Gemengd Nieuws
DERDE BLAD
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
- DONDERDAG 14 FEBRUARI 1929
BLADZIJDE 2
De Stadhuis-brand te
Leiden
Uit architectonisch oogpunt
een nationale ramp
Aan de brandwonden
bezweken
Aan de gevolgen overleden
Een brand, die met melk
gebluscht werd
Te dicht bij de kachel
Het vernielde theater Flora
Nog bijtijds gestuit
De griep te Arnhem
Bij Mgr. Nolens aan tafel
Tragische samenloop van
omstandigheden
600 spoorwegbiels verbrand
Het eenvoudig verhaal van
een kranig zeeman
Hét drama te Grootegast
Twee slachtoffers van
het ijs
Het slachtoffer geworden
van zijn plicht
ONDERWIJS
De Rijksvergoeding en de
leerlingenschalen
L0U15 DOBBELHAHM -R0TTERDAJ1
Dr. J. Th. Strotmann t
LEGER EN VLOOT
Gen. imajoor H. M. Vigelius t
KERKNIEUWS
Het beleven van den
Eucharistischen Kruistocht
Vermindering der
legersterkte
Derde half-regiment huzaren
De griep in het leger
POSTZEGELNIEUWS
Nieuwe postzegels van
Britsch Noord-Bomeo
LUCHTVERKEER
De Middellandsche-zee-tocht
van de „Graf Zeppelin"
uitgesteld
Een luchtdienst Londen-"
Australië
Naar aanleiding van den ernstigen stad
huisbrand te Leiden, wijdt A. A. K. in het
„Hbld." eenige woorden aan de architecto
nische waarde van het bouwwerk, dat thans
vernield is. Het volgende is er aan ontleend:
Op de plek, waar vrceger een kleiner stad
huis in Gothieke vormen gestaan had, werd
in 1597 begonnen met een nieuw stadhuis.
Dit was noodig, omdat het oude stadhuis
door het bekende beleg van Leiden in 1574
zeer geleden had. Begonnen werd met den
middenbouw, het gedeelte waar later de mo
numentale stoep voor vernieuwd werd. Deze
middenbouw is een'typisch voorbeeld van
Renaissance bouwkunst. Naast eenvoudige
on\ srsierde muurvlakken is deze top
zeer gedetailleerd met lijsten, balustra
den, bizarre krullen, obelisken. Het is iet-
wst on-Hoilandsch. De leerboeken vertellen
ons, dat de bouwmeester Lieven de Key de
ontwerper zou zijn. Wie de echte werken van
de Key in Haarlem, oa. de Waag aan het
Spaarne en de poort van het Proveniershuis
aan de Groote Houtstraat beziet, moet er
kennen dat Lieven de Key's werk veel ster
ker no ar 't Klassicisme ging.
Hij werkte meer met grove, ongeprofileer-
de banden, met kruisvensterg. frontons en
horizontale gevelbeëindiging. Zelfs zijn zoo
weelderig gebouwde Vleechhal te Haarlem
is-sober in vergelijking met de speelsche vor
men van Leidens stadhuis.
Kaerl van Mander, de 17e euwsche kunst-
historieschrijver, spreekt bij het Leidsche
Stadhuis van een .,vuyl modernen stijl óp
zijn Hoogduytsch." Dat is vreemd, want De
Key was Vlaming en heelemaal niet Duitsch.
Wel zijn de bouwkunstvormen van Leidens
stadhuis Duitsch. Men verge.yke ze met af
beeldingen van Duitsche renaissance kastee-
len als die van Oels, van Schmalkalden. in
leerboeken en plaatwerken overvloedig voor
komend^. Archiefonderzoek heeft uitgewe
zen dat de Leidsche Sfadsregeering een
overeenkomst sloot met Luder van Bentheim.
ged-teerd 23 Mei 1559, waarbij deze bouw-
me< ter. te Bremen wonende, zich vcrlJmd
het steenhouwwerk gereed behakt te leveren.
Dus is Luder van Bentheim en niet De Key
de bouwmeester geweest. Later kwam uit het
Leidsche archief ppji qultantie te voorschijn
waarin betreffende den gever sprake is van
bij den meester van Haarlem gemaekt." Dit
zou weer naar De Key verwijzen, doch wij ge-
looven er niets van. Duidelijker dan de merk
waardigste archiefstukken spreken de stee-
nen.
Luder van Bentheim bouwde ook het stad
huis te Bremen, wel wat later: dit bouw
werk is in zijn vormgeving zeer verwant aan
het Leidsche stadhuis.
De toren, 50 M. hoog. was een vroeg yoor
beeld van het type torens dat we in de Am-
sterdamsche kerktorens van Hendrick de
Kevser terugvinden. Dit toren type is ge
groeid uit de Gothieke dakruiters zóoals
aan de St. Havo te Haarlem en Oofhtek'
kerktorens zooals de Eakenesserkerk te
Hair.mn zoor- als uit Ce ?>uhsche Re
naissance kasteeltorens! Pen collëva vind'
men te Haarlem aan de St. Ahnakerk voor
den kop van het smalle dwarsstraatje der
Groote Houtstraat: dat Haarlemsche toren
tje is weer werk van Lieven de Key.
Zoo is dus het Leidsche stadhuis kunst
historisch te beschouwen als de schakel tus-
scben de allervroegste renaissance en de
klassieke kunst onder invloed van de
Duitsche renaissance die was doorgegroeid
toen in de Nederlanden door godsdienstige
en staatkundige moeilijkheden de kunstgroei
stilstond. Dat is dus Van Mander's „vuyl
modern Hoogduytsch
Ovedweegt men wat alles bijeen teloor
ging. het gebo.'W. de toren met carillon, de
ihterieurs, de schilderijen, dan is de brand
van Leidens stadhuis als een nationale ramp
te beschouwen.
Wettelijke voorzienige
Naar aanleiding van den stadhuis-brand te
Leiden, waarbij alle papieren, o.a. de registers
van den Burgerlijken stand verloren zijn ge
gaan is thans bij de Regeering de vraag in
overweging, of het noodig zal zijn een wette
lijke voorziening te treffen in den geest van
de wet van 4 Juli 1887 (Stsbl. 119) waarbij ge
regeld is de bewijskracht van acten van den
Burgerlijken Stand onscmaakt, ter vervan
ging van de registers, welke door den brand
te Maastricht in 1886 werden vernietigd.
Gebluscht
Gisteren is het blusschingswerk geëindigd.
De topgeveis aan de Breestraat zijn alle
neergehaald.
Verschillende autoriteiten hebben de ver
woesting in oogensehouw genomen. B. en W.
van Leiden hebben vergaderd om de noodige
maatregelen te treffen.
De verschillende takken van gemeentedien?'
hebben zich reeds aan hun nieuwe omgeving
in de Stadsgehoorzaal aangepast en functloc-
neeren zoo goed en ,oo kwaad als het kan.
He oordeel van dr. J. Kalf
Dr. J. Kalf, directeur van het Rijksbu
reau voor Monumentenzorg heeft gisteren,
vergezeld van ir. Van Heeswijk, ingenieur
voor de monumenten, een bezoek gebracht
aan de overblijfselen van het Leidsche
Stadhuis.
Dr. Kalf deelde ons mede, geadviseerd te
hebben, de rest van den gevel met zorg
af te breken, opdat verschillende gevel-
deelen voor het nageslacht bewaard zou
den kunner worden.
Dat de gevel zou kunnen worden gerestau
reerd of gebruikt bij den bouw van een nieuw
Stadhuis, achtte dr. Kali niet mogelijk.
Onder de puinhoopen is een deel der
bescheiden van den burgerlijken stand nog
vrijwel onbeschadigd teruggevonden.
Gisteravond zijn eenige papieren en andere
bescheiden, die gered waren en tijdelijk op
een vloer in de Stadsgehoorzaal waren
neergelegd, opnieuw aan het smeulen ge
gaan. Men wist het vuur echter spoedig
te dcoven.
H. M. d« Koningin is voornemens heden
een bezoek aan Leiden te'brengen.
van den rijksveldwachter Sieben die spoedig
ter plaatse was, geholpen door eenige be
hulpzame handen, wist men de wagons vlug
in veiligheid te brengen en erger te voor
komen. Hadden de wagons ook vlam gevat,
dan zou zeer zeker tevens de op korten
afstand staande turfstrooiselfabriek met be
lendende gebouwen der gemeente Deurne
een prooi der vlammen zijn geworden. De
partij biels ging nagenoeg geheel verloren.
Het 5-jarig dochtertje van den heer H. W
A. te Vinkeveen, dat eergisteren hevige
brandwonden had bekomen, is gisterenmor.
gen overleden.
Zondag had het 4-jarig dochtertje van den
heer M. van Oirschot het ongeluk een ketel
kokend water over het lichaam te krijgen,
waardoor het zulke ernstige verwondingen
opliep, dat het Dinsdag aan de gevolgen
is overleden, meldt het „Huisgez."
In den nacht van Dinsdag op Woensdag
ontstond brand in de Zuivelfabriek van den
heer O. Hoöglad te Veenendal. Het Vuur
ko tot het mgazijn beperkt blijven. Wegens
e vorst kon de motorspuit geen dienst doen.
Het blusschingswerk moest nu met emmers
melk uit de fabriek zelf geschieden. Verze
kering dekt de schade.
Te Dordrecht is een 16-jarige winkeljuf
frouw der firma Liveu aan de Voorstraat al
daar met haar kleeding in aanraking geko
men met een brandende kachel. Zij liep de
straat op, waai voorbijgangers de vlammen
doofden Deerlijk verbrand, is zij naar tiet
ziekenhuis vervoerd.
De nachtwaker aangehouden
De nachtwaker, die in den nacht van
Maandag op- Dinsdag dienst deed in het
theater Flora te Amsterdam, heeft, naar wij
reeds meldden, 'verklaard in slaap te zijn
gevallen en bij zijn ontwaken te hebben be
merkt, dat het geheele gebouw in rook
stond, waarop hij de vlucht heeft genomen
Hij is aangehouden op grond van nalatig
heid.
Te Lochem is een begin van brand ont
staan in de burgemeesterkamer op het stad
huis Het Plafond van de Raadzaal begon te
branden, maar het vuur kon spoedig gestuit
worden De Raadszaal kreeg nogal water
schade.
Ernstige belemmering voor de bedrijven
De griep-epidemie grijpt te Arnhem zóó
snel om zich heen, dat vele zaken ernstige
moeilijkheden gaan ondervinden, meldt de
,.N. Rott. Crt."
Van het gemeentepersoneel, bestaande uit
1800 man, is meer dan 20 pCt. ziek. Op de
kunstzijdefabriek ontbreken alleen van het
kantoorpersoneel meer dan 60 personen, van
het fabriekspersoneel ontbreken een kleine
500 man. Verschillende scholen, o. a. alle
R, K scholen op de Geitenkamp, zijn ge
sloten, omdat alleen daar pl.m 350 leerlin
gen lijdende zijn aan griep. Verschillende
scholen, hebben tijdelijke klassen gecombi
neerd, niet alleen wegens het groote aantal
zieke kinderen, maar Ook wegens het af
wezig zijn van onderwijzers.
De wethouder van onderwijs heeft in over
leg met den controleerenden geneesheer be
pa aid. dat die klassen, waarin het aantal
zieken meer dan 50 pCt. bedraagt, voorloo-
pig voor een week gesloten zullen wórder
Gevolg hiervan zal zijn. dat nog tal van
klassen' vrijaf krijgen.
Ook in particuliere bedrijven is het aantal
zieken zoo groot, oa. op melkinrichtingen
p d dat slechts met groote moeite het be
drijf gaande gehouden kan worden.
gaande met een zeebeving te doen hadden.
Waar men ook keek. alles stond te wanke
len. te slingeren en viel in elkaar, het piertje
waaraan wij gemeerd lagen, had veel weg
van een groote slang, zoo werd het op en
neer geslingerd, vreeselijk gegil van men-
schen, die in hun angst te water sprongen,
in één woord een ontzettende aanblik. Een
gedeelte onzer trossen was gebroken en een
ander gedeelte vloog van de meerpalen.
Oogenblikkelijk zette ik de telegraaf 4-5-6
maal op volle kracht achteruit, om van het
strand af te komen, waar wij heel dicht bij
waren en riep alle menschen op hun werk.
Links van mij kijkende, zag ik tot mijn
ontzetting een vloedgolf op ons aankomen
van zeker wel 10 voet hoogte, alles meesleu
rend en omver werpend wat in haar weg
kwam, als schoenertjes, roeibootjes enz. en
bestaande uit niets dan modder, waarin de
menschen, die in de 4x>otjes waren, onmid
dellijk moeten zijn omgekomen. Zeer goed
begrijpend, dat wü als de „Commewijne"
deze vloedgolf niet ontsnapte, op het strand
gezet zouden worden, telegrafeerde ik weer
verscheidene malen volle kracht achteruit en
Goddank, de machine begon achteruit te
graaien en wel full speed. Dit alles speelde
zich in een paar seconden af. Eerst werd de
zee van het strand weggezogen en toen vloog
alles op den top van de vloedgolf, ook de
„Commewijne", met een geweldige vaart
naar het strand. De machine draaide volle
kracht achteruit en mede aan het vlugge
werken der machine is het te danken, dat
wü niet op het strand terecht kwamen, zoo
als vele bootjes en schoenertjes. Wü zijn
niet meer dan een meter of tien van het
strand af geweest. De folf modder over
stroomde een groot gedeelte van Pto. Sucre
waar de modder alle hulzen binnendrong.
Allen en alles aan boord hield zich kranig
en er brak geen paniek uit onder de vele
l passagiers die wij aan boord hadden. Steeds
bleven wü full speed achteruit draaien,
totdat wü vér genoeg van den wal waren om
even van den schrik te bekomen en den
toestand te overzien. De geheele lucht was
loodgrijs en boven Cumana hing een dichte
wolk van stof en puin.
Wü vreesden het ergste voor Cumana en
later bleek, 'dat onze vrees gegrond was
geweest. Na ongeveer 10 minuten rond ge
stoomd te hebben, naderde ik voorzichtig
het piertje en ging aldaar ten anker, we)
begrijpende, dat onze hulp noodig zou zün.
Ik gaf order, dat de dokter, 1ste en 3de
stuurman medicamenten in een koffer zou
den doen en naar Cumana zouden gaan om
hulp te bieden. Ettelüke le klasse passagiers
meldden zich bü mij aan om met de red
dingsbrigade mede te gaan, waaronder een
paar pleegzusters, van wier hulp dankbaar
gebruik werd gemaakt en die ook uitstekend
bü het verbinden der gewonden hebben ge
holpen.
Onze agent, de chef van den telegraaf
dienst en de chel van de douanen, kwamen
zeer ontdaan en zenuwachtig aan boord en
vertelden mü. dat een verschrikkelijke aard
beving geheel Cumana met den grond had
gelük gemaakt en dat er verscheidene doo-
den en gewonden waren, terwül de commu
nicatie met de buitenwereld verbroken was.
Onmiddeliük stuurden wü per scheepsradio
dringende telegrammen om hulp naar Pre
sident Comez en diverse andere autoriteiten
te Caracas. Levensmiddelen, zeilen en ten
ten. die wij hadden te missen, werden aan
land gebracht. De dokter met zijn helpers
zün van 8 tot 12 uur bezig geweest in Cu
mana met het verbinden van gewonden en
vreselijk was het gezicht van zooveel ellende
en van zooveel Bloed. Twee der zwaarst
gewonden werden aan boord genomen; dit
waren menschen wier armen, beenen, ribben
etc. gebroken waren en die te Cumana niet
konden blijven, doch naar Caracas vervoerd
moesten worden. Daar wü verder niet veel
konden doen werden nog wat medicamenten
en verbandstoffen aan den wal gegeven,
daarna lichtten wü het anker en gingen
onder stoom naar Guanta, daar er geep
sprake van was de rest van de lading voor
Cumana bestemd, gelost te krijgen.
Wü arriveerden te 16.30 uur te Guanta.
Voordat wü klaar waren met lossen was het
donker en konden wü dus niet meer ver
trekken. Eerst den volgenden ochtend om 5
uur vertrokken wij naar La Guaira. waar
heen ik een radio-telegram verstuurde, het
schip eventueel nè. donker in te klaren,
aangezien de twee zwaar gewonden onmid
deliük geholpen moesten worden. Ik kreeg
bericht terug, dat ik ieder uur van den
nacht binnen kan loopen.
Wü kwamen om 18 uur in de haven van
La Guaira, alwaar duizenden menschen het
schip stonden op te wachten en er speciaal
plaats voor ons werd gemaakt om te meren.
De gewonden werden onmiddeliük vervoerd
en ik werd door de autoriteiten, die aan
boord kwamen, hartelijk bedankt voor de
hulp, die wü te Cumana aan de gewonden
hadden verleend, door er met mijn schip te
blijven en een reddingsbrigade aan den wal
te sturen.
Een gelukkige toevalligheid is het ook ge
weest, dat ik te Pto. Sucre bij het aankomen
aan het piertje geen anker heb gebruikt,
hetgeen ik tot nu toe steeds heb gedaan,
want was dit niet het geval geweest, dat wü
een anker in den grond hadden gehad, dan
hadden wü niet vlug kunnen vluchten
en waren wü onvermijdelijk op het strand
terecht gekomen.
Het piertje is voorloopig niet te gebruiken,
daar alles ontzet is, dus zullen de schepen
voorloopig in lichters moeten lossen.
Aan den chauffeur die hem van Groote-
gast naar het R. K. Ziekenhuis te Gronin
gen vervoerde, moet Wükstra gezegd heb
ben: „Je hoeft niet bang te zijn, wanneer
je marechaussees of veldwachters ziet aan-,
komen. Buk je dan, ik schiet dan over je
heen."
Tenslotte verneemt de „Prov. Groninger
Crt." dat één van dt wapens, die eergisteren
bij een particulier te Marurn in beslag zijn
genomen van Wükstra afkomstig was. De
behandeling van de zaak heeft eenige ver
traging ondervonden, doordat de rechter
commissaris ongesteld is geworden.
Wü hebben het .interview" vermeld, dat
de bekende ;ournalist D. Hans gehad heeft
met Mgr. Nolens. Tom discht nu in de
Brab. Crt. een waar gebeurde tafel-anecdote
van Dr. Nolens op.
Toen Dr Nolens nog professor was te
Rolduc at hü dagelüks, evenals de andere
p; ofe&soren, met de jongens aan tafel. Ook
toen hij al Kamerlid geworden was. Op een
Vrüdag was Nolens teruggekeerd uit Den
Haag. waar hij een zeer interessante rede
had gehouden over het onderwijs.
Na de soep stond de directeur der inrich
ting, Dr. Corten, op. en hield een treffende,
iétwat lange rede op Dr. Nolens: zoo zelfs,
dat de saus en de stokvisch (want 't was
Vrijdag) koud dreigden te worden.
Op eens verbreekt Dr. Nolens midden tus-
schen de rede het stilzwegen en met spreek
woordelijke Nolensche nuchterheid roept hij
uit:
Ik mot geen ovatie.
Ik motsaus!
Dinsdagavond omstreeks 8 uur zagen
twee heeren, die. op den Ryksstraatweg te
Oegstgeest met een auto aankwamen, een
vrouwspersoon bewusteloos langs den weg
'iggen Zij bleek te zijn overreden.
°De politie, die hiervan in kennis werd
gesteld, constateerde, dat het de 20-jarige
dochter was van den caféhouder v. L. te
Oegstgeest.
Zü werd naar het Academisch ziekenhuis
te Leiden overgebracht.
Het vorig jaar heeft de heer v. L. onder
Sassemheim eveneens ten gevolge van een
auto-ongeluk ook een dochter vertoren.
Maandagavond omstreeks 6 uur gsraaste
naar de „N. Venl. Crt." meldt, een partü,
ongevee r600 stuks, nieuwe spoorwegbiels ge
legen nabü station Helenaveen in brand,
vermoedelijk, veroorzaakt door een passee-
renden goederentrein. Aanvankelük liet de
braad zich vrü ernstig aanzien, door de ia
de onmiddellijke aabühejd staande acht
spoorwegwagens. geladen met turf eh turf»
sircoisel. Dank zij het krachtdadig optreden
Kapitein P. T. Smit, van het s.s. „Com-
mewüne", een dier schepen van den Suri-
name-dienst der Kon. Ned. Stoomboot.
Maatschappü, heeft aan de directie van zün
maatschappij een relaas doen toekomen van
het avontuur, waarvan de bemanning en de
passagiers van de „Commewüne" getuige zün
geweest, toen het. schip zich in Venezuela
bevond en deze streek, zooals reeds eerder
gemeld, geteisterd werd door zee- en aard-
beving.
Hier volgt het eenvoudig verhaal van den
dapperen zeeman:
We meerden te 6.15 vooral, van den l
Jan. aan het piertje te Pto. Sucre en be
gonnen onmiddeliük met het lossen van de
36 ton lading voor Cumana bestemd. Ik
stond juist in mijn hut een kop thee te
drinken, toen wij te 6.45 opgeschrikt werden
door een vreeselijk stooten, kraken en schud
den van het schip. Het eerste moment aan
een ketelontploffing denkende, 3nelde ik
naar de brug en kwam tot de ontdekking,
dat wij met een zware aardbeving, gepaard
Meer licht in de zaak
Omtrent den moord op de vier veldwach
ters te Grootegast zijn de „Prov. Groninger
Crt." een aantal nieuwe feiten bekend ge
worden. Algemeen was men van meening,
dat het geheele drama zich in den loop van
enkele minuten heeft afgespeeld. Dat blijkt
echter niet het geval te zün geweest. Toen
de veldwachters met hun vieren voor de eer
ste maal bij de woning van Wijkstra kwa
men, had Van der Molen aan Wükstra ge
zegd, dat zü vrouw Wobbes kwamen weg
halen. Wijkstra had hierop geantwoord, dat
vrouw Wobbes zich klaar zou maken om met
de veldwachters mee te gaan. De veldwach
ters bleven toen In de buurt van het huis
rondloopen, doch toen hun dit na ongeveer
een half uur wat lang begon te vallen, be
gaven zij zich voor de tweede maal naar
Wijkstra's woning. Bij zün poging om de
deur te openen viel veldwachter Van der
Molen als eerste slachtoffer. Ook de twee
andere veldwachters, Werkman en Hoving,
schünen kort daarop neergeschoten te zün.
Veldwachter Meyer had zich echter intus-
schen achter een paar kleine boompjes ver
dekt weten op te stellen, en wist Wijkstra
vandaar een paar schotwonden in pols en
onderbeen toe te brengen. Wijkstra is ver
volgens, om Meijer beter onder schot te kun
nen krijgen het veld in geloopen. Meyer is
daarop in een sloot gekropen en dat is zün
ongeluk geworden, want Wijkstra kon hem
nu beter treffen. Wijkstra heeft niet nage-
aten van deze gelegenheid gebruik te maken
om Meyer zoo goed mogelük te kunnen na
deren zonder zelf gevaar te loopen van te
worden gstraffen. Dit heeit intusschen nog
ongeveer een half uur geduurd. Toen Wük
stra op Meüer begon te schieten heeft deze
de hulp van omwonenden ingeroepen. Toen
dezen echter te hulp wilden komen, wenkte
Wykstra met zün geweer, om hun te kennen
te ge-en. dat het geladen was achteruit te
gaan.
Uit Sliedrecht wordt gemeld:
Gisterenmiddag te drie uur zyn de 14-ja-
rige Van Heukelom en de eveneens 14-jarige
Vervoren, beiden afkomstig uit Sliedrecht,
terwijl zij aan het schaatsenrijden waren op
de rivier, in een wak geraakt. Zy verdwenen
onmiddellijk in de diepte en dadelijk toege
snelde hulp kon niet meer baten.
Hun hjken zijn nog niet gevonden.
Een veldwachter bij het overbrengen van het
lijk van een drenkeling verdronken
Bij het schaatsenrijden op de Kagerplas-
sen was iemand uit Voorhout door het üs
gezakt en verdronken. Het lük werd tijdelijk
gebracht naar een boerderij. Tegen den
avond zün de gemeenteveldwachter Romein
uit Warmond, de ryks veld wachter Jacobs en
de heer Visch van de jachthaven „Visch
met een ijsvlet over de plassen gegaan om
het lijk naar Warmond te brengen. Blijk
baar door de duisternis misleid, is de vlet
in de vaargeul op het Zweiland gekomen,
Jacobs en Visch wisten zich tegen een de-
schaatsen van de vlet. boven water te hou
den en werden na geruimen tijd om hulp ge
schreeuwd te hebben, met groote moeite ge
red door Koppers, die zich over ladders met.
eigen lévensgevaar naar de drenkelingen be
gaf. De 35-jarige gemeenteveldwachter Ro
mein werd later opgehaald: hy was reeds
overleden. Romein was gehuwd en vader van
vier kinderen.
Te Warmond heerscht groote verslagen
heid. De feestelijkheden ter gelegenheid van
den Sterrit van den Z. H. Ijsbond op heden
zijn afgelast.
ondergeteekende in strijd met de uitdrukke-
lyke bepaling van de artikelen 56 en 97 der
Lag&ronderwyswet 1920, krachtens welke
RÜksvergoeding moet worden verleend voor
het aantal volgens de artikelen 27. en 28
dier wet verplichte onderwijzers d.i. in
1928 van het begin van het nieuwe school
jaar af voor elke school de leerlingensehaai
van 1923. Deze bepaling is niet opgeheven
door de gewijzigde redactie van arakei VIII,
tweede lid der wet van 30 Juni 1924 (St.bl.
no. 319).
2. Een andere toepassing dan bovenbe
doeld zou inderdaad in strijd zijn met de
aan de wet van 29 December 1928 (Staats
blad no. 506) ten grondslag liggende be
doeling.
3. Het komt den ondergeteekende voor,
dat er geen strijd bestaat tusschen de letter
en de bedoeling der wet van 29 Decembei
1928 (Staatsblad no. 506) en dat er dus ook
geen reden is om het tot stand komen van
een novelle op die wet te bevorderen.
Op de schriftelijke vragen van den heer
Byleveld, betreffende het voortgaan door
de gemeente- en schoolbesturen met benoe
mingen volgens de schalen der z.g. „tech
nische herziening" in verband met het recht
op de by de wet bepaalde Ryksvergoeding,
antwoordde de heer Waszink, Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De
opvatting als zou ten gevolge van een ver
gissing in artikel II der wet van 29 Decem
ber 1928 (Staatsblad no. 506) de Rijksvergoe
ding. bedoeld in de artikelen 56 en 97 der
Lageronderwyswet 1920. over het geheele
dienstjaar 1929 niet worden toegekend voor
een getal onderwijzers, berekend volgens de
bü eerstgenoemde wet weder ingevoerde leer
lingenschalen van 1923, acht de ondergetee
kende niet juist. De, gemeente- en school
besturen kunnen inderdaad zander vrees
voor moeilykheden met betrekking tot het
recht op de Ryksvergoeding voortgaan met
het benoemen, met ingang van den nieuwen
cursus in 1929. van leerkrachten ter voldoe
ning aan de verplichting om het getal on-
derwüzers in overeenstemming te brengen
met de leerlingensohalen van de wet van
1923.
wordt door velé"
to bakkers gerookt Als
rakinenschen weten
zy deze mélange te
waandeeren
Tui&dltxdtod KA
Ministerieel antwoord op de vragen van de
kamerleden Ter Laan en Bijleveld
De heer K. ter Laan stelde aan den Min.
van Onderwys de volgende vragen:
1. Welke toepassing meent de Minister te
moeten geven aan het bepaalde bü het
tweede lid van artikel VIII der wet van 30
Juili 1924, Staatsblad no. 319, hetwelk krach
tens artikel II der wet van 29 December
1928, Staatsblad no. 506 luidt als volgt:
,,De Ryksvergoeding, bedoeld in de arti
kelen 56 en 97 der Lager Onderwijswet 1920,
wordt over de dienstjaren 1924 tot en met
1929 berekend voigens de op 31 December
1922 geldende regelen, met dien verstande
evenwel, dat daarbü buiten aanmerking
blijven de onderwijzers, die, te rekenen van
1 Juli 1924, in dienst treden boven het aan
tal gesteld in artikel 28 dier wet, zooals dat
artikel van 1 Juli 1924 tot en met den dag,
waarop het op 31 December 1928 loopend
schooljaar of de op 31 December 1928 loo-
pende sehoolcuasus eindigt."
met name, is de Minister van oordeel dat
over het geheele dienstjaar 1929 de Ryks
vergoeding moet plaats hebben naar de op
31 December 1928 van toepassing zynde leer
lingensehaai?
Zoo ja, acht de Minister zoodanige toe
passing niet in strüd met de aan de wet
van 29 December 1928, Staatsblad no. 506,
ten grondslag liggende bedoeling, zooals deze
o.m. zeer duideiük tot uiting is gekomen in
de Memorie van Antwoord (2de Kamer),
waarin gesproken wordt van een stijging dei-
Rijksuitgaven ten gevolge van deze wet over
1929?
3. Indien de eerste vraag ontkennend be
antwoord wordt, acht de Minister het dan
niet wenschelyk ten einde de letter van
de wet in overeenstemming te doen rijn met
haar bedoeling en ook om de onzekerheid
tegenover gemeente- en schoolbesturen weg
te nemen de totstandkoming' van een
novelle op de wet van 29 December 1928,
Staatsblad no. 506, te bevorderen?
Hierop heeft de heer Waszink, Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
het volgende geantwoord:
1. De ondergeteekence is van meening, dat
de in het tweede lid van artikel VLO. der
wet van 30 Juni 1924 (Staatsblad no. 319j,
gewijzigd bü artikel II der wet van 29 De
cember 1928 (Staatsblad no. 506) gemaakte
restrictie, aanvangende met de woorden:
,,met dien verstande evenwel", volgens de
letter en de bedoeling dier bepaling aldus
moet worden toegepast, dat bü het bere
kenen van de RÜksvergoeding volgens de
op 31 December 1923 geldende regelen, tot
en met dien datum, waarop het op 31 De
cember 1928 loopend schooljaar eindigt, bui
ten aanmerking blüven de onderwijzers, die
tusschen 1 Juli 1924 en dien datum zün aan
gesteld boven de in 1924 ingevoerde leerlin-
genschalen.
De meaning, dat de Ryksvergoeding over
het geheele dienstjaar 1929 zou moeten
plaats hebben naar de leerlingenschajen,
welke op 31 December 1928 golden, acht de
Naar uit Leiden gemetld wordt, is de
begrafenis van het stoffelijk overschot van
den Zeereerwaarden heer doctor J. Th.
Strotmann wederom uitgesteld, daar er ver
traging is gekomen in het vervoer uit Praag,
waar het verkeer door de felle koude zeer
in de war is. De uitvaart is thans vast
gesteld op Zaterdagmorgen te half tien uur.
Te den Haag is overleden, 71 jaar oud, de
gep. generaal-majoor H. M. Vigelius, ridder
in de Oranje Nassau-orde en commandeur
2e kl. in de Danebrogsorde.
Z. D. H. de Bisschop van Breda, Mgr. P.
Hopmans wüst in zün vastenbrief dit jaar
op de middelen, welke men moet aanwenden
om den Eucharistischen Kruistocht of de
leer van het Evangelie te kunnen beleven.
Mgr. Hopmans doet dat o.m. in de vol
gende bewoordingen:
„Wü beginnen onder uw aandacht te bren
gen de woorden van onzen Goddelüken Leer
meester: Zonder Mij kunt g0 niets doen, en
de daarmee overeenstemmende woorder. van
den H. Paulus: Alles vermag ik in Hem, die
nvj versterkt.
Daaruit blijkt, dat wü, afstammelingen
van Adam met onze geneigdheid tot 't kwaad
niet in staat zyn met onze eigen zwakke
krachten het Evangelie te belden of echte
Kruistochters te worden. Het wordt ons dui-
delyk gemaakt, dat wij de onmisbare hulp
moeten zoeken bij Christus, onzen Verlosser
en Zaligmaker.
Hoe wy die hulp, die genade, welke wü
niet kunnen ontberen, moeten verkrijgen,
wordt ons weer nadrukkelijk door Jezus zelf
geleerd: Al wat gü in het gebed met geloof
zult vragen, gü zult het erlangen. Voorwaar.
Ik zeg u, al wat gij biddende vraagt, gelooft,
dat gü zult krijgen en het zal U geworden.
Het smeekgebed, met levendig geloof en
vol vertrouwen verricht, ziedaar het groote
middel om volgeling en navolger van Chris
tus te kunnen zyn, om Christus in ons te
doen leven en opdat wy in Christus zouden
leven.
Om ons leven te heiligen, zullen we ech
ter boven alles de noodige kracht zoeken in
de H. Mis. Bü die verheven en heilige han
deling zullen wij den priester op den voet
volgen. By de H. Offerande zullen wü al
onze 'moeilükheden met de hostie op de
pateen of het gouden schaaltje leggen om
ze aan God op te offeren en vast beloven,
dat we de ons overgezonden kruisen ter liefde
van Jezus en te zyner navolging met op
gewektheid zullen dragen zonder klagen en
da* we by de offers, die wy gedwongen moe
ten brengen, uit eigen beweging nog andere
zullen voegen ten einde ons zelve te vormen
tot ware offerzielen.
Hebben wij het voorrecht het H. Misoffer
by te wonen, zorgen we dan ook die reinheid
der harten te bezitten, welke vereischt wordt
om de H. Communie te kunnen ontvangen
en maken we dan telkens gebruik van de
gelegenheid om te communiceeren. Jezus in
ons hart. ziedaar onze groote en onmisbare
kracht om rein te leven en tot een hooger
geestelük leven op te gaan. Jezus toch komt
in ons hart om zyn gebedsleven, zün deug
denleven, zijn offerleven in ons voort te zet
ten. Die kostbare oogenblikken. waarop
Jezus m ons hart rust, moeten we benutten
om gevoelens en woorden van liefde met
Hem te wisselen, om onze behoeften naar
.ziel en lichaam aan Hem bloot te leggen.
om hulp af te smeeken, om goede voornemens
te maken en Jezus' zegen daarover te vra
gen.
De H. Communie mag echter geen voor
bijgaande handeling zijn. Gij zult trachten
in vereeniging te blyven met Jezus, met
wien gy door de H. Communie op de innig
ste wijze vereenigd waart. Meermalen zult
gü door den dag aan de H. Communie van
's morgens terugdenken en uw best doen om
de heilige stemming van des morgens te be
waren en levendig te houden.
Beminde diocesanen, dit zy uw aller be
sluit dat gy zoo dikwijls als het eenigszins
mogelük is, de H. Mis zult bijwonen. Wij
vragen niet het onmogelüke.
Allerlei omstandigheden maken het moei
lijk, soms onmogelük om het huisgezin te
verlaten. Maar wat voor zeer veel huisge
zinnen wel uitvoerbaar is, dat eiken morgen
minstens één lid van het huisgezin bij het
H. Misoffer het geheele huisgezin vertegen
woordigt om dan in naam van allen en voor
alen Gods zegen te vragen over hun persoon
en hun ondernemingen. Mogen de ouders
door woord en voorbeeld hun kinderen lee-
ren dikwüls de H. Mis by te wonen en te 1
communiceeren. Zün de kinderen nog sohool-
plichtig, laten de ouders dan zorgen, dat
(hun kinderen eiken dag naar de H. Mis
gaan. Op sommige plaatsen wordt eiken dag
een riindermis opgedragen. Wij vragen het
U dringend, dierbare ouders, werkt eendrach
tig samen met de geestelükheid tot heil van
uwe kinderen en beüvert U om hen gere
geld naar de TI. Mis te zenden.
Houden wy levendig voor den geest, dat
wü het Evangelie niet kunnen beleven en
dus geen Kruistochters kunnen zijn met
onze eigen zwakke krachten. Volgens de
uitdrukkelijke leer van Jezus hebben wij
Züne hulp noodig en die hulp kunnen wy
verkrijgen door het gebed, de H. Mis en de
H. Comunie. Met levendig geloof en onbe
grensd vertrouwen moeten wü aanhoudend
bidden, eerbiedig en aandachtig dikwerf me.
den priester de H. Mis opdragen en met een
een van liefde brandend hart Jezus veel-
vuldig, ja dagelüks ontvangen.
Naar de „Avondpost" verneemt, wordt aan
het departement van Defensie een ingrijpen
de wyziging der oorlogsorganisatie van liet
leger overwogen. De aanieiding hiertoe moet
rijn gelegen in de omstandigheid, dat het
aantal vrijstellingen van dienstplicht en uit
stel voor eerste oefening zóó is toegenomen,
dat reeds thans als vaststaand kan worden
aangenomen, dat bij een eventueele mobili
satie van het leger niet voldoende dienst
plichtigen ter beschikking zullen zün om alle
compagnieën op de vastgestelde oorlogs
sterkte te biengen.
Voorts zegt het blad, dat di chef van den
Generalen Staf zich zeer sterk tegen 's mi
nisters plan moet hebben gekant.
Het 115-jarig jubileum.
Gisteren bes'tond het derde half-regimen
huzaren, gelegerd in de Alexander-kazeme
te 's-Gravenhage 115 jaar. Dit feit is op
eenigszins feestelijke wyze herdacht. Voorts
heeft de Koningin de troepen gistermiddag
geïnspecteerd.
Na de inspectie onderhield de Koningin
rich eenigen tüd met den regiments-com
mandant, luit.-kol. Clavareau.
Mevr. Clavareau bood haar bloemen aan
Opkomst voor inlijving en oefeningen
Officieel wordt het volgende meegedeeld'
De opkomst van dienstplichtigen, die 1'
of 25 Februari as. moeten opkomen ter in-
lüving, voor eerste oefening of voor her
halingsoefeningen wordt in verband met de
heerschende gevallen van griep onder de
militairen voorloopig 14 dagen uitgesteld.
De hier bedoelde dienstplichtigen kunnen
evenwel aan den Minister van Defensie het
verzoek doen om zoo spoedig mogelük op
te komen. In dit verzoek, hetwelk ten spoe
digste moet worden ingediend, behooren
duideiük te worden vermeld de naam, de
voornamen, de lichting, het garnizoen van
opkomst, het volledig adres, welke dringen
de reden voor het verzoek bestaat, alsmede
of de dienstplichtige voor eerste oefening of
voor herhalingsoefeningen moet opkomen.
I11 geval van opkomst voor eerste oefening
moet in het verzoekschrift ook de gemeen
te van inschrijving vermeld worden.
Na een tijdsverloop van tien jaren zal het
protectoraat van Noord-Borneo een com
plete serie nieuwe postzegels gaan uit
geven, die reeds spoedig tegemoet kan wor
den gezien,
Dit bericht ontleent het „Hbld." aan te
Singapore verschijnende bladen.
Tot 26 Maart
De luchtschepenwerf te Friedrichshafen
deelt mede, dat de op einde Februari be
paalde vlucht van de „Graf Zeppelin" naar
Egypte en Palestina in verband met de
gedurende de laatste weken aanhoudende
koude, voorloopig moes; worden uitgesteld-
Niet alleen, dat de nieuwe kortegolf-
radio-installatie nog beproefd moet wor
den, maar ook voor de passagiers zou eed
Middellandsche-Zee-vlucht b j deze koude
geen genot zün.
Ten einde den tocht by gunstiger weer
aan te vangen en de bemanning in de ge
legenheid te stellen een indruk te krügeI1
van het vliegen by nacht, wil men met sta''
ten wachten tot een period 2 van voU6
maan.
Als voorloopige datum, waarop gestart r»
worden, is vastgesteld 26 Maart a. s.
Een Reuter-teiegram uit Canberra roeldd'e
De Australische regeering heeft aan
Briteche regeering medegedeeld, dat ai
reid is om samen te werken om tot een
brelding van den luchtdienst Londe
Australië via Karachi te geraken.