Sociaal Leven VOOR DE HUISKAMER «SSS«- ijsvermaak PUROL KINADRUPPELS BLAD NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT MAANDAG 11 FEBRUARI 1929 BLADZIJDE 2 Een protest tegen het ontwerp-ziektewet Uitgetrokken werkloozen De Dagelijksche Besturen der drie Middenstands organisaties „Koopt geen rommel", ,,'t Is niet noodig!" Wij hebben een enorme sortee ring stoffen en zijn goedkooper dan anderen. UIT ONZE OOST Bestrijding van den woeker T erecht Vestiging van een modern visschersbedrijf ONDERWIJS De roepingsidealen van den Katholieken Priester-student KERKNIEUWS Dr. J. Strottman t Het Angelicum te Rome RADIO-NIEUWS Het radio-telefoonverkeer met Ned. Indië LUCHTVERKEER Nachtpostvluchten van Scandinavië naar Nederland en Engeland Dr.H.NANNING's i, EETLU5T-0PWEKKEND. 1.30 p. 0. De H. Sava en de Duivel Door aangeslotenen bij particuliere ziekenkassen In het gebouw v. K. en W. te Utrecht flielden de Chr. Nat. Werknemersbond en 't Ned. Verbond van Ziekenkassen een alge- meene landelijke vergadering, welke zeer druk werd bezocht. In zijn openingswoord wees de voorzitter, de heer Neuteboom, er op, dat deze verga dering protest beteekende tegen de uitslui ting van hunne kassen bij de ziektewet. De volgende moties werden aangenomen: De vergadering enz. van oordeel, dat al leen in versterking van de landelijke samen werking de kracht tot wettelijke erkenning is gelegen, draagt allen afgevaardigden van niet-aangesloten kassen op, zoo spoedig mo gelijk in hun kasvergadering een voorstel aanhangig te maken tot aansluiting, opdat een beteekenisvolle versterking van de lan delijke organisatie de Kamer nog kan over tuigen van den emstigen wil tot behoud der bijzondere kassen. En verder de volgende motie: Geven te kennen de afgevaardigden van 477 kassen vertegenwoordigende 373.000 leden, dat zij met ernstig leedwezen hebben kennis genomen van de plannen der Re- geering, neergelegd in het Wijzigingsont- werp der Ziektewet, dat bij de Tweede Kamer is ingediend, waardoor de uitvoering der ziektewet geheel zal worden opgedragen aan de Raden van Arbeid en Bedrijfsver- eenigingen dat hiervan het gevolg zal zijn. dat de plaatselijke Ziekenkassen der zieksngelduitkeering steeds door de be- langelooze werkzaamheid der verzekerden zelf zooveel tot leniging van den grootsten nood hebben bijgedragen, thans voor een ambtelijke uitvoering der wet zullen wijken; dat daardoor de uitvoering niet alleen veel kostbaardeimaar bovendien veel har- teloozer zal worden; dat voorts door de beperking der ver zekerden tot de in een onderneming werk zame arbeiders en door de bepalingen be treffende losse werklieden en de werkloo- zen een zeer groot aantal van alle verzeke ring zal zijn uitgesloten, daar verreweg het grootste aantal der Ziekenkassen niet zal kunnen blijven bestaan; dat de invoering der collectieve verze kering den' verzekerde de vrijheid ontneemt om zich te verzekeren waar hij wenscht; deelt uwe Kamer mede, dat dit wets ontwerp voor de verzekerden alleen dan aanvaardbaar is, wanneer alsnog de be paling wordt getroffen, waarbij de erken ning van de organisaties der verzekerden vaststaat. Redenen, waarom zij uwe Kamer beleefd doch dringend verzoeken geen wet in het leven te roepen, die de door de verzekerden bastaande plaatselijke ziekenkassen zou ver nietigen en de vrijheid der verzekerden be dreigt. Telegrammen van 't R.K. Werkliedenverbond aan ministers Slotemaker de Bruine en Kan Het R.K. Werkliedenverbond heeft, naar de „Volkskrant" meldt, de volgende tele grammen verzonden: Aan den Minister van Arbeid: Door weersomstandigheden zijn thans groote aantallen leden van werkloozenkassen speciaal in bouwbedrijven uitgetrokken, dus zonder uitkeering. Verzoeke Uwe Excellentie daarom drin gend, betrokken werkloozenkassen, wier leden het meest door werkloosheid getroffen worden, door verhoogde subsidie In staat te stellen,' de reglementaire uitkeering te ver lengen. Aan den Minister van Binnenlandsche Zaken: Door weersomstandigheden zijn thans groote aantallen leden van werkloozenkas sen speciaal In bouwbedrijven uitgetrokken, dus zonder uitkeering. Verzoeke Uwe Excellentie daarom drin gend, onverwijld de gemeentebesturen aan te sporen steunregelingen in het leven te roe pen, daar waar zij niet bestaan en bestaande in werking te stellen. Aan de besturen der gemeenten waarin geen steunregeling bestaat, heeft het R.K. Werkliedenverbond een verzoekschrift gezon den, waarin het zegt: Ten gevolge van den langdurigen winter zijn een groot aantal arbeiders, die wel tegen werkloosheid verzekerd zijn, doch door den langen duur hunner werkloosheid reglemen tair uitgetrokken, dus zonder uitkeering. In verschillende gezinnen is dientengevolge de nood hooger gestegen. Het R.K. Werkliedenverbond achtte zich daarom verplicht onderstaand telegram te zenden aan Zijn Excellentie, den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. (Zie het telegram hierboven). Zoover wij aan de hand van de ons ten dienste staande gegevens konden nagaan, bestaat er in uw gemeente geen steunrege ling voor uitgetrokken werkloozen, reden waarom wij u zeer dringend verzoeken, als nog ten spoedigste te willen besluiten tot invoering eener steunregeling, waardoor den bedoelden uitgetrokkenen een uitkeering verstrekt wordt. Ter oriënteering voegde het Verbondsbe- stuur een beknopte samenvatting van enkele steunregelingen bij. De Minister van Arbeid antwoordde: Referte uw telegram 1 Februari voor land arbeiders is uitkeeringsduur werkloozenkas verlengd tot 42 dagen; ook andere kassen' verlengden uitkeeringsduur reeds; verdere verlenging is afhankelijk van de voorstellen der kasbesturen, die met financieele toestand kas rekening moeten houden. Steunverlee- ning ressorteert onder Binnenlandsche Za ken. De minister van Binnenlandsche Zaken gaf het volgende antwoord: „Uw telegram heden: mijnerzijds kan be zwaarlijk gevorderd worden hetgeen u wenscht; initiatief tot maatregelen moet bij gemeenten blijven berusten. Ik acht steunregeling gelijk u bedoelt strijdig met Armenwet. Indien hulp echter individueel en in geest Armenwet geschiedt, dan niet in strijd." Een aantal gemeentebesturen in Gronin gen heeft het volgende telegram gezonden aan de ministers van Binnenl. Zaken en Arbeid „Door langdurige vorstperiode groote aan tallen werkloozen uitgetrokken. Deze werkloozen zijn uitgevroren in vrij bedrijf of gedurende vorstperiode werkloos geworden en konden dus niet bij werkverschaffing geplaatst worden. Verzoeken voor deze uit getrokkenen steunregeling met steun regee ring of verlenging van uitkeeringsduur" Van den minister van Binnenlandsche Zaken is hierop het volgend telegram ont vangen, meldt het „Volk": „Ik ben bereid bij volstrekte financieele onmacht gemeenten voor welke gedurende vorstperiode extra uitgaven ten behoeve werkloozen onvermijdelijk zijn .tegemoet te komen, mits hulp aan ieder werklooze individueel wordt beoordeeld in den geest der Armenwet; omtrent uitvoering zal in specteur met u overleg plegen". Een bijeenkomst De dagelijksche besturen van de drie middenstandsorganisaties, den Kon. Ned. Middenstandsbond, den Ned. R. K. Midden standsbond en de Vereeniging van den Chr. Handeldrijvenden Industrieelen Mid denstand in Nederland, hielden dezer dagen de eerste samenkomst in 1929. De vergadering, welke als regel werd ge houden in de vergaderkamer van het be stuur van den Kon. Ned. Middenstands bond. Noordeinde 35, 's-Gravenhage, werd geleid door den heer W. G. Scheeres, voor zitter van de Vereeniging van den Chr. Middenstand, aan welker bestuur de leiding voor 1929 werd opgedragen. De agenda behelsde een vrij groot aan tal belangrijke aangelegenheden, waarvan sommige reeds in de vorige vergadering onderwerp van bespreking uitmaakten. Het schrijven van den secretaris van den Middenstandsraad aan de besturen der bonden inzake de uitverkoopen, werd uit voerig besproken. De vraag of hierbij gesproken kan wor den van „een euvel", werd door sommigen ontkennend beantwoord. Algemeen werd erkend, dat het aantal misbruiken bij uitverkoopen groot is en dat de bonafide handel daardoor wordt be lemmerd. De vraag werd gesteld of het nu wel de tijd is om voorschriften op uitverkoopen te vragen. Aangezien één der besturen nog niet alle gegevens ter beschikking staan voor het vormen van een oordeel, zullen de bespre kingen in een voglende vergadering worden voortgezet. De vorming van middensjandscentrales, welke hier en daar plaats vindt, heeft mede de aandacht van de hoofdbesturen. Het schrijven van den secretaris van een dezer centrales aan de besturen van de drie bonden, gaf ongezocht aanleiding deze zaak te bespreken. Algemeen was men van oordeel, dat fe deratief overleg ter plaatse voor allerlei zakelijke aangelegenhden van beteekenis moet worden gacht. Een commissie in deze vergadering be noemd, zal eenlge algemeene regelen ont werpen, welke bjj dit overleg, als ook bij het vormen van middenstandscentrales in acht behooren te worden genomen. Het concept zal in de volgende vergade ring worden behandeld. De bespreking van „aanteekengelden bij beurtvaartdiensten", peivsoneelscoöperatie' en die over „de positie der onderaanne mers", werd verdaagd, omdat bleek, dat meer gegevens gewenscht zijn. M. BOOD GR. HOUTSTRAAT 50 Voorts werd van gedachten gewisseld over „het kiesreglement van de Kamers van Koophandel", „zakelijke bedrijfsbelasting" en over het voorzien in de „behoefte van voorschotten door kleine ondernemers". Besloten werd een onderzoek in te stellen naar den omvang van de concurrentie door ambtenaren. De vraag of gemeentelijke giro in het be lang is van den middenstand werd ont kennend beantwoord. Voor den middenstand is het van belang aandacht te schenken aan en belangstelling te vragen voor zijn eigen bankgirowezen. Aneta meldt uit Pekalongan: Eenige jaren geleden is door de dessa- banken in het regentschap Pekalongan aan leeners de verplichting opgelegd, om een bedrag van één afbetalingstermijn te stor ten als spaargeld, welk geld bij het vieren van de lebarn zou worden uitgekeerd. Dit jaar is in totaal 250.000 uitgekeerd. De omzet van de dessa-banken is in een jaar opgeloopen van 380.000 tot 214 millioen. De woeker is tengevolge hiervan zeer belang rijk verminderd. Aneta seint uit Bandjermasin: De vermiste Chineesche kustboot „G. G. Kroesen", heeft ten gevolge van een ma chine-ongeluk langen tijd rondgedreven. De bemanning heeft het schip met behulp van roeiriemen naar Mendawai gebracht, waar het door een sleepboot werd opgepikt en naar Bandjermasin gesleept. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Het Tweede Kamerlid de heer Drop heeft den ministers van Koloniën en van Bin nenl. Zaken en Landbouw de volgende vra gen gesteld: Is het waar, dat door de Indische Regee ring een haringvisscherij-reeder vj uitge- noodlgd om in Ned. Indië een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid tot vestiging van een modern visschrijbedrijf in genoemde koloniën? Is het waar, dat deze uitnoodiging een gevolg is van bij de „Indische Regeering" ingediende voorstellen tot vestiging aldaar van een visscherijbedrijf? aldaar van een vtscherijbedrijf Indien voorgaande vragen bevestigend moeten worden beantwoord, willen de mi nisters dan omtrent den inhoud' der voor stellen en den aard der gegeven opdracht uitvoerige mededeelingen doen? Achten de ministers voorts d'e eventueele vestiging van een visscherijbedrijf in Ned.- Indië niet van zoodanig belang ook voor het haringvisscherijbedrijf in Nederland dat bij de behandeling dezer zaak de Ne- derlandsche regeering meer leiding moest kunnen geven dan de in de beide eerste vragen veronderstelde gang van zaken mo gelijk maakt, o.m. om de vestiging van een Staatsbedrijf of een bedrijf onder Staats toezicht te kunnen overwegen en om de ves tiging van een visscherij-bedrijf in Ned.- Indië ook dienstbaar te maken aan een vermindering van den ongunstigen toestand in het bedrijf hier te lande! Bij gelegenheid van den 31sten Dies Na- talis heeft de Delftsche R. K. Studenten- vereeniging „Sanctus Virgilius" gehouden, waar prof. dr. Alph. Mulders een feestrede hield, getiteld: „de Roepingsidealen van den Katholieken student". Aan deze rede ontleenen wij het volgende: Wij, Katholieken, dienen op dit keerpunt der geschiedenis ons diep overtuigd te hou den, dat de wereldredding alleen te wach ten is uit een wedergeboorte in Christus, Dien we in de als moeten plaatsen van onze „eigen cultuur". Wij, Katholieken van Ne derland, die het Katholicisme in ons vader land moeten uitdragen als een wervende cultuurmacht, mogen nooit vergeten, dat wij hier met de oudste brieven ook hebben de oudste verplichtingen; wij Nederlandsche Katholieken der twintigste eeuw vooral, wier kracht gegroeid is uit het gebed, de verdruk king en de offers van het voorgeslacht, moe ten eendrachtig samenwerken om het kost baar erfdeel onzer vaderen te handhaven. Maar als dit de taak van het geheele Katho lieke volk is, zijn dan de intellectueelen niet geroepen voor te gaan en leiding te geven bij dit werk van verdediging en herstel? De priester, tot wien de uitnoodiging kwam om op dezen Dies Natalis van „Sanctus Virgilius" de feestrede te houden, meende deze gelegenheid te mogen benutten, om te trachten u te schetsen: de roeping van den Katholieken student, een thema waarmee u weliswaar zija vertrouwd, doch dat wellicht op nieuwe wijze kan worden behandeld. De onvergetelijke studentenvader, pater de Groot, z.g„ begon zijn openingsrede bij de aanvaarding van het Kerkelijk hoogleeraars- ambt aan de Universiteit van Amsterdam, die toen verzoenend klonk en sindsdien be zielend werkte: ,.De liefde tot de waarheid is een verheven kracht in den mensch". Zoo is het inderdaad. Past ons, studeerenden, dan niet op de eerste plaats eerbied en liefde Vojr de waarheid? Dient de geopenbaarde waarheid, uw ge loof. Cultiveert daarom de kennis van uw geloof en plaats deze minstens op één lijn met uw profane ontwikkeling. Gij, die van een betere toekomst droomt, aldus besloot spr. zijn prachtige rede, bezielt u door de idealen uwer roeping: het ware, het goede, het schoone! Naar gemeld wordt, zal morgen in Praag de plechtige Uitvaartdienst plaats hebben voor den Zeereerw. heer dr. J. Strottman. Daarna zal het lijk naar Leiden worden vervoerd. Donderdagmorgen zal daar dan de plechtige H. Mis van Requiem in de kerk van O. L. Vrouw Hemelvaart plaats hebben, waarna de begrafenis. De dezer dagen verschenen immatriculatie- lijsten van het Angelicum te Rome vermel den, naar de Msb. verneemt, een totaal aantal van 490 studenten, verdeeld over de drie faculteiten van godgeleerdheid, wijsbe geerte en kerkelijk recht. Behalve door een zeker aantal leekenstudenten en seculiere geestelijken uit alle vijf werelddeelen, worden de lessen gevolgd door vertegenwoordigers ban 42 religieuze ordes en congregaties. De voor 1928—1929 ingeschreven Neder landers zün ten getale van elf, n.l. de Eerw. Heeren H. de Groot, Cong. SStni. Sac.; A. Busé, Ord. S. Crue.; L. van Dijk, Ord. S. Crue.; W. van Hees, Ord. S. Crue.; J. Beurs- kens, Cong. SSmi Sac.; J. Voogt, Obl. M. Imm.; R. Weel, Assumptimist; A. Wouters, O.E.S.A.; A. Roos, O.E.S.A.; A. Vismans O.P. en J. Cools, O.P. Gemiddeld 10 gesprekken per dag Op 8 Januari 1.1. werd de radio-telefoon- dienst tusschen Nederland en onze Oost voor het publiek opengesteld. De Msb. heeft zich tot het hoofdbestuur der P. T. T. gewend met het verzoek eeriige gegevens te verschaffen over de eerste maand, dat de radio-telefoondienst met Indië voor het publiek geopend was. Het leek wel. alsof men aan 't hoofdbestuur 't verzoek had ver wacht, want de heer Pater, hoofdcommies voor persaangelegenheden, had juist zijn sta tistiek gereed. Ziehier hoe deze er uitziet. In het tijdvak van 8 Januari tot 8 Februari waren 27 werkdagen. In die 27 dagen zijn tus schen Nederland en Indië gevoerd 271 ge sprekken (dus gemiddeld 10 per dag) waar van 112 uitgaande en 159 inkomende gespre ken. Ruim van deze gesprekken zijn zaken- gesprekken geweest. Dit resultaat van de eerste maand, dat de dienst geopend was, is zeker niet onbevredi gend te noemen, vooral wanneer men be denkt, dat deze gesprekken 30 per 3 minu ten kosten, zoodat men er niet om den ha verklap toe overgaat Indië eens op te bellen! Zooals men weet, kan men nog niet thuis aan zijn eigen telefoontoestel met Indië spre ken, maar moet 'men zich daartoe naar een der speciaal voor dit doel ingerichte spreek cellen begeven, welke zich bevinden te Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Ook werd een overzichtje verstrekt van het aantal gesprekken, dat in die verschillende spreekcellen is afgewikkeld. Daarin staat de Haagsche studio aan d.e spits met 125 ge sprekken, dan volgen Amsterdam met 100, Rotterdam met 24 en Utrecht met 22 ge sprekken. Het uitgaand en inkomend verkeer over deze 4 spreekcellen is als volgt verdeeld: Den Haag uitgaand 50, inkomend 75 gesprekken; Amsterdam uitgaand 41 inkomend 59; Rot terdam uitgaand 14, inkomend 19 en Utrecht uitgaand 7 en inkomend 15. maakt de huid van handen en gelaat ruw en schraal en doet de lippan sprin gen. Dit verzacht en geneest men met Doos 30 en 60, tube 80 ct. Uit Kopenhagen wordt geseind: Op de te Kopenhagen gehouden conferentie van ver tegenwoordigers der posterijen van Denemar ken, Finland, Noorwegen en Zweden is be sloten bijwijze van proef in den aanstaan den zomer gedurende een maand nachtpost- Een legendarisch verhaal uit Bosnië, door Georg Ebil Op zekeren dag ging de H. Sava over een kleinen berg, toen hij een ontmoeting had met den duivel. Zoodra de duivel merkte, wie daar aankwam, wilde hij een goed heenkomen zoeken. Maarhet was te laat, de H. Sava had hem reeds aange keken en hij kon niets anders meer dan blijven staan en afwachten tot de Heilige hem toestond zijn weg verder te vervolgen. Doodkalm kwam de H. Sava daar aange wandeldde duivel stond te zweeten van ongeduld, en spijtde druppels lie pen hem langs het gezicht, ofschoon hij toch aan de grootste hitte gewend is ,.Ood zegene u!" zoo begroette de H. Sava den duivel. „Laat me met rust! Laat Hij u voor mijn part zegenen!" antwoordde de duivel. „Hoe gaat het met u, mijn boozen vriend?" vroeg de H. Sava zacht en goedig. „Wat gaat het u aan, hoe het met mij gaat?" bromde de duivel. „Waar ga je naar toe?" hield de H. Sava vol. „Ook daar heb je heelemaal niets mee te maken!" meende de duivel. „Wat ben je eigenlijk van plan om nu te gaan doen?" vroeg de Heilige heel goedig. „Ik denk, dat ik nu maar eens tuinman word", zuchtte de duivel, „ik heb alleen nog een geschikt stuk grond noodig en een eerlijk kameraad." „Wel, dat treft dan al heel goed, ik zou heel graag uw kameraad willen zijn," ant woordde de H. Sava. „Laat ons eerst maar eens geschikte grond gaan zoeken en dan zullen we afspreken, wat we zaaien en wie voor het zaad zal zorgen. De duivel zon op een boos plan en zei ten slotte: „Ofschoon ik het nu juist niet prettig vind om een man als u tot kame- aad te hebben, neem ik toch uw voorstel aan en wij zullen met het werk beginnen." Zij kwamen dan overeen, dat ze eerst selderij zouden zetten, omdat dit toch een der voornaamste gewassen voor de gezond heid is, ze gaven elk de helft voor het zaai goedzij bewerkten gemeenschappelijk het veldalleende duivel vond het verschrikkelijk beroerd, dat hij voortdurend in de nabijheid van den H, Sava moest ver toeven en dat hij dus geen enkel boos plan, waarvan zijn kop toch vol was, ten uitvoer kon brengenDe H. Sava echter was verrukt over het succes van zijn werk en wel het meest, dat hij den duivel zoo prach tig in zün macht had, zoodat deze geen kwsad kon uitrichten. Zoo verliepen eenige weken en toen de selderij haar mooie, groene bladeren ge heel ontvouwd had, ging de H. Sava met den tam geworden duivel naar den akker en terwijl hij hem op de heerlijke ontwik kelde selderij wees, zeide hij: „Ge ziet dus kameraad, Gods zegen rust blijkbaar op ons werk. Hij heeft de planten heerlijk doen gedijen. We zulen nu spoedig kunnen oogsten. Maar voor we daar een begin mee I maken, wil ik jou de keus laten: „Welke helft wilt ge, de helft, die onder den grond zit of die boven den grond staat?" De duivel keek met begeerige oogen naai de prachtige selderij-bladeren en dacht er heelemaal niet aan, dat er onder den grond nog wel eens iets anders dan wortels konden zitten. „Ik neem het gedeelte boven den grond, gij kunt met de wortels doen, wat ge wilt." Zij wachtten nog enkele weken. lederen dag, omstreeks het middaguur, ging de dui vel naar den akker kijkenMaar hoe verbaasd was hij iederen dag weer opnieuw! Hoe dichter de tijd van den oogst naderde, hoe meer de prachtige, groene bladeren be gonnen te kwijnenZe gingen slap han genverdorden en vergeeldenEinde lijk was de tijd van den oogst gekomen De H. Sava nam manden, verzamelde al de selderij, die dit jaar bijzonder goed ge groeid was en liet de kort afgesneden blade ren met de waardelooze zaadknoppen voor den duivel liggen. De duivel was innerlijk woedend om zijn nederlaag, maar hij ver kropte zijn spijt en vroeg aan den H. Sava of ze nog eens gezamenlijk den grond zouden bebouwen. De H. Sava vond het dadelijk goed en zij besloten ditmaal kool te plan ten. En nog voordat de plantjes gebracht waren, had de duivel reeds zijn besluit ge nomen: Deze keer wilde hij de helft, die onder den grond zat Zij plantten samen de kool en wachtten toen geduldig af. Dagelijks ging de duivel den akker in oogenschouw nemen en wan neer hij dan die groote koolbladen zag, dacht hij sluw en vol leedvermaak, hoe groot zijn part wel zou zijn, dat onder den grond moest zitten? Toen de Herfst aangebroken was, kwam de H. Sava weer met manden, verzamelde daarin al de prachtige kooien, zoo groot als èen hoofd en liet de rest: de waarde looze wortelen, voor den duivel liggen. Daar kwam de duivelHij kwam den oogst binnenhalen! Maar hoe groot was zijn teleurstelling, zijn woede, toen hij inzag, dat hij weer bedrogen was! De duivel gaf echter den moed nog niet op en nogmaals ging hij naar den H. Sava en vroeg hem, weer samen met hem te zaaien: ditmaal zouden ze aardappelen nemen. Wat boven den grond kwam wilde de duivel voor zich houden, de rest was voor den H. Sava. En weer was cfe H. Sava bereid. De aardappelen groeiden prachtig en toen de duivel de schoone planten zag, lachte hü. in z'n vuistje. Toen hi] nog wat later d* heerlijke bessen zag, was hij héelemaai ge nezen van zijn zwaarmoedigheid, die den laats ten tijd zijn gezondheid bedreigde. In den herfst trokken zij weer te samen naar den akker. De duivel, die de laatste weken heelemaal niet meer buiten was ge weest, stond gewoon verslagen, toen hij de H. Sava zooveel heerlijke aardappelen uit den grond zag halen en toen hij de planten verdord terugvond. Hü barstte haast van nijd. Hü had er ontzettend veel spüt van, zich ooit met een dienaar Gods ingelaten te hebben en drie kostelijke jaren te hebben verknoeid, die hij anders voor de heerlijkste misdaden had kunnen gebruiken! Ja, hü begon zoo waar al ernstig te vreezen, dat de men- schen en de wereld in den tijd goed ge worden waren. Want evenals alle andere duivels, dacht ook hü, dat er op de andere niet te rekenen viel, en daarom was hij uiterst bang, dat er niet half genoeg on heil in de zielen der menschen aangericht geworden was. Maar in elk geval toch wilde hij niet vernederd en beschaamd in de hel terugkeeren en daarom verzocht hij den H. Sava, toch nog eenmaal met hem samen te willen werken. Ditmaal zou het een wüngaard zün. Het was een bijzonder gunstig jaar en Gods zegen lag blijkbaar over de ranken. In den herfst trokken zij beiden gezamen lijk naar de wijngaarden. De H. Sava had heel alleen de wy'nstokken verzorgd en de Heilige vroeg aan den duivel: „Zeg, kameraad, wat wil je, het sap of 't groen?" De duivel krabde zich achter het lange oor en dacht lang na eer hij een beslissing gevonden te hebben en riep uit: „Neem jij het sap en geef mij het groen!" De H. Sava vond het goed; zij sneden er somen de druiven uit, deden ze in de pers en de Heilige vulde verschillende vaten met het heerlyke vocht. Toen de wijnoogst gelukkig afgeloopen was, vertrok de H. Sava met den wyn en liet den duivel met de wijnstokken achter. Deze wist echter den tijd goed te ge bruiken. Hij nam de ranken en bereidde er jenever uit. Van dien tüd af richt hij met den jenever grooter onheil aan dan alle duivels in al de jaren, die zij „nutteloos' hadden laten voorbygaan." vluchten te doen houden van Malmö en Kopenhagen naar Amsterdam, Londen en Parys, welke vluchten zullen aansluiten op de vluchten van Oslo, Stockholm en Helsingfors. Met dezen dienst zullen poststukken ge zonden kunnen worden overeenkomstig de bepaling van de Haagsche conventie. De conferentie achtte het wenschelijk, dat een dergelijke dienst tot stand komt voor het geheele jaar, en heeft het plan het initiatief tot dergelijken permanenten nachtpost dienst te nemen. Onder de tallooze liefdewerken, welke door de Katholieken worden beoefend, neemt het Sint Franclscus-liefdewerk een eervolle plaats in. Groot toch is de invloed ten goede, welken de beschermelingen van dit by uit stek charitatieve werk ondergaan. En ook de Groninger afdeeling mag tijdens den korten duur van haar bestaan reeds op be langrijke successen bogen. Dit blijkt o.m. uit den inhoud van het onlangs verschenen tweede jaarboek. We lezen daar, dat het aantal jongens zich in het afgeloopen jaar uitbreidde tot circa zestig. Naar den leeftyd zijn zij in twee groepen gesplitst, de school jongens en de vakjongens, zoo genaamd, om dat de meesten al bij een vak zijn. De samen komsten hebben plaats op drie avonden in de week, voor beide groepen afzonderlijk. De jongens worden dan beziggehouden met godsdienstonderricht, ontspanning, huisvlijt, muziek en tooneel. De vereeniging telt thans naast den Eer waarden Directeur veertien leden, benevens nog eenige assistenten. Zooals de geestelijke leider, pater F. M. Schroder S.J. mededeelt, waren de huisge zinnen, die speciaal bewerkt worden, by de opname der jongens op het Liefdewerk, bijna allen voor de Kerk zoo goed als verloren, jje helft: gemengde huwelyken; de jongens voor de helft nog ongedoopt en op de neu trale school en op 'n enkele uitzondering na geen van allen tot de eerste H. Communie toegelaten. Van de ongeveer zestig jongens, waarmee de cursus werd begonnen, gaan er ongeveer veertig bijna geregeld op Zondag naar de H. Mis. Het Misbezoek is dus nog niet wat het wezen moet. Men verwacht, dat hierin ver betering zal komen, wanneer men een eigen tehuis met een kapelletje zal bezitten, tot het verkrijgen waarvan een bouwfonds is opge richt. Iedere maand komen er ongeveer der tig jongens biechten en die hun eerste H. Communie gedaan hebben, nemen bijna ge regeld deel aan de maandelijksche H. Com munie in de kapel der Eerw. Zusters, waar na in het Zusterhuis een gemeenschappelijk ontbyt plaats heeft. Niet slechts voor het geestelyk, doch te vens voor het maatschappelijk welzijn dei- jongens wordt goed gezorgd, door te verhoe den, dat ze loopjongen worden en door te trachten, hun een plaats te bezorgen bij een Katholieken patroon, met medewerking van het R. K. Plaatsingsbureau voor Vakleer lingen. Dat ook de huisgezinnen ju den heilzamen invloed van het Liefdewerk deelen, blijkt uit de volgende passage uit het Jaarboek: „In vele van de bezochte gezinnen komt meer en meer een algeheele verandering. Door 't huisbezoek, door het lezen van het R. K, Dagblad „Ons Noorden", dat zij allen gratis ontvangen, door 't voortdurend con tact, dat we met de ouders hebben naar aanleiding van hun kinderen en ook al dooi den zoo byzonder geslaagden ouders-feest- avond hebben wij van vele ouders de sympa thie en de medewerking verkregen. Hieraan is het te danken, dat door onze bemiddeling elf kinderen uit die huisgezin nen naar de R.-K. school overgingen; dat negen ouders, die langen tijd hun plichten verwaarloosden, dit jaar wederom hun Pa sehen gehouden hebben; dat drie oudere kinderen weer tot de H. Kerk zijn terugge keerd; dat drie kindertjes konden gedoopt worden en last not least, dat vier niet-ka- tholieke moeders binnen korten tijd tot de H. Kerk zullen overgaan, hierbij geholpen door 't zelfopofferende werk van vier onzer zelatricen, die als catechiste bij die gezinnen aan huis wekelijks onderricht komen geven, Bovendien is de moeder van een onzer jon gens het geluk reeds te beurt gevallen, in de H. Kerk te worden opgenomen en tot de eerste H. Communie te worden toegelaten, waarna het huwelyk kerkelijk werd ingeze gend." Waar nu op zoo lofwaardige wijze voor de jongens werd gezorgd, drong zich vanzelf de vraag op, of het niet mogelijk zou zijn, ook voor de meisjes in denzelfden geest werk- Izaam te wezen. En inderdaad werd in de maand Juli 1928 tot dit doel het Francisca Romana-liefdewerk opgericht. Deze vereeni ging bestaat uit een twaalftal dames, die met medewerking van twee Eerw. zusters en on der leiding van den Eerw. Directeur zich wyden aan de opheffing der godsdienstig- onverzorgde meisjes waarvan reeds circa dertig als beschermelingen zijn aangenomen. Zorgen besteden aan die geestelijk-armen, dat oischt een toewijding, die uitgaat boven het alledaagsche, dat vraagt een warm en liefdevol hart. Want het is voorzeker geen taak, die zonder moeite verricht wordt, om in die zielen, waarin niet van de prilste jeugd af de weldoende stralen van het ware geloof hebben geschenen de kiemen te leg gen, die zullen opbloeien tot schoone rozen van echten godsdienstzin. Maar degene, die met hart en ziel zich zet aan het verdienst- volle werk, waarvoor hij of zij roeping ge voelt, die zal ook dikwyls moeiten en opof feringen rijkelijk beloond zien door den Al- goede en in het leven genieten van momen ten van intens geestelijk genot. Als daar zoo'n ruwe jongen, die geen kruis- teeken heeft leeren maken, noch een Onze Vader heeft Jeeren stamelen op moeders schoot, door het H. Doopsel wordt tot een kind der Katholieke Kerk, wanneer voor de eerste maal de groote Kindervriend Zich tot Hemelspijze schenkt aan zijne ziel, dan is dat zoo'n bly gebeuren, niet slechts voor den Eerwaarden directeur, maar ook voor de ijverige werkende leden en voor de donateurs van het Liefdewerk. Want we weten dan, dat er weer een ziel is veroverd voor den hemel door onze mede werking, dat er ook een mensch wellicht is bewaard geworden voor een toekomstig rampzalig leven in die groote maatschappij, waar socialisme en communisme begeerig op hem loeren, waar hy, niet gesterkt voor den harden levensstrijd, misschien zou belanden in de enge cel der gevangenis als een paria van de samenleving. En niet alleen een enkel individu, maar meer dan eens een heel gezin wordt gered door het schoone liefdewerk van den Po- verello van Assisië. Wat een nut gaat er niet uit van die uitleen-bibliotheek, waarvoor de boeken gratis geschonken zijn door philan- tropen. Welk een voldoening geeft het niet, te mogen constateeren bij het huisbezoek, hoe niet slechts de beschermeling, maar ook de overige leden van het gezin met graagte kennis nemen van den inhoud van het goede boek, welk laatste vervangen heeft den schunnigen roman, het rioolvuil, dat voor heen geregeld zyn giftigen invloed deed gel den, als het gehaald was uit een obscure bibliotheek, 't Is verblydend, als zoo'n jongen uit eigen beweging wat centen afdraagt voor de spaarkas en er zoo op jeugdigen leeftijd reeds aan gewend wordt om de verkwisting te vermijden en zijn bezit doelmatig te besteden. De Hoogeerw. Provinciaal der Paters Jezuïeten mocht dan ook met recht getuigen over het Sint Franciscus-liefdewerk te Gro ningen: „Het is een even mooi als noodzake lijk werk in onze dagen." En jammer is het voorzeker, dat er zoo dikwerf menschen zyn, die een zelatrice, die om een offertje komt vragen, op een bitse manier de deur wijzen. Dat is niet slechts jammer voor het schoo ne werk van naastenliefde, dat meii den steun onthoudt, dien men het kon schenken, doch dat is jammer ook voor hem of haar, die weigert. Want dat zijn meermalen lieden, die klagen, dat hun leven zoo arm is aan oogenblikken van geluk en die niet beseffen, hoe juist het weldoen aan onzen evenmensch vrede brengt in ons hart en ons zoo stil ge lukkig maakt bij het scheiden van den dag, als we, overwegend hoe we dien hebben be steed, getuigen kunnen, dat we een goed werk hebben verricht. Dan gelden ook voor ons de woorden der dichteres: En vind ik in het huis mijns harten, Dat ik één droefenis genas. Dat ik mijn armen heb gewonden Rondom één hoofd, dat eenzaam was, Dan voel ik op mijn jonge lippen Die goedheid, lyk een avondzoen, 't Is goed in 't eigen hart te kyken En zoo z'n oogen toe te doen. Laat men hieraan eens denken, ais de stem weerklinkt van zelateur of zelatrice voor broeders en zusters in nood. SPECTATOR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1929 | | pagina 10