Sociaal Leven
VOOR DE HUISKAMER
«SSS«-
ijsvermaak
PUROL
KINADRUPPELS
BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
MAANDAG 11 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 2
Een protest tegen het
ontwerp-ziektewet
Uitgetrokken werkloozen
De Dagelijksche Besturen
der drie Middenstands
organisaties
„Koopt geen
rommel", ,,'t Is
niet noodig!"
Wij hebben een
enorme sortee
ring stoffen en
zijn goedkooper
dan anderen.
UIT ONZE OOST
Bestrijding van den woeker
T erecht
Vestiging van een modern
visschersbedrijf
ONDERWIJS
De roepingsidealen van den
Katholieken Priester-student
KERKNIEUWS
Dr. J. Strottman t
Het Angelicum te Rome
RADIO-NIEUWS
Het radio-telefoonverkeer
met Ned. Indië
LUCHTVERKEER
Nachtpostvluchten van
Scandinavië naar Nederland
en Engeland
Dr.H.NANNING's i,
EETLU5T-0PWEKKEND. 1.30 p. 0.
De H. Sava en de Duivel
Door aangeslotenen bij particuliere
ziekenkassen
In het gebouw v. K. en W. te Utrecht
flielden de Chr. Nat. Werknemersbond en 't
Ned. Verbond van Ziekenkassen een alge-
meene landelijke vergadering, welke zeer
druk werd bezocht.
In zijn openingswoord wees de voorzitter,
de heer Neuteboom, er op, dat deze verga
dering protest beteekende tegen de uitslui
ting van hunne kassen bij de ziektewet.
De volgende moties werden aangenomen:
De vergadering enz. van oordeel, dat al
leen in versterking van de landelijke samen
werking de kracht tot wettelijke erkenning
is gelegen, draagt allen afgevaardigden van
niet-aangesloten kassen op, zoo spoedig mo
gelijk in hun kasvergadering een voorstel
aanhangig te maken tot aansluiting, opdat
een beteekenisvolle versterking van de lan
delijke organisatie de Kamer nog kan over
tuigen van den emstigen wil tot behoud der
bijzondere kassen.
En verder de volgende motie:
Geven te kennen de afgevaardigden van
477 kassen vertegenwoordigende 373.000
leden, dat zij met ernstig leedwezen hebben
kennis genomen van de plannen der Re-
geering, neergelegd in het Wijzigingsont-
werp der Ziektewet, dat bij de Tweede
Kamer is ingediend, waardoor de uitvoering
der ziektewet geheel zal worden opgedragen
aan de Raden van Arbeid en Bedrijfsver-
eenigingen dat hiervan het gevolg zal
zijn. dat de plaatselijke Ziekenkassen der
zieksngelduitkeering steeds door de be-
langelooze werkzaamheid der verzekerden
zelf zooveel tot leniging van den grootsten
nood hebben bijgedragen, thans voor een
ambtelijke uitvoering der wet zullen wijken;
dat daardoor de uitvoering niet alleen
veel kostbaardeimaar bovendien veel har-
teloozer zal worden;
dat voorts door de beperking der ver
zekerden tot de in een onderneming werk
zame arbeiders en door de bepalingen be
treffende losse werklieden en de werkloo-
zen een zeer groot aantal van alle verzeke
ring zal zijn uitgesloten, daar verreweg het
grootste aantal der Ziekenkassen niet zal
kunnen blijven bestaan;
dat de invoering der collectieve verze
kering den' verzekerde de vrijheid ontneemt
om zich te verzekeren waar hij wenscht;
deelt uwe Kamer mede, dat dit wets
ontwerp voor de verzekerden alleen dan
aanvaardbaar is, wanneer alsnog de be
paling wordt getroffen, waarbij de erken
ning van de organisaties der verzekerden
vaststaat.
Redenen, waarom zij uwe Kamer beleefd
doch dringend verzoeken geen wet in het
leven te roepen, die de door de verzekerden
bastaande plaatselijke ziekenkassen zou ver
nietigen en de vrijheid der verzekerden be
dreigt.
Telegrammen van 't R.K. Werkliedenverbond
aan ministers Slotemaker de Bruine en Kan
Het R.K. Werkliedenverbond heeft, naar
de „Volkskrant" meldt, de volgende tele
grammen verzonden:
Aan den Minister van Arbeid:
Door weersomstandigheden zijn thans
groote aantallen leden van werkloozenkassen
speciaal in bouwbedrijven uitgetrokken, dus
zonder uitkeering.
Verzoeke Uwe Excellentie daarom drin
gend, betrokken werkloozenkassen, wier
leden het meest door werkloosheid getroffen
worden, door verhoogde subsidie In staat te
stellen,' de reglementaire uitkeering te ver
lengen.
Aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken:
Door weersomstandigheden zijn thans
groote aantallen leden van werkloozenkas
sen speciaal In bouwbedrijven uitgetrokken,
dus zonder uitkeering.
Verzoeke Uwe Excellentie daarom drin
gend, onverwijld de gemeentebesturen aan te
sporen steunregelingen in het leven te roe
pen, daar waar zij niet bestaan en bestaande
in werking te stellen.
Aan de besturen der gemeenten waarin
geen steunregeling bestaat, heeft het R.K.
Werkliedenverbond een verzoekschrift gezon
den, waarin het zegt:
Ten gevolge van den langdurigen winter
zijn een groot aantal arbeiders, die wel tegen
werkloosheid verzekerd zijn, doch door den
langen duur hunner werkloosheid reglemen
tair uitgetrokken, dus zonder uitkeering.
In verschillende gezinnen is dientengevolge
de nood hooger gestegen.
Het R.K. Werkliedenverbond achtte zich
daarom verplicht onderstaand telegram te
zenden aan Zijn Excellentie, den minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw.
(Zie het telegram hierboven).
Zoover wij aan de hand van de ons ten
dienste staande gegevens konden nagaan,
bestaat er in uw gemeente geen steunrege
ling voor uitgetrokken werkloozen, reden
waarom wij u zeer dringend verzoeken, als
nog ten spoedigste te willen besluiten tot
invoering eener steunregeling, waardoor den
bedoelden uitgetrokkenen een uitkeering
verstrekt wordt.
Ter oriënteering voegde het Verbondsbe-
stuur een beknopte samenvatting van enkele
steunregelingen bij.
De Minister van Arbeid antwoordde:
Referte uw telegram 1 Februari voor land
arbeiders is uitkeeringsduur werkloozenkas
verlengd tot 42 dagen; ook andere kassen'
verlengden uitkeeringsduur reeds; verdere
verlenging is afhankelijk van de voorstellen
der kasbesturen, die met financieele toestand
kas rekening moeten houden. Steunverlee-
ning ressorteert onder Binnenlandsche Za
ken.
De minister van Binnenlandsche Zaken
gaf het volgende antwoord:
„Uw telegram heden: mijnerzijds kan be
zwaarlijk gevorderd worden hetgeen u
wenscht; initiatief tot maatregelen moet bij
gemeenten blijven berusten.
Ik acht steunregeling gelijk u bedoelt
strijdig met Armenwet.
Indien hulp echter individueel en in geest
Armenwet geschiedt, dan niet in strijd."
Een aantal gemeentebesturen in Gronin
gen heeft het volgende telegram gezonden
aan de ministers van Binnenl. Zaken en
Arbeid
„Door langdurige vorstperiode groote aan
tallen werkloozen uitgetrokken. Deze
werkloozen zijn uitgevroren in vrij bedrijf of
gedurende vorstperiode werkloos geworden
en konden dus niet bij werkverschaffing
geplaatst worden. Verzoeken voor deze uit
getrokkenen steunregeling met steun regee
ring of verlenging van uitkeeringsduur"
Van den minister van Binnenlandsche
Zaken is hierop het volgend telegram ont
vangen, meldt het „Volk":
„Ik ben bereid bij volstrekte financieele
onmacht gemeenten voor welke gedurende
vorstperiode extra uitgaven ten behoeve
werkloozen onvermijdelijk zijn .tegemoet te
komen, mits hulp aan ieder werklooze
individueel wordt beoordeeld in den geest
der Armenwet; omtrent uitvoering zal in
specteur met u overleg plegen".
Een bijeenkomst
De dagelijksche besturen van de drie
middenstandsorganisaties, den Kon. Ned.
Middenstandsbond, den Ned. R. K. Midden
standsbond en de Vereeniging van den
Chr. Handeldrijvenden Industrieelen Mid
denstand in Nederland, hielden dezer dagen
de eerste samenkomst in 1929.
De vergadering, welke als regel werd ge
houden in de vergaderkamer van het be
stuur van den Kon. Ned. Middenstands
bond. Noordeinde 35, 's-Gravenhage, werd
geleid door den heer W. G. Scheeres, voor
zitter van de Vereeniging van den Chr.
Middenstand, aan welker bestuur de leiding
voor 1929 werd opgedragen.
De agenda behelsde een vrij groot aan
tal belangrijke aangelegenheden, waarvan
sommige reeds in de vorige vergadering
onderwerp van bespreking uitmaakten.
Het schrijven van den secretaris van den
Middenstandsraad aan de besturen der
bonden inzake de uitverkoopen, werd uit
voerig besproken.
De vraag of hierbij gesproken kan wor
den van „een euvel", werd door sommigen
ontkennend beantwoord.
Algemeen werd erkend, dat het aantal
misbruiken bij uitverkoopen groot is en dat
de bonafide handel daardoor wordt be
lemmerd.
De vraag werd gesteld of het nu wel de
tijd is om voorschriften op uitverkoopen te
vragen.
Aangezien één der besturen nog niet alle
gegevens ter beschikking staan voor het
vormen van een oordeel, zullen de bespre
kingen in een voglende vergadering worden
voortgezet.
De vorming van middensjandscentrales,
welke hier en daar plaats vindt, heeft
mede de aandacht van de hoofdbesturen.
Het schrijven van den secretaris van een
dezer centrales aan de besturen van de drie
bonden, gaf ongezocht aanleiding deze
zaak te bespreken.
Algemeen was men van oordeel, dat fe
deratief overleg ter plaatse voor allerlei
zakelijke aangelegenhden van beteekenis moet
worden gacht.
Een commissie in deze vergadering be
noemd, zal eenlge algemeene regelen ont
werpen, welke bjj dit overleg, als ook bij
het vormen van middenstandscentrales in
acht behooren te worden genomen.
Het concept zal in de volgende vergade
ring worden behandeld.
De bespreking van „aanteekengelden bij
beurtvaartdiensten", peivsoneelscoöperatie'
en die over „de positie der onderaanne
mers", werd verdaagd, omdat bleek, dat
meer gegevens gewenscht zijn.
M. BOOD
GR. HOUTSTRAAT 50
Voorts werd van gedachten gewisseld over
„het kiesreglement van de Kamers van
Koophandel", „zakelijke bedrijfsbelasting"
en over het voorzien in de „behoefte van
voorschotten door kleine ondernemers".
Besloten werd een onderzoek in te stellen
naar den omvang van de concurrentie door
ambtenaren.
De vraag of gemeentelijke giro in het be
lang is van den middenstand werd ont
kennend beantwoord.
Voor den middenstand is het van belang
aandacht te schenken aan en belangstelling
te vragen voor zijn eigen bankgirowezen.
Aneta meldt uit Pekalongan:
Eenige jaren geleden is door de dessa-
banken in het regentschap Pekalongan aan
leeners de verplichting opgelegd, om een
bedrag van één afbetalingstermijn te stor
ten als spaargeld, welk geld bij het vieren
van de lebarn zou worden uitgekeerd. Dit
jaar is in totaal 250.000 uitgekeerd. De
omzet van de dessa-banken is in een jaar
opgeloopen van 380.000 tot 214 millioen. De
woeker is tengevolge hiervan zeer belang
rijk verminderd.
Aneta seint uit Bandjermasin:
De vermiste Chineesche kustboot „G. G.
Kroesen", heeft ten gevolge van een ma
chine-ongeluk langen tijd rondgedreven. De
bemanning heeft het schip met behulp van
roeiriemen naar Mendawai gebracht, waar
het door een sleepboot werd opgepikt en
naar Bandjermasin gesleept. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor.
Het Tweede Kamerlid de heer Drop heeft
den ministers van Koloniën en van Bin
nenl. Zaken en Landbouw de volgende vra
gen gesteld:
Is het waar, dat door de Indische Regee
ring een haringvisscherij-reeder vj uitge-
noodlgd om in Ned. Indië een onderzoek in
te stellen naar de mogelijkheid tot vestiging
van een modern visschrijbedrijf in genoemde
koloniën?
Is het waar, dat deze uitnoodiging een
gevolg is van bij de „Indische Regeering"
ingediende voorstellen tot vestiging aldaar
van een visscherijbedrijf?
aldaar van een vtscherijbedrijf
Indien voorgaande vragen bevestigend
moeten worden beantwoord, willen de mi
nisters dan omtrent den inhoud' der voor
stellen en den aard der gegeven opdracht
uitvoerige mededeelingen doen?
Achten de ministers voorts d'e eventueele
vestiging van een visscherijbedrijf in Ned.-
Indië niet van zoodanig belang ook voor
het haringvisscherijbedrijf in Nederland
dat bij de behandeling dezer zaak de Ne-
derlandsche regeering meer leiding moest
kunnen geven dan de in de beide eerste
vragen veronderstelde gang van zaken mo
gelijk maakt, o.m. om de vestiging van een
Staatsbedrijf of een bedrijf onder Staats
toezicht te kunnen overwegen en om de ves
tiging van een visscherij-bedrijf in Ned.-
Indië ook dienstbaar te maken aan een
vermindering van den ongunstigen toestand
in het bedrijf hier te lande!
Bij gelegenheid van den 31sten Dies Na-
talis heeft de Delftsche R. K. Studenten-
vereeniging „Sanctus Virgilius" gehouden,
waar prof. dr. Alph. Mulders een feestrede
hield, getiteld: „de Roepingsidealen van den
Katholieken student".
Aan deze rede ontleenen wij het volgende:
Wij, Katholieken, dienen op dit keerpunt
der geschiedenis ons diep overtuigd te hou
den, dat de wereldredding alleen te wach
ten is uit een wedergeboorte in Christus,
Dien we in de als moeten plaatsen van onze
„eigen cultuur". Wij, Katholieken van Ne
derland, die het Katholicisme in ons vader
land moeten uitdragen als een wervende
cultuurmacht, mogen nooit vergeten, dat wij
hier met de oudste brieven ook hebben de
oudste verplichtingen; wij Nederlandsche
Katholieken der twintigste eeuw vooral, wier
kracht gegroeid is uit het gebed, de verdruk
king en de offers van het voorgeslacht, moe
ten eendrachtig samenwerken om het kost
baar erfdeel onzer vaderen te handhaven.
Maar als dit de taak van het geheele Katho
lieke volk is, zijn dan de intellectueelen niet
geroepen voor te gaan en leiding te geven
bij dit werk van verdediging en herstel?
De priester, tot wien de uitnoodiging kwam
om op dezen Dies Natalis van „Sanctus
Virgilius" de feestrede te houden, meende
deze gelegenheid te mogen benutten, om te
trachten u te schetsen: de roeping van den
Katholieken student, een thema waarmee
u weliswaar zija vertrouwd, doch dat wellicht
op nieuwe wijze kan worden behandeld.
De onvergetelijke studentenvader, pater de
Groot, z.g„ begon zijn openingsrede bij de
aanvaarding van het Kerkelijk hoogleeraars-
ambt aan de Universiteit van Amsterdam,
die toen verzoenend klonk en sindsdien be
zielend werkte: ,.De liefde tot de waarheid
is een verheven kracht in den mensch". Zoo
is het inderdaad. Past ons, studeerenden,
dan niet op de eerste plaats eerbied en liefde
Vojr de waarheid?
Dient de geopenbaarde waarheid, uw ge
loof. Cultiveert daarom de kennis van uw
geloof en plaats deze minstens op één lijn
met uw profane ontwikkeling.
Gij, die van een betere toekomst droomt,
aldus besloot spr. zijn prachtige rede, bezielt
u door de idealen uwer roeping: het ware,
het goede, het schoone!
Naar gemeld wordt, zal morgen in Praag
de plechtige Uitvaartdienst plaats hebben
voor den Zeereerw. heer dr. J. Strottman.
Daarna zal het lijk naar Leiden worden
vervoerd. Donderdagmorgen zal daar dan de
plechtige H. Mis van Requiem in de kerk van
O. L. Vrouw Hemelvaart plaats hebben,
waarna de begrafenis.
De dezer dagen verschenen immatriculatie-
lijsten van het Angelicum te Rome vermel
den, naar de Msb. verneemt, een totaal
aantal van 490 studenten, verdeeld over de
drie faculteiten van godgeleerdheid, wijsbe
geerte en kerkelijk recht. Behalve door een
zeker aantal leekenstudenten en seculiere
geestelijken uit alle vijf werelddeelen, worden
de lessen gevolgd door vertegenwoordigers
ban 42 religieuze ordes en congregaties.
De voor 1928—1929 ingeschreven Neder
landers zün ten getale van elf, n.l. de Eerw.
Heeren H. de Groot, Cong. SStni. Sac.; A.
Busé, Ord. S. Crue.; L. van Dijk, Ord. S.
Crue.; W. van Hees, Ord. S. Crue.; J. Beurs-
kens, Cong. SSmi Sac.; J. Voogt, Obl. M.
Imm.; R. Weel, Assumptimist; A. Wouters,
O.E.S.A.; A. Roos, O.E.S.A.; A. Vismans
O.P. en J. Cools, O.P.
Gemiddeld 10 gesprekken per dag
Op 8 Januari 1.1. werd de radio-telefoon-
dienst tusschen Nederland en onze Oost voor
het publiek opengesteld.
De Msb. heeft zich tot het hoofdbestuur
der P. T. T. gewend met het verzoek eeriige
gegevens te verschaffen over de eerste maand,
dat de radio-telefoondienst met Indië voor
het publiek geopend was. Het leek wel. alsof
men aan 't hoofdbestuur 't verzoek had ver
wacht, want de heer Pater, hoofdcommies
voor persaangelegenheden, had juist zijn sta
tistiek gereed.
Ziehier hoe deze er uitziet.
In het tijdvak van 8 Januari tot 8 Februari
waren 27 werkdagen. In die 27 dagen zijn tus
schen Nederland en Indië gevoerd 271 ge
sprekken (dus gemiddeld 10 per dag) waar
van 112 uitgaande en 159 inkomende gespre
ken. Ruim van deze gesprekken zijn zaken-
gesprekken geweest.
Dit resultaat van de eerste maand, dat de
dienst geopend was, is zeker niet onbevredi
gend te noemen, vooral wanneer men be
denkt, dat deze gesprekken 30 per 3 minu
ten kosten, zoodat men er niet om den ha
verklap toe overgaat Indië eens op te bellen!
Zooals men weet, kan men nog niet thuis
aan zijn eigen telefoontoestel met Indië spre
ken, maar moet 'men zich daartoe naar een
der speciaal voor dit doel ingerichte spreek
cellen begeven, welke zich bevinden te Den
Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht.
Ook werd een overzichtje verstrekt van het
aantal gesprekken, dat in die verschillende
spreekcellen is afgewikkeld. Daarin staat de
Haagsche studio aan d.e spits met 125 ge
sprekken, dan volgen Amsterdam met 100,
Rotterdam met 24 en Utrecht met 22 ge
sprekken.
Het uitgaand en inkomend verkeer over
deze 4 spreekcellen is als volgt verdeeld: Den
Haag uitgaand 50, inkomend 75 gesprekken;
Amsterdam uitgaand 41 inkomend 59; Rot
terdam uitgaand 14, inkomend 19 en Utrecht
uitgaand 7 en inkomend 15.
maakt de huid van handen en gelaat
ruw en schraal en doet de lippan sprin
gen. Dit verzacht en geneest men met
Doos 30 en 60, tube 80 ct.
Uit Kopenhagen wordt geseind: Op de te
Kopenhagen gehouden conferentie van ver
tegenwoordigers der posterijen van Denemar
ken, Finland, Noorwegen en Zweden is be
sloten bijwijze van proef in den aanstaan
den zomer gedurende een maand nachtpost-
Een legendarisch verhaal uit Bosnië,
door Georg Ebil
Op zekeren dag ging de H. Sava over een
kleinen berg, toen hij een ontmoeting had
met den duivel. Zoodra de duivel merkte,
wie daar aankwam, wilde hij een goed
heenkomen zoeken. Maarhet was te
laat, de H. Sava had hem reeds aange
keken en hij kon niets anders meer dan
blijven staan en afwachten tot de Heilige
hem toestond zijn weg verder te vervolgen.
Doodkalm kwam de H. Sava daar aange
wandeldde duivel stond te zweeten
van ongeduld, en spijtde druppels lie
pen hem langs het gezicht, ofschoon hij
toch aan de grootste hitte gewend is
,.Ood zegene u!" zoo begroette de H.
Sava den duivel. „Laat me met rust! Laat
Hij u voor mijn part zegenen!" antwoordde
de duivel.
„Hoe gaat het met u, mijn boozen vriend?"
vroeg de H. Sava zacht en goedig.
„Wat gaat het u aan, hoe het met mij
gaat?" bromde de duivel.
„Waar ga je naar toe?" hield de H. Sava
vol.
„Ook daar heb je heelemaal niets mee te
maken!" meende de duivel.
„Wat ben je eigenlijk van plan om nu
te gaan doen?" vroeg de Heilige heel
goedig.
„Ik denk, dat ik nu maar eens tuinman
word", zuchtte de duivel, „ik heb alleen nog
een geschikt stuk grond noodig en een
eerlijk kameraad."
„Wel, dat treft dan al heel goed, ik zou
heel graag uw kameraad willen zijn," ant
woordde de H. Sava. „Laat ons eerst maar
eens geschikte grond gaan zoeken en dan
zullen we afspreken, wat we zaaien en wie
voor het zaad zal zorgen.
De duivel zon op een boos plan en zei
ten slotte: „Ofschoon ik het nu juist niet
prettig vind om een man als u tot kame-
aad te hebben, neem ik toch uw voorstel
aan en wij zullen met het werk beginnen."
Zij kwamen dan overeen, dat ze eerst
selderij zouden zetten, omdat dit toch een
der voornaamste gewassen voor de gezond
heid is, ze gaven elk de helft voor het zaai
goedzij bewerkten gemeenschappelijk
het veldalleende duivel vond het
verschrikkelijk beroerd, dat hij voortdurend
in de nabijheid van den H, Sava moest ver
toeven en dat hij dus geen enkel boos plan,
waarvan zijn kop toch vol was, ten uitvoer
kon brengenDe H. Sava echter was
verrukt over het succes van zijn werk en
wel het meest, dat hij den duivel zoo prach
tig in zün macht had, zoodat deze geen
kwsad kon uitrichten.
Zoo verliepen eenige weken en toen de
selderij haar mooie, groene bladeren ge
heel ontvouwd had, ging de H. Sava met
den tam geworden duivel naar den akker
en terwijl hij hem op de heerlijke ontwik
kelde selderij wees, zeide hij: „Ge ziet dus
kameraad, Gods zegen rust blijkbaar op ons
werk. Hij heeft de planten heerlijk doen
gedijen. We zulen nu spoedig kunnen
oogsten. Maar voor we daar een begin mee I
maken, wil ik jou de keus laten: „Welke
helft wilt ge, de helft, die onder den grond
zit of die boven den grond staat?"
De duivel keek met begeerige oogen naai
de prachtige selderij-bladeren en dacht er
heelemaal niet aan, dat er onder den grond
nog wel eens iets anders dan wortels konden
zitten. „Ik neem het gedeelte boven den
grond, gij kunt met de wortels doen, wat ge
wilt."
Zij wachtten nog enkele weken. lederen
dag, omstreeks het middaguur, ging de dui
vel naar den akker kijkenMaar hoe
verbaasd was hij iederen dag weer opnieuw!
Hoe dichter de tijd van den oogst naderde,
hoe meer de prachtige, groene bladeren be
gonnen te kwijnenZe gingen slap han
genverdorden en vergeeldenEinde
lijk was de tijd van den oogst gekomen
De H. Sava nam manden, verzamelde al
de selderij, die dit jaar bijzonder goed ge
groeid was en liet de kort afgesneden blade
ren met de waardelooze zaadknoppen voor
den duivel liggen. De duivel was innerlijk
woedend om zijn nederlaag, maar hij ver
kropte zijn spijt en vroeg aan den H. Sava
of ze nog eens gezamenlijk den grond zouden
bebouwen. De H. Sava vond het dadelijk
goed en zij besloten ditmaal kool te plan
ten. En nog voordat de plantjes gebracht
waren, had de duivel reeds zijn besluit ge
nomen: Deze keer wilde hij de helft, die
onder den grond zat
Zij plantten samen de kool en wachtten
toen geduldig af. Dagelijks ging de duivel
den akker in oogenschouw nemen en wan
neer hij dan die groote koolbladen zag,
dacht hij sluw en vol leedvermaak, hoe
groot zijn part wel zou zijn, dat onder den
grond moest zitten?
Toen de Herfst aangebroken was, kwam
de H. Sava weer met manden, verzamelde
daarin al de prachtige kooien, zoo groot
als èen hoofd en liet de rest: de waarde
looze wortelen, voor den duivel liggen.
Daar kwam de duivelHij kwam den
oogst binnenhalen! Maar hoe groot was zijn
teleurstelling, zijn woede, toen hij inzag,
dat hij weer bedrogen was!
De duivel gaf echter den moed nog niet
op en nogmaals ging hij naar den H. Sava
en vroeg hem, weer samen met hem te
zaaien: ditmaal zouden ze aardappelen
nemen. Wat boven den grond kwam wilde
de duivel voor zich houden, de rest was
voor den H. Sava.
En weer was cfe H. Sava bereid. De
aardappelen groeiden prachtig en toen de
duivel de schoone planten zag, lachte hü.
in z'n vuistje. Toen hi] nog wat later d*
heerlijke bessen zag, was hij héelemaai ge
nezen van zijn zwaarmoedigheid, die den
laats ten tijd zijn gezondheid bedreigde.
In den herfst trokken zij weer te samen
naar den akker. De duivel, die de laatste
weken heelemaal niet meer buiten was ge
weest, stond gewoon verslagen, toen hij de
H. Sava zooveel heerlijke aardappelen uit
den grond zag halen en toen hij de planten
verdord terugvond.
Hü barstte haast van nijd. Hü had er
ontzettend veel spüt van, zich ooit met een
dienaar Gods ingelaten te hebben en drie
kostelijke jaren te hebben verknoeid, die
hij anders voor de heerlijkste misdaden
had kunnen gebruiken! Ja, hü begon zoo
waar al ernstig te vreezen, dat de men-
schen en de wereld in den tijd goed ge
worden waren. Want evenals alle andere
duivels, dacht ook hü, dat er op de andere
niet te rekenen viel, en daarom was hij
uiterst bang, dat er niet half genoeg on
heil in de zielen der menschen aangericht
geworden was. Maar in elk geval toch
wilde hij niet vernederd en beschaamd in
de hel terugkeeren en daarom verzocht hij
den H. Sava, toch nog eenmaal met hem
samen te willen werken. Ditmaal zou het
een wüngaard zün.
Het was een bijzonder gunstig jaar en
Gods zegen lag blijkbaar over de ranken.
In den herfst trokken zij beiden gezamen
lijk naar de wijngaarden. De H. Sava
had heel alleen de wy'nstokken verzorgd
en de Heilige vroeg aan den duivel:
„Zeg, kameraad, wat wil je, het sap of 't
groen?"
De duivel krabde zich achter het lange
oor en dacht lang na eer hij een beslissing
gevonden te hebben en riep uit: „Neem
jij het sap en geef mij het groen!"
De H. Sava vond het goed; zij sneden er
somen de druiven uit, deden ze in de pers
en de Heilige vulde verschillende vaten
met het heerlyke vocht. Toen de wijnoogst
gelukkig afgeloopen was, vertrok de
H. Sava met den wyn en liet den duivel
met de wijnstokken achter.
Deze wist echter den tijd goed te ge
bruiken. Hij nam de ranken en bereidde er
jenever uit. Van dien tüd af richt hij met
den jenever grooter onheil aan dan alle
duivels in al de jaren, die zij „nutteloos'
hadden laten voorbygaan."
vluchten te doen houden van Malmö en
Kopenhagen naar Amsterdam, Londen en
Parys, welke vluchten zullen aansluiten op
de vluchten van Oslo, Stockholm en
Helsingfors.
Met dezen dienst zullen poststukken ge
zonden kunnen worden overeenkomstig de
bepaling van de Haagsche conventie.
De conferentie achtte het wenschelijk, dat
een dergelijke dienst tot stand komt voor het
geheele jaar, en heeft het plan het initiatief
tot dergelijken permanenten nachtpost
dienst te nemen.
Onder de tallooze liefdewerken, welke door
de Katholieken worden beoefend, neemt het
Sint Franclscus-liefdewerk een eervolle
plaats in. Groot toch is de invloed ten goede,
welken de beschermelingen van dit by uit
stek charitatieve werk ondergaan. En ook
de Groninger afdeeling mag tijdens den
korten duur van haar bestaan reeds op be
langrijke successen bogen. Dit blijkt o.m. uit
den inhoud van het onlangs verschenen
tweede jaarboek. We lezen daar, dat het
aantal jongens zich in het afgeloopen jaar
uitbreidde tot circa zestig. Naar den leeftyd
zijn zij in twee groepen gesplitst, de school
jongens en de vakjongens, zoo genaamd, om
dat de meesten al bij een vak zijn. De samen
komsten hebben plaats op drie avonden in de
week, voor beide groepen afzonderlijk. De
jongens worden dan beziggehouden met
godsdienstonderricht, ontspanning, huisvlijt,
muziek en tooneel.
De vereeniging telt thans naast den Eer
waarden Directeur veertien leden, benevens
nog eenige assistenten.
Zooals de geestelijke leider, pater F. M.
Schroder S.J. mededeelt, waren de huisge
zinnen, die speciaal bewerkt worden, by de
opname der jongens op het Liefdewerk, bijna
allen voor de Kerk zoo goed als verloren,
jje helft: gemengde huwelyken; de jongens
voor de helft nog ongedoopt en op de neu
trale school en op 'n enkele uitzondering na
geen van allen tot de eerste H. Communie
toegelaten.
Van de ongeveer zestig jongens, waarmee
de cursus werd begonnen, gaan er ongeveer
veertig bijna geregeld op Zondag naar de H.
Mis. Het Misbezoek is dus nog niet wat het
wezen moet. Men verwacht, dat hierin ver
betering zal komen, wanneer men een eigen
tehuis met een kapelletje zal bezitten, tot het
verkrijgen waarvan een bouwfonds is opge
richt. Iedere maand komen er ongeveer der
tig jongens biechten en die hun eerste H.
Communie gedaan hebben, nemen bijna ge
regeld deel aan de maandelijksche H. Com
munie in de kapel der Eerw. Zusters, waar
na in het Zusterhuis een gemeenschappelijk
ontbyt plaats heeft.
Niet slechts voor het geestelyk, doch te
vens voor het maatschappelijk welzijn dei-
jongens wordt goed gezorgd, door te verhoe
den, dat ze loopjongen worden en door te
trachten, hun een plaats te bezorgen bij een
Katholieken patroon, met medewerking van
het R. K. Plaatsingsbureau voor Vakleer
lingen.
Dat ook de huisgezinnen ju den heilzamen
invloed van het Liefdewerk deelen, blijkt uit
de volgende passage uit het Jaarboek:
„In vele van de bezochte gezinnen komt
meer en meer een algeheele verandering.
Door 't huisbezoek, door het lezen van het
R. K, Dagblad „Ons Noorden", dat zij allen
gratis ontvangen, door 't voortdurend con
tact, dat we met de ouders hebben naar
aanleiding van hun kinderen en ook al dooi
den zoo byzonder geslaagden ouders-feest-
avond hebben wij van vele ouders de sympa
thie en de medewerking verkregen.
Hieraan is het te danken, dat door onze
bemiddeling elf kinderen uit die huisgezin
nen naar de R.-K. school overgingen; dat
negen ouders, die langen tijd hun plichten
verwaarloosden, dit jaar wederom hun Pa
sehen gehouden hebben; dat drie oudere
kinderen weer tot de H. Kerk zijn terugge
keerd; dat drie kindertjes konden gedoopt
worden en last not least, dat vier niet-ka-
tholieke moeders binnen korten tijd tot de
H. Kerk zullen overgaan, hierbij geholpen
door 't zelfopofferende werk van vier onzer
zelatricen, die als catechiste bij die gezinnen
aan huis wekelijks onderricht komen geven,
Bovendien is de moeder van een onzer jon
gens het geluk reeds te beurt gevallen, in
de H. Kerk te worden opgenomen en tot
de eerste H. Communie te worden toegelaten,
waarna het huwelyk kerkelijk werd ingeze
gend."
Waar nu op zoo lofwaardige wijze voor de
jongens werd gezorgd, drong zich vanzelf de
vraag op, of het niet mogelijk zou zijn, ook
voor de meisjes in denzelfden geest werk-
Izaam te wezen. En inderdaad werd in de
maand Juli 1928 tot dit doel het Francisca
Romana-liefdewerk opgericht. Deze vereeni
ging bestaat uit een twaalftal dames, die met
medewerking van twee Eerw. zusters en on
der leiding van den Eerw. Directeur zich
wyden aan de opheffing der godsdienstig-
onverzorgde meisjes waarvan reeds circa
dertig als beschermelingen zijn aangenomen.
Zorgen besteden aan die geestelijk-armen,
dat oischt een toewijding, die uitgaat boven
het alledaagsche, dat vraagt een warm en
liefdevol hart. Want het is voorzeker geen
taak, die zonder moeite verricht wordt, om
in die zielen, waarin niet van de prilste
jeugd af de weldoende stralen van het ware
geloof hebben geschenen de kiemen te leg
gen, die zullen opbloeien tot schoone rozen
van echten godsdienstzin. Maar degene, die
met hart en ziel zich zet aan het verdienst-
volle werk, waarvoor hij of zij roeping ge
voelt, die zal ook dikwyls moeiten en opof
feringen rijkelijk beloond zien door den Al-
goede en in het leven genieten van momen
ten van intens geestelijk genot.
Als daar zoo'n ruwe jongen, die geen kruis-
teeken heeft leeren maken, noch een Onze
Vader heeft Jeeren stamelen op moeders
schoot, door het H. Doopsel wordt tot een
kind der Katholieke Kerk, wanneer voor de
eerste maal de groote Kindervriend Zich tot
Hemelspijze schenkt aan zijne ziel, dan is
dat zoo'n bly gebeuren, niet slechts voor den
Eerwaarden directeur, maar ook voor de
ijverige werkende leden en voor de donateurs
van het Liefdewerk.
Want we weten dan, dat er weer een ziel
is veroverd voor den hemel door onze mede
werking, dat er ook een mensch wellicht is
bewaard geworden voor een toekomstig
rampzalig leven in die groote maatschappij,
waar socialisme en communisme begeerig op
hem loeren, waar hy, niet gesterkt voor den
harden levensstrijd, misschien zou belanden
in de enge cel der gevangenis als een paria
van de samenleving.
En niet alleen een enkel individu, maar
meer dan eens een heel gezin wordt gered
door het schoone liefdewerk van den Po-
verello van Assisië. Wat een nut gaat er niet
uit van die uitleen-bibliotheek, waarvoor de
boeken gratis geschonken zijn door philan-
tropen. Welk een voldoening geeft het niet,
te mogen constateeren bij het huisbezoek,
hoe niet slechts de beschermeling, maar ook
de overige leden van het gezin met graagte
kennis nemen van den inhoud van het goede
boek, welk laatste vervangen heeft den
schunnigen roman, het rioolvuil, dat voor
heen geregeld zyn giftigen invloed deed gel
den, als het gehaald was uit een obscure
bibliotheek, 't Is verblydend, als zoo'n jongen
uit eigen beweging wat centen afdraagt voor
de spaarkas en er zoo op jeugdigen leeftijd
reeds aan gewend wordt om de verkwisting
te vermijden en zijn bezit doelmatig te
besteden.
De Hoogeerw. Provinciaal der Paters
Jezuïeten mocht dan ook met recht getuigen
over het Sint Franciscus-liefdewerk te Gro
ningen: „Het is een even mooi als noodzake
lijk werk in onze dagen."
En jammer is het voorzeker, dat er zoo
dikwerf menschen zyn, die een zelatrice, die
om een offertje komt vragen, op een bitse
manier de deur wijzen.
Dat is niet slechts jammer voor het schoo
ne werk van naastenliefde, dat meii den
steun onthoudt, dien men het kon schenken,
doch dat is jammer ook voor hem of haar,
die weigert. Want dat zijn meermalen lieden,
die klagen, dat hun leven zoo arm is aan
oogenblikken van geluk en die niet beseffen,
hoe juist het weldoen aan onzen evenmensch
vrede brengt in ons hart en ons zoo stil ge
lukkig maakt bij het scheiden van den dag,
als we, overwegend hoe we dien hebben be
steed, getuigen kunnen, dat we een goed werk
hebben verricht.
Dan gelden ook voor ons de woorden der
dichteres:
En vind ik in het huis mijns harten,
Dat ik één droefenis genas.
Dat ik mijn armen heb gewonden
Rondom één hoofd, dat eenzaam was,
Dan voel ik op mijn jonge lippen
Die goedheid, lyk een avondzoen,
't Is goed in 't eigen hart te kyken
En zoo z'n oogen toe te doen.
Laat men hieraan eens denken, ais de
stem weerklinkt van zelateur of zelatrice
voor broeders en zusters in nood.
SPECTATOR