechtshof tg 's-Hertogenbosch heeft behandeld de zaak tegen J. Th. J. V., gebo ren en wonende te Helmond, door de recht bank te Roermond veroordeeld tot 3 maan den gevangenisstraf met ontzegging van zijn rijbewijs, ter zake dat hij op 10 Sept. 1928 te Mierlo door zijn schuld Antonia Verhee huisvrouw W. BiJstervsld, uit Helmond, m zijn motorfiets heeft aangereden, waarbij vrouw zwaar lichamelijk letsel heeft be men, n.l. hersenschudding met schedelver wonding en kneuzing van lendewervels. De vrouw ging van Mierlo naar Helmona. Ze reed een kinderwagen, waarin een kinaj terwijl er ook nog twee kinderen naa.it liepen. De vrouw viel zeer ernstig gekneu-. Zij is nog steeds niet hersteld en heeft van de gevolgen nog altijd last, De adv.-gen. vond geen aanleiding tol v waardelijke veroordeeling, en elschta op meele gronden vernietiging van liet vonnis opnieuw recht doende schuldig verklaring het ten laste gelegde en deswege veroordee g van verdachte tot 3 maanden gevartgemsstrai met ontzegging van het rijbewijs voor den u van een jaar. Verschenen is het Jaarverslag der K.N.A. U. over 1928, hier en daar versierd met eenige aardige foto's. Het overzicht is ge schreven door den ijverigen secretaris-pen ningmeester, den heer J. M Hardeman. Wij doen er hier en daar een greep uit, doch bepalen ons daarbij in hoofdzaak tot eenige speciale technische aangelegenheden, waardoor ook „outsiders" een inzicht krij gen omtrent de oorzaken van het falen der Ned. Athletiekploeg op de Olympische Spe- len. Natuurlijk legt samensteller in zijn over zicht het zwaartepunt op de O.S.., waarnaar reeds jaren lang door duizenden reikhalzend was uitgezien. Dat naast de voetbalwedstrij den de athletiek verreweg het grootste aan tal belangstellenden getrokken heeft, is voor ons, zegt de heer H., een vingerwijziging; dat hier te lande voldoende belangstelling in alle lagen van ons volk voor deze sport bestaat We erkennen dit volmondig, ócch men verzuime dan vooral niet krachtig mede te werken aan het op internationaal peil brengen van de prestaties der athle- ten, want het publiek wil in de eerste plaats goede sport- zien Sintelbanen en een perma nente coach dienen daarom de volle belang stelling van het bestuur te hebben. Verder erkent de heer H. volmondig, dat de resultaten der mannelijke athleten op de O.S. tegen zijn gevallen, voornamelijk als gevolg van de sintelbanen-misère. Hoe .d£u alles heeft kunnen bestaan en welke maat regelen door het bestuur zijn genomen om de oplevering der beide loopbanen tenmin ste nog zooveel mogelijk te éespoedigen, vermeldt hij helaas niet. Daarom raad pleegden we even het verslag der Techni sche Commissies. De secretaris, de heer Meyer, laat zich hierover als volgt uit. De training der athleten voor de O S. werd in 1928 voortgezet overeenkomstig het P'an van den coach en geleidelijk werd tot een selectie van eén kleinere groep athleten overgaan. De opzet was dat de Olympische candidaten voornamelijk hun eindtraining zouden krijgen in Amsterdam op de Sintel- baan. die vernieuwd zou worden om als oefenbaan te dienen gedurend de O.S. Hier mede werd te lang gewacht en er ontstond een zeer moeilijke situatie, aangezien op het tijdstip, dat de baan het meest noodig werd voor de eindtraining, deze natuurlijk niet gereed was en in plaats van een vol maakte gelegenheid, in het geheel geen oefenterrein bestond. Het ligt voor de hand dat hierdoor de training ernstig werd ge schaad en toen de baan ten slotte gereed kwam, bleek deze voor oefening totaal on- gi schikt, zoodat op het meest .dringende moment, namelijk de laatste weken waarin de athleten in topvorm gebracht moesten worden, het meest onontbeerlijke. „De Sin- telbaan" ontbrak, waardoor een onherstel baar hiaat in de eindtraining ontstond. Erger kon het slot van een paar jaar vooroefening al niet eindigen en het was zeker de grootste teleurstelling, die T C. Coach en athleten hebben ondervon den. Toen deden zich inmiddels nieuwe moei lijkheden voor bij den -bouw van de Olympi sche athletiekbaan. die eveneens tot 'n on deugdelijke samensteling dreigde te worden en het was op herhaald verzoek van de Tech nische Commissie, dat hier op het laatste nippertje en door dag- en nachtarbeid nog bijtijds ingegrepen werd, met het gevolg, dat aan onzen coach de afbouw der baan opgedragen werd. Dit bracht mede, dat 1)1) bij de nog twee resteerende weken vóór de Spelen door dag- en nachtarbeid zich niet geheel aan de training kon wijden en 't zal elkeen duidelijk zijn, dat deze gebeurtenis sen van grooten invloed op de prestaties onzer athleten zijn geweest. Tot zoover de heer Meyer. Het wedstrijdwezen kon zich in 1928 niet ontwikkelen zooals andere jaren, doordat de in voortraining zijnde athleten uitge schakeld waren van deelname. De belang rijkste wedstrijden, na de interjandwedstrij- dne, waren de Nationale Kampioenschap pen. En nu doet zich een eigenaardig geval voor, waar de heer H. de Kampioenschap pen'te Enschede een succes durft noemen, verklaart de heer Meyer namens de T. C. juist het tegenovergestelde en motiveert het aldus: De kampioenschappen brachten cut sei zoen een teleurstelling voor onze Commis sie Reeds jaren werd geijverd om toch vooral de kampioenschappen op de mees„ volmaakte terreinen te houden, met acco- modatie voor het noodzakelijke aan a banen en we hoopten in een vorig jaarver slag al, dat met den bouw van het Olym pisch Stadion de oplossing gevonden zou worden Hoe gaarne had de T. C. dit jaar daar de kampioenschappen gehouden; we zouden ons dan tevens hebben kunnen over tuigen of de propaganda van de O.S. haai uitwerking niet gemist had. Maar het bestuur besliste de Kampioen schappen elders te houden, met het gevolg, dat zoowel de deelname als prestaties hier onder noodwendig moesten lijden. Verder zegt de heer Haraeman ta z.jn functie van Penningmeester, ^tdefman- ciën geen reden tot bezorgdheid geven. Eene verklaring waarvan ongetwijfeld met vreug- de kennis zal worden genomen, hoewel we meenen te weten, dat dit optimism^ met in alle kringen wordt gedeeld. Een nieuw gezichtspunt opent de pen ningmeester ons met betrekking tot de II- nancieele rgeling der Internationale wed strijden Deze vormen zoon geduchte aciei lating voor de kas, dat wij de kosten uit een afzonderlijk fonds zouden ^Hen bestnjden. Dit fonds stellen wij ons voor te doen be staan uit vrijwillige baten en uit een klei nen omslag per lid van iedere ve-eemgu g Commentaar hierop stellen we uit tot ee P. H.-beker, de interlandwedstrijden, en ein delijk nog een adreslijst van de aangeslo ten vereenigingen en bonden. Een vlot, keurig uitgevoerd jaarboekje, dat zijn weg in de provincie en bij de dames-athleten en ongetwijfeld zal vinden. Voor „meergevorderden" is de inhoud te zoet; die vragen gezonde kritiek op hun ar beid en zoeken tevens na het vertrek van Kreigsman naar nuttige wenken voor de ver dere training. Een jaarverslag als dit schenkt ook daarom minder voldoening, omdat blijkt dat de voor eenigen tijd gere zen kloof tusschen bestuur en T. C. nog steeds niet overbrugd is Een T. C. behoort niet uitsluitend een adviseerend lichaam van het bestuur te zijn, tenzij men de goede gewoonte, heeft haar adviezen zonder meer over te nemen. In de K.N.A.U. is d,it nu vaak juist omgekeerd, men doet bij voor keur het tegenovergestelde van wat de T C. wil. Eenige jaren geleden had van een echt paar de vrouw, een Duitsche, met een Ne- derlandsche vrouw een firma Luursema en Co. geheeten, opgericht, terwijl de man een bank stichtte de Holland-Amerika Creo'iet- bank genaamd. De vrouw bestelde onderden firmanaam Luursema en Co. goederen in Duitschland, voornamelijk manufacturen, en gaf dan als referentie d"e Holland-Amerika Credietbank op. De firma's, die bij die bank informeerden, kregen dan steeds goede in lichtingen omtrent Luursema en Co. Deze firma ontving hierop de goederen, maar aan betaling ervan werd niet gedacht. De beide echtelieden hebben zich voor de Buitengewone Kamer der Amsterdamsche Rechtbank ter zake van twee oplichtingen van Duitsche firma's te verantwoorden ge had. Het O. M. had tegen ieder vijf maan den gevangenisstraf gevorderd, maar de Een 8-tal spelers van de B C. Vrienden kring toog Maandag naar Amsterdam om in het clublokaal van de B. C. „Victoria" haar kansen op den zilveren beker te verde digen Niettegenstaande de Haarlemmers 'n hooger aantal caramboles maakten, plaat sten zij zich niet in de volgende ronde, daar zij 5 van de 8 partijen verloren en er was vastgesteld, dat eerst de gewonnen partijen telden en daarna het totaal aantal ge maakte caramboles. In café Bos aan het Soendaplein werden Dinsdagavond wedstrijden om bovenge noemd kampioenschap voortgezet. De Foei jaeger ging in de eerste partij, die tegen H. van Hooff, direct goed van start en liet o.m. 11 en 22 car. noteeren. Na een slecht begin kwam de Heems kerker, die vöoral in fraai bandenspel uit muntte, er ook spoedig in en maakte kort na elkaar series van 10. 20, 41, 10 en 9 zoocfat deze speler bij de 20e brt. 28 car. voorsprong had. Met eenige goede scores van 22, 26, 51 en 10 car. nam de D. E- S.-ma- tador echter weer de leiding over. v. Hooff volgde hem echter op den voet en slechts door zijn sterkste spel te spelen, kon d'e Foeljaeger hem met een fraaie 25 van zich afschudden. Wel scoorde zijn partner nog 2 x 11 car., doch in de 35e brt. beëindigde de Haarlemmer de beste partij tot op heden met een serie van 18 car. De volledige uitslag is: de Foeljaeger 250 35 26 7.14 H. V. Hooff 204 35 41 5.82 Verheyde mocht van geluk spreken, dat van Hooff tegen hem iets minder sterk speelde, anders kon deze match voor hem wel eens de eerste verliespartij geworden zijn. Verheijde nam direct de leiding met series van 23 en 17, doch van Hooff wist met goede beurten van 10, 8, 10, 8 en 15 het tempo goed te volgen tot de 20e beurt. De vertegenwoordiger van Haarlem-Noord maakte daarna echter kort na elkaar 16, 10, 24, 24, 9 en 12 waardoor bij de 30 beurt 173 om 116 in zijn voordeel was. Jammer, dat het spelpeil daarna iets daalde en eerst in de 50ste beurt maakte Verheijde de match uit. Het resultaat werd: Verheyde 250 50 24 5. V. Hooff 198 50 15 3.96 Gisteravond werd door de Haarlemsche Dames-Zwem- en Poloclub „Zignea" haar jaarlijksche algemeene vergadering in „Hotel Lion d'Or" gehouden. Ongeveer kwart over acht opende de voorzitster, mej. M. van Ommeren de ver gadering en heet de aanwezigen welkom, in het bijzonder de heeren dr. W. E. Merens en E. W. Venema Als eerste punt komt het voorstel aan de orde dr. M. J. Huizinga tot eere-lid te benoemen. Bij acclamatie wordt hiertoe besloten. Wanneer eenigen tijd later dr. M. J. Hui zinga ter vergadering komt, deelt de voorzitster, onder applaus, zijn benoeming tot eere-lid mede. Het jaarverslag van de secretaresse, mej. B. Venema, was een schitterend stut werk. Voorzien van diverse foto's, gaf dit verslag een uitstekend beeld van de verrichtingen in het afgeloopen jaar. Onder applaus werd dit verslag «dan ook goedgekeurd. Het verslag van de penningmeesteresse, mej. R. Dekker, was meer in mineur ge steld. De kascommissie bracht mej. Dekker dank voor het accuraat en zuinig beheer. Bij acclamatie werd het huidige bestuur herkozen, zoodat dit is samengestld uit de dames: M van Ommeren, voorzitster; B. Venema, secretaresse; R. Dekker, pen ningmeesteresse; P. Bouwer, vice-voor zitster en H. van Abs, commissaresse van materiaal. In de kascommissie werden benoemd de dames Kammeyer, Bruut en Witkamp. Verder werden nog eenige algemeene op merkingen gemaakt over de agenda's van de jaarvergaderingen van den N. Z. B. en H. Z. B. Bij de bespreking van het komende sei zoen, deelt de voorzitster mede, dat deel genomen zal worden aan de wintercompeti tie met Het Y, A. D. Z. en H. D. Z. Verder werd nog besloten met twee zeventallen aan de competitie deel te nemen, n.l. één in de N. Z. B. en één in de H. Z. B.-competitie. Na nog eenige algemeene besprekingen sloot de voorzitster om ongeveer half elf de vergadering. Gisteren zijn te Oudkarspel wedstrijden, voor amateurs gehouden. Tengevolge van 't dooiweer was het ijs zeer zacht. De gemaakte tijden leden hieronder na tuurlijk beduidend. Niettemin slaagde Hei den er in 'n nieuw record te vestigen op de 3000 M. De uitslagen luiden: 500 Meter: 1 T. Hooftman, Uselmonde 49.2 sec.; 2 W. Kos, Oud-Karspel 50.6 sec.; 3 S. Heiden, IJselmonde 51.2 4 Jon- gert 51.6 sec.; 5 C. Kos 51.6 sec. Het Nederlandsche record over 500 Me ter, dat met 47.8 sec. op naam staat ran Sjef Blaisse, is dus niet verbeterd. A. F. van der Scheer uit Zutphen is in dezen wedstrijd gevallen, doch hij reed la ter tegen W. Kos in 50.6 sec, terwijl W. Kos toen een tijd maakte van 49.2 sec. 1000 Meter: 1 Van der Scheer 1 min. 43.2 sec., 2 Hooftman en W. Kos 1 min. 45.2 s., 3 Heiden 1 min. 54.4 sec., 4 Jongert 1 min, 49 sec. 3000 Meter: 1 S. Heiden 5 min. 27.2 sec., 2 Van der Scheer 5 min. 31.6 sec., 3 Hooft man 5 min. 46.8 sec, 4 Jongert 5 min. 50 sec., 5 W. Kos 5 min. 51 sec. Het record, dat op naam stond van T. Boot te Purmerend met 5' min. 30.2 sec. is dus door Heiden gebracht op 5 min, 274 sec. De kosten van een telefoongesprek met Buenos Aires zijn nader bepaald op 78.75 voor de eerste 3 minuten en voor elke vol gende minuut 26.25 meer. M v» iedere ÏÏTb elk geval zullen de Jb dienen te verzetten tegen het w™™" om deze wedstrijden bij v0^Uf ^ncieele houden in plaatsen, welke goede f SPH^tnÖverzichtrloopt over^van ^nkbetui- organisatie en waarvoor ten opzichte^ van iqoo ook zeker aller den was, missen we he- aas ^ooals bij de K.N.A.U. gebruikelijk is. Naast bedoeld overzicht bevat het boek werkje nog: de verslagen van de Onderbon den de T?C., Pers- en Propaganda-Com- missie en Financieele Commissie (een ver Sf mdVc. voor Schoolathletiek ont breekt ditmaal), een staat van wereld- en Ned. records, een uitgebreid Chron. Over zicht met de voornaamste gebeurtenissen, eindstanden beter, de kampioenschappen, Vader Bertels was een zonderling. Hij bewoonde alleen, buiten de stad, een huis met een grooten tuin, die één groote wildernis geleek. Niemand kon er zich op beroepen ooit zijn woning te hebben betreden. Wanneer men bij hem aanbelde, hoorde men eerst het woe dend geblaf van een doghond, daarna het ontsluiten van het luikje in de deur en ver volgens de stem van vader Bertels, die vroeg: „EnWat is er?" Niemand mocht binnenkomen. Brieven en papieren moesten in de bus worden gedaan. Hij deed zelf de weinige boodschappen, die gedaan moesten worden. Vrienden had hij niet. Door sommigen werd hij voor een zonder ling aangezien, door anderen voor een toove- naar zonder praktijk. Er werd van hem ver teld, dat hij valsch geld maakte en volgens een andere lezing zou hij vroeger in de ge vangenis hebben gezeten. Nieuwsgierigen, die aan deuren of vensters luisterden bij avond, meenden het geluid van een of ander werk- iulgr tg hooren, nu en dan onderbroken door het geroep van „NeroNero!", vermoede lijk den naam van den grooten Deenschen dog, die. aks vader Bertels uitging, hem steeds vergezelde. Zooals gezegd, vrienden had de man niet. Maar hij had één vijandmijnheer Homs. den deurwaarder Niemand wist met zekerheid, waarom hij Homs haatte. Men wist alleen, dat ze uit dezelfde streek kwamen en onge veer gelijktijdig in de stad waren komen wo nen. Vader Bertels uit vrije verkiezing, Homs door een aangevraagde overplaatsing. Ook wist men te vertellen, dat ze beiden naar de hand van hetzelfde meisje hadden gedongen, dat zich noch over den een noch over den ander zou hebben ontfermd. Het beroep bracht mee, dat Homs op een goeden dag met zijn vijand in aanraking kwam Een crediteur van vader Bertels eisch- te plotseling beslaglegging en dies was Homs genoodzaakt, daarvoor de noodige maatregelen te nemen Op een goeden morgen belde Homs vergezeld van zijn bediende, bij vader Bertels aan Hij belde tweemaal en zeer hevig, maar trad weldra eenige schreden terug, toen hij het geblaf hoorde van den doghond. Na eenig wachten werd het luikje in de deur ontgren deld. „EnWat is er?" De deurwaarder, die aanvankelijk van plan was geweest om binnen te gaan, beefde bij dq gedachte, dat de deur zou opengaan en hij binnen enkele oogenblikken 't zelfde zou be leven als de man uit de geschiedenis, die door honden werd verslonden. Met onzekere stem deed hij mededeeling van de zijn bezoek; hij kwam beslag leggen voor de vordering van mijnheer B. Er werd een sleutel in het slot omgedraaid en door het luikje deelde vader Bertels med, terwijl zijn stem door het woedend geblaf van Nero bijna onverstaanbaar was: „U hebt den knop maar om te draaien en u bent binnen." Mijnheer Homs achtte het beter van die vriendelijke uitnoodiging geen gebruik te ma ken, knoopte zijn jas dicht en ging regelrecht naar het bureau van politie. Zijn bediende zou in de buurt van het huis blijven wachten, tot hij terugkwam. Na een kwartier keerde Homs, in gezel schap van twee agenten terug en belde ander maal aan. Dezelfde vertooning herhaalde zich, doch ditmaal deed een der agenten het woord, toen het luikje werd geopend: „De deurwaarder komt hier, om beslag te leggen op uw inboedel. Als u niet bereid bent uw hond vast te leggen, zal ik hem met deze revolver dooden". „Daarvoor zwicht ikantwoordde va der Bertels. „Een oogenblik, heeren, dan kan mijnheer Homs zijn gang gaan." Men hoorde binnenshuis het rammelen van een ketting, de sleutel werd in het slot om- gedraald, waarna een stem riep, dat de hee ren konden binnenkomen. Voorzichtig trad een der agenten, de revol ver in de hand, het eerst binnen. Nero ging geweldig te keer, maar aan het einde van een ketting, waaraan zóó hevig werd getrokken, dat hij dreigde te breken. Achter de agenten volgde de deurwaarder met zijn bediende. Vader Bertels was echter nergens te zien. Een deur werd geopend: de heeren zagen een leeg vertrek. Een tweede deur werd geopend en hier zagen de heeren 'n even onverwacht als minder geruststellend tafereel. Op een lange tafel, het eenigste meubel met een veldbed, stonden drie bijenkorven, waarvan de bewo ners onrustig en vinnig gonzend door het ver trek vlogen. Het hoofd in een masker en met handschoenen aan was vader Bertels kalm gezeten op een half versleten stoel en ver— klaarde .Dat is alles, wat ik bezit: deze bijenkor ven. Die kunt gij meenemen. Want gij hebt niet het recht mijn tafel en mijn bed in be slag te nemen." Van in bcslagnemen was geen sprake. En zeker niet van de bijenkorven. Want de deur waarder, de bediende en de agenten moesten zich verdedigen tegen de woedende aanvallen der rondzwermende bijen en niet zonder eenige steken te hebben opgeloopen slaagden zij er in zich hals over kop te verwijderen, wat voor hun prestige en waardigheid ni«t anders dan tot nadeel kon strekken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 9